Regio Raak Westelijke Mijnstreek Jaarverslag 2005
Judith Aerdts Jos Mevis Geleen, maart 2006
1. Inleiding Na vele voorbereidende inspanningen in 2004 stond 2005 voornamelijk in het teken van de realisatie. Vele plannen en ideeën konden worden omgezet in concrete actie. In dit, beknopte, jaarverslag wordt de voortgang beschreven van de activiteiten in het kader van Regio Raak Westelijke Mijnstreek. De aanpak binnen Regio RAAK Westelijke Mijnstreek is gericht op het hele zorgcontinuüm; van primaire preventie en vroegsignalering tot een effectieve aanpak bij geconstateerde mishandeling. De speerpunten: - een opvoedingsondersteunend aanbod voor ouders dat leidt tot een effectieve preventie van kindermishandeling; - een adequaat aanbod bij signalen van beginnende opvoedingsproblemen; - het implementeren van een meldcode kindermishandeling; bevorderen van kennis en vaardigheden bij beroepskrachten in het signaleren, bespreken en handelen bij vermoedens van kindermishandeling. 2. Voortgang activiteiten plan van aanpak 2.1 Populatiegerichte preventie
Groepsconsultatiebureau In het kader van Regio Raak is op het consultatiebureau in Born in februari 2005 een groepsconsultatiebureau gestart. Gezien de vereiste randvoorwaarden bleef alleen het CB in Born over als geschikte locatie. De overige locaties in de Westelijke Mijnstreek bleken hiervoor (vooralsnog) niet geschikt. In februari 2005 is gestart met de werving van de ouders tijdens postnataal huisbezoek door de verpleegkundige JGZ. Het resultaat van deze werving bleek teleurstellend. Van de eerste groep nieuwe zuigelingen (18) wilden 3 ouders deelnemen, bij de 3 volgende groepen bleek niemand geïnteresseerd. Resultaat werving : Groep 1: 18 N[ieuwe] Z[uigelingen]: Groep 2: 9 NZ [2 tweelingen]: Groep 3: 3 NZ: Groep 4: .. NZ:
3 ouders willen meedoen 0 geinteresseerden 0 geïnteresseerden 0 geïnteresseerden
Redenen waarom ouders niet deelnemen: - dagdeel [ouders werken] - geen interesse - te tijdrovend In april 2005 is gestart met de eerste groep van drie ouders. Ervaringen met deze kleine groep zijn positief, zowel van de ouders als verpleegkundige. Echter vanwege de geringe belangstelling en beperkte mogelijkheden om het groepscb op een andere locatie aan te bieden wordt overwogen het aanbod stop te zetten. Bekeken wordt hoe ouders op een andere manier de mogelijkheid geboden kan worden ervaringen uit te wisselen, wellicht als onderdeel van het totale voorlichtingsaanbod -9 maanden - 4 jaar. In Born is inmiddels als alternatief een inloopspreekuur voor ouders van start gegaan. Een definitieve beslissing over de voortgang van het groepsconsultatiebureau volgt in 2006.
Voorlichtingsaanbod -9 maanden tot 4 jaar Het huidige voorlichtingsaanbod vanaf de zwangerschap wordt onder de loep genomen en er wordt gewerkt aan een nieuwe opzet (in samenwerking met verloskundigen, kraamzorg, zwangerschapstherapeuten en JGZ). In 2005 is door een multi-disciplinaire werkgroep gewerkt aan de voorbereidingen van de cursus 'van zwangerschap tot ouderschap'. Deze aanstaande oudercursus is een combinatie van informatie en zwangerschapsgymnastiek. In het eerste uur wordt informatie gegeven door diverse deskundigen over o.a. gezonde voeding tijdens de zwangerschap, de bevalling, de kraamzorg, de uitzet, de voeding van de baby, het consultatiebureau en allerlei onderwerpen die de deelnemers zelf inbrengen. In het tweede uur worden oefeningen gedaan onder leiding van een fysiotherapeute: gymnastiek-, ademhalings- en ontspanningsoefeningen.
2
Aanbod wordt in 2006 in uitvoering genomen. In aansluiting op dit prenatale aanbod wordt mogelijkheden onderzocht voor uitbreiding van het aanbod vanaf de geboorte tot 4 jaar.
