Rapportage marktconsultatie Doorbraak Onderwijs en ict Versie 1.0 d.d. 22 november 2013
1
Inhoudsopgave Leeswijzer ................................................................................................................................................ 3 1. Achtergrond marktconsultatie ........................................................................................................ 4 1.1 Waarom doen we dit? ............................................................................................................... 4 1.2 De rol van ict .............................................................................................................................. 4 1.3 Wat willen we bereiken? ........................................................................................................... 5 1.4 Publieke-‐private samenwerking ................................................................................................ 5 2. Proces en overzicht deelnemers marktconsultatie ......................................................................... 6 2.1. Doel marktconsultatie .............................................................................................................. 6 2.2. Proces marktconsultatie ........................................................................................................... 6 2.3. Deelnemers marktconsultatie .................................................................................................. 7 3. Resultaten marktconsultatie ........................................................................................................... 9 4. Antwoorden cluster: Beeld en visie op gepersonaliseerd leren .................................................... 11 5. Antwoorden cluster: Blokkades ..................................................................................................... 18 6. Antwoorden cluster: Kennis .......................................................................................................... 22 7. Antwoorden cluster: Commitment ................................................................................................ 24 Bijlage A – gestelde vragen en antwoorden marktconsultatie ............................................................. 29 Bijlage B – Verslag informatiebijeenkomst 8 november 2013 .............................................................. 40
2
Leeswijzer Met dit document wordt verslag gelegd over de inhoud, het verloop en de resultaten van de marktconsultatie Doorbraakproject Onderwijs en ict. Het document kent de volgende opbouw: Hoofdstuk 2 Dit hoofdstuk geeft inzicht in de achtergrond van de marktconsultatie. Hoofdstuk 3 In dit hoofdstuk is een overzicht gegeven van het doorlopen proces en van de deelnemers aan de marktconsultatie op organisatieniveau. Hoofdstuk 4 Dit hoofdstuk beschrijft de resultaten van de marktconsultatie. Bijlage A In deze bijlage is aandacht voor de door partijen gestelde vragen en antwoorden. Bijlage B Deze bijlage bevat het verslag van de informatiebijeenkomst op 8 november 2013.
3
1. Achtergrond marktconsultatie Hoe kun je ict inzetten als middel om meer maatwerk en gepersonaliseerd leren voor leerlingen mogelijk te maken? Met dit doel werken de PO-‐raad, VO-‐raad en de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Economische Zaken samen aan het Doorbraakproject Onderwijs en ict. Dit doorbraakproject is onderdeel van de in totaal 10 publiek-‐private doorbraakprojecten die het kabinet in het regeerakkoord heeft gepresenteerd. Deze doorbraakprojecten zijn gericht op het vergroten van het gebruik en de kennis van ICT door het midden-‐ en kleinbedrijf (MKB), topsectoren, onderwijs en de zorgsector.
1.1 Waarom doen we dit? Voor de Nederlandse positie in de globaliserende economie is excellent onderwijs, dat het maximale uit alle kinderen haalt, een absolute noodzaak. Om dit te bereiken kan, wil en moet het onderwijs de komende jaren kwalitatief toponderwijs realiseren dat adaptief en activerend is, de leerling centraal stelt, transparantie biedt over haar presteren en doelmatig is georganiseerd. Onderwijs dat aansluit bij de leerbehoeften van leerlingen. Ontwikkelingen als Passend onderwijs, Talentontwikkeling, Opbrengstgericht werken, de invoering van de Referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen vragen allemaal om het bieden van meer maatwerk en gepersonaliseerd onderwijs. Ict is een doorslaggevend middel om dit alles mogelijk te maken. Veel scholen erkennen dit en gebruiken actief ict in het onderwijs. De stap naar meer gepersonaliseerd onderwijs, ondersteund door ict, blijkt echter niet makkelijk te zijn. Samen met het onderwijs en publieke en private partijen gaat het doorbraakproject de randvoorwaarden en condities creëren waardoor scholen die dat willen, hun eigen invulling kunnen geven aan gepersonaliseerd leren met ict.
1.2 De rol van ict Ict helpt om leerlingen maatwerk te bieden. Ict geeft ook de doorslag bij meer adaptief en gepersonaliseerd werken en leren in het onderwijs. In andere sectoren bewijst ict belangrijk te zijn voor meer persoonlijke dienstverlening en producten. In het onderwijs wordt ict voor personalisering niet veel ingezet, ondanks de overtuiging van onderwijsbestuurders, schoolleiders en leraren dat ict hierbij een belangrijke rol kan spelen: 80% van de leraren en 90% van de schoolleiders in het PO en VO vinden dat de inzet van ict leidt tot beter inzicht in de prestaties van leerlingen. Ruim de helft van de leraren vindt dat leerlingen betere resultaten behalen door gebruik van ict.
4
1.3 Wat willen we bereiken? De ambitie van het doorbraakproject is: In 2017 zijn scholen in primair en voortgezet onderwijs beter in staat met ict en digitaal lesmateriaal een leerling maximaal zijn of haar talenten te laten ontplooien. Leraren zijn in staat een hoger rendement te halen uit een lesuur en weten hoe zij ict daarbij kunnen benutten. Ontwikkelaars van lesmateriaal hebben vertrouwen in hun verdienmodel voor digitaal, personaliseerbaar lesmateriaal en kunnen aansluiten op de vraag van het onderwijs. Leerlingen en hun ouders hebben meer zicht op behaalde resultaten. In de huidige situatie is dit niet het geval. De vraag is waarom de potentie van ict in het onderwijs nog niet tot een bloeiende markt heeft geleid waarin een diversiteit in vraag en aanbod aanwezig is. Vraag en aanbod weten elkaar nog onvoldoende te vinden, tegelijkertijd is er veel dynamiek in de keten. Verder zijn in het systeem elementen aanwezig, die scholen belemmeren bij het zetten van stappen om meer gepersonaliseerd onderwijs met ict vorm te geven. Kortom: er is sprake van markt-‐ en systeemfalen. Meer regie aan de kant van de vraag (het onderwijs) enerzijds en het scheppen van randvoorwaarden in markt en systeem door de overheid anderzijds, moeten bijdragen aan het behalen van de gewenste ambitie. Het Doorbraakproject heeft dan ook tot doelstelling om met de verbeterde vraagarticulatie van het scholenveld als uitgangspunt de juiste randvoorwaarden te realiseren om de drempels voor effectief inzet van ict en digitale leermiddelen voor scholen in PO en VO te verlagen. Onderdeel van het doorbraakproject is om in de praktijk te laten zien dat de huidige knelpunten opgelost kunnen worden en de resultaten te onderzoeken. Daarom zetten de sectorraden voor primair en voortgezet onderwijs en de ministeries van Economische Zaken (EZ) en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) gezamenlijk in op het realiseren van de gestelde ambitie.
1.4 Publieke-‐private samenwerking Wij geloven dat alleen door inspanning en samenwerking van publieke én private partijen de ambitie van maatwerk voor leerlingen werkelijkheid wordt. Onze ontdekkingstocht naar oplossingen start met gesprekken tussen rijk, onderwijs en marktpartijen. Via deze marktconsultatie is marktpartijen gevraagd om input rond gepersonaliseerd leren met ict. Deze input vormt de basis voor de agenda die gehanteerd worden bij de gesprekken tussen publieke en private partijen.
5
2.
Proces en overzicht deelnemers marktconsultatie
Om een doorbraak te bewerkstelligen in gepersonaliseerd leren met ict in het primair en voortgezet onderwijs is commitment en samenwerking met partijen die op deze markt actief zijn of willen worden van groot belang. Daarom is één van de eerste stappen binnen het Doorbraakproject een marktconsultatie geweest. Uitgangspunt voor het project is dat mede door publiek-‐private inspanning en samenwerking de gewenste beweging op gang gebracht kan worden. Deze marktconsultatie is gezamenlijk uitgeschreven door de ministeries van Economische zaken en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de PO-‐raad en VO-‐raad als vertegenwoordigers van het primair en voortgezet onderwijs.
2.1.
Doel marktconsultatie
Het doel van deze marktconsultatie was: •
•
• • •
Aan een zo groot mogelijk (internationale) aantal private partijen op eenduidige wijze informatie te verstrekken over het Doorbraakproject Onderwijs en ict en de bijbehorende aanpak van publiek-‐private afstemming en samenwerking. Bij een zo groot mogelijk (internationale) aantal private partijen op een eenduidige wijze informatie te verzamelen over: o Hun beeld en visie op gepersonaliseerd leren en goede voorbeelden. o Door hen ervaren of voorziene blokkades in het grootschalig mogelijk maken van gepersonaliseerd leren en door hen gepercipieerde oplossingen daarvoor. o De belangstelling om daadwerkelijk te participeren in de totstandkoming van gepersonaliseerd leren. o De kennis die private partijen kunnen en willen inbrengen als het gaat om realisatie en effect van gepersonaliseerd leren en de kennis die zij zouden willen opdoen. Commitment te krijgen voor deelname aan de publiek-‐private tafels rond gepersonaliseerd leren en de voorziene Doorbraakinitiatieven. Te inventariseren wat private partijen verwachten van publieke partijen als het gaat om inzet, kennis en commitment. De basis te leggen voor de agenda voor de publiek-‐private tafels.
Op basis van de marktconsultatie zal een groep bedrijven en organisaties worden samengesteld die, gezamenlijk met de overheid en de sectorraden, wil komen tot een doorbraak in gepersonaliseerd leren.
2.2.
Proces marktconsultatie
Voorafgaand aan de marktconsultatie is een document opgesteld: -
Het marktconsultatiedocument. In dit document zijn de achtergrond, het doel en proces, inhoud en vragen voor de marktconsultatie Doorbraakproject Onderwijs en ict opgenomen.
6
Op dinsdag 15 oktober 2013 is een brede groep private partijen uitgenodigd om deel te nemen aan de marktconsultatie. Daarbij is het marktconsultatiedocument meegestuurd en is aangegeven dat dit document en andere informatie inzake het project op de site www.doorbraakprojectondewijsenict.nl werden gepubliceerd. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld om vragen in te dienen. Dit kon tot 29 oktober 2013. De vragen en antwoorden zijn op 5 november 2013 gepubliceerd. Deze vragen en antwoorden zijn in de bijlage bij deze rapportage opgenomen. Op 8 november 2013 is in het kader van deze marktconsultatie een informatiebijeenkomst georganiseerd. De initiatiefnemers hebben hier hun eigen perspectief op het project gepresenteerd en het proces rond de publiek-‐private dialoog is toegelicht. Tevens konden tijdens de bijeenkomst vragen worden gesteld. De procesbeschrijving van de publiek-‐private dialoog en een concept intentieverklaring zijn na de informatiebijeenkomst in papieren vorm aan de deelnemers uitgereikt. Deze zijn tevens in digitale vorm aan de deelnemende partijen gestuurd en gepubliceerd op de site. Daarnaast is op 12 november 2013 een verslag gestuurd aan de deelnemende partijen en gepubliceerd op de site www.doorbraakprojectonderwijsenict.nl. Dit verslag is in de bijlage bij deze rapportage opgenomen. Op 15 november 2013 hebben de deelnemers aan de marktconsultatie de vragen uit het marktconsultatiedocument in digitale vorm beantwoord. Als afsluiting van de marktconsultatie is deze Rapportage marktconsultatie Doorbraakproject Onderwijs en ict opgesteld.
2.3.
Deelnemers marktconsultatie
De doelgroep voor de marktconsultatie bestond uit alle organisaties die actief zijn of willen worden op de (inter)nationale markt voor gepersonaliseerd leren. Zoals: • Leveranciers van (digitaal) lesmateriaal, leerlingvolgsystemen, leersystemen en rooster-‐ en planningsystemen • Leveranciers van devices en connectiviteit • Leveranciers van software en systemintegrators • Partijen uit de gamingindustrie en creatieve sector Deze opsomming is niet uitputtend noch bedoeld om partijen uit te sluiten, maar geeft voorbeelden ter verduidelijking. De volgende organisaties hebben deelgenomen aan de marktconsultatie door de vragen uit het marktconsultatiedocument te beantwoorden: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
10voorBiologie ADkwADraat Brainnovation B.V. Brinkman Uitgeverij Campiade Canon Nederland N.V. Cloudwise 7
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50.
Conclusion Consultants in Learning Dedact De Rode Planeet B.V. Dotcomschool B.V. Econocom Nederland B.V. eSociety Platform Exinn Consulting Groep Educatieve Uitgeverijen Groepsplanversneller HERA IBM Innofun It’s Learning KEii Kleppen Dicht KPC Groep KPN Lezen Leren Delen LVO-‐Parkstad Microsoft Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid Next Noordhoff Uitgevers B.V. Ontwikkelcentrum Ordina PAT Learning Solutions B.V Samsung Electronics Benelux B.V. Scientia LTD. Scolly Simac Quadcore Skool Automatisering /simonscholen SLB diensten Stichting Khan Academy NL Switch ICT Professionals TNO Topicus B.V. Topshare International B.V. Twynstra Gudde Van Dijk Educatie Visible Goal VO-‐content Vodafone Libertel B.V. Zermelo Roostermakers B.V. 8
3.
