Recht op gelijke behandeling voor studenten met een handicap of een chronische ziekte mbo, hbo, universiteit en praktijkonderwijs
mbo, hbo, universiteit en praktijkonderwijs
Recht op gelijke behandeling voor studenten met een handicap of een chronische ziekte
Inhoudsopgave
Voorwoord
4
Gelijke behandeling in het beroepsonderwijs
6
Een oordeel van de Commissie Gelijke Behandeling
12
Mediation
14
5 veelgestelde vragen
16
Een klacht indienen
18
Voorwoord
Beste studenten, docenten en schoolbestuurders, Sinds 1 december 2003 is de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte van toepassing op het beroepsonderwijs. Dat wil zeggen mbo, hbo, universiteit en praktijkonderwijs. Sindsdien kunnen studenten en onderwijsinstellingen bij de Commissie Gelijke Behandeling terecht met vragen over discriminatie in het beroepsonderwijs. Dit kunnen heel verschillende vragen zijn, zoals ‘mag de onderwijsinstelling mij weigeren omdat ik een handicap heb?’, ‘zijn wij als onderwijsinstelling verplicht een aanpassing te realiseren, ook al hebben wij de indruk dat het buiten onze mogelijkheden valt?’. Het doel van de wet is om het mogelijk te maken dat studenten met beperkingen ook deel kunnen nemen aan beroepsopleidingen. Dat vergt soms extra inspanning van scholen, maar hoeft lang niet altijd ingewikkeld te zijn. In deze folder kunt u lezen wat de rechten en plichten van studenten met beperkingen en van onderwijsinstellingen zijn. En als u nog vragen heeft, kunt u bij de CGB terecht.
4
5
Gelijke behandeling in het beroepsonderwijs
Wat staat er in de wet? Sinds 1 december 2003 kunnen studenten in het beroepsonderwijs een verzoek bij de CGB indienen als zij vanwege hun beperking door onderwijsinstellingen worden gediscrimineerd. In de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte staat dat discriminatie is verboden bij: • • • • • •
de toegang tot loopbaanoriëntatie en beroepskeuzevoorlichting het geven van loopbaanoriëntatie en beroepskeuzevoorlichting de toegang tot onderwijs het aanbieden van onderwijs het afnemen van toetsen het afronden van onderwijs
Een universiteit vraagt studenten met beperkingen om extra geld voor het aanpassen van studiemateriaal en examens. Is dat toegestaan? Als een student met een handicap of chronische ziekte om aangepast studiemateriaal of examens vraagt, is de universiteit verplicht hier gevolg aan te geven. De extra kosten komen voor rekening van de universiteit. Alleen als deze aanpassingen te belastend zijn, kan de universiteit een dergelijk verzoek weigeren.
voorbeeld
Het verbod op discriminatie betekent niet dat een student met een beperking altijd recht heeft op toelating tot de opleiding van zijn of haar keuze. Wel moet de onderwijsinstelling onderzoeken of de student geschikt is voor deelname aan het onderwijs. Per geval moet bekeken worden of de beperking het volgen van onderwijs in de weg staat. En zo ja, of dit niet met een aanpassing verholpen kan worden. De onderwijsinstelling mag zich hierbij niet laten leiden door stereotype denkbeelden. Bijvoorbeeld dat een student met autisme het vereiste opleidingsniveau niet zal kunnen halen, of dat een studente met narcoplepsie (slaapziekte) niet geschikt is voor de opleiding tot verpleegkundige omdat zij geen nachtdiensten kan draaien.
Beroepsonderwijs Onder het beroepsonderwijs valt het praktijkonderwijs in het voortgezet onderwijs, het middelbaar en hoger beroepsonderwijs en het universitair onderwijs. Studenten die hierbinnen een opleiding volgen kunnen een beroep doen op het verbod van discriminatie vanwege hun handicap of chronische ziekte. Onderwijsinstellingen mogen gedurende het gehele onderwijstraject studenten met een beperking niet discrimineren. Zo mogen studenten vanwege hun handicap of chronische ziekte niet worden gediscrimineerd bij de inschrijving voor een opleiding, het volgen van colleges, de toegang tot voorzieningen die samenhangen met het onderwijs (zoals computergebruik en toegang tot de bibliotheek), het afnemen van examens en de diploma-uitreiking.
