Evaluatie Regionaal Kompas 2008-2012
Regionaal kompas Venlo Evaluatie 20082012
zaak_id bericht_nummer bericht_id zaak_zaaknummer
Maatschappelijke Ontwikkeling team MOONT steller Marlène van Poeijer doorkiesnummer +31 77 3596855 registratienummer datum 6 maart 2013
Lijst met Afkortingen OGGz: WMO: MO: GAR: VO: Vz: CMA: LC: VNG AWBZ: GGZ LVG: ZZP: ZVw CPGGZ: Wpg: VvGi ZAT: CAB: ACO:
Openbare Geestelijke Gezondheidszorg Wet Maatschappelijke Ontwikkeling Maatschappelijke Opvang Geweld in Afhankelijkheidsrelaties Vrouwenopvang Verslavingszorg Centraal Meld- en Actiepunt Leidende Coalitie Vereniging van Nederlandse Gemeenten Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Geestelijke Gezondheidszorg Licht Verstandelijk Beperkten zorgzwaartepakketten Zorgverzekeringwet Collectieve Preventie Geestelijke Gezondheidszorg Wet Publieke Gezondheid Vincent van Gogh instituut Zorg Advies Team Cliënt Advies Bureau Algemene Crisis Opvang
Inhoudsopgave
1
Inleiding
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Regionaal Kompas Doelstelling Het Rijk De Provincie De Zorgkantoren De Gemeenten Besluitvorming
6 6 8 8 9 9 11
3 3.1 3.2
Het CMA De Ketenregie De monitor
12 13 13
4 4.1 4.2
De Beleidsvelden 7, 8, 9 Prestatieveld 7: ‘ Maatschappelijke opvang en Vrouwenopvang’ Prestatieveld 8: ‘ Bevorderen van Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGz)’ Prestatieveld 9: ‘ Ambulante verslavingszorg, het bevorderen van verslavingsbeleid’
15 15
5
Conclusies
25
6
Trends en ontwikkelingen
28
4.3
3
5
19 23
1
Inleiding
Het Regionaal Kompas richt zich op de meest kwetsbare burgers in onze samenleving. Met het Kompas wordt ingezet op een infrastructuur, die ook voor de mensen met complexe problemen op meerdere leefgebieden een dak boven het hoofd biedt. Naast het dak wordt ook een infrastructuur op zorg en begeleiding georganiseerd waardoor mensen een zo veilig mogelijk bestaan kunnen leiden en gestimuleerd worden om (weer) regie over het eigen leven te nemen. Het huidige Regionaal Kompas is vastgesteld in 2008 en heeft een looptijd tot en met 2014. Met de middelen uit de decentralisatie-uitkering is de centrumgemeente Venlo verantwoordelijk voor de infrastructuur in Noord- en Midden Limburg voor de Maatschappelijke Opvang, de Vrouwenopvang, Geweld in afhankelijkheidsrelaties, OGGZ en Verslavingszorg. De verantwoordelijkheden zijn wettelijk verankerd in de WMO, beleidsvelden 7,8 en 9. Zoals vastgelegd in het Regionaal Kompas doet de centrumgemeente dit in nauw overleg met de regiogemeenten. Dit is georganiseerd in de Leidende Coalitie, die de gemeente Venlo adviseert over de beleidslijnen en de inzet van middelen. De Leidende Coalitie heeft aangegeven meer in te willen zetten op outcome financiering. Waar de gelden in het Regionaal Kompas nu nog vooral op rechtmatigheid worden ingezet, bestaat de wens om tot een doelmatigere inzet van middelen te komen. Dit heeft geleid tot het advies van de Leidende Coalitie, en daarna tot het besluit van de Centrumgemeente, om het Regionaal Kompas en het daarmee samenhangende subsidieprogramma te herijken. Op 19 februari 2013 is door het college van de gemeente Venlo de projectopdracht herijking Regionaal Kompas geaccordeerd. In de opdracht is het project verdeeld in 3 fasen. Fase 1 bestaat uit een evaluatie van het huidige Regionaal Kompas. De resultaten van de evaluatie presenteren wij in deze notitie. Deze evaluatie is de uitwerking van fase 1 uit de projectopdracht. Als voornaamste bron voor de evaluatie is gebruikt het Regionaal kompas 2008-2014. Hierin is immers de centrale doelstelling geformuleerd voor de inzet van de middelen die het Rijk ter beschikking stelt voor de Centrumtaak. Deze centrumtaak richt zich op het uitvoeren van het beleid voor de taakvelden 7,8 en 9 uit de WMO voor de regio Noord- en Midden Limburg. Dit wil zeggen de domeinen Maatschappelijke Opvang (MO), Vrouwenopvang (VO) en geweld in afhankelijkheidsrelaties (GAR), de Openbare Geestelijke gezondheidszorg (OGGZ) en Verslavingszorg (Vz).Vanuit de algemene doelstelling en de beleidsdoelen die daaruit voortvloeiden is gekeken naar de inzet op producten op de 3 beleidsvelden in de periode tot en met 2012. Een belangrijk instrument uit het Regionaal Kompas, is het Centraal Meld- en Actiepunt (CMA). Doelstellingen en bereikte resultaten van dit instrument zijn ook in de evaluatie meegenomen. Ook is dit evaluatieonderzoek geënt op de begrotingen en jaarrekeningen van de gesubsidieerde instellingen. Er is een algemeen bronnenonderzoek gedaan op internet om inzicht te krijgen in relevante ontwikkelingen op het terrein van maatschappelijke opvang, vrouwenopvang, verslavingszorg en geweld in afhankelijkheidsrelaties. Naast het evalueren, wordt in dit document ook een opmaat genomen naar de volgende fase, waarin voor de toekomstige koers nieuwe en/of aangescherpte beleidsuitgangspunten geformuleerd worden. De verbeterpunten die als gevolg van de evaluatie naar voren zijn gekomen, worden samengevat in het hoofdstuk over trends en ontwikkelingen.
2
Regionaal Kompas
2.1
Doelstelling
Het Regionaal Kompas (2008-2014) is een ambitieus plan. Het probeert preventie, opvang en herstel voor daklozen en andere kwetsbare mensen met complexe problemen, als een samenhangend systeem in te richten en te regisseren. De centrale doelstelling hierbij is: Voorkomen dat mensen afglijden uit de samenleving en als gevolg daarvan niet meer voor zichzelf kunnen zorgen en het dak boven hun hoofd verliezen. Daar waar dit niet voldoende blijkt te zijn, zal een passende vorm van maatschappelijke opvang worden ingezet. Maatschappelijke opvang moet een sluitend traject worden en fungeren als springplank naar de samenleving en maximaal haalbare zelfredzaamheid.
De opzet van het Regionaal Kompas stuurt op ketenregie die ervoor moet zorgen dat de instroom in de maatschappelijke opvang beperkt en de doorstroom bevorderd wordt. Een centrale rol is hierin toebedacht aan het CMA. Met de vaststelling van het regionaal kompas in 2008, was het oprichten van het CMA een van de eerste maatregelen om de regie op de keten integraal aan te sturen en daarmee de aansluitende aanpak verder vorm te geven. De hoofddoelstellingen uit het Regionaal Kompas zijn afgeleid van het Landelijk Kompas. In LC van 4-4-2012 zijn de doelstellingen als volgt bijgesteld: Vernieuwde doelstellingen Regionaal Kompas Noord- en MiddenLimburg d.d. 04.04.2012 1A
In 2014 leidt 80% of meer van de aanzeggingen tot huisuitzetting bij woningcorporaties uiteindelijk niet tot een daadwerkelijke huisuitzetting.
1B
Het aantal huisuitzettingen bij woningcorporaties is in 2011 gedaald tot minder dan 30% van het aantal in 2009.
1C
In 2014 is het aantal uit huis gezette personen dat zich meldt bij de MO na huisuitzetting en in die periode dakloos was, met 30% gedaald t.o.v. het aantal in 2011.
2
In 2014 is het aantal ex-gedetineerden dat zich na ontslag uit detentie bij de MO meldt en dan dakloos is, in verhouding tot het totaal aantal exgedetineerden, gedaald tot 10% of minder.
3
In 2014 is het aantal mensen dat zich na ontslag uit een intramurale GGzinstelling of GGZ-instelling voor wonen en verblijf bij de MO meldt en dan dakloos is, in verhouding tot het totaal aantal mensen dat ontslagen wordt uit deze instellingen, gedaald tot 5% of minder.
4A
70% van de geplaatste cliënten in de maatschappelijke opvanginstellingen heeft een trajectplan.
5
4B
In 2014 hebben 60% of meer van de daklozen een eindfase van traject dat voorzien is van een stabiele mix van: stabiele huisvesting, (geregeld) inkomen, stabiel contact met hulpverlening (stabiel=laatste 3 maanden aaneengesloten).
5
In 2014 is de overlast door zwervers gedaald met 75% t.o.v. 2009.
6A
Betrokkenen bij huiselijk geweld weten het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) te bereiken. Jaarlijkse toename van 4%.
6B
80% Van de betrokkenen bij huiselijk geweld worden snel en goed doorgeleid voor de integrale aanpak.
7
Vanaf 2014 heeft ten minste 60% van de zwerfjongeren een vorm van stabiele mix (huisvesting, inkomen, contact zorg-/hulpverlening).
Om de ontwikkeling van deze doelstellingen te kunnen volgen, en te kunnen sturen, is de monitor Regionaal Kompas ontwikkeld. Deze is in 2011 voor het eerst uitgevoerd, met het jaar 2009 als nulmeting. Ondanks de beperkte periode van monitoring, proberen we in de paragraaf monitoring toch een inzicht te bieden in de trends en ontwikkelingen.
In de tekst van het Regionaal Kompas uit 2008 ontbreekt twee belangrijke onderdelen: De vrouwenopvang en de aanpak van geweld in afhankelijkheidsrelaties. Na 2008 hebben deze onderwerpen in het landelijk beleid steeds meer aandacht gekregen. In navolging van het landelijk beleid is er ook in de regio Noord en Midden Limburg intensief ingezet op de onderwerpen, o.a. met de notitie Aanpak Huiselijk geweld en de uitwerking van de wet tijdelijk huisverbod. Met de herijking zal het beleid ten aanzien van VO en GAR verder worden ingebed in het Regionaal Kompas en als integraal onderdeel meegenomen worden. Hiertoe zal parallel aan de herijking van het Regionaal Kompas, de regiovisie voor de aanpak van geweld in afhankelijkheidsrelaties herijkt worden.
Financiering Regionaal Kompas De doelgroep waar het Regionaal Kompas zich op richt, kenmerkt zich door een meervoudige, complexe, problematiek. Bovendien gaat het vaak om een gedeelde verantwoordelijkheid tussen regiogemeenten en centrumgemeenten. De maatschappelijke opvang valt daarom niet onder één wettelijk kader of onder één financieringsstroom. De verschillende financieringsstromen worden in hierna verder toegelicht.
2.2
Het Rijk
De financiering van de maatschappelijke opvang, vrouwenopvang, openbare geestelijke gezondheidszorg en de verslavingszorg vindt plaats via het ministerie van VWS door middel van decentralisatie uitkeringen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Deze middelen worden verstrekt aan de centrumgemeenten in Nederland. De centrumgemeenten hebben in 2008, in navolging van de G4 een Stedelijk Kompas (in Noord en Midden Limburg ‘ Regionaal Kompas’ genaamd) opgesteld waarin een plan van aanpak maatschappelijke opvang beschreven staat.1 De middelen worden toegevoegd aan het gemeentefonds. Tot 2010 en 2011 was er sprake van specifieke doeluitkeringen. Maatschappelijke opvang is met ingang van 1 januari 2010 een decentralisatie-uitkering geworden en voor de uitkering vrouwenopvang is dat met ingang van 1januari 2011 het geval. In maart 2009 is er overeenstemming bereikt tussen VNG en het ministerie van VWS wat betreft de verdeelsleutel voor de, toen nog, ‘ specifieke uitkering’ maatschappelijke opvang, OGGz en verslavingsbeleid.2 Het huidige verdeelmodel zal met ingang van 2014 herijkt dienen te zijn, waarbij in de meicirculaire van dit jaar meer duidelijkheid hieromtrent geboden zal kunnen worden.3
2.3
De Provincie
De provincie is op dit moment nog, samen met de gemeenten, verantwoordelijk voor de jeugdzorg. Deze verantwoordelijkheid is verankerd in de Wet op de jeugdzorg (provincie) en de Wmo (gemeente). De jeugdzorgfuncties voor de gemeente (volgens de Wmo, prestatieveld 2) zijn op dit moment: Informatie en advies geven; Signaleren van problemen bij opgroeien en opvoeden; Zorgen dat jeugdigen en hun ouders de juiste hulp krijgen; Pedagogische hulp; Coördinatie van zorg. De verantwoordelijkheid van de gehele jeugdzorg zal vanaf 1 januari 2015 overgaan naar de gemeenten. 1
http://www.vng.nl/files/vng/vng/Documenten/Extranet/Sez/ZWS/stedelijk%20kompas.pdf Kamerstuk; Verdeelsleutel maatschappelijke opvang, OGGz en verslavingsbeleid (16 april 2009) 3 Junicirculaire gemeentefonds 2012 (blz. 33) 2
7
Met betrekking tot de doelgroep ‘ zwerfjongeren’ tot 18 jaar ligt de verantwoordelijkheid op dit moment bij de provincie. Vanaf het 18de levensjaar is de gemeente verantwoordelijk. Voor jongeren die al vóór hun 18e in de jeugdzorg zitten, kan de jeugdzorg onder voorwaarde tot 23 jaar doorlopen.
