VVE-RAPPORT RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE
PEUTERSPEELZAAL 'T KWETTERNEST BASISSCHOOL GERARDUS MAJELLA
Locatie Brinnr. Plaats Onderzoeksnummer. Documentnummer Datum onderzoek Datum vaststelling
Odin: 128296
't Kwetternest Basisschool Gerardus Majella 03JI Epe (Vaassen) 9134 + 9136 3417055 25 juni 2012 29 oktober 2012
Onderzoeksdatum: 25 juni 2012
Pagina 1 van 9
1. INLEIDING Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken. Dit rapport maakt onderdeel uit van de bestandsopname in de gemeente Epe. In deze gemeente hebben alle voor- en vroegscholen die te maken hebben met VVE een vragenlijst ingevuld waarin zij de stand van zaken op hun (voor)school weergeven. Alle locaties krijgen automatisch een zelfrapportage. Enkele locaties zijn vervolgens bezocht door de Inspectie van het Onderwijs ter verificatie van deze zelfevaluaties. Alle bezochte locaties ontvangen een rapportage met de bevindingen van de Inspectie. Het definitieve rapport wordt gepubliceerd op de website van de Inspectie: www.onderwijsinspectie.nl De uitkomsten van alle zelfevaluaties en de bevindingen van de Inspectie van het Onderwijs naar aanleiding van de locatiebezoeken worden samengevat in een gemeentelijk rapport. Dit geeft een totaalbeeld weer van VVE in de gemeente Epe. Dit rapport wordt, als het definitief is vastgesteld, samen met de locatierapporten, gepubliceerd op de website van de Inspectie: www.onderwijsinspectie.nl
Werkwijze onderzoek 't Kwetternest is een van de (voor)scholen die bezocht is door de Inspectie van het Onderwijs. Daarbij hebben de volgende activiteiten plaatsgevonden: • groepsbezoeken • gesprekken met leidsters en/of leerkrachten • gesprekken met ouders • gesprekken met locatieleiding, coördinatie en directie Dit rapport geeft de bevindingen van de Inspectie over de kwaliteit van VVE op deze locatie weer.
Inhoud rapport In dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken: • de voorwaarden van VVE • de ouders • de kwaliteit van de educatie − het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden − het pedagogisch klimaat − het educatief handelen • de ontwikkeling, zorg en begeleiding • de kwaliteitszorg • de doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool • de resultaten van VVE Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen: 1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden. 2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt. 3. Voldoende 4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren.
Odin: 128296
Onderzoeksdatum: 25 juni 2012
Pagina 2 van 9
Dit rapport is gebaseerd op het VVE-toezichtkader (zie de internetsite van de onderwijsinspectie). Opbouw van het rapport Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen (indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna een toelichting als dat nodig is. Daarbij kunnen de overeenkomsten en verschillen tussen de zelfevaluatie van de locatie en de bevindingen van de Inspectie eveneens worden geduid. Als er op basis van dit onderzoek afspraken gemaakt zijn, staan die in hoofdstuk 4.
Groepsinformatie peutergroepen: Aantal peuters in groep a: 13, waarvan 9 doelgroeppeuters Groepsinformatie kleutergroepen: Aantal kleuters in groep a: 19, waarvan 2 doelgroepkleuters Aantal kleuters in groep b: 17, waarvan 4 doelgroepkleuters
Odin: 128296
Onderzoeksdatum: 25 juni 2012
Pagina 3 van 9
2. HET TOTAALBEELD Peuterspeelzaal ’t Kwetternest ressorteert als een VVE-locatie onder de stichting Koppel in Epe. De stichting verzorgt onder andere kinderdagopvang en peuterspeelzaalwerk. Zodoende heeft zij meerdere peuterspeelzalen en kinderdagverblijven, waaronder zes peuterspeelzalen met VVEbeleid. ’t Kwetternest bestaat als peuterspeelzaal al meer dan vijfentwintig jaar en kent een vaste en trouwe kring van families die er hun kinderen brengen, een aantal dagdelen per week. De peuterspeelzaal vervult voor deze gezinnen dan ook een belangrijke rol in hun sociaal netwerk. Basisschool Gerardus Majella is als school verbonden aan de Veluwse Scholengroep in Apeldoorn. Op de locatie van de school is ook een peuteropvang gevestigd (van een andere stichting) maar de vroegschool heeft al jaren een substantiële instroom van kleuters die als peuter ’t Kwetternest hebben bezocht. Omdat het veelal gaat om kinderen die zijn geïndiceerd als doelgroepkind in de gemeente, heeft de inspectie een bezoek gebracht aan beide locaties. Hoewel sprake is van informele contacten tussen ’t Kwetternest en de Gerardus Majella, zijn er geen vormen van inhoudelijke samenwerking (meer) tussen de voor- en de vroegschool. De school verwacht dat de instroom uit ’t Kwetternest beduidend minder zal worden vanwege de krimp van het aantal kinderen, de komende jaren in deze regio. Ook de peuterspeelzaal verwacht een dergelijke krimp.
