HANZEHOGESCHOOL GRONINGEN
Renovatieconcepten Renovatie in de na-oorlogse woningbouw
14-6-2011
Afstudeergroep 28 Stefan Hermans – 297625 – Bouwkunde Algemeen Paul Hoogeveen – 296429 – Bouwkunde Algemeen Begeleidster: Ing. Ireen (I.S.) de Jong
Renovatie van een duplexwoning aan de P. Waijerstraat te Groningen
Inhoudsopgave 1.
Samenvatting ................................................................................................................................................. 3
2.
Voorwoord ..................................................................................................................................................... 4
3.
Het onderzoek ................................................................................................................................................ 5 3.1
De aanleiding ........................................................................................................................................ 5
3.2
Het onderzoeksdoel en onderzoeksvragenvragen ................................................................................. 5
3.3
Basisdefinities ....................................................................................................................................... 6
3.4
Plan Van Aanpak .................................................................................................................................. 8
3.5
Projectorganisatie .................................................................................................................................. 9
3.6
Leeswijzer ........................................................................................................................................... 10
4.
Eisen en verwachtingen met betrekking tot energiezuinigheid van gerenoveerde woningen ...................... 11
5.
Renovatieconcepten van toepassing op de woningbouw ............................................................................. 16 5.1
Waarom wordt er gerenoveerd? .......................................................................................................... 17
5.2
De verschillende bestaande renovatieconcepten ................................................................................. 19
5.2.1
Inleiding ..................................................................................................................................... 19
5.2.3
Selectie van renovatieconcepten. ................................................................................................ 19
5.2.4
Bouwkundige renovatieconcepten .............................................................................................. 21
5.2.5
Bouwkundige renovatie methodieken ....................................................................................... 25
5.2.6
Samenvatting literatuuranalyse renovatieconcepten ................................................................... 26
5.3 5.3.1
Trias Energetica .......................................................................................................................... 28
5.3.2
Stap 1: beperk energievraag ....................................................................................................... 28
5.3.2
Stap 2: Gebruik Duurzame Energie ............................................................................................ 32
5.3.3
Stap 3: Gebruik fossiele brandstoffen zo efficiënt mogelijk ...................................................... 32
5.4 6.
De meest voorkomende renovatietechnieken ...................................................................................... 27
Samenvatting ....................................................................................................................................... 34
Toepassing van een renovatieconcept .......................................................................................................... 35 6.1
Het project, de keuze ........................................................................................................................... 35
6.1.2
Duplex woning ........................................................................................................................... 36
6.1.3
Monumentale waarde ................................................................................................................. 36
6.1.4
Bestaande situatie ....................................................................................................................... 37
6.2
Eisen waaraan de woning moet voldoen ............................................................................................. 41
6.3
Toegepast renovatieconcept ................................................................................................................ 42
6.4
Samenvatting. ...................................................................................................................................... 43
7.0 renovatieconcept “Duurzaam met ruimte” ................................................................................................... 44 8.
Resultaten en Conclusies ............................................................................................................................. 48
9.
Literatuurverwijzingen ................................................................................................................................. 49
10. Discussie ...................................................................................................................................................... 50 11. Bijlagen ........................................................................................................................................................ 51
2
1. Samenvatting Probleemstelling: Er is momenteel geen duidelijk inzicht in de verschillende renovatieconcepten beschikbaar. Ondanks dat er recentelijk meerdere concepten zijn bijgekomen ontbreekt het totaaloverzicht. Ook de onderlinge verhoudingen tussen deze verschillende concepten is niet terug te vinden in een duidelijk overzicht. Doelstelling: Het doel is om de renovatieconcepten in beeld te brengen die van toepassing zijn op het renoveren van duplexwoningen, uit de periode 1950-1970, tot energiezuinige woningen die voldoen aan de eisen van nu. Opzet van het onderzoek: Het onderzoek kent een aantal fases om de bovengenoemde doelstelling te beantwoorden. Deze fases zijn: 1. Interviews bij woningcorporaties. 2. Onderzoek naar renovatieconcepten. 3. Uitwerking van een Duplexwoning aan de P. Waijerstraat in Groningen. Conclusies: Aanpak woningcorporaties Uit de gesprekken met de verschillende woningcorporaties blijkt dat er geen standaard renovatieconcepten worden toegepast. Dit omdat elk project een specifieke aanpak vereist. De eisen die de corporaties daarnaast stellen aan de gerenoveerde woningen verschillen miniem. Zo gaat de één bij een renovatie uit van energielabel B en de ander van energielabel C. Twee verschillende renovatieconcepten. • Bouwkundige concepten: renovatieconcepten die wel een duidelijk beeld geven van de aanpassingen op bouwtechnisch, bouwfysisch en installatietechnisch niveau. Compleet met kostenraming en energiewinst die geboekt wordt. Deze bouwkundige concepten gaan echter meestal uit van een energie label A of hoger. Uit de interviews met de woningcorporaties blijkt dat er bijna nooit naar dit hoge energie label wordt gestreefd. De verschillende bouwkundige concepten worden dan ook meer als handvat voor het opstellen van het renovatieplan gehanteerd. • Marketingconcepten: renovatieconcepten die uitsluitend een product of dienst verkopen. Er is geen concreet zicht op wat en hoe er gerenoveerd gaat worden. Kenmerkend aan deze concepten is dat er nadrukkelijk wordt gezegd dat er samen met de klant wordt gekeken naar de eisen van de renovatie. Daarnaast zijn er nog drie andere verschillende methodieken, die worden toegepast binnen de bovengenoemde concepten. Dit zijn de ‘traditionele-‘, de ‘doos in doos-‘ en de ‘enveloprenovatie’. Deze methodieken zijn dus geen concepten en geven alleen aan hoe het gebouw aangepakt wordt en dus niet wat er precies wordt aangepakt. Uitwerking van een duplexwoning in Groningen. Het renovatieconcept dat wij hebben gekozen en hebben toegepast is een bouwkundig renovatieconcept. Dit hebben we toegepast op een duplexwoning in Groningen. Door de renovatie is er een sprong van energielabel G naar energielabel B gemaakt.
3
2. Voorwoord Voor u ligt het verslag van het afstudeeronderzoek van Stefan Hermans en Paul Hoogeveen. Dit verslag is gemaakt gedurende het laatste half jaar van onze opleiding, Bouwkunde. We hebben onderzoek gedaan naar de verschillende renovatieconcepten en daarbij hebben we ons binnen de woningbouw specifiek gericht op duplexwoningen in de periode 1950 - 1970. We konden daarbij de kennis van de theorie - opgedaan tijdens de opleiding - toepassen en ook nieuwe kennis en theorie ontwikkelen. Ook de praktijkervaring van de stages kwam van pas. Wij hebben voor dit onderzoek gekozen vanwege een aantal redenen. Het onderwerp sprak ons aan vanwege de actualiteit van het renoveren. We zijn beide op verschillende manieren in de stage praktijk in aanraking gekomen met renovatie. Ook het actuele thema van ‘duurzaam bouwen ‘maakte ons enthousiast voor dit onderzoek. Als laatste reden zagen wij bij dit onderzoek een kans om reeds opgedane theorie en ervaring te koppelen aan het opdoen van nieuwe kennis. We hebben er veel van geleerd. Op deze plaats willen we Ireen de Jong hartelijk bedanken voor de aandacht en tijd die zij aan de begeleiding van ons onderzoek heeft besteed. Ook willen we graag Dhr. A. P. Duyzentkunst en Dhr. P. de Vries van woningbouwcorporaties Nijstee en Lefier stad Groningen bedanken voor de interviews die we hen hebben kunnen afnemen. Dhr. R. Buisman van KAW architecten willen we bedanken voor het verkrijgen van de tekeningen van ons project en het beoordelen van de begroting en tekeningen van de gerenoveerde woning. Tot slot wensen we u veel leesplezier en hopen dat het onderzoek bijdraagt aan een completer beeld van de verschillende renovatieconcepten, en meer concreet de toepasbaarheid daarvan bij duplexwoningen, uit de periode 1950-1970.
4
3. Het onderzoek 3.1
De aanleiding
De keuze van het afstudeerproject. Tijdens het kiezen van een afstudeerproject was de keuze zeer uitgebreid, zowel vanuit het werkveld als vanuit de ateliers binnen de Hanze Hogeschool Groningen (HHG). Wij zochten naar een project waarvan het onderwerp functioneel toepasbaar is in het huidige werkveld. Tegelijkertijd zou het moeten aansluiten bij onze interesse voor een integrale benadering. Na meerdere projecten te hebben bestudeerd en te hebben gekeken naar de mogelijkheden binnen deze projecten hebben we gekozen voor het afstudeerproject ‘renovatie in de naoorlogse woningbouw’. Redenen waarom we hiervoor hebben gekozen: -
De actualiteit van het renoveren: ongeveer 200.000 woningen worden jaarlijks gerenoveerd Het toepassen van opgedane kennis tijdens eerdere projecten en stages Verdieping en verbreding van onze kennis, we hadden weinig specifieke ervaring met het renoveren
Vervolgens is er contact gezocht met Ireen de Jong. Zij is onderzoekster aan het kennis centrum noord en begeleidt dit onderzoek in atelier D. Atelier D is het atelier waarin alle afstudeeropdrachten van de faculteit AABC die met duurzaamheid te maken hebben zijn gevestigd. Er studeren momenteel ongeveer 12 groepen af in Atelier D, variërend van 2 tot 4 personen per groep. In samenspraak met haar hebben we het onderzoek vorm gegeven en hebben we ons onderzoeksdoel geformuleerd. Dit onderzoeksdoel luidt als volgt: Het doel is om de renovatieconcepten in beeld te brengen die van toepassing zijn op het renoveren van duplexwoningen, uit de periode 1950-1970, tot energiezuinige woningen die voldoen aan de eisen van nu. Om het onderzoeksdoel te kunnen bereiken hebben we in het volgende hoofdstuk een aantal onderzoeksvragen opgesteld. Dit aan de hand van de theorie uit het boek van Nel Verhoeven, “Wat is onderzoek?” (2010).
3.2
Het onderzoeksdoel en onderzoeksvragenvragen
Het doel is om de renovatieconcepten in beeld te brengen die van toepassing zijn op het renoveren van duplexwoningen, uit de periode 1950-1970, tot energiezuinige woningen die voldoen aan de eisen van nu. Onderzoeksvragen: 1. Wat zijn de eisen van de woningcorporaties met betrekking tot de energiezuinigheid en het binnenklimaat van duplexwoningen uit de periode 1950-1970 wanneer deze gerenoveerd zouden worden? - Wat is de aanleiding tot het renoveren van deze woningen? - Wat zijn de eisen met betrekking tot energiezuinigheid van de woningen? - Wat zijn de eisen met betrekking tot de leefbaarheid van de woningen? 2. Welke verschillende renovatieconcepten van toepassing op de woningbouw bestaan er? - Waarom wordt er gerenoveerd? - Wat zijn de verschillende bestaande renovatieconcepten? - Wat zijn de verschillende technieken behorende bij deze concepten?
5
3. Welke renovatieconcepten zijn van toepassing op het door ons gekozen project? - Hoe ziet ons project er uit qua materialisering, afmetingen en energieprestaties? - Wat zijn de gestelde eisen waaraan deze woning moet voldoen? - Welke renovatieconcepten richten zich op het renoveren van rijtjeswoningen? 4. Hoe kunnen wij de gekozen woning het beste renoveren met in acht name de wensen en eisen van de gebruiker en eigenaar?
3.3
Basisdefinities
In deze onderzoeksvragen worden een aantal nieuwe begrippen geïntroduceerd. Om te zorgen voor een goede afbakening van het project zullen deze begrippen hieronder worden gedefinieerd. Duurzaamheid: Bij duurzame ontwikkeling is sprake van een ideaal evenwicht tussen ecologische, economische en sociale belangen. Alle ontwikkelingen die op technologisch, economisch, ecologisch, politiek of sociaal vlak bijdragen aan een gezonde aarde met welvarende bewoners en goed functionerende ecosystemen zijn duurzaam. Energielabel: Het energielabel voor woningen geeft met klassen (A++ tot en met G) en kleuren (donkergroen tot en met rood) aan hoe energiezuinig een huis is, in vergelijking met soortgelijke huizen. Energielabel A++ (donkergroen) is zeer zuinig, energielabel G (rood) is zeer onzuinig. Zie ook de uitvoeriger beschrijving pagina 7. Energiezuinigheid: Het op een bewuste manier omgaan met energie. Energiezuinig: Energielabel B. EPC < 0.6 bij nieuwbouw, EPC: EPC staat voor energieprestatiecoëfficiënt en drukt de energetische prestatie van de woning uit. Dat is de energie die nodig is voor het verwarmen of koelen van het binnenklimaat. Ook de energie die nodig is om het warme tapwater op te warmen en de verlichting van energie te voorzien zijn hierin meegenomen. Sinds 2011 is de EPC eis voor nieuwbouw woningen gesteld op 0.6. Duplexwoning: Een `duplexwoning` is een woning, hetzij een eengezinswoning of een woning in een meergezinshuis, die tijdelijk gesplitst is in twee deelwoningen. Groot onderhoud: Alleen het verbeteren van de uitstraling van de woning exterieur en interieur, waarbij niet de energiezuinigheid van de woning wordt verbeterd. Het in stand houden van de kwaliteit van de woning. Leefbaarheid: Leefbaarheid is de mate van geschiktheid van de woning om daar in te wonen. Hierbij wordt wordt zowel naar het binnenklimaat als naar de indeling van de woonruimten gekeken. Renoveren: In dit kader meestal het aanpassen aan de gangbare uitvoering van een woning (volgens de op dat moment geldende maatstaven), zoals het vernieuwen van de keuken, het isoleren van muren en dak, het vergroten van ruimten door samentrekken van kleinere ruimten, het voorzien van dubbelglas e.d. Meestal wordt zowel het interieur als het exterieur aangepakt. Een begrip wat hiermee verward kan worden is groot onderhoud.
6
Renovatieconcept: Het proces behorende bij het renoveren van een gebouw. Een renovatieconcept omschrijft de stappen en uitwerkingen van de gehele renovatie van begin tot eind inclusief de toe te passen technieken, materialen en verwachte kosten. Renovatietechniek: Een renovatietechniek is het product van een bouwtechniek passend binnen een renovatieconcept. Voorbeelden
Energielabel woningen Vanaf januari 2013 is het verplicht om een energielabel aan een woning toe te kennen wanneer deze verkocht of verhuurd wordt. Is dit nog niet het geval dan zal naar verwachting de woning in waarde dalen of hoeven huurders minder huur te betalen. Een energielabel geeft de kwaliteit van de energiezuinigheid van de woning aan. Het label kan variëren van A++ t/m G. Energielabel A++ is het meest energiezuinig en energielabel G is het minst energiezuinig. Figuur 1. Voorbeeld
Het energielabel is niet alleen een papiertje waarop staat welk label de energielabel woning heeft. Het energielabel is een volledig rapport opgesteld door een proffesionele adviseur. In dit rapport staat de staat van de woning met zijn bouwfysische eigenschappen, maar ook worden er mogelijke aanpassingen genoemd om de woning nog energiezuiniger te maken. Het energielabel heeft verschillende voordelen. Zo kan er in één oog opslag gezien worden hoe energiezuinig de woning is. Dit komt van pas wanneer een potentiele huiskoper woningen met elkaar wil vergelijken. Het energielabel is 10 jaar geldig. Er mag natuurlijk altijd tussentijds een nieuw label aangevraagd worden. Het energielabel wordt opgesteld door een specialistisch bureau. Deze neemt de woning volledig op en voert dit in in een speciaal hiervoor ontwikkeld programma. Dit programma komt tot een energie prestatie index, die weer verwijst naar een energielabel. Het energielabel wordt dus niet opgesteld aan de hand van een EPC berekening.(bron:www.energielabel.nl)
7
3.4
Plan Van Aanpak
Om tot een antwoord te komen op het onderzoeksdoel hebben we een plan van aanpak opgesteld. Dit plan van aanpak ziet er als volgt uit. Probleemstelling
Onderzoeksdoel
Onderzoeksvragen
Deelvragen
Onderzoeks methodieken
Producten
Er is momenteel geen duidelijk inzicht in de verschillende renovatieconcepten. Ondermeer doordat er recentelijk meerdere concepten zijn bijgekomen ontbreekt het totaaloverzicht. Ook de onderlinge verhoudingen tussen deze verschillende concepten is niet terug te vinden in een duidelijk overzicht.
Renovatieconcepten in beeld te brengen die van toepassing zijn op het renoveren van duplexwoningen, uit de periode 1950-1970, tot energiezuinige woningen die voldoen aan de eisen van nu.
Wat zijn de eisen bij renovatie van de woningcorporaties met betrekking tot de energiezuinigheid en het binnenklimaat van duplexwoningen uit de periode 1950-1970 ?
Welke verschillende renovatieconcepten van toepassing op de woningbouw bestaan er?
Welke renovatieconcepten zijn van toepassing op het door ons gekozen project?
1. Aanleiding tot renoveren
1. Waarom renoveren?
1. Gekozen project
2. Eisen m.b.t energiezuinigheid
2. Bestaande renovatieconcepten?
2. Eisen waaraan de woning moet voldoen
3. Eisen m.b.t leefbaarheid
3. Technieken behorende bij renovatieconcepten
3. Mogelijke toepasbare renovatieconcepten
Literatuuronderzoek renovatieconcepten, Inventarisatie renovatieconcepten op internet, Interviews woningcorporaties, Interviews Architect, Inventarisatie project op locatie. 1.
Analyse interviews woningcorporaties
1. Overzicht bestaande renovatieconcepten
1. Analyse gekozen project 2. PVE
2. Overzicht technieken bij renovatieconcepten
3. Gekozen renovatieconcept
Uitwerking gerenoveerde woning, tekeningen en energieberekeningen huidige situatie,tekeningen en energieberekeningen gerenoveerde situatie.
Conclusie
Antwoord op het onderzoeksdoel en onderzoeksvragen.
8
3.5
Projectorganisatie
Afstudeerproject: Titel:
Renovatieconcepten in de naoorlogse woningbouw. Onderzoek naar de verschillende renovatieconcepten die beschikbaar zijn voor de naoorlogse woningbouw.
Inleverdatum: 14-06-2011 Afstudeerders: Naam: Student nummer: Opleiding: E-mail: Telefoon:
Paul Hoogeveen 296429 Bouwkunde algemeen
[email protected] 06-20065329
Naam: Student nummer: Opleiding: E-mail: Telefoon:
Stefan Hermans 297625 Bouwkunde algemeen
[email protected] 06-49761238
Begeleider Hanzehogeschool Groningen: Naam: Adres: Telefoon: E-mail:
Ing. Ireen (I.S.) de Jong Zernikeplein 11, 9747 AS Groningen 050-5954581
[email protected]
Lezer Hanzehogeschool Groningen: Naam: Adres: Telefoon: E-mail:
Ing. Bate Boschma Zernikeplein 11, 9747 AS Groningen 050-5954629
[email protected]
Opdrachtgever: Naam: Opdrachtgever: Adres: Telefoon: E-mail:
Hanzehogeschool Groningen Ing. Ireen (I.S.) de Jong Zernikeplein 11, 9747 AS Groningen 050-5954581
[email protected]
Contacten: A. P. Duyzentkunst; Nijestee, renovatie bij woningcorporaties. P. de Vries; Lefier stad Groningen, renovatie bij woningcorporaties. R. Buisman; KAW Architecten, kostendeskundige. A. Kruseman; Hanzehogeschool Groningen, Communicatie docent. G. Ribberink; Hanzehogeschool Groningen, Bouwfysica docent.
9
3.6
Leeswijzer
De opbouw van ons onderzoek is in de vorige paragraaf behandeld bij het plan van aanpak. Ook het verslag is in deze volgorde opgebouwd. Als eerste wordt onderzocht wat de eisen en verwachtingen van woningcorporaties zijn bij de renovatie van woningen. Vervolgens wordt gekeken naar de verschillende renovatieconcepten die er zoal zijn. Nadat dit onderzoek afgerond is zal van ons eigen renovatieproject de ‘huidige staat’ worden opgenomen en zal deze worden weergegeven. Met de ‘huidige staat’ wordt bedoelt in welke condities het huis verkeert, het gaat hierbij om isolatie, ventilatie en energieverbruik. Hierna zal er een renovatieconcept worden uitgekozen die we zullen toepassen op ons project. Vervolgens zal er zal in elk hoofdstuk worden begonnen met een inleidend stuk tekst waarop we antwoord geven op de volgende vragen: -
Wat willen we weten in dit hoofdstuk? Waarom willen we het weten? Hoe gaan we de informatie verkrijgen? Hoe gaan we de informatie verwerken?
Na de inleiding in het hoofdstuk zal het onderzoek verder worden uitgewerkt. Uiteindelijk wordt elk hoofdstuk afgesloten met een conclusie waarin antwoord wordt gegeven op de onderzoeksvraag en de deelvragen. In hoodstuk 4 t/m 7 komen de verschillende onderzoeksvragen aanbod op onderstaande volgorde: Hoofdstuk 4:
Hoofdstuk 5: Hoofdstuk 6: Hoofdstuk 7: Hoofdstuk 8:
Wat zijn de eisen van de woningcorporaties met betrekking tot de energiezuinigheid en het binneklimaat van duplexwoningen uit de periode 1950 – 1970 wanneer deze gerenoveerd zouden worden? Welke verschillende renovatieconcepten van toepassing op de woningbouw bestaan er? Welke renovatieconcepten zijn van toepassing op het door ons gekozen project? Hoe kunnen wij de gekozen woning het beste renoveren met in acht name de wensen en eisen van de gebruiker en eigenaar? De conclusies op basis van dit onderzoek worden toegelicht.
10
4. Eisen en verwachtingen met betrekking tot energiezuinigheid van gerenoveerde woningen Om een antwoord te krijgen op onderzoeksvraag 1: “Wat zijn de eisen van de woningcorporaties met betrekking tot de energiezuinigheid en het binnenklimaat van duplexwoningen uit de periode 19501970 wanneer deze gerenoveerd zouden worden?” is er voor gekozen om interviews af te nemen bij een aantal woningcorporaties in de stad Groningen. Zodoende gelden tijdens het uitwerken van dit onderzoek bijvoorbeeld telkens dezelfde ‘overheidskaders’. In Groningen zijn een vijftal corporaties. De een heeft meer woningen in bezit dan de ander en heeft daardoor een andere aanpak voor het renoveren van woningen. We hebben contact gezocht met: -
Lefier stad Groningen Nijestee Woonstade De Huismeesters
(11.000 huurwoningen) (13.000 huurwoningen) (2.000 huurwoningen) (8.000 huurwoningen)
Het is uiteindelijk niet gelukt om met alle partijen in gesprek te komen. Zo hebben we alleen een interview af kunnen nemen met Nijestee en daarna ook met Lefier stad Groningen. Deze beide corporaties hebben samen ongeveer 24.000 woningen in bezit in de stad Groningen. Bij de andere corporaties was het qua tijd niet mogelijk om een afspraak te maken. Bij Lefier stad Groningen hebben we een gesprek gehad met een medewerker van de afdeling volkshuisvesting: dhr. P.de Vries. Hij is hier voornamelijk bezig met de financiële kant van het renoveren, maar wordt wel betrokken bij het ontwikkelen van de renovatie plannen. Bij Nijestee hebben we een gesprek gehad met. het hoofd van de afdeling vastgoed ontwikkeling: dhr. A.S. Smit Duyzentkunst. Hij is verantwoordelijk voor de keuzes die worden gemaakt bij renovatieplannen. Bij deze keuzes kan gedacht worden aan het maken van renovatieplannen: welk project wordt wanneer uitgevoerd, door wie en ook hoe gaat er gerenoveerd worden. Beide interviews hebben in april plaatsgevonden op de kantoren van de corporaties. Ter voorbereiding op de interviews zijn vooraf een aantal vragen opgesteld. De interviews zijn gehouden in de vorm van een halfgestructureerd interview (Nel Verhoeven, 2010) waarbij we veelal de geïnterviewde aan het woord hebben gelaten. Het uiteindelijke doel van het interview was om te weten te komen hoe de corporaties in het renovatie proces staan met betrekking tot de energiezuinigheid van gerenoveerde woningen. De beantwoording van de vraag “wat zijn de eisen en verwachtingen van de corporaties” zal worden toegepast bij het formuleren van de eisen en verwachtingen bij het eigen renovatieproject. Dit komt in het verslag aan de orde in hoofdstuk 6.5: ‘Eisen waaraan onze woning moet voldoen’. Tijdens de interviews bleek dat beide woningcorporaties weinig tot geen ervaring hebben met renovatie van duplexwoningen uit de periode 1950-1970. Hierdoor zijn de interviews gericht op renovatie van woningen in het algemeen. De uitwerking van de interviews wordt gedaan aan de hand van de vragen die aan de corporaties zijn gesteld. Dit is hieronder te lezen. Tot slot is er een korte samenvatting waarin de antwoorden op de deelvragen zijn verwerkt. De afzonderlijke interviews staan in ‘bijlage 1, uitwerking interviews woningcorporaties’.
11
Uitwerking van de interviews Renovatiebeleid woningcorporaties Het grote aantal woningen (+/-24.000 in de stad Groningen) die beide corporaties in hun bezit hebben vereist een goed onderhouds- en renovatiebeleid. De meeste corporaties maken daarbij afspraken met de gemeente waarin zij werkzaam zijn. In Groningen zijn deze afspraken vast gelegd in het Nieuw Lokaal Akkoord 2.0 2011-2014. In dit akkoord worden er intenties naar elkaar uitgesproken over de kwaliteit van de woningvoorraad in de stad Groningen en hoe de corporaties deze gaan verbeteren en op niveau houden. Echter dit akkoord verwoort een streven en is niet bindend op specifieke resultaten. De gemeente Groningen maakt deze afspraken met de corporaties ondermeer omdat men in 2025 CO2 neutraal wil zijn in de gehele stad. Om overzicht te houden over hun vastgoed voorraad, hanteren beide corporaties het principe van portfoliobeheer. Portfoliobeheer wil zeggen dat ‘de staat van de panden’ beschreven staat in een overzicht van alle panden. In zo’n overzicht is te zien welk onderhoud er wanneer plaats moet vinden; hoe oud het gebouw is en de huidige staat van de gebouwen. In het portfoliobeheer worden alle panden die de corporaties in hun bezit hebben opgenomen. Dat kan variëren van winkelcentra tot portiekwoningen. Ook de woningen zijn in dit portfoliobeheer verwerkt. De woningen staan er niet per woning in, maar per woninggroep. Dit kan bijvoorbeeld een straat of een (deel van een) wijk zijn. De woningen moeten echter wel dezelfde kenmerken hebben. Op deze manier is het inzichtelijk wanneer, welke woning in aanmerking komt voor renovatie en groot onderhoud. De corporaties stellen per twee jaar een renovatie kalender op. Op deze kalender staat welk project wanneer gerenoveerd wordt. Hier worden de plannen voor gemaakt en vervolgens uitgevoerd. Hoe het renovatieproces precies verloopt wordt later in dit hoofdstuk behandeld op blz. 14. Waarom renoveren? De voornaamste reden om te renoveren is om de woningen op het gewenste niveau te houden of te brengen. Er worden afspraken gemaakt met overheden en andere corporaties waarin de intenties staan over de kwaliteit van de woningvoorraad. Een belangrijk aspect dat hierbij meespeelt, is om de energievraag te verminderen. Dit heeft positieve invloed op de CO2 uitstoot, maar nog belangrijker is dat de kosten van de energierekening hiermee worden gedrukt (Ing. P. de Vries) Bij corporatie Nijestee is de verwachting dat de energieprijs over 15 jaar hoger zal zijn dan de huurprijs als er niet wordt gerenoveerd. Het is daarom van belang om nu de energie onzuinige woningen te renoveren zodat de energie kosten in de toekomst niet absurd hoog zullen liggen. Voor de corporaties is het vaak lastig om de bewoners hiervan te overtuigen. De meeste bewoners huren de woning niet hun hele leven lang en kijken dus ook niet verder dan 10 jaar vooruit. Het is daarom dus van belang om de bewoners in een vroeg stadium mee te nemen in het renovatieproces om ze te kunnen overtuigen van de renovatienoodzaak. Eisen en verwachtingen met betrekking tot energiezuinigheid van gerenoveerde woningen. Deze eisen en verwachtingen worden omschreven met de energielabels. De energielabels geven aan hoe energiezuinig de woningen zijn. Het energiezuinigst zijn de woningen met een label A++ en minst energiezuinig zijn de woningen met label G. In het ‘Nieuw Lokaal Akkoord 2.0’ zijn intenties vastgelegd. Eén van deze intenties is dat alle corporaties in de aankomende 10 jaar tussen de 8000 en 10000 woningen gaan renoveren naar minimaal een label C. De corporaties bepalen echter zelf welke woningen dat zijn. Maar ook stellen de corporaties doelen voor zichzelf met betrekking tot het niveau van hun woning voorraad. Zo stelt Nijestee dat ze minimaal twee labelstappen willen maken, maar maximaal tot label B.
12
Lefier heeft als doel om alle woningen minimaal op label C te hebben. Beide corporaties zeggen hierbij dat een label A financieel niet haalbaar is voor de corporaties omdat de laatste 20% energiebesparingen die getroffen moeten worden ongeveer 80% van de kosten zullen zijn. Na een renovatie is het de bedoeling dat de woning minimaal 25 jaar verder mee kan zonder latere grote aanpassingen of renovaties. De eisen en verwachtingen met betrekking tot de leefbaarheid van de woningen worden niet specifiek genoemd. Dit komt omdat wanneer een woning wordt gerenoveerd naar een hoger energie label, de leefbaarheid ook omhoog gaat. Een voorbeeld: een geïsoleerde woning, zal de warmte beter vast houden maar ook zal de luchtvochtigheid dalen in de woning. Kortom de leefbaarheid van een woning gaat meestal gelijk op met de energiezuinigheid mits de aanpassingen goed zijn onderzocht. Wordt er een renovatieconcept toegepast bij de renovatie van woningen? De vraag of de corporaties een specifiek renovatieconcept hanteren werd bij beide interviews met een duidelijke ‘nee’ beantwoord. Elke renovatieproject verschilt van het andere renovatieproject en zal dus ook op een andere manier aangevlogen worden. “Renovatie is maatwerk”. Bewonerscommunicatie Bij het opstellen van de renovatieplannen wordt geprobeerd de overlast voor de bewoners zo miniem mogelijk te houden. Er wordt bij zowel Nijestee als Lefier geprobeerd om de renovatie tegelijk te plannen met groot onderhoud aan de woning. Als er bijvoorbeeld op het programma staat om de keuken te vervangen, is het handig om ook direct een nieuwe CV ketel erin te plaatsen als dit noodzakelijk is. Zo zal er altijd getracht worden om woning per woning te renoveren en niet zoals aannemers liever hebben, renovatieonderdeel per renovatiedeel (totaal van woningen). Voorbeeld: Renovatie van 50 woningen. In 50 woningen eerst de kozijnen vervangen, daarna in de 50 woningen de keuken vervangen en daarna in alle 50 woningen nog een nieuwe vloer leggen is niet de meest optimale manier van renoveren voor de bewoners. Er wordt altijd geprobeerd om de woning eerst af te renoveren voordat er wordt verder gegaan met de volgende woning. Als het niet anders kan om eerst verder te gaan met een andere woning zal dit ook worden gedaan, wordt altijd in het achterhoofd gehouden de overlast voor de bewoners zo gering mogelijk te houden. Hoe ziet het renovatieproces eruit? Portfoliobeheer
Optimale keuze
Bewoners participatie
•Voorraad gebouwen •10 jaar renovatieplan
•Hoogste energierendement •Minste kosten •Minste overlast voor bewoners
•Definitieve plan bekend maken •Voorbeeld woning maken •Contracten ondertekenen
Projectanalyse
Plan ontwikkeling
Uitvoering
•Staat van de woning
•Verschillende plannen maken •Verschillende prijsklasses
•Woningen renoveren
Haalbaarheids studie
Bewoners participatie
•Markt analyse
•Renovatie plan bekend maken •Mening bewoners •Huurverhoging
Figuur 2 Renovatieproces bij woningcorporaties
13
Zoals in het schema (Figuur 1) te zien is wordt de bewoner op verschillende momenten geïnformeerd over de renovatie plannen. Dit is noodzakelijk omdat de bewoner akkoord moet gaan met de plannen. Dit kan alleen door met een goed beargumenteerd plan te komen. Om een woning die verhuurd wordt te mogen renoveren, moet de bewoner toestemming geven voor de aanpassingen, de overlast en de huurverhoging die dit tot gevolg heeft. Het is dus essentieel voor de corporaties dat ze de huurder duidelijk de voordelen van het renoveren laten zien. Een van de grootste voordelen van een renovatie voor de huurder is dat de energievraag verlaagd wordt. Een ander voordeel van een renovatie is dat de vaak oude en slecht geventileerde woningen een beter binnen klimaat krijgen door de renovatie. Een nadeel van een renovatie voor de bewoners is dat de huurkosten zullen stijgen. Hier moet dus over worden gecommuniceerd en met sterke argumenten de noodzaak van de renovatie duidelijk te maken. Om de bewoner mee te krijgen in het renovatieproces wordt, zoals in het schema is weergegeven, de bewoner in een vroeg stadium op de hoogte gesteld van de renovatieplannen. Vervolgens als de plannen voor de renovatie zijn uitgewerkt wordt er een voorbeeld woning gebouwd. Dit houdt in dat bijvoorbeeld een leegstaande woning gerenoveerd wordt volgens het renovatieplan. Deze woning is te bezichtigen door de bewoners en vaak zal er ook een woonconsulent aanwezig zijn om vragen over de renovatie te beantwoorden. Er wordt dan ook getracht door de corporaties om met de bewoners direct contact te onderhouden. Groepsbijeenkomsten komen dan ook niet vaak voor omdat, aldus de corporaties, op dat soort bijeenkomsten vaak dezelfde mensen hun mening geven. De behoeften en wensen van de andere bewoners komen op dit manier dan onvoldoende over het voetlicht. Valkuilen binnen het renovatieproces. Tot slot is er met Nijestee gesproken over de valkuilen bij renovatieprocessen. Dhr. At Smit Duyzentkunst verwoorde dit zo: “Hou het kleinschalig!” Pak bij een project van 100 woningen eerst bijvoorbeeld de eerste 50 woningen en in een 2e stadium de overige 50 woningen. Op deze manier wordt de tijd tussen het maken van de plannen, communiceren met bewoners en de daadwerkelijke renovatie zo klein mogelijk gehouden. Het is overzichtelijker voor de corporatie, maar ook voor de bewoners. Renovatieproject: ‘wijk Lewenborg’ Een toonaangevend renovatieproject in Groningen is het project in de wijk Lewenborg. Dit project heeft tevens de VKG renovatieprijs 2010 gewonnen. Niet alleen door het verduurzamen van de woningen, maar ook vooral door de architectonische aanpassingen die gedaan zijn. Samenhang tussen de verschillende woonblokken creeeren en ze een frisse uitstraling geven stond hierbij centraal. De gegevens van het project: Opdrachtgever: Lefier stad Groningen Aannemer: Van Wijnen Architect: KAW architecten Omvang: Renovatie 387 woningen in de wijk Lewenborg in Groningen. Kenmerken: Toepassen van Warmte Terug Winning Systeem van douchewater (WTW) 20.000 m2 aan groen dak Vloer en dak isolatie aangebracht Beglazing vervangen door HR++ beglazing Verandering van uitstraling van de woningen door het toepassen van lijnenspel en kleuren. Van energielabel E naar energielabel B Winnaar van VKG renovatieprijs 2010!