2.4
De Zorgkantoren
Nederland is opgedeeld in 27 regio’ s, waarbij in elke regio een zorgkantoor verantwoordelijk is voor de uitvoering van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De AWBZ is een volksverzekering voor langdurige zorg en dure, onverzekerbare risico’ s. Hieronder valt de zware, langdurige (in- en extramurale) zorg in de sectoren verzorging en verpleging, geestelijke gezondheidszorg en gehandicaptenzorg. De concessiehouder 4 voor zorgkantoor Noord- en Midden-Limburg is de Coöperatie VGZ. De concessiehouder koopt zorg in voor de hele regio, ongeacht waar iemand verzekerd is. De zorgkantoren proberen het zorgaanbod in iedere specifieke regio zo goed mogelijk op de vraag af te stemmen en stellen daarvoor jaarlijks een specifiek regionaal inkoopplan ten behoeve van de AWBZ-inkoop op. Dus ook voor de regio Noord- en Midden Limburg. Eén van de beleidsterreinen voor het zorgkantoor is de ‘ Langdurige GGZ en Maatschappelijke- en Vrouwenopvang’ . Daarnaast zijn er nog meer ‘ raakvlakken’ met de doelstellingen van ons Regionaal Kompas (denk o.a. aan; de Licht Verstandelijk Gehandicapten (LVG) en zorgzwaartepakketten (ZZP-systematiek)). Dit betekent dat er op dit moment sprake is van een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een passend zorgaanbod voor dak- en thuislozen met een verstandelijke handicap, geestelijke gezondheidsproblemen en/of verslavingsproblemen (waarbij sprake is van een vastgestelde indicatie). Landelijk wordt de AWBZ omgevormd, waarbij de regionale structuur van zorginkoop met budgetplafond vooralsnog gehandhaafd blijft, maar waarbij de indicatiestelling zal wijzigen en beperkt zal worden tot “ degenen die het echt nodig hebben” . Dit betekent dat de taken en verantwoordelijkheden van zorgkantoren veranderen en deels zullen worden overgeheveld naar gemeenten via de Wet op de maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en deels naar de zorgverzekeraars via de Zorgverzekeringswet (Zvw).
2.5
De Gemeenten
De gemeente Venlo is als centrumgemeente voor de regio Noord en Midden Limburg verantwoordelijk voor een adequaat voorzieningenniveau op het gebied van maatschappelijke opvang, vrouwenopvang, verslavingszorg en openbare geestelijke gezondheidszorg. Hiervoor krijgt de gemeente Venlo rijksbijdragen. Daarnaast heeft Venlo de uitvoering van de wet Collectieve Preventie Geestelijke Gezondheidszorg als taak overgenomen voor de regio Noord- en Midden Limburg. Hiertoe sluist iedere gemeente rijksmiddelen door naar Venlo (voor verslavingszorg en bemoeizorg € 0,67 per inwoner en bijdrage collectieve preventie GGZ € 0,52 per inwoner). Naast de rijksbijdragen betaalden gemeenten ten gunste van het regiobudget een bijdrage ad € 1,00 per inwoner als extra lokale bijdrage in de maatschappelijke opvang. Deze regiobijdrage € 1,00 is met ingang van 2011 vervallen in het kader van de bezuinigingstaakstelling.
4
De concessiehouder is de zorgverzekeraar die in een bepaalde regio de functie van zorgkantoor uitvoert. De concessiehouder doet dit via mandaat en volmacht namens de gezamenlijke zorgverzekeraars.
De taken van de gemeenten met betrekking tot de aanpak van de problematiek van dak- en thuislozen, de Vrouwenopvang, Geweld in Afhankelijkheidsrelaties, de OGGZ en Verslavingszorg zijn voornamelijk vastgelegd in de volgende twee wetten: 1. Wet Publieke Gezondheid (Wpg) 2. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Daarnaast zijn er uiteraard meer wettelijke kaders die in meer of mindere mate van invloed zijn op deze problematiek, maar waar de huidige primaire verantwoordelijkheid bij een andere instantie ligt (onder andere Awbz en Zvw).
1.Wet publieke gezondheid (Wpg) De Wet publieke gezondheid regelt onder andere de organisatie van de openbare gezondheidszorg. Deze wet vervangt (sinds 2008) de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid, de Infectieziektenwet en de Quarantainewet. De wet verplicht alle gemeenten om bij te dragen aan preventieprogramma’ s. Collectieve Preventie Geestelijke Gezondheids Zorg (CPGGZ) De Collectieve Preventie Geestelijke Gezondheidszorg (CPGGZ) heeft tot doel het bevorderen van het begrip en herkenning van psychische klachten, het bewust maken van de bevolking aan wat zij zelf aan deze klachten kan doen of aan het wegwijs maken van de doelgroep naar instanties. De voormalige AWBZ-subsidieregeling Collectieve Preventie Geestelijke Gezondheidszorg (CPGGZ) werd in 2007 en 2008 door de regiogemeenten uitgevoerd. Venlo vervult sinds de invoering van de wet Maatschappelijke Ondersteuning een centrumfunctie voor de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ). Daarom is aan de gemeente Venlo gevraagd om vanaf 2009 de subsidiëring voor de CPGGZ uit te voeren.
2.Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) De Wet maatschappelijke ondersteuning (sinds 1 januari 2007) regelt dat mensen met een beperking de voorzieningen, hulp en ondersteuning krijgen die ze nodig hebben. Het kan gaan om ouderen, gehandicapten en mensen met psychische problemen. Maatschappelijke ondersteuning is in de Wmo vertaald in 9 prestatievelden. In dit kader gaat het specifiek over de prestatievelden 7, 8 en 9. Letterlijk staat hierover in de wettekst het volgende: “ In deze wet en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder; maatschappelijke opvang: het tijdelijk bieden van onderdak, begeleiding, informatie en advies aan personen die, door een of meer problemen, al dan niet gedwongen de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving; (betreft: prestatieveld 7) vrouwenopvang: het tijdelijk bieden van onderdak en begeleiding aan vrouwen die, al dan niet gedwongen, de thuissituatie hebben verlaten in verband met problemen van relationele aard of geweld; (betreft: prestatieveld 7) openbare geestelijke gezondheidszorg: het signaleren en bestrijden van risicofactoren op het gebied van de openbare geestelijke gezondheidszorg, het bereiken en begeleiden van 9
kwetsbare personen en risicogroepen, het functioneren als meldpunt voor signalen van crisis of dreiging van crisis bij kwetsbare personen en risicogroepen en het tot stand brengen van afspraken tussen betrokken organisaties over de uitvoering van de openbare geestelijke gezondheidszorg; (betreft: prestatieveld 8) verslavingsbeleid: maatschappelijke zorg gericht op verslaafden, alle individuele geneeskundige verslavingszorg daaronder niet begrepen, en preventie van verslavingsproblemen, met inbegrip van activiteiten in het kader van de bestrijding van overlast door verslaving” (betreft: prestatieveld 9)
Bestuursopdracht Collectieve Preventie: In juni 2008 is in het portefeuilleoverleg ZoWel besloten om het onderdeel Collectieve Preventie OGGz (CP-OGGz) over te laten gaan van de Bestuursopdracht 25 (“ Beheer en uitvoering subsidieregelingen Wmo (Roiz)” ) naar Bestuursopdracht 12 (“ MOVZ-OGGz” ), met ingang van 2009. Hierdoor is de Collectieve Preventie OGGz een integraal onderdeel uit gaan maken van het Regionaal Kompas.5
Verbeterpunt Financiering: Een belangrijk aspect is het feit dat een aantal voorzieningen en producten gefinancierd worden door zowel Wmo als AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten), Zvw (Ziektekostenverzekeringswet) en de Wet op de Jeugdzorg. Deze verschillende financieringsstromen staan los van elkaar, met elk eigen kenmerken en verplichtingen jegens verantwoording vanuit de voorziening over besteding van de toegekende gelden. De verschillende financieringen hebben overlap en wellicht ook hiaten. In de verder uitwerking van de herijking zal een integrale benadering vanuit visie en inhoud onderlegger moeten zijn voor de financiering. Transparantie en doelmatigheid moet hierbij uitgangspunt zijn.
Besluitvorming
Tot en met 2010 was er sprake van geoormerkte gelden. De centrumgemeente Venlo mocht deze gelden alleen ten doel stellen voor de uitvoering van het Regionaal Kompas. Dit betekende dat de Leidende Coalitie besluiten kon nemen over de uitvoering van het Regionaal Kompas. In de leidende Coalitie hebben de inhoudelijk betrokken bestuurders uit de regio zitting. Zij bepaalden de koers binnen de beschikbare middelen. Het college van B&W nam dit besluit van de LC altijd over, immers de deskundigen bepaalden de koers binnen de geoormerkte middelen. Er was geen reden om ervan af te wijken. Met ingang van 2011 heeft de rijksoverheid alle oormerken van de budgetten afgehaald en worden de middelen voor de centrumtaak toegevoegd aan de algemene middelen van de gemeente Venlo. Dit betekent dat de gemeenteraad van Venlo kaderstellend budgetrecht heeft en het college van B&W besluiten neemt over de inzet van subsidies en de inhoudelijke koers. De positie van de LC is nog steeds belangrijk maar is ook veranderd. Van een min of meer besluitvormend orgaan, is de Coalitie veranderd in een adviserend orgaan. Dit betekent dat de gemeente Venlo in haar besluitvorming kan afwijken van de adviezen van de LC.
5
Beschrijving overgenomen uit ‘ Begroting 2010’ bijlage 1 Onderbouwing Bestuursopdrachten (pag.3)
11
3
Het CMA
Het CMA is een regionale functie. Daar waar in casuïstiek lokaal geen oplossing gevonden kan worden, wordt het CMA betrokken. De betrokkenheid van de het CMA richt zich op de volgende gebieden in de ketenaanpak; 1
2 3 4 5
Verbetering van de vroegtijdige signalering van kwetsbare personen en gezinnen door laagdrempelige informatievoorziening en centrale registratie. In crisisgevallen zal direct gerichte actie in gang gezet worden. Waarborgen van snelle en adequate probleemverheldering gevolgd door het vaststellen en vastleggen van heldere en haalbare hulpverleningsdoelstellingen Bewaken van de voortgang van de uitgestippelde trajecten Ondersteunen van de innovatie van werkmethoden en deskundigheidsbevordering Genereren van beleidsinformatie: overzicht over de samenstelling van de totale groep kwetsbare mensen, de problemen en hulpbehoefte die zij hebben en de lacunes in de opvang en zorg die hieruit afgeleid kunnen worden.
Organisatorisch was het CMA om praktische redenen ingebed bij de gemeente Venlo en gehuisvest bij het Veiligheidshuis Limburg Noord. Met instelling van het Regionaal Kompas was het doel om de CMA “ op afstand” te zetten. Met ingang van 2012 krijgt dit doel vorm, door het CMA aan te haken bij de Veiligheidsregio. Hiermee wordt de onafhankelijke positie binnen de keten meer geborgd. Met ingang van 2013 zal ook het CMA op volle sterkte zijn. Om redenen is het CMA er niet in geslaagd om alle bovenstaande doelstellingen te realiseren. De aandacht is vooral uitgegaan naar doelstelling 2 en 3. In de oorspronkelijke opzet van het CMA, lag meer nadruk bij doelstelling 1. Hiertoe was het CMA schematisch gepositioneerd tussen de bemoeizorgnetwerken in Noord Limburg en in Midden Limburg:
CMA in het regionale netwerk
Vanuit deze positie kan het CMA goed op preventie sturen en voorkomen dat mensen in de maatschappelijke opvang terecht komen. In de praktijk heeft het CMA een positie ingenomen tegen de maatschappelijke opvang aan. Logisch, want er moest flink geïnvesteerd worden in het ontwikkelen van trajectplannen en adequate hulpverlening die opvang niet als doel heeft maar de doorstroom bevordert. Gezien de toekomstige ontwikkelingen die meer gericht zijn op stimuleren van een zo zelfstandig mogelijk leven, lijkt de oorspronkelijke gedacht van een positie tegen de preventieketen aan, toch de meest logische. Onderdeel van de herijking Regionaal Kompas is om met het CMA te komen tot een verheldering van haar taak in het complexe veld van ketenzorg. Dit dient als basis voor de afspraken met de Veiligheidsregio over de inzet van middelen ten bate van het CMA. Verbeterpunt: Het CMA moet weer in positie gebracht worden als onafhankelijk orgaan in de keten, met zorg voor ketenregie en het opleveren van de jaarlijkse monitor. Met ingang van 2013 is het CMA geen onderdeel meer van de gemeente Venlo maar van de Veiligheidsregio Noord- en Midden Limburg. Het opstellen van afspraken over te realiseren prestaties door het CMA maakt onderdeel uit van de herijking
3.1
De Ketenregie
Bij het CMA werken ketenregisseurs. Zij hebben de taak om snelle en adequate probleemverheldering tot stand te brengen en daarbij een passend hulpverleningsaanbod te organiseren. De taak richt zich op de regio, dus op de casussen die lokaal niet op te lossen zijn. Dit geeft al aan dat in de casussen in alle gevallen sprake is van een complexe problematiek. Meervoudige zorg en hulpverleningsvragen zijn meer standaard dan uitzondering. Aan de ketenregisseur de taak om op deze hulpverleningsvraag een adequaat antwoord te organiseren. Hiervoor is ketenaanpak noodzakelijk, meerder partners zijn nodig om samen tot een aanbod te komen. In de praktijk komt het vaak voor dat de ketenregisseur van het CMA heel lang regisseur blijft; samenwerking lijkt nog niet altijd een vanzelfsprekendheid in de keten. Samenwerking zal op in toekomst op een ander manier georganiseerd moeten worden. Streven naar een ketenaanpak betekent ook een ketenaanpak financieren, een regisseur is nu te veel afhankelijk van good will. De ketenregie stuit ook op stremming aan de achterkant van de keten. Als mensen in staat zijn om een zelfstandig leven, al dan niet begeleiding, te leiden zijn de doorstroommogelijkheden beperkt omdat er geen gepaste huisvesting voorhanden is. Verbeterpunten: Beter regisseren van ketenaanpak vanuit de centrumgemeente. Doorstroommogelijkheden optimaliseren door afspraken met woningcorporaties over hun rol in de ketenaanpak.