Resultaten marktconsultatie
In het kader van de marktconsultatie Doorbraakproject Onderwijs en ict zijn aan de deelnemers de volgende vragen gesteld: 1. Beeld en visie op gepersonaliseerd leren a. Wat verstaat u onder gepersonaliseerd leren? b. Gebruikt u andere termen c.q. woorden om gepersonaliseerd leren aan te duiden en zo ja, welke zijn dit? c. Welke elementen kent gepersonaliseerd leren volgens u en wat is de samenhang tussen deze elementen? d. Herkent u het beeld zoals geschetst in deze marktconsultatie? Kunt u toelichten waar u afwijkingen of aanvullingen ziet? e. Wat zijn volgens u goede voorbeelden van gepersonaliseerd leren in de praktijk van: i. Het onderwijs/ (groepen van) scholen ii. Andere sectoren iii. Het buitenland f. Welk type diensten en toepassingen zijn volgens u nodig bij gepersonaliseerd leren? g. Welke mogelijkheden heeft u reeds in uw producten/diensten? 2. Blokkades a. Welke blokkades ziet u als het gaat om daadwerkelijk realiseren van gepersonaliseerd leren? b. Wat ziet u als oplossingen voor deze blokkades? c. Wat verwacht u van de volgende actoren bij het oplossen van deze blokkades: i. Een leerling/ouder ii. Een school en schoolleiding iii. Een leraar iv. De markt v. De Rijksoverheid vi. Semi-‐publieke ondersteunende organisaties vii. Onderwijs sectororganisaties 3. Kennis a. Welke ervaring heeft u en wilt u inbrengen als het gaat om de realisatie en het effect van gepersonaliseerd leren? b. Welke kennis zou u op willen doen omtrent gepersonaliseerd leren? 4. Commitment a. Bent u bereid deel te nemen aan publiek-‐private tafels? b. Welke onderwerpen zou u willen agenderen om de realisatie van gepersonaliseerd leren te versnellen? 9
c. Wilt u deelnemen aan de uitwerking van de Doorbraakinitiatieven? d. Wat ziet u als slaag-‐ en faalfactoren voor deze Doorbraakinitiatieven? e. Heeft u zicht op projecten of initiatieven die geschikt zouden zijn om te fungeren als Doorbraakinitiatief? f. Bent u bereid te investeren in de Doorbraakinitiatieven? g. Bent u bereid een intentieverklaring te tekenen voor deelname aan het proces van de publiek-‐private tafels en uitwerking van de Doorbraakinitiatieven? In de volgende hoofdstukken wordt per cluster van vragen een geanonimiseerd overzicht gegeven van de antwoorden die op deze vragen zijn gegeven. Bij de beschrijving van de resultaten is gekozen voor een kwalitatieve beschrijving in verband met de specifieke inhoud van de antwoorden. Op deze manier wordt zo veel mogelijk van de verstrekte informatie gepresenteerd op een geanonimiseerde wijze. Over het algemeen wordt dus niet met exacte cijfers aangegeven hoeveel partijen een bepaalde opmerking hebben gemaakt, tenzij dit voor de beantwoording van de vraag van belang is (bijvoorbeeld als het gaat om een afwijkend inzicht ten opzichte van andere deelnemers).
10
4.
Antwoorden cluster: Beeld en visie op gepersonaliseerd leren
A. Wat verstaat u onder gepersonaliseerd leren? Nagenoeg alle partijen stellen de leerling/het kind en maatwerk centraal in hun definitie. De elementen die daarnaast genoemd worden in de definitie verschillen per partij. Vaak wordt gerefereerd aan: • Differentiatie in persoonlijkheid, leefwereld, cultuur, leerstijl, leertraject, leerbehoefte en ontwikkeling, talenten, leerproces. Ook wordt in de definities ingegaan op wat gezien wordt als sturende actor in het leerproces. Hierbij staat in de antwoorden soms de leerling voorop. Zaken die dan o.a. genoemd worden zijn: • Lerende in alles het ‘structurerende element’ • Leerling in toenemende mate invloed op inhoud en wijze waarop het leren plaatsvind • Eigenaarschap van leren bij de leerling • Regie bij leerling In andere gevallen staat de leraar of de omgeving van de leerling meer nadrukkelijk beschreven als sturende actor. Zaken die dan o.a. genoemd worden zijn: • Adviesroute door leraar bepaald • Zienswijze op onderwijs en opvoeding leidend • Driehoek leerling-‐ouders-‐school • Rekening houden met mogelijkheden en beperkingen van de onderwijsinstelling en onderwijzend personeel • Leervoorkeuren van zowel leerling, docent, coach, begeleiders (ouders) en/of opleidingsmanagement – de “faciliterenden” • Ook perspectief docent: dat alle docenten in staat zijn de leerinhoud op maat (adaptief) aan te kunnen bieden • In een gecontroleerde omgeving (niet per definitie fysiek) In sommige definities wordt expliciet verwezen naar de benodigde hulpmiddelen bij het gepersonaliseerd leren zoals: • Devices (1 device per leerling, soms wordt ook specifiek verwezen naar Bring Your Own Device) • Leer-‐ of lesmaterialen (om het leren te ondersteunen en niet te bepalen, lesmateriaal en oefeningen in digitale vorm) • Modulaire en adaptieve leertrajecten en onderwijsarrangementen • Meer geïndividualiseerde programma’s/ roostering Andere opvallende zaken in de antwoorden zijn definities waarin: • Onderscheid wordt gemaakt tussen doel (‘opbrengstgericht leren’) en middel (‘gepersonaliseerd leren’). Ook wordt dan bijvoorbeeld opgenomen dat met dit leren het maximale bereikt moet worden op zowel pedagogisch als didactisch gebied. • Een leven lang leren onderdeel is van de definitie of de persoonlijke ontwikkeling in samenhang met het collectief en de wereld centraal staat. 11
Er aandacht is voor het plaats en tijd onafhankelijk/ altijd en overal leren of het buiten school ook leren meer benadrukt worden. • De tegenstelling met frontaal klassikaal leren benadrukt wordt. • Het sociale proces van leren benadrukt wordt. • Het massa-‐individuele karakter van flexibel onderwijs wordt benadrukt. B. Gebruikt u andere termen c.q. woorden om gepersonaliseerd leren aan te duiden en zo ja, welke zijn dit? Veel partijen kunnen zich vinden in de gebruikte term ‘gepersonaliseerd leren’ en geven aan deze te gebruiken, vooral in brede zin en soms met het woord ‘onderwijs’ in plaats van ‘leren’. Andere termen die veel zijn genoemd zijn om dit leren aan te duiden zijn: • Maatwerk leren, leren of onderwijs op maat • Adaptief leren/ onderwijs • Individueel leren/ onderwijs • Leerlinggericht leren/ onderwijs • Vraaggestuurd leren C. Welke elementen kent gepersonaliseerd leren volgens u en wat is de samenhang tussen deze elementen? Veel van de antwoorden die zijn gegeven door de deelnemers bevatten een verbijzondering of verdieping van de elementen zoals genoemd in het marktconsultatiedocument. Vaak wordt ook gerefereerd aan de synergie en samenhang tussen deze elementen die met name bij gepersonaliseerd leren van belang is. Sommige deelnemers leggen veel onderwijsinhoudelijke toevoegingen of een specifieke onderwijsvisie in hun antwoorden. Anderen refereren aan ict als voorwaarde of winst in het huidige gepersonaliseerd leren, zeker wanneer de mogelijkheden van dataanalyse en het adaptief vermogen benut worden. Dit tegenover de opmerking dat ‘ook zonder ict gepersonaliseerd leren mogelijk zou moeten zijn’. Een aantal keren is verder de rol van ouders/ verzorgers als aanvullend element genoemd. Ten aanzien van de elementen wordt soms de menselijke maat benadrukt. Dit in de vorm van de sociale context die belangrijk blijft, dat voldoende ‘live’ aandacht voor leerlingen belangrijk blijft evenals afstemmen en interactie – blijven kijken en luisteren naar het kind. Ook wordt de context van een leven lang leren enige keren aangehaald. D. Herkent u het beeld zoals geschetst in deze marktconsultatie? Kunt u toelichten waar u afwijkingen of aanvullingen ziet? Bijna alle partijen geven aan dat het geschetste beeld herkenbaar is. De aangegeven aanvullingen zijn (letterlijke teksten deelnemers): • Het belang van de intelligentie van systemen en materialen (en de standaarden die daarbij horen) als voorwaarde voor nieuwe (markt)producten voor het onderwijs •
12
• •
•
•
•
• • •
•
•
Nuances kunnen gemaakt worden op de uitwerking van de elementen en wij zien aanvullingen in concrete doelstellingen Ik mis de organisatorische aspecten. Er wordt veel gesproken over ict in de vorm van een laptop, maar het gepersonaliseerd leren vraagt om een eigen programma. Dat zal binnen het huidige lesprogramma moeten gebeuren en vraag een individuele leerroute met als gevolg aanpassingen in het rooster per leerling. De vraag is of de gevestigde orde aan de private kant (uitgeverijen en distributeurs) bereid zullen zijn om deze slag (van folio naar digitaal) te willen maken. Een regie om het geschetste markt-‐ en systeemfalen te doorbreken is essentieel. Maar ook; duidelijke doelen stellen en deadlines realiseren. De marktconsultatie is wellicht te vrijblijvend, er moet ook commitment komen rondom het halen van targets. Het onderwijswerkveld dient ondersteund te worden in het herkennen, analyseren, arrangeren, vooruit plannen en stellen van realistische leerdoelen. ICT ontwikkelingen zijn kostbaar en dan dient hier ook budget voor vrij gemaakt te worden. Hoor te vaak alleen duur en niet prijs/kwaliteit verhouding. De processen en de onderwijsinstellingen staan op de achtergrond. Gepersonaliseerd leren is een nobel streven, maar het is vaak nog een culturele verschuiving voor de meeste instellingen. Vanwege de grootte van de instellingen is professionalisering van de organisatie een punt. Docenten zijn niet a priori professionele managers, administratieve medewerkers, roosteraars, etc. Er wordt vaak wel een dubbelrol verwacht. Er moeten worden nagedacht hoe te professionaliseren, maar toch lokaal/klein te blijven zodat de leerling/ ouder de binding met de instelling voelt. Ik denk dat het wel goed is om gepersonaliseerd leren ook te bekijken per “gebruikersgroep” (leerling, leerkracht, directie, IB-‐er, etc) inclusief de mogelijke knelpunten c.q. kansen. We zien zeker dat ICT een toegevoegde waarde kan zijn, maar het moet geen doel op zich zijn. Ook zonder ICT zou gepersonaliseerd leren mogelijk moeten zijn. De marktconsultatie is een eerste stap naar het wegnemen van barrières tussen marktpartijen en onderwijs. Vraaggestuurd gezamenlijk werken aan oplossingen om ‘excellent’ onderwijs voor ‘iedereen’ mogelijk te maken. Onderwijs en markt versterken elkaar in plaats van te concurreren. De kennis in het onderwijs wordt verrijkt met de kennis van de marktpartijen. Op deze manier wordt optimaal gebruik gemaakt van elkaar. Onderwijs kan zich focussen op het primaire proces, in plaats van zelf energie, geld en tijd te steken in ontwikkelingen die alleen op kleine schaal gebruikt worden. Leveranciers van content worden gestimuleerd sneller en vraaggestuurd te ontwikkelen. Leveranciers van overige producten en diensten worden gestimuleerd oplossings-‐ en vraaggericht te werken. Cruciaal voor gepersonaliseerd leren is flexibiliteit. Het geldt zowel voor de leerling, de leerkracht, het management, de roosters, de beoordeling van de leerlingen en de toekenning van ruimtes etc. Dit wordt impliciet wel beschreven, dit mag explicieter worden gemaakt. The devil is in the detail en de praktijk is weerbarstiger dan de theorie! Leerlingen leren nu volgens een systeem dat al sinds de 19e eeuw bestaat. Dit systeem is niet meer toereikend. De manier waarop we ons onderwijs in Nederland organiseren is te weinig toekomstgericht en op korte termijn onbetaalbaar. In co-‐creatie met het scholenveld, contentaanbieders en ketenpartijen zullen vraag, in de praktijk vraag en aanbod en 13
•
•
•
•
• •
•
•
oplossingen gedeeld moeten worden. Op dit moment is er versnippering in initiatieven die allemaal dezelfde (deel)vragen pogen op te lossen. Daar waar gesproken wordt over ‘digitale slanke kernmethode’ lijkt het ons passender te spreken over simpelweg ‘methode’ of ‘adaptief lesmateriaal’. Voor ons staat niet vast dat huidige methodeconcepten onderdeel van het probleem zijn, laat staan dat de ‘slanke’ methode bijdraagt aan de oplossing. Daarnaast is het de vraag of de methode van de toekomst (uitsluitend) digitaal zal zijn, wij gaan vooralsnog uit van blended-‐learning concepten. Wat ik zou willen benadrukken is dat de toetredingsdrempels voor kleine innovatieve spelers hoog zijn in het VO en PO. Deze toetredingsdrempels zouden kunnen worden verlaagd door: verdere standaardisatie van de leveranciersketen en/of ICT-‐voorzieningen die de toetreding tot de markt vereenvoudigen. De nadruk op de internationale inbreng begrijp ik niet helemaal. Een blik over de grens is prima, maar mag m.i. niet leidend of belemmerend zijn. Verder mis ik een financiële paragraaf zodat deelnemers voldoende garantie hebben dat de 10 projecten ook daadwerkelijk tot het einde toe volbracht kunnen worden. Oplossingen worden soms gezocht in het uitrollen van apparaten en systemen. Een heilloze weg en duur bovendien. Zolang er geen eenduidige oplossing is, dien je het klein te houden en veel zaken uit te proberen. Ik denk dat überhaupt in onderwijsland wel helder is hoe men gepersonaliseerd leren wil vormgeven en dat dit beeld wel klopt, maar dat het ontbreekt aan de volgende stap. Wij zien een enorm gat tussen de mogelijkheden die er momenteel zijn op het gebied van ict en de kennis daarvan binnen scholen/ besturen. Verder merken we dat er een grote kloof ligt tussen de ambities die binnen besturen en directies worden gesteld en de kennis en het gebruik van ict op de werkvloer. Er is een grote groep professionals in het onderwijs die niet op een 21st century skills manier kan omgaan met ict. Hoe kun je van die groep vervolgens verwachten dat ze die kennis overdragen aan de leerlingen of uitdagend digitaal leermateriaal kunnen maken/ verzamelen? Professionalisering van de professionals moet ook onderdeel zijn van de initiatieven die dit project oplevert, simpel en alleen tools en apparaten de school inbrengen is niet genoeg. De ‘massiviteit’ van methoden maakt dat leraren de indruk krijgen dat dit materiaal zo compleet is dat alles wat erin staat voor iedereen nodig is. Dit leidt ertoe dat de methode de lessen bepaalt ipv de leraar. Bovendien is zo het gevoel bij veel leraren gegroeid dat dit zo hoort, dat het volgen van de methode ipv de ontwikkeling en de onderwijsbehoefte van de leerlingen normaal is. Zodra dit onder externe invloeden doorbroken dreigt te worden, ervaren veel leraren dit als bedreigend, als werkdruk en niet als een opluchting. Waar wij minder blij mee zijn is dat de nadruk sterk gelegd lijkt te worden op het volgen van toetsscores. Volgens ons is het waardevoller om de leerprocessen die dagelijks in de klas plaatsvinden onder de neus van de leraar, te volgen. Daarbij dienen de leerlingen zelf ook een actieve rol te spelen. Wij zien ook dat door gebruik van ict leerlingen betere resultaten kunnen behalen. Echter, een gezond en veilig pedagogisch klimaat is hiertoe randvoorwaardelijk. Hier mag nog meer expliciet aandacht aan worden gegeven. Tot onze vreugde zien we de school en de leraar centraal in het schema. Wij zien dat de ict infrastructuur op orde aan het komen is en de echte doorbraak binnen scholen op gang komt 14