Odin: 128296
Onderzoeksdatum: 25 juni 2012
Pagina 4 van 9
3. DE OORDELEN MET EEN TOELICHTING ALS DAT NODIG IS
Naam gemeente
Epe Epe
A0.0 Samenwerking met voor/vroegschool A CONDITIES
Nee 't Kwetternest
A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar A0.2 In het rapport zijn de basisvoorwaarden voor voorschoolse educatie getoetst A1 Een integraal VVE-programma A1.1 Naam/namen van programma Startblokken
3 3
Nee Basisschool Gerardus Majella -
A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool) A3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") A4 Voldoende VVE-tijd A4.1 De peuters bezoeken de voorschool gedurende voldoende tijd (per week) A4.2 Wat is doorgaans de beginleeftijd voor 2 jaar VVE?
3 3
3
3
-
3
-
3 3
2
2
-
A5 Kwaliteit leidsters/leerkrachten A5.2 Alle leidsters/leerkrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding) A5.3 Alle leidsters spreken voldoende Nederlands A5.4 Alle leidsters zijn toereikend geschoold (voor het VVEprogramma) A5.5 Er is een jaarlijks VVE-opleidingsplan
’t Kwetternest werkt met een integraal VVE-programma sinds 2003 waarvoor destijds scholing heeft plaats gevonden samen met de basisscholen die betrokken waren bij VVE. Sinds die tijd is er bijgeschoold door de leidsters, onder andere is de cursus VVE-versterk gevolgd. Ook leidsters die niet voor Startblokken werden geschoold, volgden de cursus VVE-versterk. Op het moment dat de inspectie ’t Kwetternest bezocht, was het nieuwe scholingsplan nog in de maak. In de Gerardus Majella heeft een van de twee leraren uit de kleutergroepen de VVE-scholing gevolgd in 2004 en een leraar niet. Daarnaast zijn door hen wel tal van andere relevante scholingen gevolgd, zoals de scholing Opbrengstgericht Werken en woordenschatonderwijs. B OUDERS
't Kwetternest
B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7
2 2 2 2 2 2
Gericht ouderbeleid Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd Intake Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen Participatie in VVE-activiteiten in de voor/vroegschool Informeren over de ontwikkeling van hun kind Rekening houden met de thuistaal
Basisschool Gerardus Majella 2 2 2 2 2 3
Op beide locaties ontbreekt een gericht en vastgelegd ouderbeleid ten behoeve van VVE. Zo’n beleid moet in ieder geval bestaan uit een analyse van de ouderpopulatie die leidt tot doelen ten aanzien van de ouders met kinderen in de voor- of vroegschool (B1).