3.2
De monitor
Het CMA heeft ook een belangrijke taak in het samenstellen van de monitor. Zeker voor hoofddoelstelling 4 uit het regionaal kompas zorgt het CMA voor de kengetallen. Bij de doorontwikkeling van de monitor in 2011 is besloten dat het CMA de hele monitor samengesteld voor de 7 hoofddoelstellingen. Deze monitor vraagt op dit moment om 13
aanscherping van de te meten doelstellingen. De huidige monitor is als bijlage bijgevoegd, hierin staan ook de onderwerpen aangegeven waar nog actie op nodig is. Bij het samenstellen van de monitor stuiten het CMA vaak op het feit dat gegevens voorhanden zijn omdat instellingen zich beroepen op de wet bescherming persoonsgegevens. Daartoe is een privacyreglement nodig voor het CMA . Dit is in concept gereed en zal zo spoedig mogelijk door de veiligheidsregio vastgesteld worden. In onderstaand overzicht willen we een beknopte samenvatting geven van het aantal daklozen in onze regio: 2011 Aanmeldingen
Nachtopvang
Crisisopvang
277
1004
159
174
76
15
93
30
7,2%
53,4%
39,5%
232
180
81
81,6
96,3
Waarvan heraanmelders**
73
Plaatsingen
269
Plaatsingen excl. buiten regio*
209
Trajectplannen binnengekomen % Trajectplannen van plaatsingen*** Uitstroom Waarvan doorstroom en zelfstandig wonen**** Gemiddelde Bezettingsgraad
Woonvoorziening
249 50,2%
Voor een toelichting en een verdere uitwerking van dit overzicht, zie bijlage 1.
In het Regionaal Kompas is voor het aantal feitelijk en residentieel daklozen uitgegaan van een afgeleide van landelijke kengetallen. Voor de verdere ontwikkelingen binnen het veld van de maatschappelijke opvang is het belangrijk zicht te hebben op de daadwerkelijke aantallen. Bij het samenstellen van bovenstaand overzicht is een zo precies mogelijk cijfer gepresenteerd. Bij een doelgroep die zo flexibel is als deze, blijkt dit een moeilijke opgave. Voor de telling is uitgegaan van unieke personen die gebruik hebben gemaakt van de nachtopvang in de periode jan-dec 2011. Voor de sturing op de doelstellingen van het regionaal kompas is een betrouwbare monitor noodzakelijk. De eerste belangrijke stappen zijn gezet, in de komende periode zal de monitor doorontwikkeld worden.
4
De Beleidsvelden 7, 8, 9
De Wet maatschappelijke ondersteuning regelt (sinds 1 januari 2007) dat mensen met een beperking de voorzieningen, hulp en ondersteuning krijgen die ze nodig hebben. Het kan gaan om ouderen, gehandicapten en mensen met psychische problemen. Maatschappelijke ondersteuning is in de Wmo vertaald in 9 prestatievelden. De centrumgemeenten zijn verantwoordelijk voor de organisatie/regie van een hulp- en zorgaanbod voor bovengenoemde doelgroepen. In dit kader gaat het specifiek over de prestatievelden 7, 8 en 9, die hieronder nader toegelicht worden. Het Regionaal Kompas heeft een directe relatie met deze drie prestatievelden. Voor een uitgebreide toelichting op alle gesubsidieerde (en gefinancierde) voorzieningen per prestatieveld, verwijzen wij naar de bijlage.
4.1
Prestatieveld 7: ‘ Maatschappelijke opvang en Vrouwenopvang’
Maatschappelijke opvang omvat activiteiten bestaande uit het tijdelijk bieden van onderdak, begeleiding, informatie en advies aan personen die, door een of meerdere problemen, al dan niet gedwongen de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. Onder vrouwenopvang wordt begrepen het tijdelijk bieden van onderdak, begeleiding, informatie en advies aan vrouwen die, al dan niet gedwongen, de thuissituatie hebben verlaten in verband met problemen van relationele aard of geweld en het beleid ter bestrijding van huiselijk geweld. Alle gemeenten zijn verantwoordelijk voor het voorkomen van maatschappelijke uitval (preventie) en voor herstel. De centrumgemeenten zijn belast met de extra taak om te voorzien in het hulp- en zorgaanbod voor bovengenoemde doelgroepen. Een belangrijke constatering is het feit dat een aantal voorzieningen gefinancierd worden door zowel WMO als AWBZ, en soms zelfs ook Zvw. Deze verschillende financieringsstromen staan los van elkaar, met elk eigen kenmerken en verplichtingen in relatie tot de inzet van deze middelen. De verschillende financieringsstromen vertonen overlap en wellicht ook hiaten. In de regio Noord in Midden Limburg hebben we voor dit prestatieveld de volgende voorzieningen:
15
Maatschappelijke Opvang:
Voor de maatschappelijke opvang wordt door MOVEOO het volgende geboden. Omschrijving:
Door:
Plaats:
Aantal:
Dag-/nachtopvang Dag-/nachtopvang Dag-/nachtopvang
MOVEOO Weert MOVEOO Venlo MOVEOO Roermond
Algemene Crisis Opvang (ACO) Algemene Crisis Opvang (ACO) Sociaal Pension
MOVEOO Roermond
15 plaatsen 20 plaatsen 20 plaatsen (waarvan 4 AWBZ) en 8 passantenplaatsen 15 plaatsen
MOVEOO Venlo
15 plaatsen
MOVEOO Horn
Sociaal Pension
MOVEOO Venlo
Daderopvang
MOVEOO Venlo
24 plaatsen (14 WMO en 10 AWBZ) 3 plaatsen: Na de fusie (medio 2012) tussen Doortocht en MOV zijn dit AWBZ-plaatsen geworden. 2 plaatsen
Opvang Zwerfjongeren: Voor de opvang van zwerfjongeren wordt door Gastenhof het volgende geboden. Omschrijving: Pension Roerzicht
Door: Gastenhof
Plaats: Roermond
Aantal: 13 plaatsen (waarvan 10 WMO en 3 AWBZ)
Begeleiding Maatschappelijke Opvang: Begeleiding in de maatschappelijke opvang wordt zowel door AWBZ als WMO gefinancierd en geboden door MOVEOO en Gastenhof in hun opvangvoorzieningen. Onderstaand overzicht laat een overzicht van de niet door AWBZ gefinancierde begeleiding zien. Omschrijving: Trajectbegeleiding
Door: MOVEOO
Trajectbegeleiding ACO
MOVEOO
Plaats: Weert, Roermond, Venlo Roermond en Venlo
Trajectbegeleiding Pension Roerzicht
Gastenhof
Roermond
Aantal: Bijdrage in de kosten voor 3 FTE Bijdrage in de kosten voor 1 FTE Bijdrage in de kosten voor 1 FTE
Huiskamer/Inloopcentrum: Twee organisaties (Stichting ’ t Groenewold en Stichting OOR) bieden een “ huiskamer” of inloopcentrum, waar dak- en thuislozen terecht kunnen voor (laagdrempelig) advies en/of een ‘ luisterend oor’ . De subsidies die hier vanuit het Regionaal Kompas aan verstrekt worden, zijn te beschouwen als waarderingssubsidies.
Omschrijving: Huiskamer/inloopcentrum Huiskamer/inloopcentrum
Door: Stichting ‘ t Groenewold Stichting OOR
Plaats: Venlo Roermond
Vrouwenopvang: De vrouwenopvang wordt in verschillende vormen (en in sommige gevallen voor specifieke doelgroepen) geboden door een viertal organisaties, te weten; Mutsaersstichting, Stichting Exodus, Humanitas ‘ Gezin in balans’ en Stichting Wilskracht. Omschrijving: Vrouwenopvang (evt. met kinderen)
Door: Mutsaersstichting
Plaats: Venlo
Noodopvang vrouwen Woningen voor vrouwen met kinderen Crisisopvang vrouwen en hun kinderen
Mutsaersstichting Mutsaersstichting
Venlo Venlo
Stichting Wilskracht
Reuver
Aantal: 17 plaatsen voor vrouwen (en 17 plaatsen voor kinderen) 2 plaatsen 5 woningen 6 plaatsen voor vrouwen in stacaravans
Ook wordt er nazorg geboden aan vrouwen die uit detentie komen door twee organisaties, Stichting Exodus en Humanitas ‘ Gezin in balans’ . Stichting Exodus wordt ook door het ministerie van Veiligheid en Justitie gefinancierd. Omschrijving Nazorg voor vrouwen en hun kinderen uit detentie Nazorg voor moeders en hun kinderen uit detentie
Door: Stichting Exodus
Plaats: Venlo
Aantal: 2 trajecten op jaarbasis
Humanitas ‘ Gezin in balans’
Venlo
6 nazorgtrajecten op jaarbasis
Onder vrouwenopvang valt ook het Steunpunt Huiselijk Geweld. Dit steunpunt is door de centrumgemeente Venlo in deze regio ondergebracht bij de Mutsaersstichting. Tevens is binnen het onderdeel vrouwenopvang een projectsubsidie verleend aan de Mutsaersstichting voor vrouwenopvang nieuwe stijl ter verbetering van zowel de behandeling en begeleiding als de woonomstandigheden voor de vrouwen en kinderen in de opvang. De basisfuncties van het Steunpunt Huiselijk Geweld zijn: - Frontoffice; - Telefonische screening en consultatie; - (Publieks)voorlichting; - Advies en ondersteuning; - Aware (‘ Abused Women Active Response Emergency). Maatschappelijke opvang omvat activiteiten bestaande uit het tijdelijk bieden van onderdak, begeleiding, informatie en advies aan personen die, door een of meerdere problemen, al dan niet gedwongen de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving, gericht op herstel. Onder vrouwenopvang wordt begrepen het tijdelijk bieden van onderdak, begeleiding, informatie en advies aan vrouwen die, al dan niet gedwongen, de thuissituatie hebben verlaten 17
in verband met problemen van relationele aard of geweld en het beleid ter bestrijding van huiselijk geweld. Alle gemeenten zijn verantwoordelijk voor het voorkomen van maatschappelijke uitval (preventie) en voor herstel. De centrumgemeenten zijn belast met de extra taak om te voorzien in het hulp- en zorgaanbod voor bovengenoemde doelgroepen. Ontwikkelingen 2008-2012 Maatschappelijke opvang Reeds in 2008 is het Regionaal Kompas geconstateerd dat het eenvoudige concept van “ bed, bad, brood” niet zal zorgen voor een snelle uitstroom uit de maatschappelijke opvang. Een middel dat ingezet is om de door- en uitstroom te bevorderen is trajectbegeleiding. Bij Moveoo worden per jaar 2 trajectbegeleiders bij de Dag en Nachtopvang gefinancierd en 1 trajectbegeleider bij de crisisopvang. Aan de hand van de cijfers van de monitor, kunnen we constateren dat de trajectbegeleiding bij de Crisisopvang resulteert in een snelle doorstroom. Bij de dag- en nachtopvang wordt er weinig resultaat bereikt, slecht 7% van de cliënten had een trajectplan. In de trajectplannen wordt in samenwerking met de cliënt een traject beschreven dat ertoe moet leiden dat de cliënt weer zoveel mogelijk verantwoordelijkheid neemt over zijn eigen leven en niet afhankelijke blijft van dag- en nacht opvang. In de herijking zal samen met het CMA, Zorgkantoor en in de keten gezocht moeten worden naar een effectievere aanpak. Doelstelling in het Regionaal kompas is zo min mogelijk mensen in de maatschappelijke opvang. Daarmee wordt beoogd de capaciteit van de nachtopvang alleen in te zetten voor noodopvang en deze capaciteit zoveel mogelijk terug te brengen. Met deze doelstelling als uitgangspunt is in Roermond een nieuwe voorziening gerealiseerd. De nachtopvang is hierin kleinschalig en er zijn meer mogelijkheden voor begeleid wonen. Binnen het concept kunnen stappen gezet worden op de verantwoordelijkheidsladder.