Als een student vindt dat een onderwijsinstelling vanwege een beperking discrimineert, kan hij of zij bij de rechter of de CGB terecht. Deze beslist of er in strijd met de wet is gehandeld.
6
7
voorbeeld
Geschiktheid Een student met een beperking moet wel geschikt zijn voor de opleiding die hij of zij gaat volgen. Deze geschiktheid houdt in dat de student beschikt over bepaalde vaardigheden of diploma’s die nodig zijn voor de opleiding. Het moet wel gaan om vaardigheden die noodzakelijk zijn voor de opleiding of de uiteindelijke beroepsuitoefening (ook wel wezenlijke opleidingsvereisten genoemd). Een onderwijsinstelling mag een student wegens zijn beperking alleen afwijzen als hij daardoor de opleiding niet kan doorlopen. Als een student de opleiding wel succesvol kan volgen door middel van bepaalde aanpassingen, dan mag de onderwijsinstelling de student niet weigeren. En de onderwijsinstelling moet de aanpassingen verrichten.
8
Mijn dochter volgt een opleiding toerisme op een ROC. Zij moet voor haar opleiding een stage doen. Omdat zij een hartafwijking heeft kan zij maar 6 uur per dag stage lopen. Het stagebedrijf waar zij is aangenomen wil haar alleen laten komen als zij 8 uur per dag komt werken. Moet zij nu een andere stageplek zoeken? Als het doen van stage een verplicht onderdeel is van een beroepsopleiding, moet de opleiding ervoor zorgen dat leerlingen met beperkingen aan deze opleidingseis kunnen voldoen. De opleiding zal dus met het stagebedrijf moeten overleggen om na te gaan of het echt niet mogelijk is om aan het verzoek van de student te voldoen. Als het stagebedrijf zonder goede redenen voet bij stuk houdt, kan de student een verzoek om een oordeel bij de CGB indienen.
Doeltreffende aanpassing In de wet is bepaald dat als een student met een beperking om een aanpassing vraagt, de onderwijsinstelling verplicht is deze te realiseren. Voorbeelden van aanpassingen zijn aangepast studiemateriaal (bijvoorbeeld collegestof digitaal), een aangepast lokaal en extra tijd voor examens. Alleen als de gevraagde aanpassing echt te veel van de onderwijsinstelling vraagt, mag de onderwijsinstelling deze aanpassing weigeren. Bijvoorbeeld omdat de kosten te hoog zijn of omdat een bepaalde aanpassing technisch zeer moeilijk realiseerbaar is. In de wet heet dat dan onevenredig belastend. De onderwijsinstelling moet wel onderzoeken of een aanpassing echt niet mogelijk is. Ook ten aanzien van stages geldt de verplichting om aanpassingen te verrichten wanneer de student met een beperking daarom vraagt. Zo zal een onderwijsinstelling moeten onderzoeken of ook (deels) op een andere manier aan de stageverplichting kan worden voldaan. Of zal de onderwijsinstelling samen met het stagebedrijf moeten bekijken welke aanpassingen nodig zijn. Een onderwijsinstelling is niet verplicht om ondersteuning bij persoonlijke verzorging te bieden. Bijvoorbeeld als een student hulp nodig heeft bij het eten en drinken of de toiletgang. Als een student dergelijke hulp nodig heeft, zal hij of zij dat op een andere manier moeten regelen.