Odin: 128296
Onderzoeksdatum: 25 juni 2012
Pagina 5 van 9
De wijze waarop de ouders worden geïnformeerd over VVE, over het ambitieniveau dat de voor- of vroegschool heeft en de doelen die voor de ouders gelden, is niet volledig (B2). Ouders ontvangen informatie over de werkwijze en andere organisatorische zaken die de peuterspeelzaal en de kleutergroepen betreffen (bijvoorbeeld in de themabrieven of in de schoolgids) maar dat is niet VVE-gerelateerd. Overigens zijn de ouders zelf te spreken over de informatie die ze ontvangen en geven ze aan dat er altijd gelegenheid is om even in gesprek te gaan met de leidsters of leraren. Bij aanmelding van een kind is er voor de ouders een moment om geïnformeerd te worden, zoals ook de school zich laat informeren over het aangemelde kind. Een intake, waarin ontwikkelings- en kindkenmerken, alsmede bijzonderheden over de gezins- en opvoedingssituatie worden besproken en geïnventariseerd, is er echter niet op beide locaties (B3). Een ontwikkelpunt dat in dit aspect is aangemerkt voor beide locaties, is de wijze waarop ouders worden betrokken om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen met hun kinderen. Weliswaar is er de mogelijkheid voor ouders om boekjes te lenen op de locaties maar deze uitleen is te vrijblijvend en te weinig gekoppeld aan de individuele mogelijkheden van het kind (binnen de thuissituatie). Er ontbreekt hierin ook een richtlijn of instructie waarmee de ouders hun activiteiten kunnen uitvoeren (B4). In de voorschool zijn verteltassen gemaakt die er aantrekkelijk en verzorgd uitzien en die aan ouders worden uitgeleend. Daarmee zijn zeker mogelijkheden ontwikkeld die structureel meerwaarde kunnen bieden aan de ouders en hun kinderen. Van een bewust ingezette en planmatige werkwijze was het echter nog niet gekomen op de dag dat de inspectie de zaal bezocht. Iets vergelijkbaars geldt voor de wijze waarop ouders participeren in de voor- of de vroegschool. Ouders worden ingezet en doen mee aan activiteiten waar dat kan. Een bewuste inzet en participatie in –met name- VVE-activiteiten, is er echter niet (B5). De ouders van de peuters geven aan dat er gemakkelijk gesprekken met de leidsters tot stand komen over de kinderen. Ook tijdens de inloop die door de inspectie werd bijgewoond, is dit gezien. Toch is het een verbeterpunt voor de voorschool, om een regelmatig contactmoment (minimaal drie keer in de peuterspeelzaalperiode) te organiseren waarop de leidsters de ouders gericht informeren over de ontwikkelingen van hun kind. In de vroegschool gebeurt dit wel in ruime mate en op regelmatig geplande momenten (B6). C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE
C1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma C1.1 Een integraal VVE-programma C1.2 Werken met een doelgerichte planning C1.3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd C2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat C2.1 Het pedagogisch handelen van de leidsters/leerkrachten is respectvol C2.2 De leidsters/leerkrachten hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen C2.3 De leidsters/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen C2.4 De leidsters/leerkrachten tonen respect voor de autonomie van het kind C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spelen taal-uitlokkend C3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen C3.1 Het educatief handelen van beide leidsters/leerkrachten is goed op elkaar afgestemd C3.2 Er worden de hele 'dag' effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd
Odin: 128296
Onderzoeksdatum: 25 juni 2012
't Kwetternest
Basisschool Gerardus Majella
3 2 2 2
3 3 3 3
3
3
3
3
2
3
3
3
2
3
2
3
2
3
Pagina 6 van 9
C3.3 De leidsters/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen C3.4 De leidsters/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken C3.5 De leidsters/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de leidsters/leerkrachten met de kinderen is responsief C3.7 De leidsters/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen
2
3
3
3
2
3
3
3
3
3