14
Samenvattend Hieronder de antwoorden op de deelvragen die leiden tot de onderzoeksvraag. Onderzoeksvraag: Wat zijn de eisen van de woningcorporaties met betrekking tot de energiezuinigheid en het binnenklimaat van duplexwoningen uit de periode 1950-1970 wanneer deze gerenoveerd zouden worden? Deelvragen: - Wat is de aanleiding tot het renoveren van woningen? De aanleiding om te renoveren is het op niveau brengen van de woningen, zowel bouwfysisch als installatietechnisch. Met als doel de woning 25 jaar langer te kunnen gebruiken op een goed niveau. Een andere aanleiding van renoveren is de energievraag beperken, minder CO2 uitstoot wat positief is voor het milieu en minder energiekosten voor de bewoner. - Wat zijn de eisen met betrekking tot energiezuinigheid van de woningen? De eisen met betrekking tot energiezuinigheid zijn bij beide corporaties verschillend. Nijestee streeft naar label sprong van 2 labels(maximaal label B), Lefier streeft ernaar om de bestaande woningvoorraad op label C te krijgen. - Wat zijn de eisen met betrekking tot de leefbaarheid van de woningen? Er worden geen duidelijke eisen met betrekking tot de leefbaarheid van de woningen gesteld bij de corporaties. Wel is het zo dat het wooncomfort van de woning verhoogd wordt als er gerenoveerd wordt.
15
5. Renovatieconcepten van toepassing op de woningbouw In het vorige hoofdstuk is beschreven hoe het renovatieproces bij woningbouwcorporaties er globaal uitziet. Ook zijn de eisen behandeld die gesteld worden aan gerenoveerde woningen. In dit hoofdstuk wordt een antwoord gegeven op onderzoeksvraag 2: Welke verschillende renovatieconcepten van toepassing op de woningbouw bestaan er? Om dit te beantwoorden is meer informatie nodig over het renoveren zelf en over de verschillende renovatieconcepten. Het is van belang om de doelen doel van een renovatie te kennen. Dit wordt in dit onderzoek uitgewerkt aan de hand van een viertal aspecten: -
Milieutechnische aspecten Financiële aspecten Bouwfysische aspecten Architectonische aspecten
De informatie over deze aspecten komt uit de verschillende gesprekken met de corporaties; uit het gesprek met de architect en uit de beschikbare literatuur. Vervolgens is het van belang om te weten hoe de bestaande voorraad renovatieconcepten er uit ziet. Dit wordt in hoofdstuk 5.2 uitgewerkt. Om een goed beeld te geven van hoe de renovatieconcepten er uitzien, maar ook welke technieken vaak toegepast worden bij renovatie, worden in hoofdstuk 5.3 de technieken verder uitgewerkt. In de samenvatting zal een antwoord gegeven worden op de deelvragen die behoren bij dit onderzoeksdoel. De deelvragen zijn: -
Waarom wordt er gerenoveerd? Wat zijn de verschillende bestaande renovatieconcepten? Wat zijn de verschillende technieken behorende bij deze concepten?
16
5.1
Waarom wordt er gerenoveerd?
In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de aspecten die meespelen bij de keuze tot renoveren. Uit onderzoek van Ir Haico van Nunen (2006) blijkt dat er bij de keuze om tot renoveren over te gaan verschillende aspecten een rol spelen. In dit onderzoek wordt echter op de vraag: ‘Waarom wordt er gerenoveerd?’, de nadruk gelegd op de keuze tussen sloop en renovatie. In het voorliggende onderzoek wordt uitsluitend gekeken naar de reden van renoveren. Ook uit de gesprekken met de woningcorporaties en een architect is meer duidelijk geworden over de reden om te renoveren. In dit hoofdstuk worden de volgende aspecten behandelt: milieu technische, financiële, bouwfysische en architectonische aspecten. Deze aspecten kunnen ook gezien worden als doelstellingen bij renovatie. Milieu technische aspecten: Hoe energiezuiniger een woning is, hoe lager de uitstoot van CO2 in het algemeen is.. Het energieverbruik van oude woningen is erg hoog in vergelijking met nieuwbouwwoningen. Door de invoering van energielabels worden huiseigenaren verplicht om aan hun woning een energielabel toe te kennen. Hierdoor is er een indicatie over de uitstoot van CO2 etc. Financiële aspecten: Vastgoed waarde Financiële aspecten spelen een rol wanneer een woning niet meer voldoet aan de huidige eisen. Het gevolg hiervan is dat deze woning flink in waarde daalt, wat mogelijk tot gevolg heeft dat het niet meer aantrekkelijk is om de woning te (ver)kopen. Er kan dan worden gekozen om de woning te renoveren. Op deze manier wordt de waarde van de woning verhoogd. Met behulp van verschillende scenario’s kan worden doorgerekend wanneer investeringen in renovatie in combinatie met de te realiseren waardevermeerdering, interessant zijn. Woonlasten: huur en energiekosten Een ander financieel aspect dat meespeelt bij een renovatie is het effect op de huur en de energielasten. Bij een oude woning zijn de huurkosten relatief laag, maar de energiekosten erg hoog. In de toekomst zullen naar verwachting de energiekosten verder toenemen. Om te zorgen dat de energiekosten beheersbaar blijven kan er worden geïnvesteerd in een renovatie van een woning. Het gevolg is dat de huurkosten omhoog zullen gaan, maar de feitelijk energie lasten minder zullen stijgen dan wanneer niet gerenoveeerd was. Door in de woning te investeren zal het bedrag na renovatie dat per maand totaal betaald moet worden aan huur en energie in het begin hoger zijn, maar dit zal zich in de loop van jaren uitbetalen doordat de energielasten relatief lager blijven dan bij een niet gerenoveerde woning. Met behulp van (simulatie) berekeningen kunnen verschillende scenario’s worden ‘door gerekend’. Bouwfysische aspecten: Momenteel worden er steeds hogere bouwfysische eisen gesteld aan de hedendaagse woningbouw. Zo zijn in 2010 de verschillende energie labels opnieuw beoordeelt en uitgewerkt. Er worden labels in de categorie A++ t/m F aan woningen toegekend. De label A++ is de meest energiezuinige label wat een woning kan hebben, terwijl een label F het minst energiezuinig aangeeft. De bouwfysische motivatie om te renoveren heeft met name te maken met dat de woning niet meer voldoet aan de hedendaagse energieprestatie eisen. Het kan dus zijn dat de isolatie waarde van de woningschil te laag is, de installaties niet energiezuinig genoeg zijn of dat de woning niet luchtdicht is, waardoor het ‘tocht’ in de woning.
17
Een ander gevolg van een bouwfysisch slechte woning is dat het wooncomfort van de woning afneemt. Het wooncomfort van een woning hangt onder andere af van de luchtkwaliteit en de energieprestaties van de woning. Architectonische aspecten: Een architectonische reden om te renoveren kan op verschillende manieren bekeken worden. De woning is verouderd en daarmee heeft het uiterlijk geen moderne uitstraling meer. Hierdoor zijn de woningen minder aantrekkelijk geworden om in te wonen. Een andere manier van kijken naar de architectonische aspecten is om te kijken op wijkniveau. Als een wijk verouderd en versloeberd is kan er voor worden gekozen om het uiterlijk van de wijk aan te pakken. Dit kan bijvoorbeeld aangepakt worden door gevels aan te passen. Op deze manier krijgt de wijk een vernieuwende uitstraling waardoor het weer aantrekkelijker wordt om in de wijk te willen wonen. Nog een andere kant van de architectonische aspecten zijn volgens Ir. Haico van Nunen (2006) de leefbaarheid en herkenbaarheid van de stad. Hij stelt dat de uitstraling van de stad moet worden behouden en dat deze dus niet zomaar mag verdwijnen doordat het bijvoorbeeld wordt gesloopt of gerenoveerd. Bij renovatie, waarbij je niets aan het uiterlijk van een woning verandert blijft het beeld volledig hetzelfde als voor de renovatie. Samenvatting Waarom wordt er gerenoveerd? Het renoveren van woningen kan een aantal verschillende doelen hebben. Dit wordt uitgewerkt aan de hand van een viertal aspecten: Milieutechnische: Financieel: Bouwfysisch: Architectonisch:
CO2 reductie, energiegebruik verlagen Woonlasten verlagen, Woning waarde verhogen Wooncomfort verhogen, Energiebehoefte verminderen Uitstraling van de woning/wijk verhogen/vernieuwen
De verschillende aspecten en doelen die bij renovatie een rol spelen hebben veelal ook met elkaar te maken. Doordat er vanuit verschillend perspectieven en belangen naar gekeken wordt, worden aspecten door verschillende partijen welanders gewaardeerd. Zo hecht een woningcorporatie meer waarde aan de financiële en bouwfysische aspecten, en zal een gemeente meer waarde hechten aan een goede uitstraling van een bepaalde wijk/stadsdeel. Tegelijk kan door bijvoorbeeld na-isoleren van een woning op meerdere aspecten worden gescoord. Na-isoleren werkt meestal twee kanten op, het reduceert de CO2 uitstoot en het verlaagt de energiekosten.
18
5.2
De verschillende bestaande renovatieconcepten
5.2.1
Inleiding
Om uiteindelijk bij de uitwerking van ons project een concept te kunnen hanteren is het noodzakelijk om inzichtelijk te hebben wat voor renovatieconcepten er op de markt zijn. Om een beeld te krijgen van al deze renovatieconcepten is er gezocht op internet en is de literatuur bestudeerd die hierover beschikbaar is. Tijdens dit zoeken hebben we ons puur gericht op concepten die bedoelt zijn voor de woningmarkt. Allereerst zijn de gevonden concepten geanalyseerd. Daarbij is er een checklist gehanteerd Dit maakt de concepten goed met elkaar vergelijkbaar. De punten waarop de concepten zijn onderzocht: Naam concept Naam bedrijf Inhoud concept Type woning Renovatietijd Duurzaamheidfactoren binnen het concept(installatietechnisch en bouwtechnisch) Isolatiewaarden woningschil Energiezuinige installaties Duurzame energiebronnen Duurzame materialen Voordelen concept Nadelen concept Referentieprojecten De concepten zijn verder uitgewerkt in bijlage 2. 5.2.3
Selectie van renovatieconcepten.
Definitie renovatieconcept: Het proces behorende bij het renoveren van een gebouw. Een renovatieconcept omschrijft de stappen en uitwerkingen van de gehele renovatie van begin tot eind inclusief de toe te passen technieken, materialen en verwachte kosten. Het selecteren van de gevonden concepten op wel of niet toepasbaar, is gedaan door deze te toetsen aan een aantal criteria. Deze criteria zijn: - Woningtype? - Is het gericht op renoveren? - Geeft het een totaaloplossing voor de renovatie? De noodzaak tot een verdere inperking van de renovatieconcepten werd duidelijk tijdens het zoeken naar de verschillende bestaande concepten. Vele van de gevonden concepten op internet (bron: http://www.conceptenboulevard.nl/) leken niet van toepassing. Deze concepten worden wel door de bouwondernemingen zelf aangeprezen als volwaardige renovatieconcepten. Daarom wordt hier het begrip ‘marketingconcept’ geïntroduceerd. Met een marketingconcept wordt bedoeld: de concepten die niet direct de aanpassingen weergeeft die worden gedaan aan een gebouw, maar de concepten die een dienst van een bedrijf probeert te verkopen.
19
Op basis hiervan zijn drie nadere vragen geformuleerd. De uitkomsten zijn in onderstaand overzicht verwerkt. - Voldoet aan definitie renovatie concept. (Wel) - Voldoet gedeeltelijk aan definitie renovatieconcept. Er is sprake van een vermoeden van een marketing doelstelling. Op zich kunnen deze concepten wel (gedeeltelijk) bruikbaar zijn voor het onderzoek. (+/-) - Voldoet niet aan de definitie voor renovatieconcept vanwege een onduidelijke of erg brede inhoud. Er is sprake van een ‘marketing concept’. (Niet) In het onderstaande overzicht wordt een en ander schematisch weergegeven. Overzicht concepten. Ingedeeld naar het ‘wel’, ‘gedeeltelijk’ en ‘niet’ voldoen aan de gehanteerde renovatieconcept definitie. Tegelijk wordt aangegeven welk energie label en of reductieniveau wordt nagestreefd Naam concept 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
Eigen huis Schaduwdak Koplopers Corp. Ambachtelijk Corp. Prefab Sleephelling energetisch renoveren W&R renovatie Passiefhuisrenovatie Componentenrenovatie QWERTY Duurzaam verbeteren RenovaPlus Renovatie op maat Green Upgrade 360 SKIN FaktorPlus Lamikonplan Lamikonplan woodstone Stadherstelformule Brakel Renovatieconcept Groenoveren Lighthouse Een blok stad Lenferink energie plan Modu-Teq Bouwen en beheren Slimrenoveren schilrenovatie Slimrenoveren Total concept builders Turnkey NXT2GO Op Niveau Mooi Duurzaam Individuele Efficiëntie Nieuw leven met nieuwe techniek Duurzaam met Ruimte
Energie label
Energie reductie 75% 75% 75% 75% 75%
Wel
+/-
Niet
X X X X X X X X X X X
A X
X A
X X X X X X X
A/B
X X X X X X
A A
A A A A A+
X X X X X 51% 62% 57% 64% 67%
X X X X X
Type concept Bouwkundig Bouwkundig Bouwkundig Bouwkundig Bouwkundig Marketing Marketing Bouwkundig Marketing Marketing Marketing Marketing Marketing Marketing Marketing Marketing Marketing Marketing Marketing Marketing Marketing Marketing Marketing Marketing Marketing Marketing Bouwkundig Marketing Marketing Marketing Marketing Bouwkundig Bouwkundig Bouwkundig Bouwkundig Bouwkundig
20
5.2.4
Bouwkundige renovatieconcepten
Binnen de bouwkundige literatuur zijn enkele renovatieconcepten beschreven die voldoen aan onze omschrijving van renovatieconcepten. Deze concepten zijn bedoeld om een objectief en duidelijk overzicht te geven van de uit te voeren bouwkundige en installatie technische handelingen om zo tot het gewenste resultaat te komen. In het boek van W.Otter (2008) Toolkit Bestaande Bouw, worden vijf renovatieconcepten beschreven die van toepassing zijn op de woningbouw 1945-1965. Deze concepten zijn weergegeven met sterkte en zwakte punten, de uit te voeren bouwkundige aanpassingen, geraamde kosten, exploitatieduur, energiewinsten en omschrijvingen. Wat er in deze concepten ontbreekt is de wijze van uitvoering. Ook hoe de bewoner wordt meegenomen in het renovatieproces wordt niet behandeld. Deze concepten zijn echter wel zodanig toepasbaar dat we deze hieronder verder hebben uitgewerkt. Deze vijf concepten zijn gericht op het renoveren van rijtjeswoningen uit de periode 1946-1965. De kosten die in de concepten worden genoemd zijn gebaseerd op een renovatieproject van 40 woningen. De besparingen die worden gerealiseerd worden berekend in vergelijking met de oude situatie. De vijf concepten zijn: 1. 2. 3. 4. 5.
Op Niveau Mooi Duurzaam Individuele Efficiëntie Nieuw leven met nieuwe techniek Duurzaam met Ruimte
1. Op Niveau: Binnen dit concept is het doel om de woning technisch en bouwfysisch op een modern niveau te krijgen door de woning te isoleren. Dit concept is met name geschikt voor kleinschalige renovatieprojecten. Maatregelen: • Dak isolatie. • Buitengevelisolatie zodat met het uiterlijk kan worden gevarieerd. Ventilatievoorzieningen opgenomen in de gevel. • Of binnengevelisolatie, met spouwmuurvulling. Ventilatievoorzieningen opgenomen in de gevel. • Glas vervangen door HR++ glas, waar noodzakelijk kozijnen vervangen. • Keuken, douche, toilet vernieuwen, dit is optioneel voor dit concept. • Combi HR-ketel plaatsen. Zelfregulerende roosters in combinatie met mechanische afvoer. Besparingen: Energielast reductie € 774,- per jaar, 43% reductie. CO2 uitstoot reductie 2102kg/jaar, 51% reductie Kosten: Investeringskosten bij toepassing buitengevelisolatie € 29.926,Investeringskosten bij toepassing binnengevelisolatie € 22.844,Toelichting: • Door de technische aanpassingen wordt de bruikbaarheid van de woning verbeterd • De uitstraling van de woning wordt na deze 25-jarige beurt verbeterd tot het basisniveau. • Op het gebied van veiligheid wordt de woning op meerdere punten verbeterd door het toepassen van met politiekeurmerk voorzien hang en sluitwerk en brandmelders. • Door het aanbrengen van mechanische ventilatie word de gezondheid verbeterd. 21
• •
Het thermisch comfort word verbeterd door de aangebrachte isolatie en daarop afgestemde installaties. Een A-label is mogelijk wanneer het gehele pakket van aanpassingen binnen dit concept word toegepast.
2. Mooi Duurzaam Dit concept richt zich op het op niveau brengen van de installaties met de nadruk op het beperken van het energieverbruik. Hierdoor is dit concept erg geschikt voor situaties waar lage woonlasten gewenst/vereist zijn. De aspecten gezondheid en comfort staan hier voorop. Maatregelen: • Dak isolatie. • Buitengevelisolatie zodat met het uiterlijk kan worden gevarieerd. Ventilatievoorzieningen opgenomen in de gevel. • Of binnengevelisolatie, met spouwmuurvulling. Ventilatievoorzieningen opgenomen in de gevel. • Glas vervangen door HR++ glas, waar noodzakelijk kozijnen vervangen. • Keuken, douche, toilet vernieuwen, dit is optioneel voor dit concept. • Combi HR-ketel plaatsen. Lokaal gebalanceerde ventilatie met WTW. Besparingen: Energielasten reductie € 958,- per jaar, 53% reductie. CO2 uitstoot reductie 2594kg/jaar, 62% reductie. Kosten: Investeringkosten bij toepassing buitengevelisolatie € 35.631,Investeringkosten bij toepassing binnengevelisolatie € 28.549,Toelichting: • De bruikbaarheid neemt toe doordat de woning word gemoderniseerd • Door de renovatie kan de uitstraling bij de tijd worden gebracht • Op het gebied van veiligheid wordt de woning op meerdere punten verbeterd door het toepassen van met politiekeurmerk voorzien hang en sluitwerk en brandmelders. • Op het gebied van gezondheid word winst behaald doordat word gemeten hoeveel geventileerd moet worden en dit automatisch word gedaan. • Het comfort word verbeterd door de verbeterende isolatie en het feit dat de ventilatielucht word voorverwarmd. • Door de verbeterde isolatie en afgestemde ventilatie met WTW is een A-label mogelijk. 3. Individuele efficiëntie Dit concept biedt goede mogelijkheden voor een gefaseerde aanpak en het optimaal gebruik voor techniek door middel van de nieuwe mini-wkk / HR-e ketel. Maatregelen: • Dak isolatie. • Buitengevelisolatie zodat met het uiterlijk kan worden gevarieerd. Ventilatievoorzieningen opgenomen in de gevel. • Of binnengevelisolatie, met spouwmuurvulling. Ventilatievoorzieningen opgenomen in de gevel. • Glas vervangen door HR++ glas, waar noodzakelijk kozijnen vervangen. • Keuken, douche, toilet vernieuwen, dit is optioneel voor dit concept. • Combi HR-e ketel plaatsen. Zelfregulerende roosters in combinatie met mechanische afvoer.
22
Besparingen: Energielasten reductie € 869,- per jaar, 48% reductie. CO2 uitstoot reductie, 2351kg/jaar, 57% reductie. Kosten: Investeringkosten bij toepassing buitengevelisolatie € 33.276,Investeringkosten bij toepassing binnengevelisolatie € 26.194,Toelichting: • De verbetering van de schil zorgt voor meer gebruiksmogelijkheden. • De uitstraling van het uiterlijk kan worden gemoderniseerd. • Op het gebied van veiligheid wordt de woning op meerdere punten verbeterd door het toepassen van met politiekeurmerk voorzien hang en sluitwerk en brandmelders. • De gezondheid binnen de woning word verbeterd doordat de mechanische ventilatie voldoende afzuigt. • Het comfort word verbeterd door de verbeterende isolatie. • Door de goede schil en zuinige installaties is een A label mogelijk. 4. Nieuw leven met nieuwe techniek Dit concept biedt goede mogelijkheden voor een gefaseerde aanpak en het optimaal gebruik voor techniek door middel van de nieuwe mini-wkk / HR-e ketel. Maatregelen: • Dak isolatie • Buitengevelisolatie zodat met het uiterlijk kan worden gevarieerd. Ventilatievoorzieningen opgenomen in de gevel • Of binnengevelisolatie, met spouwmuurvulling. Ventilatievoorzieningen opgenomen in de gevel • Glas vervangen door HR++ glas, waar noodzakelijk kozijnen vervangen. • Keuken, douche, toilet vernieuwen, dit is optioneel voor dit concept. • Combi HR-e ketel plaatsen. Hybride vraag gestuurde ventilatie. Besparingen: Energielasten reductie € 987,- per jaar, 55% reductie. CO2 uitstoot reductie, 2660kg/jaar, 64% reductie. Kosten: Investeringkosten bij toepassing buitengevelisolatie € 34.629,Investeringkosten bij toepassing binnengevelisolatie € 27.547,Toelichting: • De verbetering van de schil zorgt voor meer gebruiksmogelijkheden. • De uitstraling van het uiterlijk kan worden gemoderniseerd. • Op het gebied van veiligheid wordt de woning op meerdere punten verbeterd door het toepassen van met politiekeurmerk voorzien hang en sluitwerk en brandmelders. • De gezondheid binnen de woning word verbeterd doordat de gecontroleerde en gegarandeerde ventilatie. • Het comfort word verbeterd door de verbeterende isolatie. • Door de goede schil en zuinige installaties is een A label mogelijk.
23
5. Duurzaam met ruimte Bij deze renovatie staat duurzaamheid en verlaging van de CO2 uitstoot centraal. Er word een warmtepomp en lokale ventilatie met WTW toegepast. Een aanbouw biedt de benodigde ruimte hiervoor. Maatregelen: • Dak isolatie. • Buitengevel isolatie zodat met het uiterlijk kan worden gevarieerd. Ventilatievoorzieningen opgenomen in de gevel. • Of binnengevel isolatie, met spouwmuurvulling. Ventilatievoorzieningen opgenomen in de gevel. • Glas vervangen door HR++ glas, waar noodzakelijk kozijnen vervangen. • Woninguitbreiding door middel van een uitbouw, deze kosten zijn niet opgenomen in dit concept. • Warmtepomp en lokaal gebalanceerde ventilatie met WTW. Besparingen: Energielasten reductie € 1016,- per jaar, 56% reductie. CO2 uitstoot reductie, 2772kg/jaar, 67% reductie. Kosten: Investeringkosten bij toepassing buitengevelisolatie € 67.468,Investeringkosten bij toepassing binnengevelisolatie € 60.386,Toelichting: • De bruikbaarheid van de woning word verbeterd door een aanbouw, welke ruimte bied voor de installaties en extra woonruimte. • De uitstraling van het uiterlijk kan worden gemoderniseerd. • Op het gebied van veiligheid wordt de woning op meerdere punten verbeterd door het toepassen van met politiekeurmerk voorzien hang en sluitwerk en brandmelders. • De gezondheid binnen de woning word verbeterd door per woonvertrek een afgestemde ventilatie te hebben op een energiezuinige wijze. • Het comfort word verbeterd door de verbeterende isolatie. Ventilatielucht word voorverwarmd. • Door de toepassing van een warmtepomp is een A+ label mogelijk.
24
5.2.5
Bouwkundige renovatie methodieken
Behalve de marketing en bouwkundige concepten zijn er ook aanpakken beschreven door G. Scholte (2010) in zijn afstudeeropdracht. Deze aanpakken zijn vanuit een puur bouwkundig perspectief bekeken en beschrijven alleen hoe er gerenoveerd wordt. Er wordt niet dieper ingegaan op de concrete aanpassingen bij de betreffende woningtypes.. Daarom zijn het dus geen renovatieconcepten zoals wij die omschreven hebben, echter deze aanpakken vormen wel de basis voor bijna alle renovatieconcepten. De verschillende aanpakken zijn: • • •
Traditionele renovatie Doos-in-doos renovatie Envelop renovatie
Traditioneel
Doos-in-doos
Envelop
Traditionele renovatie: Bij een traditionele renovatie worden onderdelen afzonderlijk aangepakt. Per project wordt een oplossing bedacht voor de problemen met standaard producten. Kozijnen worden vervangen, de spouw wordt geïsoleerd, het dak wordt geïsoleerd etc. De toegepaste materialen moeten in het werk gemaakt worden, zoals het dakisolatie van glaswol of spouwisolatie door glaswol. De traditionele aanpak vergt dus veel arbeid op de bouwplaats. De voorbereidingstijd is kort, maar de uitvoeringstijd is lang. Afhankelijk van de ingrepen die gedaan worden, moet de bewoner tijdelijk zijn woning verlaten of heeft overlast door bouwpersoneel in de woning of een steiger voor/rondom de woning. Doos-in-doos renovatie: De doos-in-doos renovatie is misschien een ietwat ongelukkige benaming voor deze renovatie omdat de term doos-in-doos ook wordt gebruikt in de nieuwbouw. Daar is een doos-in-doos constructie een constructie die volledig los staand is en zodoende geen trillingen over kan brengen op de gehele constructie. Dit wordt bijvoorbeeld toegepast bij het project De Nieuwe Kolk in Assen. Hier is een kleine theaterzaal gesitueerd boven de bibliotheek. Door middel van de doos-in-doos constructie zal er geen geluidsoverdracht kunnen plaats vinden naar de bibliotheek. De doos-in-doos renovatie kan men zien als een doos die in doos wordt geschoven. De uitleg is als volgt. Bij een doos-in-doos renovatie wordt de woning aan de binnenzijde volledig geïsoleerd. Dit geschiedt door voorzetwanden en dekvloeren. Hierdoor wordt het woonoppervlak verkleind. Het comfortniveau na de ingreep is hoog, omdat de thermische en akoestische eigenschappen van de woningschil, de woning scheidende wand en de verdiepingsvloer verbeterd is. De voorbereidingstijd is langer dan bij de traditionele aanpak, omdat de hele woning leeggehaald moet worden voordat er begonnen kan worden met de uitvoering. De ingreep is alleen uit te voeren als de bewoner tijdelijk zijn huis verlaat. Envelop renovatie: Tijdens envelop renovatie wordt de gehele woningschil aangepakt. Dit kan door de hele schil te vervangen, zoals een nieuw dak of een nieuwe gevel, maar ook door de aan de buitenzijde te isoleren. De woning wordt dan aan de buitenzijde groter, maar het woonoppervlak blijft gelijk. Afhankelijk van de materiaalkeuze is de uitvoering arbeidsintensief. De bewoner ondervindt hinder van de steiger en het feit dat gevel en dak tijdelijk open zijn. De voorbereidingstijd is langer, omdat de elementen moeten aansluiten op de bestaande woning. 25
De traditionele renovatie is de renovatiemethodiek zoals merendeels toegepast door de woningcorporaties in Groningen is gebleken uit de interviews met Lefier stad Groningen en Nijestee. De te renoveren woningen worden veelal in serie gerenoveerd op de traditionele wijze. De reden waarom voor de traditionele aanpak wordt gekozen is dat ieder project uniek (bron: interviews woningcorporaties Groningen). De kosten verbonden met de gekozen renovatiemethodiek lopen bij deze drie keuzes ver uiteen. Bij de traditionele methodiek zijn de kosten startend laag met de optie om uit te breiden. De doos-in-doos en envelop renovatie vereisen een grotere investering doordat vanuit de methodiek niet de mogelijkheid word geboden om een bepaald aspect niet mee te nemen in de renovatie. De kosten van een renovatie zijn van wezenlijk belang bij de keuze tussen slopen of renoveren. Wanneer een woning naar een acceptabel niveau gebracht kan worden tegen een lage prijs door te renoveren, zal voor deze optie gekozen worden. 5.2.6
Samenvatting literatuuranalyse renovatieconcepten
Na het afronden van het onderzoek werd duidelijk dat het begrip renovatieconcepten anders wordt gebruikt dan wij aanvankelijk dachten. Tijdens het onderzoek zijn er veel verschillende soorten renovatieconcepten voorbij gekomen. Dit zijn: bouwkundige concepten; marketingconcepten; bouwkundige methodieken. Een renovatieconcept is in dit onderzoek gedefinieerd als: een beschrijving van het uit te voeren proces, met daarin de te nemen stappen en de technieken die daarbij gebruikt worden. Marketingconcepten zijn algemene producten/diensten, die onder de noemer van renovatieconcept door ondernemingen worden aangeboden. Feitelijk voldoen deze producten/diensten niet aan de door ons gehanteerde definitie. Door een en ander als renovatie-concept te presenteren lift men als het ware mee op de aantrekkelijke “renovatie markt” Vrijwel al deze concepten zijn gericht op het verkopen van een product en niet op het verschaffen van organisatorisch en bouwkundige inzicht in het renovatieconcept. Wij hanteren voor dit type aanbod de term ‘marketing concept’ In bepaalde gevallen voldoet men gedeeltelijk aan de in dit onderzoek gehanteerde definitie. Zo’n toepassing kan dan in voorkomende gevallen wel interessant zijn. Bouwkundige methodieken zijn min of meer algemene aanpakken bij renovatie. Het is vaak lastig de herkomst te herleiden in de bouwkundige literatuur en internet. De verschillende renovatieconcepten integreren deze methodieken vaak wel gedeeltelijk in hun aanpak . Deze methodieken zijn wel interessant voor het onderzoek, maar niet voor het renovatieproject dat in dit onderzoek verder uitgewerkt wordt. Dit komt omdat deze methodieken geen volledig beeld geven van een renovatie. Vijf specifieke bouwkundige concepten zijn als laatste behandeld in dit hoofdstuk. Deze concepten zijn uitgewerkt op een objectieve manier, inclusief kosten, opgeleverde besparingen technische aanpakken. Deze vijf concepten zijn breed en goed toepasbaar op te renoveren woningen en geven een goede indicatie van het te verwachten resultaat tegen de te verwachten kosten. Deze vijf voeren vrijwel dezelfde bouwkundige aanpassingen door, met enkel installatietechnische onderlinge verschillen. Het nadeel van deze concepten is dat bij alle concepten een A of A+ label word nagestreefd. Dit terwijl uit de praktijk blijkt dat de meeste gerenoveerde woningen door woningbouwcorporaties naar een B of C label worden gebracht. Renovatieconcepten vanuit de praktijk van de woningcorporaties Gedurende het onderzoek hebben we de in Groningen geïnterviewd over hun aanpak met renoveren. De corporatie een renovatieconcept aanhield voor renoveren, hierop werd door beide corporaties met nee geantwoord. De reden dat er geen renovatieconcepten worden aangehouden was omdat renoveren maatwerk is, ieder project een andere oplossing vereist, de vraag van de opdrachtgever verandert of 26
het beschikbaar budget verandert. Zelfs het aanhouden van een vaste werkwijze blijkt in de praktijk lastig omdat vrijwel ieder project een andere aanpak vereist. De conclusie die we aan het eind van dit onderzoek over de verschillende renovatieconcepten hebben kunnen maken is dan ook dat er twee verschillende soorten concepten bestaan. De marketingconcepten, deze concepten komen enkel voor in advertenties van bedrijven om hun product of dienst aan te bieden en te verkopen. De bouwkundige concepten, deze concepten geven een volledig beeld van het renovatieplan van A tot Z, inclusief kostenraming en energiewinst die hierdoor geboekt worden. Echter het probleem bij de bouwkundige concepten is dat deze allemaal toewerken naar een label A. Dit wordt in de praktijk bijna niet toegepast. Ook door de verandering in vraag vanuit de opdrachtgever, de wisselingen in budget, het verschil in de omvang en staat van het te renoveren object is de variatie binnen renovaties dermate groot dat er geen concept bestaat die op alle woningen van toepassing is. Uit het onderzoek blijkt dan ook dat de bouwkundige concepten dienen als handvat voor het op te stellen renovatieplan. Aan de andere kant zijn het de ondernemingen die een marketingconcept aanbieden die wel op deze wijzigingen aansluiten. Dit doet men door ruimte open te laten voor de klant specifieke eisen. Een analyse op de uitkomsten van het onderzoek laat onderstaande uitkomsten zien. Hierin is goed te zien dat de bouwkundige concepten niet daadwerkelijk worden toegepast, maar zoals hierboven omschreven dienen als handvat. Echter voldoen deze bouwkundige concepten wel allemaal aan onze definitie van renovatieconcept. Van de marketing concepten voldoen maar zeer weinig concepten aan de definitie renovatieconcept. Ook wordt er bij weinig marketing concepten een energielabel genoemd, bij bouwkundige renovatieconcepten wordt er bij de helft een energielabel genoemd. Als er een label genoemd wordt is dat (bijna) altijd een A label. Type concept Bouwkundig Marketing
5.3
Aantal 12 24
Wel 10 3
+/0 6
Niet 0 17
Energielabel 5 5
De meest voorkomende renovatietechnieken
Zoals in het vorige hoofdstuk wordt omschreven zijn er verschillende soorten concepten. Binnen deze concepten worden een aantal technieken vaak gebruikt. De belangrijkste technieken die voorkomen binnen de renovatieconcepten zullen hieronder worden uitgelicht. Renovatietechniek zoals wij deze omschrijven: Een renovatietechniek is het product van een bouwtechniek passend binnen een renovatieconcept. Om achter de verschillende renovatietechnieken te komen hebben we de renovatieconcepten goed bestudeerd, vervolgens hebben we hierover meer informatie op internet en in beschikbare literatuur opgezocht. Het is belangrijk om deze technieken te weten om een volledig beeld van de concepten te krijgen. Op internet zijn we veelal uitgekomen bij verschillende leveranciers. Dit zijn leveranciers van materialen, maar ook van bepaalde installaties die worden toegepast bij renovatie. Leveranciers van isolatiematerialen die we hebben geraadpleegd zijn rockwool en isover. De literatuur die we hiervoor hebben geraadpleegd zijn de boeken van de duurzame toolkit bouw(2008). In deze boeken staat omschreven hoe er gerenoveerd kan worden in de woningbouw aan de hand van voorbeeld projecten. Omdat de renovatie concepten grotendeels zijn opgebouwd aan de hand van de trias energetica, zal deze eerst hieronder worden uitgelicht. Vervolgens zullen de technieken aanbod komen volgens de trias energetica.