Eind 2011 is de pilot Housing First gestart. Dit is een vernieuwende manier om de door- en uitstroom uit de maatschappelijke opvang te bevorderen. Het is een vernieuwend huisvestingsproject voor dak- en thuislozen met meervoudige problematiek. Vernieuwend in die zin dat het primaat nadrukkelijk ligt bij het wonen en de persoon zelf. Onder de noemer ‘ Housing First’ krijgen cliënten, op voorwaarde van inkomensbeheer, een eigen huis. Daarnaast wordt bekeken of en op welke wijze het Housing First-begeleidingsteam ingezet kan worden ter voorkoming van uithuiszetting. Verder worden er geen andere stringente voorwaarden vooraf gesteld aan de cliënten. Vanuit de ‘ Maslov- gedachte’ wordt aan de primaire behoefte van ieder individu voldaan: degene krijgt/ behoudt een dak boven zijn/ haar hoofd. Hiermee worden personen/ gezinnen in staat gesteld weer zelf de verantwoordelijkheid te nemen voor hun leven, hun opleiding, hun inkomen, hun kinderen en hun leefomgeving. Door degene in staat te stellen weer verantwoordelijkheid te nemen, ontstaat er perspectief en staat degene (weer) open voor hulp. Deze, vaak langdurige, hulp wordt geboden in de vorm van outreachende begeleiding door een Multidisciplinair team. De financiering vindt plaats in een samenwerking van Zorgkantoor VGZ en centrumgemeente Venlo. Vrouwenopvang De Vrouwenopvang is sinds 2008 steeds meer gepositioneerd in de brede ketenaanpak van huiselijk geweld In januari 2011 is het beleidskader Voorkomen en stoppen van huiselijk geweld Noord en Midden Limburg, na een positief advies van de LC, door het college vastgesteld. Waar vroeger bij de aanpak van huiselijk geweld de behandeling en begeleiding
vooral gericht was op vrouwen, is de aanpak zich daarnaast gaan richten op de behandeling en begeleiding van daders en kinderen en op het systeem als geheel. In plaats van vluchten voor geweld is de focus verplaatst naar het weghalen en behandelen van daders. In 2009 is de Wet tijdelijk huisverbod van kracht geworden. Deze wet biedt de mogelijkheid om plegers van huiselijk geweld uit huis te plaatsen. Voorheen was het zo dat vaak de slachtoffers elders onderkomen moesten zoeken. Voor noodopvang van de daders worden bij Moveoo twee “ plegerbedden” gesubsidieerd. Naast de vrouwenopvang kent de regio een centraal Steunpunt huiselijk geweld. In oktober 2011 is de wet verplichte meldcode van huiselijk geweld en kindermishandeling aangeboden aan de tweede kamer. De verwachting is dat deze in de zomer van 2013 in werking treedt. In 2012 heeft het Rijk structureel middelen toegekend aan de Centrumgemeente voor de aanpak van ouderenmishandeling en de brede aanpak van geweld in huiselijke kring waar de ruimte voor de implementatie van de meldcode in de regio. De individuele gemeenten hebben hun eigen verantwoordelijkheid om regie te voeren op de lokale aanpak huiselijk geweld. Hierin spelen de twee veiligheidshuizen in Noord- en Midden Limburg) een belangrijke rol bij de aanpak van huiselijk geweld. Ook de veiligheidshuizen hebben in 2012 een proces in gang gezet om te komen tot een herdefiniëring van taken. Dit geldt overigens met name voor het Veiligheidshuis Noord. Deze processen zullen van invloed zijn op de aanpak huiselijk geweld en daarmee onderdeel uitmaken van de herijking op dit gebied. In 2010 is voor de duur van 5 jaar projectsubsidie verleend voor het project “ vrouwenopvang nieuwe stijl. Het project kent een vijftal doelen: (1) Regionaliseren van de vrouwenopvang , dit betekent dat de vrouwenopvang en de aanpak zodanig wordt ingericht dat meer vrouwen en kinderen uit de eigen regio worden opgevangen (2) Ambulantiseren dit betekent dat de vrouwen en kinderen zoveel mogelijk in hun eigen vertrouwde omgeving ambulant worden begeleid om het geweld te stoppen (3) Het tijdelijk uitbreiden van de opvangplekken met 24 plaatsen (4) Een kwaliteitsslag doorvoeren in de hulp aan vrouwen en kinderen in de opvang (5) De kwaliteit van de woonomstandigheden in de opvang van de vrouwen en kinderen verbeteren In 2012 zijn de subsidievoorwaarden voor het project verscherpt en is een bezuiniging binnen dit project doorgevoerd.
Opvang zwerfjongeren Pension Roerzicht, onderdeel van de Koraalgroep, verzorgt voor de regio Noord en Midden Limburg de opvang voor zwerfjongeren. Voor de aanpak van de problemen bij de zwerfjongeren is op initiatief van de Koraalgroep een samenwerkingsverband aangegaan met Mensana. Waar eerst de focus gericht was op “ opvang” , wordt nu veel meer inzet gepleegd op begeleiding. Behalve bed, bad en brood, wordt vanuit het Regionaal Kompas ook een trajectbegeleider gesubsidieerd . Door de samenwerking met Mensana wordt het traject naar zelfstandig of begeleid wonen, toeleiding naar studie of werk meer vanzelfsprekend. en krijgen jongeren weer toekomstperspectief. In 2012 heeft de doelgroep Zwerfjongeren ook landelijk meer aandacht gekregen. Door het Rijk worden pilots uitgezet om samen met de jongeren tot een programma te komen dat jongeren weer in hun kracht zet. In 2013 besluit de centrumgemeente, op advies van de LC, of ze aan deze pilot mee doet.
19
4.2
Prestatieveld 8: ‘ Bevorderen van Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGz)’
Onder het bieden van openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGz) wordt begrepen alle activiteiten die worden uitgevoerd niet op geleide van een individuele, vrijwillige hulpvraag. De OGGz is gericht op sociaal kwetsbare mensen die geestelijke zorg nodig hebben, maar deze niet krijgen; of omdat ze geen hulp willen, of omdat ze niet in staat zijn om hulp te vragen. Dit prestatieveld gaat over het signaleren en bestrijden van risicofactoren op het gebied van de OGGz, het bereiken en begeleiden van kwetsbare personen of risicogroepen, het functioneren als meldpunt voor signalen van crisis of dreiging van crisis bij kwetsbare personen en risicogroepen en het tot stand brengen van afspraken tussen betrokken organisaties over de uitvoering van de OGGz. De centrumgemeenten zijn verantwoordelijk voor het toeleiden naar zorg. Dat wil zeggen; het opsporen en in contact komen met sociaal kwetsbare personen zoals (overlast gevende) zorgmijders, het maken van een probleemanalyse en het toeleiden naar zorg. In de regio Noord in Midden Limburg hebben we voor dit prestatieveld de volgende voorzieningen: Bemoeizorg (Jeugdigen): Bemoeizorg heeft als (algemeen) doel; “ om te voorkomen dat mensen afglijden uit de samenleving en als gevolg daarvan niet meer voor zichzelf kunnen zorgen.” Het gaat hierbij in de regel om zogenaamde ‘ zorgwekkende zorgmijders’ , kortom, mensen die bewust of onbewust geen zorg willen/toelaten. De problemen zijn divers en doen zich op meerdere levensgebieden voor. De aanpak is gericht op het toeleiden of teruggeleiden van de cliënt naar hulp/zorg. Er zijn drie organisaties die bemoeizorg bieden in de regio Noord- en Midden Limburg. RiaggZuid en Vincent van Gogh instituut (VvGi) werken daarin samen, waarbij RiaggZuid zich volledig richt op Midden Limburg, VvGi richt zich vooral op Noord Limburg, maar participeert ook in het team in Midden Limburg. De Mutsaersstichting biedt bemoeizorg voor jeugdigen in de regio Noord- en Midden Limburg. Omschrijving: Bemoeizorg zorgwekkende zorgmijders*
Door: Vincent van Gogh instituut
Bemoeizorg (team DOKUS)
RiaggZuid
Bemoeizorg jeudigen (‘ Youth at risk’ )*
Mutsaersstichting
Regio: Noord Limburg voor volwassen en kinderen, in Midden Limburg alleen kinderen Midden Limburg gericht op volwassenen Noord en Midden Limburg gericht op jeugdigen
Aantal: NL: Volw. 545 Kind 147 ML: Kind 636 ML: Volw. 4417
NML: Kind 998
* De bemoeizorgactiviteiten gericht op jeugdigen hebben een relatie met prestatieveld 2 van de WMO. Als het toeleiden naar jeugdzorg gelukt is, valt de verantwoordelijkheid onder de Jeugdzorg.
6
Jaardocument Vincent van Gogh instituut 2011 Jaardocument RiaagZuid 2011 8 Jaardocument Mutsaersstichting 2011 (uit het jaardocument wordt niet duidelijk hoe de verdeling van de nieuwe aanmeldingen ligt tussen Noord- en Midden Limburg) 7
Preventieactiviteiten: Preventieactiviteiten in het kader van de OGGz zijn in belangrijke mate te vergelijken met de activiteiten die voorheen onder de Wet collectieve preventie geestelijke gezondheidszorg (zie hiervoor) vielen. De preventieactiviteiten hebben een universeel; op de algemene bevolking gericht en een selectief; op (hoog)risicogroepen gericht, karakter.9 Er zijn twee organisaties die hun preventieactiviteiten in de regio Noord- en Midden Limburg inzetten, te weten; RiaggZuid (Midden Limburg) en Vincent van Gogh instituut (VvGi) (Noord Limburg). Hieronder staat een overzicht van het aantal uren dat besteed is aan iedere specifieke preventieactiviteit. Er wordt hier niets gezegd over het bereik dat de preventieactiviteit heeft gehad. De reden daarvoor is dat er niet uniform gerapporteerd is door de organisaties. Hierdoor is het lastig een vergelijking te maken tussen de verschillende preventieactiviteiten, en hebben wij daarom ervoor gekozen om het bereik buiten de evaluatie te laten. De preventieactiviteiten van RiaggZuid10: Omschrijving preventieactiviteit: Uren: Algemene voorlichting GGz-problematiek (gericht op het algemeen publiek in de 170,5 vorm van voorlichtingsbijeenkomsten en het ontwikkelen van divers foldermateriaal, advertenties, publiciteit etc.). Kindermishandeling/huiselijk geweld; doel is voorkoming en tijdige signalering van 120 kindermishandeling en huiselijk geweld.* Opvoedingsondersteuning t.b.v. specifieke doelgroepen (gericht op kwetsbare 124 ouders en kinderen van asielzoekers met psychiatrische problemen).* Autisme (gericht op mensen met autisme, familieleden, professionals en andere 20 geïnteresseerden) Allochtonen (gericht op allochtone jongeren en volwassenen en daarnaast 22,4 intermediairen, politie en overige hulpverleners) Doel is om voorlichting aan allochtonen te geven over psychische problematiek.* Ondersteuning van psychiatrische patiënten en hun omgeving, en ondersteuning 446 van mantelzorgers. Ondersteuning onderwijs; Gezonde en Veilige School (gericht op leerlingen, 270,3 leerkrachten en ouders) (CP-GGz), advies, consultatie aan scholen, deelname aan ZAT’ s (Zorg Advies Teams) (gericht op kinderen/jongeren van 4-21 jaar met psychosociale problemen en leerkrachten).* KOPP/KVO (kinderen van ouders met verslavings- en/of psychiatrische 275 problemen).* Depressie en Angst (gericht op kwetsbare kinderen, waarbij het programma 66,3 ‘ Plezier op school’ ingezet wordt).* Dementie en Mantelzorg ouderen (gericht op voorlichting over dementie aan 258,3 mantelzorgers, professionals en vrijwilligers). * Deze preventieactiviteiten zijn in meer of mindere mate specifiek op kinderen gericht, en hebben om die reden eerder een relatie met prestatieveld 2 van de WMO.
De preventieactiviteiten van Vincent van Gogh instituut11: Omschrijving preventieactiviteit: 9
Uren:
Website: http://www.invoeringwmo.nl/content/7-8-en-9-maatschappelijke-opvang-openbaregeestelijke-gezondheidszorg-verslavingsbeleid. 10 Jaardocument RiaggZuid 2011 11 Jaardocument Vincent van Gogh instituut 2011
21
Mantelzorg (gericht op familieleden van mensen met psychiatrische 1000 problematiek). Informatievoorziening GGz (gericht op het algemeen publiek in de vorm van 1500 informatiebijeenkomsten, groepstrainingen, consultatie, coaching en deskundigheidsbevordering) KOPP/KVO (kinderen van ouders met verslavings- en/of psychiatrische 1000 problemen).* De gezonde en veilige school (vanuit een ketenbenadering met andere partijen 100 zoals GGD en welzijnsorganisaties inzetten van GGz-preventie en verslavingspreventie in Basis- en Voorgezet onderwijs).* Verslavingspreventie in; het onderwijs, de vrije tijd, de opvoeding, overkoepelend 200 en vroegsignalering. De doelgroepen zijn leerkrachten in het onderwijs, ouders, (risico)jongeren en indirecte doelgroep (o.a. horecapersoneel en jongerenwerkers).* * Deze preventieactiviteiten zijn in meer of mindere mate specifiek op kinderen gericht, en hebben om die reden eerder een relatie met prestatieveld 2 van de WMO.