Ouder-Kind-Centra Het kabinet heeft extra middelen gereserveerd voor opvoed- en gezinsondersteuning op lokaal niveau. Doel van deze impuls is o.a. het vergroten van het bereik van risicogezinnen en jeugdigen. Op basis van deze doelstelling wil de gemeente Sittard-Geleen in 2006 drie ouder-kind-centra (OKC) 0-19 jaar realiseren in drie kanswijken, te weten Limbrichterveld, Sanderbout en Lindenheuvel. Een ouder-kind-centrum kan gezien worden als een centraal inlooppunt voor alle vragen op het gebied van opgroeien en opvoeden De intentie van de gemeente wordt toegespitst op de 5 gemeentelijke taken waarvoor zij vanaf 1 januari 2005 formeel verantwoordelijk is.
2.2 Selectieve preventie
Project 'Ho, tot hier en niet verder' Het project 'Ho, tot hier en niet verder' bestaat uit 2 deelprojecten, namelijk: een schoolproject (gericht op vergroten psychosociale weerbaarheid) en een huiskamerproject (informatie en steun bij opvoeding). Schoolproject is op één school met succes geïmplementeerd en afhankelijk van financiële middelen kan het project uitgebreid worden naar andere scholen. Subsidieverzoeken bij het Oranjefonds en de Provincie hebben nog geen resultaat opgeleverd. Huiskamerbijeenkomsten Door Partners in Welzijn worden zogenoemde huiskamerbijeenkomsten georganiseerd. Een medewerker geeft tijdens een bijeenkomst bij de gastvrouw/heer thuis voorlichting over opvoeding, bevorderen weerbaarheid, signaleren van problemen en informatie over het hulpaanbod. Het accent ligt op overbrengen van informatie en uitwisselen van ervaringen. De oorspronkelijke doelstelling van het aantal afgesproken bijeenkomsten is ruimschoots gehaald. Daarnaast ontstaat er een sneeuwbaleffect van nieuwe deelnemers die nieuwe bijeenkomsten organiseren. De huidige (beperkte) investering wordt voor een deel vanuit RAAK-gelden gefinancierd. Om continuïteit van deze laagdrempelige activiteit te waarborgen is structurele financiering van gemeenten nodig.
2.3 Geïndiceerde preventie
Preventieve huisbezoeken In aansluiting op de signaleringsinstrumenten binnen de JGZ is er een aanbod voor risicogezinnen. Dit aanbod bestaat uit zes extra preventieve huisbezoeken vanaf de geboorte. Dit aanbod is in uitvoering in de gemeenten Sittard-Geleen, Beek en Stein. In totaal zijn 28 risicogezinnen bezocht. Het aantal huisbezoeken dat per gezin is afgelegd varieert van 1 tot 7. De huisbezoeken worden door zowel ouders als verpleegkundigen als zinvol ervaren. De verschillende aspecten van de huisbezoeken zoals de (persoonlijke) ondersteuning, tijd, aandacht, de directe aansluiting op de gezinssituatie en de ontvangen informatie/adviezen scoren gemiddeld een 9 (schriftelijke evaluatie onder ouders, n=4). Dit aanbod is onderdeel van het maatwerkdeel van de JGZ en dus afhankelijk van keuzes van gemeenten om dit product ' in te kopen' . Elk jaar zal hierover opnieuw onderhandeld moeten worden met gemeenten. Het aanbod is dus nog niet structureel verankerd.
2.4 Preventie bij vroege signalen
Video-home-training door JGZ Twee verpleegkundigen van de JGZ volgen een gerichte opleiding tot video-home-trainer. De methodiek passen zij gelijktijdig toe bij daartoe geïndiceerde gezinnen. Voor 2005 betaalt de gemeente deze methode voor een aantal gezinnen. Vanuit de RAAK gelden is ingezet op extra investering in apparatuur en scholing. Resultaten zijn, mede op basis van ervaringen in andere regio’s, positief. Ook hier geldt dat structurele middelen nog niet gerealiseerd zijn (maatwerkdeel JGZ) hetgeen de continuïteit in gevaar brengt.