27
5.3.1
Trias Energetica
De renovatieconcepten zijn grotendeels vormgegeven aan de hand van de trias energetica. Hieronder wordt er uitgelegd wat de trias energetica inhoud bij een duurzame renovatie. De trias energetica is een stappenplan hoe je op een energiezuinige woning kan komen. Het bestaat uit de volgende stappen: 1. Beperk de energievraag 2. Gebruik Duurzame Energie 3. Gebruik fossiele brandstoffen zo efficiënt en schoon mogelijk Volgens deze stappen gaan we kijken wat kunnen we er allemaal per stap aan doen. In het volgende hoofdstuk zullen een aantal plannen uitgewerkt worden. Stap 1. Beperk de energievraag. De energievraag kan je beperken door energiezuinigere apparaten toe te passen zoals A-label witgoed apparaten. Maar ook door bijvoorbeeld bewuster met energie om te gaan. Hiermee wordt voornamelijk bedoelt het bewonersgedrag aan passen. Een andere belangrijk element is om te zorgen dat de woning zo min mogelijk energie nodig heeft om op temperatuur te blijven. Wat hierbij kan helpen is het aanbrengen van betere isolatie in de gevel, vloer en dak. Ook het toepassen van dubbel glas zorgt voor minder warmte verlies. Een ander belangrijk punt is het zorgen dat de woning luchtdicht is en dus niet onnodig warmte verliest. Stap 2. Gebruik Duurzame Energie Bij het gebruik van duurzame energie kan er gedacht worden aan het toepassen van zonnecellen en een zonneboiler, maar ook het toepassen van een HRe ketel kan gezien worden als duurzame energie. Deze CV ketel wekt naast dat het warm water maakt ook energie op. Een andere vorm van duurzame energie is wind energie, echter heb je hier wel voldoende ruimte naast de woning voor nodig. Stap 3. Gebruik fossiele brandstoffen zo efficiënt en schoon mogelijk Om het verder terug brengen van de energievraag mogelijk te maken is het noodzakelijk dat de energie op een correcte manier wordt gebruikt. Het correct gebruiken van energie houdt met name in geen energie verspillen en energiezuinige apparaten toepassen in de woning. Hierbij kan worden gedacht aan warmte terug win installaties(WTW), deze installaties maken bijvoorbeeld gebruik van de (warme) binnen lucht om de koude buiten lucht te verwarmen. 5.3.2
Stap 1: beperk energievraag
Renovatie gevel a. Voorzetwand binnenzijde gevel. De voorzetwand binnenzijde gevel wordt op een kleine afstand aan de binnenzijde van de buitenmuur gezet. Er zijn verschillende mogelijkheden om deze voorzetwand op te bouwen, zo kan het met een HSB constructie worden gerealiseerd, het kan echter ook met een metalstud constructie worden gerealiseerd. Met beide methodes zal de gevel aan de binnenzijde met ongeveer 10 cm worden verbreed. De reden dat er tussen de voorzetwand 28
en de gevel een spouw wordt gerealiseerd is dat er op deze manier wordt voorkomen dat er koudebruggen ontstaan. Bron: http://www.isover.nl/producten/afbouw/voorzetwanden/sonepanel/ b. Na-isoleren spouwmuur. Het na-isoleren van de spouwmuur vindt plaats wanneer er bij een spouwmuur geen isolatie aanwezig is. Voordat er overgegaan wordt op de keuze om een spouwmuur na te isoleren moeten er eerst een aantal randvoorwaarden worden gecontroleerd. Allereerst is het een vereiste dat de spouwmuren aan de binnenzijde ‘schoon’ zijn. Het schoon zijn van een wand houdt in dat er geen specie resten of andere vervuiling aanwezig is in de spouw. Als dit wel het geval is, is de kans groot dat er koudebruggen en r zogenaamde luchtbellen ontstaan in de muur. Deze ontstaan doordat het isolatiemateriaal op de specie blijft liggen waardoor er daaronder een luchtbel ontstaat. Ook moet er worden gekeken of de spouw een ventilerende functie heeft voor de kruipruimte onder de vloer. Als dit het geval is kan een spouwisolatie zorgen voor condensatie in de kruipruimte, waardoor het isolatie materiaal nat kan worden, waardoor deze zijn werking verliest. Voor het na-isoleren van een muur zijn er verschillende materiaal keuzes. Een aantal materialen die veel toegepast worden zijn glaswol vlokken, polystyreen korrels en pur schuim. De manier van inbrengen is als volgt: Er worden op bepaalde hoogtes gaten in de voegen geboord, vervolgens wordt er door deze gaten isolatiemateriaal in de spouw gespoten. Er wordt altijd van beneden naar boven gewerkt om te zorgen dat er geen luchtbellen ontstaan. De gaten worden nadat de gevel is geïsoleerd opgevuld met speciemortel. Bron: http://www.rockwool.nl/renovatie/rockwool+na-isolatie+oplossingen/gevels/spouwmuur c. Voorzetwand buitenzijde gevel. Bij een spouwloze buitenmuur kan er gekozen worden voor een voorzetwand aan de buitenzijde van de gevel. Deze kan op verschillende manieren opgebouwd worden. Zo kan de voorzetwand bestaan uit HSB regelwerk met daarop een afwerking van plaatmateriaal, maar er kan ook gekozen worden om de gevel te metselen. Dit laatste komt echter niet vaak voor omdat het erg tijdrovend en duur is. Bron:http://www.rockwool.nl/renovatie/rockwool+na-isolatie+oplossingen/gevels/buitenkant+gevel d. Beglazing. Als er in een woning enkel glas aanwezig is, is het noodzakelijk om deze te vervangen voor dubbel glas. In dubbel glas heb je verschillende kwaliteiten en diktes. Om te beginnen bestaan er 2 typen normaal dubbel glas met en totale dikte van 14mm en 20mm. 29
Hiernaast bestaat er ook nog het HR(hoog rendement) glas. Dit type beglazing kan worden opgedeeld in 3 verschillende kwaliteiten. Normaal HR glas, HR+ beglazing en HR++ beglazing. Hieronder een overzicht van de verschillende isolatiewaarden van deze beglazing. UBeglazing waarde Enkel 5,7 Dubbel 14mm 3,3 Dubbel 20mm 3 HR 2 HR+ 1,6 HR++ 1,2 Als de beglazing wordt aangepast, zullen ook de kozijnen moeten worden aangepast.
Renovatie dak De schil renovatie van het dak kan op verschillende manieren worden uitgevoerd. Zo is een optie om het dak vanuit de onderkant te isoleren, maar ook vanaf de bovenkant isoleren is een mogelijkheid. a. Isolatie vanuit de binnenkant. Bij het isoleren vanuit de binnenkant wordt er tussen de gordingen isolatiemateriaal geplaatst. Dit isolatiemateriaal kan van verschillende kwaliteit zijn, afhankelijk van het budget en de eisen. Vervolgens word het isolatiemateriaal afgewerkt met een beplating die op de gordingen wordt geschroefd. Belangrijk is dat er moet worden gezorgd voor een goede ventilatie tussen de gordingen om condens en schimmelvorming te voorkomen. Bron: http://www.rockwool.nl/renovatie/rockwool+na-isolatie+oplossingen/daken/hellend+dak b. Unirepur dakplaat Bij het plaatsen van Unirepur dakplaten haal je het gehele dak pakket, op de gordingen na, van het dak af. De Unirepur dakplaten worden vervolgens op de gordingen bevestigt. Op de dakplaten zitten tengels bevestigt, de panlatten kunnen dus snel en gemakkelijk worden gemonteerd op de tengels. Een nadeel van deze oplossing is dat het dak pakket dikker wordt, waardoor ook de dakgoot moet worden verhoogt of verlengt omdat anders het water er over heen stroomt. Bron:http://www.unilinsystems.com/nl/productinformatie/dakelementen/Pages/RenovatiePU.aspx Begane grond vloer isolatie Het isoleren van de begane grond kan op verschillende wijzen gebeuren. Het hangt er dan ook mede vanaf hoe groot de kruipruimte onder de vloer is en of er überhaupt een kruipruimte aanwezig is. Een aantal mogelijkheden zijn:
30
a. Pur schuim. Dit schuim wordt aan de onder kant van de vloer en over de vloeropleggingen gespoten zodat er een goede isolatie aan de onderkant van de vloer komt. Ook het optrekkend vocht wat vanuit de kruipruimte komt heeft geen kans meer om de woning binnen te komen doordat alle kieren en gaten vol worden gespoten met pur schuim. Een nadeel van deze wijze van isoleren is dat de dikte van de put laag niet overal even dik is. Hierdoor heb je niet overal een gelijke isolatiewaarde. Bron: http://www.technisol.nl/index.html b. Bodemisolatiechips. In de kruipruimte is het vaak zeer vochtig, dit zorgt ervoor dat tegen de onderkant van de vloer condensatie ontstaat. Dit heeft gevolgen voor de constructie en voor de vloerafwerking, maar ook voor het leefklimaat in de woning. Er kan door de condensatie een muffe lucht in de woning komen. Bodemisolatie chips worden op de bodem van de kruipruimte gelegd. Op deze manier wordt er voor gezorgd dat er geen condensatie meer plaats kan vinden aan de onderkant van de vloer, maar dat dit plaats vind in de laag chips op de grond. Deze chips zorgen er vervolgens voor dat het vocht wordt afgevoerd naar de bodem van de kruipruimte. Doordat nu de lucht in de kruipruimte warmer en minder vochtig wordt zal ook de vloer minder warmte verlies hebben. Bron: http://www.isochips.nl/easyweb3/WEBID-1776-ep_code-Home c. Isolatie met thermokussens. Deze isolatie methode wordt in kruipruimte gebruikt die hoger is dan 35 cm. De kussen worden aan de onderkant van de vloer gehangen en bestaan uit dunne laagjes kunststoffolie met een laagje aluminium folie. Hierin zit stil staande lucht wat zorgt voor de isolatie. Een groot voordeel van dit systeem is dat de isolatiewaarde die dit met zich mee brengt erg hoog is. Bron: http://www.tonzon.nl/VLOERNL.HTM d. Isolatieplaten. Bij deze isolatiemethode worden er isolatieplaten tegen de onderkant van de vloer bevestigt. Dit kunnen zowel glaswol als steenwol platen zijn. Bron:http://www.isover.nl/producten/renovatie-en-naisolatie/vloer/comfortpanel/
31
5.3.2
Stap 2: Gebruik Duurzame Energie
a. PV cellen Pv-panelen zetten zonnestralen om in energie. Deze energie is direct te gebruiken in de woning of kan worden terug geleverd aan de energieleverancier. b. Zonneboiler De zonneboiler is een systeem waardoor het water wordt opgewarmd door de warmte van de zon. Het werkt als volgt: Op het dak wordt een zonnecollector geplaatst, hierdoor lopen buizen waardoor een vloeistof loopt. De zon verwarmt deze vloeistof en kan bij fel zonlicht 90 graden worden. Dit vloeistof verwarmt water wat in een opslagvat aanwezig is. Vervolgens wordt dit water op de weg naar de kraan of radiator verwarmt door een na-verwarmer om het op de juiste temperatuur te krijgen. Deze na-verwarmer kan een cv-ketel, geiser of warmtepomp zijn. Het bespaart dus op de energie die nodig is om het water op te warmen. c. Warmtepomp Een warmtepomp is een duurzame manier van warmte ontwikkelen. Het maakt gebruik van de warmte die er in de zomer is en de koelte die er in de winter is. Het werkt als volgt: de warmtepomp heeft leidingen verticaal in de grond liggen en kan het meer dan 100 meter diep gaan. Hoe diep de leidingen gaan hangt af van het te verwarmen oppervlak. In de zomer wordt het water in de woning opgewarmd en afgevoerd naar beneden. In de winter neemt het water warmte mee uit de bodem. Het systeem kan ook horizontaal uitgevoerd worden. Bij horizontale uitvoering liggen de leidingen ongeveer een meter onder peil niveau over een oppervlak wat minimaal 3x zo groot moet zijn als het te verwarmen oppervlak. Er moet dus voldoende ruimte aanwezig zijn wil het horizontaal worden uitgevoerd. 5.3.3
Stap 3: Gebruik fossiele brandstoffen zo efficiënt mogelijk
Ventilatie techniek De leefbaarheid van een woning heeft voor een groot deel te maken met de luchtkwaliteit in de woning. De luchtkwaliteit is onder andere afhankelijk van het percentage CO2 wat erin zit en ook de vochtigheid. Om dit te verbeteren is dus een goede ventilatie en isolatie noodzakelijk. In deze paragraaf wordt de ventilatie techniek behandeld. In door paragrafen hier voor aan gaand zijn de isolatiemethoden aan bod gekomen. Ventilatie, vroeger gebeurde dat door natuurlijke ventilatie. Er zaten dan vaak roosters in de gevel of door gewoon het raam open te zetten. Ook word er bij oude woningen geventileerd doordat deze woningen meestal niet luchtdicht zijn. Deze methoden zijn erg oncontroleerbaar en al helemaal niet stuurbaar. Tegenwoordig worden de woningen zo gebouwd dat ze goed en gecontroleerd geventileerd kunnen worden. Vaak wordt dat gedaan door roosters in kozijnen te plaatsen of door een ventilatie systeem, al dan niet gecombineerd met de verwarming. Dit laatste wordt toegepast bij hete lucht verwarming. Ook zijn er systemen op de markt die de ventilatie laten afhangen van de kwaliteit van het binnenklimaat. Deze systemen worden ook wel CO2 gestuurde ventilatie genoemd. Dit wordt hieronder verder behandeld.
32
a. CO2 gestuurde ventilatie. CO2 gestuurde ventilatie is een ventilatie methode waarbij er meer geventileerd wordt naar mate er meer CO2 in de lucht is en minder geventileerd wordt als er minder CO2 in de lucht is. Een van de nieuwste ventilatie systemen die dit principe gebruikt is het climarad systeem. Het climarad systeem is een gecombineerd systeem, het bestaat uit een radiator en ventilatie systeem. Ook zit hier een warmte terug winning systeem in verwerkt. Dat wil zeggen dat de radiator gebruik maakt van de warme binnenlucht om de koude buitenlucht op te warmen. Bron: http://www.climarad.nl/ b. Mechanische ventilatie. Mechanische ventilatie vind plaats door mechanische afzuiging van de binnen lucht. Deze afzuigingsroosters zitten vaak in de keuken en douche en wc’s. En worden door een mechanische afzuiging die vaak geplaatst is op zolder afgezogen. De verse buitenlucht wordt dan via roosters in de gevel naar binnen gezogen. Een nadeel van dit system is dat er in de winter koude binnenlucht naar binnen komt. Verwarmingstechniek a. HR-e CV ketel. De HRe ketel is een CV ketel wat zijn eigen energie opwekt. De ketel levert niet alleen warmte en warm water, maar wekt ook energie op. Dit wordt opgewekt doordat een motortje, die op aardgas werkt, warmte afgeeft en tegelijk ook de warmte omzet in energie. Deze energie kan meteen afgevoerd worden naar de stopcontacten. Naast dit motortje is er ook nog een 2e brander aanwezig om te zorgen dat, als dat nodig is, er meer warmte gecreëerd kan worden. Dit alles levert een rendement van 140% op ten opzichte van de 107% van de normale HR-ketel. Bron: http://www.remeha.nl/index.php?id=743 b. HR-107 CV ketel. De HR 107 ketel is een CV ketel met een rendement van 107%. Deze ketel voldoet ook nog aan de eisen van het bouwbesluit. c. WTW- water Bij het warmteterugwinning systeem water wordt de warmte van het gebruikte warme water gebruikt om het koude water op te warmen. Dit systeem is er in 3 varianten. Je hebt de wtw douchegoot, de wtw douchebak en wtw douchepijp. Bij de wtw douchegoot zit er aan het einde van de douchegoot een warmtewisselaar die het water verwarmt. In de wtw douchebak is er een bak onder de douche geplaatst waarin het warme water word bewaard. Hierdoor stromen de leidingen met koud water om het water op te warmen. In de wtw douchepijp zit de warmwaterleiding in de afvoerleiding van het water. Op deze manier stroomt het warmere water langs de leiding met schoon water en verwarmt het deze.
33
5.4
Samenvatting
Onderzoeksvraag:
Welke verschillende renovatieconcepten van toepassing op de woningbouw bestaan er?
Deelvragen: - Waarom wordt er gerenoveerd? - Wat zijn de verschillende bestaande renovatieconcepten? - Wat zijn de verschillende technieken behorende bij deze concepten? Waarom wordt er gerenoveerd? Het renoveren van woningen kan een aantal verschillende doelen hebben. Dit wordt uitgewerkt aan de hand van een viertal aspecten: Milieutechnische: CO2 reductie, energiegebruik verlagen Financieel: Woonlasten verlagen, Woning waarde verhogen Bouwfysisch: Wooncomfort verhogen, Energiebehoefte verminderen Architectonisch: Uitstraling van de woning/wijk verhogen/vernieuwen De verschillende aspecten en doelen die bij renovatie een rol spelen hebben veelal ook met elkaar te maken. Doordat er vanuit verschillend perspectieven en belangen naar gekeken wordt, worden aspecten door verschillende partijen ook anders gewaardeerd. Zo hecht een woningcorporatie meer waarde aan de financiële en bouwfysische aspecten, en zal een gemeente meer waarde hechten aan een goede uitstraling van een bepaalde wijk/stadsdeel. Tegelijk kan door bijvoorbeeld na-isoleren van een woning op meerdere aspecten worden gescoord. Na-isoleren werkt meestal twee kanten op, het reduceert de CO2 uitstoot en het verlaagt de energiekosten. Wat zijn de verschillende bestaande renovatieconcepten? Er is onderscheid gemaakt in 2 verschillende soorten renovatieconcepten. Dit zijn de: Bouwkundige concepten: Renovatieconcept die het complete renovatieplaatje geeft. De bouwkundige en installatietechnische aanpassingen, compleet met kostenraming en energiewinst die geboekt wordt. Marketing concepten: Renovatieconcepten die als doel hebben een product of dienst van een onderneming te verkopen waarbij de invulling van de aanpassingen vaak erg breed en/of onbekend is. Alle renovatieconcepten die gevonden zijn vallen binnen één van deze typen concepten. De bouwkundige concepten kunnen gezien worden bij als handvat bij het opstellen van de renovatieplannen. Terwijl de marketingconcepten inspelen op de wens van de klant. Wat zijn de verschillende technieken behorende bij deze concepten? Het begrip renovatietechniek is als volgt gedefinieerd: Een renovatietechniek is het product van een bouwtechniek passend binnen een renovatieconcept. Er bestaan veel verschillende renovatietechnieken binnen de renovatieconcepten waardoor het aanbod erg groot is. De renovatie technieken kunnen zich onderverdelen in isolatietechnieken en installatietechnieken. Doordat de bouwkundige renovatieconcepten via de trias energetica zijn opgebouwd kan er aan de hand van de trias energetica gekeken worden welke aanpassingen er worden toegepast. De trias energetica bestaat uit 3 stappen: 1. Beperk de energievraag, 2. Gebruik Duurzame Energie, 3. Gebruik fossiele brandstoffen zo efficiënt en schoon mogelijk 34
6. Toepassing van een renovatieconcept 6.1
Het project, de keuze
Het project bestaat uit een duplex woning aan de P. Wayerstraat in Groningen. Deze woning heeft een monumentale status en zijn daarom verbonden aan een aantal extra regels en eisen. Zo mag het uiterlijk van deze woningen niet te ingrijpend worden veranderd. De woningen aan de P. Wayerstraat zijn een keer eerder gebruikt in een afstudeer scriptie (Gerald Scholte 2010). In deze scriptie is onderzocht hoe deze woningen gerenoveerd konden worden tot een bepaald niveau, een en ander onder de randvoorwaarde dat er sprake is van een gemeentelijk monument. Nagenoeg parallel aan dit onderzoek heeft KAW architecten een opdracht gekregen van de woningcorporatie om met een eerste planontwikkeling te komen. Hier wordt verder op ingegaan op pagina 37. In dit onderzoek wordt dezelfde woning gerenoveerd, maar zonder de beperking dat het object als gemeentelijk monument is aangewezen. Het doel van een dergelijke uitwerking in dit onderzoek is om de verschillen te laten zien tussen een monumentale renovatie en een niet-monumentale renovatie bij een en detzelfde woning. In dit hoofdstuk wordt in het kort de geschiedenis van de woningen behandeld. Vervolgens worden de bouwfysische en bouwtechnische staat van de woning beschreven. Daarna wordt aangegeven welk renovatieconcept het beste kan worden toegepast.. Uiteindelijk wordt de renovatie uitgewerkt. Dit met inachtneming van de eisen die voor deze woning door de woningcorporaties worden gehanteerd.
Figuur 3 Ligging woningen in Groningen
35
Figuur 2 Duplex woningen aan de P. Waijerstraat
Hierboven in figuur 2 zijn de woningen aangegeven in het rode vlak. De woningen zijn oost-west gesitueerd, met de voordeur aan de oostkant. Basisgegevens: Plaats: Groningen Straat: P. Waijerstraat Eigenaar: Woningstichting Woonstade Type woning: Duplex woning, rijtjeswoning Bouwjaar: 1954 6.1.2
Duplex woning
In de jaren volgend op de tweede wereld oorlog was er een groot tekort aan woningen. Er was dus een noodzaak om in een zeer hoog tempo bij te bouwen. Er was echter niet veel geld voor handen. Het moesten dan ook betaalbare woningen worden. Om in een korte periode veel betaalbare woningen te realiseren zijn een aantal stedenbouwkundige en volkshuisvestelijke experimenten bedacht. Een hiervan is de duplex woningen. Duplexwoningen zijn eensgezinswoningen die opgesplitst zijn in twee kleinere woningen. Vaak is er op de begane grond een woning en is er op de eerste verdieping een andere woning. Een duplex woning is dus niet een tijdelijke woning. Oorspronkelijk was het doel deze woningen 10 jaar lang te laten fungeren als duplex woning. Na deze 10 jaar zouden de woningen nog zo’n 40 jaar mee kunnen als een normale eengezinswoning, waarbij de beide verdiepingen dan zouden worden samengevoegd. Van deze mogelijkheid is geen gebruik gemaakt. 6.1.3
Monumentale waarde
De gemeente Groningen heeft in de periode van 1998 tot 2003 onderzoek laten doen naar de stedenbouw en architectuur uit de jaren 1940-1970 in de stad Groningen. De gemeente heeft bepaalde criteria opgesteld om vervolgens uit te komen op negentig gebouwen die worden aangewezen als gemeentelijk monument. Ook de duplexwoningen aan de P. Waijerstraat zijn als monument aangewezen. Voor een fraaie beschrijving van dit complex duplexwoningen wordt verwezen naar bijlage 3: Redengevende motivatie monument. Bij de beoordeling door de gemeente heeft waarschijnlijk de sociologisch-historische waarde een prominente rol gespeelt. 36
Een van de consequenties is dat bijvoorbeeld aan het exterieur maar in zeer beperkte mate wijzigingen mogelijk zijn bij deze woningen. Hierbij kan gedacht worden aan het veranderen van de kozijnen waardoor er dubbel glas in plaats van enkel glas geplaatst kan worden. Zoals al aangegeven gelden de beperkingen van de monumentale status niet voor de projectuitwerking van dit onderzoek.
6.1.4
Bestaande situatie
Opdracht KAW architecten KAW architecten heeft de opdracht gekregen van woningstichting Woonstade om de mogelijkheden voor een renovatie uit te zoeken. De woningen moeten gerenoveerd worden met in achtneming van de bepalingen voor gemeentelijke monumenten. Een onderdeel van de opdracht is de huidige staat van de woning te analyseren. Deze analyse dient als basis voor het uitwerken van de renovatieplannen. De bedoeling is om na renovatie deze woningen te verkopen.
KAW heeft uiteindelijk vier verschillende plannen ontwikkeld. Hiervan is pakket 1 het basis pakket. De overige plannen zijn allemaal aanvullingen op dit plan. Plan 1: Het verticaal samenvoegen van de woningen en de gevels, dak en vloer na-isoleren. In dit plan is de inrichting niet meegenomen. Onder de inrichting worden verstaan de inrichting van keuken, wc en badkamer. De inrichting zoals meubels is uiteraard altijd voor de bewoner zelf. Plan 2: De woning wordt ingericht met een basis kwaliteits inrichting. Plan 3: Een uitbouw wordt gerealiseerd aan de achterkant van de woning. De functie van deze uitbouw kan nog gekozen worden. Er zou bijvoorbeeld een eet, zit, speel of werk kamer geraliseerd kunnen worden. Plan 4: De basiskwaliteit van de inrichting en afwerking wordt verhoogd naar een hogere kwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan het toepassen van design meubels in de keuken of badkamer. Met de bestaande situatie wordt er geprobeerd een eenduidig beeld te schetsen over de huidige staat waarin de woningen verkeren. Om achter de staat van de woningen te komen zijn we aanwezig geweest bij de woningopname die KAW architecten heeft uitgevoerd. Hierdoor ontstond een volledig beeld van de huidige staat van de woningen aan de P. Waijerstraat. De bestaande situatie wordt beschreven aan de hand van een aantal elementen. Als eerste worden de bouwkundige elementen beschreven. Vervolgens de installatietechnische elementen en beschreven. als laatste wordt de huidige indeling van de woningen geanalyseerd. Tijdens het beschrijven van de huidige situatie zullen ook de Rc-waarden van de gevelonderdelen aan de orde komen. Ook zullen de EPC waarden van de bestaande situatie worden berekend. Dit alles wordt gedaan om tijdens het uitwerken van de renovatie de keuzes te kunnen onderbouwen die leiden tot een gerenoveerde woning die voldoet aan de geldende eisen. Indeling De huidige indeling is als volgt. Het betreft een zeer kleine woning met maten van 6.3 x 7.2 meter. Grotere tekeningen zoals plattegronden, doorsneden, aanzichten staan in bijlage 4. Hieronder staat een kleinere variant hiervan.
37
De plattegrond van de benedenwoning:
De plattegrond van de bovenwoning:
6.1.4.1 Bouwkundig Buitengevels: De gevels van de woningen bestaan uit een spouwmuur met een luchtspouw van 50mm. In deze luchtspouw is geen isolatiemateriaal aanwezig. Het binnen en buiten blad bestaan beiden uit een gemetselde muur. De totale muur dikte is 260mm (110,50,110) De Rc-waarde van de gevel bedraagt 0.59 m2K/W. De ramen in de gevel zijn allen van enkel glas met een U-waarde van 5.10 W/(m2K) Dak: Het dak van de woningen is een niet geïsoleerd zadeldak. De Rc-waarde is 0.47m2K/W
38
Vloeren: De woningen bestaan uit 2 bouwlagen. Dat wil zeggen dat het een begane grond, een verdiepings en een zolder vloer heeft. De begane grond vloer bestaat voor een deel uit een niet geïsoleerde houten vloer(Rc- waarde: 0.46 m2K/W) en een niet geïsoleerd betonnen vloer(Rc-waarde: 0.42 m2K/W). Infiltratie en luchtdichtheid: Volgens het bouwbesluit moet elke woning geventileerd worden. Deze ventilatie moet gecontroleerd plaats kunnen vinden. Naast deze gecontroleerde ventilatie vind er ook, vooral bij oudere woningen, ventilatie plaats door infiltratie. Dit wil zeggen dat de gevel niet luchtdicht is waardoor lucht kan infiltreren. Dit moet zo veel mogelijk beperkt worden door kierdichtingen toe te passen. In de woningen aan de P. Waijerstraat is er op de draaiende delen, kozijnen, nok van het dak, doorvoeren in dak, gevel en meterkast en naden in dakplaten kierdichting toegepast. Er wordt dan ook gerekend met een luchtdoorlatendheid van 3 dm3/m2s. 6.1.4.2 Installaties De installatietechnische staat van de woningen ziet er als volgt uit. Ventilatie: De ventilatie in de woningen vind plaats door natuurlijke toe- en afvoer van lucht. In het geval van deze woningen wordt dit gedaan door middel van spuien. Spuien is het in korte tijd afvoeren van vervuilde binnenlucht. Dit is iets anders dan ventileren, het verversen van de binnenlucht door aanhoudende luchtstroom. Doordat de woning niet constant wordt geventileerd, maar echter alleen wanneer de bewoner daar behoefte aan heeft ontstaat er op vochtige plekken schimmel. Bij vochtige plekken kan gedacht worden aan keuken, wc en douche. Verwarming: De woningen beschikken allemaal over een eigen verwarmingsinstallatie. Deze installatie bestaat uit een CV met daarop aangesloten radiatoren. Het type wat zich in de woning bevind is een HR107 combi-ketel. Deze ketel maakt dus voor het tap en verwarmingswater het water. 6.1.4.3 Duurzame energie In de huidige situatie wordt in geen van de woningen duurzame energie toegepast. 6.1.4.4 Efficiënt gebruik fossiele brandstoffen In de woningen is een HR ketel aanwezig waardoor het gebruik van fossiele brandstoffen efficiënter worden gebruikt. Dit is echter de enige manier waarop het gebruik van de brandstoffen efficiënter worden gebruikt. 6.1.4.5 EPC berekening/ energie label vaststelling De EPC berekeningen zijn gemaakt met het programma EPW – NPR 5129 V2.02. In dit programma worden de basisgegevens van de woning zoals woon oppervlakte, Rc-waardes, oppervlakte van de gevel en de beglazing ingevoerd en de installaties die aanwezig zijn ingevoerd. Vervolgens berekent het programma de EPC waarde van de woning en checkt deze direct met de eis vanuit het bouwbesluit. De uitwerking van de EPC berekening zijn te vinden in bijlage 5. Na het maken van de EPC berekening op basis van de huidige staat van de woning is er een beeld van de energiezuinigheid van de woning.
39
De methodes om het niveau van het energielabel precies te berekenen zijn niet vrij voor handen. Het inschatten hiervan van is gedaan op internet. (http://www.energiebesparingsverkennerprojecten.nl).. Dit wordt gedaan door het invullen van het type woning, het aantal bewoners, de kwaliteit van de schilisolatie, beglazing, CV ketel en de ventilatie methode. Er is dus geen exacte berekening maar een inschatting van het energielabel! De benadering en de resultaten hiervan staan in bijlage 5. Uiteindelijk zijn de volgende EPC-waarden en energielabels bepaald: Woning Boven Beneden
EPC 3.11 2.73
Energielabel G G
.
40
6.2 Eisen waaraan de woning moet voldoen Deze renovatie wordt uitgewerkt met inachtneming van de eisen die door de woningcorporaties in Groningen gehanteerd worden. In hoofdstuk 3 is uitgelegd hoe renovaties door woningcorporaties worden benaderd. Ook is aangegeven welke eisen men stelt aan een gerenoveerde woning. De gerenoveerde woning moet bijvoorbeeld een energielabel B hebben. Omdat de woning verkocht zal worden na de renovatie zal hiermee rekening worden gehouden bij het opstellen van het renovatieplan. Om de woning aantrekkelijker te maken op de woningmarkt wordt daarom nadrukkelijk het wooncomfort verhoogd. Ondermeer door: -
Het woonoppervlak te vergroten door middel van samenvoegen van duplexwoningen en het ontwerpen van een uitbouw De energiekosten te verlagen Het binnenklimaat te verbeteren door mechanische ventilatie
De woningcorporaties hanteren zoals aangegeven energielabels. Echter de methode om deze exact te bepalen is niet direct voor iedereen beschikbaar. Er is daarom een inschatting gemaakt met behulp van een programma op internet. Ook zijn er bepaalde eisen uit het bouwbesluit waar rekening mee gehouden moet worden, zoals de minimale Rc-waarde van 2.50 bij gerenoveerde gevels. Er worden door de corporaties geen eisen gesteld aan de EPC waarde van een gerenoveerde woning. Om aan te geven wat de energiewinst is, zijn wel EPC berekeningen gemaakt van de bestaande situatie en van de gerenoveerde situatie.
41
6.3 Toegepast renovatieconcept In hoofdstuk 5 zijn verschillende renovatie concepten nader bekeken. Daarbij bleek dat de concepten onderverdeeld kunnen worden in drie groepen: -
Bouwkundige renovatieconcepten Marketing renovatieconcepten Renovatiemethodieken
Het begrip bouwkundige renovatieconcepten is alsvolgt gedefinieerd: Het proces behorende bij het renoveren van een gebouw. Een renovatieconcept omschrijft de stappen en uitwerkingen van de gehele renovatie van begin tot eind inclusief de toe te passen technieken, materialen en verwachte kosten. Bouwkundige renovatieconcepten bieden dus een complete aanpak voor een renovatie-project. Er is dan ook voor gekozen om de woning te renoveren aan de hand van één van deze concepten. Omdat het oppervlak vergroot wordt is een renovatieconcept gekozen waarin een dergelijke uitbouw is inbegrepen. Uiteindelijk is gekozen voor het volgende bouwkundige renovatieconcept: “Duurzaam met ruimte” (Zie pagina 24 ) Bij deze renovatie staat duurzaamheid en verlaging van de CO2 uitstoot centraal. Er word een warmtepomp en lokale ventilatie met WTW toegepast. Een aanbouw biedt de benodigde ruimte hiervoor. Maatregelen: • Dak isolatie. • Buitengevel isolatie zodat met het uiterlijk kan worden gevarieerd. Ventilatievoorzieningen opgenomen in de gevel. • Of binnengevel isolatie, met spouwmuurvulling. Ventilatievoorzieningen opgenomen in de gevel. • Glas vervangen door HR++ glas, waar noodzakelijk kozijnen vervangen. • Woninguitbreiding door middel van een uitbouw, deze kosten zijn niet opgenomen in dit concept. • Warmtepomp en lokaal gebalanceerde ventilatie met WTW. Besparingen: Energielasten reductie € 1016,- per jaar, 56% reductie. CO2 uitstoot reductie, 2772kg/jaar, 67% reductie. Kosten: Investeringskosten bij toepassing buitengevelisolatie € 67.468,Investeringskosten bij toepassing binnengevelisolatie € 60.386,Toelichting: • De bruikbaarheid van de woning word verbeterd door een aanbouw, die ruimte biedt voor de installaties en extra woonruimte. • De uitstraling van het uiterlijk kan worden gemoderniseerd. • Op het gebied van veiligheid wordt de woning op meerdere punten verbeterd door het toepassen van met politiekeurmerk voorzien hang en sluitwerk en brandmelders. • De gezondheid binnen de woning word verbeterd door per woonvertrek een afgestemde ventilatie te hebben op een energiezuinige wijze. • Het comfort wordt verbeterd door de verbeterende isolatie. Ventilatielucht wordt voorverwarmd. • Door de toepassing van een warmtepomp is een A+ label mogelijk.
42
6.4
Samenvatting
Welke renovatieconcepten zijn van toepassing op het door ons gekozen project? Hoe ziet het project er uit qua materialisering, afmetingen en energieprestaties? Type woning: Vloeroppervlak: Gevel: Vloer: Dak: Beglazing: Kozijnen: CV-ketel: Ventilatie: EPC boven: EPC beneden: Energie label:
Rijtjeswoning 78 m2 Spouwmuur zonder isolatie Grotendeels houten vloer zonder isolatie. Op sommige plaatsen betonnen vloer zonder isolatie. Zadeldak, afgewerkt met dakpannen. Geen Isolatie aanwzig. Enkel glas. Houten kozijnen HR-107 ketel Natuurlijke ventilatie. 3.11 2.73 G
Wat zijn de gestelde eisen waaraan deze woning moet voldoen? Er wordt gerenoveerd volgens de eisen die de woningcorporaties ook stellen aan gerenoveerde woningen. Ook wordt er rekening gehouden met eisen uit het bouwbesluit. De volgende eisen stellen we aan de woning. Energielabel: B Rc-waarde schil: 2.50(bouwbesluit) Wooncomfort verhogen door: - Woonoppervlak vergroten door ontduplexen - Woonoppervlak vergroten door uitbouw aan de achterkant - Mechanische ventilatie toepassen Welke renovatieconcepten richten zich op het renoveren van rijtjeswoningen? Alle bouwkundige renovatieconcepten zijn van toepassing op rijtjeswoningen. Uiteindelijk is er gekozen voor het renovatie concept Duurzaam met ruimte uit de toolkit bestaande bouw. In dit concept is ook een uitbouw opgenomen.
43
7.0
renovatieconcept “Duurzaam met ruimte”
Maatregelen: • • • • •
Dak isolatie. Gevelisolatie, Ventilatievoorzieningen opgenomen in de gevel. Glas vervangen door HR++ glas, waar noodzakelijk kozijnen vervangen. Woninguitbreiding door middel van een uitbouw. Warmtepomp en lokaal gebalanceerde ventilatie met WTW.