Beide locaties werken met een integraal VVE-programma dat voldoet voor het aanbod van de vier ontwikkelingsgebieden: taal, rekenen-wiskunde, motorische en sociaal-emotionele ontwikkeling. De planning voor de inhouden van dit programma is een ontwikkelpunt voor de voorschool. De voorbereiding van een thema wordt gepland in activiteiten, er is geen doelgerichte planning die in de dag- of weekagenda is terug te vinden (C1.2). Daardoor is ook niet zichtbaar hoe het aanbod voor de taalontwikkeling eruit ziet (dat onder andere bestaat uit verschillende domeinen, zoals woordenschat en woordgebruik, vertellen, luisteren, ontluikende geletterdheid en taalbeschouwing) (C1.3). De opbouw van de planning en de differentiatie naar leeftijd en ontwikkelingsniveau is daarnaast ook niet vastgelegd (C1.4). Het pedagogisch klimaat getuigt op beide locaties van respectvol handelen met aandacht voor de gedragsgrenzen die de kinderen met elkaar in acht leren nemen. Er wordt positieve ondersteuning geboden, er is ruimte voor eigen inbreng en de kinderen kunnen leren en spelen in een sociaal veilige omgeving. Het gedrag van de leraren en de leidsters is responsief. Ze laten blijken beschikbaar te zijn, er wordt echt geluisterd naar de kinderen en er is wezenlijke interesse voor de belevingswereld van het kind. In de voorschool vraagt de inspectie naar aanleiding van het bezoek in de zaal aandacht voor een aantal indicatoren. In de eerste plaats is dat het stimuleren van de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen. Daartoe behoren het actief bevorderen van samen spelen en samen delen, zodat de kinderen ook in hun spel naar elkaar leren luisteren en leren zich emotioneel te uiten (C2.3). De inrichting van de ruimte geldt eveneens als een ontwikkelpunt. In de zaal is een aanbod van speelgoed, spellen en andere materialen waarmee de kinderen kunnen spelen. In ieder geval moet, in het bijzonder voor de VVE-geïndiceerde kinderen, een bewust aanbod zijn van taaluitlokkende materialen, boeken en spelletjes waarmee zij een rijke en gevarieerde leeromgeving hebben. Daarin hoort een duidelijke gerichtheid te zijn op het bevorderen van de taalverwerving en de ontluikende geletterdheid, passend bij het thema (C2.5). De uitvoering van het educatief handelen vraagt in de voorschool verdere ontwikkeling. Er zijn in de zaal tussen de leidsters afspraken gemaakt over de wijze waarop de organisatie vorm krijgt. Er zijn echter geen vastgelegde afspraken (ook niet voor stagiaires of vrijwilligers), waarin duidelijk is op welke manier het educatief handelen wordt uitgevoerd of welke aandachtspunten er zijn op dat gebied (C3.1). Het belang van de taalontwikkeling moet daarbij steeds voorop staan in alle activiteiten. Onder andere is een goede talige interactie tussen de leidster en de kinderen van belang, waarbij aandacht voor de taalverwerving (woordenschat, zinsbouw, logische opbouw van het vertellen) kenmerkend is. Dat is nu nog een duidelijk verbeterpunt (C3.2). Ook de interactie tussen de kinderen onderling kan nog worden versterkt, door bijvoorbeeld goede (open) vragen te stellen waarbij de kinderen worden uitgedaagd om na te denken, naar elkaar te luisteren of met elkaar in gesprek te gaan. Mogelijkheden in het spelen die positieve interactie tussen kinderen doet ontstaan, kunnen hiervoor ook worden benut (C3.3). Ten slotte is de ontwikkeling van aanpakgedrag, dat moet leiden tot zelfstandigheid in het oplossen van alledaagse taken (jas aantrekken, eten en drinken, neus snuiten, etc.), nog een ontwikkelpunt. Daarbij kunnen pictogrammen zinvol zijn maar ook het ondersteunen van dit soort handelingen met behulp van bewust benoemen en een reflectie achteraf op wat is gedaan en geleerd, hoort daarbij (C3.5).
Odin: 128296
Onderzoeksdatum: 25 juni 2012
Pagina 7 van 9
D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG
D1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg D1.4 Specifieke aandacht bij de begeleiding en zorg voor de taalontwikkeling D2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen D2.1 Leidsters/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg D2.2 Leidsters/leerkrachten melden kinderen aan voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De leidsters/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden
't Kwetternest
Basisschool Gerardus Majella
3 2
3 3
2 2
3 3
3
3
2
3
2
3
Op beide locaties gebruiken de leraren en de leidsters een observatie-instrument om de ontwikkeling van de kinderen te volgen en maakt men gebruik van toetsgegevens voor rekenen en taal. Deze gegevens leiden tot een signalering waarmee in de vroegschool volgens afgesproken procedures en werkwijzen vorm en inhoud wordt gegeven aan een planmatige uitvoering van de zorg. Dit wordt onder andere in de groepsplannen vastgelegd en na een vastgestelde periode geëvalueerd en eventueel aangepast. Het zorgdocument van de school bevat de werkwijze en de afspraken. Deze planmatigheid is in de voorschool nog niet zichtbaar (D1.2, D1.3, D1.4). Kinderen die extern zorg krijgen, zijn in beeld. Wel is het op de voorschool een ontwikkelpunt om een actievere rol te vervullen in de aanmelding voor externe zorg en, bijvoorbeeld door gesprekken met ouders, betrokken te blijven bij de ontwikkelingen die deze zorg bij de kinderen in gang zet (D2.2, D2.3). E KWALITEITSZORG BINNEN DE VOOR- C.Q. VROEGSCHOOL