9
voorbeeld
Veiligheid Een student kan ondanks zijn beperking in staat zijn om de opleiding te volgen. Maar in sommige gevallen heeft dit ontoelaatbare risico’s voor de veiligheid en gezondheid van de student en anderen tot gevolg. Wanneer aanpassingen dit gevaar voor de veiligheid en gezondheid niet kunnen wegnemen, mag een onderwijsinstelling de student weigeren. Bijvoorbeeld als er veiligheidrisico’s ontstaan door de gebruikte apparatuur. Bij een student die leidt aan narcolepsie (slaapziekte) en de opleiding tot schoonheidsspecialist wil volgen bestaat het risico dat hij of zij andere studenten of proefpersonen verwond. Een beroep op veiligheid en gezondheid door de onderwijsinstelling moet goed worden onderbouwd.
10
Ik ben docent op een HBO-opleiding. Een student van mij heeft narcolepsie, waardoor ze vaak moe is. Daarom heeft zij gevraagd om extra tijd voor opdrachten. Ben ik verplicht om aan dit verzoek te voldoen? Ja, de wet verplicht tot het treffen van een aanpassing als een student met een beperking hierom vraagt. Het moet wel gaan om een redelijke aanpassing die niet te belastend is. Dat lijkt hierbij het geval. Aangezien het bestuur van de school voor de aanpassing verantwoordelijk is, kan het raadzaam zijn om dit met het bestuur te bespreken.
11
Een oordeel van de Commissie Gelijke Behandeling
Wat doet de CGB? De CGB geeft informatie en behandelt klachten van studenten die ongelijk zijn behandeld vanwege hun handicap of chronische ziekte. Ook geeft de CGB voorlichting aan onderwijsinstellingen en studenten over de eisen die de wet stelt. Als de CGB om een oordeel wordt gevraagd, stelt zij vast of er in strijd met de wet is gehandeld. Het oordeel is niet bindend. Dat wil zeggen dat de CGB geen boete kan opleggen of de onderwijsinstelling ergens toe kan dwingen. In de praktijk worden de oordelen van de CGB meestal wel opgevolgd. Bij zaken die handicap of chronische ziekte betreffen, gebeurt dat in ruim 80% van de zaken. Aan een procedure bij de CGB zijn geen kosten verbonden en u hebt geen rechtshulpverlener nodig. Wanneer naar de CGB? In de volgende situaties kan de CGB om een oordeel worden gevraagd: • een student wordt vanwege een beperking niet tot een opleiding toegelaten • er zijn problemen bij het volgen van het onderwijs. Bijvoorbeeld omdat de onderwijsinstelling geen aanpassingen biedt • er zijn problemen bij het afnemen van tentamens. Bijvoorbeeld omdat de student geen extra leestijd heeft gekregen, terwijl hij of zij hier wel om heeft verzocht • de student krijgt geen aanpassingen waardoor hij of zij een (bindend) negatief studieadvies krijgt • de student kan vanwege een beperking niet voldoen aan de eisen voor een stage
12
Wie kunnen bij de CGB terecht? De volgende personen of organisaties kunnen bij de CGB een verzoek om een oordeel indienen: • studenten met een handicap of chronische ziekte • onderwijsinstellingen die hun beleid willen laten toetsen (dit heet een “oordeel eigen handelen”) • belangenorganisaties (zoals een antidiscriminatiebureau of een studentenorganisatie) Wanneer niet naar de CGB? Als er een probleem is met de indicatiestelling, dan kunt u hiermee niet bij de CGB terecht. Verder kan de Commissie geen oordeel uitspreken over: • de toekenning van een persoonsgebonden budget (PGB) • de wijze waarop gemeentes de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) toepassen • de toepassing van de Algemene bijzondere ziektekosten (AWBZ). Hoe kunt u de CGB inschakelen? Als u van mening bent dat u door de onderwijsinstelling vanwege uw beperking wordt gediscrimineerd, dan kunt u een klacht indienen bij de CGB. De CGB onderzoekt de klacht en spreekt vervolgens een oordeel uit. In dit oordeel staat of er inderdaad sprake is van discriminatie. U kunt per brief een verzoek om een oordeel indienen. Ook kunt u via de website van de CGB een klachtenformulier vinden (www.cgb.nl). Deze kunt u ingevuld naar de CGB opsturen.