Aangezien de begane grondvloer niet is geïsoleerd, wordt isolatiemateriaal toegepast aan de onderkant van de begane grond. Dit wordt gedaan door zogenaamde luchtkussens onder de vloer te hangen. Omdat er wordt gestreefd naar een label B en niet naar een label A++ vervalt de warmtepomp.. Ook zal er niet gewerkt worden met HR++ glas maar met normaal dubbel glas. In bijlage 6 staan de tekeningen van de nieuwe situatie. In bijlage 7 staan de berekeningen van de gewijzigde situatie. Isolatie: Vloer: De vloer zal worden voorzien van Thermokussens. Deze thermokussens hebben het voordeel van een hoge isolatiewaarde, namelijk 3.80. Een andere reden om voor deze methode te kiezen is dat bij het spuiten met pur schuim tegen de onderkant van de vloer, de laag pur niet gelijkmatig wordt verdeeld over het oppervlak. Hierdoor krijg je op sommige plekken een pur dikte van 5 cm en op andere plekken nauwelijks 2 cm. Met de thermokussens is overal evenveel isolatie aanwezig. De Rc-winst die wordt behaald bij de houten en betonnen vloer bedraagt 3.80 (m2*k)/w. Vloer-b Oud Nieuw
Rc-waarde 0,42 (m2*k)/w 4,22 (m2*k)/w
Verschil
3,80
Vloer-h Oud Nieuw
Rc-waarde 0,46 (m2*k)/w 4,26 (m2*k)/w
Verschil 3,80
(m2*k)/w
(m2*k)/w
Gevel: De gevel zal worden geïsoleerd aan de binnenzijde. Hiervoor is gekozen omdat de gevel volgens het bouwbesluit minimaal een Rc-waarde van 2,5(m2*k)/w moet hebben. Deze wordt niet gehaald door het vol spuiten met bijvoorbeeld PS-parels of steenwolvlokken. Er is dus voor gekozen om een voorzetwand aan de binnenkant te plaatsen. Deze is opgebouwd uit: 12.5 mm gipsplaat, regelwerk 36x96 waartussen glaswol 75mm is geplaatst. De muur zal dus 108.5 mm naar binnen komen. De Rc-waarde winst die dit oplevert: Gevel Oud Nieuw
Rc-waarde 0,45 (m2*k)/w 2,50 (m2*k)/w
Verschil 2,05
(m2*k)/w
44
Kozijnen: Omdat de kozijnen niet in een goede staat verkeren is er gekozen om deze te vervangen door nieuwe houten kozijnen. Deze zijn goedkoper dan aluminium kozijnen en zijn goed te onderhouden. Beglazing: De beglazing in de gevels is vervangen door HR glas. Dit HR glas is veel goedkoper dan de meest energiezuinige versie, HR++ glas, maar zal in ons project genoeg zijn om tot een label B te komen. Dak: Het dak wordt aan de onderkant geïsoleerd met rockwool 125mm. Hiervoor is gekozen omdat dit de eenvoudigste manier van isoleren is. Dit komt omdat het dak, dat in goede staat verkeert, op deze manier niet vervangen hoeft te worden. Ook omdat het dak aan de binnenzijde niet in het zicht is, hoeft deze niet afgewerkt te worden. Dit scheelt aanzienlijk in de kosten. De Rc-winst die wordt behaald: Dak Oud Nieuw
Rc-waarde 0,48 (m2*k)/w 1,98 (m2*k)/w
Verschil 1,50
(m2*k)/w
Installaties: Als ventilatie en verwarmingsinstallatie passen we een climarad systeem toe. In het climarad systeem is een warmte terugwin installatie aanwezig. Deze zorgt ervoor dat de warme binnen lucht die naar buiten wordt afgezogen, de koude buitenlucht die naar binnen wordt gevoerd verwarmt. Dit verwarmen van de binnenkomende buitenlucht gebeurt dan dus deels door de warmte afgifte van de warme binnenlucht en deels door het verwarmen van de lucht door de radiator waar deze langsstroomt. Op deze manier zal het minder energie kosten om de woning op warmte te krijgen. Uitbouw: De uitbouw wordt aan de achterkant gerealiseerd. Deze heeft de afmetingen van 3.6 x 4.0 meter. Hierdoor is er 14.4m2 extra leefruimte gecreëerd. Deze ruimte kan op verschillende manieren worden uitgevoerd. Hij is nu getekend als basisuitvoering en zou kunnen dienen als eetkamer, studeerkamer of speelkamer. De kosten voor deze uitbouw zijn dan ook berekend aan de hand van deze basis uitvoering. Gevel uitbouw: De gevels van de uitbouw zijn opgebouwd uit HSB elementen. Deze zijn weer opgebouwd uit (van binnen naar buiten) 12mm gips,140 mm stijlen SLS, 140mm steenwol, 15mm wbb multiplex, 10mm regelwerk en 9mm bekleding aan de buitenkant. De Rc-waarde van de gevel: Gevel Nieuw Rc-waarde 3,59
(m2*k)/w
De ramen in de uitbouw zijn voorzien van normaal dubbel glas. Ook hier wordt gewerkt met houten kozijnen. Dak uitbouw: Het dak van de uitbouw is een plat dak en bestaat uit (van binnen naar buiten) 12mm gips, 50mm spouw, 160mm balken, 125mm glaswol, 18mm underlayment, 60mm dakplaten en 2 lagen bitumen. De Rc-waarde van het dak: Dak Nieuw Rc-waarde 5,15
(m2*k)/w 45
Indeling: De indeling van de woning zal worden gewijzigd. Doordat de woning nu aan één voordeur genoeg heeft kan de andere deur vervallen. De ingang aan de voorzijde vervalt en wordt dichtgemetseld. De ingang aan de zijkant van de woning blijft. Hierdoor is er ruimte voor een ruimere wc en ook nog voldoende ruimte voor de gang/entree. De voormalige keuken zal worden samengevoegd met de woonkamer om zo een grote openruimte te creëren. In de uitbouw is plaats voor een zitkamer, speelkamer of werkkamer. Dit hangt af van de gezinssamenstelling van de nieuwe bewoners. Op de eerste verdieping wordt eveneens de indeling gewijzigd. De keuken wordt eruit gehaald en wordt omgebouwd tot slaapkamer. Ook de woonkamer wordt slaapkamer. De slaapkamer wordt omgebouwd tot douche/wc ruimte en de wc zal worden omgebouwd tot was/cv hok. De gewijzigde indeling is hieronder te zien.
Plattegrond beganegrond gerenoveerde situatie.
46
.
Plattegrond eerste verdieping gewijzigde situatie. Grotere versies van de plattegronden, aanzichten en doorsnedes staan in bijlage 6. Ook staan hier details van de aanbouw. EPC/Energielabel gerenoveerde woning: Woning EPC voor EPC na Beneden 3,11 1,21 Boven 2,73 1,21 Het energielabel wat de woning krijgt bij deze aanpassingen is label B. De EPC berekening en de benadering van het energielabel staat in bijlage 7. Kosten renovatie + uitbouw: De totale kosten voor de renovatie komen uit op €53.621,43 excl BTW. Hier zijn ook de staartkosten zoals ABK, AK en W&R bij inbegrepen. In bijlage 8 staat de volledige calculatie van de renovatie.
47
8. Resultaten en Conclusies Het onderzoeksdoel: Het doel is om de renovatieconcepten in beeld te brengen die van toepassing zijn op het renoveren van duplexwoningen, uit de periode 1950-1970, tot energiezuinige woningen die voldoen aan de eisen van nu. Er zijn een aantal opvallende zaken die we tegen zijn gekomen tijdens het onderzoek. Zo waren wij op zoek naar renovatie concepten die een totaal pakket vormen, er zou bekend zijn wat de aanpassingen zouden worden en hoe deze worden uitgevoerd. Zo zijn we uitgekomen op een drietal verschillende concepten. Dit zijn de bouwkundige concepten, de marketingconcepten en de renovatiemethodieken. Alleen de bouwkundige concepten voldoen aan onze uitleg voor renovatie concept. Uit de gesprekken met de verschillende woningcorporaties blijkt dat er geen standaard renovatieconcepten worden toegepast. Dit omdat elk project een specifieke aanpak vereist Renovatieconcepten kunnen wel worden gezien als een handvat voor het opstellen van een renovatieplan. Verder valt op dat bijna alle renovatieconcepten naar een label A gaan, terwijl de woningcorporaties niet verder gaan dan een label B of C. Uit de interviews met woningcorporaties concluderen wij dan ook dat de huidige eisen van de woningcorporaties niet label A is, maar eerder de goedkopere, maar ook energiezuinige labels B of C. Er zijn natuurlijk altijd uitzonderingen, zo hebben de corporaties afspraken gemaakt met de lokale overheden om per jaar een aantal woningen naar een A++ label te brengen om zo te laten zien dat er energiezuinig wordt gerenoveerd in de betreffende gemeente. Je kan dus zeggen dat het label A++ niet haalbaar is voor de renovatie, omdat dit de woningen onnodig duur maakt, maar dat het label A++ gezien kan worden als een statement. Het statement wat ze hiermee willen laten zien is dat er energiezuinig wordt gerenoveerd. Nadat de renovatieconcepten zijn geanalyseerd is gekeken of deze ook toepasbaar zijn op duplexwoningen uit de periode 1950 -1970. Geen van deze concepten is direct gekoppeld aan het begrip duplexwoning. Doordat duplexwoningen zo zijn gebouwd dat ze makkelijk om te bouwen zijn tot eengezinswoningen, zijn bijna alle concepten wel van toepassing op samengevoegde duplexwoningen. Wel hebben we een renovatie van een woning kunnen realiseren tegen een prijs van €53.621,43 excl BTW. Dit met een energie label B als resultaat!
48
9. Literatuurverwijzingen Literatuur: Scholte, G. (2010). Monumenten en Energie. Afstudeerscriptie Verhoeven N, (2007).Wat is onderzoek?. Amsterdam: Boom Onderwijs. Liebregts, M en Bergen, van Y. (2010). Manifest renovatievisie 2050. Boxtel: Aeneas. Otter, W. (2008).Toolkit bestaande bouw (duurzame woningverbetering; algemeen). Boxtel: Aeneas. Otter, W. (2008).Toolkit bestaande bouw (duurzame woningverbetering; rijwoning voor 1946, rijwoning 1946-1965, rijwoning 1966-1975). Boxtel: Aeneas.
Internet: Bubbeling, D (2006). 198_Potenties_voorraad_naoorlogse_woningen_onvoldoende_bekend. www.bouwhulp.nl (bekeken op: 03-03-2011). Hoogers, J (2004). Bouwen met tijd. Rotterdam, SEV, www.slimbouwen.nl (bekeken op: 03-032011). Zuithoff, Y (2006). Duplexwoningen; Verleden, Heden, Toekomst. http://igiturarchive.library.uu.nl/student-theses/2007-0416200454/Duplexwoningen%3B%20Verleden,%20Heden,%20Toekomst_.pdf (bekeken op: 03-032011) Agentschap NL (2004). Energieneutraal Bouwen, hoe doe je dat? http://www.senternovem.nl/energieneutraalbouwen/nieuws/2010/energieneutraal_bouwen_hoe_doe_j e_dat.asp (bekeken op 03-03-2011) Klinckenberg, F (2004). Kwalitatieve beschrijving transitiepaden scope 2030. http://www.senternovem.nl/mmfiles/Kwalitatieve_beschrijving_transitiepaden_Scope_2030_tcm24125671.pdf (bekeken op 03-03-2011) Rigoureus (2010) Rigoureus renovatieconcepten voor 75% energiebesparing; Renoveren is vooruitzien. http://www.rigoureus.net/fileadmin/rigoureus/docs/Rigoureus_EOSLT05001_openbaar_Eindrapport.pdf (bekeken op 03-03-2011) Nunen, van H (2006) Sneller renoveren http://www.bouwlokalen.nl/uploads/bouwlokalen/sneller_renoveren_2006.pdf (bekeken op 03-032011) Gemeente Groningen en woningcorporaties Groningen(2010). Nieuw Lokaal Akkoord 2.0 2011-2014 http://stadgroningen.lefier.nl/uploads/File/NieuwLokaalAkkoord2_0_Mensen%20maken%20stad.pdf (bekeken op 10-04-2011) Conceptueel bouwen(zd). http://www.conceptenboulevard.nl (bekeken op 10-03-2011) Energielabel verkenner(zd). http://www.energiebesparingsverkenner.nl/p002.asp (bekeken op 27-052011) Energielabel(zd). www.energielabel.nl (bekeken op 20-04-2011) Passiefbouwen(zd). Trias Energetica in Optima Forma verkregen op 22-04-2011) http://www.passiefbouwen.nl/documents/Bouwregels_3-2006__Trias_Energetica_in_Optima_Forma.pdf
49
10.Discussie In ons onderzoek hebben we in ons onderzoek veel concepten onderzocht, maar niet op een zeer gedetailleerd niveau. Om echt een goed beeld van alle concepten te krijgen zou er nader onderzoek gedaan moeten worden. Om de concepten goed met elkaar te kunnen vergelijken zou er een database gemaakt kunnen worden waarin alle ‘renovatieconcepten’ systematisch worden opgeslagen. Hierin zou dan moeten staan voor om wat voor type woning het betreft, welke energieprestaties er worden verwacht van de renovatie, de ermee gepaardgaande investeringskosten en voor welk type opdrachtgever (particulier, commercieel of geïnteresseerde) deze zijn bedoelt. Wanneer deze database bijvoorbeeld via internet toegankelijk wordt, zou iedereen deze informatie snel kunnen benaderen. Dit zou tegelijkertijd de transparantie bevorderen. Een punt van discussie is het begrip renovatieconcept. Er is gebleken tijdens het onderzoek dat dit in de praktijk op verschillende manieren gehanteerd wordt. Je hebt concepten die een product of dienst aanbieden en je hebt de concepten die een plan uitwerken, waarbij dus duidelijk is wat er gebeurt en wat dit oplevert. Het begrip renovatieconcept heeft dus voor verschillende partijen een andere betekenis. De aannemer wil een product of dienst verkopen terwijl de onderzoeker/wetenschapper wil informeren over de mogelijkheden van de verschillende renovatieconcepten. Dit zijn twee heel verschillende benaderingen van het begrip renovatieconcept. Ook de gevolgen voor renovatie wanneer er sprake is van monumentale waarde van een woning is volgens ons iets waar kritisch naar gekeken dient te worden. In dit geval is er sprake van woningen, waarbij de sociologisch-historische waarde een prominente rol speelt, terwijl de specifiek architectonische kwaliteiten minder belangrijk lijken. Aanpassingen die vanwege de basisleefkwaliteit (duurzaamheid daarbij inbegrepen) eigenlijk onontkoombaar zijn, maar de kern van de specifieke ‘monumentale waarde’ nauwelijks aantasten, zouden toch eenvoudiger toegestaan moeten worden. Onze resultaten bevestigen dit, omdat de aanpassingen die uitgewerkt zijn waarschijnlijk ook uitgevoerd kunnen worden ondanks dat er sprake is van een gemeentelijk monument.
50
11. Bijlagen Bijlage 1:
Interviews met woningcorporaties
Bijlage 2:
Renovatieconcepten
Bijlage 3:
Tekeningen bestaande situatie
Bijlage 4:
Bouwfysische berekeningen bestaande situatie
Bijlage 5:
Tekeningen gerenoveerde situatie
Bijlage 6:
Bouwfysische berekeningen gerenoveerde situatie
Bijlage 7:
Kostenberekeningen gerenoveerde situatie
Bijlage 8:
Projectplan
Bijlage 9:
Reflectieverslagen
51
Bijlage 1: Interviews met woningcorporaties
Uitwerking Interview woningcorporatie A.P. Smit Duyzentkunst Hoofd vastgoed ontwikkeling Nijestee Antillenstraat 9 13-04-2011 15.00 – 17.00 Het interview begint met een korte voorstelronde. Paul Hoogeveen: 22 jaar, 4e jaars student bouwkunde, aan het afstuderen in Atelier D(uurzaam) Stefan Hermans 25 jaar, 4e jaars student bouwkunde, aan het afstuderen in Atelier D(uurzaam) At Smit Duyzentkunst: Hoofd vastgoed ontwikkeling bij Nijestee, het transformeren van het bezit van Nijestee om zo deze te verbeteren. Vervolgens een korte uitleg waarover dit interview zal gaan. Afstudeer project in Atelier D met als onderwerp de renovatie in de hedendaagse woningbouw. Ireen de Jong is de begeleidster van het project. In dit interview willen we er achter komen hoe de woningcorporatie met renovatie omgaat. Wat de eisen en verwachtingen zijn voor de renovatie en hoe ze bij h et gewenste resultaat komen. Vragen: Waarom wordt er gerenoveerd? Er wordt gerenoveerd om 3 redenen, deze 3 redenen zijn: 1e Huurders tevreden houden e 2 De kosten van de energie verlagen. De verwachtingen is dat de energie kosten in de toekomst hoger zullen zijn dan de huurkosten als we de woning niet duurzamer zouden maken. e 3 De woning op peil houden. Een vernieuwingsslag maken in bijvoorbeeld de badkamer en de keuken. Wat zijn de eisen en verwachtingen vooraf aan de renovatie? Bij Nijestee staat in het beleid omschreven dat er bij elke renovatie een minimale sprong in de labels gemaakt wordt van 2 labels. Er wordt altijd gekeken of het haalbaar is om naar energie label B te gaan. Energie label A is bijna niet haalbaar omdat de laatste 20% energiewinst 80% van de kosten met zich meebrengt. Een andere eis die de woning met zich mee krijgt na de renovatie is dat deze na de renovatie 25 jaar lang mee moet gaan zonder weer gerenoveerd te worden. Hoe worden deze eisen en verwachtingen gehaald? Het proces van renoveren hoe de eisen en verwachtingen worden gehaald worden door het kwaliteitsverbeteringsproces gehaald. Als eerst wordt er een haalbaarheidsstudie gemaakt. Dit bestaat uit een analyse van het complex en een analyse van de bewoners. Als er uit deze haalbaarheidsstudie voortkomt dat de woningen gerenoveerd kunnen worden gaat men verder in de ontwikkelfase. In deze fase wordt er een modelwoning gemaakt, waarin gezien wordt hoe de woning gerenoveerd gaat worden, maar ook de kosten en de winsten zijn hier zichtbaar.
In de ontwikkelfase wordt er ook gekeken naar hoe de woning zo gerenoveerd kan worden dat deze een energiesprong maakt van 2 labels. Bij Nijestee werken ze met portfolio beheer. Dat houdt in dat ze een overzicht hebben van het woningbezit van Nijestee waarin ze bijhouden wanneer deze groot onderhoud nodig hebben of wanneer deze gerenoveerd moeten worden. Er wordt elk jaar 2 jaar vooruitgekeken voor de plannen om te renoveren. Het doel is om 3000 woningen in 10 jaar te renoveren. Dit houdt in dat er 300 woningen per jaar moeten worden gerenoveerd. Hoe worden de bewoners meegenomen in het proces van renoveren? Bij elk renovatie project is er een medewerker van de afdeling woondiensten aanwezig. Deze verzorgt de communicatie tussen de woningbouwcorporatie, de bewoners en de aannemer. Vooraf zullen de bewoners een akkoord moeten geven met de renovatie als er een huurstijging zal plaatsvinden. Ze worden persoonlijk op de hoogte gesteld van aanpassingen die de woning zal ondergaan. Ook zal er een modelwoning worden gemaakt waarbij de bewoners informatie over de woning kunnen opvragen en waar zo genoemde inloop bijeenkomsten zijn waar de bewoner persoonlijk de mogelijkheid krijgt om vragen te stellen. Via welke methode/concept wordt er gerenoveerd? Er wordt niet via een bepaalde methode of concept gerenoveerd. Wel wordt er bij de renovatie geprobeerd het aantal installaties in de woning zo gering te houden. Om tot een gewenst resultaat te komen wordt er als eerst gekeken naar hoe de woningschil aangepakt kan worden. Dat is dan ook het uitgangspunt om vanuit een schilverbetering het wooncomfort en de verwarmingskosten te verminderen. Welke nieuwe ontwikkelingen met betrekking tot renoveren zijn er? De nieuwste ontwikkeling die Nijestee heeft toegepast zijn CO2 gestuurde ventilatie en een Climarad radiator systeem. Hoe wordt er gekozen tussen slopen en renoveren? Er wordt gekeken of de woning voldoet aan de huidige eisen die aan de woningen worden gesteld en wat de woningvraag is. Ook wordt er gekeken naar de kwaliteit van de woning met betrekking tot isolatie en indeling. Als dit allemaal is onderzocht wordt er een keuze gemaakt tussen het renoveren en slopen. Wat zijn veel voorkomende valkuilen in het renovatieproces? Het renoveren van teveel woningen is een grootte valkuil. De tijd tussen het ontwikkelen van de plannen en de uitvoering hiervan wordt te groot. Hierdoor kan er daarna veel hinder vanuit de bewoners ontstaan. Een andere valkuil is als het niet gestructureerd wordt georganiseerd. Het is van belang dat er een duidelijke structuur binnen de organisatie zodat iedereen weet wat hij of zij moet doen. Niet meegaan met de aannemer als die een andere planning indient. De aannemer werkt het liefst een onderdeel van de renovatie af in alle woningen. Voor de bewoners is het van belang dat ze zo min mogelijk overlast hebben van de renovatie. Daarom is het van belang dat de woningen eerst helemaal gerenoveerd zijn voordat er met de volgende woning begonnen wordt.
Uitwerking Interview woningcorporatie Lefier Stad Groningen Lefier: Prijs gewonnen als duurzaamste corporatie in 2010. Prijs gewonnen met renovatieproject in Lewenborg. 11000 woningen, kamers en appartementen in beheer. Daarmee een van de grootste van Groningen. Paul Hoogeveen Stefan Hermans Peter de Vries Adviseur vastgoed Lefier Vervolgens een korte uitleg waarover dit interview zal gaan. Afstudeer project in Atelier D met als onderwerp de renovatie in de hedendaagse woningbouw. Ireen de Jong is de begeleidster van het project. In dit interview willen we er achter komen hoe de woningcorporatie met renovatie omgaat. Wat de eisen en verwachtingen zijn voor de renovatie en hoe ze bij h et gewenste resultaat komen. Vragen: Waarom wordt er gerenoveerd? Er wordt gerenoveerd omdat het rendement van de woning niet hoog genoeg is(financieel), de woning technisch niet meer voldoet of de volkshuisvesting niet meer voldoet. In deze laatste zit dan ook de leefbaarheid van de woning meegenomen. Wat zijn de eisen en verwachtingen vooraf aan de renovatie? Bij Lefier is er niet zwart op wit vastgelegd wat de eisen en verwachtingen zijn van een renovatie. Wel wordt er gestreefd om de woningen op een energie label C te krijgen. Hierover zijn afspraken gemaakt met de gemeente over het aantal woningen wat binnen 10 jaar gerenoveerd gaat worden tot label C. Dit zijn er tussen de 3000 en 3500 bij Lefier. Dit is een intentie die naar elkaar is uitgesproken, het is dus niet een keiharde afspraak. Lefier probeert echter wel om de gehele woningvoorraad minimaal op label C te krijgen. Dit zijn de alle gerenoveerde en nieuwbouw woningen. Om tot een bepaalde kwaliteit te komen worden verschillende alternatieven aangedragen. Uiteindelijk wordt er weer gekeken naar de punten financieel, technisch en volkshuisvesting. Aan de hand hiervan word bekeken wat de meest effectieve aanpassingen op de woningen zullen zijn. Hoe worden deze eisen en verwachtingen gehaald? Er is niet een standaard procedure om de eisen en verwachtingen te halen die voorafgaande aan de renovatie worden vast gesteld. Hoe worden de bewoners meegenomen in het proces van renoveren? De bewoners worden in de haalbaarheidsstudie al meegenomen. Ze worden door de bewonersdiensten benaderd over hoe ze in een eventuele renovatie staan maar ook hoe ze over een huurverhoging denken. Deze bewonersdiensten organiseren ook inspraakavonden. Via welke methode/concept wordt er gerenoveerd? Er wordt niet via een methode of concept gerenoveerd. Ze gebruiken wel een soort concept dat de bewoner de keuze geeft in welke kwaliteit ze hun woning verbeterd zien worden. Ze bieden dan het basis en een keuze pakket aan. Bij het basis pakket zit
geen huurverhoging inbegrepen. Bij het keuze pakket is wel sprake van een huur verhoging. Het keuze pakket bestaat bijvoorbeeld uit een luxere keuken of badkamer. Welke nieuwe ontwikkelingen met betrekking tot renoveren zijn er toegepast? Er is een werkgroep ontwikkelbedrijf binnen Lefier opgericht. Hier moeten we mee in contact komen om meer te komen te weten over de praktische aanpak van de renovatie. Welke nieuwe ontwikkelingen worden er verwacht de aankomende jaren? Hoe wordt er gekozen tussen slopen en renoveren? Bij de analyse van een gebouw wordt er gekeken naar het rendement van het gebouw, de technische staat van het gebouw en de volkshuisvesting. Als er bij een of meerdere van deze punten blijkt dat het gebouw nog prima gerenoveerd kan worden, wordt deze gerenoveerd. Als dit niet blijkt wordt er gekozen om te slopen. Wat zijn veel voorkomende valkuilen in het renovatieproces? Zal ook bij het ontwikkelbedrijf op gevraagd moeten worden.
Bijlage 2: Overzicht renovatieconcepten
1. Naam concept: concept vereniging eigen huis Naam bedrijf: Rigoureus Inhoud concept: Vraagbeperking door reductie van ruimteverwarming. Aanpassen van bewonersgedrag. Welke type bouwwerk het op van toepassing is: Rijtjeswoningen Wat de verwachte kosten zijn: Hoeveel tijd de renovatie in beslag zal nemen: Duurzaamheidsfactoren binnen het concept: Kleine zonnecollector PV cellen Toepassing van warmtepomp Laag Temperatuur Verwarming, in de vorm van vloerverwarming en of grote radiatoren Aanschaf van Standby killers Aanschaf van A++ label witgoed Lichte aanpassing aan de isolatie waarde van de schil. Voordelen concept: Weinig aanpassingen aan de schil, hierdoor is het een toegankelijk concept voor zowel woningbouwcorporaties als voor de bewoners. Het concept is nog steeds goed toepasbaar in 2020. Nadelen concept: Het bewoners gedrag moet zodanig worden veranderd om het haalbaar te maken. Er moet een groot oppervla aanwezig zijn om de benodigde energie reductie te halen voor de PVcellen.
2. Naam concept: concept schaduwdak Naam bedrijf: Rigoureus Inhoud concept: Er wordt veel verwacht van de bewoners op het aanpassen van hun gedrag. Welke type bouwwerk het op van toepassing is: Rijtjeswoningen Wat de verwachte kosten zijn: Hoeveel tijd de renovatie in beslag zal nemen: Duurzaamheidsfactoren binnen het concept: Toepassen van een warmtepomp in combinatie met de LTV, vloerverwarming en vergrote radiatoren. Toepassen van warmtewisselaars. Warmteterugwin installaties. Een redelijke isolatie toepassen in de schil van de woning. Toepassen van standby killers en A-label aparatuur. Voordelen concept: Het is een gemakkelijk renovatieproces doordat er weinig aan de isolatie van de schil gaat gebeuren Nadelen concept: Het concept vraagt een grote inspanning om het gedrag aan te passen met betrekking tot energiezuinigheid. Het is bedoelt voor milieu bewuste mensen.
3. Naam concept: concept koplopers Naam bedrijf: Rigoureus Inhoud concept: Welke type bouwwerk het op van toepassing is: Rijtjeswoningen Wat de verwachte kosten zijn: Hoeveel tijd de renovatie in beslag zal nemen: Duurzaamheidsfactoren binnen het concept: De schil wordt volledig vervangen en gebracht naar een hoogwaardige isolatie waarde. Aanschaf van energiezuinige aparaten. Zonnecollector toepassen PV cellen toepassen Lage Temperatuur Verwarming Voordelen concept: De technische levensduur van de woning wordt aanzienlijk verlengt Nadelen concept: Hoge investeringskosten doordat de complete gevel en dak wordt vervangen. De muur wordt dikker wat problemen kan opleveren met de buren en/of de welstand. De bewoner zal korte tijd de woning moeten verlaten. Dit concept is voornamelijk bedoelt voor een doelgroep met een hoog inkomen.
4. Naam concept: concept corporatie ambachtelijk Naam bedrijf: Rigoureus Inhoud concept: De bewoner met zijn inventaris in huis houden gedurende de renovatie. De renovatie heeft invloed op de huur prijs, de bewoner moet er dus zo weinig mogelijk hinder aan ondervinden. Welke type bouwwerk het op van toepassing is: Rijtjeswoningen Wat de verwachte kosten zijn: Hoeveel tijd de renovatie in beslag zal nemen: Duurzaamheidsfactoren binnen het concept: Gebouwschil op een medium niveau brengen. Toepassen van standby killers en A++ label witgoed. Warmte terugwin installatie toepassen. Zonnecolector en PV panelen. Microwarmtekracht installatie in de HRe ketel toepassen. Voordelen concept: De bewoner kan in de woning blijven wonen gedurende de renovatie. De bewoner hoeft zijn of haar gedrag niet of nauwelijks aan te passen om de energiebesparing te halen. Nadelen concept: Voor monumentale woningen is het niet een goed toepasbaare concept. De gevel wordt namelijk helemaal veranderd. Doordat het dak wordt gebruikt voor energieopvang, moet de woning goed gesitueerd zijn om hier optimaal gebruik van te kunnen maken.
5. Naam concept: concept corporatie prefab Naam bedrijf: Rigoureus Inhoud concept: Een radicale verandering van de gebouwschil. Welke type bouwwerk het op van toepassing is: Rijtjeswoningen Wat de verwachte kosten zijn: Hoeveel tijd de renovatie in beslag zal nemen: Duurzaamheidsfactoren binnen het concept: • Sterke aanpassing aan het bewonersgedrag. Reductie van ruimteverwarming. • HRe ketel toepassen. • Isolatiewaarden van de schil verhogen. Voordelen concept: • In korte tijd hoogwaardig gerenoveerd. • Weinig onderhoud aan installaties, doordat deze niet in grote getale worden toegepast. Nadelen concept: • Lastig individueel uit te voeren omdat deze de schil dikker maakt en daardoor kan botsen met de buren en of de welstandscomissie. • De bewoner dient vors zijn gedrag aan te passen.
6. Naam concept: Sleephelling Energetisch Renoveren http://www.conceptueelbouwen.nl/index.php?mod=cboulevard&act=detailconcept&ctype=1 &conid=372 Bedrijf: AGPO Ferroli Inhoud concept: Passiefhuis renovatie nieuwe standaard voor de toekomst! Welke type bouwwerk het op van toepassing is: Grotere oude woningen. Hoeveel tijd de renovatie in beslag zal nemen: Onduidelijk, gezien het aantal installaties die geïnstalleerd moeten worden, zal dit minimaal 8 weken zijn. Wat de verwachte kosten zijn: Relatief hoog door de grote hoeveelheid installaties. Duurzaamheidsfactoren binnen het concept: • warm tapwater en ventilatie. Het gaat om de HR-ketel Megadens 4SHR en de WTWunit HR-Optifor die een gecombineerde rookgas/ventilatieafvoer hebben. • er een thermisch zonlichtsysteem met twee zonnecollectoren en een 150 liter boiler. Niet alleen het tapwater wordt daarmee verwarmd; een overschot aan warmte gaat naar de cv-installatie. • Het Aquasol 4 zonlichtsysteem, bestaande uit de boiler en twee zonnecollectoren, behoort tot de categorie terugloopsystemen; hiermee wordt oververhitting en bevriezing voorkomen. • Door de toepassing van de HR-Optifor, met een terugwinrendement op warmte van 96%, worden de ventilatieverliezen tot een minimum beperkt. Voordelen concept: • De woning is gemiddeld vijf keer energiezuiniger dan wettelijk verplicht • de CO2 uitstoot wordt tot een minimum beperkt. • Gerelateerd aan de gemiddelde verbruikscijfers bedraagt de besparing van een passiefhuis minimaal 1250 euro per jaar. • Futuristische uitstraling door de gebruikte installaties. • gezond en comfortabel leefklimaat. • Zeer goede isolatie van vloeren, wanden, daken, gevels, kozijnen en plafonds Nadelen concept: • Door de hoeveelheid installaties, duurder dan noodzakelijk. • Langdurig renovatietraject.
7. Naam concept: W&R renovatie http://www.conceptueelbouwen.nl/index.php?mod=cboulevard&act=detailconcept&ctype=1&conid =421 Naam bedrijf:
BAM woningbouw Inhoud concept: Welk type bouwwerk is het op van toepassing: Het concept is van toepassing op grootschalige renovaties met als klant woningbouwcorporaties. Hoeveel tijd de renovatie in beslag zal nemen: Dit concept biedt een bewonersservice om zo de overlast voor de bewoners zo laag mogelijk te houden. Door seriematig renoveren in verhouding sneller. Duurzaamheidsfactoren binnen het concept: Hier doet het concept geen uitspraken over, enkel dat het een duurzaam concept is met veel mogelijkheden. Voordelen concept: • Erg veelzijdig • Ook voor investeerders aantrekkelijk • Veel ruimte voor duurzame verbeteringen • De klant als uitgangspunt Nadelen concept: • Veel onduidelijkheid door breedte van concept • Alleen van toepassing op wijken en grote series woningen.
Naam concept: Passiefhuis Renovatie http://www.conceptueelbouwen.nl/index.php?mod=cboulevard&act=detailconcept&ctype=1 &conid=699 Bedrijf:
BAM Woningbouw Inhoud concept: Zelfde als sleephelling energetisch renoveren. ' Passief bouwen is een bouwconcept waarbij optimaal gebruik wordt gemaakt van de zon. Een project in Rotterdam, genaamd Sleephelling, is het eerste bestaande woongebouw dat gerenoveerd is volgens het Passiefhuisprincipe.'
Naam concept: Componentrenovatie http://www.bouwhulp.nl/downloads/extra/componentenrenovatie_meerinfo.php Bedrijf:
BouwhulpGroep BV, architecten en adviseurs Inhoud concept: Componentrenovatie is een renovatieconcept bestaande uit verschillende deelconcepten Welke type bouwwerk het op van toepassing is: doorzon-, portiek-, galerijwoning Wat de verwachte kosten zijn: onduidelijk Hoeveel tijd de renovatie in beslag zal nemen: onduidelijk Duurzaamheidsfactoren binnen het concept: onduidelijk Voordelen concept: onduidelijk Nadelen concept: onduidelijk
Naam concept: QWERTY http://www.bouwhulp.nl/techniek/nederland_qwerty.php Bedrijf:
BouwhulpGroep BV, architecten en adviseurs Inhoud concept: QWERTY, de nieuwe praktijk van de architect Welke type bouwwerk het op van toepassing is: onduidelijk Hoeveel tijd de renovatie in beslag zal nemen: onduidelijk Wat de verwachte kosten zijn: onduidelijk Duurzaamheidfactoren binnen het concept: onduidelijk Voordelen concept: onduidelijk Nadelen concept: onduidelijk
Naam concept: Duurzaam Verbeteren http://www.duurzaamverbeteren.nl/themas/wonen/duurzaam_verbeteren/stappenplan.aspx?p =1.1.1.4 Bedrijf:
Dura Vermeer Inhoud concept: Sneller, goedkoper én groener Welke type bouwwerk het op van toepassing is: onduidelijk Hoeveel tijd de renovatie in beslag zal nemen: onduidelijk Wat de verwachte kosten zijn: onduidelijk Duurzaamheidsfactoren binnen het concept: onduidelijk Voordelen concept: onduidelijk Nadelen concept: onduidelijk
Naam concept: RENOVAPLUS® http://www.hodes-bouwsystemen.com/73450-uitbuiken-renovaplus.html Bedrijf:
Hodes Bouwsystemen Inhoud concept: Renovatie voor woon- en/of zorgcomplex plus: extra woonoppervlak, korte doorlooptijd, integrale werkwijze (design en construct), gegarandeerde prestaties. Welke type bouwwerk het op van toepassing is: woon- en/of zorgcomplex Hoeveel tijd de renovatie in beslag zal nemen: Erg Korte doorlooptijd door modulair werken Wat de verwachte kosten zijn: Onbekend, verwacht gemiddeld, lager door korte doorlooptijd, hoger door modulair bouwen. Duurzaamheidfactoren binnen het concept: • geïndustrialiseerd bouwen, kleinere afvalstromen • Betere thermische en akoestische isolatie Voordelen concept: • voldoet aan de nieuwe norm voor zorgappartementen • Design and construct (1 contractpartner) • Geïndustrialiseerd dus geen fouten tijdens de bouw Nadelen concept: • relatief beperkte toepasbaarheid (flats)
Naam concept: Renovatie op maat http://ieperen.masc.nl/Home.aspx Bedrijf:
Van Ieperen Groep Inhoud concept: Renovatie op maat is een concept van de Van Ieperen Groep om budgetneutraal te kunnen bouwen Welke type bouwwerk het op van toepassing is: Onduidelijk, de naam renovatie op maat doet geloven dat het concept breed toepasbaar is. Hoeveel tijd de renovatie in beslag zal nemen: Zo kort mogelijk, de bewoner staat centraal Wat de verwachte kosten zijn: Lager dan gemiddeld door een actieve benadering om faalkosten zo laag mogelijk te houden. Duurzaamheidsfactoren binnen het concept: Wordt niet meegenomen binnen het concept Voordelen concept: • Kostenneutraal • De bewoner centraal Nadelen concept: • Richt zich niet op duurzaamheid
Naam concept: GreenUpgrade http://epub01.publitas.nl/volkerwessels/netwerk32010/magazine.php?spread=30#/spreadview/ 30/ Bedrijf: VolkerWessels Inhoud concept: De kortste weg van F naar A (energielabels) Welke type bouwwerk het op van toepassing is: Rij- en losstaande woningen. Hoeveel tijd de renovatie in beslag zal nemen: Korte tijd door het modulaire bouwen, 2 dagen. Wat de verwachte kosten zijn: Laag door het erg snelle en modulaire bouwen. Duurzaamheidsfactoren binnen het concept: Streven naar een A label. Voordelen concept: • Erg korte doorlooptijd • Het aantrekkelijk maken van oude woningen Nadelen concept: • Bied niet echt variatie aan • Is niet gefocussed op duurzaamheid
Naam concept: 360Skin http://www.360skin.nl/ Bedrijf: Weijers Eikhout Inhoud concept: Hét nieuwe totaalconcept op het gebied van modulair renoveren op dak en gevel. Welke type bouwwerk het op van toepassing is: Doorzonwoningen Hoeveel tijd de renovatie in beslag zal nemen: Korter door een industriële aanpak Wat de verwachte kosten zijn: Lager door een korter doorlooptijd, hoger door de industriële aanpak Duurzaamheidfactoren binnen het concept: • Beperkt zich bij dit concept tot het verlagen van de energievraag. Voordelen concept: • Korte doorlooptijd • Pakt de gehele gevel aan waardoor het gebouw een nieuwe uitstraling krijgt • Mogelijkheid tot uitbreiding van de woning binnen dit concept Nadelen concept: • Niet echt duurzaam • richt zich met name op de schil
Naam concept: FaktorPlus http://www.faktorplus.nl/ Bedrijf:
FaktorPlus Zeeland BV Inhoud concept: FaktorPlus is een samenwerkingsverband tussen vier ondernemingen, die complementaire diensten op het gebied van renovatiewerkzaamheden aanbieden. Welke type bouwwerk het op van toepassing is: Flexibel concept, industriegebouwen, kantoorgebouwen, woningen. Hoeveel tijd de renovatie in beslag zal nemen: Onbekend, wel de bewoner als eerste prioriteit. Wat de verwachte kosten zijn: onbekend, zal met name afhangen van de gekozen mogelijkheden. Duurzaamheidfactoren binnen het concept: Standaard niets, wel opties, bijvoorbeeld: • Spouwisolatie • dakisolatie • vloerisolatie • tochtwering • kozijn met HR++ glas • HR cv-ketel • zonnepanelen • energiezuinige verlichting/bewegingssensoren Voordelen concept: • Breed toepasbaar • op maat leverbaar Nadelen concept: • Vrij onduidelijk, vele opties, hierdoor niet echt een concept maar een breed gespecialiseerd bedrijf.