3
2.5 Interventies na kindermishandeling
Invoeren regionale meldcode kindermishandeling Een breed samengestelde werkgroep is erin geslaagd een fraaie en handzame meldcode kindermishandeling op te stellen (op basis van de landelijke meldcode van het NIZW). Deze meldcode werd gepresenteerd en aan wethouders van betrokken gemeenten overhandigd tijdens een symposium in april 2005. Inmiddels is met vrijwel alle instellingen in de regio gesproken/contact gelegd over de aanpak van kindermishandeling, het opstellen van een instellingsprotocol en de inzet van benodigde deskundigheidsbevordering. Het invoeren van een meldcode brengt een bewustzijn op gang bij de betrokken instellingen. De meldcode is een gemeenschappelijk kader voor alle instellingen in de Westelijke Mijnstreek, op basis waarvan een op maat gesneden instellingsprotocol wordt opgesteld. Bij diverse instellingen wordt dit protocol in overleg met (één van de) Raakcoördinatoren opgesteld.
Deskundigheidsbevordering professionals in signaleren, melden en gespreksvoering Als onderdeel van de implementatie van de meldcode maken vele instellingen gebruik van het aanbod van deskundigheidsbevordering (voorlichting en training op maat). In 2005 hebben de volgende voorlichtingsbijeenkomsten en trainingen plaatsgevonden: Instelling Jeugdgezondheidszorg 0-19 (GGD en Thuiszorg) Prins Claus Centrum (GGZ) Kring Verloskundigen Westelijke Mijnstreek Nascita Kraamzorg Kraamzorg TCL Partners in Welzijn Xonar MEE Back-office huiselijk geweld Kraamzorg Westelijke Mijnstreek Kraamzorg Midden Limburg Sensis Aristacura, particuliere thuiszorg Stichting Spelenderwijs (13 peuterspeelzalen) Stichting Kleine Burcht (13 peuterspeelzalen, 40 kinderdagverblijven, NSO) Triade (schoolbestuur, 10 basisscholen) Stichting Prooses (schoolbestuur, 12 openbare basisscholen) Stichting Focus (schoolbestuur, 35 basisscholen) Peuterspeelzalen Schinnen Totaal
voorlichting (1 dagdeel) o.a. meldcode 50 personen 30 10 personen 2 (leidinggevenden) maart 2006 60 personen 75 personen 20 personen 10 personen 60 personen 100 personen 15 personen 25 personen 2006 2006
training (2 dagdelen) 52 personen volgt in 2006 10 personen
Gepland in 2006 Gepland in 2006 Gepland in 2006 Gepland in 2006 Gepland in 2006 Gepland in 2006
20 personen 20 personen 120 personen 2006
2006: per school
± 650 personen
62 personen
Onderzoek zorgaanbod na kindermishandeling Eén actiepunt uit het plan van aanpak Westelijke Mijnstreek was een inventarisatie van het hulpaanbod voor kindermishandeling in de regio. Dit moet leiden tot vernieuwing van de interventies. Het NIZW is hiermee in het voorjaar van 2005 aan de slag gegaan. Op basis van de geconstateerde knelpunten is met zorg- en hulpaanbieders in de regio gesproken over versterking c.q. betere afstemming van het huidige aanbod. Deelnemende instellingen toonden grote belangstelling voor verbeterpunten waardoor inmiddels enkele concrete samenwerkingsafspraken tot stand zijn gekomen (MEE-BJZ; Politie-BJZ; Xonar-BJZ). Uit een analyse van het zorgaanbod blijkt dat er niet zozeer een hiaat zit in de kwaliteit van het aanbod maar wel in de kwantiteit (de beschikbare capaciteit).