• • •
•
•
•
•
door ontwikkeling van een gedragen visie op ict en leren en professionalisering van leraren mbt didactische competenties om ict op de juiste manier in het onderwijs in te zetten. Wij onderstrepen dat ict en social media een middel zijn en niet het doel om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Uit onze activiteiten blijkt dat leraren en schoolbestuurders positief worden over de inzet van ict in het onderwijscurriculum wanneer zij weten op welke manier dit te doen. Hierbij is het formuleren van de kwaliteitsambitie van de school essentieel. Er zou uitgebreider aandacht mogen zijn voor wat realiseren van gepersonaliseerd leren vraagt van de leraar/ school op het gebied van vaardigheden, kennis en leiderschap. Mijn pijnpunten: kwaliteit van onderwijsgevenden, afstand tussen gevraagde/ gewenste kwaliteiten in informatiesamenleving en het huidige onderwijsaanbod. In grote commerciële organisaties wordt ict strategisch ingezet als essentieel hulpmiddel om zo dicht mogelijk tegen de klant te kunnen zitten. De ict capaciteit is daarop afgestemd. De meeste scholen beschikken echter niet over ict capaciteit van hetzelfde niveau als deze commerciële organisaties. Zij hebben hun ict ingericht op beheer en niet op innovatie. Dat maakt hen een onaantrekkelijke werkgever voor de (toch al schaarse) IT mensen die nodig zijn om de gewenste doorbraak te faciliteren en te realiseren. In het beeld dat wij hebben zien we ook dat de uiteindelijke doelgroep, de leerlingen, ouders en docenten weinig bij de gedachtewisseling worden betrokken, zij worden niet als marktpartij gezien. Het vergoedingenmodel voor lesmateriaal en methoden past niet op gepersonaliseerd leren waar ook gepersonaliseerde keuzen worden gemaakt voor de middelen. Ontwikkeling van bijvoorbeeld modellen voor ‘pay per usage’ dragen bij aan de doorbraak. De belangrijkste aanvulling die wij op dit moment zouden willen aanreiken is dat wij vermoeden dat een doorbraakscenario in belangrijke mate van ‘buitenaf’ gevoed zal moeten worden. Een verandering van alleen ‘binnenuit’ heeft in onze ogen te weinig kans van slagen. Juist de visies, uitgangspunten, instrumenten en ervaringen van buiten het onderwijs bevatten in onze ogen de sleutels voor een doorbraak. Dat laat onverlet dat een goede interventie van binnenuit aanvullend nodig zal blijven. Ons valt op dat de beschreven elementen voor focussen op de context van de school. Wij zijn van mening dat gepersonaliseerd leren ook relevant is in de context buiten de school. Na het verlaten van het VO wil de leerling verder gepersonaliseerd kunnen leren. Daarnaast wordt buiten de school ook veel (gepersonaliseerd) geleerd. Wat leert een leerling thuis en wat is de impact van de informele omgeving op het leervermogen van het kind? Als deze informatie geeft input voor het profiel van de leerling in de school, wat vervolgens als input kan dienen voor de lesmethode, de leraar, de voorzieningen en uiteindelijk het tempo van het leren. Het onderdeel: Geautomatiseerde onderwijsplanning en roostering in hoofdstuk 3 lijkt al een heel praktische invulling te zijn in een implementatie van gepersonaliseerd leren. Zover zijn we nog niet en de praktijk zal ongetwijfeld anders uitpakken. Maar de overige kenmerken beschrijven m.i. goed de situatie zoals we die nu kennen. In grote lijnen: veel versnippering in de markt door gedreven onderwijsprofessionals die hun passie voor onderwijs in de 21ste eeuw met alle mogelijke middelen in proberen te regelen. Doelmatigheid en structuur ontbreken veelal in combinatie met randvoorwaarden zoals ICT. Belangrijkste aspect van een mogelijke doorbraak onderwijs en ICT begint met financiën welke bij bestuurders in het onderwijs na het schrijven van beleid te laat op de agenda komt 15
waardoor mooie initiatieven door gebrek aan middelen uiteindelijk niet voor de volle 100% doorgang kunnen vinden. E. Wat zijn volgens u goede voorbeelden van gepersonaliseerd leren in de praktijk van: i. Het onderwijs/ (groepen van) scholen: Suggesties van deelnemers zijn: • LOOT-‐scholen • HO-‐instellingen • Montessori en Dalton onderwijs • Onderwijs voor de Nieuwe Tijd/ iPAD scholen • Speciaal onderwijs • Leonardoscholen en sommige plusklassen • Sterrenscholen • Singapore Next initiatief • Praktijkonderwijs, Nimento Utrecht • Technasium • UniC • CVO groep Driebergen Rijsenburg (CLA, CCZ, Revius) ii. Andere sectoren Veel deelnemers refereren aan bedrijfsopleidingen en in company trainingen: • In de energiemarkt • HEMA academy, OU en andere (corparate) MOOC’s • LOI • A+O Metalektro/ Galaxy project • Gepersonaliseerde calamiteitentraining voor TaTa Steel • Fysiotherapie en revalidatieprogramma op de Hoogstraat te Utrecht • Albert Hein productkennis AGF • Het nieuwe werken • 70:20:10 concept • PulseWeb in de zorgsector Ook is verwezen naar ‘zelflerende’ performance support systemen met persoonlijke portfolio’s in bijvoorbeeld de advocatuur en medische sector. Daarnaast zijn vormen van zorg-‐op-‐maat en ‘blended care’ gesuggereerd. Verder werden voorbeelden als Quantified Self, webwinkels die personaliseren en CRM-‐trends als 1-‐to-‐1 marketing, ‘mass customization’ en ‘customer life value’. iii. Het buitenland De volgende suggesties zijn aangedragen door de deelnemers: • Finland • Ierland • VS: ASTD, Learning Powered bij Technology, High Tech High in San Diego en Gmat voorbereidingstesten en toetsen 16
• • • • • • • •
Unicef, Child Friendly School Concept M4Learning in sub-‐Saharan Afrika Australië, Finland en Denemarken met Word Tour program van Microsoft UK: learning power van prof. Guy Claxton Zuid Korea: smart schools Frankrijk: l’ école de demain De blog www.langwitches.org Amplify/ Larry Berger
F. Welk type diensten en toepassingen zijn volgens u nodig bij gepersonaliseerd leren? Bij de antwoorden wordt de samenhang en balans van de verschillende type diensten en tooling vaak benadrukt, evenals een verwijzing naar de elementen van 4-‐in-‐balans1. Vaak wordt een ‘platform’ met uiteenlopende functies genoemd en content die gemetadateerd is. Daarnaast ligt de nadruk ook veel op ondersteuning van docenten. Deze ondersteuning valt uiteen in: • Opleiding en training • Gebruikersvriendelijke en overzichtelijke tools die ondersteunen bij het volgen, anticiperen, sturen en valideren Verschillende partijen refereren aan de mogelijkheden en diensten op het vlak van data-‐analyse en learning analytics. Een aantal partijen benadrukt verder diensten en interventies rond verandermanagement en het beter uitwisselen van ervaringen van scholen. Ook realistische financieringsmodellen worden genoemd, soms wordt ict genoemd als voorwaarde om gepersonaliseerd leren überhaupt te kunnen bekostigen. G. Welke mogelijkheden heeft u reeds in uw producten/diensten? Partijen hebben bij dit onderdeel ook inzicht gegeven in de bij hen reeds beschikbare producten en diensten. Het voert in het kader van deze rapportage te ver om al deze producten en diensten te noemen. Wel wordt duidelijk dat met de diversiteit aan partijen die hebben ingeschreven alle bij onderdeel 4F genoemde diensten en toepassingen goed worden afgedekt.
1
http://www.kennisnet.nl/onderzoek/vier-‐in-‐balans-‐monitor/
17
5.
Antwoorden cluster: Blokkades
A. Welke blokkades ziet u als het gaat om daadwerkelijk realiseren van gepersonaliseerd leren? In de antwoorden is een opdeling te herkennen in de volgende onderdelen. Overheersende traditionele opvatting over onderwijs Veel partijen verwijzen naar een overheersende ‘traditionele opvatting over onderwijs’, die in stand wordt gehouden door ‘cultuur’ op scholen, door ‘systeemtraagheid’, door wetgeving die soms ‘dogmatisch’ wordt toegepast, door een ‘te sterke controle op het oude leren’ en een ‘hoge verantwoordingsdruk’ en door ‘veilige formele en summatieve’ toetsen als Cito en CSE die leidend zijn en een ‘ongerechtvaardigde nadruk leggen op het produceren van (goede) antwoorden tijdens de oefenfase’ in plaats van een goed leerproces. Gedrag en houding docent en schoolorganisatie Ook wordt in veel antwoorden gerefereerd aan het gedrag en de houding van docenten en schoolorganisaties die niet gericht zijn op nieuwe concepten. Waar het docenten betreft is een onderscheid te herkennen in de antwoorden: • Een deel van de antwoorden geeft aan dat docenten überhaupt niet willen en kunnen, omdat ze de benodigde ‘vaardigheden’ en ‘intrinsieke motivatie’ missen. • Een ander deel geeft aan dat docenten wel willen, maar ‘onmacht’ voelen in het maken van de stap en dat ‘hun terechte hulpvraag’ niet wordt opgepakt. Er wordt aangegeven dat er meer aandacht moet zijn voor ‘het faciliteren in brede zin’. Waar het schoolorganisaties betreft wordt veel gerefereerd aan ‘een gebrek aan visie’, onvoldoende ervaring met ‘het organiseren’ en ‘aansturen’ van innovaties en veranderingen, aan ‘het onvoldoende betrekken van docenten en leerlingen/ ouders’ en aan geen (‘blijven polderen’) of onvoldoende ‘professionele besluitvorming’ bij dit soort complexe processen. Kosten Een ander vaak genoemd element is kosten. Het kost scholen veel geld en energie om de ‘ondersteuning en implementatie’ van de benodigde elementen voor meer gepersonaliseerd leren met behulp van ict zo in te richten dat zij vooral een oplossing bieden en niet als blokkade dienen. Een infrastructuur die niet goed kan ondersteunen ‘is zeer demotiverend voor het verdere gebruik van de digitale leeromgeving’. Ook voor ouders zijn kosten een punt, niet iedereen is in staat de middelen op te brengen om devices aan te schaffen. Beschikbare digitale leermateriaal Het beschikbare digitale leermateriaal wordt veel als blokkade genoemd, in de zin van ‘onvoldoende toegevoegde waarde’ of niet ‘flexibel genoeg’, maar ook een ‘lock-‐in met techniek en platformen’ wordt als blokkade gezien. Verder ontbreekt volgens sommige partijen een ‘helder curriculum op tussendoelen’ of ‘ict producten die pedagogische processen faciliteren’. 18
Ook wordt aangegeven dat aan de bedrijvenkant onvoldoende oplossingen worden gegeven met de opmerking: ‘het leveren van mooie verhalen door bedrijven, maar weinig oplossingen kunnen leveren’ B. Wat ziet u als oplossingen voor deze blokkades? Veel en zeer uiteenlopende oplossingen voor de blokkades zijn geschetst, zowel in proces als inhoudelijk. De grootste gemene delers in de antwoorden zijn: Integrale aanpak en samenwerking Zeer vaak wordt verwezen naar een integrale aanpak en samenwerking. ‘Alle stakeholders hebben een rol’, ‘shape future together’ en ‘co-‐creatie’ zijn voorbeelden van deze insteek. De integraliteit in de aanpak komt regelmatig naar voren in verschillende bewoordingen: • Een integrale veranderaanpak: ruimte, middelen en ondersteuning voor scholen • Een generiek transitie-‐onderwijspakket dat per school wordt geïmplementeerd • Use-‐cases, concrete scenario’s, een interventieprogramma of een blauwdruk Maar ook goede raad werd gegeven: ‘maak grote plannen, maar neem kleine stappen’. Openheid van systemen en leermiddelen Openheid van systemen en leermiddelen in veel verschillende vormen wordt ook veel genoemd: in platform-‐onafhankelijkheid, in koppelingen, in flexibiliteit, in lagere drempels voor nieuwe toetreders, in ‘best-‐of-‐breed’ oplossingen en in vertaling van onderwijsmodellen naar data architecturen. Zelfs een ‘gefaseerde ICT vloedgolf’ is gesuggereerd. Verder zijn termen als ‘accreditatie’ en ‘certificering’ gebezigd waar het ict systemen en leermiddelen betreft. Aandacht voor docenten en scholen Daarnaast wordt veel aandacht voor de docenten en de scholen gevraagd. In training en begeleiding, in ‘normen voor beroepskwaliteit’ en ‘functiedifferentiatie’. Daarnaast in ‘legitimering geven aan leraren voor het maken van andere keuzes’ en in hen goed betrekken bij het proces. Hen meekrijgen betekent inzicht geven in ‘what’s in it for me’ en het ‘creëren van urgentie’ bij betrokkenen. Maar ook het veranderen van keuzes in toezicht en het stimuleren van een dialoog tussen leerlingen, ouders en school is nodig. Dit ‘vergroot begrip en verbindt’. Soms wordt meer regie en sterk leiderschap genoemd om de gewenste veranderingen vorm te geven. Kosten Wat betreft kosten wordt meerdere keren verwezen naar het aanpassen van de BTW, maar ook een bijdrage van ouders is gesuggereerd waarbij de overheid ondersteuning biedt voor ‘minder-‐ kapitaalkrachtige’ leerlingen. C. Wat verwacht u van de volgende actoren bij het oplossen van deze blokkades: i. Een leerling/ouder Hoewel een aantal partijen aangeeft dat ouders en leerlingen er al klaar voor zijn of vanzelf mee gaan, is de strekking van het merendeel van de antwoorden toch een oproep naar ouders tot een open doch kritische blik en het nemen van de eigen verantwoordelijkheid als 19
ii.
