RAPPORT
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe materialen’ POM West-Vlaanderen
Rapport No.: PP099587, Rev. 2 Datum: 2014-12-31
Project naam:
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’
Titel Raport:
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’
Customer:
POM West-Vlaanderen
Date of issue:
2014-12-31
Project No.:
PP099587
Organisation unit:
DNV GL Oil & Gas Solutions Belgium Duboisstraat 39 b1 2060 Antwerp Belgium Tel: +32 (0)3 206 65 40
Report No.:
PP099587, Rev. 2
Voorbereid door:
Review door:
Goedgekeurd door:
Joost Vanden Berghe Principal Consultant
Christine Brants Support
Maarten Bekaert Head of department
Page i
Inhoudstabel MANAGEMENT SAMENVATTING...................................................................................................... 3 1
INLEIDING ..................................................................................................................... 4
1.1
Achtergrond
4
1.2
Afbakening
4
1.3
Aanpak en status
5
2
MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELINGEN ............................................................................ 6
2.1
Algemene trends
6
2.2
Specifieke trends in textiel en kunststoffen
6
2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.4 2.3.5 2.3.6
Kansrijke waardeketens voor de toekomst Technisch textiel Productiemiddelen voor textiel Biogebaseerde polymeren Hybride en multi-materialen Recyclage Productietechnologie voor kunststoffen
3
DE CLUSTER MATERIALEN IN DE PROVINCIE WEST-VLAANDEREN ...................................... 11
3.1
Algemeen
11
3.2
Andere karakteristieken van de cluster
12
4
SWOT- ANALYSE .......................................................................................................... 13
4.1
Sterktes
13
4.2
Zwaktes
14
4.3
Opportuniteiten
15
4.4
Bedreigingen
16
5
VISIE 2025 .................................................................................................................. 17
6
GAP-ANALYSE .............................................................................................................. 19
8 8 9 9 9 10 10
BIJLAGE 1 ALGEMENE TRENDS .................................................................................................... 21 BIJLAGE 2: DE SECTOR IN WEST-VLAANDEREN ............................................................................. 22 Omzet en winstgevendheid 22 Aantal en grootte van de ondernemingen 23 Aantal starters en stoppers 24 Tewerkstelling 24 Export en investeringen 25 De kenmerken van de waardeketen 26 BIJLAGE 3: ONDERZOEK EN ONTWIKKELING ................................................................................ 29 Europese onderzoeksprioriteiten 29 Onderzoek en ontwikkelingsactiviteiten bij West-Vlaamse bedrijven 30 BIJLAGE 4: DETAIL SWOT ANALYSE ............................................................................................. 35
Page ii
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’
MANAGEMENT SAMENVATTING Deze roadmap bevat een visie 2025 en gap-analyse die aantoont wat er moet gebeuren om tot de verdere versterking van de cluster van textiel en kunststoffen in West-Vlaanderen te komen. De roadmap is een inspiratiebron voor de verdere uitbouw van een regionaal clusterbeleid. Bij de uitwerking van deze roadmap is, vertrekkende van een beschrijving van de as-is situatie, een grensoverschrijdende SWOTanalyse opgemaakt. Een confrontatie van de SWOT-analyse met een door alle triple-helix actoren gedragen beschrijving van de gewenste to-be situatie, heeft geleid tot het identificeren van de belangrijke gaps die overwonnen moeten worden om de visie 2025 te kunnen realiseren. De textiel en kunststoffenindustrie zijn voor West-Vlaanderen historisch belangrijke sectoren die het laatste decennia een moeilijke reconversie hebben ondergaan. De textiel- en kunststoffensector kennen in respectievelijk Zuid- en Midden-West-Vlaanderen een hoge specialisatiegraad. De specialisatiegraad in textiel in het bijzonder is zeer hoog in vergelijking met Vlaanderen. In West-Vlaanderen bevinden zich enkele sterk innovatieve bedrijven op internationaal niveau in technisch textiel, een sub-sector die een belangrijke overlap heeft tussen beide sectoren (textiel en kunststoffen). Bedrijven in beide sectoren dienen in toenemende mate rekening te houden met een toenemend aantal specifieke trends binnen de eigen sector, maar ook van andere sectoren. Daardoor kunnen deze bedrijven het zich niet meer veroorloven hun strategie af te stemmen op één trend, maar dienen ze het overzicht te bewaren over een hele reeks trends en hun onderlinge relaties en bewust keuzes maken die ze regelmatig moeten herevalueren in het licht van de snel veranderende wereld. Hiervoor is toenemende samenwerking tussen de bedrijven onderling en met kennisinstellingen en overheden noodzakelijk. Deze samenwerking moet leiden tot een duurzame sector die zich in 2025 kenmerkt door 4 elementen: 1. West-Vlaamse bedrijven ontwikkelen nieuwe materialen en producten met hoge toegevoegde waarde die een antwoord bieden aan internationale marktbehoeftes 2. West-Vlaamse bedrijven zijn door diversificatie in grondstofvoorziening verzekerd van competitieve grondstoffen en zetten deze doelgericht in 3. West-Vlaamse bedrijven zijn een referentie in geautomatiseerde digitale productie en recyclage door het optimaal gebruiken van geavanceerde productietechnologie 4. West-Vlaamse bedrijven werken intensief samen met andere bedrijven, clusters, kennisinstellingen en overheden in een toegankelijk en waardevol ecosysteem binnen en buiten de eigen regio Deze ‘Visie 2025’ is met participatie van bedrijven, kennisinstellingen en overheid vastgelegd. De roadmaps dienen als inspiratiebron om concrete acties en beleidsmaatregelen uit te werken.
Page 3
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’
1 INLEIDING 1.1 Achtergrond Binnen het Interreg IVA-project Tandem staat de grensoverschrijdende samenwerking op het vlak van innovatie tussen West-Vlaamse en Noord-Franse kennis- en innovatieactoren centraal. Hiervoor worden verschillende acties ondernomen die ertoe bijdragen dat grensoverschrijdende kennis- en innovatieactoren gemakkelijker met elkaar in contact kunnen komen om aldus samenwerking te realiseren. Binnen het project is ervoor gekozen om de inspanningen te concentreren rond een vijftal economische sectoren die zowel voor de provincie West-Vlaanderen als voor de Région Nord-Pas de Calais van strategisch belang zijn, waaronder de cluster “Nieuwe Materialen en producten/industrial design”. Naast het zeer concreet creëren van samenwerkingsverbanden, wil het project Tandem echter ook de toekomst mee voorbereiden. Beide regio’s hebben vanuit de eigen doelstellingen en regionale ambities hieromtrent al een visie uitgewerkt. Zo wordt in West-Vlaanderen gewerkt aan de uitbouw van de Fabrieken voor de Toekomst, een collectief initiatief van zowel beleidsactoren, intermediairs zoals werkgevers- en werknemersorganisaties, als onderzoeks- en onderwijsinstellingen en economische actoren. In Nord-Pas de Calais werd een strategische nota ontwikkeld die de krijtlijnen uitschrijft voor het innovatiebeleid voor de periode 2014-2020, de Stratégie Recherche & Innovation- Spécialisation Intélligente (SRI-SI). Met deze visie schrijven beide regio’s zich in op de Europese strategie van “smart specialisation’’ en de “key enabling technologies”. Vertrekkende vanuit deze bestaande regionale visies en ambities, wil het project Tandem de toekomst van deze cluster verder voorbereiden en vorm geven. Dit zowel vanuit een regionaal als vanuit een gemeenschappelijk, grensoverschrijdend perspectief. Deze roadmap moet leiden tot de verdere versterking van de (grensoverschrijdende) clusters en vormt als dusdanig de basis voor de verdere uitbouw van een regionaal en grensoverschrijdend clusterbeleid.
1.2 Afbakening De doelgroepen van deze roadmap zijn de sectoren van de kunststofverwerking en de textielsector. Het doel van deze roadmap is om door toekomstgericht te denken deze sectoren te versterken. De clusters van de toeleveranciers naar deze sectoren, bijvoorbeeld de chemie (inclusief productie van kunststoffen) en de machinebouw, zijn geen directe doelgroepen van deze roadmap maar zijn wel betrokken omdat ze een belangrijke meerwaarde kunnen zijn voor de toekomst van de doelgroep.
Page 4
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’
1.3 Aanpak en status Bij de uitwerking van deze roadmap is, vertrekkende van een beschrijving van de as-is situatie, een regionale, respectievelijk grensoverschrijdende SWOT-analyse opgemaakt. Een confrontatie van de SWOTanalyse met een door alle triple-helix actoren gedragen beschrijving van de gewenste to-be situatie heeft vervolgens geleid tot het identificeren van de belangrijke gaps. Deze hiaten moeten overkomen worden om op middellange tot lange termijn (5 tot 10 jaar) te kunnen leiden tot een duidelijke versterking van de regionale en grensoverschrijdende cluster. De as-is situatie is grotendeels beschreven op basis van literatuuronderzoek, met een belangrijke inbreng van de afdeling DSA van de POM West-Vlaanderen. Voor de trendanalyse en de SWOT-analyse zijn interviews afgenomen met bedrijven, kennisinstellingen, innovatieplatformen en clusters. Voor het uitwerken van de gewenst to-be situatie is een workshop georganiseerd met vertegenwoordigers van de industrie, kennisinstellingen, innovatieplatformen en clusters.
Page 5
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’
2 MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELINGEN 2.1 Algemene trends In het kader van deze roadmap oefening is bij een beperkte groep van experts uit verschillende sectoren gepeild op basis van enkele indicatoren hoe zij kijken naar de toekomst. Er is eveneens gevraagd hoe groot zij de impact op de materialensector schatten van de verschillende tendensen. De resultaten van de bevraging zijn weergegeven in de tabel in bijlage 1. De resultaten geven aan dat de experts het in grote mate eens zijn over een toekomst waarin ecologie, vergrijzing en gepersonaliseerde producten belangrijke drivers zijn in een wereld met een schaarste aan grondstoffen en energie. Ze zien een toenemende globale nivellering van het economische en regulerend speelveld.