13
Mediation
Bij een conflict op het gebied van gelijke behandeling kunnen de gemoederen hoog oplopen. Toch kunnen ook in een dergelijk geval partijen soms tot een gezamenlijke oplossing komen. Zonder dat de CGB een oordeel hoeft uit te spreken. Als beide partijen in beginsel bereid zijn om er samen uit te komen, kan mediation een uitkomst bieden.
voorbeeld 14
Een dove jongen volgt een universitaire opleiding informatica. Om de lessen te kunnen volgen neemt hij een doventolk mee. Een van de docenten maakt hier bezwaar tegen. Hij zegt dat de andere studenten door de tolk worden afgeleid. Kan de docent de doventolk de toegang tot de lessen weigeren?
Waar het oordeel van de CGB zich strikt beperkt tot het aspect van de gelijke behandeling, komen in de mediation ook eventuele andere aspecten van het conflict aan de orde.
Een meisje dat spastisch is meldt zich aan bij een MBO opleiding. Zij wordt niet tot de opleiding toegelaten, omdat de opleiding bang is dat zij door de andere studenten gepest zal worden. Kan het meisje toegang tot de opleiding eisen? Als uit haar eerdere schoolresultaten blijkt dat zij geschikt is om de MBO opleiding te doen, is de onderwijsinstelling verplicht om haar toe te laten. De opleiding is wettelijk verplicht om te zorgen voor een discriminatievrije schoolomgeving. Dit betekent dat zij maatregelen moet treffen om te voorkomen dat de student vanwege haar beperkingen wordt gepest. En als het toch gebeurt zal de opleiding hiertegen moeten optreden.
voorbeeld
Bij mediation zoekt u samen naar een oplossing van het probleem dat u heeft aangekaart bij de CGB. Dit doet u onder leiding van een onafhankelijke derde: de mediator. Hij of zij is specialist in het begeleiden en ‘vlot trekken’ van onderhandelingsprocessen en kan beide partijen helpen om emotie van inhoud te scheiden. Een voorwaarde voor mediation is dat beide partijen bereid zijn om het conflict op te lossen.
In principe is elk conflict geschikt voor mediation, maar vooral wanneer u na afloop met elkaar verder moet, is mediation vaak een uitkomst. Dat geldt bij uitstek voor zaken in het onderwijs.
Nee, de wet verplicht beroepsopleidingen om ervoor te zorgen dat de lessen toegankelijk zijn voor mensen met beperkingen. Door de doventolk niet in de lessen toe te laten, wordt feitelijk de dove student de toegang tot het onderwijs ontzegd. Dit is in strijd met de wet.
15
5
veel gestelde vragen
1.
Wat valt er onder handicap of chronische ziekte? Heeft de CGB een lijst waarin staat wat hier wel en niet onder valt? Een dergelijke lijst kent de CGB niet. Wat onder handicap en chronische ziekte moet worden verstaan staat niet in de wet of regelgeving. Maar het moet in ieder geval wel gaan om een aandoening die in principe onomkeerbaar of langdurig van aard is. Alle langdurige lichamelijke, verstandelijke en psychische beperkingen vallen onder de begrippen handicap of chronische ziekte.
2.
Een vrouw met dyslexie studeert aan een universiteit. Zij vraagt de universiteit of zij haar examens mondeling kan doen in plaats van schriftelijk. Is de universiteit verplicht om hier gevolg aan te geven? Als een student met een beperking vraagt om een aanpassing, is de univer-
16
4.