Platform cliënten OGGz-zorgvragers: Onder prestatieveld 8 valt ook; “ het tot stand brengen van afspraken tussen betrokken organisaties over de uitvoering van de OGGz” .12 In de regio Noord- en Midden Limburg is ook een regionaal platform van OGGz-zorgvragers actief. Zij worden in hun activiteiten ondersteund en begeleid door een professional. Het Regionaal Platform OGGz-zorgvragers met hulp van het Cliënten Adviesbureau (CAB) biedt de volgende dienstverlening: Vanaf 2008 is er in de regio, op verzoek van de centrumgemeente Venlo, een werkgroep cliëntenparticipatie Regionaal Kompas opgestart. Deze werkgroep bestaat uit leden die allen ervaringen hebben op het gebied van de Maatschappelijke Opvang, Verslavingszorg, Openbare Geestelijke Gezondheidszorg en Vrouwen Opvang. Gemeente Venlo heeft deze werkgroep geïnitieerd om via deze werkgroep vanuit zorgvragersperspectief advies te kunnen inwinnen over de beleidsmatige en operationele uitvoering van het Regionaal Kompas. De werkgroep ontvangt vanaf de start coaching en advisering van een medewerker van het Cliënten Adviesbureau (CAB) Noord- en Midden Limburg.13 Het CAB ontvangt een bijdrage in de kosten voor het opzetten en onderhouden van de OGGzparticipatiestructuur in de regio Noord- en Midden Limburg. Ontwikkelingen 2008-2012 Bemoeizorg De bemoeizorgactiviteiten in de regio NML worden voor de volwassen cliënten door RiaggZuid (‘ Dokus-team’ in Midden Limburg) en Vincent van Gogh (Noord Limburg) aangeboden. Vanaf 2010 zijn beide organisaties intensiever samen gaan werken. Deze samenwerking zit hem vooral in de integrale aanpak van de problematiek in Noord- en Midden Limburg en de inbreng van de verslavingszorgexpertise van Vincent van Gogh in het ‘ Dokusteam’ van RiaggZuid. De aanpak/methodiek en het streven naar betere kwaliteit van de bemoeizorg gebeurt ook in samenwerking en afstemming tussen beide organisaties. Verder 12
Website: http://www.invoeringwmo.nl/content/7-8-en-9-maatschappelijke-opvang-openbaregeestelijke-gezondheidszorg-verslavingsbeleid. 13 Beschrijving overgenomen uit de subsidieaanvraag 2013 van Regionaal Platform GGzzorgvragers Noord- en Midden Limburg.
is Vincent van Gogh vertegenwoordigd in het ‘ Dokus-team’ in Midden Limburg voor de aan pak bemoeizorg jeugdigen. Kortom RiaggZuid en Vincent van Gogh werken reeds samen en is het wellicht logisch en wenselijk om één integraal team bemoeizorg voor de gehele regio Noord- en Midden Limburg te gaan vormen. Als het gaat om de plaats van de bemoeizorgteams in de ketens in Noord- en Midden Limburg en de manier waarop zij casuïstiek met ketenpartners bespreken, hebben beide organisaties daarvoor een eigen aanpak. Het ‘ Dokus-team’ in Midden Limburg heeft op initiatief van de gemeentelijke afdelingen sociale zaken in het kader van de ketengedachte in Midden Limburg vangnetoverleggen georganiseerd en deze fungeren als overlegmoment om complexe bemoeizorgcasuïstiek te bespreken met de ketenpartners. Het bemoeizorgteam Noord Limburg sluit in Noord Limburg aan bij de lokale zorgnetwerken om casuïstiek te bespreken met ketenpartners. In 2012 is VvGi begonnen met het ontwikkelen van één integraal team, waarbij de FACTteams onderdeel gaan uitmaken van dit team en ook de voormalige woonbegeleidingsteams zijn geïntegreerd in dit integrale team.14 Bemoeizorg jeugdigen In 2009 werd op geleide van het bemoeizorgteam Noord Limburg (Vincent van Gogh) de bemoeizorg gericht op jeugdigen aangeboden in Midden Limburg (‘ Dokus-team’ van RiaggZuid). Deze bemoeizorg gericht op jeugdigen beantwoorde duidelijk aan een behoefte gezien het relatief grote aantal meldingen dat meteen al binnen kwam in beide regio’ s. De aanpak van bemoeizorg jeugdigen door beide teams is geïntegreerd in de teams die zich richten op de volwassen populatie, en is dus niet wezenlijk anders.15 Naast bovengenoemde inzet bemoeizorg-jeugdigen is ook de Mutsaersstichting actief met bemoeizorg gericht op jeugdigen (‘ Youth at Risk’ ), waarbij de aanpak en de ‘ vindplaats’ van deze jeugdigen binnen dit team anders is. Het team richt zich op de jeugdigen in relatie tot hun gezin. Vaak zijn dit gezinnen waar meerdere problemen spelen, en die niet gevraagd hebben om hulp. Ook deze aanpak is gericht op toeleiden of teruggeleiden van de cliënt(en) naar hulp. De meldingen die de Mutsaersstichting krijgt zijn in Midden Limburg vooral door het basisonderwijs, en in Noord Limburg vooral via voortgezet onderwijs en Veiligheidshuis.16 Uit de analyse is naar voren gekomen dat er niet altijd evenveel duidelijkheid en eenduidigheid wordt geboden over het daadwerkelijk bereik en de resultaten. En ook hier blijkt dat meer aandacht gewenst is voor een aanpak in de keten van het regionaal kompas. Belangrijke vragen die in het vervolgtraject beantwoord moeten worden zijn; heeft de aanpak bemoeizorg jeugdigen een plaats binnen het Regionaal Kompas? Of hoort het meer onder beleidsveld 2 van de WMO en dient het meegenomen te worden in het proces van decentralisatie jeugdzorg? En gezien onze analyse moet er ook een antwoord op de vraag komen of het wenselijk is dat er meerdere organisaties met dezelfde problematiek aan de slag zijn in deze regio en zou er dan niet meer efficiency bereikt worden in een structuur van samenwerking en/of afstemming?
4.3
Prestatieveld 9: ‘ Ambulante verslavingszorg, het bevorderen van verslavingsbeleid’
Dit prestatieveld gaat over ambulante hulpverlening, gericht op verslavingsproblemen, en preventie van verslavingsproblemen, inclusief activiteiten in het kader van bestrijding van overlast door verslaving. Individuele geneeskundige verslavingszorg wordt hiertoe niet gerekend. 14
Jaardocumenten RiaggZuid en Vincent van Gogh 2011. Jaardocumenten RiaggZuid en Vincent van Gogh 2011. 16 Tussenrapportage Mutsaersstichting 2011 en Jaardocument Mutsaersstichting 2011. 15
23
Dit is in beginsel een verantwoordelijkheid van alle gemeenten, waarbij de centrumgemeente zich vooral richt op gemeente overstijgend beleid. GGz-verslavingszorg wordt naast de gemeente ook door het zorgkantoor/zorgverzekeraar gefinancierd. De zogenaamde sociale verslavingszorg wordt door de gemeente gefinancierd. Hieronder worden de specifieke voorzieningen voor dit prestatieveld opgesomd en kort beschreven. Er wordt aangegeven hoeveel uren er ingezet zijn, er wordt niet aangegeven wat het specifieke bereik is geweest van alle activiteiten/voorzieningen aangezien er niet uniform gerapporteerd is. Hierdoor is het lastig een vergelijking te maken tussen de verschillende voorzieningen en activiteiten, en daarom hebben wij ervoor gekozen om het bereik buiten de evaluatie te laten. In de regio Noord in Midden Limburg hebben we voor dit prestatieveld de volgende voorzieningen:
Omschrijving: Dienstverlening en spreekuur (gericht op cliënten met volgende problemen; verslaving, psychiatrische problematiek, problemen op levensgebieden financiën en werk, justitieel verleden). Verder gaat het hierbij over dienstverlening in de gebruikersruimten.17 Begeleiding Noord- en Midden Limburg (gericht op cliënten met volgende problematiek; verslaving, dubbeldiagnose, psychiatrische problemen, ernstige psychosociale problemen en dak- en thuislozen) Deze vorm van begeleiding haakt aan bij het veldwerk van het team bemoeizorg, waarbij de begeleiding kortdurend en intensief van karakter is gericht op het cliënten met problemen op diverse leefgebieden.18 Gebruikersruimten (gericht op cliënten die gebruik maken van de gebruikersruimten waarbij het signaleren en bestrijden van risicofactoren en het begeleiden van kwetsbare personen die niet in staat zijn hun verslaving te reguleren) Daarnaast is ook de bestrijding van infectieziekten onder deze doelgroep een taak.19 Gebruikersruimten (gericht op cliënten die gebruik maken van de gebruikersruimten waarbij het signaleren en 17
Organisatie: Vincent van Gogh instituut
Plaats: In de regio NML
Aantal/uren: Spreekuur Maatsch. Dienstverlening: 936 uur Avondspreekuur: 520 uur Contacten: 1800 uur
Vincent van Gogh instituut
In de regio NML
In totaal: 3163 uur in de gehele regio NML
Vincent van Gogh instituut
Weert en Venlo
Aantal bezoeken (jaarbasis 2011): Venlo (Nachtopvang): 2565 Venlo (Crisisopvang): 3401 Weert (D/N-opvang): 559
MOVEOO
Roermond
Roermond (Opvanglocatie MOVEOO Roermond): 1371
Jaardocument Vincent van Gogh instituut 2011 Beschrijving overgenomen uit de subsidieaanvraag 2013 van VvGi. In voorgaande jaren werd dit gesubsidieerd als woonbegeleiding, in 2012 heeft VvGi deze begeleiding laten aanhaken bij de veldwerkers van het team bemoeizorg, en heeft de begeleiding een ambulanter karakter gekregen. 19 Op het moment van schrijven van deze evaluatie exploiteert VvGi nog 2 gebruikersruimten (in Venlo en Weert). De exploitatie van de gebruikersruimte in Venlo zal in de loop van 2013 overgaan naar MOVEOO. De exploitatie van de gebruikersruimte in Roermond is medio 2012 overgegaan van VvGi naar MOVEOO. 18
25
bestrijden van risicofactoren en het begeleiden van kwetsbare personen die niet in staat zijn hun verslaving te reguleren) Daarnaast is ook de bestrijding van infectieziekten onder deze doelgroep een taak.20
20
MOVEOO exploiteert de gebruikersruimte in Roermond (vanaf medio 2012), en zal in de loop van 2013 ook de gebruikersruimte in Weert gaan exploiteren.
5
Conclusies
Alhoewel de monitor van het Regionaal Kompas nog volop in ontwikkeling is, kunnen we aan de hand van de aanwezige cijfers constateren dat de doelstelling om zo min mogelijk mensen gebruik te laten van de maatschappelijke opvang, niet gehaald is. In de komende periode zullen we ons scherper moeten focussen op de doelstellingen uit het Regionaal Kompas om de instroom te beperken en de doorstroom te bevorderen. Het middel van Housing First zal daarin een belangrijke functie krijgen, maar ook de voorzieningen in Roermond, Weert en Venlo die meer ingericht zijn en worden op de een wooncarriëre en begeleiding naar eigen verantwoordelijkheid leveren er een belangrijke bijdrage aan. De scheiding van wonen en zorg in de AWBZ en de daarmee gepaard gaande decentralisaties zullen van invloed zijn op de organisatie van het aanbod voor de doelgroep en voor de organisatie van de OGGZ De scheiding van wonen en zorg leidt waarschijnlijk tot een toename van kwetsbare burgers als inwoners van wijken buurten. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de begeleiding van deze kwetsbare burgers. Dit betekent dat in het Regionaal Kompas (nog) meer aandacht zal moeten zijn voor het samenspel van regionale en lokale taken. Door de extramuralisering, en de decentralisatie van de AWBZ begeleiding zullen de lokale taken toenemen en zullen de regionale taken beter aansluiting moeten zoeken bij de lokale infrastructuur van wonen/welzijn/zorg. Ook zal de ketenzorg efficiënter ingezet moeten worden. In de volgende stap in de herijking moet onderzocht worden hoe de centrumgemeente dat met financiering en met regiemiddelen aan kan sturen of regisseren, afhankelijk van de rol die daarin gekozen wordt. In de ketenzorg zal de nadruk komen te liggen op beperken instroom en bevorderen doorstroom. Koppeling tussen WMO budgetten en gedecentraliseerde AWBZ budgetten zullen deze ontwikkeling mogelijk kunnen regisseren in de vorm van trajectfinanciering. Dus bijvoorbeeld niet het financieren van “ bedden” , maar het financieren van een geslaagd traject.
In de verdere uitwerking van de herijking zullen deze onderwerpen in ieder geval aandacht moeten krijgen: 1. Eigen kracht van de mensen is het uitgangspunt, ook bij de kwetsbare groep burgers. Hierbij moet gezocht worden naar vernieuwede oplossingen die de ambulantisering van de hulpverlening als uitgangspunt hebben. Van residentieel naar ambulant. 2. De ketensamenwerking en de ketenzorg moet geïntensiveerd worden. Expertiseuitwisseling maar zeker ook koppeling van de verschillende deskundigheden moeten leiden tot trajecten die de doorstroom bevorderen en de instoom beperken. 3. Er moet inzicht komen in de regionale en de lokale verantwoordelijkheden en de verbindingen daartussen. Een belangrijk aandachtspunt hierbij is de inzet op preventie. Een belangrijk onzekerheid hierbij is hoe de nieuwe taken op het gebied van de Wmo en de Jeugdzorg vorm krijgen. 4. Het CMA moet weer in positie gebracht worden als onafhankelijk orgaan in de keten, met zorg voor ketenregie en het opleveren van de jaarlijkse monitor. Met ingang van 2013 is het CMA geen onderdeel meer van de gemeente Venlo maar van de Veiligheidsregio Noord- en Midden Limburg. Het opstellen van afspraken over te realiseren prestaties door het CMA maakt onderdeel uit van de herijking 5. (Re)activering van daklozen verdient bijzondere aandacht. Bij een zelfstandig leven hoort ook dagbesteding. Het aanbod voor de doelgroep is beperkt. Mogelijkheden tot aansluiten bij lokale netwerken voor dagbestedingsactiviteiten dienen verder onderzocht te worden. 27
6. Gestreefd wordt naar een gezamenlijk inkoopkader met zorgverzekeraar en zorgkantoor, zodat budgetten elkaar kunnen versterken en weer op een eenduidige manier aangestuurd wordt. Overlap van middelen hopen we op die manier zoveel mogelijk te voorkomen. 7. De doelgroep van jeugdzorg en de doelgroep Jeugd van het Regionaal Kompas zal met elkaar in verband gebracht moeten worden om uitval zoveel mogelijk te voorkomen. 8. De nieuw op te stellen regiovisie voor geweld in afhankelijkheidsrelaties zal gekoppeld worden aan de uitgangspunten van de herijking Regionaal Kompas. 9. De doorstroom vanuit de verschillende opvangvoorzieningen stokt. Oorzaken hiervoor moeten in kaart gebracht worden. De veranderende vraag aan de woningbouwcorporaties is hierbij punt van aandacht.