't Kwetternest
E1 Er is VVE-coördinatie in de voor- c.q. vroegschool E2 De voor- c.q. vroegschool evalueert de kwaliteit van VVE regelmatig E3 De voor- c.q. vroegschool evalueert de opbrengsten van alle kinderen E4 De voor- c.q. vroegschool formuleert op basis van evaluaties verbetermaatregelen en voert die aantoonbaar en planmatig uit E5 De voor- c.q. vroegschool borgt de kwaliteit van haar educatie E6 In de kwaliteitszorg van de basisschool wordt ook specifiek naar VVE gekeken
2 2
Basisschool Gerardus Majella 2 2
2
3
2
3
2
3 2
In de stichting waar ’t Kwetternest toe behoort, kent de kwaliteitszorg nog geen systematische inrichting en uitvoering. Er zijn nog geen procedures vastgelegd waarin de vraag of de goede dingen worden gedaan (ondersteund door interne en externe evaluaties) leidt tot analyses en conclusies van de resultaten. Zichtbaar is dat er wel verbeter- of ontwikkelactiviteiten plaatsvinden maar die worden nog niet planmatig uitgevoerd en vervolgens geborgd (E.1, E.2, E.3, E.4, E.5). Op het moment dat het inspectiebezoek werd gebracht, werd kenbaar gemaakt dat er iemand is benoemd die de coördinatie voor de kwaliteitszorg gaat vervullen. Deze collega taken zal ook taken uitvoeren ten behoeve van personele ondersteuning en begeleiding.
Odin: 128296
Onderzoeksdatum: 25 juni 2012
Pagina 8 van 9
De systematiek voor de kwaliteitszorg is er wel in de vroegschool, zij het dat de evaluatie van de kwaliteit van VVE geen onderdeel is van de kwaliteitszorg (E2) en dat er geen expliciete aandacht is voor VVE-onderdelen en –onderwerpen in de kwaliteitszorg (E6). F DOORGAANDE LIJN
't Kwetternest
F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool F2 Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen naar een vroegschool F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht F4 Het aanbod van de voor- en de vroegschool zijn op elkaar afgestemd F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd F6 De manier om met ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd F7 De interne begeleiding en zorg op de voor- en vroegschool zijn op elkaar afgestemd
2 2
Basisschool Gerardus Majella 2
3 2
3 2
2
2
2
2
2
2
Binnen de stichting waartoe ’t Kwetternest behoort, is het de werkwijze om een warme overdracht uit te voeren naar de vroegscholen, waarbij in elke geval de zorgkinderen worden besproken. De aldus verkregen informatie is in de vroegschool een onderdeel van het kinddossier en leidt in ieder geval tot keuzes ten aanzien van de onderwijsbehoeften die deze kinderen hebben, wanneer zij instromen. In de doorgaande lijn zijn in het verleden (op gemeentelijk niveau) wel afspraken geweest tussen de voor- en de vroegscholen maar die zijn niet onderhouden of geëvalueerd. Daardoor zijn deze afspraken verzand en zijn de verschillende VVE-locaties hun eigen weg gegaan, onafhankelijk van elkaar. Dat is terug te zien in bovenstaande kolom (E1, E2, E4, E5, E6 en E7). De inspectie merkt op dat een hernieuwde invulling en uitwerking van de onderdelen in de doorgaande lijn, voor beide partijen tot winst kan leiden. G OPBRENGSTEN VAN VVE
't Kwetternest
G1 De resultaten worden gemeten conform de gemeentelijk afspraken G2 De resultaten zijn van voldoende niveau G3 Verlengde kleuterperiode
Basisschool Gerardus Majella
3
Omdat er geen afspraken zijn gemaakt met de gemeente over resultaten in de voor- en vroegschoolse educatie, is over indicator G1 en G2 geen waardering gegeven. De Gerardus Majella heeft incidenteel een schooljaar waarin sprake is van een verlengde kleuterperiode voor haar leerlingen(meer dan 12%). De school kan zich daarover verantwoorden op grond van een analyse van haar leerlingenpopulatie. Daarnaast zijn er relatief kleine groepen in de school, waardoor het percentage van kleuters met een verlengde kleuterperiode eerder hoog kan liggen. 4. VERVOLGAFSPRAKEN Het bezoek heeft geen aanleiding gegeven voor het maken van vervolgafspraken.
Odin: 128296
Onderzoeksdatum: 25 juni 2012
Pagina 9 van 9