2.2 Specifieke trends in textiel en kunststoffen
Markt
In de wereld van vandaag en morgen dienen organisaties rekening te houden met een toenemend aantal specifieke trends binnen de eigen sector, maar ook van andere sectoren. Bovendien neemt de onderlinge afhankelijkheid tussen de trends toe. Daardoor kunnen organisaties het zich niet meer veroorloven hun strategie af te stemmen op één trend, maar dienen ze het overzicht te bewaren over een hele reeks trends en hun onderlinge relaties en bewust keuzes maken die ze regelmatig moeten herevalueren in het licht van de snel veranderende wereld. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste trends in de materialensector, op basis van literatuur onderzoek en interviews met bedrijven, kennisinstellingen, innovatieplatformen en clusters. Lot size 1'-producten
Complexe producten Nieuwe producten voor volksgezondheid en levenskwaliteit Nieuwe product-dienst combinaties Nano-materialen
Onderhoudsvriendelijke materialen en producten met hoge bedrijfszekerheid Materialen voor hernieuwbare energie
Nieuwe bouwmaterialen
Een trend richting steeds kleiner wordende batch groottes om uiteindelijk bij gepersonaliseerde producten op basis van individuele klanteisen te eindigen Een trend richting slimmere en compactere producten leidt tot complexere producten gemaakt van nieuwe materialen Door de stijgende vergrijzing in vooral West-Europa dienen een groot aantal nieuwe diensten en functionaliteiten ontwikkeld te worden Er is een toename in het aanbieden van modellen waarbij een dienst wordt verkocht gekoppeld aan het product Er is een toename van embedded functionaliteiten, nanoelektronica in de gezondheidszorg, sensortechnieken in voeding, …. Hogere eisen aan veiligheid en onderhoudsvriendelijkheid vragen om producten en materialen in functie van een hogere bedrijfszekerheid, zelfreinigend en zelf herstellend vermogen Om de Europese doelstellingen betreffende de inzet van hernieuwbare energie te behalen, dienen nieuwe materialen ontwikkeld te worden, bijvoorbeeld materialen voor batterijen, windmolens, scheidingsmembranen,… Door de verstedelijking, inbreiding door nieuwbouw en renovatie en door wijziging in het patrimonium (bijvoorbeeld meer
Page 6
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’
Materialen voor de opvang klimaateffecten
Materialen voor de duurzame exploitatie van de zeeën
Lichte materialen voor mobiliteit Meer aandacht voor design for assembly en disassembly
Productie
Neocraft - Ambachtelijk ogende materialen
Nieuwe productietechnologieën
Grondstoffen
Overschrijding ecologische draagkracht
Substitutie schadelijke chemicaliën Hogere grondstoffen efficiëntie
Toename materiaalkringlopen en materiaal substitutie
serviceflats, multifunctionele gebouwen,…) is er een behoefte aan nieuwe materialen, bouwelementen voor systeembouw en domoticasystemen. Door de klimaatverandering zullen nieuwe infrastructuurwerken moeten plaatsvinden om fenomenen als hogere neerslag, stijging zeespiegel, hogere windsnelheden, … op te vangen waarvoor nieuwe materialen zoals geotextiel moeten ontwikkeld worden De offshore wind sector en werken voor kustbescherming bieden nieuwe mogelijkheden voor het ontwikkelen van andere economische activiteiten op zee, zoals getijde energie, golfenergie en aquacultuur. Deze sectoren vragen om specifieke materiaaltoepassingen en producten Door de druk op mobiliteit en de uitstoot van transport is er een behoefte aan voornamelijk lichtere materialen met minstens gelijk blijvende sterkte Producten die ontwikkeld en geproduceerd worden dienen nadien op slimme manieren terug verzameld te worden voor hergebruik, recyclage of herstel op het einde van de gebruiksfase van het product Handmade producten en materialen vinden terug opgang. Na het minimalisme is er terug oog voor details, handycraft, complexe 3D structuren (additive manufacturing) in producten, afwerkingen, gebouwen en grafische ontwerpen Door de ontwikkeling van bijvoorbeeld 3D- printtechnologie en digitalisering van het productieproces ontstaan nieuwe mogelijkheden voor een flexibeler productieproces en additive manufacturing De ecologische voetafdruk per wereldburger dient verkleind te worden en maatregelen voor klimaatbeheersing zijn noodzakelijk. De ecologische voetafdruk door productie, transport en verwerking van goederen zal drastisch moeten verminderen Er is een toenemende druk om schadelijke chemicaliën in producten en het productieproces te vervangen. Afname van de Europese concurrentiekracht in de maakindustrie en een wereldwijde economische crisis waardoor de economie dient gestimuleerd te worden met verhoging van de Europese concurrentiekracht door kosten beheersing, hogere grondstoffen efficiëntie, meer innovatie, specialisatie en clustering en het verzekeren van de beschikbaarheid van essentiële grondstoffen Door de toenemende vraag, de beperkte voorraden en geopolitieke verhouding neemt de onzekerheid over beschikbaarheid, geografische verdeling en kost van grondstoffen (inclusief biomassa) enorm toe. Hierdoor zal de vraag naar materialen die eenvoudig in duurzame gesloten kringlopen passen stijgen. Dit biedt de industrie kansen om betere processen en materialen te ontwikkelen. Er zal ook een stijgende vraag naar vervanging van schaarse materialen ontstaan (oa obv biotechnolgie, zie onder)
Page 7
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’
Samenwerking
Toename biogebaseerde producten
Toenemende participatie van burgers/klant over de hele waardeketen
Toename samenwerking Burger-BedrijfKennisinstelling-NGOOverheid
Beleid
Verschuivingen in de waardeketen
Striktere wetgeving
Doorbraken en ontwikkelingen op het gebied van (bio-) technologie leiden tot een gestage groei aan nieuwe biogebaseerde materialen. Zo komt er naast de bioafbreekbare materialen ook een evolutie naar steeds meer biogebaseerde materialen. Er wordt tegelijkertijd steeds meer geleerd hoe de natuur materialen aanmaakt en op termijn zullen steeds meer industriële processen ontworpen worden op basis van natuurlijke processen (biomimicry) Er is een toename van het bewustzijn en de participatie van burgers door de hogere gemiddelde scholingsgraad en de sociale media. Deze toename bevordert nieuwe economische modellen op basis van participatie (bijvoorbeeld micro kredieten, crowdfunding,…) en de vraag naar 'Lot size 1'-producten Er is een toename/wijziging in samenwerking tussen overheden en tussen overheid, industrie, kennisinstellingen, financiële wereld, NGO’s en burgers/consumenten Door de introductie van bijvoorbeeld biogebaseede materialen en product-dienst combinaties en de verhoogde recyclage komen er nieuwe spelers in de verschillende materiaal waardeketens (bv de agro industrie in de chemie) en ontstaan er nieuwe samenwerkingsverbanden Wetgeving over afval, terugnameplicht, gebruik van grondstoffen (REACH), dwingt bedrijven op zoek te gaan naar meer duurzame alternatieven. Voor de industrie biedt dit kansen voor het ontwikkelen en in de markt zetten van nieuwe materialen
2.3 Kansrijke waardeketens voor de toekomst Internationaal worden een aantal waardeketens in textiel en kunststoffen als bijzonder kansrijk geschat omdat ze in positieve zin beïnvloed worden door één of meer van de specifieke trends in textiel en kunststoffen. Onder kansrijk wordt hier verstaan een grote kans op hogere toegevoegde waarde en/of totale groei. 2.3.1 Technisch textiel Technisch textiel is een verzameling van zeer diverse textielproducten en -materialen waarvan de functie primeert op de vormgeving. De verschillende technische voor verschillende marktsegmenten die bijna allemaal met tech-verzamelwoorden worden dikwijls aangeduid volgens hun toepassing (bv. Medtech voor medisch textiel, Mobiltech voor automotive toepassingen, Protech voor beschermende kleding, Agrotech voor textiel gebruikt in de landbouwsector, …). Steeds meer niet-textiel sectoren zijn ervoor gewonnen de (combinatie van) interessante eigenschappen van technisch textiel zoals sterkte, lichtgewicht, akoestiek, flexibiliteit, functionaliteiten… toe te passen in hun activiteiten en/of producten om in te spelen op de belangrijke materiaal trends van de toekomst.
Page 8
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’
De laatste jaren zijn er heel wat ontwikkelingen gebeurd op het vlak van technisch textiel. De introductie van micro- en specialiteitsvezels en tal van nieuwe veredelingsproducten en technologieën resulteerden in een nieuwe generatie van textielmaterialen. De nieuwe generatie van textielontwikkelingen heeft betrekking op materialen met bijvoorbeeld brandwerende, antibacteriële, antistatische, … zelfs en stressreducerende eigenschappen of zelfs zelfherstellende materialen. Ook op het vlak van de structuur zoals 3D-structuren, spacer structuren, de combinatie van textiel met andere materialen, integratie van elektronische componenten, … wekt de interesse van heel wat bedrijven en hun klanten. Technisch textiel heeft een hogere toegevoegde waarde dankzij onderzoek en ontwikkeling en doorgedreven specialisatie die ervoor zorgt dat het moeilijk kopieerbare producten zijn. Daarenboven is in de markt van het technisch textiel de klant-leverancier relatie van bijzonder belang. Hieruit volgt dat de transformatieinspanning om van klassiek textiel over te stappen naar technisch textiel niet gering is.
2.3.2 Productiemiddelen voor textiel De textielfabrieken werken vandaag de dag al met de nieuwste technologieën: CAD/CAM-design, computergestuurde getouwen, automatische orderopvolging… . De meeste textielbedrijven van vandaag zijn sterk geautomatiseerd: van de bestelling tot de levering bij de klant, en van het ontwerp en de creatie van het product over de fabricatie tot de verpakking en het transport. Om de producten van de toekomst te produceren, moeten state-of-the art productiemiddelen worden geïntroduceerd, als aantrekkingspool voor nieuwe ontwikkelingen. Productiemiddelen van wereldklasse leiden tot producten met een hoge toegevoegde waarde, die een hogere loonkost van geschoolde productiemedewerkers compenseren. Textielbedrijven ontwikkelen steeds meer een eigen ‘technology roadmap’ waarin technologieontwikkeling en marktvraag nog beter aan elkaar gekoppeld worden. Voorlopers schaffen daarom niet alleen de laatst beschikbare productietechnologie aan, maar ontwikkelen ook eigen productiemiddelen in samenwerking met leveranciers, op basis van technologieën die nog niet commercieel beschikbaar zijn. Nieuwe productietechnologieën zijn de sleutel tot het realiseren van een uniek aanbod. 2.3.3 Biogebaseerde polymeren Grondstof op basis van biomassa is een belangrijke vorm van materiaalsubstitutie voor fossiele grondstoffen. Doorbraken en ontwikkelingen op het gebied van bio technologie leiden tot een gestage groei aan nieuwe biogebaseerde materialen. De stijgende vraag naar biogebaseerde materialen is het grootst voor biopolymeren en meer in het bijzonder verpakkingen. Er is een toenemende interesse in radicale doorbraken in materiaaleigenschappen door middel van industriële biotechnologie. Deze functionaliteiten moeten bedrijven helpen om tegenmoet te komen aan het toenemend aantal en de steeds hogere eisen waaraan hun producten moeten voldoen. Zo dienen materialen steeds meer recycleerbaar, ecologisch, licht, onderhoudsvriendelijk, zelfherstellend en slim tegelijk te zijn met zo weinig mogelijk zeldzame stoffen. 2.3.4 Hybride en multi-materialen Deze materialen, bijvoorbeeld composieten, worden veel gebruikt in de bouw van transportmiddelen zoals vliegtuigen, wagens en schepen. Ook in andere sectoren, waar zeer sterke lichte materialen nodig zijn,
Page 9
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’
kennen ze een toenemend succes bijvoorbeeld in windmolens, bouwmaterialen, behuizing van (elektronische) apparaten en machines en in artikelen voor sport en vrije tijd. Het gebruik van deze materialen groeit gestaag. De verwachting is een gemiddelde groei van 8% in composieten voor de wereldmarkt tot en met 2020. De belangrijkste driver is momenteel gewichtsreductie om brandstof te besparen. In composieten is er ook een duidelijke trend naar thermoplastische composieten en “groene” composieten. In deze laatste worden natuurlijke (of hernieuwbare) vezels gebruikt als versterking en wordt voor de matrix eveneens een hernieuwbare grondstof ingezet.