6
Trends en ontwikkelingen
Uiteraard staat de wereld om ons heen niet stil. Sterker, er zijn nogal wat veranderingen die op ons afkomen die ons dwingen om daar nu al op te anticiperen. Uitgangspunt bij een nieuw “ herijkt” Regionaal kompas is naar onze mening de nieuwe sociale structuurvisie.21 Hierin staat de ambitie verwoord van de gemeente Venlo die uitgaat van het principe dat iedereen een bijdrage naar vermogen levert aan onze maatschappij, en dat iedereen meedoet en niemand ‘ buitenspel’ staat. Dit is tevens een landelijke trend die terug te zien is in visiedocumenten en evaluatierapporten binnen het sociaal maatschappelijke domein. In een recente brief van staatssecretaris van Rijn namens het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport22, wordt geconcludeerd dat de aanpak van dakloosheid in Nederland succesvol is geweest, mede dankzij de stedelijke kompassen. Er wordt ook gewaarschuwd dat deze resultaten onder druk staan van de bezuinigingen en de economische crisis! “ De uitdaging voor de komende jaren zal zijn om nog beter vorm te geven aan preventie en mensen in staat stellen samenredzaam te zijn.” 23 Naast de inleidende woorden volgen hieronder een aantal trends en ontwikkelingen die van invloed (kunnen) zijn op de beleidsthema’ s van het Regionaal Kompas. De decentralisatie onderdelen van AWBZ naar WMO De functie begeleiding voor mensen met matige en zware beperkingen en ook de functies ondersteuning en verzorging zullen overgeheveld worden naar de gemeenten (2015). Daarnaast zal, met ingang van 2014, de aanspraak op dagbesteding vervallen en wijzigt de aanspraak op persoonlijke verzorging. De decentralisatie Jeugdzorg Met ingang van 1 januari 2015 zal de Jeugdzorg een verantwoordelijkheid zijn van de gemeenten. De Participatiewet (decentralisatie van de Wet werken naar vermogen) Met ingang van 1 januari 2013 is de nieuwe Participatiewet, eerder aangeduid als Wet werken naar vermogen (als opvolger van de Wet Sociale Werkvoorziening), in werking getreden en ligt de verantwoordelijkheid hiervoor bij de gemeenten. Veranderingen in de structuur van de Geestelijke Gezondheidszorg (GGz) Vooralsnog ziet het er naar uit dat de langdurige GGz in zijn geheel onder de zorgverzekeringswet gaat vallen met ingang van 2017. Daarnaast moet per 1 januari 2014 de basis-GGz een feit zijn, waarbij beoogd wordt om deze basis- GGz zo dicht mogelijk bij de burger te positioneren (denk hierbij bijvoorbeeld aan de eerstelijnszorg; huisarts en praktijkondersteuner). Hiermee wordt een verdere impuls gegeven aan de afbouw van ‘ bedden’ in de intramurale GGz, een afslanking van deze tweedelijnszorg. De tweedelijns GGz moet zich enkel nog op specialistische zorg richten. 21
Sociale Structuurvisie ‘ Venlo 2022’ d.d. 11 september 2012. Kamerbrief van staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; ‘ Voortgang beleid maatschappelijke opvang/zwerfjongeren’ d.d. 16 januari 2013 23 Kamerbrief van staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; ‘ Voortgang beleid maatschappelijke opvang/zwerfjongeren’ d.d. 16 januari 2013 (pag. 1) 22
29
Deze ontwikkeling vraagt om nauwe samenwerking (ook in financiering, indien mogelijk) tussen gemeenten, zorgkantoor en zorgverzekeraar, met een integrale visie en doelmatige aanpak. Extramuralisering van de zorg De lichte zorgzwaartepakketten (ZZP’ s) voor nieuwe cliënten worden per 1 januari 2013 geëxtramuraliseerd. Dit betekent dat nieuwe cliënten niet langer een indicatie voor intramurale zorg in de vorm van een licht ZZP ontvangen, maar een indicatie voor extramurale zorg. Cliënten worden voortaan langer in hun eigen omgeving geholpen. Het gaat hierbij om de volgende ZZP’ s: ZZP Verpleging en Verzorging (VV) VV 01, ZZP VV 02, ZZP Verstandelijk Gehandicaptenzorg (VG) VG 01, ZZP VG 02, ZZP Geestelijke GezondheidsZorg (GGz) GGz B 01 en 02, ZZP GGz C 01 en 02. Met ingang van 1 januari 2013 kunnen deze ZZP’ s niet meer geïndiceerd worden voor nieuwe cliënten. Voor nieuwe cliënten tussen 17 en 23 jaar geldt, dat zij nog wel toegang hebben tot deze lage ZZP’ s, met uitzondering van ZZP VV 01 en ZZP VV 02. Vanaf 1 januari 2013 worden niet langer de leveringsvoorwaarden van de AWBZ-zorg vastgesteld. Of en wanneer sprake is van de functie Verblijf, wordt (rechtstreeks) vastgesteld op basis van de aanspraak op de leefklimaten. De leveringsvoorwaarden zijn hiermee niet langer een advies bij het indicatiebesluit. Dit heeft als consequentie voor de maatschappelijke opvang dat de verwachting is dat bovengenoemde doelgroepen een groter beroep kunnen gaan doen op de maatschappelijke opvang, en eerder aan zullen kloppen bij maatschappelijke opvangorganisaties voor hulp en/of opvang. Meer aandacht voor dakloze gezinnen, kinderen in de opvang, KOPP/KVO en zwerfjongeren in het landelijke beleid. De staatssecretaris heeft in een brief24 aan de kamer laten weten waar zijn aandacht de komende periode naar uit gaat. Dat is onder andere meer aandacht voor de opvang van dakloze gezinnen, waarbij men meer op preventie (voorkomen uithuiszetting) wil inzetten. Verder is de staatssecretaris van mening dat kinderen niet in de opvang thuishoren, en hij wil ook daar inzetten op preventieve maatregelen en gemeenten ondersteunen bij hun aanpak. Ook vraagt hij in dezelfde brief specifieke aandacht voor gepaste zorg en ondersteuning voor KOPP (kinderen van ouders met psychiatrische problematiek) en KVO (kinderen van ouders met verslavingsproblematiek). Er is daarom een handreiking ter ondersteuning voor gemeenten ontwikkeld.25 In voornoemde brief wordt ook ingegaan op de problematiek met betrekking tot zwerfjongeren. De staatsecretaris is van mening dat deze problematiek het beste regionaal aangepakt kan worden. Er wordt met behulp van regionale werkconferenties, waar verschillende partijen op het gebied van zorg, onderwijs en arbeidsmarkt zich over de problematiek buigen, input gegenereerd voor een landelijke werkconferentie, die weer moet leiden tot een digitale ‘ toolkit’ ter bevordering van kennisdeling. Daarnaast gaat men alle centrumgemeenten actief benaderen met een ondersteuningsprogramma ‘ Een stap vooruit’ , om zodoende de problematiek rondom ‘ zwerfjongeren’ weer op de lokale agenda te krijgen. Landelijke toegankelijkheid maatschappelijke opvang. 24
Kamerbrief van staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; ‘ Voortgang beleid maatschappelijke opvang/zwerfjongeren’ d.d. 16 januari 2013. 25 ‘ Handreiking KOPP/KVO’ (te downloaden op de websites van het Trimbosinstituut en VNG)
In de brief26 (hiervoor reeds aangehaald) wordt de problematiek met betrekking tot landelijke toegang en de regiobinding die veel regio’ s hanteren, besproken. Er zal onderzoek gedaan en actief aangesproken worden, indien blijkt dat regio’ s zich niet houden aan de richtlijnen. Er is begrip voor de gehanteerde regiobinding, echter dient er wel een mogelijkheid geboden te worden voor minimale opvang (bed-bad-brood) ter overbrugging naar de regio van herkomst.
26
Kamerbrief van staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; ‘ Voortgang beleid maatschappelijke opvang/zwerfjongeren’ d.d. 16 januari 2013.
31
BIJLAGE 1: In-, door- en uitstroom maatschappelijke opvang voor evaluatie Regionaal Kompas 20082012 Door: Riek Gommans Versiedatum: 2013.02.04 1. Definities 1.1. Aanmeldingen Aantal aanmeldingen dat heeft plaatsgevonden in de periode, per type opvang. Dit cijfer geeft niet het aantal unieke personen weer dat aangemeld is. Het kan namelijk zo zijn dat een persoon zich in de betreffende periode bij meerdere instellingen meldt. 1.2. Waarvan heraanmelders Aantal cliënten dat eerder is aangemeld, geplaatst én uitgestroomd en zich opnieuw meldt dan wel opnieuw wordt aangemeld in de betreffende periode. 1.3. Plaatsingen Aantal cliënten dat is geplaatst in de periode, per type opvang. Dit cijfer geeft niet het aantal unieke personen weer dat geplaatst is. Het kan namelijk zo zijn dat een persoon vanuit een voorziening doorstroomt naar een volgende wat opnieuw een plaatsing oplevert. Aanmelding bij NO is automatische plaatsing. Het aantal cliënten dat geplaatst wordt in een periode hoeft niet in diezelfde periode aangemeld te zijn. 1.4. Plaatsingen exclusief buiten de regio Uit het getal ‘ plaatsingen exclusief buiten de regio’ zijn 60 geregistreerde plaatsingen gehaald bij de nachtopvang; dit betrof mensen die 1 nacht in onze regio in onze NO verbleven maar niet afkomstig waren uit deze regio. 1.5. Trajectplannen binnengekomen Dit getal heeft betrekking op het aantal trajectplannen dat vanuit de instellingen aangeleverd is in de periode, per type opvang. 1.6. % Trajectplannen van plaatsingen Dit percentage legt de relatie tussen het aantal binnengekomen trajectplannen per type opvang en het aantal plaatsingen bij dat type opvang in de periode. 1.7. Uitstroom Aantal geplaatste cliënten dat uitgestroomd is in de periode, per type opvang. Het aantal cliënten dat uitstroomt in een bepaald periode hoeft niet in diezelfde periode geplaatst te zijn. 1.8. Waarvan doorstroom en zelfstandig wonen Van de 493 uitgestroomde cliënten, stroomden er 157 door naar een andere voorziening en 88 cliënten stroomden uit omdat zij zelfstandig gingen wonen. 1.9. Gemiddelde bezettingsgraad Dit percentage legt de relatie tussen het aantal beschikbare plaatsen per soort opvang en het gemiddelde aantal dagen/nachten dat hiervan gebruik is gemaakt in de periode.
2011 Aanmeldingen
Nachtopvang
Crisisopvang
277
1004
159
174
76
15
93
30
7,2%
53,4%
39,5%
232
180
81
81,6
96,3
Waarvan heraanmelders**
73
Plaatsingen
269
Plaatsingen excl. buiten regio*
209
Trajectplannen binnengekomen % Trajectplannen van plaatsingen*** Uitstroom Waarvan doorstroom en zelfstandig wonen**** Gemiddelde Bezettingsgraad
Woonvoorziening
249 50,2%
* 60 geregistreerde plaatsingen zijn hieruit gehaald; het betrof mensen die 1 nacht verbleven en niet afkomstig waren uit onze regio. ** een heraanmelder is iemand die eerder geplaatst en uitgestroomd is en zich daarna opnieuw meldt/gemeld wordt. *** aantal binnengekomen trajectplannen gerelateerd aan het aantal plaatsingen in de periode. **** Hier is sprake van een verschil van 4 met het totaal uit onderstaande tabel.