4
3. Overlegstructuren Om de verbinding mogelijk te maken tussen de plannen van Regio Raak en de bestaande initiatieven en structuren in de regio vindt vertegenwoordiging van Regio Raak plaats in diverse overlegsituaties: -
Projectgroep Regio Raak (5x): toelichten stand van zaken en meedenken over voortgang activiteiten. Ook eventuele knelpunten worden besproken. Bestuurlijk OOGO (1x) (gemeenten en provincie): presentatie plannen en voortgang Regionale Ambtelijke Werkgroep (2x): toelichting plannen en stand van zaken. Regionaal Preventie Platform Jeugd = klankbordgroep (2x): toelichting stand van zaken plannen en adviezen over onderdelen plannen. Stuurgroep Huiselijk geweld (5x): aandacht vragen voor kinderen die getuige of slachtoffer zijn van huiselijk geweld. Plannen Regio Raak zijn opgenomen in regionale plan van aanpak huiselijk geweld. O3-overleg (4x) Bilateriaal overleg projectleiders/landelijk procesmanager (per mail, telefonisch of op locatie): bespreken voortgang en ontwikkelingen in de regio, voorbereiden projectgroepvergadering. Landelijk coördinatorenoverleg (4x): uitwisseling voortgang projecten en uitdieping thema's, met daarnaast sociaal programma. Met het oog op borging wordt deelgenomen aan een intergemeentelijk overleg (in het kader van de OGGZ-structuur) met als doel het realiseren van een adequate ketenaanpak. In 2005 kwam deze werkgroep 4x bij elkaar. Eerste adviserende notitie volgt vóór het zomer van 2006. Deelname in provinciale Werkgroep Kwetsbare Jonge Moeders; waarin gepoogd wordt een integrale aanpak te realiseren voor deze doelgroep (4 bijeenkomsten in 2005).
Naast deze structurele overlegvormen is er veelvuldig bilateraal overleg met instellingen en gemeenten in de regio, o.a. over meldcode, deskundigheidsbevordering en borging van de Raak-activiteiten. 4. Communicatie en PR In 2005 heeft het project Regio Raak weer de nodige aandacht gekregen in diverse bijeenkomsten en vergaderingen in de regio (zie onder 3). Tevens zijn er op eigen initiatief verschillende bijeenkomsten georganiseerd en/of bijgewoond. De belangrijkste in 2005: Westelijke Mijnstreek / Zuid Limburg 21 april 2005: symposium 'Iets te melden over kindermishandeling' dat werd bezocht door 130 personen/vertegenwoordigers van instellingen uit de regio. 22 november: presentatie Meldcode en visie op aanpak Kindermishandeling tijdens PAOG avond, JGZ artsen/verpleegkundigen Limburg over problematische gezinssituaties. Landelijk: 14 november 2005: workshop tijdens landelijk congres Platform Jeugdgezondheidszorg 13 december 2005: landelijke conferentie Tussenstand van de Regio’s Raak Schriftelijk: Meldcode kindermishandeling nieuwsbrief nr. 2, februari 2005 nieuwsbrief nr. 3, juni 2005 nieuwsbrief nr. 4, november 2005 krantenberichten n.a.v. symposium 5. Projectmanagement De ingezette formatie over 2005 zag er als volgt uit : J. Aerdts: 0,4 fte J. Mevis: 0,5 fte Verder wordt het project inhoudelijk ondersteund door een verpleegkundige van de Thuiszorg Westelijke Mijnstreek. Hiervoor is 0,2 fte beschikbaar gesteld. De kosten hiervoor worden op declaratiebasis vergoed (zie kostenoverzicht 'verrichtingen door derden'). De trainingen die aangeboden worden in het kader van de implementatie van de meldcode worden voor het project Regio RAAK verzorgd door het AMK, op declaratiebasis. Tenslotte wordt een deel van de uren van Partners in Welzijn vergoed voor de inzet bij de huiskamerbijeenkomsten door RAAK gefinancierd.
5
6. Kostenoverzicht Coördinatie Verrichtingen door derden Kopieerkosten Abonnementen/dokumentatie Drukwerk Representatiekosten Vergaderkosten Reis-en verblijfskosten Studiekosten Voorlichting / PR BTW Totaal:
€ € € € € € € € € € €
72.000,00 19.507,17 756,00 139,17 5.261,70 2.530,95 917,00 407,54 6.020,00 2.266,91 1.809,84
€
111.616,28
Geleen, maart 2006 Judith Aerdts, Jos Mevis, projectleiders Regio RAAK Westelijke Mijnstreek
6