2.3.5 Recyclage Als de trend naar verduurzamingen het sluiten van kringlopen doorzet zal de vraag naar duurzame producten en dus ook recyclaat sterk toenemen. In een dergelijke markt ontstaan voor de sector kansen rond de volgende productgroepen en processen:
Design technieken die toelaten producten te ontwikkelen die eenvoudig te recycleren zijn Ontwikkeling van nieuwe concepten in producten zoals slimme lossende hechtingsmiddelen die recycleren vergemakkelijken Ontwikkeling van geschikte compatibilisatoren om gerecycleerde polymeren en de eventuele aanwezige verontreinigingen te verwerken in kwaliteitsvolle producten Processen en hulpmiddelen om lokaal kleine volumes te scheiden en recycleren Processen voor urban mining Processen voor hoogtechnologische geautomatiseerde recyclage van complexere en samengestelde materialen Ecodesign, design for recycling
2.3.6 Productietechnologie voor kunststoffen Wat geldt voor de textielindustrie betreffende productietechnologie, geldt ook voor de kunststoffensector: de meeste kunststofbedrijven van vandaag zijn sterk geautomatiseerd, van de bestelling tot de levering bij de klant, en van het ontwerp en de creatie van het product over de fabricatie tot de verpakking en het transport. In deze sector is specifiek 3D-printing in volle opmars. 3D-printing is een techniek waarmee de meest uiteenlopende producten kunnen worden gemaakt, van vliegtuigonderdelen tot chocoladekoekjes over bloedvaten. Bij 3D-printen wordt meestal gebruik gemaakt van kunststoffilamenten of een fijn poeder (gips, plantaardige stoffen, bioplastic, polyurethaan, polyester, epoxy, enzovoort) zoals bij inkjetprinters , waarbij een eenvoudige tot zeer complexe vorm (zonder beperkingen in complexiteit) laag per laag wordt opgebouwd. Deze vorm wordt gedefinieerd door een CAD-bestand. Vandaag wordt 3D-printen vooral toegepast door bedrijven die prototypes nodig hebben in bijvoorbeeld (niet limitatief) de medische industrie, architectuur, mode en design. Ook kunstenaars gebruiken het om hun creaties in een relatief korte tijd in een vaste vorm te krijgen. In 2014 lijkt de toepassing in een stroomversnelling te komen nu ook grote industriële bedrijven zoals Siemens AG de techniek zullen gaan integreren in hun productieproces.
Page 10
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’
3 DE CLUSTER MATERIALEN IN DE PROVINCIE WESTVLAANDEREN 3.1 Algemeen Het onderwerp van deze roadmap is de sector van “nieuwe materialen’’, meer in het bijzonder de textiel en kunststoffenindustrie. Het gaat hier om voor West-Vlaanderen historisch belangrijke sectoren die het laatste decennium een moeilijke reconversie hebben ondergaan. De textiel- en kunststoffensector kennen in respectievelijk Zuid- en Midden-West-Vlaanderen een hoge specialisatiegraad. De specialisatiegraad in textiel in het bijzonder is zeer hoog in vergelijking met Vlaanderen. In West-Vlaanderen bevinden zich enkele sterk innovatieve bedrijven op internationaal niveau in technisch textiel, een sub-sector die een belangrijke overlap heeft tussen beide sectoren (textiel en kunststoffen). De hoge specialisatiegraad vinden we ook terug in de sterke kennisinfrastructuur in materialen (universiteiten én technische hogescholen + kenniscentra), met onder andere sterk toegepast onderzoek. De hoge specialisatiegraad wordt ook meer en meer erkend door de lokale overheid en vertaald in een overheidsbeleid met sterke aandacht voor 'nieuwe materialen’. De belangrijkste karakteristieken van de industrie worden hieronder samengevat.
Er is een omzetdaling is in de totale textielsector en de omzetdaling in West-Vlaanderen is groter is dan in het Vlaamse Gewest Er is een omzetgroei in de West-Vlaamse rubber en kunststof sector die kleiner is dan in het Vlaamse Gewest Er is een belangrijke afname in toegevoegde waarde in de textiel sector en de toegevoegde waarde in de rubber, kunststoffen (en bouwstoffen) is stabiel. In West-Vlaanderen zijn meer dan de helft van de Vlaamse textiel ondernemingen en een kwart van de rubber- en kunststoffen ondernemingen gevestigd De sectoren kennen een lagere startersratio en uittredingsratio dan in de rest van het Vlaamse Gewest De evolutie van de tewerkstelling toont aan dat de tewerkstelling in West-Vlaanderen in beide sectoren beter stand houdt dan in het gehele Vlaamse Gewest, behalve in de kledingsector De textiel is een sector met een heel hoge exportquote in West-Vlaanderen waar het aandeel van de export in tegenstelling tot de rest van Vlaanderen in positieve zin evolueert. De exportquote in de rubber en kunststof sector is sterk dalende over heel Vlaanderen, in het bijzonder nog sterker in West-Vlaanderen Er is sinds 2009 een sterke toename in investeringen in de rubber en kunststoffen sector in West-Vlaanderen (sterker dan in de rest van Vlaanderen) en een heel beperkte toename in investeringen in de textiel (gelijklopend met de rest van Vlaanderen). De belangrijkste markten voor textiel in West‐Vlaanderen zijn vloerkleden en tapijt, weven van textiel en technisch textiel voor onder andere de bouw, bescherming en welzijn en geneeskunde Voor de West‐Vlaamse kunststofbedrijven zijn de volgende markten belangrijk: bouw, platen, vellen, buizen en profielen voor specifieke toepassingen en verpakking
Page 11
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’
3.2 Andere karakteristieken van de cluster In de bijlage 3 wordt een overzicht gegeven van de Europese onderzoeksprioriteiten en het onderzoek bij bedrijven (overheidssteun, deelname aan collectieve innovatie en patenten). Hieronder wordt het overheidsbeleid en de 3-helix samenwerking in West-Vlaanderen kort samengevat.
Met het strategische plan West Deal (2013 – 2018) wil de Provincie, door toedoen van haar provinciale ontwikkelingsmaatschappij (POM), de basisvoorwaarden helpen ontwikkelen voor een duurzame economische transformatie. De West-Vlaamse aanpak van het Nieuw Industrieel Beleid vertaalt zich in de operatie Fabriek voor de Toekomst West. Onder collectieve Fabrieken voor de Toekomst dient verstaan een geïntegreerd samenwerkingsverband met verschillende kerngroepen en operationele werkgroepen, waarin naast de POM tevens vertegenwoordigers van het bedrijfsleven (inclusief professionele verenigingen) en van de academische wereld zitting hebben. Zij hebben de opdracht om vooruitstrevende actieplannen te ontwikkelen in een 3-helix samenwerking met het doel de innovatie en transformatie in topsectoren (met een internationale relevantie) van de West-Vlaamse industrie te ondersteunen. De Fabriek voor de Toekomst ‘nieuwe materialen’ is een economische samenwerking van complementaire actoren waaronder Essenscia, Centexbel/VKC, Sirris, FISCH - Flanders’ PlasticVision, Flanders InShape, UNIZO, Voka, Syntra West, UGent en KU Leuven. Voorts besteedt de Provincie ook veel aandacht aan het faciliteren, coördineren en bevorderen van de grensoverschrijdende samenwerking met buurregio’s (bv Noord-Frankrijk), met specifieke ‘spiegelregio’s’ over heel Europa en met regio’s en landen buiten Europa.
Page 12
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’
4 SWOT- ANALYSE Op basis van de mondiale trends en analyse van de sector in West-Vlaanderen is een SWOT-analyse gemaakt voor de sector waarvan de volledige weergave is opgenomen in bijlage 4. Door middel van interviews met bedrijven en kennisinstellingen is een selectie gemaakt van de TOP 5 elementen in de SWOT die hieronder worden toegelicht. De elementen in de SWOT zijn specifiek toepasselijk voor West-Vlaanderen of voor het groter geheel zoals Vlaanderen of Europa, inclusief WestVlaanderen. In de verdere ontwikkeling van de roadmap wordt regelmatig teruggekoppeld naar de gehele SWOT uit bijlage 4.
4.1 Sterktes Specialiatiegraad
O&O
Overheidsbeleid Grondstoffen
Logistiek
De textiel- en kunststoffensector kennen in Zuid- en Midden-WestVlaanderen een hoge concentratie aan activiteiten, in het bijzonder vergeleken met Vlaanderen. De regio is sterk gespecialiseerd in bijvoorbeeld textiel (Europese topcluster) met enkele sterk innovatieve bedrijven actief op globaal niveau en in producten voor de bouw met afzetmarkten in Europa. In West-Vlaanderen bevindt zich een sterke kennisinfrastructuur in materialen (universiteiten, technische hogescholen en kenniscentra), met onder andere sterk toegepast onderzoek. De specialisatiegraad wordt door de lokale overheid vertaald in een overheidsbeleid met sterke aandacht voor 'materialen". West-Vlaanderen is zeer goed gelegen ten opzichte van de belangrijkste grondstofbronnen van vandaag en van de toekomst. De sectoren hebben snelle toegang tot grondstoffen en kennis erover door de nabijheid van de grootste chemische clusters in Europa. Het Europees koploperschap van Vlaanderen betreffende inzameling van recyclaat biedt voldoende grondstoffen voor materialen uit gerecycleerd materiaal. De nabijheid van kennis en know-how in de landbouw-biotechnologie waardeketen in ontwikkeling in Noord Frankrijk biedt mogelijkheden voor nieuwe biopolymeren en biologische plug-in polymeren. De windenergie aan de kust biedt mogelijkheden voor het onttrekken van grondstoffen op basis van power-to-gas. West-Vlaanderen heeft door haar ligging snelle toegang tot de grotere markten in Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk en kan daarbij op de internationale Haven van Zeebrugge rekenen.