2011
Naar Zelfstandig wonen
Van Van Nachtopvang Crisisopvang
Van Woonvoorziening
Doorstroom en Zelfstandig wonen
16
54
18
88
5
18
4
27
Naar 24-uurs voorziening
25
27
9
61
Naar Crisisopvang
20
2
2
24
Naar Nachtopvang
7
Anders
6
2
4
12
Onbekend
9
8
9
26
88
111
46
245
Naar Begeleid Wonen
7
Feitelijk dakloos Feitelijk daklozen zijn personen die niet beschikken over een eigen woonruimte en voor een slaapplek gedurende de nacht tenminste één nacht (in de maand) waren aangewezen op: buiten slapen, ofwel overnachten in de openlucht en in overdekte openbare ruimten, zoals portieken, fietsenstallingen, stations, winkelcentra of een auto; binnen slapen in passantenverblijven van de maatschappelijke opvang, inclusief eendaagse noodopvang; binnen slapen bij vrienden, kennissen of familie, zonder vooruitzichten op een slaapplek voor de daarop volgende nacht. Residentieel dakloos Residentieel daklozen zijn personen die als bewoner staan ingeschreven bij instellingen voor maatschappelijke opvang (internaten en sociale pensions e.d., woonvoorzieningen op basis van
particulier initiatief die zich richten op semi-permanente bewoning door daklozen en particuliere commerciële pensions waar voornamelijk daklozen wonen). In 2011 maakten in totaal 551 unieke personen gebruik van de maatschappelijke opvang. Waarvan 438 personen feitelijk dakloos waren (maakten gebruik van de nachtopvang of de crisisopvang.) Waarvan 113 personen residentieel dakloos waren (maakten gebruik van de 24-uopvangvoorzieningen). De aantallen feitelijk en residentieel daklozen zijn niet heel strikt te scheiden omdat iemand gedurende het jaar van feitelijk naar residentieel over kan gaan of omgekeer
2
Evaluatierapport Regionaal Kompas 2008-2012
BIJLAGE 2(Voorzieningen per prestatieveld)
Prestatieveld 7 Maatschappelijke opvang: De maatschappelijke opvang wordt geboden door twee organisaties; MOVEOO en Gastenhof. MOVEOO biedt de volgende opvangvoorzieningen: -
Dag- en nachtopvang in Weert Dag- en nachtopvang in Venlo Dag- en nachtopvang in Roermond plekken en daarnaast 8 passantenplekken)
(15 plaatsen) (20 plaatsen) (20 plaatsen, waarvan 4 AWBZ-
De nachtopvang is een laagdrempelige voorziening gericht op bed-bad-brood en basale begeleiding. De cliënt kan hier tegen een kleine vergoeding slapen, eten, douchen en kleding laten wassen. De dagopvang is een laagdrempelige voorziening die fungeert als dienstencentrum. Hier wordt hulp en bemiddeling geboden bij onder meer huisvesting, daginvulling, inkomen en zorg. Er is aandacht voor o.a. het aanleren van structuur, sociale vaardigheden en arbeidsrehabilitatie.27 Opmerking: Het voorgaande is de wenselijke situatie. Uit de Monitor Regionaal Kompas blijkt dat door verschillende omstandigheden (onderbezetting, ziekte etc.) het aantal trajectplannen sterk achtergebleven is bij de doelstelling. -
Algemene Crisisopvang (ACO) in Roermond
(15 plaatsen)
De algemene crisisopvang is een 24-uursvoorziening voor acute opvang van volwassenen (en hun kinderen) die ten gevolge van een crisissituatie niet langer thuis kunnen verblijven. De verblijfsduur is maximaal 12 weken, waarna een vervolgtraject plaatsvindt (terugplaatsing thuissituatie of doorplaatsing binnen een andere voorziening intern of extern).28
-
Sociaal pension in Horn
(24 plaatsen: 14 WMO en 10 AWBZ)
Vanuit deze woonvoorziening wordt begeleiding en hulp geboden bij het (opnieuw) aanleren van vaardigheden die noodzakelijk zijn voor het dagelijks functioneren. De verblijfsduur is maximaal één jaar. Hierna volgt doorplaatsing naar een vervolgvoorziening of naar zelfstandig wonen.29 -
ACO Doortocht in Venlo
(15 plaatsen + 5 kindplaatsen)
Idem als bij ACO Roermond. 27
Omschrijving overgenomen uit jaardocument 2011 Moveoo. Omschrijving overgenomen uit jaardocument 2011 Moveoo. 29 Omschrijving overgenomen uit jaardocument 2011 Moveoo. 28
Evaluatierapport Regionaal Kompas 2008-2012
3
-
Doortocht Venlo
(2 daderbedden)
De locatie Doortocht in Venlo heeft de beschikking over twee daderbedden waar op basis van de Wet Tijdelijk Huisverbod daders van huiselijk geweld tijdelijk kunnen worden geplaatst. De hulpverlening wordt geboden door Algemeen Maatschappelijk Werk, Mutsaersstichting en/of Rooyse Wissel.30 -
Doortocht Venlo
(3 plaatsen Sociaal Pension)
In de “ oude” situatie had Stichting Doortocht de beschikking over drie plaatsen in een sociaal pension constructie. Deze drie plaatsen zijn door de overname door MOVEOO omgezet in AWBZ-plekken (bij de fusie van Stichting MOV en Stichting Doortocht) Gastenhof biedt de volgende opvangvoorziening: -
Pension Roerzicht
(10 plaatsen: bed/bad/brood)
Pension Roerzicht biedt cliënten begeleiding en/of behandeling (zorg) om meerdere hulpvragen trajectgericht te kunnen beantwoorden. De pensions bieden, indien daar behoefte aan is, tevens de mogelijkheid om te voorzien in de primaire levensbehoeften (bed, bad, brood) om zo de trajectgerichte zorg (begeleiding en/of behandeling) te realiseren.31 Pension Roerzicht hanteert de volgende instroomcriteria in relatie tot de pensionfunctie; -
Intrinsieke motivatie voor individueel zorgtraject Begeleidbaar en/of behandelbaar opstellen Kunnen uitstellen van de hulpvraag Leeftijd 18 tot 23 jaar
Opmerking: In 2012 is een begin gemaakt met de samenwerking tussen Gastenhof en Mensana Begeleiding Maatschappelijke Opvang: Begeleiding in de Maatschappelijke Opvang wordt separaat gesubsidieerd bij MOVEOO en Gastenhof. Het betreft hier begeleiding die niet gefinancierd wordt door zorgkantoor of zorgverzekeraar. Bij MOVEOO wordt de volgende begeleiding gesubsidieerd: -
Bijdrage in kosten 3 trajectbegeleiders
Het gaat hierbij om de (traject)begeleiding die in dag- en nachtopvang geboden wordt en die niet gefinancierd wordt vanuit de AWBZ. De trajecten (trajectplannen) zijn bedoeld om meer structuur in de begeleiding aan te brengen. De begeleiding richt zich op mensen die zelfstandig wonen, maar tijdelijk gebruik (moeten) maken van de opvangvoorzieningen van MOVEOO, en is bedoeld om deze mensen zo volledig mogelijk zelfstandig te laten wonen en leven.32 30
Omschrijving overgenomen uit jaardocument 2011 Moveoo. Doelstelling overgenomen uit de subsidieaanvraag 2013 van Gastenhof. 32 Jaardocument 2011 MOVEOO. 31
4
Evaluatierapport Regionaal Kompas 2008-2012
-
Bijdrage in kosten trajectbegeleiding ACO
(Traject)begeleiding in de ACO (idem vergeleken met voorgaande omschrijving). Ook hier betreft het begeleiding die niet vanuit de AWBZ gefinancierd wordt.33 Bij Gastenhof wordt de volgende begeleiding gesubsidieerd: -
Bijdrage in de kosten van de trajectbegeleiding
Pension Roerzicht biedt cliënten begeleiding en/of behandeling (zorg) om meerdere hulpvragen trajectgericht te kunnen beantwoorden. De pensions bieden, indien daar behoefte aan is, tevens de mogelijkheid om te voorzien in de primaire levensbehoeften (bed, bad, brood) om zo de trajectgerichte zorg (begeleiding en/of behandeling) te realiseren.34 Huiskamer/Inloopcentrum: Binnen het Regionaal Kompas zijn er twee instellingen die een inloopfunctie hebben. Dit is een vorm van dagopvang voor daklozen of eenzame die een luisterend oor willen hebben zonder dat er een kader van de hulpverlening omheen getrokken wordt. Waar de noodzakelijkheid zich aandient of er mogelijkheden bestaan, worden bezoekers naar professionele hulpverlening en partners in de keten doorgeleid. Het betreft hier de stichting ’ t Groenewold in Venlo en de stichting Oor in Roermond. Voor beide instellingen geld dat de subsidie een bijdrage in de kosten van de exploitatie van de voorziening is en dat dit als een waarderingssubsidie beschouwd kan worden. Vrouwenopvang: De vrouwenopvang wordt in verschillende vormen (en in sommige gevallen voor specifieke doelgroepen) geboden door vier organisaties; Mutsaersstichting, Stichting Exodus, Humanitas ‘ Gezin in balans’ en Stichting Wilskracht. Mutsaersstichting biedt de volgende opvangvoorzieningen: -
Opvangplekken vrouwen (evt. met kinderen) (19 vrouwen + 17 kinderen)
Van de 19 opvangplekken zijn er 3 plekken beschikbaar voor anonieme opvang op een geheime locatie. Voor de overige plekken wordt dit geheime en anonieme karakter van de opvang losgelaten. De verblijfsduur van de opvang wordt maximaal 3 maanden en is de doelstelling om meer vrouwen uit de regio op te gaan vangen. -
Noodopvangplekken
(2 plaatsen)
De noodopvangplekken zijn bedoeld voor vrouwen in een acute noodsituatie (t.g.v. huiselijk geweld) voor maximaal 3 nachten. - Woningen voor vrouwen en hun kinderen (5 woningen) De woningen voor vrouwen en hun kinderen zijn bedoeld in het kader van ‘ Wonen met perspectief’ .
33 34
Jaardocument 2011 MOVEOO. Doelstelling overgenomen uit de subsidieaanvraag 2013 van Gastenhof.
Evaluatierapport Regionaal Kompas 2008-2012
5
De vrouwenopvang bij de Mutsaersstichting krijgt met ingang van 2013 een ambulanter karakter en de verblijfsduur van vrouwen in de opvang zal verkort worden. Daarnaast zal de vrouwenopvang zich meer gaan richten op vrouwen uit de eigen regio. Nu is er nog sprake van een relatief hoog percentage vrouwen uit andere delen van het land die in anonimiteit worden opgevangen. Ook het anonieme karakter van de vrouwenopvang zal grotendeels verlaten worden, slechts drie opvangplekken zullen een anoniem karakter blijven houden voor situaties waarin dit noodzakelijk geacht wordt.35 -
SHG (Steunpunt Huiselijk Geweld) Frontoffice (incl. warme doorverwijzing) Telefonische screening en consultatie (Publieks)voorlichting Advies en ondersteuning Aware (‘ Abused Women Active Response Emergency’ is een draagbaar apparaat dat in verbinding staat met politie, waar direct alarm geslagen kan worden in geval van nood).
Het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) is in de regio Noord- en Midden Limburg door de centrumgemeente Venlo ondergebracht bij de Mutsaersstichting. Een SHG is een voor iedere burger toegankelijke en (telefonisch) goed bereikbare front office. Slachtoffers, plegers en getuigen van huiselijk en seksueel geweld, maar ook beroepsgroepen kunnen er terecht voor informatie, advies, melding en doorverwijzing.36 Stichting Wilskracht biedt de volgende opvangvoorzieningen waarvoor subsidie verleend wordt: -
Crisisopvang voor vrouwen in stacaravans
(6 crisisopvangplekken)
De stichting ontvangt een bijdrage, in de vorm van een subsidie, in de kosten van de exploitatie van 6 plekken in de opvang van vrouwen (crisisopvang, maatschappelijke activering, voorlichting en deskundigheidsbevordering). De opvang is gericht op vrouwen met GGz-problematiek, meestal in combinatie met ervaringen van onderdrukking, geweld, machtsmisbruik en/of isolement in hun persoonlijke leefomgeving.37 Stichting Exodus biedt de volgende dienstverlening waarvoor subsidie verleend wordt: -
Nazorg voor vrouwen die uit detentie komen
(2 nazorgtrajecten)
De stichting vangt in het zogenaamde “ Exodushuis” vrouwen op die uit detentie komen. Deze opvang wordt gefinancierd door het ministerie van Veiligheid en Justitie. Zij financieren alle zogenaamde justitiële trajecten (door het ministerie geïnitieerd en voldoet aan de toelatingscriteria). De stichting ontvangt een bijdrage, in de vorm van een subsidie, in de kosten voor twee nazorgtrajecten voor vrouwen die ook uit detentie komen, maar die niet door het ministerie 35
Informatie overgenomen uit subsidieaanvragen 2011 en 2012 en jaarverantwoording 2011 Mutsaersstichting en de beschikking subsidieverlening Vrouwenopvang Nieuwe Stijl (2012-2014) op basis van besluit college van B&W gemeente Venlo d.d. 4 december 2012. 36 Functies van de Steunpunten Huiselijk Geweld, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (augustus 2011). 37 Subsidieaanvraag 2013 Stichting Wilskracht.