iii.
iv.
v.
vi.
vii.
het gaat om het vraagstuk van meer maatwerk met ict. Verder wordt opgeroepen tot vertrouwen van ouders in het oordeel van de leraar en de school, maar ook in bewezen effecten die laten zien dat het onderwijs wellicht anders is dan de ouder zelf heeft genoten, maar niet slechter. Een school en schoolleiding De grootste gemene deler is de oproep aan scholen om te komen tot een visie, tot meer voorspelbaar gedrag en consistentie in het handelen. Tot commitment, lef en de wil om te veranderen en om leiderschap te tonen. Daarnaast wordt veel gerefereerd aan de faciliterende rol die school en schoolleiding richting leraren moeten spelen. Tot slot ook de oproep tot ‘het herkennen en erkennen van de expertise van marktpartijen’. Een leraar Voorop in bijna alle reacties staat dat men van de leraar de wil en motivatie verwacht om in zichzelf te investeren en op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen en mogelijkheden. De markt De oproep vanuit de deelnemers tot samenwerking, ook onderling, is groot: ‘acceptatie en omarming van het idee dat de optelsom meer is dan de delen afzonderlijk’. Verder komt de noodzaak tot het verkennen van nieuwe verdienmodellen veel naar voren, om niet verkrampt te blijven hangen in het heden. Daarnaast wordt soms gewezen op het belang om de eigen rol in deze maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen. De Rijksoverheid Naast de oproep tot investeren, zowel in financiële zin als ook in duurzame support en het belonen van ‘doorbraakgedrag’, wordt meerdere keren ook gerefereerd aan een overheid die de regie neemt, heldere doelen en eisen stelt en zorgt voor duidelijke signalen. Daarnaast wordt gevraagd om het faciliteren van samenwerking en het oplossen van wettelijke blokkades of verruimen van wetgeving op het vlak van o.a. BTW, aanbestedingen en toezicht. Semi-‐publieke ondersteunende organisaties Het uitvoeren van onderzoek, verspreiden van kennis en ondersteunen en faciliteren van samenwerkingen en de ontwikkeling van standaarden wordt veel genoemd. Ook wordt regelmatig opgeroepen tot een betere samenwerking tussen ondersteunende organisaties onderling (deze zijn niet specifiek aangeduid) en het voorkomen dat deze organisaties ‘op de stoel van de markt’ gaan zitten. Onderwijs sectororganisaties Vraagarticulatie is in deze categorie een veel gegeven antwoord. Wel met een brede blik en met inspanningen om feeling te blijven houden met de vragers op de school zelf en met een regelmatige toetsing van de vraag. Daarnaast is er de oproep om een rol te pakken in het stimuleren van een open markt en het regelmatig overleggen met marktpartijen, om ook daar feeling te houden en niet zelf ‘het wiel uit te vinden’. 20
Ten slotte geven veel deelnemers aan dat de doorbraak alleen gerealiseerd kan worden door veel verbanden en een ketenbenadering te hanteren, door samenwerking tussen alle partijen in de keten die een rol hebben in deze maatschappelijke opgave.
21
6.
Antwoorden cluster: Kennis
A. Welke ervaring heeft u en wilt u inbrengen als het gaat om de realisatie en het effect van gepersonaliseerd leren? Alle partijen geven aan bereid te zijn tot het inbrengen van praktijkervaringen en eigen expertise. Gezien de diversiteit aan partijen die heeft ingeschreven zal dit op vele vlakken gebeuren, zoals: • Op het gebied van implementatie van ict op scholen • Inzake verander-‐ en innovatiemanagement • Op het vlak van curriculumontwerp en digitale didactiek • Inzake professionalisering van docenten • Inzake het nieuwe werken en 21s century skills • Ervaringen met grootschalige ict implementaties in andere sectoren • Inzake ketensamenwerking in andere sectoren • Rond sociale innovaties in andere sectoren • Op het gebied van betrouwbare ict infrastructuren • Ervaringen en netwerken in het buitenland • Inzake het gebruik en de invoering van 1 device per leerling • Op het vlak van metadata en de implementatie van standaarden • Rond training en coaching van leraren en directies van scholen • Inzake het vormgeven en invoeren van leermiddelenbeleid • Op het gebied van referentiemodellen voor het gebruik van ict in het onderwijs • Inzake publiek-‐private samenwerkingen in het onderwijs en in andere sectoren B. Welke kennis zou u op willen doen omtrent gepersonaliseerd leren? Vele partijen geven aan ook graag te leren van de participatie in dit Doorbraakproject. Naast ontdekken waar andere partijen mee bezig zijn en zo inzicht te verkrijgen in complementaire marktontwikkelingen en mogelijkheden om elkaar te versterken, bestaat ook een inhoudelijke behoefte op inhoudelijke punten. Onderwijsinhoud en het onderwijsveld Partijen willen kennis opdoen over: • • • • • •
de behoefte en de vraag die leeft in het onderwijs de mogelijkheden die ict biedt aan leerlingen en leraren onderwijslogistiek het begeleiden en volgen van leerlingen processen bij andere actoren in het onderwijsveld hoe inhoud en techniek goed aan elkaar gekoppeld kunnen worden
Randvoorwaarden Hierbij wordt aangegeven dat men kennis wil opdoen inzake: •
metadatering en implementatie van standaarden 22
• • • •
de veranderbereidheid bij scholen de invloed van regelgeving en toezichtkaders op deze veranderbereidheid experimenteerruimte de ‘echte’ knelpunten
Praktijkervaringen en best practices Men is benieuwd naar ervaringen en best practices uit Nederland, maar ook uit het buitenland. Hoe als private partijen zelf te verbeteren. Hierbij gaat het om: • • • • •
het valideren van keuzes en strategieën uitgangspunten voor innoveren nieuwe inzichten opdoen effectiviteit aantonen informatie en input om diensten beter aan te laten sluiten
23
7.
Antwoorden cluster: Commitment
A. Bent u bereid deel te nemen aan publiek-‐private tafels? Eén indiener heeft aangegeven niet te kunnen deelnemen door tijdsgebrek, alle andere indieners geven aan te willen deelnemen aan de publiek-‐private tafels. B. Welke onderwerpen zou u willen agenderen om de realisatie van gepersonaliseerd leren te versnellen? Hieronder zijn in een groslijst de letterlijke teksten van de antwoorden opgenomen. Een grove clustering is aangebracht om het geheel wat overzichtelijker te maken, maar deze is voorlopig en dient alleen als hulpmiddel voor de leesbaarheid van deze rapportage. 1. Bewijs en onderzoek • Formulering concrete uitkomsten van verschillende elementen van gepersonaliseerd leren • Onvoldoende inzicht in opbrengst gepersonaliseerd leren • De meting van de resultaten • Welke interventies zijn succesvol? 2. Proces en uitvoering • Vastleggen afspraken • Communicatie naar doelgroep • De governance van het doorbraakproject 3. Digitaal inzicht in individuele voortgang • Assessment • Op basis van welke indicatoren (verder dan kerndoelen) kan een leraar bepalen welk leeraanbod geschikt is voor een leerling? • Toetsing bij gepersonaliseerd leren • De dominantie van het eindexamen in het VO • Inzetten van datagegevens (learning analytics) voor het begeleiden van het leerproces 4. Verdienmodellen, financiering en samenwerkingsvormen • Realistische verdienmodellen voor gepersonaliseerd leren • Toepassingen in de markt zetten • De business case van gepersonaliseerd leren, zowel inhoudelijk als financieel • Hoe onze workflows en kennis optimaal kunnen aansluiten bij BYOD ontwikkelingen en de exacte vragen van de klant (school en andere toeleveranciers) • Financiering ‘overgangsfase’ • Financiering van de middelen door overheid, instellingen en eindgebruikers • Kosten device per leerling • Kosten digitale leermiddelen > folio (BTW: +15%) • Samenwerkingen formuleren • We zouden graag een consortium met meerdere scholen oprichten om ons product verder uit te breiden. Scholen dragen dan allemaal een gedeelte van de doorontwikkelkosten en dat creëert voor ons continuïteit in onze inkomstenstroom, waardoor we sneller kunnen ontwikkelen. • Hoe kunnen uitgevers instappen? • Financieren van ICT en de meerwaarde van lease betreffende flexibiliteit 24
5. Ketenvoorzieningen • Welke partijen zouden gezamenlijk de best denkbare coalitie kunnen vormen om tot een zoveel mogelijk gestandaardiseerde totaaloplossing te komen en hoe komt die coalitie tot een win-‐win samenwerkingsvorm, samen met scholen. • Gemeenschappelijke voorzieningen • Verkenning van de bereidheid van scholen en leveranciers om een gezamenlijke ICT-‐ voorziening te ondersteunen 6. Gegevensstromen en uitwisseling • Gegevensuitwisseling • Ict ondersteuning bij gepersonaliseerd leren in relatie tot Privacy en Security 7. Privacy • Privacy 8. Infrastructuur en connectiviteit • Voldoende bandbreedte op locaties waar gepersonaliseerd leren plaatsvindt • Cloud computing/ omgeving • ICT infrastructuur en voorzieningen • Randvoorwaarden op de instelling (technisch en infra) • Infrastructurele voorzieningen, niet plaatsgebonden • Best-‐of-‐breed data infrastructuren • Connectiviteit • Infrastructuur vaak onvoldoende om device per leerling te ondersteunen • Het niveau van ict facilitering op scholen • Functionaliteitseisen die aan de ict infrastructuur (hard-‐ en software) gesteld moeten worden om gepersonaliseerd onderwijs mogelijk te maken. • Opportunity voor 1:1 (tablet with pen and keyboard) • In voldoende mate beschikbaar hebben van relevante devices 9. Definities en didactiek • Definities en kaders: veel nieuwe termen leiden snel tot spraakverwarring en in het ergste geval tot schisma’s. Komen tot een duidelijke visie op wat gepersonaliseerd leren is en hoe het onderwijs er dan uit kan zien. • Digitale didactiek • Hoe kunnen we gedrag en leren effectief combineren in relatie tot gepersonaliseerd leren • Hoe borgen we goede didactiek/ vakinhouden in ict-‐toepassingen 10. Digitaal leermateriaal • Beschikbaarheid digitaal lesmateriaal • Organisatie van de content voor elektronische leeromgevingen • Kerncurriculum • Inregelen digitale leermiddelen omslachtig en tijdrovend • Aanbod van leermiddelen met voldoende toegevoegde waarde nog steeds beperkt • Aanbod digitale leermiddelen, geen transparantie in onderscheidende kenmerken • Beschikbare content • Overzicht van de huidige ict-‐toepassingen die gepersonaliseerd leren beogen te faciliteren. Is er een keurmerk voor deze toepassingen? 25
11. Standaarden • Standaarden (ECK2) • Implementatie van standaarden • Het realiseren van een heldere structuur van standaarden om gepersonaliseerd leren mogelijk te maken • Lock-‐in situaties • Open standaarden 12. ‘Publieke’ blokkades • Wettelijke blokkades bij experimenteren • De facilitering van innovatieve projecten • BTW • Oplossingen voor de verantwoordingsdruk • Toezichtkader inspectie • Wat voor functionele middelen (ICT, technologie en platform) en wetten nodig zijn en wie welke rol daarin speelt, welke verantwoordelijkheid op zich neemt. Daarbij bepalen welke regels, wetten, etc. dan weg of aangepast moeten worden 13. Schoolorganisatie • Professionalisering van de instellingen • Professionalisering van de besluitvorming over nieuwe ict toepassingen op een school • Welke kennis ontbreekt bij instellingen • Randvoorwaarden op de instelling (tooling voor versnelling) • Aanpassingen in schoolorganisatie • De mogelijkheden om de schoolorganisatie vorm te geven gericht op flexibiliteit • Hoe een volledig sluitend systeem binnen 1 school te realiseren • Onderwijslogistieke processen • Hoe elementen 4-‐in –balans versterken binnen een school • Hoe realiseren we ruimte op scholen om dit te realiseren • Visieontwikkeling op scholen • Hoe kunnen we het vorm-‐volgt-‐functie principe ook hier toepassen, door niet uit te gaan van de techniek en daar toepassingen voor te zoeken, maar te starten met de behoeften en dan te onderzoeken hoe dat technisch te faciliteren is. 14. Verandermanagement • Integrale (verander)aanpak • Cultuuromslag • Veranderkundige aanpak voor organisatie en leraren • Het veranderprogramma • Cultuuromslag en professionalisering • Integraal aanpakken van het vraagstuk: het bespreken van werkwijzen om te komen tot oplossingen • Wat brengt docenten in beweging? • Realisatie van besef noodzaak tot meebewegen op de werkvloer 15. Professionalisering en ondersteuning docenten en schoolleiders • Scholing voor schoolleiders en docenten om gepersonaliseerd leren in de eigen school te realiseren • Digitale vaardigheden management en leraren 26
• • • • • • • • • •
Financiering van nascholing van docenten Hoe docenten te doordringen van de mogelijkheden van ict Positie en ondersteuning van de leraar Onmacht docenten Sluitend maken van de onderwijsregelkring en de rol van de docent hierin Onderwijsgevenden inspireren en faciliteren Hoe gepercipieerde nadelige effecten van gepersonaliseerd leren op de pedagogische taak van de docent ontzenuwen Belang 21st century skills Professionalisering van leraren De lerende leerlingen als uitgangspunt nemen voor alles wat we voor de leraar gaan bedenken. Dat bevordert de juiste focus.