Page 13
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’
4.2 Zwaktes Concurrentiekracht De concurrentiekracht van de maakindustrie staat onder druk, ook in WestVlaanderen dat het laatste decennium geconfronteerd is met een achteruitgang van het aantal bedrijven en een lager aantal starters, in voornamelijk textiel. Vooral de hoge energie- en loonkosten zijn belangrijke nadelen in de mondiale concurrentieslag. O&O Door het ontbreken van grote universitaire centra in West-Vlaanderen en door het aarzelend contact met bestaande universitaire centra (vnl in geval van KMO’s) is er vaak onvoldoende schaalgrootte, trendwatching, valorisatiekennis en radicale vernieuwing in O&O. Een ander gevolg is een lagere aantrekkingskracht uitgaande van opleidingen in hoger onderwijs in West-Vlaanderen en een brain-drain naar andere provincies. De O&O capaciteit en het absorptievermogen in het algemeen maar vooral bij KMO’s is te klein. Het ontbreekt aan samenhang tussen onderzoekslijnen en de afstemming tussen kennisinstellingen. Beleid Overheidsbeleid is nog te gefragmenteerd op verschillende niveaus, van Europa tot West-Vlaanderen. Dit leidt tot een versnippering van middelen en te geringe specialisatie. Bovendien hebben verschillen in wetgeving tussen regio’s en landen op vlak van toepassingsmogelijkheden, specificaties,… een verhoging van de kostprijs van materialen tot gevolg. Markt In kunststoffen en textiel is er een toenemende variëteit (vaak met kortere levenscyclus) in en complexiteit van materialen en additieven. Deze evolutie vergt van KMO-bedrijven steeds zwaardere inspanningen en meer specialisatie om in de markt mee te spelen. Hierdoor, maar ook door te weinig aandacht voor productinnovatie, ontstaan er weinig nieuwe OEMs (Original Equipment Manufacturers). Hoewel Vlaanderen koploper is betreffende recyclage van relatief gemakkelijk te scheiden afvalstromen (bv productieuitval), is er ook voor Vlaanderen nog een hele weg te gaan in het grootschalig recycleren van complexe kunststofstromen (bv consumer afval) op het vlak van kwaliteit van het recyclaat. Samenwerking Het “gesloten” karakter van West-Vlaamse ondernemers vormt vaak nog een belemmering voor samenwerking en “open innovatie”. Er is ook nog te weinig samenwerking tussen industriële sectoren onderling en over de waardeketen heen (landbouw of petrochemie -chemie-kunststofverwerker) en met kennisinstellingen. Het lokaal ecosysteem is niet gekend en/of heeft weinig meerwaarde. Bovendien vinden de West-Vlaamse ondernemers moeilijk hun weg naar ondersteuning voor innovatie, bijvoorbeeld vanuit IWT.
Page 14
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’
4.3 Opportuniteiten Markt
Markt
Ontwerp
Grondstoffen
Productie
Er zijn belangrijke opportuniteiten voor het ontwikkelen en vermarkten van nieuwe materialen voor toepassingsgebieden met interdisciplinair karakter. (Bio)-composieten (bijvoorbeeld voor hernieuwbare of alternatieve energiebronnen), lichte materialen voor machines (bijvoorbeeld voor textiel- en landbouwsector), dynamische coatings (bijvoorbeeld in functie van temperatuur, druk,…), specifieke materialen voor de zorgsector (bijvoorbeeld voor ouderenzorg) en technische textiel voor sport en veiligheid zijn vaak vernoemde kansrijke toepassingen. Een nauwere samenwerking van West-Vlaamse bedrijven met FISCH en SIM biedt hiervoor perspectieven. Er zijn belangrijke opportuniteiten voor het ontwikkelen en vermarkten van intelligente materialen, bijvoorbeeld intelligent textiel (bv voor de ouderenzorg of militaire toepassingen) en verpakkingen (bijvoorbeeld in de voeding) met integratie van micro-elektronica. Een nauwere samenwerking van West-Vlaamse bedrijven met de cluster rond IMEC en DSP Valley biedt hiervoor perspectieven. Door de tendens naar complexere en samengestelde materialen te koppelen aan de kennis betreffende recyclage en productontwikkeling in (West-)Vlaanderen kan een positie ingenomen worden in doorgedreven ecodesign expertise. Tussen ontwerp en marktintroductie is prototyping een proces of dienst waarin nog veel toegevoegde waarde kan gecreëerd worden. De grondstofbevoorrading kan op langere termijn gediversifieerd worden tot een dynamische vraag-aanbod gedreven mix door gebruik van grondstoffen uit de fossiele grondstoffen, natuurlijke grondstoffen (bijvoorbeeld vlas) industriële biotechnologie (bv uit lokale biomassa), door de lokale conversie van energie overschotten uit hernieuwbare energie (bv uit offshore windmolens) en recyclage. Additive manufacturing, waarin Vlaanderen een koppositie heeft, en automatisatie bieden kansen om nieuwe complexe hoogwaardige producten en business modellen vanuit West-Vlaanderen te ontwikkelen. Door de tendens naar complexere en samengestelde materialen te koppelen aan de kennis inzake recyclage in Vlaanderen en de lokale knowhow in mechatronica kan een koppositie ingenomen worden in geautomatiseerde digitale productie en recyclage. Hiervoor is een nauwe samenwerking met Essenscia/FISCH en Agoria/SIRRIS aangewezen. Het verder ontwikkelen van spuittechnologie biedt kansen voor het aanbieden van producten en diensten in onder andere dynamische coatings.
Page 15
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’
4.4 Bedreigingen O&O
Investeringen
Grondstoffen
Personeel
Beleid
O&O activiteiten in grote bedrijven dreigen zich naar het buitenland, ook de onmiddellijke buurlanden, te verplaatsen dicht bij de grote afzetmarkten. Als gevolg daarvan kunnen op termijn kennisinstellingen en productievestigingen in Vlaanderen ook verdwijnen. Bedrijven moeten rekening houden met het risico dat resultaten van onderzoek leiden tot productie buiten Europa waar voldoende kapitaal is en de kosten lager zijn. Dit betekent dat (West-)- Vlaanderen niet profiteert van de investeringen die (West-)- Vlaanderen doet in O&O. Europa heeft een bestaand productiesysteem waardoor investeringen in nieuwe aangepaste machines en installaties (bijvoorbeeld in functie van nieuwe grondstoffen) over een hele waardeketen niet of beperkt haalbaar zijn. De textiel en kunststoffen sector zijn in toenemende mate afhankelijk van de wereld-olie- en gasmarkt. De grondstoffenrace verscherpt in de komende tien jaar waarbij er een machtsverschuiving is van het Westen naar het Oosten. De andere Europese landen en regio’s benen Vlaanderen bij op vlak van recyclage en Vlaanderen verliest de koppositie en alle voordelen van deze positie. Door schaalgrootte en aanzuigeffect van grotere landen wordt Vlaanderen in de toekomst mogelijks geconfronteerd met een beperkte beschikbaarheid en een hoge prijs van recyclaat. Het imago van 'textiel' en 'plastiek' (oubollig en met weinig toekomst) heeft tot gevolg dat er geen interesse is bij scholieren en studenten om voor die richtingen te kiezen. Op termijn dreigt textiel onderwijs volledig te verdwijnen. Door toenemende materiaalrichtlijnen in regelgeving (bv REACH) en verschillen in regelgeving binnen de EU en tussen de EU en de rest van de wereld, verliest de Europese en dus West-Vlaamse industrie aan innovatie- en concurrentiekracht.
Page 16
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’
5 VISIE 2025 Op basis van de SWOT-analyse is met de West-Vlaamse cluster nagedacht over een visie voor 2025. Deze visie geeft weer waar de cluster in 2025 staat. Deze visie is samengevat in 4 elementen:
1. West-Vlaamse bedrijven ontwikkelen nieuwe materialen en producten met hoge toegevoegde waarde die een antwoord bieden aan internationale marktbehoeftes. 2. West-Vlaamse bedrijven zijn door diversificatie in grondstofvoorziening verzekerd van competitieve grondstoffen en zet deze doelgericht in. 3. West-Vlaamse bedrijven zijn een referentie in geautomatiseerde digitale productie en recyclage door het optimaal gebruiken van geavanceerde productietechnologie. 4. West-Vlaamse bedrijven werken intensief samen met andere bedrijven, clusters, kennisinstellingen en overheden in een toegankelijk en waardevol ecosysteem binnen en buiten de eigen regio.
1. West-Vlaamse bedrijven ontwikkelen nieuwe materialen en producten met hoge toegevoegde waarde die een antwoord bieden aan internationale marktbehoeftes. De specifieke kansrijke materialen en producten zullen evolueren met de tijd. Volgende materialen en producten worden momenteel als bijzonder kansrijk in de internationale markt beschouwd voor West-Vlaamse bedrijven: a. Lichte structuurmaterialen i. Hybride materialen (composieten, meerlagige systemen, …) ii. materialen voor machines (bijvoorbeeld voor textiel- en landbouwsector) iii. kunststofproducten voor de bouw b. Technische textiel i. technische textiel voor sport, bescherming, medische toepassingen en veiligheid ii. (biodegradeerbaar) technisch textiel voor voeding, verpakking, milieu, bouw, zee-, geo- en agrotoepassingen iii. duurzaam technisch textiel voor mariene, ruimtevaart, transport, … toepassingen iv. intelligent textiel voor monitoring van patienten , zorgbehoevenden, militairen, … of personen die in gevaarlijke omstandigheden tussenkomen en ook voor het monitoren van structurele toepassingen (composieten, betonstructuren, …) v. technisch textiel als vezelversterking in composieten c. Specifieke toepassingen i. intelligente materialen (bijvoorbeeld verpakking in de voeding) ii. dynamische coatings (bijvoorbeeld in functie van temperatuur, druk,…) iii. materialen voor de zorgsector (bijvoorbeeld voor ouderenzorg) iv. miniatuur producten op basis van microtechnologie (micro tooling en microspuitgieten) 2. West-Vlaamse bedrijven zijn door diversificatie in grondstofvoorziening verzekerd van competitieve grondstoffen en zet deze doelgericht in. West-Vlaamse bedrijven zijn verzekerd van competitieve grondstoffen (polymeren en additieven) voor kunststofproducten en textiel door het kunnen aanspreken van diverse grondstofbronnen, waarvan men de karakteristieken heeft leren en kennen en waarvoor men de nodige verwerkingsprocessen heeft ontwikkeld. De bedrijven zijn in staat op elk
Page 17
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’ moment de meest competitieve grondstoffen in te zetten om tot een eindproduct te komen met een hoge toegevoegde waarde. West-Vlaanderen is in Vlaanderen en Europa is een referentie inzake
grondstofdiversificatie door haar optimale ligging ten opzichte van clusters in chemie, biotechnologie, agroproductie en hernieuwbare energie.