6
Evaluatierapport Regionaal Kompas 2008-2012
worden gefinancierd worden. Deze vrouwen melden zich vrijwillig aan en hebben meer het karakter van nazorg. Het gaat om gemiddeld 4 uren begeleiding per week en is gericht op het bieden van hulp in een zelfstandig bestaan na detentie.38 Humanitas ‘ Gezin in Balans’ biedt de volgende dienstverlening waarvoor subsidie verleend wordt: -
Nazorg voor ex-gedetineerde moeders
(6 nazorgtrajecten)
Humanitas ‘ Gezin in Balans’ biedt opvoedingsondersteuning en nazorg (gezinsbegeleiding) aan (ex-)gedetineerde moeders en hun kinderen. Hierbij staat het verbeteren van de relatie tussen moeder en kind centraal, en verder wordt er begeleiding geboden bij het vergroten van opvoedingsvaardigheden, het versterken van het sociale netwerk en de maatschappelijke positie van de persoon in kwestie en haar kinderen, het verminderen van het sociale isolement en het verkleinen van de afstand tot instanties. Het uiteindelijke doel is om de exgedetineerde moeder en haar gezin succesvol te laten re-integreren in de samenleving.39 Humanitas ‘ Gezin in Balans’ ontvangt een bijdrage, in de vorm van een subsidie, in de kosten voor deze nazorgtrajecten. Prestatieveld 8 Bemoeizorg (Jeugdigen): Bemoeizorg wordt in de regio Noord- en Midden Limburg door drie organisaties geboden. RiaggZuid en Vincent van Gogh instituut (VvGi) werken daarin samen en hebben een, in grote lijnen, gelijke aanpak. VvGi biedt daarnaast ook bemoeizorg voor jeugdigen. De Mutsaersstichting biedt bemoeizorg alleen voor jeugdigen (en hun gezin), maar hun aanpak is anders vergeleken met RiaggZuid en VvGi. De dienstverlening met betrekking tot bemoeizorg voor jeugdigen heeft in belangrijke mate ook een relatie met prestatieveld 2 van de WMO (daar waar het gaat om jeugdzorg, of toeleiding naar jeugdzorg). Het dilemma daarbij is of de financiering vanuit de gemeente, provincie (jeugdzorg) of zorgverzekeraar (in geval er sprake is van geïndiceerde preventie). VvGi biedt de volgende dienstverlening met betrekking tot bemoeizorg: -
Bemoeizorg zorgwekkende zorgmijders
De doelgroep waar het team bemoeizorg zich op richt heeft meestal complexe problematiek op meerdere leefgebieden. De doelgroep kan worden omschreven op basis van vijf kenmerken; psychiatrische stoornis (waaronder verslaving), problemen op meerdere leefgebieden, niet in staat zijn om in eigen bestaansvoorwaarden te voorzien, gebrek aan mogelijkheden om eigen problemen op te lossen en afwezigheid van een duidelijke hulpvraag. Bemoeizorg jeugdigen is integraal onderdeel van deze aanpak. Het team bemoeizorg van VvGi richt zich op Noord Limburg, de inzet van het team gericht op de jeugd wordt door VvGi ook in Midden Limburg uitgevoerd (in het team DOKUS).40 RiaggZuid biedt de volgende dienstverlening met betrekking tot bemoeizorg: -
Bemoeizorg (team ‘ DOKUS’ )
38
Subsidieaanvraag 2013 Stichting Exodus. Subsidieaanvraag 2013 Humanitas ‘ Gezin in Balans’ . 40 Beschrijving overgenomen uit de subsidieaanvraag 2013 van VvGi. 39
Evaluatierapport Regionaal Kompas 2008-2012
7
Kenmerkend voor de doelgroep zijn: Aanwezigheid van een ernstige psychiatrische stoornis en/of verslavingsproblematiek; al dan niet in combinatie met ernstige psychosociale problemen. Eventuele aanwezigheid van problemen op meerdere levensgebieden, waardoor men onvoldoende in staat is om aan de eigen bestaansvoorwaarden te voldoen (huisvesting, inkomen, sociale contacten, zelfverzorging, enz.). Het al dan niet bewust ontwijken van een behandelrelatie (zorgmijding). Het veroorzaken van vaak ernstige maatschappelijke overlast, door agressie, criminaliteit en andere vormen van sociaal onwenselijk gedrag. Afwezigheid van een duidelijke hulpvraag. Gebrek aan mogelijkheden om de problemen zelf op te lossen. Bemoeizorg beoogt: Het verhogen van de kwaliteit van leven van de cliënt en het verminderen van overlast die de cliënt in sommige gevallen veroorzaakt. Bemoeizorg bereikt deze doelstelling primair door het bereiken van de doelgroep (contact maken en houden) en door het verleiden van de doelgroep tot het (opnieuw) aanvaarden van begeleiding of zorg (toeleiden of terugleiden naar zorg).41 Mutsaersstichting biedt de volgende dienstverlening met betrekking tot bemoeizorg voor jeugdigen: -
Bemoeizorg jeugdigen (‘ Youth at risk)
De aanpak in de bemoeizorg voor jeugdigen is afgestemd op de zorgwekkende zorg mijdende jongeren en hun multi-probleem gezinnen. Het gaat dan om zorg die niet gevraagd geboden wordt. Daardoor is de aanpak anders vergeleken met cliënten die zelf hulp zoeken. Het gaat in dit geval om vertrouwen winnen, zodat gemotiveerd hulp aanvaard wordt. Doel van deze aanpak is om gaandeweg het traject een inschatting te kunnen maken of, en zo ja, welke vorm van (jeugd)zorg noodzakelijk is, waarbij Bureau Jeudzorg (BJZ) en/of huisarts ingeschakeld kunnen worden om een indicatie of verwijzing te krijgen. De werkwijze kenmerkt zich door de focus op zowel de cliënt in kwestie als zijn directe omgeving (gezin). Deze gezinnen hebben veelal problemen op meerdere gebieden, financiën, huisvesting, huishouding, verslaving, psychiatrie, sociale integratie, schoolverzuim, huiselijk geweld.42 Preventieactiviteiten: Preventieactiviteiten in het kader van de OGGz zijn in belangrijke mate te vergelijken met de activiteiten die voorheen onder de Wet collectieve preventie geestelijke gezondheidszorg (zie hierboven). De preventieactiviteiten hebben een universeel; op de algemene bevolking gericht en een selectief; op (hoog)risicogroepen gericht, karakter.43
41
Beschrijving overgenomen uit subsidieaanvraag RiaggZuid Bemoeizorg 2013 Beschrijving van de werkwijze m.b.t. bemoeizorg jeugdigen uit de tussenrapportage 2011. 43 Website: http://www.invoeringwmo.nl/content/7-8-en-9-maatschappelijke-opvang-openbaregeestelijke-gezondheidszorg-verslavingsbeleid. 42
8
Evaluatierapport Regionaal Kompas 2008-2012
Daarnaast zijn er ook specifieke preventieactiviteiten gericht op jeugdigen, die ook onder verantwoordelijkheid van gemeenten vallen, maar (in principe) onderdeel uitmaken van prestatieveld 2 van de WMO. Deze worden hier wel beschreven, maar aangeven wordt dat die activiteiten een relatie met prestatieveld 2 van de WMO hebben. De preventieactiviteiten in relatie tot verslavingszorg vallen onder prestatieveld 9. Preventieactiviteiten worden door RiaggZuid en VvGi geboden. RiaggZuid biedt de volgende dienstverlening met betrekking tot preventie: Algemene voorlichting GGz-problematiek (gericht op het algemeen publiek in de vorm van voorlichtingsbijeenkomsten en het ontwikkelen van divers foldermateriaal, advertenties, publiciteit etc.). Kindermishandeling/huiselijk geweld; doel is voorkoming en tijdige signalering van kindermishandeling en huiselijk geweld. Opvoedingsondersteuning t.b.v. specifieke doelgroepen (gericht op kwetsbare ouders en kinderen van asielzoekers met psychiatrische problemen). Autisme (gericht op mensen met autisme, familieleden, professionals en andere geïnteresseerden) Allochtonen (gericht op allochtone jongeren en volwassenen en daarnaast intermediairen, politie en overige hulpverleners) Doel is om voorlichting aan allochtonen te geven over psychische problematiek. Dementie en ondersteuning mantelzorgers ouderen (gericht op voorlichting over dementie aan mantelzorgers, professionals en vrijwilligers) Ondersteuning van psychiatrische patiënten en hun omgeving, en ondersteuning van mantelzorgers.44 De volgende preventieactiviteiten worden ook aangeboden door RiaggZuid, maar hebben eerder een relatie met prestatieveld 2 van de WMO: Ondersteuning onderwijs; Gezonde en Veilige School (gericht op leerlingen, leerkrachten en ouders) (CP-GGz), advies, consultatie aan scholen, deelname aan ZAT’ s (Zorg Advies Teams) (gericht op kinderen/jongeren van 4-21 jaar met psychosociale problemen en leerkrachten). KOPP/KVO (kinderen van ouders met verslavings- en/of psychiatrische problemen). Depressie en Angst (gericht op kwetsbare kinderen, waarbij het programma ‘ Plezier op school’ ingezet wordt). VvGi biedt de volgende dienstverlening met betrekking tot preventie: Mantelzorg (gericht op familieleden van mensen met psychiatrische problematiek). Stemming en angst (gericht op jongeren en volwassenen met depressieve en angstklachten). Verslavingspreventie in; het onderwijs, de vrije tijd, de opvoeding, overkoepelend en vroegsignalering. De doelgroepen zijn leerkrachten in het onderwijs, ouders, (risico)jongeren en indirecte doelgroep (o.a. horecapersoneel en jongerenwerkers).45 De volgende preventieactiviteiten worden ook aangeboden door VvGi, maar hebben eerder een relatie met prestatieveld 2 van de WMO: 44 45
Beschrijving overgenomen uit subsidieaanvraag RiaggZuid-preventie 2013 Beschrijving overgenomen uit de subsidieaanvraag 2013 van VvGi.
Evaluatierapport Regionaal Kompas 2008-2012
9
KOPP/KVO (kinderen van ouders met verslavings- en/of psychiatrische problemen). De gezonde en veilige school (vanuit een ketenbenadering met andere partijen zoals GGD en welzijnsorganisaties inzetten van GGz-preventie en verslavingspreventie in Basis- en Voorgezet onderwijs).46 De volgende preventieactiviteiten worden ook aangeboden door VvGi, maar hebben ook een relatie met prestatieveld 9 van de WMO: Verslavingspreventie in; het onderwijs, de vrije tijd, de opvoeding, overkoepelend en vroegsignalering. De doelgroepen zijn leerkrachten in het onderwijs, ouders, (risico)jongeren en indirecte doelgroep (o.a. horecapersoneel en jongerenwerkers).47 Platform cliënten OGGz-zorgvragers: Onder prestatieveld 8 valt ook; “ het tot stand brengen van afspraken tussen betrokken organisaties over de uitvoering van de OGGz” .48 In de regio Noord- en Midden Limburg is ook een regionaal platform van OGGz-zorgvragers actie. Zij worden in hun activiteiten ondersteund en begeleid door een professional. Het Regionaal Platform OGGz-zorgvragers met hulp van het Cliënten Adviesbureau (CAB) biedt de volgende dienstverlening: Vanaf 2008 is er in de regio, op verzoek van de centrumgemeente Venlo, een werkgroep cliëntenparticipatie Regionaal Kompas opgestart. Deze werkgroep bestaat uit leden die allen ervaringen hebben op het gebied van de Maatschappelijke Opvang, Verslavingszorg, Openbare Geestelijke Gezondheidszorg en Vrouwen Opvang. Gemeente Venlo heeft deze werkgroep geïnitieerd om via deze werkgroep vanuit zorgvragersperspectief advies te kunnen inwinnen over de beleidsmatige en operationele uitvoering van het Regionaal Kompas. De werkgroep ontvangt vanaf de start coaching en advisering van een medewerker van het Cliënten Adviesbureau (CAB) Noord- en Midden Limburg.49 Het CAB ontvangt een bijdrage in de kosten voor het opzetten en onderhouden van de OGGzparticipatiestructuur in de regio Noord- en Midden Limburg. Prestatieveld 9 VvGi biedt de volgende dienstverlening met betrekking tot verslavingszorg: Dienstverlening en spreekuur (gericht op cliënten met volgende problemen; verslaving, psychiatrische problematiek, problemen op levensgebieden financiën en werk, justitieel verleden). Verder gaat het hierbij over dienstverlening in de gebruikersruimten. Gebruikersruimten (gericht op cliënten die gebruik maken van de gebruikersruimten waarbij het signaleren en bestrijden van risicofactoren en het begeleiden van kwetsbare personen die niet in staat zijn hun verslaving te reguleren) Daarnaast is 46
Beschrijving overgenomen uit de subsidieaanvraag 2013 van VvGi Beschrijving overgenomen uit de subsidieaanvraag 2013 van VvGi. 48 Website: http://www.invoeringwmo.nl/content/7-8-en-9-maatschappelijke-opvang-openbaregeestelijke-gezondheidszorg-verslavingsbeleid. 49 Beschrijving overgenomen uit de subsidieaanvraag 2013 van Regionaal Platform GGzzorgvragers Noord- en Midden Limburg. 47
10
Evaluatierapport Regionaal Kompas 2008-2012
ook de bestrijding van infectieziekten onder deze doelgroep een taak.50 Begeleiding Noord- en Midden Limburg (gericht op cliënten met volgende problematiek; verslaving, dubbeldiagnose, psychiatrische problemen, ernstige psychosociale problemen en dak- en thuislozen) Deze vorm van begeleiding haakt aan bij het veldwerk van het team bemoeizorg, waarbij de begeleiding kortdurend en intensief van karakter is gericht op het cliënten met problemen op diverse leefgebieden.51 MOVEOO biedt de volgende dienstverlening met betrekking tot verslavingszorg: Gebruikersruimten (gericht op cliënten die gebruik maken van de gebruikersruimten waarbij het signaleren en bestrijden van risicofactoren en het begeleiden van kwetsbare personen die niet in staat zijn hun verslaving te reguleren) Daarnaast is ook de bestrijding van infectieziekten onder deze doelgroep een taak.52
50
Op het moment van schrijven van deze evaluatie exploiteert VvGi nog 2 gebruikersruimten (in Venlo en Weert). De exploitatie van de gebruikersruimte in Venlo zal in de loop van 2013 overgaan naar MOVEOO. 51 Beschrijving overgenomen uit de subsidieaanvraag 2013 van VvGi. 52 MOVEOO exploiteert de gebruikersruimte in Roermond (vanaf medio 2012), en zal in de loop van 2013 ook de gebruikersruimte in Weert gaan exploiteren.
Evaluatierapport Regionaal Kompas 2008-2012
11