Naam concept: Lamikonplan® Bedrijf: Lamikon Inhoud concept: Dit is geen renovatieconcept, richt zich op de instandhouding van kozijnhout ' Lamikonplan herstelt de vochthuishouding van het hout in onder meer houten kozijnen. Een onderhoudssysteem dat speciaal is ontwikkeld voor instandhouding van houten kozijnen maar ook ingezet kan worden voor preventie. '
Naam concept: Lamikon Woodstone® http://www.conceptueelbouwen.nl/index.php?mod=cboulevard&act=detailconcept&ctype=1 &conid=390 Bedrijf: Lamikon Dit is geen renovatieconcept ' Lamikon Woodstone: het bekledingssysteem voor bestaande houten kozijnen. Het Lamikon Woodstone renovatiesysteem voor bestaande houten kozijnen voorziet in een duurzame bekleding van de bestaande houten gevelelementen.'
Naam concept: Stadsherstelformule http://www.conceptueelbouwen.nl/index.php?mod=cboulevard&act=detailconcept&ctype=1 &conid=492 Bedrijf:
BOEI Inhoud concept: BOEi is de aanjager van het herbestemmen van industriële monumenten via de stadsherstelformule. Dit is geen renovatieconcept 'BOEi is vaak de aanjager van het herbestemmen van industriële monumenten. Onze werkwijze is die volgens de stadsherstelformule: onderzoek de haalbaarheid van herbestemming, voorkom verval, zoek er een passende (economische) gebruiker bij, koop het pand of complex en restaureer het, zodat het gebouw of complex behouden blijft. Net als in een stadsherstelorganisatie ontvangen aandeelhouders alleen een rentevergoeding over het ingelegd kapitaal (eigen vermogen).'
Naam concept: Brakel Renovatieconcept http://www.conceptueelbouwen.nl/index.php?mod=cboulevard&act=detailconcept&ctype=1 &conid=271 Bedrijf: Brakel Atmos b.v. Inhoud concept: Brakel Atmos b.v. regelt renovaties van installaties en voorkomt lekkages, vervuiling en uitval van systemen. Het is daarnaast kostenbesparend omdat het levensduur verlengend werkt. Dit is geen renovatieconcept, dit is een onderhoudsplan-concept voor installaties.
Naam concept: Groenoveren http://www.conceptueelbouwen.nl/index.php?mod=cboulevard&act=detailconcept&ctype=1 &conid=880 Bedrijf:
De Groot & Visser BV Inhoud concept: Groenoveren gevelrenovatie: meer comfort, minder energie. Welke type bouwwerk het op van toepassing is: • Onderwijs: scholen, universiteiten en opleidingsinstituten. • Zorgsector: ziekenhuizen, zorgcentra, verzorgingshuizen en verpleeghuizen. • Woningsector: woningcomplexen, appartementen en vve’s (we richten ons niet op individuele woningen). • Kantoren: bedrijfsgebouwen en winkelcentra. Hoeveel tijd de renovatie in beslag zal nemen: Wat de verwachte kosten zijn: Onbekend, zal afhangen van het pand en de gekozen installaties Duurzaamheidfactoren binnen het concept: • kozijnen en HR++-glas • Zonwering • Ventilatie • Solar en domotica Voordelen concept: • Breed en modulair. • Specifiek aanpasbaar per situatie • slechts 1 aanspreekpunt Nadelen concept: • Beperkt zich min of meer tot de schil
Naam concept: Lighthouse http://www.conceptueelbouwen.nl/index.php?mod=cboulevard&act=detailconcept&ctype=1 &conid=49 Bedrijf: De Meeuw Oirschot B.V. Inhoud concept: Een Lighthouse is een comfortabele compacte dakwoning van twee of drie verdiepingen. Dit is geen renovatieconcept, het lighthouse concept betreft het plaatsen van een dakwoning. Waar dit uiteraard onderdeel kan zijn van een renovatie, is dit geen renovatieconcept op zichzelf.
Naam concept: Eén blok stad http://www.eenblokstad.nl/wat-is-een-blok-stad/ Bedrijf: ERA Contour B.V. Inhoud concept: Eén blok stad voorziet oude panden van een grondige basisrenovatie: fundering, dak en gevels worden volledig hersteld en vernieuwd Welke type bouwwerk het op van toepassing is: Oude panden Hoeveel tijd de renovatie in beslag zal nemen: Relatief lang, woningen staan leeg. Wat de verwachte kosten zijn: Onbekend Duurzaamheidfactoren binnen het concept: Geen, behalve het vehogen van het energielabel Voordelen concept: • Grote mate van inbreng door de klant • Totaalaanpak van de woning Nadelen concept: • Klinkt als een marketing concept • pakt niet specifiek duurzame oplossingen aan
Naam concept: Lenferink Energie Plan http://www.conceptueelbouwen.nl/index.php?mod=cboulevard&act=detailconcept&ctype=1 &conid=267 Bedrijf: Lenferink Afbouw bv Inhoud concept: Lenferink Afbouw heeft een totaalplan ontwikkeld, waarbij energiereductie en milieu mbt onderhoud worden gebundeld in één totaalplan. Dit is geen renovatieconcept, ondanks dat dit energie plan erg bezig is met duurzaamheid, is dit geen renovatieconcept zoals wij die definiëren.
Naam concept: Modu-teq (Uitbuikmodule) http://www.conceptueelbouwen.nl/index.php?mod=cboulevard&act=detailconcept&ctype=1 &conid=907 Bedrijf: Normteq Inhoud concept: Welke type bouwwerk het op van toepassing is: portiek-, etage- en galerijflats Hoeveel tijd de renovatie in beslag zal nemen: Onbekend Wat de verwachte kosten zijn: Onbekend, maar door de industriële aanpak hoger, door de kortere doorlooptijd lager Duurzaamheidfactoren binnen het concept: Wordt niet meegenomen in dit concept Voordelen concept: • Flats krijgen een nieuw leven door deze te renoveren • Veel extra ruimte door uitbuiken Nadelen concept: • Beperkt tot uitbuiken
Naam concept: Bouwen én Beheren http://www.conceptueelbouwen.nl/index.php?mod=cboulevard&act=detailconcept&ctype=1 &conid=593 Bedrijf:
Ponje B.V. Bouwbedrijf Inhoud concept: één bedrijf is het aanspreekpunt voor alle onderhoudswerkzaamheden. Dit is geen renovatieconcept. ‘Service en onderhoud wordt als aparte dienst aangeboden, eventueel in contractvorm. Bij (gemeentelijke) aanbestedingen wordt steeds vaker gevraagd om een DCM-constructie, waarbij het ontwerp (Design), de bouw (Construct) en het onderhoud (Maintain) door één partij aangeboden moet worden. Door opname van onderhoud als dienst kan Ponjé aan deze eis voldoen.’
Naam concept: SlimRenoveren Schilrenovatie http://www.conceptueelbouwen.nl/index.php?mod=cboulevard&act=detailconcept&ctype=1&conid =860 Bedrijf:
SlimRenoveren Inhoud concept:
Een nieuwe, geprefabriceerde en goed isolerende woningschil Welke type bouwwerk het op van toepassing is: Naoorlogse rijtjeswoningen Hoeveel tijd de renovatie in beslag zal nemen: Wat de verwachte kosten zijn: Duurzaamheidfactoren binnen het concept: Voordelen concept: Totaalaanpak Aanzienlijke levensduurverlenging Nadelen concept:
Bijlage 3: Tekeningen bestaande situatie
Bijlage 4: Bouwfysische berekeningen bestaande situatie
Project:
P. Waijerstraat
Onderdeel: Situatie:
Gevel Oud
Laag
d = Dikte λ = Lambda m W/(m*K)
Tbinnen Tbuiten
Binnen Luchtlaag Laag 1 Laag 2 Laag 3 Laag 4 Laag 5 Laag 6 Laag 7 Laag 8
Stucwerk Baksteen Luchtspouw Baksteen
0,01 0,10 0,06 0,10 0,00 0,00 0,00 0,00
0,90 0,70 1,40 1,20 0,00 0,00 0,00 0,00
Luchtlaag Buiten
R m = d/λ Rm/Rtot*∆T m2 * K/W K(elvin) 0,13
8,66
0,01 0,14 0,04 0,08 0,00 0,00 0,00 0,00
0,74 9,52 2,86 5,55 0,00 0,00 0,00 0,00
0,04
2,67
20,00 -10,00 T Celcius 20,00 11,34
Pmax µ Pa(scal) 2340,00 1527,00
10,60 1478,00 1,08 905,00 -1,78 448,00 -7,33 309,00 -7,33 309,00 -7,33 309,00 -7,33 309,00 -7,33 309,00 -10,00 -10,00
µ*d m
17,00 13,00 80,00 9,00 0,00 0,00 0,00 0,00
∆Pm Paanw Pa(scal) Pa(scal) 936,00 936,00
0,17 1,30 4,80 0,90 0,00 0,00 0,00 0,00
260,00 260,00
0,45 (m2*k)/w 0,28 (m2*k)/w 2,22 W/(m2*k)
918,74 786,74 299,38 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00
559,26 118,26 148,62 101,00 101,00 101,00 101,00 101,00
208,00 208,00 7,17
R totaal: R constructie: U:
17,26 131,99 487,36 91,38 0,00 0,00 0,00 0,00
binnen buiten ∆Pm
728,00 Paanw PMax 936,00 2340,00 208,00 260,00 728,00
0,4 0,8
Project:
P. Waijerstraat
Onderdeel: Situatie:
Vloer beton Oud
Laag
Tbinnen Tbuiten
d = Dikte λ = Lambda m W/(m*K) Binnen Luchtlaag
Laag 1 Beton Laag 2 Laag 3 Laag 4 Laag 5 Laag 6 Laag 7 Laag 8 Luchtlaag Buiten
0,15 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
2,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
R totaal: R constructie: U:
R m = d/λ Rm/Rtot*∆T m2 * K/W K(elvin) 0,17
12,29
0,08 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,17
5,42 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 12,29
0,42 (m2*k)/w 0,08 (m2*k)/w 2,41 W/(m2*k)
20,00 -10,00 T Celcius 20,00 7,71 2,29 2,29 2,29 2,29 2,29 2,29 2,29 2,29 -10,00 -10,00
Pmax µ Pa(scal) 2340,00 1051,00 722,00 722,00 722,00 722,00 722,00 722,00 722,00 722,00 260,00 260,00
µ*d m
25,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
∆Pm Paanw Pa(scal) Pa(scal) 936,00 936,00
3,75 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
728,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
3,75
728,00
208,00 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00
Paanw PMax binnen 936,00 2340,00 buiten 208,00 260,00 ∆Pm
728,00
514,00 514,00 514,00 514,00 514,00 514,00 514,00 514,00
0,4 0,8
Project:
P. Waijerstraat
Onderdeel: Situatie:
Vloer hout Oud
Laag
d = Dikte λ = Lambda m W/(m*K)
Tbinnen Tbuiten
Binnen Luchtlaag Laag 1 Houten vloer Laag 2 Laag 3 Laag 4 Laag 5 Laag 6 Laag 7 Laag 8
0,02 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,17 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Luchtlaag Buiten
R m = d/λ Rm/Rtot*∆T m2 * K/W K(elvin)
20,00 -10,00
0,17
11,14
T Celcius 20,00 8,86
Pmax µ Pa(scal) 2340,00 1132,00
0,12 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
7,71 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
1,14 1,14 1,14 1,14 1,14 1,14 1,14 1,14
661,00 661,00 661,00 661,00 661,00 661,00 661,00 661,00
0,17
11,14
-10,00 -10,00
260,00 260,00
µ*d m
15,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
∆Pm Paanw Pa(scal) Pa(scal) 936,00 936,00
0,30 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,46 (m2*k)/w 0,12 (m2*k)/w 2,19 W/(m2*k)
208,00 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00
453,00 453,00 453,00 453,00 453,00 453,00 453,00 453,00
208,00 208,00 0,30
R totaal: R constructie: U:
728,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
binnen buiten ∆Pm
728,00 Paanw PMax 936,00 2340,00 208,00 260,00 728,00
0,4 0,8
Project:
P. Waijerstraat
Onderdeel: Situatie:
Dak Oud
Laag
d = Dikte λ = Lambda m W/(m*K)
Tbinnen Tbuiten
Binnen Luchtlaag Laag 1 Dakbeschot Laag 2 Gordingen Laag 3 Dakpannen Laag 4 Laag 5 Laag 6 Laag 7 Laag 8
0,02 0,03 0,01 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,13 0,17 2,50 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Luchtlaag Buiten
R m = d/λ Rm/Rtot*∆T m2 * K/W K(elvin)
20,00 -10,00
0,10
6,28
T Celcius 20,00 13,72
0,15 0,18 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
9,66 11,30 0,25 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
4,06 -7,24 -7,49 -7,49 -7,49 -7,49 -7,49 -7,49
0,04
2,51
-10,00 -10,00
Pmax µ Pa(scal) 2340,00 1854,00 828,00 100,00 330,00 1,00 330,00 1,00 330,00 0,00 330,00 0,00 330,00 0,00 330,00 0,00 330,00 0,00
µ*d m
∆Pm Paanw Pa(scal) Pa(scal) 936,00 936,00
2,00 0,03 0,01 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
260,00 260,00
0,48 (m2*k)/w 0,34 (m2*k)/w 2,09 W/(m2*k)
222,27 211,57 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00
605,73 118,43 122,00 122,00 122,00 122,00 122,00 122,00
208,00 208,00 2,04
R totaal: R constructie: U:
713,73 10,71 3,57 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
binnen buiten ∆Pm
728,00 Paanw PMax 936,00 2340,00 208,00 260,00 728,00
0,4 0,8
NEN, NPR 5129
EP woonfuncties en woongebouwen
ALGEMENE GEGEVENS Projectomschrijving
: Renovatie duplexwoning
Bestandsnaam
: I:\Afstuderen\bouwfysica\P. Waijerstraat 11.epw
Omschrijving bouwwerk
: Rijtjes/duplex woning
Adres
: P. Waijerstraat 11 9731CC Groningen
Soort bouwwerk
: Woonfunctie
EPC-eis
: 0,80
INDELING GEBOUW Type
Omschrijving zone
Verwarmd
Begane grond
Ag [m²] 39,00
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - TRANSMISSIE Definitie scheidingsconstructies zone: Begane grond constructie
Begane grond
Achtergevel
begrenzing
kruip
buiten, ZW
constructiedeel
Zijgevel
buiten, NO
buiten, ZO
Hkr
Rc
U
ZTA
[m]
[m²K/W]
[W/m²K]
[-]
Begane grondvloer h
33,7
0,45
0,46
0,18
Begane grondvloer b
5,3
0,45
0,42
0,18
0,59
1,32
Metselwerk
14,7
helling zon[°]
beschaduwing
wering
deur bg - hout
1,9
3,40
0,00
90 nee
minimale belemmering
deur bg - glas
0,8
5,10
0,80
90 nee
minimale belemmering
5,10
0,80
90 nee
minimale belemmering
ramen bg Voorgevel
A [m²]
3,0
Metselwerk
14,7
0,59
1,32
Deur bg - hout
0,8
3,40
0,00
90 nee
minimale belemmering
Deur bg - glas
1,3
5,10
0,80
90 nee
minimale belemmering
ramen bg
3,4
5,10
0,80
90 nee
minimale belemmering
rooster bg
0,2
5,00
0,60
90 nee
minimale belemmering
Metselwerk
14,3
0,00
90 nee
minimale belemmering
deur bg - hout
0,59
0,8
1,32 3,40
deur bg - glas
1,1
5,10
0,80
90 nee
minimale belemmering
ramen bg
1,8
5,10
0,80
90 nee
minimale belemmering
---------- + Totaal
97,8
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - LINEAIRE KOUDEBRUGGEN Er is gerekend volgens de forfaitaire methode m.b.t. de koudebruggen. Bij de forfaitaire methode wordt een correctie op de U-waarde toegepast. Definitie lineaire koudebruggen zone: Begane grond constructie
begrenzing
koudebrug
Begane grond
kruip
begane grondvloer
P [m]
EPW - NPR 5129 V2.02
26,24
2 jun 2011 - 11:37 / EPC=2,73 blz. 1
NEN, NPR 5129
EP woonfuncties en woongebouwen
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - INFILTRATIE qv10;kar/m² van de woonfunctie:
3,000
[dm³/sm²]
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - THERMISCHE CAPACITEIT bouwtype van de woonfunctie:
traditioneel, gemengd zwaar
INSTALLATIE W - VERWARMING EN HULPENERGIE Verwarmingssysteem 1 - Verwarming 1 verwarmingstoestel
installatiekenmerken
hulpenergie
type toestel
: individueel centraal verwarmingstoestel
type luchtverwarmer/ketel
: HR-107 Ketel
aanvoertemperatuur
: hoog temperatuursysteem (HT)
individuele bemetering
: ja
installatie voorzien van buffervat
: nee
type verwarmingslichaam
: overig (bijv. radiatoren)
opwekkingsrendement (Nopw;verw)
:
0,950 [-]
systeemrendement (Nsys;verw)
:
0,950 [-]
aantal ketels-cv/luchtverwarmers met waakvlam
: 1
gasketels-cv
: voorzien van ventilator : voorzien van elektronica : circulatiepomp voorzien van pompregeling
warmtepomp
aangewezen zones:
: geen circulatiepomp aanwezig
individuele warmtepomp
: geen parallel buffervat aanwezig
gebouwgebonden warmte-kracht
: lengte circulatieleiding 0,00 km
Begane grond
INSTALLATIE W - WARMTAPWATER nr. opwekkingstoestel
1 gasgestookt combitoestel HR/CW
EPW - NPR 5129 V2.02
klasse
Nopw;tap
qv;wp
aantal
aantal
Lbadr
Laanr
Lcirc
d;inw
Qbeh;tap;bruto
[-]
[dm³/s]
badr
aanr
[m]
[m]
[m]
[mm]
[MJ]
1
0,600
-
1
1
6-8
8-10
0,0
<= 10
3572
2 jun 2011 - 11:37 / EPC=2,73 blz. 2
NEN, NPR 5129
EP woonfuncties en woongebouwen
INSTALLATIE W - VENTILATIE Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1 ventilatievoorziening
: natuurlijke luchttoe- en afvoer
type warmteterugwinning
: geen warmteterugwinning
type voorverwarming
: geen voorverwarming
aangewezen zones
: Begane grond
INSTALLATIE W - VENTILATOREN ventilatiesysteem
type ventilator
Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
(geen ventilator)
INSTALLATIE W - KOELING koelsysteem:
type toestel
: geen koelmachine aanwezig
vrije koeling
: nee
opwekkingsrendement voor koeling (Nopw;koel)
:
0,000 [-]
systeemrendement voor koeling (Nsys;koel)
:
0,000 [-]
INSTALLATIE E - VERLICHTING omschrijving zone Begane grond
Ag [m²]
Qprim;vl [MJ]
39,0
2200
RESULTATEN - INFORMATIEF CO2-emissie
3163 kg
Risico te hoge temperaturen [TOjuli] Omschrijving zone Begane grond
EPW - NPR 5129 V2.02
TOjuli 0,52 (laag - matig risico)
2 jun 2011 - 11:37 / EPC=2,73 blz. 3
NEN, NPR 5129
EP woonfuncties en woongebouwen
RESULTATEN - ENERGIEPRESTATIEGEGEVENS verwarming
Qprim;verw
44166 MJ
hulpenergie
Qprim;hulp;verw
3414 MJ
warmtapwater
Qprim;tap
5953 MJ
ventilatoren
Qprim;vent
verlichting
Qprim;vl
zomercomfort
Qzom;comf
709 MJ
koeling
Qprim;koel
0 MJ
bevochtiging
Qprim;bev
0 MJ
comp. PV-cellen
Qprim;pv
0 MJ
comp. WK
Qprim;comp;WK
0 MJ 2200 MJ
0 MJ -----------------
totaal
Qpres;totaal /
(( 330 *
56442
Qpres;tot
56442 MJ
Qpres;toel
16546 MJ
Ag;verw
+ 65 *
Averlies
39,0
86,1
) *
Cepc 1,12
) =
+
EPC 2,73 Epc voldoet niet aan EPC-eis Bouwbesluit 1 januari 2006
RESULTATEN - AANDACHTSPUNTEN Er zijn geen waarschuwingen.
EPW - NPR 5129 V2.02
2 jun 2011 - 11:37 / EPC=2,73 blz. 4
NEN, NPR 5129
EP woonfuncties en woongebouwen
ALGEMENE GEGEVENS Projectomschrijving
: Renovatie duplexwoning
Bestandsnaam
: I:\Afstuderen\bouwfysica\P. Waijerstraat 11a.epw
Omschrijving bouwwerk
: Rijtjes/duplex woning
Adres
: P. Waijerstraat 11a 9731CC Groningen
Soort bouwwerk
: Woonfunctie
EPC-eis
: 0,80
INDELING GEBOUW Type
Omschrijving zone
Verwarmd
Verdieping
Ag [m²] 38,50
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - TRANSMISSIE Definitie scheidingsconstructies zone: Verdieping constructie
Achtergevel
begrenzing
buiten, ZW
Voorgevel
buiten, NO
Zijgevel
buiten, ZO
Dak voorzijde
buiten, boven
constructiedeel
Metselwerk
A
Hkr
Rc
U
ZTA
[m²]
[m]
[m²K/W]
[W/m²K]
[-]
0,59
1,32
13,6
helling zon[°]
beschaduwing
wering
deur verd - hout
1,9
3,40
0,00
90 nee
minimale belemmering
deur verd - glas
0,8
5,10
0,80
90 nee
minimale belemmering
ramen verd
3,0
5,10
0,80
90 nee
minimale belemmering
Metselwerk
16,0
0,80
90 nee
minimale belemmering
0,80
90 nee
minimale belemmering
ramen verd
3,3
Metselwerk
16,3
ramen verd
0,59
1,32 5,10
0,59
1,4
1,32 5,10
dak
24,8 24,8
0,47
1,64
5,2
0,59
1,32
Dak achterzijde
buiten, boven
dak
Zijgevel vliering
buiten, ZO
metselwerk
0,47
1,64
---------- + Totaal
111,1
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - LINEAIRE KOUDEBRUGGEN Er is gerekend volgens de forfaitaire methode m.b.t. de koudebruggen. Bij de forfaitaire methode wordt een correctie op de U-waarde toegepast. Geen gegevens voor lineaire koudebruggen ingevoerd
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - INFILTRATIE qv10;kar/m² van de woonfunctie:
3,000
[dm³/sm²]
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - THERMISCHE CAPACITEIT bouwtype van de woonfunctie:
EPW - NPR 5129 V2.02
traditioneel, gemengd zwaar
2 jun 2011 - 11:18 / EPC=3,11 blz. 1
NEN, NPR 5129
EP woonfuncties en woongebouwen
INSTALLATIE W - VERWARMING EN HULPENERGIE Verwarmingssysteem 1 - Verwarming 1 verwarmingstoestel
installatiekenmerken
hulpenergie
type toestel
: individueel centraal verwarmingstoestel
type luchtverwarmer/ketel
: HR-107 Ketel
aanvoertemperatuur
: hoog temperatuursysteem (HT)
individuele bemetering
: ja
installatie voorzien van buffervat
: nee
type verwarmingslichaam
: overig (bijv. radiatoren)
opwekkingsrendement (Nopw;verw)
:
0,950 [-]
systeemrendement (Nsys;verw)
:
0,950 [-]
aantal ketels-cv/luchtverwarmers met waakvlam
: 1
gasketels-cv
: voorzien van ventilator : voorzien van elektronica : circulatiepomp voorzien van pompregeling
warmtepomp
aangewezen zones:
: geen circulatiepomp aanwezig
individuele warmtepomp
: geen parallel buffervat aanwezig
gebouwgebonden warmte-kracht
: lengte circulatieleiding 0,00 km
Verdieping
INSTALLATIE W - WARMTAPWATER nr. opwekkingstoestel
klasse
Nopw;tap
qv;wp
aantal
aantal
[-]
[dm³/s]
badr
aanr
[m]
[m]
[m]
[mm]
[MJ]
1
0,600
-
1
1
6-8
8-10
0,0
<= 10
3526
1 gasgestookt combitoestel HR/CW
Lbadr
Laanr
Lcirc
d;inw
Qbeh;tap;bruto
INSTALLATIE W - VENTILATIE Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1 ventilatievoorziening
: natuurlijke luchttoe- en afvoer
type warmteterugwinning
: geen warmteterugwinning
type voorverwarming
: geen voorverwarming
aangewezen zones
: Verdieping
INSTALLATIE W - VENTILATOREN ventilatiesysteem
type ventilator
Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
(geen ventilator)
INSTALLATIE W - KOELING koelsysteem:
EPW - NPR 5129 V2.02
type toestel
: geen koelmachine aanwezig
vrije koeling
: nee
opwekkingsrendement voor koeling (Nopw;koel)
:
0,000 [-]
systeemrendement voor koeling (Nsys;koel)
:
0,000 [-]
2 jun 2011 - 11:18 / EPC=3,11 blz. 2
NEN, NPR 5129
EP woonfuncties en woongebouwen
INSTALLATIE E - VERLICHTING omschrijving zone Verdieping
Ag [m²]
Qprim;vl [MJ]
38,5
2172
RESULTATEN - INFORMATIEF CO2-emissie
3907 kg
Risico te hoge temperaturen [TOjuli] Omschrijving zone Verdieping
EPW - NPR 5129 V2.02
TOjuli 0,13 (laag - matig risico)
2 jun 2011 - 11:18 / EPC=3,11 blz. 3
NEN, NPR 5129
EP woonfuncties en woongebouwen
RESULTATEN - ENERGIEPRESTATIEGEGEVENS verwarming
Qprim;verw
57583 MJ
hulpenergie
Qprim;hulp;verw
3405 MJ
warmtapwater
Qprim;tap
5877 MJ
ventilatoren
Qprim;vent
verlichting
Qprim;vl
zomercomfort
Qzom;comf
200 MJ
koeling
Qprim;koel
0 MJ
bevochtiging
Qprim;bev
0 MJ
comp. PV-cellen
Qprim;pv
0 MJ
comp. WK
Qprim;comp;WK
0 MJ 2172 MJ
0 MJ -----------------
totaal
Qpres;totaal /
(( 330 *
69236
Qpres;tot
69236 MJ
Qpres;toel
17854 MJ
Ag;verw
+ 65 *
Averlies
38,5
111,1
) *
Cepc 1,12
) =
+
EPC 3,11 Epc voldoet niet aan EPC-eis Bouwbesluit 1 januari 2006
RESULTATEN - AANDACHTSPUNTEN Er zijn geen waarschuwingen.