3. West-Vlaamse bedrijven zijn een referentie in geautomatiseerde digitale productie bestaande uit materiaal-, energie- en waterarme processen en waarbij gerecycleerde materialen opnieuw ingezet wordenage door het optimaal gebruiken van geavanceerde productietechnologie.. Dit is onder andere het resultaat van intensieve samenwerking met technologiebedrijven, onder andere binnen (West-)-Vlaanderen op vlak van additive manufacturing, mechatronica en digitale productie (onder andere gepersonaliseerde producten). 4. West-Vlaamse bedrijven werken intensief samen met andere bedrijven, clusters, kennisinstellingen en overheden in een toegankelijk en waardevol ecosysteem binnen en buiten de eigen regio. Marktgerichtheid, innovatie, complementariteit, grensoverschrijding en schaalgrootte zijn belangrijke uitgangspunten voor van O&O tot en met productie en levering. Het West-Vlaamse ecosysteem is zeer performant in het identificeren van opportuniteiten door kruisende waardeketens. De specifieke kansrijke kruisingen zullen evolueren met de tijd. Volgende kruisingen worden momenteel als bijzonder kansrijk in de internationale markt beschouwd voor West-Vlaamse bedrijven: a. Agro-voeding – materialen, bijvoorbeeld i. Ontwikkeling en productie van technische textiel voor de landbouw, in een geïntegreerde visie inclusief de West-Vlaamse machinebedrijven in de landbouw en ontwikkeling en productie van slimme verpakkingen ii. Grondstofvoorziening uit de landbouw naar de materialen (natuurlijke producten, biotechnologie tot en met chitine uit insecten voor marien textiel) b. Maritiem – materiaal, bijvoorbeeld i. Ontwikkeling en productie van duurzame materialen voor maritieme toepassingen, zowel visserij (bijvoorbeeld chitine als anti-fouling coating) als hernieuwbare energie (bijvoorbeeld composieten) ii. Grondstofvoorziening door gebruik van C1-grondstoffen geproduceerd door hernieuwbare energie c. Zorg – materiaal, bijvoorbeeld i. Ontwikkeling en productie van textiel en kunststof voor de ouderenzorg ii. Innovatief aanbesteden uit de ouderzorg in West-Vlaanderen. De wereldbevolking kent een vergrijzende bevolking die zich in België het sterkst doorzet in WestVlaanderen, met tegen 2030 bijna 30 % 65-plussers. d. Mechatronica – materialen, bijvoorbeeld i. Ontwikkeling en productie van slimme en lichte materialen voor de mechatronica ii. Ontwikkeling van geavanceerde productietechnologie door de mechatronica Lokaal in West-Vlaanderen hebben er zich dank zij de leidende rol van West-Vlaamse bedrijven in bepaalde ecosystemen een aantal nieuwe OEMs (minstens start-ups) ontwikkeld of gevestigd. Met het bestaande ecosystem, onder andere met deze nieuwe OEMs, bouwt West-Vlaanderen aan haar toekomst na 2025.
Page 18
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’
6 GAP-ANALYSE De belangrijkste voorwaarde om de visie 2025 te realiseren is ondernemerschap, zowel van de bedrijven als in kennisinstellingen als door de overheid. Ondernemerschap is een individuele of collectieve dynamiek die richting geeft en stuwt, in dit geval richting visie 2025. Het ondernemerschap moet ook resulteren in een structurele aanpak van complexere uitdagingen die vaak grensoverschrijdend ondernemerschap vragen van bedrijven, kennisinstellingen en overheid samen. Voor de 4 visie elementen wordt hieronder aangegeven wat belangrijke ‘gaps’ zijn richting visie 2025 die tijdens dit roadmap traject zijn geïdentificeerd en waarop het grensoverschrijdend ondernemerschap zich dient te richten. 1. West-Vlaamse bedrijven ontwikkelen nieuwe materialen en producten met hoge toegevoegde waarde die een antwoord bieden aan internationale marktbehoeftes. -
-
-
Hoge toegevoegde waarde wordt onder andere gecreëerd door sterke functionaliteiten in nieuwe materialen die beter zijn dan de bestaande of door het integreren van markt gedreven waardes als ‘duurzaamheid’. Nog zeer veel West-Vlaamse bedrijven zijn echter gericht op procesoptimalisatie en misschien procesinnovatie, maar nog te weinig in productinnovatie. Dit geldt in mindere mate voor technisch textiel. De O&O capaciteit en het absorptievermogen in het algemeen maar vooral bij KMO’s is te klein. Het ontbreekt aan samenhang tussen onderzoekslijnen en de afstemming tussen kennisinstellingen. Nieuwe milieu- en andere wetgeving (o.a. REACH, VLAREM, …) belemmert de ontwikkeling van nieuwe producten. Transformatie van bedrijven die klassieke producten produceren naar meer technische of complexe producten Precaire positie van onderaannemer doorbreken door onontbeerlijke kennis aan te reiken om complexe klantproblemen op te lossen.
2. West-Vlaanderen bedrijven zijn door diversificatie in grondstofvoorziening verzekerd van competitieve grondstoffen en zet deze doelgericht in. -
-
Er zijn nog belangrijke inspanningen nodig in de ontwikkeling (zowel O&O, regelgeving, investeringen als economische modellen in het geval van CCU): o recyclage van materialen door de complexiteit van producten waarin ze verwerkt zijn en door bijvoorbeeld aanwezigheid van additieven in het materiaal o door de leveranciers aan de textiel en kunstoffenbedrijven productie van bio-aromaten via biotechnologie power to gas/chemicals (omzetting van bijvoorbeeld hernieuwbare elektriciteit tot C1-moleculen) ontwikkeling van CCU, dit is Carbon Capture and Utilization of de omzetting van CO2 tot waardevolle moleculen De gepercipieerde toegevoegde waarde van niet fossiel gebaseerde grondstoffen dient te verhogen door wegnemen van onzekerheid en risico of door het verhogen van de functionaliteiten ervan
Page 19
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’
-
Bedrijven beschikken vaak niet over de nodige know-how, noch over het machinepark om flexibel in te spelen op klantvragen door de inzet van verschillende soorten grondstoffen in verschillende productieloten. Bedrijven met één of een beperkt aantal productielijnen beschikken niet over de mogelijkheden om hun productieapparaat te diversifiëren. Dit treft vooral KMO’s en bedrijven met beperkte investeringsmogelijkheden.
-
In West-Vlaanderen is er momenteel relatief weinig industriële en academische interesse op vlak van industriële biotechnologie De logistieke voorzieningen dienen in bedrijven, havens en andere tranportinfrastructuur ontwikkeld te worden om flexibel in te spelen met grondstoffen op klanteisen en markttendensen inzake functionaliteiten, duurzaamheid en prijs
-
3. West-Vlaamse bedrijven zijn een referentie in geautomatiseerde digitale productie en recyclage door het optimaal gebruiken van geavanceerde productietechnologie. -
-
Introductie van nieuwe technologie vraagt om investeringen in nieuwe machines en installaties. Het kapitaal en de wil tot investeren dient aanwezig te zijn. Over de laatste jaren is gebleken dat de wil tot investeren in kunststoffen breed aanwezig is terwijl in de textiel de investeringen zich meer beperken tot een select aantal bedrijven. Om een referentie te worden dient de technologische ontwikkeling mee vanuit de regio gedreven te worden. Voor textiel is dit zeker het geval, maar voor kunststoffen is dit veel minder zeker. De introductie van geavanceerde productietechnologie vraagt niet alleen om hoog opgeleid technisch personeel met kennis van machinebouw én van het product, maar ook van kennis op andere niveaus zoals management niveau. Beschikbaarheid van technisch opgeleid personeel is al jaren kritisch in de regio en specifieke opleidingen in textiel dreigen zelfs te verdwijnen.
4. West-Vlaamse bedrijven werken intensief samen met andere bedrijven, clusters, kennisinstellingen en overheden in een toegankelijk en waardevol ecosysteem binnen en buiten de eigen regio. -
-
Het “gesloten” karakter van West-Vlaamse ondernemers vormt vaak nog een belemmering voor samenwerking en “open innovatie”. Er is ook nog te weinig samenwerking tussen industriële sectoren onderling en over de waardeketen heen (landbouw of petrochemie -chemiekunststofverwerker) en met/tussen kennisinstellingen. Het lokaal ecosysteem is niet gekend en/of heeft weinig meerwaarde. Bovendien vinden de West-Vlaamse ondernemers moeilijk hun weg naar ondersteuning voor innovatie, bijvoorbeeld vanuit IWT. Overheidsbeleid is nog te gefragmenteerd op verschillende niveaus, van Europa tot WestVlaanderen. Dit leidt tot een versnippering van middelen en te geringe specialisatie.