C. Wilt u deelnemen aan de uitwerking van de Doorbraakinitiatieven? Eén indiener heeft aangegeven niet te kunnen deelnemen door tijdsgebrek, alle andere indieners geven aan te willen deelnemen aan de uitwerking van de Doorbraakinitiatieven. D. Wat ziet u als slaag-‐ en faalfactoren voor deze Doorbraakinitiatieven? In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de genoemde slaag-‐ en faalfactoren. Slaagfactoren Faalfactoren Duidelijke succescriteria Onvoldoende gevarieerdheid in private partijen Openheid en transparantie tussen Te weinig operationalisering van de algemene samenwerkingspartners doelen De daad bij het woord voegen Focus alleen op digitale leermaterialen Een gedeeld gevoel van urgentie Alleen praten en papierproductie Goed gedrag belonen Te weinig daadkracht, besluiteloosheid Veranderbereidheid bij instellingen Ict als doel zien, niet als middel Blijvende steun van departementen en raden Belangenverstrengeling Bereidheid eigen belangen niet voorop te zetten Onduidelijke Return On Investment Goede coördinatie en slimme procesaanpak Te veel sfeer van revolutie, alles moet anders Respecteren van huidige pogingen om Een discussie die uitgaat van tegenstellingen, gepersonaliseerd leren te organiseren in de niet van overeenkomsten of win-‐win situaties school/klas Voldoende budget Onvoldoende experimenteerruimte E. Heeft u zicht op projecten of initiatieven die geschikt zouden zijn om te fungeren als Doorbraakinitiatief? Veel partijen geven aan mogelijk geschikte initiatieven of projecten te kennen. F. Bent u bereid te investeren in de Doorbraakinitiatieven? Eén indiener heeft aangegeven niet te kunnen investeren als kleine partij. Alle andere indieners geven aan te willen investeren in de Doorbraakinitiatieven, regelmatig wordt hierbij het voorbehoud gemaakt inzake de business case van de investering. 27
G. Bent u bereid een intentieverklaring te tekenen voor deelname aan het proces van de publiek-‐ private tafels en uitwerking van de Doorbraakinitiatieven? Eén indiener zal niet tekenen, gezien het aangegeven gebrek aan tijd en budget om te participeren. Alle andere partijen zijn bereid de intentieverklaring te tekenen, sommigen onder voorbehoud van het verwerken van de feedback die men heeft gegeven.
28
Bijlage A – gestelde vragen en antwoorden marktconsultatie Onderstaand zijn de vragen opgenomen vanuit deelnemers aan de marktconsultatie. De vragen zijn geanonimiseerd weergegeven. De vragen en antwoorden worden tevens gepubliceerd op de website www.doorbraakonderwijsenict.nl Met vriendelijke groet, De initiatiefnemers; PO-‐ en VO-‐raad en de ministerie van OCW en EZ
1. Elementen gepersonaliseerd leren Nr. 1.1
Vraag We hebben nu, dankzij dit doorbraakproject, de kans in Nederland om toekomstbestendige en exporteerbare oplossingen neer te zetten. Aangezien we nog niet weten welk device/OS op lange termijn dominant gaat zijn in het onderwijs, waarom wordt er niet sterk de nadruk gelegd op device-‐onafhankelijke oplossingen?
Antwoord Het onbelemmerd kunnen gebruiken van digitale onderwijstoepassingen op een device is een belangrijk aandachtspunt in het project, de invulling van de oplossingsrichting staat nog open. Hierbij staan keuzevrijheid voor scholen, betaalbare oplossingen en voldoende toegankelijkheid voorop.
1.2
De suggestie wordt gewekt dat voor effectieve inzet van ict iedere leerling een device (laptop of tablet) moet hebben. Betekent dit dat vanuit het doorbraakproject andere situaties, zoals voldoende apparaten (PC, laptop of tablet) op school en toegang tot een apparaat thuis als minder effectief en minder wenselijk worden gezien voor gepersonaliseerd leren? Gelden hier dezelfde uitgangspunten voor het primair en voortgezet onderwijs? Hoe wordt vanuit het doorbraakproject gekeken naar de financiering van een device per leerling?
Of elke leerling over een device moet beschikken is afhankelijk van de keuze van de school en kan per school en per sector verschillen. Hetzelfde geldt voor (het model van) financiering en de keuze van devices. Ook deze keuzes liggen bij de school in afstemming/samenspraak met de ouders. Het streven naar betaalbare oplossingen en voldoende toegang tot devices, passend bij de wijze waarop een school maatwerk wil bieden aan leerlingen is één van de uitgangspunten van het Doorbraakproject. In het Doorbraakproject gaat het om de manieren waarop scholen meer maatwerk kunnen bieden met ict en zo meer op de persoon afgestemd onderwijs kunnen bieden. Een model met één device per leerling is daar één invulling van. 29
1.3
Waarom ligt de focus in de figuur (p. 11) op ‘slank’ in plaats van op ‘rijk’? Zou het niet beter zijn de term ‘adaptief lesmateriaal’ te gebruiken, eventueel aangevuld met multimediaal?
1.4
Op pagina 12 onderaan staat ‘voor de invulling van deze samenhang is een gemeenschappelijk beeld nodig’. Tussen wie wil het doorbraakproject dit gemeenschappelijk beeld realiseren?
De suggestie wordt meegenomen.
Hierbij gaat het om een gemeenschappelijk beeld aan publieke en private zijde als uitgangspunt voor de verdere invulling van het Doorbraakproject (zie pagina 13 van het marktconsultatiedocument).
2. Deelnemende partijen Nr 2.1
Vraag Welke rol/positie ziet men vanuit OC&W voor Kennisnet? Mede in het kader van de doelstellingen m.b.t. de gewijzigde financiering van Kennisnet? Heeft Kennisnet bijvoorbeeld een regierol of is men één van de partijen?
Antwoord Kennisnet levert expertise bij dit project vanuit haar publieke opdracht. De rol van Kennisnet is die van adviseur en expert voor de initiatiefnemers.
2.2
Kunnen ook commerciële partijen meedoen, die geen leverancier zijn, maar een bijdrage kunnen leveren aan kwaliteit en borging van gekozen oplossingen?
Het project staat hiervoor open. Het is aan de betreffende partij om te bepalen of zij zich willen inspannen in het Doorbraakproject.
2.3
Is de marktconsultatie vooral gericht op partijen die een directe rol
Er is eveneens een rol voor partijen die een meer adviserende rol vervullen. Elke partij die wil bijdragen aan het bereiken van een doorbraak op het terrein van gepersonaliseerd leren met ict, kan deelnemen aan het proces.
vervullen in de educatieve contentketen of zijn er ook voor partijen die een meer indirecte/adviserende rol vervullen? 2.4
In hoeverre bent u op zoek naar marktpartijen die op een meer holistische manier aankijken tegen de geschetste problematiek? Dit overstijgt de verschillen tussen de vraag-‐
Zie ook het antwoord op 2.3. We achten het zeer goed mogelijk dat er onderwerpen zijn waarbij dit van belang is. Een onderwerp kan bijvoorbeeld zijn het komen tot een gemeenschappelijk beeld van gepersonaliseerd leren (zie ook vraag 1.4). Eén en ander is mede afhankelijk van de 30
en aanbod kant en heeft oog
resultaten van de marktconsultatie.
voor de context die nodig is om vraag en aanbod te verbinden. 2.5
2.6
Op basis waarvan wordt besloten welke partijen gekozen worden om de
Er is geen toetsende partij die de antwoorden op de vragen toetst. Partijen die willen deelnemen aan het proces zijn doorbraak ook daadwerkelijk te daartoe welkom. Wel moet de betreffende realiseren? Is er een toetsende partij partij bereid zijn om daarvoor het commitment te geven en zich in te spannen. die onze antwoorden op de vragen toetst? Waar het gaat om participatie in de Doorbraakinitiatieven geldt dat er mogelijk is niet voor alle deelnemers een rol is weggelegd. Dit is nog onderwerp van uitwerking. Wellicht is hiervoor op een later moment nog een toetsmoment nodig. Het vormen van consortia is in dit stadium Is het mogelijk in consortia deel te van het Doorbraakproject niet relevant, er is nemen? geen sprake van een aanbesteding. Bij deelname aan de publiek-‐private dialoog staat transparantie voorop, uitgangspunt is deelname per organisatie. Mogelijk dat bij de uitwerking van de Doorbraakinitiatieven het vormen van een consortium wel relevant wordt, maar dat is nu nog niet te voorzien.
3. Proces van de marktconsultatie Nr 3.1
Vraag Is er een voorkeur voor een bepaalde (minimale/ maximale) omvang voor de beantwoording van de vragen?
Antwoord Het verzoek is om de vragen zo kort en bondig mogelijk te beantwoorden.
4. Project Nr 4.1
Vraag Gesproken wordt over primair en voorgezet onderwijs. Wordt het mbo-‐onderwijs op geen enkele wijze meegenomen in het doorbraakproject?
Antwoord De scope van het project betreft in dit opzicht inderdaad primair en voortgezet onderwijs. Uiteraard wordt-‐waar relevant-‐ gebruik gemaakt van kennis en ervaring uit 31
het mbo waar het vergelijkbare vraagstukken betreft en vice versa. 4.2 1. Het is onduidelijk wat met deze
doorbraakprojecten uiteindelijk bereikt moet worden. Er lijken in ieder geval primair en afgeleide doelen te bestaan: • Als de op p.11/12 beschreven domeinen optimaal gerealiseerd zijn, zal er dan sprake zijn van gepersonaliseerd leren in optima forma? • Wat wordt verstaan onder ‘excellent onderwijs’? Is dat: o effectief en efficiënt gebruik van onderwijstijd en zo ja wat zijn dan de criteria op basis waarvan effectiviteit en efficiency gemeten zullen worden? o talenten uit leerlingen halen en zo ja, wanneer zal er dan sprake zijn van optimale talentontwikkeling? o stijgen op de PISA-‐ranking en zo ja, welk nut zullen leerlingen en scholen daarvan ervaren?
De ambitie van het doorbraakproject zoals geformuleerd in paragraaf 1.2 van het Doorbraakproject geeft aan wat we willen bereiken. Elke school in het primair en voortgezet onderwijs moet daarvoor weten welke: -‐ mogelijkheden er zijn om meer gepersonaliseerd onderwijs met behulp van ict in te vullen; -‐ afwegingen zij daarbij moet maken; -‐ stappen zij moet zetten om dit in de praktijk te brengen. Op basis van hun eigen strategie en situatie realiseren scholen hun eigen invulling. Zij weten daarbij wat werkt en niet werkt in een bepaalde context, hebben zicht op beschikbaar aanbod en kunnen dit gemakkelijk in de context van hun school realiseren. Zij kennen de voordelen in inhoudelijk en economisch opzicht. De blokkades in markt en systeem zijn zoveel als mogelijk opgelost, zodat er een rijk en gevarieerd aanbod is om gepersonaliseerd leren met behulp van ict vorm te geven. Uiteraard is de school niet de enige actor. In het Doorbraakproject gaat het nadrukkelijk om het samenspel van alle actoren, zowel aan de vraag-‐ en aanbodkant. Onder Excellent onderwijs wordt verstaan: onderwijs waarbij iedere leerling het beste onderwijs krijgen dat bij zijn of haar niveau past. Uiteraard wordt er in het kader van het Doorbraakproject een onderzoeksopzet gemaakt waarin vraagstukken rond effectiviteit en efficiency nader gespecificeerd worden. Als eerste stap wordt hiervoor reeds beschikbaar onderzoek in kaart gebracht, zodat 32
duidelijke onderzoeksvragen voor het vervolg geformuleerd kunnen. 4.3
Gepersonaliseerd leren wordt in het marktconsultatiedocument in hoge mate gekoppeld aan het beschikbaar zijn van digitale leermiddelen, stuur-‐ en interventiemethodieken, geautomatiseerde onderwijsplanning, etc. Het accent op een ‘technology driven’ traject lijkt daarmee kennelijk voorwaardelijk te zijn voor het mogelijke succes van gepersonaliseerd leren. Zal in het doorbraakproject ook aandacht zijn voor zaken als: bevorderen van motivatie bij leerlingen en docenten / pedagogisch klimaat waarbinnen talentontwikkeling gaat floreren / etc?
4.4
Deze komen aan de orde in alle onderdelen Binnen het domein school, zal ook een van het project. relatie moeten worden gelegd met de -‐ Publiek-‐private tafels: wet-‐ en school-‐ en onderwijsorganisatie. Waar in regelgeving het project komen vragen aan de orde als:
Ict is een middel om meer maatwerk voor leerlingen te bieden, maar niet het enige middel. Het project poogt de mogelijkheden van ict binnen bereik te brengen en de benodigde technische en organisatorische randvoorwaarden inzichtelijk te maken. De onderwerpen die genoemd worden, herkennen en onderschrijven we. Zoals in paragraaf 3.5 van het marktconsultatiedocument wordt aangegeven, is duidelijk dat een technologisch gedreven manier van veranderen minder kans heeft op succes.