EPW - NPR 5129 V2.02
2 jun 2011 - 11:18 / EPC=3,11 blz. 4
Energielabelverkenner voor woningen Gekozen woning: Rijtjeswoning, gebouwd in de periode 1946-1965, variant: eind, gebruiksoppervlakte: 78 m2, 3 bewoners Controleer kenmerken Het energielabel van de woning met onderstaande kenmerken is Controleer of de kenmerken in de onderstaande tabel overeenkomen met de kenmerken van uw eigen woning en pas deze zonodig aan. Kenmerken
Huidige situatie van uw woning
gevelisolatie
Geen
dakisolatie
Geen
vloerisolatie ramen leefruimtes
Enkel glas
ramen slaapruimtes
Enkel glas
installatie
HR-combi
ventilatie
Natuurlijk
PV-cellen (15 m2)
Nee
Bijlage 5: Tekeningen gerenoveerde situatie
Bijlage 6: Bouwfysische berekeningen gerenoveerde situatie
Project:
P. Waijerstraat
Onderdeel: Situatie:
Gevel nieuw
Laag
d = Dikte λ = Lambda m W/(m*K)
Tbinnen Tbuiten
Binnen Luchtlaag Laag 1 Laag 2 Laag 3 Laag 4 Laag 5 Laag 6 Laag 7 Laag 8
Gipsplaat Glaswol Spouw Stucwerk Baksteen luchtspouw Baksteen
0,01 0,08 0,01 0,01 0,10 0,06 0,10 0,00
0,25 0,00 1,40 0,90 0,70 1,40 1,20 0,00
Luchtlaag Buiten
R m = d/λ Rm/Rtot*∆T m2 * K/W K(elvin) 0,13
1,56
0,04 2,00 0,01 0,01 0,14 0,04 0,08 0,00
0,48 24,03 0,09 0,13 1,72 0,51 1,00 0,00
0,04
0,48
20,00 -10,00 T Celcius 20,00 18,44
Pmax µ Pa(scal) 2340,00 1527,00
17,96 1478,00 -6,07 905,00 -6,15 448,00 -6,29 309,00 -8,00 309,00 -8,52 309,00 -9,52 309,00 -9,52 309,00 -10,00 -10,00
µ*d m
17,00 13,00 80,00 9,00 0,00 0,00 0,00 0,00
∆Pm Paanw Pa(scal) Pa(scal) 936,00 936,00
0,17 0,98 0,80 0,09 0,00 0,00 0,00 0,00
260,00 260,00
2,50 (m2*k)/w 2,33 (m2*k)/w 0,40 W/(m2*k)
875,18 526,39 240,20 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00
602,82 378,61 207,80 101,00 101,00 101,00 101,00 101,00
208,00 208,00 2,04
R totaal: R constructie: U:
60,82 348,80 286,19 32,20 0,00 0,00 0,00 0,00
binnen buiten ∆Pm
728,00 Paanw PMax 936,00 2340,00 208,00 260,00 728,00
0,4 0,8
Project:
P. Waijerstraat
Onderdeel: Situatie:
Vloer beton Nieuw
Laag
Tbinnen Tbuiten
d = Dikte λ = Lambda m W/(m*K) Binnen Luchtlaag
Laag 1 Beton Laag 2 Thermokussens Laag 3 Laag 4 Laag 5 Laag 6 Laag 7 Laag 8 Luchtlaag Buiten
0,15 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
2,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
R totaal: R constructie: U:
R m = d/λ Rm/Rtot*∆T m2 * K/W K(elvin) 0,17
1,21
0,08 3,80 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,17
0,53 27,05 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 1,21
4,22 (m2*k)/w 3,88 (m2*k)/w 0,24 W/(m2*k)
20,00 -10,00 T Celcius 20,00 18,79 18,26 -8,79 -8,79 -8,79 -8,79 -8,79 -8,79 -8,79 -10,00 -10,00
Pmax µ Pa(scal) 2340,00 1051,00 722,00 722,00 722,00 722,00 722,00 722,00 722,00 722,00 260,00 260,00
µ*d m
25,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
∆Pm Paanw Pa(scal) Pa(scal) 936,00 936,00
3,75 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
728,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
3,75
728,00
208,00 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00
Paanw PMax binnen 936,00 2340,00 buiten 208,00 260,00 ∆Pm
728,00
514,00 514,00 514,00 514,00 514,00 514,00 514,00 514,00
0,4 0,8
Project:
P. Waijerstraat
Onderdeel: Situatie:
Vloer hout Nieuw
Laag
d = Dikte λ = Lambda m W/(m*K)
Tbinnen Tbuiten
Binnen Luchtlaag Laag 1 Houten vloer Laag 2 Thermokussens Laag 3 Laag 4 Laag 5 Laag 6 Laag 7 Laag 8
0,02 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,17 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Luchtlaag Buiten
R m = d/λ Rm/Rtot*∆T m2 * K/W K(elvin)
20,00 -10,00
0,17
1,20
T Celcius 20,00 18,80
Pmax µ Pa(scal) 2340,00 1132,00
0,12 3,80 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,83 26,78 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
17,97 -8,80 -8,80 -8,80 -8,80 -8,80 -8,80 -8,80
661,00 661,00 661,00 661,00 661,00 661,00 661,00 661,00
0,17
1,20
-10,00 -10,00
260,00 260,00
µ*d m
15,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
∆Pm Paanw Pa(scal) Pa(scal) 936,00 936,00
0,30 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
4,26 (m2*k)/w 3,92 (m2*k)/w 0,23 W/(m2*k)
208,00 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00
453,00 453,00 453,00 453,00 453,00 453,00 453,00 453,00
208,00 208,00 0,30
R totaal: R constructie: U:
728,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
binnen buiten ∆Pm
728,00 Paanw PMax 936,00 2340,00 208,00 260,00 728,00
0,4 0,8
Project:
P. Waijerstraat
Onderdeel: Situatie:
Dak Nieuw
Laag
d = Dikte λ = Lambda m W/(m*K)
Tbinnen Tbuiten
Binnen Luchtlaag Laag 1 Laag 2 Laag 3 Laag 4 Laag 5 Laag 6 Laag 7 Laag 8
Dakbeschot Gordingen Glaswol Dakpannen
0,02 0,03 0,03 0,01 0,00 0,00 0,00 0,00
0,13 0,17 0,00 2,50 0,00 0,00 0,00 0,00
Luchtlaag Buiten
R m = d/λ Rm/Rtot*∆T m2 * K/W K(elvin)
20,00 -10,00
0,10
1,52
T Celcius 20,00 18,48
0,15 0,18 1,50 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
2,33 2,73 15,09 0,06 0,00 0,00 0,00 0,00
16,15 13,42 -1,67 -1,73 -1,73 -1,73 -1,73 -1,73
0,04
0,61
-2,33 -10,00
Pmax µ Pa(scal) 2340,00 1854,00 828,00 100,00 330,00 1,00 330,00 1,00 330,00 0,00 330,00 0,00 330,00 0,00 330,00 0,00 330,00 0,00
µ*d m
∆Pm Paanw Pa(scal) Pa(scal) 936,00 936,00
2,00 0,03 0,01 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
260,00 260,00
1,98 (m2*k)/w 1,84 (m2*k)/w 0,51 W/(m2*k)
222,27 211,57 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00
605,73 118,43 122,00 122,00 122,00 122,00 122,00 122,00
208,00 208,00 2,04
R totaal: R constructie: U:
713,73 10,71 3,57 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
binnen buiten ∆Pm
728,00 Paanw PMax 936,00 2340,00 208,00 260,00 728,00
0,4 0,8
Project:
P. Waijerstraat
Onderdeel: Situatie:
Gevel uitbouw Nieuw
Laag
d = Dikte λ = Lambda m W/(m*K)
Tbinnen Tbuiten
Binnen Luchtlaag Laag 1 Laag 2 Laag 3 Laag 4 Laag 5 Laag 6 Laag 7 Laag 8
Gips HSB element Isolatie Trespa
0,01 0,14 0,125 0,06 0,00 0,00 0,00 0,00
0,25 0,00 0,00 0,30 0,00 0,00 0,00 0,00
Luchtlaag Buiten
R m = d/λ Rm/Rtot*∆T m2 * K/W K(elvin)
20,00 -10,00
0,10
0,84
T Celcius 20,00 19,16
0,05 0,00 3,20 0,20 0,00 0,00 0,00 0,00
0,42 0,00 26,74 1,67 0,00 0,00 0,00 0,00
18,75 18,75 -7,99 -9,67 -9,67 -9,67 -9,67 -9,67
0,04
0,33
-10,00 -10,00
Pmax µ Pa(scal) 2340,00 1854,00 828,00 100,00 330,00 1,00 330,00 1,00 330,00 0,00 330,00 0,00 330,00 0,00 330,00 0,00 330,00 0,00
µ*d m
∆Pm Paanw Pa(scal) Pa(scal) 936,00 936,00
1,25 0,14 0,06 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
260,00 260,00
3,59 (m2*k)/w 3,45 (m2*k)/w 0,28 W/(m2*k)
308,41 238,12 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00
519,59 91,88 122,00 122,00 122,00 122,00 122,00 122,00
208,00 208,00 1,45
R totaal: R constructie: U:
627,59 70,29 30,12 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
binnen buiten ∆Pm
728,00 Paanw PMax 936,00 2340,00 208,00 260,00 728,00
0,4 0,8
Project:
P. Waijerstraat
Onderdeel: Situatie:
Dak uitbouw Nieuw
Laag
d = Dikte λ = Lambda m W/(m*K)
Tbinnen Tbuiten
Binnen Luchtlaag Laag 1 Laag 2 Laag 3 Laag 4 Laag 5 Laag 6 Laag 7 Laag 8
Gips Spouw Isolatie Underlayment Dakplaat
0,01 0,14 0,125 0,02 0,06 0,00 0,00 0,00
0,25 0,00 0,00 0,30 0,00 0,00 0,00 0,00
Luchtlaag Buiten
R m = d/λ Rm/Rtot*∆T m2 * K/W K(elvin)
20,00 -10,00
0,10
0,58
T Celcius 20,00 19,42
0,05 0,00 3,40 0,06 1,50 0,00 0,00 0,00
0,29 0,00 19,81 0,35 8,74 0,00 0,00 0,00
19,13 19,13 -0,68 -1,03 -9,77 -9,77 -9,77 -9,77
0,04
0,23
-10,00 -10,00
Pmax µ Pa(scal) 2340,00 1854,00 828,00 100,00 330,00 1,00 330,00 1,00 330,00 0,00 330,00 0,00 330,00 0,00 330,00 0,00 330,00 0,00
µ*d m
∆Pm Paanw Pa(scal) Pa(scal) 936,00 936,00
1,25 0,14 0,02 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
260,00 260,00
5,15 (m2*k)/w 5,01 (m2*k)/w 0,19 W/(m2*k)
289,69 217,31 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00
538,31 112,69 122,00 122,00 122,00 122,00 122,00 122,00
208,00 208,00 1,41
R totaal: R constructie: U:
646,31 72,39 9,31 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
binnen buiten ∆Pm
728,00 Paanw PMax 936,00 2340,00 208,00 260,00 728,00
0,4 0,8
NEN, NPR 5129
EP woonfuncties en woongebouwen
ALGEMENE GEGEVENS Projectomschrijving
: Renovatie duplexwoning
Bestandsnaam
: I:\Afstuderen\bouwfysica\P. Waijerstraat 11 nieuw.epw
Omschrijving bouwwerk
: Rijtjes/duplex woning
Adres
: P. Waijerstraat 11 9731CC Groningen
Soort bouwwerk
: Woonfunctie
EPC-eis
: 0,80
INDELING GEBOUW Type
Omschrijving zone
Verwarmd
Begane grond
Ag [m²]
Verwarmd
Verdieping
38,50
Verwarmd
Uitbouw
12,31
39,00
------------- + totaal
89,81
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - TRANSMISSIE Definitie scheidingsconstructies zone: Begane grond constructie
begrenzing
Begane grond
kruip
Achtergevel
buiten, ZW
constructiedeel
A
Hkr
Rc
U
ZTA
[m²]
[m]
[m²K/W]
[W/m²K]
[-]
Begane grondvloer h
33,7
0,45
4,26
0,11
Begane grondvloer b
5,3
0,45
Metselwerk
7,3
Zijgevel
buiten, NO
buiten, ZO
0,11 0,52
[°]
beschaduwing
wering
deur bg - hout
1,9
3,40
0,00
90 nee
minimale belemmering
deur bg - dubbelgla
0,8
1,20
0,80
90 nee
minimale belemmering
1,20
0,80
90 nee
minimale belemmering
ramen bg - dubbelgl Voorgevel
4,26 1,74
helling zon-
Metselwerk
3,0 14,7
1,74
0,52
Deur bg - hout
0,8
3,40
0,00
90 nee
minimale belemmering
Deur bg - dubbelgla
1,3
1,20
0,80
90 nee
minimale belemmering
ramen bg - dubbelgl
3,4
1,20
0,80
90 nee
minimale belemmering
rooster bg
0,2
5,00
0,60
90 nee
minimale belemmering
Metselwerk
14,3
1,74
0,52
deur bg - hout
0,8
3,40
0,00
90 nee
minimale belemmering
deur bg - dubbelgla
1,1
1,20
0,80
90 nee
minimale belemmering
1,8
1,20
0,80
90 nee
minimale belemmering
ramen bg - dubbelgl
---------- + Totaal
EPW - NPR 5129 V2.02
90,4
5 jun 2011 - 20:35 / EPC=1,28 blz. 1
NEN, NPR 5129
EP woonfuncties en woongebouwen
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - TRANSMISSIE (vervolg) Definitie scheidingsconstructies zone: Verdieping constructie
Achtergevel
Voorgevel
begrenzing
buiten, ZW
buiten, NO
Zijgevel
buiten, ZO
dak voorzijde
buiten, boven
constructiedeel
metselwerk
A
Hkr
Rc
U
ZTA
[m²]
[m]
[m²K/W]
[W/m²K]
[-]
1,74
0,52
13,6
helling zon[°]
beschaduwing
wering
deur verd - hout
1,9
3,40
0,00
90 nee
minimale belemmering
deur verd - glas
0,8
1,20
0,80
90 nee
minimale belemmering
ramen verd
3,0
1,20
0,80
90 nee
minimale belemmering
metselwerk
16,0
ramen verd
3,3
0,80
90 nee
minimale belemmering
0,80
90 nee
minimale belemmering
helling zon-
zijgevel
0,52
1,74
0,52
1,20
16,3
ramen verd
1,74
1,4
1,20
dak
24,8 24,8
1,98
0,47
5,2
1,74
0,52
Hkr
Rc
U
ZTA
[m²]
[m]
[m²K/W]
[W/m²K]
[-]
14,4
0,45
4,26
0,11
3,49
0,27
dak achterzijde
buiten, boven
dak
zijgevel vliering
buiten, ZO
metselwerk
1,98
0,47
---------- + Totaal
111,1
Definitie scheidingsconstructies zone: Uitbouw constructie
begrenzing
constructiedeel
A
Begane grond...
kruip
begane grondvloer
Achtergevel
buiten, Z
HSB
Zijgevel links
buiten, boven
8,3
Ramen
0,0
HSB
9,2
3,49
0,28
0,00
Zijgevel rechts
buiten, boven
HSB
9,2
3,49
0,28
Dak
buiten, boven
Dak
14,4
1,32
0,68
0,60
[°]
beschaduwing
wering
90 nee
minimale belemmering
---------- + Totaal
55,6
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - LINEAIRE KOUDEBRUGGEN Er is gerekend volgens de forfaitaire methode m.b.t. de koudebruggen. Bij de forfaitaire methode wordt een correctie op de U-waarde toegepast. Definitie lineaire koudebruggen zone: Begane grond constructie
begrenzing
koudebrug
Begane grond
kruip
begane grondvloer
P [m] 26,24
Definitie lineaire koudebruggen zone: Verdieping Voor deze zone zijn geen gegevens voor lineaire koudebruggen ingevoerd
Definitie lineaire koudebruggen zone: Uitbouw constructie
begrenzing
Begane grond vloe
kruip
koudebrug
P [m]
EPW - NPR 5129 V2.02
0,00
5 jun 2011 - 20:35 / EPC=1,28 blz. 2
NEN, NPR 5129
EP woonfuncties en woongebouwen
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - INFILTRATIE omschrijving zone
qv10;kar/m² [dm³/sm²]
Begane grond
1,000
Verdieping
1,000
Uitbouw
1,000
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - THERMISCHE CAPACITEIT omschrijving zone
bouwtype
Begane grond
traditioneel, gemengd zwaar
Verdieping
traditioneel, gemengd zwaar
Uitbouw
traditioneel, gemengd zwaar
INSTALLATIE W - VERWARMING EN HULPENERGIE Verwarmingssysteem 1 - Verwarming 1 verwarmingstoestel
installatiekenmerken
hulpenergie
type toestel
: individueel centraal verwarmingstoestel
type luchtverwarmer/ketel
: HR-107 Ketel
aanvoertemperatuur
: laag temperatuursysteem (LT)
individuele bemetering
: ja
installatie voorzien van buffervat
: nee
type verwarmingslichaam
: overig (bijv. radiatoren)
opwekkingsrendement (Nopw;verw)
:
0,975 [-]
systeemrendement (Nsys;verw)
:
0,950 [-]
aantal ketels-cv/luchtverwarmers met waakvlam
: 1
gasketels-cv
: voorzien van ventilator : voorzien van elektronica : circulatiepomp voorzien van pompregeling
warmtepomp
aangewezen zones:
: geen circulatiepomp aanwezig
individuele warmtepomp
: geen parallel buffervat aanwezig
gebouwgebonden warmte-kracht
: lengte circulatieleiding 0,00 km
Begane grond Verdieping Uitbouw
INSTALLATIE W - WARMTAPWATER nr. opwekkingstoestel
1 gasgestookt combitoestel HR/CW
EPW - NPR 5129 V2.02
klasse
Nopw;tap
qv;wp
Ag;badr
Ag;aanr
Lbadr
Laanr
Lcirc
d;inw
Qbeh;tap;bruto
[-]
[dm³/s]
[m²]
[m²]
[m]
[m]
[m]
[mm]
[MJ]
1
0,600
-
10,0
10,0
6-8
8-10
0,0
<= 10
8226
5 jun 2011 - 20:35 / EPC=1,28 blz. 3
NEN, NPR 5129
EP woonfuncties en woongebouwen
INSTALLATIE W - VENTILATIE Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1 ventilatievoorziening
: mechanische luchttoe- en afvoer
type warmteterugwinning
: kruisstroom-warmtewisselaar
Nwtw
: 0,65
regelbaar door bewoners
: nee
toevoer in zomer
: toevoer niet uitschakelbaar
bypass aanwezig
: 100% bypass
type voorverwarming
: voorverwarming door warmteterugwinning
aangewezen zones
: Begane grond Verdieping Uitbouw
INSTALLATIE W - VENTILATOREN ventilatiesysteem
type ventilator
Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
gebalanceerde ventilatie, gelijkstroom
INSTALLATIE W - KOELING koelsysteem:
type toestel
: geen koelmachine aanwezig
vrije koeling
: nee
opwekkingsrendement voor koeling (Nopw;koel)
:
0,000 [-]
systeemrendement voor koeling (Nsys;koel)
:
0,000 [-]
INSTALLATIE E - VERLICHTING omschrijving zone
Ag [m²]
Qprim;vl [MJ]
Begane grond
39,0
2200
Verdieping
38,5
2172
Uitbouw
12,3 ------------
totaal
694 +
------------
89,8
+
5066
RESULTATEN - INFORMATIEF CO2-emissie
3620 kg
Risico te hoge temperaturen [TOjuli] Omschrijving zone
TOjuli
Begane grond
1,73 (laag - matig risico)
Verdieping
0,89 (laag - matig risico)
Uitbouw
0,00 (laag - matig risico)
EPW - NPR 5129 V2.02
5 jun 2011 - 20:35 / EPC=1,28 blz. 4
NEN, NPR 5129
EP woonfuncties en woongebouwen
RESULTATEN - ENERGIEPRESTATIEGEGEVENS verwarming
Qprim;verw
35230 MJ
hulpenergie
Qprim;hulp;verw
warmtapwater
Qprim;tap
13709 MJ
4605 MJ
ventilatoren
Qprim;vent
3482 MJ
verlichting
Qprim;vl
5066 MJ
zomercomfort
Qzom;comf
2432 MJ
koeling
Qprim;koel
0 MJ
bevochtiging
Qprim;bev
0 MJ
comp. PV-cellen
Qprim;pv
0 MJ
comp. WK
Qprim;comp;WK
0 MJ -----------------
totaal
Qpres;totaal /
(( 330 *
64523
Qpres;tot
64523 MJ
Qpres;toel
40598 MJ
Ag;verw
+ 65 *
Averlies
89,8
) *
241,1
Cepc
+
) =
EPC
1,12
1,28 Epc voldoet niet aan EPC-eis Bouwbesluit 1 januari 2006
RESULTATEN - AANDACHTSPUNTEN Bouwkundige gegevens Uitbouw, Achtergevel: er is gebruik gemaakt van het hulpformulier Uw.
Bouwkundige gegevens Uitbouw, Begane grond vloer: er is geen waarde voor de perimeter P ingevoerd.
Het totaal van Ag;badruimten voor alle warmtapwatersystemen is niet gelijk aan het totale Ag. Het totaal van Ag;aanrechten voor alle warmtapwatersystemen is niet gelijk aan het totale Ag.
Bij het warmtapwatertoestel '1 - Tapwater 1' staat de toepassingsklasse op 1.
EPW - NPR 5129 V2.02
5 jun 2011 - 20:35 / EPC=1,28 blz. 5
Energielabelverkenner voor woningen Gekozen woning: Rijtjeswoning, gebouwd in de periode 1946-1965, variant: eind, gebruiksoppervlakte: 92 m2, 3 bewoners Controleer kenmerken Het energielabel van de woning met onderstaande kenmerken is Controleer of de kenmerken in de onderstaande tabel overeenkomen met de kenmerken van uw eigen woning en pas deze zonodig aan. Kenmerken
Huidige situatie van uw woning
gevelisolatie
Matig/nageïsoleerd
dakisolatie
Goed
vloerisolatie
Goed
ramen leefruimtes
Dubbel glas
ramen slaapruimtes
Dubbel glas
installatie
HR-combi
ventilatie
Mechanisch
PV-cellen (15 m2)
Nee
Bijlage 7: Kostenberekeningen gerenoveerde situatie
00 00,10,01 00,10,02 00,10,03 00,10,04 00,10,05 00,10,06 00,10,07 00,10,08
TOTAAL
Totaal onderaanneming
Onderaanneming
Tot Materieel
Materieel
Totaal materiaal
Materiaal
Arbeid
Uren
Uurloon
Norm UK
Omschrijving
S
Eenheid
Hoeveelheid
Code
HH Bouw Industrieweg 1A Groningen Project: Renovatie P. Wayerstraat 2011 Opdrachtgever: Woonstade Datum: 25-05-2011
Algemeen 6 wk 1 6 1 1 1 1
pst wk wk pst pst pst
Uitvoering transport communicatie 10 36,90 60 2.214,00 Kosten energie water etc. voor kosten woningcorporatie via bewoners Tijdelijke voorzieningen Huur Rolsteiger Huur Hoogwerker Op en afbouw rolsteiger 8 36,90 8 295,20 Hekwerk tbv afsluiten woning 4 36,90 4 147,60 Onvoorzien 72 Eenheidprijs algemeen
72
50,00
50,00 80,00 290,00
480,00 290,00
250,00 250,00
250,00 250,00
€
2.214,00
€ € € € € € €
50,00 480,00 290,00 295,20 397,60 250,00 3.976,80
€
3.976,80
TOTAAL
Totaal onderaanneming
Onderaanneming
Tot Materieel
Materieel
Totaal materiaal
Materiaal
Arbeid
Uren
Uurloon
Norm UK
Omschrijving
S
Eenheid
Hoeveelheid
Code 10
Sloop en Stutwerk
10,01 10,01,01 10,01,02 10,01,03 10,01,04
4,4 3 6 9
m2 m2 m2 m2
Gevelkozijnen Verwijderen deurkozijnen Verwijderen raamkozijn BG Verwijderen gevelpui BG Verwijderen raamkozijn 1e verd
1,0 1,0 1,0 1,2
36,90 36,90 36,90 36,90
4,40 3,00 6,00 10,80
162,36 110,70 221,40 398,52
€ € € €
162,36 110,70 221,40 398,52
10,02 10,02,01 10,02,02 10,02,03 10,02,04 10,02,05
12 14 4,8 6 8,6
m2 m2 m2 m2 m2
Binnenwanden slopen wanden hal slopen wanden woonkamer Slopen toilet 1e verd slopen schouw Slopen gevel tbv aanbouw
0,5 0,5 0,5 0,5 0,5
36,90 36,90 36,90 36,90 36,90
5,98 6,90 2,40 3,00 4,30
220,66 254,61 88,56 110,70 158,67
€ € € € €
220,66 254,61 88,56 110,70 158,67
10,03 10,03,01 10,03,02 10,03,03 10,03,04 10,03,05 10,03,06
1 1 1 1 1 1
st st st st st wk
Overig sloopwerk slopen keuken onder slopen keuken boven slopen toilet/douche onder slopen toilet boven slopen douche boven huur luchthamer + compressor
6,0 5,0 2,5 1,5 1,5 2,0
36,90 36,90 36,90 36,90 36,90 36,90
6 5 2,5 1,5 1,5 2
221,40 184,50 92,25 55,35 55,35 73,80
€ € € € € €
221,40 184,50 92,25 55,35 55,35 198,80
10,04 10,04,10
1 pst 4 st
1
36,90
4
147,60
€
1.107,60
10,05 10,05,10
20 m1
0,25
36,90
5,0
184,50
€ €
384,50 4.025,93
€
4.025,93
Afval afvalcontainer 6m3 Stutwerk Stempels tbv aanbrengen lateien
Eenheidprijs Sloop en Afvalkosten
74,28
125,00
125,00
240,00
10,00
200,00
960,00
12,01 12,01,10
Grondwerk
11 m3
Grondwerk aanbouw Ontgraven grond tbv aanbouw
35,00
385,00
Eenheidsprijs grondwerk
21
Betonwerk
21,01 21,01,10 21,01,11 21,01,12 21,01,13
Betonwerk tbv aanbouw Stroken Betonvloer aanbouw Vlinderen betonvloer Staalmat 150*150*8
2,1 1,7 14 14
m3 m3 m2 m2
69,00 105,00 12,00 10,00
Eenheidsprijs betonwerk
22 22,01 22,01,10 22,01,11 22,01,12 22,01,13 22,01,14
TOTAAL
Totaal onderaanneming
Onderaanneming
Tot Materieel
Materieel
Totaal materiaal
Materiaal
Arbeid
Uren
Uurloon
Norm UK
Omschrijving
S
Eenheid
Hoeveelheid
Code 12
144,90 181,65 172,80 140,00
€
385,00
€
385,00
€ € € € €
144,90 181,65 326,55 140,00 793,10
€
793,10
€ € € € € €
372,98 573,62 247,25 110,70 155,70 1.460,25
€
1.460,25
Metselwerk
9,3 12 5 3 3
m2 m2 m2 m1 m1
Metselen fundering Fundering kalkzandseenblokken Aanhelen wanden BG Metselen wanden BG Wegkappen metselw. tbv loodslab Aanhelen metselwerk boven HEA
Eenheidsprijs metselwerk
0,45 0,50 0,50 1,00 1,00
36,90 36,90 36,90 36,90 36,90
4,19 5,80 2,50 3,00 3,00
18,49
154,43 214,02 92,25 110,70 110,70
23,50 31,00 31,00
218,55 359,60 155,00
15,00
45,00
24,01 24,01,10 24,01,11 24,01,12 24,01,13 24,01,14 24,01,15
TOTAAL
Totaal onderaanneming
Onderaanneming
Tot Materieel
Materieel
Totaal materiaal
Materiaal
Arbeid
Uren
Uurloon
Norm UK
Omschrijving
S
Eenheid
Hoeveelheid
Code 24
Ruwbouw timmerwerk
141 31 28 31 90 31
m1 m2 m2 m2 m1 m2
Aanbouw wanden SLS 36*140 h.o.h. 400mm WBP multiplex 15mm Gipsplaat 12mm Rockpanel 9mm Regels Rockwool 125mm
0,20 0,50 0,40 0,40 0,10 0,20
36,90 36,90 36,90 36,90 36,90 36,90
28,20 1.040,58 15,25 562,73 11,32 417,71 12,20 450,18 9,00 332,10 6,10 225,09
1,50 211,50 16,90 515,45 3,10 87,73 44,50 1.357,25 0,60 54,00 4,90 149,45
€ € € € € €
1.252,08 1.078,18 505,44 1.807,43 386,10 374,54
24,02 24,02,10 24,02,11 24,02,12
44 m1 13 m2 14 m2
Aanbouw dak Vuren 60*160 Gipsplaat 12mm Rockwool 125mm
0,20 0,40 0,20
36,90 36,90 36,90
8,80 5,20 2,88
324,72 191,88 106,27
4,60 3,10 4,90
202,40 40,30 70,56
€ € €
527,12 232,18 176,83
24,03 24,03,10
12 m1
Bekisting fundering aanbouw Bekisting stroken
0,50
36,90
5,80
214,02
7,00
81,20
€
295,22
Voorzetwanden SLS 96*36 hoh 400 Rockwool 75mm Gipsplaat 12mm Vensterbankaftimmering
0,20 0,20 0,40 1,00
47,52 1.753,49 8,10 298,89 18,40 678,96 10,90 402,21
1,09 3,41 3,10 14,60
258,98 138,11 142,60 159,14
€ € € €
2.012,47 437,00 821,56 561,35
24,04 24,04,10 24,04,11 24,04,12 24,04,13
238 41 46 11
m1 m2 m2 m1
Eenheidsprijs runbouwtimmerwerk
36,90
36,90 36,90 36,90
189,67
€ 10.467,49
189,67
€ 10.467,49
25,01 25,01,10 25,01,11 25,01,12
TOTAAL
Totaal onderaanneming
Onderaanneming
Tot Materieel
Materieel
Totaal materiaal
Materiaal
Arbeid
Metaalconstructiewerk
2,9 m1 3,7 m1 3,8 m1
Stalen lateien Latei 1 HEA 260 Latei 2 HEA 260 Latei 3 HEA 220
0,70 0,70 0,70
36,90 36,90 36,90
Eenheidsprijs metaalwerk
30 30,01 30,01,10 30,01,11 30,01,12 30,01,12 30,01,13 30,01,14 30,01,15 30,01,16 30,01,17 30,01,18
Uren
Uurloon
Norm UK
Omschrijving
S
Eenheid
Hoeveelheid
Code 25
2,00 2,59 2,63 7,21
73,62 95,57 96,86
98,00 98,00 69,50
279,30 362,60 260,63
7,21
€ € € €
352,92 458,17 357,49 1.168,57
€
1.168,57
€ € € € € € € € € € €
875,20 1.969,00 407,60 407,60 287,60 407,60 862,80 407,60 661,50 264,60 6.551,10
Kozijnen ramen en deuren
2 1 1 1 1 1 3 1 5 2
st st st st st st st st st
Kozijnen Kozijn uitbouw Pui achter Raamkozijn oude keuken Raamkozijn oude slaapkamer Deurkozijn 1e verd 1 Raamkozijn 1e verd 2 Raamkozijn 1e verd 3 Raamkozijn 1e verd 4 Binnendeur kozijn stomp 88*211,5 Binnendeur kozijn opdek 88*211,5
4,00 10,00 4,00 4,00 4,00 4,00 4,00 4,00 2,00 2,00
36,90 36,90 36,90 36,90 36,90 36,90 36,90 36,90 36,90 36,90
8,00 10,00 4,00 4,00 4,00 4,00 12,00 4,00 10,00 4,00 64,00
295,20 369,00 147,60 147,60 147,60 147,60 442,80 147,60 369,00 147,60
290,00 580,00 1.600,00 1.600,00 260,00 260,00 260,00 260,00 140,00 140,00 260,00 260,00 140,00 420,00 260,00 260,00 58,50 292,50 58,50 117,00
5 st 2 st 1 st
Deuren Deur stomp 88*211,5 Deur opdek 88*211,5 Buitendeur
2,00 2,00 2,00
36,90 36,90 36,90
Eenheidsprijs kozijnen deuren ramen
33
Dakbedekkingen
33,01 33,01,10 33,01,11 33,01,12 33,01,16
Dakbedekking aanbouw Dakbedekking Geisoleerde dakplaten Mastiekklos Nokvorsten
14 14 22 24
m2 m2 m1 st
Eenheidsprijs dakbedekkingen
34 34,01 34,01,10
10,00 4,00 2,00 14,00
369,00 147,60 73,80
41,50 43,50 164,00
207,50 87,00 164,00
78,00
35,00 11,00 4,00 0,20
36,90
4,80
177,12
11,50
504,00 158,40 88,00
276,00
4,80
TOTAAL
Totaal onderaanneming
Onderaanneming
Tot Materieel
Materieel
Totaal materiaal
Materiaal
Arbeid
Uren
Uurloon
Norm UK
Omschrijving
S
Eenheid
Hoeveelheid
Code 30,02 30,02,10 30,02,11
€ € € €
576,50 234,60 237,80 1.048,90
€
7.600,00
€ € € € €
504,00 158,40 88,00 453,12 1.203,52
€
1.203,52
€ €
1.256,10 1.256,10
€
1.256,10
Beglazing
27 m2
Beglazing kozijnen Spouwglas
Eenheidsprijs beglazing
47,40 1.256,10
37,01 37,01,10 37,02 37,02,10
52 m2 45 m2
40
Na-isoleren dak binnenzijde Rockwool 75mm Na isoleren bgg vloer thermokussen
0,25
36,90
13,00
479,70
TOTAAL
Totaal onderaanneming
Onderaanneming
Tot Materieel
Materieel
Totaal materiaal
Materiaal 2,45
127,40 26,50 1.203,10
13,00
€
607,10
€ €
1.203,10 1.810,20
€
1.810,20
€ €
711,45 711,45
€
711,45
Stukadoorwerk
31 m2
Stucen metselwerk stucwerk roodband
0,50
36,90
Eenheidsprijs stucadoorwerk
41 41,01 41,01,10 41,01,11 41,02 41,02,10 41,02,11
Arbeid
Na-isolatie
Eenheidsprijs na-isolatie
40,01 40,01,10
Uren
Uurloon
Norm UK
Omschrijving
S
Eenheid
Hoeveelheid
Code 37
15,50
571,95
4,50
139,50
15,50
Tegelwerk
2 5,5 14 22
m2 m2
Tegelwerk vloer Vloer toilet mosa 10*10 V Vloer douche mosa 10*10 LS Tegelwerk wand Wand toilet mosa 15*20 Wand douche mosa 15920
Eenheidsprijs tegelwerk
0,50 0,50
36,90 36,90
1,00 2,75
36,90 101,48
14,90 16,50
29,80 90,75
€ €
66,70 192,23
0,40 0,40
36,90 36,90
5,40 8,60 17,75
199,26 317,34
9,95 9,95
134,33 213,93
€ € €
333,59 531,27 1.123,78
€
1.123,78
17,75
42,01 42,01,10 0,7 42,01,11 1
m3 st
44
Dekvloer aanbouw Dekvloer specie Aanhelen vloer woonkamer
4,00 2,00
36,90 36,90
2,88 2,00
106,27 73,80
TOTAAL
Totaal onderaanneming
Onderaanneming
Tot Materieel
Materieel
Totaal materiaal
Materiaal 91,00 50,00
65,52 50,00
4,88
€ € €
171,79 123,80 295,59
€
295,59
€ € €
206,25 93,17 299,42
€
299,42
€ € € €
173,28 94,30 85,90 353,48
€
353,48
Plafond en wandsystemen
m2 m2
Plafonds Gipspplaat 12mm Watervast gipsplaat douche 12mm
0,35 0,35
36,90 36,90
Eenheidsprijs plafond en wandsystemen
50 50,01 50,01,10 8 50,01,11 5 50,01,12 2
Arbeid
Dekvloeren en vloersystemen
Eenheidsprijs dekvloeren en vloersystemen
42,01 42,01,10 13 42,01,10 5,5
Uren
Uurloon
Norm UK
Omschrijving
S
Eenheid
Hoeveelheid
Code 42
4,55 1,91
167,90 70,52
2,95 4,15
38,35 22,66
6,46
Dakgoten
m1 m1 st
Dakgoten aanbouw Mastgoot HWA 70mm Stadsuitloop
Eenheidsprijs dakgoten
0,40 0,40 0,50
36,90 36,90 36,90
3,20 2,00 1,00
6,2
118,08 73,80 36,90
6,90 4,10 24,50
55,20 20,50 49,00
Riolering
51,01
1 pst # Aanbrengen en verleggen riolering BG en 1e verd
2.400,00 2.400,00
Eenheidsprijs riolering
53
Sanitair
53,01 53,02
Sanitair toilet Sanitair douche
560,00 895,00
560,00 895,00
Eeinheidsprijs sanitair
61 61,01
TOTAAL
Totaal onderaanneming
Onderaanneming
Tot Materieel
Materieel
Totaal materiaal
Materiaal
Arbeid
Uren
Uurloon
Norm UK
Omschrijving
S
Eenheid
Hoeveelheid
Code 51
€
2.400,00
€
2.400,00
€ € €
560,00 895,00 1.455,00
€
1.455,00
€ € €
4.428,00 490,00 4.918,00
€
4.918,00
Ventilatie en luchtbehandelingsinstallaties 2 1
st st
Kilmarad Aanpassing mech ventilatie
Eenheidsprijs Ventilatie en Luchtbehandelingsinstallaties
2.214,00 4.428,00 490,00 490,00
70,01 70,02 70,03
TOTAAL
Totaal onderaanneming
Onderaanneming
Tot Materieel
Materieel
Totaal materiaal
Materiaal
Arbeid
Uren
Uurloon
Norm UK
Omschrijving
S
Eenheid
Hoeveelheid
Code 70
Electrotechnische installaties 1 2 21
st st st
Meterkast vernieuwen Groepen uitbreiding Stopcontacten vernieuwen
460,00 105,00 19,40
Eenheidsprijs Electrotechnische installaties.
Arbeid € 18.827,71
Materieel
Materiaal € 1.595,00
€ 11.160,27
Onderaann € 15.044,35
Totaal € 46.627,33
Carverzekering
0,5%
€
233,14
a.b.k.
5,5%
€
2.564,50
A.K.
6%
€
2.797,64
Winst en risoco
3%
€
1.398,82
460,00 210,00 407,40
€ € €
460,00 210,00 407,40
€
1.077,40
€
1.077,40
€ 46.627,33
€ 46.860,47 € 49.424,97 € 52.222,61 € 53.621,43 Totaal exclusief BTW
Alle bedragen in Euro's.
€ 53.621,43 € 53.621,43
Bijlage 8: Projectplan
HANZE HOGESCHOOL GRONINGEN
Project plan Renovatieconcepten in de naoorlogse woningbouw Afstudeergroep 28 Paul Hoogeveen 296429 Stefan Hermans 297625 Afstudeer begeleider: Ing. S. de Jong 03/30/2011
Inhoudsopgave
Inleiding ................................................................................................................................................... 3 Achtergrond............................................................................................................................................. 4 Algemene gegevens................................................................................................................................. 5 De doelstelling ......................................................................................................................................... 6 De projectopdracht .................................................................................................................................. 7 Projectactiviteiten ................................................................................................................................... 9 Projectgrenzen......................................................................................................................................... 9 De producten ......................................................................................................................................... 11 Plan van aanpak .................................................................................................................................... 13 Kwaliteit................................................................................................................................................. 14 De projectorganisatie ............................................................................................................................ 15 Risico’s ................................................................................................................................................... 16 Literatuurlijst ......................................................................................................................................... 18
Bijlage 1: Planning ................................................................................................................................. 19 Bijlage 2: Competenties ......................................................................................................................... 20
Projectplan afstudeeropdracht Stefan Hermans & Paul Hoogeveen: Renovatieconcepten in de naoorlogse woningbouw
2
Inleiding Voor u ligt het projectplan voor het afstuderen van Stefan Hermans en Paul Hoogeveen met als onderwerp ‘renovatieconcepten in de woningbouw’. Deze afstudeeropdracht doen wij als vierdejaars bouwkunde studenten van de Hanze hogeschool. Na deze afstudeeropdracht zijn wij afgestudeerd en klaar om de opgedane kennis in praktijk toe te gaan passen. In dit projectplan gaan we antwoord geven op de volgende vragen: • Wat gaan we onderzoeken? • Waar gaan we dit onderzoeken? • Hoe gaan we dit onderzoeken? • Hoeveel gaan we onderzoeken? • Wanneer gaan we onderzoeken? Ons doel van het onderzoek is om een overzicht te creëren van de verschillende renovatieconcepten die van toepassing zijn op de woningbouw. Een ander doel van het onderzoek is om een woning op papier te renoveren. Er zal dus een renovatieconcept worden gekozen. Deze zal vervolgens worden toegepast op een woning. Als producten zullen hier dus meerdere tekeningen en berekeningen uit voort komen. Uiteindelijk zal dit projectplan onze leidraad worden waarmee wij antwoord willen krijgen op onze onderzoeksvraag en de daarbij behorende deelvragen. Als eerste wordt de onderzoeksaanleiding behandeld, waarna een probleemstelling wordt opgesteld. Bij deze probleemstelling hoort een onderzoeksvraag. Om tot een antwoord te komen van deze onderzoeksvraag hebben we een aantal deelvragen opgesteld. Hierna wordt de doelstelling bepaald, dat wil zeggen, de functie van het onderzoek wordt bepaald. Nadat de functie van het onderzoek duidelijk is gaan we dieper in op het onderzoeksontwerp en de verantwoording hiervan. Hier wordt onder andere de methodiek en de opzet van het onderzoek uitgewerkt. Daarbij wordt ook aangegeven waarom we voor een bepaalde opzet hebben gekozen. Hierna gaan we het tijdpad van het onderzoek inschatten. Dit doen we door het maken van een planning. Hierin komen alle verschillende fases van het onderzoeken aan bod. Ook alle belangrijke peilmomenten zijn in deze planning opgenomen. Tot slot komen de kwaliteitsbewaking, de risico’s en de projectorganisatie van ons afstudeerproject aan de orde. We hopen dat dit plan niet alleen voor ons, maar ook voor u, de lezer, een volledig beeld zal geven van het onderzoek dat wij gaan uitvoeren het aankomende half jaar.