Page 20
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’
BIJLAGE 1 ALGEMENE TRENDS De identificatie van mogelijke toekomstige trends in een sector is sterk afhankelijk van welk toekomstscenario mensen voor ogen hebben. In het uitdrukken van een toekomstscenario wordt vaak gewerkt met twee assen, in het bijzonder:
een economische as, gaande van fragiele tot robuuste economische groei een thematische as, bijvoorbeeld klimaatverandering of vergrijzing
In het kader van deze roadmap oefening is bij een beperkte groep van experts uit verschillende sectoren gepeild op basis van enkele indicatoren hoe zij kijken naar de toekomst. Er is eveneens gevraagd hoe groot zij de impact op de materialensector schatten van de verschillende tendensen. De resultaten van de bevraging zijn weergegeven in onderstaande tabel. De resultaten geven aan dat de experts het in grote mate eens zijn over een toekomst waarin ecologie, vergrijzing en gepersonaliseerde producten belangrijke drivers zijn in een wereld met een schaarste aan grondstoffen en energie. Ze zien een toenemende globale nivellering van het economische en regulerend speelveld. Tendens
Impact
Actie voor een verlaging van de ecologische voetafdruk
Sterk stijgend
M
Actie voor het opvangen van klimaatverandering
Sterk stijgend
L
Beschikbaarheid van grondstoffen
Sterk dalend
H
Bevolkingsgroei
Sterk stijgend
M
Vergrijzing
Sterk stijgend
H
Belang van internationale regelgeving en akkoorden
Sterk stijgend
M
Vraag naar gepersonaliseerde producten
Sterk stijgend
M
Globalisering en leidende economische rol voor de BRIC-landen
Licht stijgend
M
Belang economische rol van Afrika
Licht stijgend
L
Stabiel
L
Sterk stijgend
H
Planeet:
Mens:
Economie:
Dreiging voor economische crisis in Europa Kosten van energie en grondstoffen H = hoge impact; M = middelhoge impact; L = lage impact
Page 21
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’
BIJLAGE 2: DE SECTOR IN WEST-VLAANDEREN Omzet en winstgevendheid Evolutie van de omzet (x1.000 euro) in de textiel‐ en rubber‐ en kunststoffensector en de industrie in West‐ Vlaanderen en het Vlaamse Gewest, 2005‐2012 (a). West-Vlaanderen
Textiel Rubber en kunststof Industrie in enge zin
2005
2012
2.952.313
Vlaams Gewest 2005
2012
2.453.106
Gem.jrl. groei -2,6%
5.051.236
1.198.286
1.319.028
+1,4%
23.215.407
28.072.765
+2,8%
Aandeel WVL in VLG 2005 2012
4.457.847
Gem.jrl. groei -1,8%
58,4%
55,0%
4.783.079
5.460.152
+1,9%
25,1%
24,2%
137.786.203
180.792.448
+4,0%
16,8%
15,5%
(a) Voorlopig cijfer voor 2012. Bron: FOD Economie (ADSEI), Verwerking: Afdeling DSA, POM West-Vlaanderen. Evolutie van de toegevoegde waarde in de sectoren ‘textiel, kleding en leer’ en ‘rubber, kunststoffen en bouwmaterialen’ en de industrie (in enge zin), West‐Vlaanderen en Vlaams Gewest, 2003‐2011. 120
Index (2003 = 100)
110 100 90 80 70 60 2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
West-Vlaanderen - textiel, kleding en leer
Vlaams Gewest - textiel, kleding en leer
West-Vlaanderen - rubber, kunststof en bouwmaterialen
Vlaams Gewest - rubber, kunststof en bouwmaterialen
West-Vlaanderen - industrie in enge zin
Vlaams Gewest - industrie in enge zin
2011
2012
Bron: NBB, Verwerking: Afdeling DSA, POM West-Vlaanderen.
De cijfers geven aan dat de omzetdaling in textiel groter is in West-Vlaanderen dan in het Vlaamse Gewest de omzetgroei in de West-Vlaamse rubber en kunststof sector kleiner is dan in het Vlaamse Gewest er een belangrijke afname is in toegevoegde waarde in de textiel sector de toegevoegde waarde in de rubber, kunststoffen (en bouwstoffen) stabiel is
Page 22
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’
Aantal en grootte van de ondernemingen Verdeling van het aantal vestigingen en de loontrekkende tewerkstelling in de textielsector (exclusief kleding en leer) naar grootteklasse in de West-Vlaamse regio’s, West-Vlaanderen en het Vlaamse Gewest, 31 december 2012. Regio’s Aantal vestigingen Loontrekkende tewerkstelling < 10 10 à 50 à < 10 10 à 50 à ≥ Totaal ≥ Totaal tew 50 200 tew 50 200 200 200 tew tew tew tew tew tew Brugge 13 1 0 0 14 44 13 0 0 57 Midden-West-Vlaanderen 46 20 9 7 82 166 382 1.048 2.602 4.198 Oostende 8 2 0 0 10 28 45 0 0 73 Westhoek 11 9 6 0 26 50 189 456 0 695 Zuid-West-Vlaanderen 89 59 18 5 171 310 1.423 1.608 1.790 5.131 West-Vlaanderen 167 91 33 12 303 598 2.052 3.112 4.392 10.154 Vlaams Gewest 320 155 61 21 557 1.063 3.433 5.370 7.059 16.925 % West-Vlaanderen 52 58 54 57 54 56 60 58 62 60 Bron: RSZ, Verwerking: Afdeling DSA, POM West-Vlaanderen. Verdeling van het aantal vestigingen en de loontrekkende tewerkstelling in de rubber- en kunststoffensector naar grootteklasse in de West-Vlaamse regio’s, West-Vlaanderen, Vlaamse Gewest en België, 31 december 2012. Regio’s
Aantal vestigingen < 10 10 à 50 à ≥ tew 50 200 200 tew tew tew Brugge 4 2 0 0 Midden-West-Vlaanderen 18 21 8 3 Oostende 1 2 0 0 Westhoek 4 3 1 0 Zuid-West-Vlaanderen 8 15 6 1 West-Vlaanderen 35 43 15 4 Vlaams Gewest 161 150 70 19 % West-Vlaanderen 22 29 21 21 Bron: RSZ, Verwerking: Afdeling DSA, POM West-Vlaanderen.
Totaal
6 50 3 8 30 97 400 24
Loontrekkende tewerkstelling < 10 10 à 50 à ≥ Totaal tew 50 200 200 tew tew tew 23 72 0 0 95 88 573 904 1.008 2.573 2 53 0 0 55 18 84 110 0 212 31 357 678 245 1.311 162 1.139 1.692 1.253 4.246 635 3.667 6.845 7.249 18.396 25 31 24 17 23
In de textielsector telt 85 % van de ondernemingen minder dan 50 personeelsleden die samen voor 26 % van de totale tewerkstelling zorgen. De grote ondernemingen (> 200 werknemers) zorgen voor meer dan 40 % van de tewerkstelling. De sector kent echter ook een zeer groot aantal heel kleine (< 10 werknemers) ondernemingen. In de rubber- en kunststoffensector telt iets meer dan 80 % van de ondernemingen minder dan 50 personeelsleden die samen voor minder 30 % van de totale tewerkstelling zorgen. De middelgrote ondernemingen (50 à 200 werknemers) vormen een belangrijke groep, met ca 18 % van de ondernemingen en bijna 40 % van de tewerkstelling. Beide sectoren kenmerken zich dus door een goede mix van groottes van ondernemingen, waarbij de textiel sector relatief meer grote en hele kleine ondernemingen kent. In West-Vlaanderen zijn meer dan de helft van de Vlaamse textiel ondernemingen en een kwart van de rubber- en kunststoffen ondernemingen gevestigd.
Page 23
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’
Aantal starters en stoppers Evolutie van het aantal actieve ondernemingen in de textiel- en rubber- en kunststoffensector; West-Vlaanderen en Vlaams Gewest, 2008-2012. 110
Index (2008 = 100)
100 90 80 70 60 2008
2009
2010
2011
West-Vlaanderen - textiel
Vlaams Gewest - textiel
West-Vlaanderen - rubber en kunststoffen
Vlaams Gewest - rubber en kunststoffen
2012
Bron: FOD Economie (ADSEI), Verwerking: Afdeling DSA, POM West-Vlaanderen. Over de periode 2008‐2012 daalde het aantal actieve ondernemingen in West‐Vlaanderen met 15% in de textielsector en met 6,4% in de kledingsector. Het aantal actieve ondernemingen in beide sectoren daalde minder dan de loontrekkende tewerkstelling in dezelfde periode (eind 2007 tot en met eind 2011). In de rubber‐ en kunststoffensector was er een toename van het aantal actieve ondernemingen met 2,7% tegenover een kleine daling van de loontrekkende tewerkstelling. Tegenover een lagere startersratio in West‐Vlaanderen dan in Vlaanderen in de geanalyseerde sectoren, in de industrie en in de totale economie, staat evenwel ook een lagere uittredingsratio.
Tewerkstelling Algemeen Op 31 december 2012 telde West‐Vlaanderen 10.154 loontrekkenden in de textielsector, dat is 60 % van het Vlaamse totaal en 12 % van de industriële tewerkstelling in West-Vlaanderen. In absolute cijfers telde de West‐ Vlaamse rubberen kunststoffensector 4.246 loontrekkenden. Hiermee is de West‐Vlaamse sector goed voor 23,1 % van het Vlaamse totaal en 5 % van de industriële tewerkstelling in West-Vlaanderen.
Page 24
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’
Evolutie Evolutie van de loontrekkende tewerkstelling in de textiel-, kleding-, leer- en rubber- en kunststoffensector, WestVlaamse regio’s, West-Vlaanderen, Vlaams Gewest en België, 31 december 2007-2012. Regio’s
Textiel
Brugge -77,1% Midden-West-Vlaanderen -20,1% Oostende -55,2% Westhoek -30,6% Zuid-West-Vlaanderen -36,5% Antwerpen -10,0% Limburg -51,7% Oost-Vlaanderen -33,4% Vlaams-Brabant -47,5% West-Vlaanderen -31,1% Vlaams Gewest -32,9% België -31,3% Bron: RSZ, Verwerking: Afdeling DSA, POM West-Vlaanderen.
Kleding
Leer
-15,5% -27,2% -85,7% -37,9% -53,6% -23,7% -49,7% -30,0% -36,6% -36,9% -33,4% -37,6%
9,1% -29,0% -8,7% -35,3% 0,0% -3,6% -36,4% -28,5% -13,3% -19,3% -27,7% -24,1%
Rubber en kunststof -22,8% -3,8% 19,6% -17,8% 1,2% -7,3% -2,3% -13,6% -23,4% -3,5% -9,0% -9,1%
De evolutie toont aan dat de tewerkstelling in West-Vlaanderen in alle sectoren beter stand houdt dan in het gehele Vlaamse Gewest, behalve in de kledingsector.
Aard van de tewerkstelling Verdeling van het aantal ontvangen werkaanbiedingen naar vereist diploma in de sectoren ‘textiel, kleding en schoeisel’ en ‘Chemie, rubber en kunststof’ in West‐Vlaanderen en Vlaams Gewest, 2012. West-Vlaanderen Vlaams Gewest Sector Industrie Sector Industrie Textiel, kleding Hoger 21,0% 22,5% 17,3% 24,8% en schoeisel onderwijs Chemie, rubber Hoger 35,2% 22,5% 40,5% 24,8% en kunststof onderwijs Bron: VDAB‐Arvastat, Verwerking: Afdeling DSA, POM West‐Vlaanderen. De textiel is een sector met een relatief laag aandeel werkaanbiedingen met vereiste ‘Hoger onderwijs’ ten opzichte van de hele industrie, hoewel het % in West-Vlaanderen merkelijk hoger ligt dan in de rest van Vlaanderen. Voor de chemie, rubber en kunststoffen merken we het omgekeerde, waar in West-Vlaanderen het % lager ligt dan in de rest van Vlaanderen, mogelijks door het lager aandeel van de chemie in West-Vlaanderen.
Export en investeringen Evolutie van de exportquote in de textiel- en rubber- en kunststoffensector en de industrie, West-Vlaanderen en het Vlaamse Gewest, 2005-2012 (a). West-Vlaanderen 2005 2012 76,8% 78,0% 74,4% 62,3% 61,0% 58,1%
Vlaams Gewest 2005 2012 75,2% 73,4% 71,0% 59,8% 67,9% 69,3%
Textiel Rubber en kunststof Industrie in enge zin (a) Voorlopig cijfer voor 2012. Bron: FOD Economie (ADSEI), Verwerking: Afdeling DSA, POM West-Vlaanderen.