-‐
• • •
•
Hoe wordt het veranderingsproces van de schoolorganisatie vorm gegeven? Welke mogelijkheden en vrijheden biedt de bestaande wet-‐ en regelgeving? Gepersonaliseerd leren zal niet het exclusieve domein zijn van contact gebonden schooluren. Gepersonaliseerd leren is een integraal leervraagstuk waarvoor contactmomenten noodzakelijk zijn. Hoe gaat het project om met wat daarbuiten gebeurt? Hoe gaat de overheid stimuleren dat alle betrokken stakeholders binnen de bestaande wet-‐ en regelgeving (bijv. op het gebied van het bewaken van de privacy) gepersonaliseerd leren mogelijk kunnen maken?
4.5 2. Zal in het doorbraakproject ook aandacht
Doorbraakinitiatieven: veranderingsproces school, binnen en buiten context schooluren. Dit wordt daar daadwerkelijk gedaan, de elementen komen daar aan de orde en leveren kennis en ervaring op voor anderen. -‐ Onderzoek: wat weten we al van succesvolle veranderingsprocessen in scholen en hoe kunnen we dat benutten in de Doorbraakinitiatieven. Waar het gaat om het werken binnen bestaande wet-‐ en regelgeving geldt dat dit eveneens onderwerp van gesprek zal zijn aan de publiek-‐private tafels. Waar nadere uitwerking en handvatten benodigd zijn, kan dit eveneens worden opgepakt. Ja.
zijn voor Total Cost of Ownership, zodat 33
niet primair de vraag zal zijn of er extra geld komt, maar meer gekeken zal worden naar de vraag hoe bestaande middelen anders kunnen worden ingezet. (vaste ICT werkplekken + de daaraan gekoppelde beheerlast tegenover mobile devices) 4.6 3. Het project lijkt vooral de aandacht te vestigen op cognitieve aspecten. Als het daadwerkelijk zo zal zijn dat die aspecten in het primaire proces van een school in hoge mate worden ondersteund door ICT en als blijkt dat de effectiviteit en efficiency van het leerrendement daarmee verbetert, kan tijd vrijgespeeld worden voor andere aspecten waarover een school verantwoording zal moeten afleggen. Zal het project aan die mogelijkheid aandacht besteden? 4.7 Bij gepersonaliseerd leren hoort een zeer hoog opleidingsniveau van vakdocenten. Docenten krijgen immers te maken met rijke content en uiteenlopende (vak)vraagstukken die ze niet vooraf gezien hebben of waar ze zich niet op hebben kunnen voorbereiden. Hoe krijgen we de vakinhoudelijke experts/docenten die nodig zijn? De huidige projectbeschrijving doet vermoeden dat het in bezit hebben van een digitaal rijbewijs voldoende zou zijn om het proces van gepersonaliseerd leren adequaat te kunnen begeleiden. Hoe zal hier in het project aandacht voor zijn?
4.8
Wat wordt bedoeld met de roadmapfase
Dit kan onderdeel zijn van het project.
Dat vermoeden is onjuist. Uitgangspunt is dat docenten weten welke competenties nodig zijn om gepersonaliseerd leren met ict te benutten en leerlingen daarbij te begeleiden. Het is aan de school en leraar om te zorgen dat zij over de benodigde competenties beschikken. Waar mogelijk zal het Doorbraakproject verbindingen leggen met initiatieven die zich richten op het bevorderen van deze competenties bij docenten, bijvoorbeeld rond het Kader Ict-‐bekwaamheid dat Kennisnet samen met het onderwijsveld heeft ontwikkeld. In dit Kader is beschreven welke bekwaamheden leraren nodig hebben om ict op zo’n manier te integreren dat het hun onderwijs aantrekkelijker, efficiënter en/of effectiever maakt. Hierbij wordt gedacht vanuit het beroep van de leraar en is per kerntaak beschreven op welke manier ict kan ondersteunen. Hiermee wordt de fase bedoeld waarin we: 34
op pagina 7?
4.9
Er wordt gesteld dat gepersonaliseerd leren ‘zoveel als mogelijk ondersteund met de inzet van ict’ dient te worden. Zo geformuleerd is ict hier een doel. Zou het niet beter zijn hier te schrijven ‘zo effectief mogelijk’ of ‘zo optimaal mogelijk’?
4.10
Het is de bedoeling om de dialoog vorm te geven in publiek-‐private tafels met een gezamenlijk opgestelde agenda. Is het mogelijk meer toelichting te geven op de wijze waarop die tafels vorm krijgen en hoe deze zich zullen verhouden tot reeds bestaande overleggen, bijv. in Edustandaard, iECK en gesprekken over Programma’s van Eisen? Wat wordt aan die tafels verwacht van individuele bedrijven ten opzichte van hun sector-‐en brancheorganisaties?
-‐
Publiek private samenwerking vormgeven -‐ De Doorbraakinitiatieven uitwerken (doel, aanpak, keuze initiatieven) -‐ Onderzoeksvragen en agenda bepalen. De suggestie wordt meegenomen in het vervolg. Het gaat inderdaad om de inzet van ict op een effectieve en optimale manier.
Tijdens de informatiebijeenkomst wordt een toelichting gegeven op de inrichting van het proces rond de publiek-‐private tafels. Doel is om te komen tot een uitwerking van de thema’s en vraagstukken in een gevarieerde werkgroepen van publieke en private spelers, met een neutrale voorzitter en inhoudelijke ondersteuning waar nodig. De thema’s worden opgesteld met de input uit de marktconsultatie en met vraagstukken die van publieke zijde worden ingebracht. Zoals aangegeven streven we naar het leggen van verbindingen met andere trajecten en een zo efficiënt en effectief mogelijke bevraging van private partijen.
4.11
Is het mogelijk een indicatie te geven van de financiële middelen die beschikbaar zijn om de geschetste middelen te realiseren?
4.12
Dit is een omissie in het document. Dit geldt Naar aanleiding van de zinsnede ‘met eveneens voor het PO. beide documenten maakt de sector kenbaar welke eisen instellingen in het VO stellen aan leermaterialen, …’: geldt dit
Er zijn middelen beschikbaar voor het project. Het thema leeft en is bijvoorbeeld onderdeel van de gesprekken in het kader van de sectorakkoorden. Ook wordt gekeken waar middelen van andere bestuurslagen benut kunnen worden en zullen we in gesprek gaan over de mogelijkheden van publiek-‐private financiering.
35
ook voor het PO? 4.13
Net als aan de vraagkant ontbreekt aan de Kan er meer toelichting gegeven worden aanbodkant in brede zin, op de op wat bedoeld wordt met ‘de aanbodkant is afwachtend’ op pagina 13? verschillende elementen van
gepersonaliseerd leren (zie paragraaf 3.1) een gemeenschappelijk beeld. Een gezond businessmodel en/ of investeringskeuzes zijn dan niet altijd goed te maken en worden vooruitgeschoven totdat duidelijk is wat een rendabele weg is om te bewandelen.
4.14
Het Doorbraakproject Onderwijs en ict richt zich op het creëren van de benodigde condities, kennis en randvoorwaarden in markt en systeem waardoor scholen hun eigen keuzes kunnen maken en stappen kunnen zetten in het bieden van maatwerk met ict.
Standaardisatie in het licht van meer gepersonaliseerd leren met ict kan uitkomst van de publiek-‐private tafels zijn als dit gewenst of nodig is om het doel te bereiken.
Is men voornemens te komen tot een standaardisatie van een systeem of meerdere systemen? Meer regie aan de kant van de vraag (het scholenveld) enerzijds en het scheppen van randvoorwaarden in markt en systeem door de overheid anderzijds, moeten bijdragen aan het behalen van de gewenste ambitie. In hoeverre wordt hier ook bedoeld: externe begeleiding bij de veranderingen van beleid en veranderingen voor docenten zelf? 4.16 De blokkades in markt en systeem zijn opgespoord en gedefinieerd en zo veel als mogelijk doorbroken. Wie gaat de blokkades 'waarderen' op inhoud? Blokkades vanuit de markt 4.15
Dit is een element dat bijdraagt aan het realiseren van de doorbraak en is voor ons zeker van belang. We sluiten aan bij en zoeken actieve samenwerking met trajecten die zich hierop richten en scholen ondersteunen.
Het bepalen van de blokkades en wat er aan zowel publieke als private zijde nodig is om deze blokkades op te lossen is onderdeel van het proces van publieke en private tafels.
36
kunnen het gevolg zijn van beperkingen aan de vraagkant, die niet door leveranciers op te lossen zijn. 4.17 OOG VOOR WAT ER AL IS: in het Doorbraakproject Onderwijs en ict wordt benut wat er al is of waar elders op wordt ingezet. Wordt ook actief gekeken naar oplossingen die in andere markten dan de onderwijsmarkt succesvol zijn?
Wij zijn zeer benieuwd naar wat we van andere markten kunnen leren, vandaar ook de vraag in het marktconsultatiedocument of u als marktpartij goede voorbeelden kan aangeven in andere sectoren (vraag 1.e.ii op p. 17).
5. Commitment Nr 5.1
Vraag
Welk commitment verwacht u nodig te hebben voor het doorbraakproject? Kunt u dat commitment in tijd, inzet, inbreng iets verder expliciteren (slechts richtinggevend, zonder dat u zich daarmee vastlegt)?
Antwoord Publiek-‐private tafels We verwachten in elk geval in 2013 en 2014 in werkgroepen aan de slag te zijn met thema’s. Insteek zal zijn om met een heldere opdrachtbeschrijving in enkele bijeenkomsten een uitwerking van het betreffende vraagstuk op te leveren, inclusief de te ondernemen acties. We gaan uit van ca. 4 bijeenkomsten per thema waarvoor voorbereiding en inbreng gewenst is. De precieze inhoud en doorlooptijd is afhankelijk van het thema. Doorbraakinitiatieven Voor wat betreft de Doorbraakinitiatieven zullen we op basis van de nadere uitwerking moeten bezien hoe publiek-‐private samenwerking kan plaatsvinden. Hier wordt gevraagd om een principe commitment.
5.2
Welk commitment mogen de deelnemende partijen van de initiatiefnemers verwachten in de
U kunt verwachten dat we: •
aanpak?
•
onze verantwoordelijkheid om knelpunten op te pakken nemen en middelen en bestuurlijke instrumenten aanwenden voor het slechten van geconstateerde blokkades middelen en expertise beschikbaar stellen voor het faciliteren van de publiek-‐private dialoog, het doen van 37
5.3
Is er (of komt er) een set van uitgangspunten of spelregels voor de samenwerking, bijv. als het gaat om inbreng en gebruik van kennis, vergoeding voor inzet en bijdrage, etcetera (wat verwacht je van de samenwerkende partijen)?
5.4
onderzoek en de voorbereiding en uitvoering van de Doorbraakinitatieven • de landelijke samenhang borgen, zodat vergelijkbare initiatieven in proces en afstemming aansluiten bij het Doorbraakproject en kennis en ervaring wordt uitgewisseld • voorkomen dat onnodig en ineffectief om inzet van private partijen wordt gevraagd Ja, op de informatiebijeenkomst zal een procesbeschrijving met spelregels worden voorgelegd. Transparantie en het respecteren van het vrije samenkomen van vraag en aanbod zijn hierbij uitgangspunten. Reacties op de tekst van de procesbeschrijving kunnen worden ingediend samen met de antwoorden op de vragen uit het marktconsultatiedocument, uiterlijk 15 november 2013.
De partijen die zich committeren, committeren die zich op alle drie
Zie 5.1, het eerste commitment wordt gevraagd voor de publiek private tafels.
de middelen die in paragraaf 1.4 beschreven staan? Tot hoever reikt het
Voor de Doorbraakinitiatieven wordt gevraagd om een principe commitment, op basis van de nadere uitwerking moeten bezien worden hoe publiek-‐private samenwerking kan plaatsvinden.
eerste commitment? 5.5
Is er één commitmentmoment of kan iedereen altijd in-‐ en uitstappen?
Het instapmoment is in beginsel de marktconsultatie en de te tekenen intentieverklaring. Uiteraard is het een “gentleman’s agreement”. Indien een partij gedurende het proces wil uitstappen, kan dit in overleg met de initiatiefnemers en de overige deelnemers plaats vinden.
5.6
Wat wordt er verwacht van partijen die de intentieverklaring ondertekenen? Kan er al inzicht gegeven worden in de inhoud van de intentieverklaring?
De intentieverklaring zal tijdens de informatiebijeenkomst beschikbaar worden gesteld. Reacties op de tekst van de intentieverklaring kunnen worden ingediend samen met de antwoorden op de vragen uit het marktconsultatiedocument, uiterlijk 15 38
november 2013.
6. Onderzoek Nr 6.1
Vraag
In hoeverre bekijkt u tijdens of na het project of daadwerkelijk
Antwoord Er is een onderzoekslijn opgenomen in het project waarvan dit onderdeel is.
verbeteringen zijn opgetreden? 6.2
In algemene zin roept de paragraaf ‘Elementen van gepersonaliseerd leren’ de vraag op naar de relevante beschikbare studies die hebben geleid tot deze analyse. Zijn deze beschikbaar? Anders bestaat het risico dat oplossingsrichtingen en oplossingen gebaseerd worden op veronderstellingen en beelden.
De analyse is in algemene zin gebaseerd op onderzoeken van onder andere het CPB, Kennisnet. Op dit moment wordt beschikbaar onderzoek verder in kaart gebracht, zodat we over deze gegevens beschikken en een start hebben voor de onderzoekslijn en weten wat openstaande vragen zijn.