Ik zit in een rolstoel en wil een HBO-opleiding volgen. De school waar ik mij heb aangemeld is niet toegankelijk voor rolstoelen. Kan ik van de onderwijsinstelling eisen dat het gebouw wordt aangepast? In principe zal de school (als u daarom vraagt) aanpassingen moeten doen waardoor u gewoon aan de lessen kan deelnemen. Hiervoor kan het nodig zijn het gebouw aan te passen, maar soms zijn er ook andere (minder ingrijpende) oplossingen denkbaar. Het lesrooster zou bijvoorbeeld zo kunnen worden gemaakt, dat u alleen in die lokalen les heeft die wel voor een rolstoel toegankelijk zijn (begane grond bijvoorbeeld). Als de benodigde aanpassingen veel kosten met zich meebrengen, kan er sprake zijn van een onevenredige belasting. De school is dan niet verplicht de aanpassingen te doen. Om te bepalen of er sprake is van een onevenredige belasting kan de grootte van de school en het budget een rol spelen.
Een jongen met het syndroom van Asperger (een vorm van autisme) heeft zich bij een ROC aangemeld. Het ROC wil hem niet toelaten, omdat het onvoldoende capaciteit heeft om extra begeleiding te bieden. Mag dit? Voordat een instelling van beroepsonderwijs een persoon afwijst, zal het eerst goed moeten onderzoeken wat de handicap of chronische ziekte van die persoon precies inhoudt. En of er wel extra ondersteuning nodig is, en zo ja welke. De school mag er niet blindelings vanuit gaan dat het aannemen van een persoon met een handicap te belastend is. Als de school nadat het informatie heeft ingewonnen nog steeds vindt dat plaatsing van het kind te belastend is, zal het dit goed moeten kunnen uitleggen. Een kleine onderwijsinstelling met meerdere leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, zal dit eerder hard kunnen maken dan een grote onderwijsinstelling met weinig hulpbehoevende leerlingen.
3.
siteit verplicht om deze aanpassing te realiseren. Alleen als de aanpassing te belastend is, mag de universiteit weigeren om voor de aanpassing te zorgen. Dat zal bij het verzoek om een andere examenvorm niet snel het geval zijn.
5.
Ik volg de kappersopleiding op een MBO. Hiervoor moet ik verplicht stage lopen. Vanwege rugklachten is het voor mij niet mogelijk om lange afstanden te reizen. Het lukt mij niet om een stageplek in de buurt te vinden. Kan ik de opleiding vragen om mij hierbij te helpen? Als duidelijk aan de opleiding kenbaar is gemaakt dat vanwege een beperking hulp nodig is bij het vinden van een stageplek, dan is de opleiding verplicht om hieraan gevolg te geven. Dit kan namelijk worden aangemerkt als een verzoek om een aanpassing. De onderwijsinstelling kan dit alleen weigeren als dit te belastend zou zijn. In dit geval zal hier niet snel sprake van zijn.
17
Een klacht indienen
Als u zich gediscrimineerd voelt, kunt u een klacht indienen bij de CGB. De CGB onderzoekt de klacht en spreekt vervolgens een oordeel uit. In dit oordeel staat of er inderdaad is gediscrimineerd. Belangenorganisaties en medezeggenschapsraden kunnen ook zelf bij de CGB aankloppen. Bijvoorbeeld als hun leden worden gediscrimineerd of als ze (voorgenomen) beleid willen laten toetsen aan de gelijkebehandelingswetgeving. Organisaties Soms weet een organisatie zelf niet goed wat er wel of niet mag. Zij kunnen dan hun beleid voorleggen aan de Commissie. De CGB onderzoekt dan of het beleid niet discriminerend is. Dit heet een ‘Oordeel eigen handelen’.
Meer informatie Oordelen en meer informatie over handicap en chronische ziekte zijn te vinden op de website van de Commissie Gelijke Behandeling: www.cgb.nl. Vragen? Bel het juridisch spreekuur van de CGB: 030 - 888 38 88 (iedere werkdag van 14.00-16.00) of mail naar
[email protected].
Postadres: Postbus 16001 3500 DA Utrecht
Telefoon (030) 888 38 88 Teksttelefoon (030) 888 38 29 Fax (030) 888 38 83 E-mail:
[email protected]
14 18
19