Page 25
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’
De textiel is een sector met een hele hoge exportquote voor heel Vlaanderen en in het bijzonder in West-Vlaanderen waar het aandeel van de export in tegenstelling tot de rest van Vlaanderen in positieve zin evolueert. De exportquote in de rubber en kunststof sector is sterk dalend over heel Vlaanderen, in het bijzonder nog sterker in WestVlaanderen. Deze daling in export bij een gelijkblijvende omzet is grotendeels het resultaat van de delokalisatie van een aantal productievestigingen gecompenseerd door een sterke toename in afzet in de thuismarkt, hoofzakelijk in de bouw. Evolutie van de investeringen in de textiel- en rubber- en kunststoffensector en de industrie, West-Vlaanderen en Vlaams Gewest, 2005-2012 (a). 180
Index (2005 = 100)
160 140 120
100 80
60 40 2005
2006
2007
2008
2009
2010
West-Vlaanderen - textiel
Vlaams Gewest - textiel
West-Vlaanderen - rubber en kunststof
Vlaams Gewest - rubber en kunststof
West-Vlaanderen - industrie
Vlaams Gewest - industrie
2011
2012
(a) Voorlopig cijfer voor 2012. Bron: FOD Economie (ADSEI), Verwerking: Afdeling DSA, POM West-Vlaanderen. Er is sinds 2009 een sterke toename in investeringen in de rubber en kunststoffen sector in West-Vlaanderen (sterker dan in de rest van Vlaanderen) en een heel beperkte toename in investeringen in de textiel (gelijklopend met de rest van Vlaanderen).
De kenmerken van de waardeketen Graad van specialisatie West-Vlaanderen 12 % (Zuid-West-Vlaanderen 20 %) 5 % (Midden-West-Vlaanderen 9 %)
Aandeel in tewerkstelling industrie Textielssector Rubber- en kunststoffensector
Vlaams Gewest 5% 4,9 %
West-Vlaanderen is een regio met een hoge specialisatiegraad in textiel, waarbij Zuid-West-Vlaanderen gekenmerkt wordt door een zeer hoge specialisatiegraad. In rubber- en kunststoffen kent enkel Midden-West-Vlaanderen een hogere specialisatiegraad dan de rest van Vlaanderen, dat op zich al wel een gewest is met een relatief hoge specialisatiegraad in deze sector.
Page 26
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’
De belangrijkste waardeketens Textiel Specialisatiegraad (2012) en relatieve groei (2007-2012) in de deelsectoren van de textielsector, WestVlaanderen. 20% Vervaardiging van beddengoed, tafellinnen en textielwaren voor huishoudelijk gebruik
VERBETEREND 0% Vervaardiging van ander technisch en industrieel textiel
Vervaardiging van overige geconfectioneerde artikelen van textiel, m.u.v. kleding INDUSTRIE
STERK
Vervaardiging van gebonden textielvlies en van artikelen van gebonden textielvlies, exclusief kleding
Relatieve groei (2007-2012)
-20% Vervaardiging van vloerkleden en tapijt
TEXTIEL
Textielveredeling -40%
Vervaardiging van koord, bindgaren, touw en netten Weven van textiel
Bewerken en spinnen van textielvezels
-60%
ZWAK
ACHTERBLIJVEND
-80% Vervaardiging van andere textielproducten, n.e.g. -100% 0%
50%
100%
150%
200%
250%
300%
350%
Specialisatiegraad (2012)
Bron: RSZ, Verwerking: Afdeling DSA, POM West-Vlaanderen. Binnen West‐Vlaanderen vertegenwoordigt de subsector ‘vervaardiging van vloerkleden en tapijt’ de helft (50,5 %) van alle textielwerknemers. Het ‘weven van textiel’ volgt op de tweede plaats met 16,9 % van de textielwerknemers en de ‘vervaardiging van overige geconfectioneerde artikelen van textiel, m.u.v. kleding’ vervolledigt de top drie met 11,4% van de textielwerknemers in West‐Vlaanderen. Deze drie subsectoren hinken echter relatief achter in relatieve groei t.o.v. de rest van het Vlaamse Gewest. De belangrijkste markten voor textiel in West‐Vlaanderen zijn: Vloerkleden en tapijt Weven van textiel Technisch textiel voor onder andere o Bouw o Bescherming en welzijn o Geneeskunde o ….
Page 27
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’
Rubber‐ en kunststoffensector Specialisatiegraad (2012) en relatieve groei (2007-2012) in de deelsectoren van de rubber- en kunststoffensector, West-Vlaanderen. 20%
STERK
VERBETEREND 10%
Vervaardiging van kunststofartikelen voor de bouw 0%
Relatieve groei (2007-2012)
RUBBER EN KUNSTSTOF Vervaardiging van andere producten van kunststof
Vervaardiging van platen, vellen, buizen en profielen van kunststof
-10% INDUSTRIE Vervaardiging van binnen- en buitenbanden van rubber; loopvlakvernieuwing
-20% Vervaardiging van verpakkingsmateriaal van kunststof
-30%
ACHTERBLIJVEND
ZWAK -40%
-50% 0%
50%
100%
150%
200%
250%
300%
350%
Specialisatiegraad (2012)
Bron: RSZ, Verwerking: Afdeling DSA, POM West-Vlaanderen.
Binnen West‐Vlaanderen is de ‘vervaardiging van kunststofartikelen voor de bouw’ duidelijk de grootste subsector met 42,4 % van alle werknemers in de rubber‐ en kunststoffensector. De subsectoren ‘vervaardiging van andere producten van kunststof’ en ‘vervaardiging van platen, vellen, buizen en profielen van kunststof’ vervolledigen de top drie met respectievelijk 20 % en 18 %. De ‘vervaardiging van kunststofartikelen voor de bouw’ is duidelijk een sterke sector met een heel hoge specialisatiegraad in West-Vlaanderen en een positieve relatieve groei t.o.v. de rest van Vlaanderen. Voor de West‐Vlaamse kunststofbedrijven zijn de volgende markten belangrijk: Bouw Platen, vellen, buizen en profielen voor specifieke toepassingen Verpakking
Page 28
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’
BIJLAGE 3: ONDERZOEK EN ONTWIKKELING Europese onderzoeksprioriteiten De Europese onderzoeksprioriteiten voor de komende decennium zijn af te leiden uit de programma’s van Horizon 2020. Een overzicht van deze programma’s is weergegeven in onderstaande tabel. Horizon 2020 projecten NMP-01-2014: Open access pilot lines for cost-effective nanocomposites NMP-04-2014: High-definition printing of multifunctional materials NMP-16-2015: Extended in-service service of advanced functional materials in energy technologies (capture, conversion, storage and/or transmission of energy) NMP-19-2015: Materials for severe operating conditions, including added-value functionalities NMP-22-2015: Fibre-based materials for non-clothing applications NMP-23-2015: Novel materials by design for substituting critical materials NMP-24-2015: Low-energy solutions for drinking water production
textiel
kunststof
Recyclage
Biomaterialen
o o o
o
o
o
o
o o
o
o
NMP-18-2014: Materials solutions for use in the creative industry sector NMP-21-2014: Materials-based solutions for protection or preservation of European cultural heritage NMP-35-2014: Business models with new supply chains for sustainable customer-driven small series production NMP-34-2014: Networking and sharing of best practises in management of new advanced materials through the eco-design of products, eco-innovation, and product life cycle management NMP-14-2015: ERA-NET on Materials (including Materials for Energy)
o
o
o o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
SC5-12b-2015: Materials under extreme conditions
o
o
WASTE-3-2014: Recycling of raw materials from products and buildings
o
o
o
o
WASTE-1-2014: Moving towards a circular economy through industrial symbiosis BG-05-2014: Preparing for the future innovative offshore economy
o
o
o
o
o
o
BG-04-2014: Enhancing the industrial exploitation potential of marinederived enzymes BG-06-2014: Delivering the sub-sea technologies for new services at sea BG-03-2014: Novel marine derived biomolecules and industrial biomaterials BIOTEC-1-2014: Synthetic biology – construction of organisms for new products and processes BIOTEC-3-2014: Widening industrial application of enzymatic processes
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
BIOTEC-4-2014: Downstream processes unlocking biotechnological transformations SPIRE-02-2014: Adaptable industrial processes allowing the use of renewables as flexible feedstock for chemical and energy applications
o
o
o
o
o
o
o
Page 29
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’
Onderzoek en ontwikkelingsactiviteiten bij West-Vlaamse bedrijven O&O uitgaven bij bedrijven De interne O&O uitgaven bij bedrijven ten opzichte van hun omzet is met 1,1 tot 1.3 % tussen 2010 en 2011 relatief laag voor de textiel sector in Vlaanderen. Voor kunststoffen is er geen afzonderlijk cijfer, maar verschilt vermoedelijk niet veel van 1,4 % in 2011 van de sectorgroep waar ook de raffinaderijen toe behoren. Voor West-Vlaamse bedrijven zijn er geen aanwijzingen dat deze cijfers verschillend zijn. O&O-intensiteit (uitgaven voor interne O&O / omzet per sector; volgens NACE-code van de algemene activiteiten)
Bron: Vlaams indicatoren handboek 2013 O&O-intensiteit (O&O-personeel / totaal personeel per sector; volgens NACE-code van de algemene activiteiten)
Bron: Vlaams indicatoren handboek 2013
Page 30
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’
Overheidssteun rechtstreeks aan West-Vlaamse bedrijven
Verdeling van de West-Vlaamse projecten gesubsidieerd met de kmo-portefeuille (Agentschap Ondernemen), optie technologieverkenning, periode 2009-2012, volgens bedrijfstak. Materialen
Textiel
6,5 %
Kunststoffen
6,9 %
Gebruik van de Vlaamse middelen voor O&O en innovatie (IWT projectsteun en KMOportefeuille, optie technologieverkenning), 2011 IWT projectsteun voor O&O en innovatie
West-Vlaanderen
11,5 %
Vlaanderen
100 %
West-Vlaanderen 28,9 % KMO-portefeuille optie technologieverkenning Vlaanderen 100 % Bron: Studie POM West-Vlaanderen (DSA): Onderzoek en Ontwikkeling in West-Vlaanderen, juni 2013 West-Vlaamse bedrijven zijn sterk ondervertegenwoordigd in het rechtstreeks aanspreken van IWT projectsteun voor onderzoek & ontwikkeling en innovatie, maar oververtegenwoordigd in het aanspreken van de KMO-portefeuille optie technologieverkenning. Dit wijst op een sterk innovatief KMO-landschap. West-Vlaamse bedrijven spreken echter ook in belangrijke mate onrechtstreeks IWT middelen aan. Het aandeel van West-Vlaamse bedrijven in de totale omzet van Centexbel in O&O gesteund door IWT en AO bedroeg in 2011 immers 61%. Interactie met lichte structuren voor innovatie in Vlaanderen
Deelname van West-Vlaamse bedrijven in 2014
West-Vlaanderen
Vlaanderen
Kunststof
Textiel
FISCH lidmaatschap
2
5
FISCH projecten
2
3
SIM lidmaatschap
1
1
SIM projecten
1
1
Flanders Plastic Vision lidmaatschap
60
4
Flanders Plastic Vision projecten
33
3
6
0
Gewestelijke initiatieven 38 12 172
Provinciale initiatieven Partner in Plastics@Tielt
Bron: eigen opzoekingswerk en verificaties met betrokken initiatieven tijdens interviews West-Vlaamse bedrijven nemen ook deel aan nieuwe collectieve innovatieplatformen rond materialen in Vlaanderen, zoals FISCH en SIM, doch minder dan het Vlaams gemiddelde.