6.3
Dit is onderdeel van de uitwerking van de De ambitie van de doorbraak is onder onderzoekslijn. andere dat ‘scholen in het primair en voortgezet onderwijs beter in staat zijn met ict en digitaal lesmateriaal een leerling maximaal zijn of haar talenten te laten ontplooien’. Is het mogelijk een nauwkeuriger beeld te geven van de huidige en gewenste situatie? Dat geeft richting en maakt meten van de resultaten beter mogelijk.
39
Bijlage B – Verslag informatiebijeenkomst 8 november 2013 Praktische gegevens Duur:
van 10.00 uur – 12.30 uur
Locatie:
Grand Hotel Karel V, Geertebolwerk 1 te Utrecht
Dagvoorzitter: Remco van Lunteren, bestuurlijk aanjager van het Doorbraakproject Onderwijs en ict en tevens gedeputeerde van de Provincie Utrecht.
Programma 1. Welkom Spreker: Nicole Kroon, directeur Regeldruk en ICT-‐beleid van het ministerie van Economische Zaken. Mw. Kroon heet de aanwezigen, namens de sectorraden voor het primair en voortgezet onderwijs, en de ministeries van OCW en EZ welkom. Ze geeft aan dat het is goed om te zien dat de private sector in grote getale de innovatie van het onderwijs met ict een warm hart toe draagt. Vervolgens komen de volgende punten aan de orde: Doorbraakprojecten Regeerakkoord In het regeerakkoord van het huidige kabinet is vastgelegd dat er 10 publiek-‐private doorbraakprojecten van start zullen gaan. Uitgangspunt is om de kansen die de digitale economie biedt niet onbenut te laten. In deze projecten worden belemmeringen weggenomen voor grootschalige toepassing van ict in die sectoren waar grote economische en maatschappelijke baten kunnen worden gerealiseerd. Ondernemers moeten meebewegen met deze ontwikkelingen om voor verdienkracht en werkgelegenheid in Nederland te blijven zorgen en welvaart te behouden. Digitale oplossingen zoals het koppelen en verrijken van (keten)informatie, slimme productfuncties en snelle data analyse kunnen voor economische stuwkracht zorgen en voor antwoorden op maatschappelijke uitdagingen. Maatschappelijke opgaven zijn immers een bron voor het toekomstig verdienvermogen, bijvoorbeeld op het gebied van betaalbare zorg, kwalitatief excellent onderwijs en duurzaam energiegebruik. De tijd van ‘ieder voor zich’ is voorbij; snelle vooruitgang en economische slagkracht kan alleen bereikt worden door samen te werken. De echte doorbraak zit in het op een slimme manier nadenken over nieuwe businessmodellen en het anders inrichten van bestaande ketens. Daarmee kunnen nieuwe markten en schaalvergroting worden gecreëerd. Cruciaal daarbij is dat dit een gezamenlijke opgave is, waarbij intensieve samenwerking tussen overheden, bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties nodig is. Het gaat namelijk over veel meer dan ict alleen. Om ook in de toekomst te kunnen profiteren van voldoende groei is het van belang in te zetten op structurele versterking van de Nederlandse economie, met beleid dat zorgt voor meer banen, innovatie en welvaart en bijdraagt aan een sterke internationale concurrentiepositie van Nederland. 40
Excellent onderwijs, ondersteund door de mogelijkheden van digitaal, adaptief en personaliseerbaar leermateriaal draagt in grote mate bij aan de Nederlandse economie. Dat kan de overheid niet alleen, daar is de samenwerking voor nodig met het bedrijfsleven en de kennisstellingen. Achtergrond Doorbraakproject Onderwijs en ict Afgelopen voorjaar is een klein projectteam gestart met een inventarisatie van kansen en bedreigingen van het doorbraakproject Onderwijs en ict. Dit team heeft verkennende gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers uit het onderwijsveld, het ict bedrijfsleven, kennisinstellingen en de leveranciers van leermateriaal. Het beeld dat uit deze gesprekken naar voren is gekomen is dat de behoefte aan het doorbraakproject Onderwijs en ict, en de doelstelling om de randvoorwaarden voor de toepassing en beschikbaarheid van digitaal en adaptief of personaliseerbaar leermateriaal te komen, breed wordt gedragen. Met name vanuit de private sector is aangegeven dat een gemeenschappelijke inspanning van de betrokken publieke partijen van belang is en een belangrijke randvoorwaarde voor de private partijen om te kunnen toetreden tot het proces van het doorbraakproject. Zoals vandaag zichtbaar is, heeft de publieke infrastructuur van het primaire en voortgezet onderwijs zich achter de doelstellingen van het doorbraakproject geschaard en is aanwezig, vertegenwoordigd door hun bestuurders Sjoerd Slagter en Simone Walvisch, evenals Annemarie Sipkes van de directie Kennis van het ministerie van OCW. Dit betekent ook dat daarmee aan publieke zijde de lopende projecten met elkaar in verbinding zijn gebracht. Specifiek kan gedacht worden aan initiatieven als Leerling 2020 en het Programma van Eisen (red: ook bekend als Sectoraal Leermiddelenbeleid) vanuit de sectorraden PO en VO. Met deze samenwerking is aan een belangrijke voorwaarde voor succes voldaan, namelijk het bundelen van de initiatieven en de vertegenwoordiging van de samenhangende vraag vanuit het onderwijsveld in dit project. Uit de aanwezigheid van vele partijen vandaag is te zien dat er voldoende animo is in de private sector om de uitdaging en het commitment aan te gaan en het primair en voortgezet onderwijs in Nederland tot het meest slimme en excellente onderwijs van de wereld te maken. 2. Doorbraakproject vanuit perspectief OCW Spreker: Annemarie Sipkes, directeur Kennis van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Mw. Sipkes geeft aan dat het ministerie van OCW blij is dat onderwijs één van de tien thema’s is van de Doorbraakprojecten in regeerakkoord. Twee jaar geleden heeft het ministerie een verkenning uitgevoerd naar de stand van zaken van het gebruik van ict in onderwijs. Niet om te bepalen ‘hoe’ scholen ict in het onderwijs moeten gebruiken, maar om te weten wat er aan de hand is op dit gebied. Welke beloftes ict in zich heeft en welke ambities waargemaakt zouden kunnen worden met behulp van ict en hoe het kan bijdragen aan de voortdurende verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Ict geen is doel op zich, maar een middel. Het gaat erom dat scholen een bewuste keuze kunnen maken of en waar zij ict voor willen en kunnen inzetten. De praktijk dat ict niet wordt gebruikt omdat men niet weet wat mogelijk en beschikbaar is, moet veranderen. Drempels moeten geslecht worden, opdat de kansen die digitalisering en technologie bieden ook benut kunnen worden. Om sneller en beter te ontdekken waar een kind staat in zijn leerproces en welke leerstrategie het beste aansluit bij 41
dat kind. Om deze informatie beter te kunnen delen met de ouders van dit kind. Het gaat dan over het ondersteunen van processen in het onderwijs, waarbij aan wordt gesloten bij de belevingswereld van het onderwijzend personeel en leerlingen. De afgelopen jaren is onderzoek gedaan en zijn vele pilots uitgevoerd. Hoewel fragmentarisch, wordt wel steeds zichtbaarder dat de inzet van ict een positief effect heeft. Het maakt het onderwijs aantrekkelijker voor leerlingen en brengt ze verder. Dit is belangrijk voor leraren, dat is uiteindelijk wat hun vak waarde geeft en waar ze het voor doen. Het gaat niet vanzelf. Er gebeurt al veel, maar de vraag is hoe opschaling bereikt kan worden. Het is cruciaal om de juiste stappen in de juiste richting te zetten. Om samen te kijken hoe de doorbraak tot stand kan komen met voldoende vrijheid voor scholen voor eigen didactische keuzes. Om drempels te verlagen, dwingende blokkades die scholen in de verkeerde richting sturen te slechten en scholen tools in handen te geven om bewuste keuzes te kunnen maken. Hiertoe hebben we de kracht van publiek -‐ private samenwerking nodig op vele vlakken. De brede samenstelling van de aanwezige partijen vandaag, geeft vertrouwen in een goede afloop. 3. Doorbraakproject vanuit perspectief scholen VO Spreker: Sjoerd Slagter, voorzitter VO-‐raad Dhr. Slagter geeft aan dat de relatie tussen de VO-‐raad/ scholen en marktpartijen soms ingewikkeld is, maar het besef is er ook dat zij elkaar hard nodig hebben. De VO-‐raad ervaart het Doorbraakproject als een mooie aanvulling op wat er al gebeurt, een aanvulling die ook hard nodig is. De VO-‐raad zet in het project de ambities van de scholen voorop. Er komt veel op scholen af. Zij moeten hun leerlingen afleveren als goede burgers, die vaardig zijn op het vlak van taal, rekenen en science, die goed om kunnen gaan met geld en met verschillen in de maatschappij. Het type leerling dat het onderwijs nu en straks aflevert, bepaalt in grote mate de samenleving van de toekomst. Daarnaast is duidelijk dat we leraren niet verder kunnen uitrekken. De werkdruk is hoog door alle ambities die zijn gesteld. Als we de hoge eisen en ambities van al die partijen waar maken willen maken, dan moeten we iets anders doen dan we tot nu toe deden. De klassieke methode werkt niet meer, dat gevoel is diep in de sector aanwezig. Daarom heeft de sector zelf de regie genomen om de stap naar meer maatwerk te zetten. Dit vraag een omslag, leraren moeten zich bewust worden van de verschillen tussen leerlingen en hiermee omgaan. Het blijkt moeilijk te zijn om recht te doen aan alle verschillende leerstijlen, motivatiestijlen en intelligentieniveaus. Scholen nemen veel initiatieven, maar de VO-‐raad merkt dat niet alles goed samenkomt, dat het lastig is een aanpak te destilleren die werkt. Hier ligt dan ook een taak voor de VO-‐raad: regievoering op dit proces en de keten. De uitdaging ligt daarbij om de middelen zo te investeren dat de leraar ontzorgd wordt. Nog meer vragen aan de leraar gaat niet werken. De kern om dit te doen is de leraar op een makkelijke manier te leren afstemmen op de leerling en zijn of haar leerbehoefte. Door een platform/schil te bieden aan de leraar, opdat deze op basis van gestandaardiseerde toetsen snel kan zien waar een leerling zit en wat deze nodig heeft. Daarmee kan deze leraar onderwijs aanbieden dat aansluit en helpt. Dit moet leiden tot een maximale keuzevrijheid voor scholen, maar ook tot een grote efficiencyslag. 42
De regie vertaalt zich verder in minimum eisen die de sectorraden in de vorm van een Programma van Eisen (PvE) willen stellen aan leveranciers. Dit PvE wordt in het VO vastgesteld door de Algemene Ledenvergadering van de VO-‐raad, die daarmee één lijn wil trekken naar de markt. Daarbij is de VO-‐ raad zich ervan bewust dat zij dit niet alleen kan redden. Eigen initiatief is goed, maar de innovatieve kracht en kennis van de markt is nodig om het compleet te maken. De VO-‐raad heeft veel vertrouwen dat het gaat lukken. In Leerling2020 worden 5 groepen koplopers, in totaal circa 77 scholen, gevolgd die ict in een ver stadium gebruiken. Door hen te volgen wordt ontdekt waar ze tegenaan lopen en wat ze nodig hebben. Met deze kopgroep wil de VO-‐raad o.a. vaststellen wat de succesfactoren voor docenten zijn en streven naar een model dat flexibiliteit en keuzevrijheid biedt voor scholen en een goed verdienmodel voor de markt. 4. Publiek-‐private samenwerking: proces en commitment Spreker: Remco van Lunteren, bestuurlijk aanjager Doorbraakproject Dhr. van Lunteren gaat in op het proces dat voorzien is. Hij geeft aan dat de markt met elkaar gemaakt wordt, met vraag én aanbod. Deze doorbraak moet dan ook samen bereikt worden. Voorkomen moet worden dat dit project eindigt in allerlei kleine pilots en projecten. Gezocht moet worden naar waar de zaken zitten die de doorbraak echt in de weg zitten en: • waar incentives zitten om op te bewegen • welke randvoorwaarden vanuit het aanbod nodig zijn om te slagen In dit project is de oproep aan de markt dan ook open: bepaal samen met de publieke zijde de agenda voor de publiek-‐private tafels. Ga met ons in gesprek om te komen tot een doorbraak. Daarbij is het doel om van elkaar te leren en gezamenlijk tot oplossingen te komen via een transparant proces. Uiteraard kan dat lastig zijn, omdat ook concurrenten aan tafel kunnen zitten. Maar als daadwerkelijk gewerkt wordt aan een doorbraak, dan biedt dit juist ook nieuwe kansen en perspectieven voor de private sector. Vanuit het project is de inzet om één signaal vanuit de initiatiefnemers af te geven. Daarvoor zijn de initiatiefnemers vertegenwoordigd in een stuurgroep en een projectgroep. Wat van de private partijen wordt gevraagd is de bereidheid om deel te nemen aan de werkgroepen vanuit een echt commitment. Gedacht wordt aan ca. 4 bijeenkomsten per werkgroep het komende half jaar. Het proces van de publieke-‐private samenwerking staat beschreven in een apart document, dat via de site www.doorbraakonderwijsenict.nl is te downloaden. Tevens is hier een concept van de intentieverklaring te vinden. Deze stukken zijn uitgedeeld tijdens de bijeenkomst en worden ook toegezonden aan de contactpersonen van de organisaties die zich hebben aangemeld voor deelname aan de marktconsulatie. Feedback op beide stukken kan gegeven worden samen met de antwoorden op de gestelde vragen in het marktconsultatiedocument, dat is te downloaden via de site www.doorbraakonderwijsenict.nl. De deadline voor het indienen van de antwoorden op de vragen en de feedback op de intentieverklaring en de procesbeschrijving is 15 november 2013. De details van het marktconsultatieproces zijn te vinden in het marktconsultatiedocument. 43
5. Doorbraakproject in het PO: belang en thema’s Spreker: Simone Walvisch, vice-‐voorzitter PO-‐raad Mw. Walvisch geeft aan dat zij het Doorbraakproject heel belangrijk vindt en het gevoel heeft dat het onderwijs hier al langer op zat te wachten. Er zijn veel meer initiatieven gaande dan in de media zichtbaar is en dit is typisch een onderwerp waar ondersteuning op nodig is. Het is jammer dat elke school nu zelf het wiel moet uitvinden. Er is veel enthousiasme, maar als gekeken wordt naar het werk dat een nieuw initiatief zelf moet doen om te waarborgen dat leerlingen aan het einde wel geleerd hebben wat ze moeten leren, dan is dat schrikbarend. Ondersteunende middelen op dit vlak ontwikkelen deze initiatieven nu nog vaak zelf, maar het zou plezierig zijn als dit breder beschikbaar zou zijn. Vanuit de PO-‐raad is dan ook interesse in een strategie waarmee over de hele breedte van het onderwijs verder wordt gekomen. Niet meer 1.00 bloemen bloeien, maar een nuchtere onderwijsinnovatie, waar zakelijkheid voorop staat. Maar er zijn ook hobbels. Een nieuwe beweging of innovatie roept vaak strijd op. Op televisie vliegen voor-‐ en tegenstanders elkaar in de haren. Alle veranderingen lijken te leiden tot een ideologische discussie die over de hoofden van leerlingen worden gevoerd. Dit moet worden voorkomen, met tegenstellingen uitvergroten komen we er niet. Een leraar blijft leraar en blijft belangrijk. Bij vernieuwingen in de praktijk is zichtbaar dat het materiaal dat de scholen tot hun beschikking hebben beperkt is. Met alleen nieuwe aanbieders gaan zij het niet redden. Ze missen materiaal van reguliere uitgevers, dat ze op een flexibele manier kunnen gebruiken. Er is grote behoefte aan flexibiliteit in aanbod en aan overzicht. Wanneer kan wat ingezet worden? Hier liggen kansen voor aanbieders om niet aanbodgeoriënteerd vanuit oude concepten te werken, maar vanuit en samen met scholen. Wat zijn vragen vanuit scholen? Waar is behoefte aan? Onderwijs van de toekomst komt er anders uit te zien, hoe kan leermateriaal daar goed bij ondersteunen? Mw. Walvisch geeft aan dat haar ervaring overigens altijd is geweest dat het aanbod altijd al gevarieerd en gedifferentieerd is geweest, met materiaal voor verrijking en verdieping. Maar dat het ook lastig toe te passen en te organiseren was voor leraren. Hopelijk kan dit verbeterd worden met de digitale mogelijkheden. Maar niet alleen leermateriaal is een hobbel. Ook de infrastructuur, het verschil tussen scholen in de stad of op het platteland en de financiële bestedingsruimte van scholen zijn zorgwekkend. Met methodes waar scholen gemiddeld zes jaar aan vast zitten is het lastig de overstap te maken van de oude situatie naar een nieuwe. De grote uitdaging is dan ook hoe zo’n overstap betaalbaar én behapbaar gemaakt kan worden voor het PO. Thema’s waarvan de PO-‐raad het idee heeft dat ze zich goed lenen voor bespreking op publiek-‐ private tafels zijn bijvoorbeeld: • • •
Ontwerpen en introduceren van variatie en flexibiliteit in leermateriaal Hoe om te gaan met privacy van leerlingen en docenten (standaarden, sectoroverstijgende waarborgen) Voorzieningen rond toegang en identiteitsbeheer. Op basis van ervaringen bestaat de behoefte dit niet alleen aan de markt over te laten.