Projectplan afstudeeropdracht Stefan Hermans & Paul Hoogeveen: Renovatieconcepten in de naoorlogse woningbouw
3
Achtergrond De keuze van het afstudeerproject. Tijdens het kiezen van een afstudeerproject was de keuze zeer uitgebreid, zowel vanuit het werkveld als vanuit de ateliers binnen de Hanze Hogeschool Groningen (HHG). Wij zochten naar een project waarvan het onderwerp functionele toepasbaar is in het huidige werkveld. Tegelijkertijd zou het moeten aansluiten bij onze intresse voor een integrale benadering. Veel projecten vielen af na deze te hebben beoordeeld op onze eisen, renovatieconcepten in de naoorlogse woningbouw was het enige project die aan al onze eisen voldeed en dit was dan ook het project waar wij voor kozen. Renoveren is met name interessant door de actualiteit van renoveren en het hierdoor grote raakvlak met het werkveld. Vervolgens hebben we contact gezocht met Ireen de Jong die dit onderwerp begeleidt. Direct in het eerste gesprek met Ireen de Jong is het begrip duplex woning ter sprake gekomen. Hieronder een korte uitleg over de duplex woningen: Na de tweede wereldoorlog was er een groot tekort aan huisvesting. Dit was de aanleiding van het ontstaan van de zogenoemde duplex woning. De duplex woning is een reguliere woning maar dan verdeeld in twee kleinere separate woningen. Het idee achter deze woningen is dat deze duplex woningen relatief gemakkelijk samen te voegen zijn tot een enkele woning. Wanneer de vraag naar woningen later mogelijk af zou nemen zou dit een geschikte optie kunnen zijn. Nu in de 21-ste eeuw voldoen veel van deze duplex woningen niet meer aan de eisen die gebruikers en eigenaren stellen aan woningen. Hierbij kan je denken aan verschillende kwaliteitseisen, namelijk: de woningen zijn te klein, de woningen zijn niet meer aantrekkelijk om in te wonen, het energieverbruik is te hoog waardoor deze niet meer voldoen aan de moderne eisen en normen.
Projectplan afstudeeropdracht Stefan Hermans & Paul Hoogeveen: Renovatieconcepten in de naoorlogse woningbouw
4
Algemene gegevens Gegevens afstudeerders Naam: Studentnummer: Afstudeerrichting: E-mail: Telefoonnummer: Adres:
Stefan Hermans 297625 Bouwkunde algemeen
[email protected] 06-49761238 Sabastraat 2, 9715PM Groningen
Naam: Studentnummer: Afstudeerrichting: E-mail: Telefoonnummer: Adres:
Paul Hoogeveen 296429 Bouwkunde algemeen
[email protected] 06-20065329 4e drift Noorderhaven 12, 9712AH Groningen
Gegevens afstudeerlocatie Adres:
Zernikeplein 11, 9747 AS Groningen Atelier D, vleugel B0.58
Gegevens afstudeerbegeleider Naam: E-mail: Telefoonnummer: Adres:
Ing. S. de Jong
[email protected] 050 595 4581 Zernikeplein 11, 9747 AS Groningen
Gegevens ‘lezer’ Naam: E-mail: Telefoonnumer: Adres:
Ing. B. Boschma
[email protected] Zernikeplein 11, 9747 AS Groningen
Projectplan afstudeeropdracht Stefan Hermans & Paul Hoogeveen: Renovatieconcepten in de naoorlogse woningbouw
5
De probleemstelling De onderzoeksopdracht is door het Atelier D als volgt gedefinieerd: “ Renovatie bestaande bouw ’55-’70 - Leren van nieuwe renovatieconcepten Uitwerking van het thema “beschrijven en leren van nieuwe renovatieconcepten in de bestaande naoorlogse woningvoorraad” vernieuwde woningen/concepten. Hoe met levensduur van woningen om te gaan als je kijkt naar ruimte, structuur en materiaal. Met hulp van een (vaste) matrix bestaande woningen en renovatieconcepten inventariseren (inclusief hun wijk/ blokopzet) en vervolgens gegevens analyseren en interpreteren. Kunnen we wat leren van recente nieuwe renovatieconcepten (bijv. ‘inschuifwoning’, ‘rigoureus renoveren’, rugzakwoningen of ’passiefhuis’) Project met kennisverbreding en verdieping naar energiezuinigheid en gezond binnenklimaat bestaande woningbouw jaren 1955-1970 in krimpgebieden. Ontwerp en uitwerking van principes van delen van de woning (o.a. bijv. passiefbouw) en in zijn directe omgeving. I.s.m. GNR/atelier D ” Bron: afstudeerprojecten lijst aABC HHG 2010-2011 De probleemstelling voor het onderzoek wordt hierboven niet direct omschreven echter deze is wel te destilleren uit het stuk. Er is momenteel geen duidelijk inzicht in de verschillende renovatieconcepten ondanks dat er recentelijk meerdere concepten zijn bijgekomen ontbreekt het totaaloverzicht. Ook de onderlinge verhoudingen tussen deze verschillende concepten is niet terug te vinden in een duidelijk overzicht. Doordat er recentelijk meerdere renovatieconcepten zijn bijgekomen is het aanbod groot, zo groot dat het verwarrend is welk concept nu past bij welk type woning of situatie. Het is dan ook onduidelijk of deze nieuwe concepten een daadwerkelijke meerwaarde hebben of dat het kleine variaties zijn op reeds bestaande concepten die enkel aan een specifieke situatie of gebouw zijn aangepast. Woningen uit de periode 1955 – 1970 voldoen niet aan het huidige bouwbesluit. Wanneer men gaat renoveren is het verstandig te kijken naar de huidige eisen van het bouwbesluit maar ook naar de eisen van de gebruikers en woningeigenaren. Het is echter onduidelijk wat nu deze eisen en verwachtingen zijn. Ook is onduidelijk hoe deze zich concreet zouden uiten met betrekking tot energiebesparende aanpassingen en aanpassingen leidend tot een beter binnenklimaat. Eigen inbreng probleemstelling: Kijkend naar de gehele woningvoorraad in Nederland en dan met name Groningen blijkt dat er een grote variëteit aanwezig is met betrekking tot woningen die gerenoveerd moeten worden. Er is een type woning dat veel voorkomend is, in meerdere uitvoeringen weliswaar, dit is de zogenoemde duplexwoning. Kijkend naar de door het Atelier D gedefinieerde onderwerp wordt duidelijk dat het geheel nemen als onderzoek niet mogelijk is, het creëren van diepgang kan dan onvoldoende. De probleemstelling wordt dan ook ingeperkt tot het renoveren van een enkele duplexwoning uit de periode 1950-1970 te Groningen.
Projectplan afstudeeropdracht Stefan Hermans & Paul Hoogeveen: Renovatieconcepten in de naoorlogse woningbouw
6
De projectopdracht Onderzoeksdoel: Het doel is om de renovatieconcepten in beeld te brengen die van toepassing zijn op het renoveren van duplexwoningen, uit de periode 1950-1970, tot energiezuinige woningen die voldoen aan de eisen van nu. Onderzoeksvragen: 1. Wat zijn de eisen van de woningcorporaties met betrekking tot de energiezuinigheid en het binnenklimaat van duplexwoningen uit de periode 1950-1970 wanneer deze gerenoveerd zouden worden? - Wat is de aanleiding tot het renoveren van deze woningen? - Wat zijn de eisen met betrekking tot energiezuinigheid van de woningen? - Wat zijn de eisen met betrekking tot de leefbaarheid van de woningen? 2. Welke verschillende renovatieconcepten van toepassing op de woningbouw bestaan er? - Waarom wordt er gerenoveerd? - Wat zijn de verschillende bestaande renovatieconcepten? - Wat zijn de verschillende technieken behorende bij deze concepten? 3. Welke renovatieconcepten zijn van toepassing op het door ons gekozen project? - Hoe ziet ons project er uit qua materialisering, afmetingen en energieprestaties? - Wat zijn de gestelde eisen waaraan deze woning moet voldoen? - Welke renovatieconcepten richten zich op het renoveren van rijtjeswoningen? 4. Hoe kunnen wij de gekozen woning het beste renoveren met in achtname de wensen en eisen van de gebruiker en eigenaar.
Projectplan afstudeeropdracht Stefan Hermans & Paul Hoogeveen: Renovatieconcepten in de naoorlogse woningbouw
7
Definities De begrippen die wij hierboven hebben gebruikt in het onderzoeksdoel, de onderzoeksvragen en de daarbij behorende deelvragen hebben wij als volgt gedefinieerd: Energiezuinigheid: Het op een bewuste manier omgaan met energie. Energiezuinig: EPC < 0.6 Duurzaamheid: Bij duurzame ontwikkeling is sprake van een ideaal evenwicht tussen ecologische, economische en sociale belangen. Alle ontwikkelingen die op technologisch, economisch, ecologisch, politiek of sociaal vlak bijdragen aan een gezonde aarde met welvarende bewoners en goed functionerende ecosystemen zijn duurzaam. Duplexwoning: Een `duplexwoning` is een woning, hetzij een eengezinswoning of een woning in een meergezinshuis, die tijdelijk gesplitst is in twee deelwoningen. Renoveren: In dit kader meestal het aanpassen aan de gangbare uitvoering van een woning (volgens de op dat moment geldende maatstaven), d.w.z. het vernieuwen van de keuken, het isoleren van muren en dak, het vergroten van ruimten door samentrekken van kleinere ruimten, het voorzien van dubbelglas e.d. Meestal wordt zowel het interieur als het exterieur aangepakt. http://www.joostdevree.nl/shtmls/renovatie.shtml Renovatieconcept: Het proces behorende bij het renoveren van een gebouw. Een renovatieconcept omschrijft de stappen en uitwerkingen van de gehele renovatie van begin tot eind inclusief de toe te passen technieken, materialen en verwachte kosten. Renovatietechniek: Een renovatietechniek is het product van een bouwtechniek passend binnen een renovatieconcept. Leefbaarheid: Leefbaarheid is de mate van geschiktheid van de woning om daar in te wonen, in dit begrip wordt opgenomen het binnenklimaat en de indeling van de woonruimten.
Projectplan afstudeeropdracht Stefan Hermans & Paul Hoogeveen: Renovatieconcepten in de naoorlogse woningbouw
8
Projectactiviteiten Het onderzoek wat wij gaan doen kan omschreven worden als een kwantitatief onderzoek met een kwalitatieve toevoeging. Het hoofd onderzoek zal bestaan uit een literatuur onderzoek. Om de ervaringen vanuit het werkveld mee te nemen zullen we ook een aantal interviews af gaan nemen. Het literatuuronderzoek zal voornamelijk gaan over de duplex woning, de beschikbare renovatieconcepten en de technieken die daar bij komen kijken. De interviews gaan we afnemen bij verschillende mensen in het werkveld. Zo gaan we interviews afnemen bij de grote woningcorporaties in Groningen, bij de gemeente Groningen en bij een aantal bouwbedrijven die actief zijn op de renovatiemarkt. Om aan extra informatie te komen gaan we ook mensen interviewen die al onderzoek hebben gedaan of aan het doen zijn op het gebied van renovatie.
Benodigde gegevens De eisen van de woningcorporaties betreffende energiezuinigheid en binnenklimaat van gerenoveerde woningen: Interviews Literatuur onderzoek Theorie betreffende duplexwoningen en de oorsprong van deze: Literatuuronderzoek Theorie betreffende renoveren van woningen uit de periode 1950-1970: Literatuuronderzoek Theorie betreffende renovatieconcepten: Literatuuronderzoek Theorie betreffende energiezuinigheid van woningen: Literatuuronderzoek Theorie betreffende de leefbaarheid van woningen: Literatuuronderzoek
Projectplan afstudeeropdracht Stefan Hermans & Paul Hoogeveen: Renovatieconcepten in de naoorlogse woningbouw
9
Projectgrenzen Om duidelijkheid te scheppen voor onszelf als onderzoeker, de begeleiders en de externe betrokken partijen, is het noodzakelijk om het project af te bakenen door middel van de projectgrenzen. Deze projectgrenzen zijn bepaald per afzonderlijk af te leveren product.
Informatievergaring • •
Literatuuronderzoek van de renovatieconcepten in het algemeen en naoorlogse duplexwoningen. Interviews met betrokken partijen: woningbouwcorporaties, aannemers en gemeente.
Renovatie eisen en verwachtingen, onderzoeksvraag 1 De eisen en verwachtingen omtrent het renoveren zullen we vanuit de kant van de woningbouwcorporatie belichten en onderzoeken. • • •
Financiële verwachtingen - Waarde woning verhogen - Onderhoudslasten verlagen Bouwkundige eisen/verwachtingen - Bouwfysische eigenschappen verbeteren - Energiezuinigheid vergroten Gebruikers eisen/verwachtingen - Wooncomfort verhogen
Beschikbare renovatieconcepten, deelvraag 2. Voor het analyseren van de bestaande renovatieconcepten beperken wij ons tot het bouwkundige perspectief voor de bovengenoemde punten. • • • • •
Constructieve analyse - Bouwfysische onderlinge verschillen - Energiebesparende onderlinge verschillen Financiële analyse - Verschil in uitvoeringskosten Wooncomfort en binnenklimaat analyse Beheer en onderhoud analyse Belasting milieu analyse - Afvalstromen
Welke renovatieconcepten zijn van toepassing op ons project, deelvraag 3. • • •
Bouwkundige analyse gekozen woning Bouwfysische analyse gekozen woning Leefbaarheids analyse gekozen woning
Projectplan afstudeeropdracht Stefan Hermans & Paul Hoogeveen: Renovatieconcepten in de naoorlogse woningbouw
10
Uitwerking renovatie bij gekozen woning, deelvraag 4. Bij deze deelvraag wordt beperkt tot het uitwerken van een enkel voorbeeld. • Eisen van de eigenaar - Bouwkundige eisen - Bouwfysische eisen - Wooncomfort eisen • Constructieve analyse - Eisen vanuit bouwbesluit - Eisen vanuit opdrachtgever • Bouwfysische analyse theoretisch gerenoveerd gebouw • Plattegrond theoretisch gerenoveerd gebouw op VO niveau • Detaillering theoretisch gerenoveerd gebouw op DO niveau
De producten De projectactiviteiten resulteren in producten, deze producten gezamenlijk vormen het eindresultaat van dit onderzoek. Het eerste product is het projectplan, in dit plan wordt beschreven hoe er gewerkt wordt, welke doelen wij nastreven en wat het gewenste eindresultaat is. De volgende producten zijn antwoorden op de deelvragen, de analyse van de renovatiemotiveringen, de analyse van de verschillende reeds bestaande renovatieconcepten, een inventarisatie van de duplexwoningen in Groningen met de bijbehorende analyse en een door ons uitgewerkt voorbeeld van een te renoveren duplex woning. Het laatste product zal het eindverslag zijn waarin al deze producten samenkomen en een antwoord op de onderzoeksvraag zullen geven. • • • • •
Projectplan; Eisen en verwachtingen van woningcorporaties van de renovatie; Renovatieconcepten algemeen; Renovatieconcepten bruikbaar voor ons project; Uitwerking renovatie op ons project;
Projectplan afstudeeropdracht Stefan Hermans & Paul Hoogeveen: Renovatieconcepten in de naoorlogse woningbouw
11
Verantwoordelijkheden. Om te zorgen dat de producten tot een goed eind worden gebracht hebben we gekozen om voor elk product iemand verantwoordelijk te maken. In het onderstaande overzicht is te zien wie er verantwoordelijk is voor welk product. Ook is te zien welke competenties bij welk product horen. Product Projectplan Eisen en verwachtingen van woningcorporaties van de renovatie. Renovatieconcepten algemeen. Renovatieconcepten bruikbaar op ons project. Uitwerking renovatie - Eisen van de opdrachtgever - Constructieve analyse - Bouwfysische analyse - Tekenwerk
Verantwoordelijk Paul Stefan Stefan Paul
Competenties
Paul Paul Paul Stefan
Diegene die verantwoordelijk voor een bepaald onderdeel is, is eindverantwoordelijk van dat product. Deze moet er dus voor zorgen dat het product op tijd af komt conform de planning Belangrijker is nog dat we tijdig feedback kunnen krijgen. Let op: diegene die verantwoordelijk is maakt het product niet alleen! Als je verantwoordelijk bent voor een bepaalt onderwerp waarvoor er interviews moeten worden afgenomen dan ben je ook verantwoordelijk voor het maken van afspraken met de betreffende personen van belang voor het interview.
Projectplan afstudeeropdracht Stefan Hermans & Paul Hoogeveen: Renovatieconcepten in de naoorlogse woningbouw
12
Plan van aanpak In het plan van aanpak wordt beschreven hoe we de verschillende doelen denken te gaan halen. Hieronder wordt per onderzoeksvraag uitgelegd hoe we bij het eindresultaat gaan komen. 1. Wat zijn de eisen van de woningcorporaties met betrekking tot de energiezuinigheid en het binnenklimaat van duplexwoningen uit de periode 1950-1970 wanneer deze gerenoveerd zouden worden? - Informatie vergaren betreffende de aanleiding tot het renoveren van deze woningen. Dit door middel van interviews met de woningbouwcorporaties. - Bepalen wat de eisen zijn vanuit de woningbouwcorporaties met betrekking tot de energiezuinigheid van de te renoveren woningen. Dit door middel van interviews met de woningbouwcorporaties. - Bepalen wat de eisen zijn vanuit de woningbouwcorporaties met betrekking tot de leefbaarheid van de te renoveren woningen. Dit door middel van interviews met de woningbouwcorporaties. - De verkregen informatie verwerken en structureren om zo een antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag. 2. Welke verschillende renovatieconcepten, van toepassing op de woningbouw, bestaan er? - Informatie vergaren waarom er wordt gerenoveerd in het algemeen. Dit door middel van een literatuuronderzoek. - Onderzoeken en bepalen wat de verschillende bestaande renovatieconcepten zijn. Dit door middel van een literatuuronderzoek. - Onderzoeken en bepalen welke verschillende renovatietechnieken behoren bij deze renovatieconcepten. Dit door middel van een literatuuronderzoek. - De verkregen informatie verwerken en structureren om zo een antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag. 3. Welke renovatieconcepten zijn van toepassing op het door ons gekozen project? - Bepalen hoe ons project er uit ziet qua materialisering, afmetingen en energieprestaties. Dit door middel van een opname en berekeningen. - Bepalen wat de eisen zijn waaraan deze woning moet voldoen. Dit door middel van een interview met de woningbouwcorporatie. - De verkregen informatie verwerken en structureren om zo een antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag 4. Hoe kunnen wij de gekozen woning het beste renoveren met in acht neming de wensen en eisen van de gebruiker en eigenaar. - Bepalen wat de wensen en eisen van de woningbouwcorporatie en de bewoners zijn. Dit door middel van interviews. - Het gevonden renovatieconcept in onderzoeksvraag drie toepassen op dit project. - De aldus ons beste manier van renoveren uitwerken om zo een duidelijk inzicht te geven in dit concept en resultaat. Dit door middel van tekenwerk.
Projectplan afstudeeropdracht Stefan Hermans & Paul Hoogeveen: Renovatieconcepten in de naoorlogse woningbouw
13
Kwaliteit Kwaliteitscontrole Om ervoor te zorgen dat de vooraf gestelde kwaliteit behaald gaat worden wordt elk stuk tekst grondig doorgenomen en besproken tijdens het werkoverleg op maandag ochtend. Deze eerste versie van een stuk is dan ook het concept en zal net zo lang concept blijven totdat beide groepsleden en de begeleider geen op- of aanmerkingen hierop hebben. Gedurende het uitwerken van bepaalde onderdelen dient er voldoende communicatie te zijn binnen de groep waardoor het andere groepslid op de hoogte is van de voortgang en van de eventuele problemen waar tegen aan wordt gelopen. Door in de planning een correcte inschatting te maken van de benodigde tijd die nodig is om een kwalitatief goed stuk te maken zal er ook aan deze planning moeten worden gehouden. Als dit niet gebeurt kan het gevolgen hebben op andere stukken. Er dient dus een evenwicht te zijn tussen de snelheid/kwaliteit en diepgang/voortgang binnen het proces.
Feedback De feedback zal voornamelijk plaatsvinden intern in het werkoverleg op maandag ochtend. In dit overleg worden de ingekomen stukken behandeld en hierop feedback gegeven. Het is wel van belang dat deze stukken dus van te voren zijn doorgenomen. Ook is natuurlijk tussentijdse onderlinge feedback mogelijk als daar om wordt gevraagd. In deze feedback moet duidelijk staan omschreven wat er niet klopt aan het stuk, zodat diegene die dit heeft gemaakt dit goed kan aanpassen. Ook moet duidelijk worden onderbouwd waarom iets zou moeten worden aangepast. Je kan hierbij denken aan het is niet de complete informatie, er zitten teveel spelfouten in, de informatie klopt niet of het is niet volledig. De feedback vanuit de kant van de begeleider zal plaatsvinden in de daarvoor bestemde vergaderingen. Dit overleg zal minimaal 1x per 2 week plaatsvinden. Als we er achter komen dat dit vaker moet plaatsvinden zal dit voorstel dan ook bij de begeleider worden neergelegd. Als deze niet vaker een overleg met ons kan inplannen, zal er gezocht worden naar een passende oplossing. Een oplossing hiervoor zou dus kunnen zijn het vragen van feedback bij een andere docent.
Projectplan afstudeeropdracht Stefan Hermans & Paul Hoogeveen: Renovatieconcepten in de naoorlogse woningbouw
14
De projectorganisatie Taakverdeling Van te voren wordt er niet vastgelegd wie wat gaat doen, wel is vooraf bepaald wie voor welk product verantwoordelijk is. De taken worden gedurende het project gelijk verdeeld. Daarbij wordt er voornamelijk gekeken naar de hoeveelheid werk, het type werk en het werk wat er al gedaan moet worden door de betreffende persoon. Ook wordt er gekeken naar de persoonlijke competenties die een teamlid voor zichzelf heeft opgesteld. Het is natuurlijk de bedoeling dat deze binnen de afstudeeropdracht zo goed mogelijk behaald kunnen worden. De taken zullen per week verdeeld en geëvalueerd worden. Dit zal plaatsvinden maandagochtend om 9 uur in het werkoverleg welke iedere week zal plaatsvinden.
Bevoegdheden en verantwoordelijkheden De bevoegdheden binnen het project zijn voor beide groepsleden gelijk. Ook de verantwoordelijkheden voor de groepsleden zijn hetzelfde, wel is er een onderverdeling gemaakt in de eindverantwoordelijkheid. Dit omdat elk groepslid evenveel bijdraag aan het project. Elk groepslid heeft de bevoegdheid om de stukken van het ander in te kijken en daarop feedback te geven. Echter heeft het groepslid niet de bevoegdheid om in een stuk van het andere groepslid aanpassingen te plegen. De feedback die op een stuk van een ander wordt gegeven zal als aantekening op het originele stuk geplaatst worden zodat diegene dit zelf nog kan lezen en kan aanpassen.
Communicatie en rapportage De communicatie binnen de groep zal elke dag plaatsvinden. We zijn elke dag op school aan het werk en zijn dus dan ook op de hoogte van de voortgang van de activiteiten. Als we een keer thuis aan het werk zijn, zal er aan het eind van de dag contact met elkaar zijn om elkaar op de hoogte te stellen van de voortgang. De formele contact momenten zullen een keer per week binnen het project team zijn om de voortgang te controleren. Met de begeleider is er elke week contact. Van de officiele contact momenten zullen er notulen opgemaakt worden. Deze zullen bewaard worden op de digitale dropbox en als hard copy in een map.
Archivering Als archief zal worden gebruikt het de digitale dropbox op www.surfgroepen.nl. Hierop zijn alle bestanden voor alle groepsleden te openen en te gebruiken. Ook houdt elk groepslid een eigen archief bij van de door hem gemaakte stukken. In de titel van het betreffende document wordt duidelijk vermeld waar het over gaat en er wordt de datum waarop het voor het laatst is aangepast in gezet. Dit om te voorkomen dat er in oudere versies wordt gewerkt. Bronnen die in stukken worden gebruikt worden meteen opgeslagen in de lijst met bronvermeldingen. Dit om te voorkomen dat we er later achterkomen dat er bronnen ontbreken in de bronvermelding.
Projectplan afstudeeropdracht Stefan Hermans & Paul Hoogeveen: Renovatieconcepten in de naoorlogse woningbouw
15
Risico’s De risico’s bij deze opdracht kunnen onderverdeeld worden in 2 groepen, namelijk interne- en externe risico’s.
Interne risico’s De interne risico’s zijn onder te verdelen in de volgende groepen. Ziekte/persoonlijke omstandigheden Als het zo is dat door ziekte en/of persoonlijke omstandigheden één van de groepsleden zijn werkzaamheden niet, of in mindere mate, kan uitvoeren zal er hiervoor een oplossing moeten worden gezocht in overleg met de begeleider. Haalbaarheid De haalbaarheid van het project kan in gevaar komen doordat er te veel gedaan moet worden binnen een korte tijd. Er moet dus bij het opstellen van de planning goed nagedacht worden over de hoeveelheid tijd die we met bepaalde onderdelen trachten bezig te zijn. Ook kan de haalbaarheid in het gedrang komen doordat we teveel nieuwe kennis tot ons moeten nemen waardoor we in bepaalde onderdelen blijven hangen. Deadlines De deadlines kunnen niet gehaald worden doordat er te veel werk moet worden verricht in een te korte tijd. Hierbij moet, net als bij de haalbaarheid, rekening worden gehouden bij het opstellen van de planning. Ook kunnen de deadlines niet gehaald worden doordat er onderling niet goed wordt gecommuniceerd over de voortgang van bepaalde onderdelen. Hierover moet dus vroegtijdig worden gecommuniceerd en als er wordt gesignaleerd dat er problemen dreigen te ontstaan dient dit besproken te worden met de afstudeer begeleider. Onvoldoende kennis/niveau Als er blijkt dat er over bepaalde onderdelen van de opdracht onvoldoende kennis aanwezig is binnen de projectgroep, dient deze informatie van externe partijen worden ingewonnen. Dit moet tijdig worden geconstateerd om zo in een vroeg stadium deze informatie in te kunnen winnen bij een externe partij. Onvoldoende motivatie Als er wordt geconstateerd dat één van de groepsleden weinig of geen motivatie heeft en dat daardoor de kwaliteit van zijn werkzaamheden minder wordt, dient dit meteen gecommuniceerd te worden met de begeleider. In samenspraak met de begeleider zal er vervolgens gezocht worden naar een oplossing voor dit probleem. Onvoldoende samenwerking Als de samenwerking moeizaam verloopt en dus de voortgang problemen ondervindt dient dit te worden besproken met de begeleider. Onvoldoende begeleiding Als er wordt geconstateerd dat de begeleiding stroef verloopt dient dit te worden besproken met de desbetreffende begeleider. Als er hieruit geen oplossing voortvloeit dient het te worden besproken met de coördinator van het Atelier en met de afstudeercoördinator. Om vervolgens tot een goede oplossing te komen voor dit probleem.
Projectplan afstudeeropdracht Stefan Hermans & Paul Hoogeveen: Renovatieconcepten in de naoorlogse woningbouw
16
Externe risico’s De externe risico’s zijn onder te verdelen in de volgende onderdelen. Onvoldoende medewerking Als de mate van medewerking van de verschillende organisaties onvoldoende blijkt te zijn, dient hiervoor naar een oplossing gezocht te worden. Bij de medewerking moet je hier voornamelijk denken aan het verlenen van informatie. Het risico zit het hem hier dan voornamelijk in dat de informatie niet op tijd beschikbaar kan zijn. Om dit te voorkomen dient tijdig de informatie op gevraagd te worden en er alert op zijn dat deze informatie optijd bij ons aanwezig zal zijn. Mocht het probleem zich voordoen dat we problemen ondervinden bij het inwinnen van informatie, zal er in overleg met de begeleider gezocht worden naar een passende oplossing. Onduidelijke projectgrenzen Wanneer er gedurende het project wordt geconstateerd dat de projectgrenzen onduidelijk zijn. Wordt er een aanpassing aan de projectgrenzen als aanvulling bij dit projectplan bijgevoegd. Deze zal dan wel weer voor goedkeuring langs de begeleider, de coördinator en lezer moeten. Ontbrekende of bijgevoegde project doelstellingen Wanneer er gedurende het project doelstellingen vervallen en/of bij worden gevoegd. Zal dit moeten worden gecommuniceerd met allereerst de begeleider. Als deze hiermee instemt zal er op dit projectplan een aanvulling ingediend worden.
Projectplan afstudeeropdracht Stefan Hermans & Paul Hoogeveen: Renovatieconcepten in de naoorlogse woningbouw
17
Literatuurlijst Literatuur: Verhoeven N, (2007).Wat is onderzoek?. Amsterdam: Boom Onderwijs.
Liebregts, M en Bergen, van Y. (2010). Manifest renovatievisie 2050. Boxtel: Aeneas. Otter, W. (2008).Toolkit bestaande bouw (duurzame woningverbetering; algemeen). Boxtel: Aeneas. Otter, W. (2008).Toolkit bestaande bouw (duurzame woningverbetering; portiekwoning voor 1966, galerijwoning 1966-1988). Boxtel: Aeneas. Otter, W. (2008).Toolkit bestaande bouw (duurzame woningverbetering; rijwoning voor 1946, rijwoning 1946-1965, rijwoning 1966-1975). Boxtel: Aeneas.
Internet: Bubbeling, D (2006). 198_Potenties_voorraad_naoorlogse_woningen_onvoldoende_bekend. www.bouwhulp.nl (bekeken op: 03-03-2011). Hoogers, J (2004). Bouwen met tijd. Rotterdam, SEV, www.slimbouwen.nl (bekeken op: 03-03-2011). Zuithoff, Y (2006). Duplexwoningen; Verleden, Heden, Toekomst. http://igiturarchive.library.uu.nl/student-theses/2007-0416200454/Duplexwoningen%3B%20Verleden,%20Heden,%20Toekomst_.pdf (bekeken op: 03-03-2011) Agentschap NL (2004). Energieneutraal Bouwen, hoe doe je dat? http://www.senternovem.nl/energieneutraalbouwen/nieuws/2010/energieneutraal_bouwen_hoe_d oe_je_dat.asp (bekeken op 03-03-2011) Klinckenberg, F (2004). Kwalitatieve beschrijving transitiepaden scope 2030. http://www.senternovem.nl/mmfiles/Kwalitatieve_beschrijving_transitiepaden_Scope_2030_tcm24125671.pdf (bekeken op 03-03-2011) Rigoureus (2010) Rigoureus renovatieconcepten voor 75% energiebesparing; Renoveren is vooruitzien. http://www.rigoureus.net/fileadmin/rigoureus/docs/Rigoureus_EOSLT05001_openbaar_Eindrapport.pdf (bekeken op 03-03-2011) Nunen, van H (2006) Sneller renoveren http://www.bouwlokalen.nl/uploads/bouwlokalen/sneller_renoveren_2006.pdf (bekeken op 03-032011)
Projectplan afstudeeropdracht Stefan Hermans & Paul Hoogeveen: Renovatieconcepten in de naoorlogse woningbouw
18
Bijlage 1: Planning
Projectplan afstudeeropdracht Stefan Hermans & Paul Hoogeveen: Renovatieconcepten in de naoorlogse woningbouw
19
Bijlage 2: Competenties
Projectplan afstudeeropdracht Stefan Hermans & Paul Hoogeveen: Renovatieconcepten in de naoorlogse woningbouw
20
Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding
: Bouwkunde/Civiele Techniek (svp omcirkelen)
Uitstroomrichting
: …………………………………………………
Naam student
: …………………………………………………
Studentnummer
: …………………………………………………
Naam afstudeerproject
: …………………………………………………
Datum peiling
: …………………………………………………
Naam
handtekening
(afstudeerbegeleider)
(lezer)
Opmerkingen
go / no go
Peiling paraaf
datum
opmerking
Gezien afstudeercoördinator namens examencommissie Datum verdediging Naam
: ………………………………………………… handtekening
(afstudeerbegeleider)
(lezer) Opdrachtgever / professional: advies Opmerkingen Eindcijfer afstuderen
paraaf
Beoordelingsformulier afstuderen versie februari 2011 Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
Pagina 1 van 10
Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding
: Bouwkunde/Civiele Techniek (svp omcirkelen)
Uitstroomrichting
: …………………………………………………
Naam student
: …………………………………………………
Studentnummer
: …………………………………………………
Naam afstudeerproject
: …………………………………………………
Datum peiling
: …………………………………………………
Naam
handtekening
(afstudeerbegeleider)
(lezer)
Opmerkingen
go / no go
Peiling paraaf
datum
opmerking
Gezien afstudeercoördinator namens examencommissie Datum verdediging Naam
: ………………………………………………… handtekening
(afstudeerbegeleider)
(lezer) Opdrachtgever / professional: advies Opmerkingen Eindcijfer afstuderen
Beoordelingsformulier afstuderen versie februari 2011 Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Pagina 2 van 10
Toetsings- en beoordelingsmatrix afstuderen1 Competenties Stefan Hermans 297625 Beroepsspecifieke competenties: Te bereiken beroepsspecifieke competenties (te noteren door de student) competenties Bijbehorende activiteiten projectgerelateerd + producten 1.3.a Projectplan Nr.
2
1.3.1
Projectplan
1.3.2
Gehele proces
1.3.4
Gehele proces
6.3.1
Planning
Prestatie indicatoren
Behaald 3 resultaat
de wensen van de opdrachtgever, de belangen van derden, maatschappelijke belangen en aspecten als (economische) haalbaarheid en uitvoerbaarheid zijn vertaald tot een set van uitgangspunten en randvoorwaarden concretiseert de probleemstelling en analyseert en definieert de informatiebehoefte. Dit houdt in dat hij: - het probleem helder formuleert - de doelen duidelijk beschrijft - projectgrenzen vast legt - en onderzoeksvragen formuleert verwerft zelfstandig informatie, selecteert deze en beoordeelt deze op bruikbaarheid en validiteit en legt de gegevens vast. wint, indien nodig, advies in bij (externe) deskundigen op de bij punt 1.3.3 genoemde gebieden het kritieke pad in de planning wordt bepaald, bewaakt en eventueel bijgesteld.
1
Voor de prestatie-indicatoren en beoogde eindresultaten van de competenties zie de competentieset Bouwkunde/Civiele Techniek, beroepscompetenties, algemene hbo competenties, 2003 2 Nummer volgens de competentieset. 3 Kwalificatie onvoldoende, voldoende of goed. paraaf
Beoordelingsformulier afstuderen versie februari 2011 Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek 10
Pagina 3 van
Nr.
2
Prestatie indicatoren
competenties
Te bereiken beroepsspecifieke competenties (te noteren door de student) Bijbehorende activiteiten projectgerelateerd + producten
6.3.6
Gehele proces
9.3.a
Eindeverslag
9.3.b 9.3.c
Proces PvA
9.3.1
Onderzoeksvragen
9.3.6
Deelvragen
voert overleg met alle betrokken partijen gericht op een goed lopend bouwproces en de vereiste prestatienorm. aan de oplossing ligt een heldere probleem definiëring ten grondslag de aanpak van vraag naar oplossing is systematisch: het onderscheiden van functionele deelstappen die in het totale traject herkenbaar zijn definiëren en analyseren van probleemsituaties van gemiddelde / grote complexiteit uitvoeren van studies
9.3.8
Eindeverslag
11.3.c
Gehele proces
12.3.b
Notulen
vakoverstijgend denken: integreren van kennis, inzicht en vaardigheden in uiteenlopende beroepssituaties bij de uitvoering van het werk houdt de professional rekening met maatschappelijke en economische randvoorwaarden Informatie is gestructureerd per agendapunt uitgewerkt
14.3.1
Gehele proces
Maakt concrete afspraken
Behaald 3 resultaat
paraaf
Beoordelingsformulier afstuderen versie februari 2011 Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek 10
Pagina 4 van
Nr. A-01
Algemene HBO competenties: Algemene HBO competenties
Kenmerkende activiteit (het product, bewijs)
Resultaat
Denken in modellen, systemen en processen Een analyse van het voorliggende vraagstuk, resulteren in oplossingen.