44
6. Nadere vragen uit de zaal Er is ruimte voor vragen uit de zaal. Deze worden beantwoord door panel bestaande uit: • Simone Walvisch, vice-‐voorzitter PO-‐raad • Annemarie Sipkes, directeur Kennis van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap • Lars van Willigen, senior beleidsmedewerker, Directie regeldruk en ict beleid van het ministerie van Economische Zaken • Sjoerd Slagter, voorzitter VO-‐raad De door deelnemers in de zaal gestelde vragen en een samenvatting van de gegeven antwoorden door het panel zijn hieronder opgenomen. Vraag 1 Gaat het Doorbraakproject ook een oplossing bieden voor de BTW problematiek, waarbij een verschil wordt gemaakt tussen het BTW tarief dat wordt geheven over folio leermaterialen en digitale leermaterialen? Antwoord panel: dit is zeker een punt dat ons bezighoudt en we graag willen oplossen. Echter, voor dit ingewikkelde probleem hebben wij niet vandaag een oplossing of een quick fix. Op Europees niveau is men bezig met harmonisatie van de BTW wetgeving, vanuit de Nederlandse overheid wordt een flinke lobby gevoerd om het streven van 6% BTW voor alle leermiddelen realiteit te maken. Medio december 2013 wordt een voorstel van de Europese commissie verwacht. Vraag 2 Ik hoor bij de verschillende sprekers veel verschillende accenten: waar het ict als middel of doel betreft, waar het gaat over 1 platform/ schil of niet en waar het gaat om de reikwijdte en definitie van digitaal leermateriaal. Als suggestie zou ik mee willen geven dat het zou helpen als duidelijker wordt wat het project zou willen bereiken en welke definities binnen het project worden gehanteerd. Antwoord panel: dank voor uw goede suggestie. De publiek-‐private tafels zijn juist bedoeld om deze duidelijkheid met elkaar te krijgen, om een gemeenschappelijk beeld van het streven en de definities te ontwikkelen. De VO raad wijst daarbij nog op haar visiedocument2, waar de wensen van scholen rond het gebruik en de toepassing van digitale leermiddelen zijn beschreven. Vraag 3 Deze vraag is specifiek gericht aan de PO raad: voor de PO sector zijn in samenwerking met Kennisnet de leerdoelen voor rekenen zo in kaart gebracht dat ze als hulpmiddel kunnen dienen bij het makkelijk variëren met en inzetten van digitaal leermateriaal in de gebruikte methode binnen een school. Deze leerdoelen zijn ook opgenomen in het OnderwijsBegrippenKader3. Wordt dit instrument ingezet in het Doorbraakproject?
2
Te downloaden via: http://www.vo-‐raad.nl/dossiers/leermiddelen. De PO-‐raad heeft een vergelijkbaar visiedocument gerealiseerd. Zie http://www.poraad.nl/content/wat-‐verwachten-‐we-‐van-‐de-‐leermiddelen-‐van-‐vandaag-‐en-‐morgen 3 Meer informatie via Edustandaard: https://sites.google.com/site/onderwijsbk4/home
45
Antwoord: dat is inderdaad een mooie ontwikkeling. Het Doorbraakproject is gericht op het maken van verbindingen met andere initiatieven, dit is een onderdeel dat in dat kader verder uitgezocht zal worden. Vraag 4 In het marktconsultatiedocument staat de leraar centraal. Een ander model is om eigenaarschap voor het leren bij de leerling te leggen. In plaats dat de leraar afvinkt of een bepaald doel is bereikt, doet de leerling dat zelf. Is er ruimte voor dit model in het Doorbraakproject? Antwoord: Er zijn vele systematieken en onderwijsopvattingen in het onderwijs en die zijn in beginsel allemaal goed. In het Doorbraakproject zal geen keuze worden gemaakt voor één specifiek systeem, de intentie is de volle breedte te pakken. Input over hoe we leerlingen beter kunnen betrekken ontvangen we graag. Een aandachtspunt is wel dat het niet de bedoeling is dat we de winst en de enorme verbeteringen die opbrengstgericht leren heeft gebracht, kwijt willen raken. Uit de verantwoordelijkheid die de leraar heeft en voelt, zal deze willen en moeten blijven kijken naar wat een leerling nodig heeft. Ook moet rekening gehouden worden met het uitgangspunt dat scholen zelf de keuze maken hoe zij omgaan met didaktiek en welke veranderaanpak zij hanteren. Vraag 5 Mijn ervaring is dat bij veranderingen niet de leerling, maar de leraar de ‘dempende kracht’ is. De leerlingen kunnen prima uit de voeten met ict. Ik zou dan ook niet de leerling centraal willen zetten in het project, maar juist acties ondernemen om de leraar verder te helpen en tot verandering te bewegen. Hier moet de ‘onbekend is onbemind’ houding die ik zie in het onderwijs veranderen. Antwoord: rekening moet gehouden worden met het uitgangspunt dat scholen zelf de keuze maken hoe zij omgaan met didaktiek en welke veranderaanpak zij hanteren. In het project staat de vraag centraal ‘Hoe doorbreek je het systeem?’. Als de leraar hier een belangrijke sleutel is, dan willen we dat in gesprekken graag verder uitdiepen en ontdekken waar de ‘trekkracht’ vandaan komt op die leraar en hoe je die kan inzetten om te bereiken wat we willen. Het is hierbij wel van belang om niet steeds de tegenstellingen in de discussie centraal te zetten, dit werkt averechts, maar om met respect voor ieders rol en overtuiging op zoek te gaan naar oplossingen. Vraag 6 In de discussie wordt verwezen naar documenten, zoals het visiedocument. Ook hebben andere projecten, zoals de Sterrenschool4 pilot, goede inzichten opgeleverd. Graag zou ik deze documenten kunnen raadplegen, ik denk dat dit helpt om sneller de discussie goed te voeren. Antwoord: Wij zijn te allen tijde bereid wat er is beschikbaar te stellen. Maar wij zouden ook graag de vraag terug willen stellen: Wat heeft u wat u met ons kunt delen en wil u dit beschikbaar stellen? N.B. de vindplaatsen van de genoemde documenten zijn in dit verslag in voetnoten opgenomen. 4
Meer informatie via http://www.argumentenfabriek.nl/sterrenschool
46
Vraag 7 Hoe een leraar met de materie omgaat is belangrijk. Ik mis hoe van onderop aankomende leraren die nog in opleiding zijn gestimuleerd worden in het toepassen van ict in het onderwijs en mis een rol in het project voor bv de HBO raad. Op die manier weten we zeker dat nieuwe docenten goed toegerust het onderwijs instromen. Ook zou het goed zijn als aangesloten wordt bij projecten die er al zijn. Antwoord: de leraar is één van de elementen in het project en vele gesprekken zijn reeds gevoerd hoe we deze beter kunnen toerusten. Input op dit vlak is welkom, we zouden dit onderwerp graag verder met u als marktpartijen uitdiepen. Echter, het aantal studenten op de PABO bedraagt 5.000-‐ 7.000. In het onderwijs werken 170.000 leraren. Met die laatste groep kan een veel groter effect worden bereikt. Maar ook hier geldt weer het primaat van de school, die bepaalt welke stappen zij nemen om hun leraren toe te rusten met de juiste competenties. Zoals eerder aangegeven is verbinding maken met andere initiatieven een belangrijk uitgangspunt in het Doorbraakproject, dit zullen we zeker ook op dit vlak doen. Vraag 8 Ik omarm het initiatief om op zoek te gaan naar blokkades die een doorbraak belemmeren. Mijn wens is dan ook dat we in het Doorbraakproject komen tot het definiëren van drempels, maar dat we deze vooral vertalen naar mogelijke doelstellingen en oplossingen én dat we de ruimte nemen om deze oplossingen uit te proberen. Mijn vraag betreft uw uitgangspunt dat verbindingen met anderen belangrijk zijn. Bent u bereid ervaringen en kennis uit programma’s in te brengen die in een internationale setting plaatsvinden of ervaringen uit andere landen? Antwoord: op het inbrengen van kennis en ervaring staat geen beperking, ook internationale ervaringen nemen wij graag mee en zijn van harte welkom. Waar het uw wens betreft, we weten als ministerie van OCW dat wetgeving soms knellend is en willen dat oppakken. Dit is niet simpel, maar we lopen er niet voor weg. In de tussentijd willen we scholen graag ruimte bieden om te experimenten, maar we zullen daar wel kwaliteitswaarborgen aan verbinden. De initiatiefnemers willen de kwaliteit van het onderwijs voorop laten staan. Vraag 9 Kunt u aangeven wanneer u het Doorbraakproject geslaagd vindt? Antwoord: als in 2017 scholen een bewuste en afgewogen keuze maken waar het de inzet van ict betreft, zonder dat er drempels zijn die dit belemmeren, dan is het project geslaagd. Dit betekent overigens niet dat het streven is dat iedere school ict gaat gebruiken, ook de bewuste en afgewogen keuze om dit niet te doen is oké. 47
Vraag 10 Ik meen te horen dat de focus ligt op ‘goed leermateriaal’. Ik zie andere elementen ook als cruciaal om een doorbraak te realiseren en vind de focus op goed leermateriaal te smal. Antwoord: er is zeker ruimte voor andere elementen, wij willen ons niet beperken tot leermateriaal. Graag zouden we uw visie vernemen over die andere elementen, in te brengen via uw antwoorden op de vragen in de marktconsultatie en de publiek-‐private tafels. Vraag 11 Ik vind het Doorbraakproject een goed initiatief, maar het risico van te veel versnippering ligt op de loer. Ik zou iedereen willen oproepen niet vooraf te verzanden in verschillen, maar vooral met zijn allen aan de slag te gaan om deze doorbraak te realiseren. Een positieve insteek is daar van belang. Antwoord: dit kunnen wij als initiatiefnemers alleen maar onderschrijven. 7. Afsluiting De aanwezigen worden bedankt hun aanwezigheid. Ter herinnering worden de belangrijkste data van het marktconsultatieproces nog een keer op een rij gezet: • • •
12 november: verslag informatiebijeenkomst beschikbaar 15 november: indienen van uw antwoorden en reactie op proces en intentieverklaring 20 november: verslag van marktconsultatie gepubliceerd
48