A-02
Proces beheersen Goed lopende werkprocessen
A-03
A-04 (optie) (optie)
Projectmatig werken Een projectteam dat op basis van overleg en samenwerking de in het projectplan beschreven resultaten bereikt. Veilig-, duurzaam- en kwaliteitsbewust handelen Optimalisering van het werk naar veiligheid, duurzaamheid en kwaliteit.
paraaf
Beoordelingsformulier afstuderen versie februari 2011 Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek 10
Pagina 5 van
Nr.
Sociaal communicatieve competenties: Sociaal communicatieve competenties
Resultaat
Kenmerkende activiteit (het product, bewijs)
Resultaat
4
SC-01
Communiceren Effectieve communicatie: begrijpen en begrepen worden; mondeling zowel als schriftelijk. Leiding geven
SC-02 (optie) (optie) SC-03
Nr.
Kenmerkende activiteit (het product, bewijs)
Een goed draaiend team dat resultaatgericht werkt. Samenwerken Het vooraf vastgestelde gemeenschappelijke doel is bereikt door een optimaal gebruik van een ieders kwaliteiten.
Zelfsturende competenties: Zelfsturende competenties
Z-01
Zelfverantwoordelijk werken Doorzettingsvermogen en ambitie maken het mogelijk prestatiegericht te kunnen blijven werken, ook onder tegenvallende omstandigheden. Zelfverantwoordelijk leren Oude kennis op een nieuwe manier gebruiken Zichzelf als professional ontwikkelen door middel van zelfreflectie. Zicht hebben op kwalificaties waarover men al beschikt en zicht hebben op de reikwijdte van deze kwalificaties Vormgeven aan eigen kennismanagement.
Z-02
4
Inclusief presentatie tijdens de verdediging en de kwaliteit van de beantwoording van de vragen. paraaf
Beoordelingsformulier afstuderen versie februari 2011 Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek 10
Pagina 6 van
Toetsings- en beoordelingsmatrix afstuderen5 Competenties Paul Hoogeveen 296429 Beroepsspecifieke competenties: Te bereiken beroepsspecifieke competenties (te noteren door de student) competenties Bijbehorende activiteiten projectgerelateerd + producten 1.3.a Projectplan Nr.
6
1.3.1
Projectplan
1.3.2
Gehele proces
1.3.4
Gehele proces
6.3.1
Planning
Prestatie indicatoren
Behaald 7 resultaat
de wensen van de opdrachtgever, de belangen van derden, maatschappelijke belangen en aspecten als (economische) haalbaarheid en uitvoerbaarheid zijn vertaald tot een set van uitgangspunten en randvoorwaarden concretiseert de probleemstelling en analyseert en definieert de informatiebehoefte. Dit houdt in dat hij: - het probleem helder formuleert - de doelen duidelijk beschrijft - projectgrenzen vast legt - en onderzoeksvragen formuleert verwerft zelfstandig informatie, selecteert deze en beoordeelt deze op bruikbaarheid en validiteit en legt de gegevens vast. wint, indien nodig, advies in bij (externe) deskundigen op de bij punt 1.3.3 genoemde gebieden het kritieke pad in de planning wordt bepaald, bewaakt en eventueel bijgesteld.
5
Voor de prestatie-indicatoren en beoogde eindresultaten van de competenties zie de competentieset Bouwkunde/Civiele Techniek, beroepscompetenties, algemene hbo competenties, 2003 6 Nummer volgens de competentieset. 7 Kwalificatie onvoldoende, voldoende of goed. paraaf
Beoordelingsformulier afstuderen versie februari 2011 Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek 10
Pagina 7 van
Nr.
6
Prestatie indicatoren
competenties
Te bereiken beroepsspecifieke competenties (te noteren door de student) Bijbehorende activiteiten projectgerelateerd + producten
6.3.6
Gehele proces
9.3.a
Eindeverslag
9.3.b 9.3.c
Proces PvA
9.3.1
Onderzoeksvragen
9.3.6
Deelvragen
voert overleg met alle betrokken partijen gericht op een goed lopend bouwproces en de vereiste prestatienorm. aan de oplossing ligt een heldere probleem definiëring ten grondslag de aanpak van vraag naar oplossing is systematisch: het onderscheiden van functionele deelstappen die in het totale traject herkenbaar zijn definiëren en analyseren van probleemsituaties van gemiddelde / grote complexiteit uitvoeren van studies
9.3.8
Eindeverslag
11.3.c
Gehele proces
12.3.b
Notulen
vakoverstijgend denken: integreren van kennis, inzicht en vaardigheden in uiteenlopende beroepssituaties bij de uitvoering van het werk houdt de professional rekening met maatschappelijke en economische randvoorwaarden Informatie is gestructureerd per agendapunt uitgewerkt
14.3.1
Gehele proces
Maakt concrete afspraken
Behaald 7 resultaat
paraaf
Beoordelingsformulier afstuderen versie februari 2011 Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek 10
Pagina 8 van
Nr. A-01
Algemene HBO competenties: Algemene HBO competenties
Kenmerkende activiteit (het product, bewijs)
Resultaat
Denken in modellen, systemen en processen Een analyse van het voorliggende vraagstuk, resulteren in oplossingen.
A-02
Proces beheersen Goed lopende werkprocessen
A-03
A-04 (optie) (optie)
Projectmatig werken Een projectteam dat op basis van overleg en samenwerking de in het projectplan beschreven resultaten bereikt. Veilig-, duurzaam- en kwaliteitsbewust handelen Optimalisering van het werk naar veiligheid, duurzaamheid en kwaliteit.
paraaf
Beoordelingsformulier afstuderen versie februari 2011 Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek 10
Pagina 9 van
Nr.
Sociaal communicatieve competenties: Sociaal communicatieve competenties
Resultaat
Kenmerkende activiteit (het product, bewijs)
Resultaat
8
SC-01
Communiceren Effectieve communicatie: begrijpen en begrepen worden; mondeling zowel als schriftelijk. Leiding geven
SC-02 (optie) (optie) SC-03
Nr.
Kenmerkende activiteit (het product, bewijs)
Een goed draaiend team dat resultaatgericht werkt. Samenwerken Het vooraf vastgestelde gemeenschappelijke doel is bereikt door een optimaal gebruik van een ieders kwaliteiten.
Zelfsturende competenties: Zelfsturende competenties
Z-01
Zelfverantwoordelijk werken Doorzettingsvermogen en ambitie maken het mogelijk prestatiegericht te kunnen blijven werken, ook onder tegenvallende omstandigheden. Zelfverantwoordelijk leren Oude kennis op een nieuwe manier gebruiken Zichzelf als professional ontwikkelen door middel van zelfreflectie. Zicht hebben op kwalificaties waarover men al beschikt en zicht hebben op de reikwijdte van deze kwalificaties Vormgeven aan eigen kennismanagement.
Z-02
8
Inclusief presentatie tijdens de verdediging en de kwaliteit van de beantwoording van de vragen. paraaf
Beoordelingsformulier afstuderen versie februari 2011 Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek 10
Pagina 10 van
Planning Afstudeeropdracht Stefan Hermans, Paul Hoogeveen groep 28 Renovatieconcepten in de naoorlogse woningbouw Projectplan maken Eisen van de woningbouwcorporaties aan de renovatie Interviews afnemen woningcorporaties Informatie vergaren renovatiemotiveringen Verwerken informatie renovatiemotiveringen Analyse renovatieconcepten Informatie vergaren renovatieconcepten Interviews afnemen verschillende betrokken partijen Verwerken informatie renovatieconcepten Renovatieconcepten van toepassing op ons project Renovatieconcepten selecterendie van toepassing zijn Uitwerking gekozen woning tot gerenoveerde woning Woning opnemen Tekenwerk gekozen duplexwoning Renovatieproces uitwerken Gerenoveerde woning uitwerken eindverslag Belangrijke data kick-off afstuderen Inleveren projectplan Peiling projectplan Voorlichting afstudeerverdediging Inleveren afstudeerverslag Afstudeerverdediging
week 7 14-feb
week8 21-feb
week 9 28-feb
Week 10 7-mrt
Week 11 14-mrt
week 12 21-mrt
Week 13 28-mrt
Week 14 4-apr
Week 15 11-apr
Week 16 18-apr
Week 17 25-apr
Week 18 2-mei
Week 19 9-mei
Week 20 16-mei
Week 21 23-mei
Week 22 30-mei
Week 23 6-jun
Week 24 13-jun
Week 25 20-jun
Week 26 27-jun
ma di wo do vr
ma di wo do vr
ma di wo do vr
ma di wo do vr
ma di wo do vr
ma di wo do vr
ma di wo do vr
ma di wo do vr
ma di wo do vr
ma di wo do vr
ma di wo do vr
ma di wo do vr
ma di wo do vr
ma di wo do vr
ma di wo do vr
ma di wo do vr
ma di wo do vr
ma di wo do vr
ma di wo do vr
ma di wo do vr
Uitloop
Bijlage 9: Reflectieverslagen
Reflectieverslag Paul Hoogeveen – 296429 Inleiding Tijdens het doen van het onderzoek naar de verschillende reeds bestaande renovatieconcepten heb ik tegelijk gewerkt aan de vooraf opgestelde beroepscompetenties. Deze competenties zijn uitgekozen uit een lijst met de beschikbare competenties. Bij het kiezen van de competenties heb ik gekeken naar competenties die ik nog niet heb behaald tijdens stages en het doorlopen van de opleiding en welke competenties binnen de afstudeeropdracht passen en ik graag zou willen halen of verbeteren. Hieronder staan de competenties vermeld welke ik heb geprobeerd te halen tijdens het afstuderen. Vervolgens zal er per competentie uitgelegd worden hoe deze is behaald, bij welk deel van het onderzoek deze aan de orde kwam, wat er goed ging en wat de verbeterpunten zijn.
Competentie: BWK01 Ontwikkelen Projectdefinitie Productindicatoren:
1.3.a De wensen van de opdrachtgever, de belangen van derden, maatschappelijke belangen en aspecten als (economische) haalbaarheid en uitvoerbaarheid zijn vertaald tot een set van uitgangspunten en randvoorwaarden. 1.3.1 Concretiseert de probleemstelling en analyseert en definieert de informatiebehoefte. Dit houdt in dat hij: Het probleem helder formuleert De doelen duidelijk beschrijft projectgrenzen vast legt En onderzoeksvragen formuleert 1.3.2 Verwerft zelfstandig informatie, selecteert deze en beoordeelt deze op bruikbaarheid en validiteit en legt de gegevens vast. 1.3.4 Wint, indien nodig, advies in bij (externe) deskundigen op de bij punt 1.3.3 genoemde gebieden(techniek, esthetica, economie, (woon en leef-)milieu
Product:
1. Projectplan
Het ontwikkelen van de projectdefinitie kwam aan de orde tijdens het schrijven van het projectplan. In dit projectplan hebben we de probleemstelling bepaald, hierbij een onderzoeksdoel opgesteld en vervolgens onderzoeksvragen opgesteld. Door te zorgen dat het onderzoek binnen bepaalde kaders zou blijven hebben we het onderzoek afgebakend door vooraf goed over bepaalde definities na te denken en te beschrijven en de producten die we uiteindelijk gaan inleveren te beschrijven. Ik had het maken van het projectplan een beetje onderschat qua tijd die er in gaat zitten. Ondanks vele waarschuwingen van verschillende docenten en andere medestudenten heb ik me hier toch op verkeken. Het probleem waar we tegen aan liepen tijdens de peiling van het projectplan was dat er nog veel niet goed op papier stond. We hadden wel alles precies in ons hoofd hoe we het van plan waren, maar veel stond niet op papier. Ook de volgorde van onderzoeksvragen ontbrak in het eerste projectplan. Nadat we dit tegenvallende bericht te horen kregen ben ik de literatuur (Nel Verhoeven 2010) beter gaan bestuderen en hebben wij het hele projectplan volgens deze literatuur opgesteld. Het voordeel hiervan was dat er vanuit een probleemstelling gewerkt werd naar een onderzoeksdoel. Vervolgens worden om dit doel te behalen de onderzoeksvragen opgesteld. Om vervolgens deze onderzoeksvragen te beantwoorden hebben we deelvragen opgesteld. Het grote voordeel hiervan is dat er meteen een goed beeld ontstond van de benodigde informatie die we nodig zouden hebben en de
producten die er uit eindelijk uit zouden komen. Ook heeft deze methode als grote voordeel dat er meteen een soort van inhoudsopgave zichtbaar word. Nu, aan het eind van het onderzoek ben ik er achter gekomen dat het goed formuleren van de probleemstelling en de onderzoeksvragen essentieel is voor het doen van een gedegen onderzoek. Dit omdat anders onduidelijk is welke informatie er ingewonnen moet worden. Bij het inwinnen van deze informatie hebben we gebruik gemaakt van literatuur, internet, externe en interne bronnen. Doordat we van te voren duidelijk wisten naar welke informatie we op zoek waren hebben we deze goed kunnen selecteren uit de alle informatie die we hebben gevonden op internet. We hebben interviews afgenomen bij woningcorporaties over de eisen die worden gesteld aan renovaties. Wat me opviel bij het afnemen van deze interviews is dat als je de geïnterviewde aan het woord laat, dat er ook verassende informatie wordt verteld waarover niet het interview in hoofdzaak ging, maar die wel nuttig is voor het onderzoek. Wel vond ik het goed werken dat we een soort van leidraad hadden opgesteld door middel van een aantal vragen op papier te zetten. Zo kon je tijdens het afnemen van de interviews toch zorgen dat de informatie die we nodig hebben voor het onderzoek ook daadwerkelijk aan de orde zou komen. Het contact leggen en in contact blijven met verschillende partijen die we hebben gesproken vond ik erg leuk om te doen omdat ik merkte dat ze ons serieus namen en omdat het goed ging. Zo had ik aan het begin van mijn stage nog moeite om contact te leggen met mensen die ik niet kende en waarvan ik informatie moest hebben. Tijdens het afstuderen ging dat een stuk beter. Ik kan dus zeggen dat ik wat dat betreft een stuk zekerder over mezelf ben geworden!
BWK06 Handhaven, bewaken en bijsturen van het uitvoeringsplan Productindicatoren: 6.3.1 Het kritieke pad in de planning wordt bepaald, bewaakt en eventueel bijgesteld. 6.3.6 Voert overleg met alle betrokken partijen gericht op een goed lopend proces en de vereiste prestatienorm. Producten:
1. Verslaglegging overleggen met Ireen de Jong 2. Planning
Tijdens het doen van het onderzoek hebben we geprobeerd om 1x per week een overleg te hebben met Ireen de Jong. Gedurende het onderzoek bleek echter dat dit niet elke week mogelijk was doordat er een aantal vakantiedagen en vakanties bij zaten. Ook omdat we zelf nog een aantal tentamens hebben moeten maken is dit niet elke week gelukt. Wel hebben we elke week contact gehad en ook minimaal 1x per 2 week een contact moment gezocht. Doordat we niet bij elk contact moment een agenda hebben opgesteld vond ik het soms een beetje ongeorganiseerd doordat we niet aan de hand van de agenda het overleg konden doen. Ook het maken van de notulen was hierdoor lastiger omdat er niet een bepaalde volgorde was. Vaak maakten we dan aan de hand van onze producten die we hadden besproken de notulen. Door wel het gebruiken van agenda’s en deze ook voor de vergadering opgestuurd te hebben naar de aanwezigen kan iedereen zich beter voor bereiden. Hierdoor zou er denk ik meer en effectiever informatie uitgewisseld kunnen worden. Nu was het soms zo dat of wij, of Ireen niet alles mee had doordat het niet helemaal duidelijk was wat er besproken ging worden. Op een gegeven moment liepen we vast in het literatuur onderzoek en hebben we er in overleg met Ireen de Jong voor gekozen om eerst verder te gaan met de praktische dingen van het onderzoek. De praktische dingen zijn met name het teken- en reken werk. Dit hebben we in goed overleg onderling besloten. We hebben het echter niet aangepast op de planning die we aan het begin van het onderzoek hebben gemaakt. We hebben deze planning echter wel grotendeels gebruikt voor het controleren van het proces. Dit had ik niet verwacht omdat vaak als ik een planning maak, deze 2 weken wordt vol gehouden en daarna niet meer. Nu heb ik het deze planning het gehele proces wel in mijn achterhoofd gehouden en ook zo af en toe op gecontroleerd of we nog op schema liepen. Dit is in de laatste 3
weken van het onderzoek minder geworden omdat we toen aan de afronding begonnen. Dit is dus wel een goede stap vooruit geweest omdat het bleek dat de planning grotendeels goed was. Alleen door het vastlopen in het literatuur onderzoek hebben we deze moeten omgooien.
BWK09: A01: Denken in modellen, systemen en processen Productindicatoren:
9.3.a Aan de oplossing ligt een heldere probleem definiëring ten grondslag 9.3.b De aanpak van vraag naar oplossing is systematisch: 9.3.c Het onderscheiden van functionele deelstappen die in het totale traject herkenbaar zijn 9.3.1 Definiëren en analyseren van probleemsituaties van gemiddelde / grote complexiteit 9.3.6 Uitvoeren van studies 9.3.8Vakoverstijgend denken: integreren van kennis, inzicht en vaardigheden in uiteenlopende beroepssituaties
Producten:
1. Afstudeerverslag
Bij het opstellen van het verslag hebben we de volgorde van de onderzoeksvragen gehanteerd. Deze volgorde is zo opgesteld dat we als eerst de informatie opzoeken die ook als eerst nodig is. Hierdoor is het verslag op een logische manier opgebouwd en wordt er op een logische manier naar een antwoord toe gewerkt. Elke onderzoeksvraag wordt behandeld in een hoofdstuk. Hier hebben we er voor gekozen om als eerste te beginnen met een inleiding over de onderzoeksvraag. Op deze manier wordt duidelijk waarom een antwoord nodig is, hoe we deze denken te vinden en wat we hier allemaal voor nodig hebben. Ik denk dat dit de juiste manier is omdat op deze manier niet alleen de lezer een volledig beeld krijgt van de onderzoeksvragen, maar wijzelf ook. Ik vond het ook een stuk fijner om op deze manier naar een antwoord toe te werken van de onderzoeksvraag. Bij het beantwoorden van deze vragen hebben naast de informatie uit de eerder genoemde bronnen ook informatie die we al eerder hebben toegepast tijdens onze studie gebruikt. Ik vond dit erg interessant om te doen omdat je op deze manier ook beseft dat je de afgelopen jaren wel degelijk de basis van de bouwkunde hebt geleerd. Bijvoorbeeld het maken van bouwfysische berekeningen, het maken van bouwkundige tekeningen en het opstellen van een begroting.
BWK11: A04: Veilig-, duurzaam- en kwaliteitsbewust handelen Productindicatoren:
11.3.c Bij de uitvoering van het werk houdt de professional rekening met maatschappelijke en economische randvoorwaarden
Producten:
Uitwerken begroting en tekeningen.
Deze competentie is aan de orde gekomen bij het maken van de tekeningen en het opstellen van de begroting. Doordat hier Stefan voornamelijk mee bezig is geweest ben ik er vanaf de andere kant ook mee bezig geweest. Namelijk vanuit de kant van de controle. Staat alles op de tekeningen? Zijn de berekeningen compleet of ontbreken er nog belangrijke elementen? Door het een keer vanaf de andere kant te zien merk je over welke kennis je allemaal beschikt. Ook kwam ik zo dingen tegen waaraan ik zelf nooit had gedacht.
BWK12: SC01: Communiceren (mondeling en schriftelijk) Productindicator:
12.3.b Informatie is gestructureerd per agendapunt uitgewerkt
Product:
Notulen
Van elke vergadering hebben we notulen gemaakt zodat de punten die zijn besproken duidelijk werden en zodat we op deze manier een goed overzicht hebben van de actiepunten die uit deze vergaderingen voort kwamen. Wel zijn we een aantal keer vergeten om direct deze notulen uit te werken. Wat ik merkte was dat er dan al snel een discusie ontstond over wat er ook alweer precies was afgesproken. Om dit te voorkomen ga ik dus proberen om altijd de uitwerking van vergaderingen meteen dezelfde dag nog te maken.
BWK14: SC03: Samenwerken ((Multi) disciplinair Samenwerken) Productindicator:
14.3.1 Maakt concrete afspraken
Product:
Onderlinge afspraken, notulen, planning
In de planning hebben we de deadlines vast gelegd die gehaald moesten worden. Aan deze deadlines hebben we ons gehouden, mede om concrete afspraken te maken. We spraken meestal aan het begin van de week af wat we deze week gingen doen en wat er dan aan het einde van de week af is. Tegen het einde van de week keken we een week verder om ons daar ook alvast op voor te bereiden. Door op deze manier te werken en ook de planning in het achterhoofd te houden hebben we ons afstudeer verslag op tijd kunnen inleveren. Ook omdat we allebei een aantal tentamens hebben moeten maken was het noodzakelijk om concrete afspraken te maken.
Reflectieverslag afstuderen Stefan Hermans Inleiding Conform het afstudeerreglement moeten afstudeerders competenties kiezen welke behaald dienen te worden tijdens het afstuderen. Het doel van het behalen van de voor het HBO opgestelde competenties is om niet enkel vaktechnisch goed onderbouwd een opleiding af te ronden, maar ook om andere belangrijke aspecten als bijvoorbeeld communicatie aan het einde van een opleiding te beheersen. Het volgende verslag is opgebouwd in de volgorde van competenties als door mij gekozen voor het afstudeerproject. Deze competenties zullen in deze reflectie worden uitgewerkt hoe ik denk aan deze competenties voldaan te hebben. Competentie: BWK01 Ontwikkelen Projectdefinitie 1.3.a •
Projectplan de wensen van de opdrachtgever, de belangen van derden, maatschappelijke belangen en aspecten als (economische) haalbaarheid en uitvoerbaarheid zijn vertaald tot een set van uitgangspunten en randvoorwaarden. Hoe voldaan aan deze competentie? De opdracht was geformuleerd, echter niet volledig en met ruimte tot speculatie. Door in overleg te gaan met de afstudeerbegeleider en de voorzitter van het Atelier D, werd duidelijk in hoeverre wij de wensen van deze opdrachtgever konden verduidelijken en hoe wij die konden ombuigen zodat deze zouden aansluiten op onze eigen wensen. Door dit duidelijk te krijgen konden wij dit vertalen in een heldere onderzoeksvraag waar zowel de opdrachtgever als wijzelf zich in kon vinden. Door de wensen en voorkeuren van de opdrachtgever en de betrokken derden, de woningcorporaties, duidelijk te krijgen, was het mogelijk het onderzoek af te bakenen to enkel relevante onderwerpen van toepassing op ons onderzoek.
1.3.1 • • • •
Projectplan concretiseert de probleemstelling en analyseert en definieert de informatiebehoefte. Dit houdt in dat hij: het probleem helder formuleert de doelen duidelijk beschrijft projectgrenzen vast legt en onderzoeksvragen formuleert Hoe voldaan aan deze competentie? Door eerst het probleem te analyseren door middel van een kort vooronderzoek en gesprekken te voeren met deskundigen en de afstudeerbegeleider waren wij in staat het bestaande probleem duidelijk te omschrijven en weer te geven. Gezien het probleem duidelijk was, en bekend was wat wij met het onderzoek wilden bereiken. waren wij in staat de doelen en daarbij behorende onderzoeksvragen duidelijk te formuleren in het projectplan. Nu bleek dit toch lastiger dan verwacht gezien aan het opstellen van goede onderzoeksvragen nogal wat eisen zitten. Na het lezen van boeken betreffende het opzetten van een onderzoek bleek ook het opstellen van de onderzoeksvragen een relatief makkelijk te overwinnen obstakel. Wel beseften wij dat het opstellen van de onderzoeksvragen de kern van ons afstudeerproject zou zijn. Dit zou immers het onderzoek vorm geven. Hier hebben wij dan ook veel tijd aan besteed en misschien wel te veel tijd. Echter op dit onderwerp bevonden wij dat hier niet te weinig tijd aan besteed kon worden. Het resultaat van de probleemstelling en de onderzoeksvragen reflecteert deze inspanning ook.
Nadat wij de onderzoeksvragen hadden geformuleerd moest het project nog worden afgebakend door middel van de projectgrenzen. Hoe ver gaan wij op een onderdeel in, Welke factoren nemen wij hier allemaal in mee? Vragen als deze hebben wij beantwoord door in het onderzoek vooruit te blikken en te kijken naar de behalen resultaten, welke informatie was daarvoor cruciaal, en welke informatie was overbodig? door die afwegingen te maken hebben wij ons project zo kunnen afbakenen dat er veel werk moest worden uitgevoerd, maar dat ook veel werk niet zou worden hoeven uitgevoerd om toch tot het gewenste resultaat te komen. Hierdoor bleef het onderzoek overzichtelijk en zouden wij niet op een zijspoor raken. 1.3.2 •
Gehele proces verwerft zelfstandig informatie, selecteert deze en beoordeelt deze op bruikbaarheid en validiteit en legt de gegevens vast. Hoe voldaan aan deze competentie? Met name tijdens het onderzoek naar de verschillende reeds bestaande renovatieconcepten was het van belang nuttige informatie te verzamelen. Gegevens waren er in overvloed, de juiste informatie daar uit destilleren was een taak die eerlijk gezegd best saai was. Enthousiast over het afstudeerproject begonnen wij aan het onderzoek naar de bestaande concepten, om snel tot de conclusie te komen dat er erg weinig nuttige informatie over renovatieconcepten bestaat. Uiteindelijk hebben wij alle gevonden gegevens weten te filtreren en daar de concepten uit te halen en deze te beoordelen door vooraf gestelde criteria op bruikbaarheid. Deze gegevens hebben wij vervolgens in tabelvorm overzichtelijk gemaakt.
1.3.4 •
Gehele proces wint, indien nodig, advies in bij (externe) deskundigen op de bij punt 1.3.3 genoemde gebieden Hoe voldaan aan deze competentie? Er waren meerdere onderdelen in ons onderzoek die wij zelf konden uitwerken maar waar de begeleidende ervaring van een professional gewenst was. Dit hebben wij gedaan door bijvoorbeeld onze tekeningen, begroting, berekeningen en teksten door de relevante professionals te laten beoordelen. Advies inwinnen in deze was dus de ervaring van een professional uit het relevante vakgebied laten oordelen over onze producten en deze waar nodig laten corrigeren. Nu had ik aanvankelijk de insteek 'wij kunnen dat makkelijk zelf' gelukkig kwam het besef spoedig dat niemand alles alleen kan en dan anderen het misschien juist prettig vinden wanneer jij hen om hulp vraagt. Dit is zeker iets wat ik tijdens deze opdracht heb geleerd en iets wat ik in de toekomst zal onthouden en toepassen.
BWK06 Handhaven, bewaken en bijsturen van het uitvoeringsplan
6.3.1 •
Planning het kritieke pad in de planning wordt bepaald, bewaakt en eventueel bijgesteld. Hoe voldaan aan deze competentie? Om hier net zo serieus te zijn als de opvolging door ons van de door ons gemaakte planning, zou ik hier een mop moeten vertellen. Simpel gezegd, het is altijd hetzelfde, ik plan, wij plannen maat totdat de druk oploopt is de output van resultaten minimalistisch te noemen. Dit is niet iets wat ik tijdens dit onderzoek heb geleerd, dit is iets wat ik al geruime tijd van mijzelf weet. Dit is ook iets waar ik altijd aan zal moeten blijven werken maar tevens iets wat ik waarschijnlijk nooit echt zal kunnen verbeteren. Dit is nu eenmaal hoe ik ben, ik ben een uitsteller. Om toch te kijken hoe wij daar tijdens het afstuderen mee om zijn gegaan is het interessant om inzichtelijk te maken hoe wij om zijn gegaan met onze planning. De planning zoals opgesteld aan het begin van ons afstuderen had duidelijk deadlines. Al die
deadlines hebben wij gehaald. Echter, wel met kunst en vliegwerk. Bijvoorbeeld met een aanlooptijd van 2 weken naar de volgende deadline hield dat in voor ons dat wij de eerste week wel werk verrichten uiteraard, maar achter liepen op de deelplanning. Gedurende de tweede week bleek dat er nog relatief veel werk verzet moest worden om de deadline te behalen. Wat inhield dat er in die week korte nachten werden gemaakt en weekenden werden doorgewerkt. Is dat nu optimaal? nee, dat is het niet. Maar dit is wel hoe ik in ieder geval het prettigst werk, dat is hoe ik werk en dat is wie ik ben. Ik stel graag uit, maar als het moet dan doe ik het wel en ook op tijd, ongeacht wat het kost op dat moment. Nu lijkt het negatief zoals ik het hier weergeef, maar dat is het niet. Anders samengevat kan ik het zo weergeven: De planning heb ik en hebben wij altijd gevolgd, met ruimte voor andere activiteiten ingedeeld, waar nodig hebben wij alles gegeven en altijd hebben wij de deadlines gehaald met een resultaat waar wij tevreden mee waren.
6.3.6 •
Gehele proces voert overleg met alle betrokken partijen gericht op een goed lopend bouwproces en de vereiste prestatienorm. Hoe voldaan aan deze competentie? Nu was ons proces geen bouwproces, maar wel een proces met zeker zo veel stappen en fasen. Om te garanderen voor een zo goed mogelijk doorloop van deze hebben wij wekelijks overleg gevoerd met onze afstudeerbegeleidster. Tijdens deze gesprekken lieten wij onze voortgang zien, werden problemen en uitdagingen besproken en ontvingen wij sturing en feedback. Uiteraard was overleg met externen ook noodzakelijk om tot een goede doorloop van het onderzoek te komen. Het maken van afspraken, opvolgen van deze en vooral het overleg en gemaakte afspraken onderling betreffende taakverdeling en zelfgestelde deadlines waren van belang uiteraard om ook samen tot een goed einde te komen.
BWK09: A01: Denken in modellen, systemen en processen 9.3.a •
Eindeverslag aan de oplossing ligt een heldere probleem definiëring ten grondslag Hoe voldaan aan deze competentie? Zoals eerder vermeld in deze reflectie, hebben wij in het begin van ons afstuderen tijd besteed aan het verduidelijken van het probleem. Na het duidelijk te hebben gemaakt van het probleem werd het duidelijk wat de oplossing zou moeten zijn en hoe wij die moesten behalen.
9.3.b • 9.3.c • 9.3.1 • 9.3.6 •
Proces de aanpak van vraag naar oplossing is systematisch: PvA het onderscheiden van functionele deelstappen die in het totale traject herkenbaar zijn Onderzoeksvragen definiëren en analyseren van probleemsituaties van gemiddelde / grote complexiteit Deelvragen uitvoeren van studies Hoe voldaan aan deze vier competenties? Door het maken van een plan van aanpak en het formuleren van heldere en duidelijke deelvragen, waren de stappen van probleemdefiniëring naar beantwoording logisch en duidelijk opvolgbaar. Dit was een prettige manier van werken en zeker gestructureerder dan dat ik normaal ter werk ga. In feite na het opstellen van de deelvragen en het plan van aanpak hoe wij deze zouden beantwoorden, was het behalen van het resultaat enkel een kwestie van
deze lijst met punten stuk voor stuk afhandelen zonder continu in het onderzoek heen en weer te springen. Dit is ook noodzakelijk uiteraard om complexe situaties en onderzoeken in gemakkelijkere kleinere onderdelen op te delen, maar dit was wel een nieuwe ervaring voor mij. Nu heb ik natuurlijk vaker complexe opdrachten etc moeten maken, maar dit heb ik tot noch toe altijd gedaan door simpelweg te beginnen en bij te sturen waar nodig met het risico veel werk over te moeten doen, of werk te doen wat niet nodig was.
9.3.8 •
Eindeverslag vakoverstijgend denken: integreren van kennis, inzicht en vaardigheden in uiteenlopende beroepssituaties Hoe voldaan aan deze competentie? Door het samenvoegen van de verschillende deelvragen tot een onderzoek, hebben wij verschillende aspecten van de bouwkunde tot een enkel onderzoek geïntegreerd, bouwfysica, materialenkennis, maatschappelijke aspecten, onderzoek doen. Cruciaal was om van al deze onderwerpen het beste er uit te halen en deze te verwerken zodat de gevonden antwoorden aansloten op de door ons gestelde vragen. Om dit te bewerkstelligen is wel een brede kennis vereist. Prettig hier was dat dit afstudeerproject door twee personen werd uitgevoerd zodat een opdeling van het werk mogelijk was en uiteindelijk uiteraard alles bekent is, maar de verschillende benodigde kwaliteiten van twee personen afkomstig konden zijn.
BWK11: A04: Veilig-, duurzaam- en kwaliteitsbewust handelen 11.3.c Gehele proces • bij de uitvoering van het werk houdt de professional rekening met maatschappelijke en economische randvoorwaarden Hoe voldaan aan deze competentie? Kwaliteit is belangrijk bij een afstudeeronderzoek. De conclusie is belangrijk, het traject is belangrijk, maar bovenal de kwaliteit van dit alles. Een conclusie is namelijk weinigzeggend als de informatie waarop de conclusie is gebaseerd uit een onduidelijk of onbetrouwbare bron komt. Tijdens het afstuderen hebben wij veel werkzaamheden opgedeeld. Dit omdat dit een makkelijke manier van werken is, maar ook om zo de werkzaamheden bij de persoonlijke voorkeuren aansluiten. Van belang was wel om het individueel gemaakte werk te controleren, niet vanwege wantrouwen, wel vanwege waarborgen van de optimale kwaliteit. Dit was ook zeer leerzaam. Door het werk van de ander te bestuderen en kritisch te bekijken, kon daar veel van worden opgestoken, zowel qua aanpak als daadwerkelijk resultaat. BWK12: SC01: Communiceren (mondeling en schriftelijk) 12.3.b Notulen • Informatie is gestructureerd per agendapunt uitgewerkt Hoe voldaan aan deze competentie? Na ieder overleg met onze afstudeerbegeleidster hadden wij als doel notulen te maken. In ieder geval hebben wij altijd aantekeningen gemaakt met daarin de hoofdpunten. Toch hebben wij niet altijd deze uitwerkingen uitgewerkt tot daadwerkelijke notulen. Wel hebben wij verwerkt wat er tijdens de overleggen werd bevonden door de afstudeerbegeleidster. In totaal hebben wij acht notulen uitgewerkt van de elf overleggen die wij hebben gehad. Het bleek tijdens die enkele keer dat wij deze niet hadden uitgewerkt dat er tijdens het volgende overleg direct verschillende opvattingen waren over wat er de vorige keer was besproken. Gezien het uitwerken van notulen een kleine taak is, stel ik mijzelf als doel om dit in het vervolg altijd te doen, het verduidelijkt het volgende overleg, dient als naslagwerk maar ook als bewijsvoering.
BWK14: SC03: Samenwerken ((Multi) disciplinair Samenwerken) 14.3.1 Gehele proces • Maakt concrete afspraken Hoe voldaan aan deze competentie? Zowel met de omgang naar derden als met de omgang met de afstudeerbegeleidster was het noodzakelijk om concrete afspraken te maken. Dit hebben wij veelal telefonisch gedaan of mondeling maar altijd bevestigd via een email. Het leven van een professional is vaak hectisch en een niet duidelijk gemaakte afspraak kan dan ook bijvoorbeeld makkelijk worden vergeten. Dit wisten wij al, vandaar dat wij iets extra moeite en tijd hebben gestoken hierin om de gemaakte afspraken duidelijk te maken. Betreffende afspraken onderling, wij maakten aan het begin van iedere week, op ons maandagochtend werkoverleg afspraken voor de rest van de week. De te verrichte taken, dagen van aanwezigheid, verantwoordelijkheden etc. Ondanks dat deze afspraken minder officieel waren, hielden we elkaar hier wel aan. Een deadline is een deadline, en de planning loopt toch door, dus ons werk moet ook voortgang laten zien. Dit ging goed, wij hebben gedurende het gehele project sportief met elkaar samen gewerkt en ruim begrip getoond voor elkaar privé omstandigheden wat ook zeer prettig is.