Page 31
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’
Deelname aan Europese projecten
Totale West-Vlaamse en Vlaamse deelname in % aan het Zevende Kaderprogramma tem 2012 Nanosciences, nanotechnologies, materials en new production technologies
WestVlaanderen
Totaal
20,7 %
9,1 %
Vlaanderen Aandeel WestVlaanderen* 6,8 %
Totaal 100 % 100 % 3,0 % *: aandeel West-Vlaanderen = het percentage op de absolute cijfers van de deelname van Vlaanderen Bron: Studie POM West-Vlaanderen (DSA): Onderzoek en Ontwikkeling in West-Vlaanderen, juni 2013
De West-Vlaamse bedrijven en kennisinstellingen maken relatief weinig rechtstreeks gebruik van Europese ondersteuning voor onderzoek en ontwikkeling. De West-Vlaamse bedrijven gebruiken bijvoorbeeld slechts 6,8 % van alle middelen die aan Vlaanderen zijn toegekend in het kader van het Zevende Kaderprogramma tem 2012. Een oppervlakkig onderzoek van West-Vlaamse projecten in het kader van het Zevende Kaderprogramma en andere programma’s leert dat er veel aandacht gaat naar textiel. West-Vlaamse bedrijven spreken echter ook in belangrijke mate in samenwerking met Centexbel EU-middelen aan. Centexbel doet immers heel wat inspanningen om bedrijven toegang te verschaffen aan Europese onderzoekfondsen. Het totale onderzoeksbudget dat via het Zevende Kaderprogramma gemobiliseerd werd en ten goede komt aan bedrijven, bedraagt tot nu toe 9,5 miljoen euro. Hiervan gaat ongeveer 37% naar West-Vlaamse bedrijven.
Page 32
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’
Patenten
Er zijn geen specifieke cijfers beschikbaar over het aantal patenten in West-Vlaanderen of Vlaanderen voor de textiel en kunststoffensector die kunnen gebruikt worden in een internationale benchmark. De studie van VRWI van 2014 ‘’Sterkte-zwakte analyse van wetenschap, technologie, innovatie en economie & maatschappelijke uitdagingen in Vlaanderen’’ geeft aan dat de belangrijkste toeleveranciers, in het bijzonder de grondstoffen (macromolecular chemistry) en de machines (voornamelijk textiel machines) op basis van de RTAN (Relatieve technologiespecialisatie, gemeten aan de hand van het aandeel van een technologiedomein in het totaal aantal patenten van een regio), gemiddeld tot bovengemiddeld scoren ten opzichte van een aantal referentielanden. Belangrijkste afzetmarkt voor de kunststoffen is de bouw die bovengemiddeld scoort. Als conclusie kan men stellen dat Vlaanderen minstens gemiddeld scoort op vlak van patenten in beide sectoren met enkele uitschieters.
In het Vlaamse indicatoren handboek van 2013 zijn patentgegevens tot en met 2011 beschikbaar, maar niet verwerkt in een RTAN-analyse.
Page 33
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’
Algemeen scoort West-Vlaanderen echter relatief zwak op vlak van patentaanvragen per miljoen inwoners bij het European Patent Office (EPO) ten opzichte van Vlaanderen en België.
Patentaanvragen per miljoen inwoners (2009) bij het European Patent Office (EPO) Totaal aantal patentaanvragen Hightechpatentaanvragen
WestVlaanderen
Vlaams Gewest
België
125,4 10,8
150,8 34,6
128,9 27,7
22,9 %
21,5 %
Aandeel hightechpatentaanvragen in totaal 8,6 % Bron: Eurostat, verwerking door POM West-Vlaanderen (afdeling DSA)
Tussen 2004 en 2008 was er een sterke daling in het aantal patentaanvragen per miljoen inwoners over heel Vlaanderen inclusief West-Vlaanderen. In 2009 is terug sprake van een kleine stijging in beide regio’s. West-Vlaamse organisaties vragen in 2009 17 % minder patenten aan dan het Vlaamse gemiddelde. Voor high tech patentaanvragen is dit zelfs bijna 70 % minder in 2009. In 2008 was dit laatste verschil nog 57 %. In 2012 werden in totaal 621 Belgische octrooien, die werden ingediend bij de Dienst voor de Intellectuele Eigendom, gepubliceerd. Ruim een vierde (27,7%) van dit aantal Belgische octrooien werd verleend aan een houder uit WestVlaanderen.
Page 34
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’
BIJLAGE 4: DETAIL SWOT ANALYSE STERKTES Beleid
Het Vlaams Materialenprogramma als transitieforum voor de kringloopeconomie, onder andere in kunststoffen Overheidsbeleid in West-Vlaanderen met sterke aandacht voor 'materialen"
Grondstoffen
Europees koploper in recyclage o.a. door fijnmazige inzamellogistiek De aanwezigheid van enkele grootschalige toeleveranciers voor grondstoffen obv industriële biotechnologie in Vlaanderen
Logistiek
De aanwezigheid van de grootste chemische cluster in en rond Vlaanderen voor de levering van grondstoffen Geografische positie tussen de belangrijkste spelers in industriële biotechnologie (FR, NL en DE) en sterke verweving via netwerk van wegen, waterwegen, spoorwegen en zee De nabijheid van de internationale Haven van Zeebrugge Geografische ligging dicht bij Noord Frankrijk + Noordzee + toegang Verenigd Koninkrijk
Markt
Enkele belangrijke grote bedrijven in West-Vlaanderen in de textielsector actief op de globale markt, met beslissingscentra en belangrijke O&O activiteiten in West-Vlaanderen Een groot aantal KMO-bedrijven in West-Vlaanderen in de kunststofsector met beslissingscentrum in West-Vlaanderen Een groot aantal KMO-bedrijven in West-Vlaanderen met autonome drive in materiaal- en productontwikkeling Een groot aantal KMO-bedrijven in West-Vlaanderen die in tijden van crisis beter stand houden dan het gemiddelde Vlaamse KMO-bedrijf Een relatieve groei in West-Vlaanderen in de rubber‐ en kunststoffensector van het aantal actieve ondernemingen in de laatste 5 jaar De hoge (ivm de sector in geheel Vlaanderen) en stijgende exportratio van de textielsector in WestVlaanderen De hoge (ivm de sector in geheel Vlaanderen) exportratio van de kunststoffensector in WestVlaanderen De hoge specialisatiegraad van de textielsector in West-Vlaanderen en in Zuid-West-Vlaanderen in het bijzonder vergeleken met Vlaanderen De hoge specialisatiegraad van de kunststoffensector in Midden-West-Vlaanderen in het bijzonder vergeleken met Vlaanderen De positieve relatieve groei en specialisatiegraad van de sector van textielwaren voor huislijk gebruik (excl kleding) in West-Vlaanderen De relatieve hoge specialisatiegraad van de sector van gebonden textielvlies en producten van gebonden textielvlies in West-Vlaanderen
O&O
Sterke kennisinfrastructuur in materialen (universiteiten én technische hogescholen + kenniscentra) Eenvoudige toegang tot kennisinstellingen in de industriële biotechnologie Sterke onderzoeksgroepen in industriële biotechnologie Sterke innovatie competentiepool materialen (SIM) met aandacht voor kunststoffen, waaronder composieten Sterke innovatie competentiepool duurzame chemie (FISCH) met aandacht voor kunststoffen en grondstoffen textiel Sterk toegepast onderzoek in de textielindustrie (centexbel) Sterke participatie van West-Vlaamse bedrijven, vooral in textiel, in FISCH en SIM (zowel lidmaatschap als deelname aan consortia) De aanwezigheid van enkele sterk innovatieve bedrijven op internationaal niveau in textiel machines De aanwezigheid van enkele sterk innovatieve bedrijven op internationaal niveau in technisch textiel
Page 35
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’
Personeel
Een breed gamma aan technische opleidingen op verschillende niveaus. Een relatieve hoge scholingsgraad in de textiel sector in West-Vlaanderen in vergelijking met de textielsector in Vlaanderen (ca 20 % meer uit hoger onderwijs) Een relatieve hoge scholingsgraad in de kunststoffen sector algemeen in vergelijking met de gehele industrie De West-Vlaamse werknemers onderscheiden zich door hun flexibiliteit
Productie
Een groot aantal KMO-bedrijven met grote sterkte in West-Vlaanderen in het overnemen en optimaliseren van elders ontwikkelde technologie De groeiende investeringen in de kunststoffensector in West-Vlaanderen in de laatste 4 jaar, ook in vergelijking met Vlaanderen De West-Vlaamse bedrijven onderscheiden zich door een flexibel productieproces Historische competentie mbt textielnijverheid in WVL
Samenwerking
ZWAKTES Beleid
Grondstoffen
Logistiek Markt
Een goede samenwerking met kennisinstellingen in West-Vlaanderen oa Centexbel, Sirris, Flanders Plastic Vision, Kulak, KULeuven Technologiecampus Oostende, KHBO,…
Strikte Europese product regelgeving belemmert ontwikkeling van nieuwe materialen en start ups Gefragmenteerd overheidsbeleid Verschillen in wetgeving tussen regio’s en landen op vlak van toepassingsmogelijkheden, specificaties,… verhogen de kostprijs van materialen Het gebrek aan een “provinciaal gemeenschapsgevoel” en de daaruit voortvloeiende interne machtsstrijd tussen lokale beslissingscentra die soms in het nadeel speelt van de gemeenschappelijke belangen De afwezigheid van een specifieke “kapitaalhefboom” zoals bijvoorbeeld Limburg via de LRM wel heeft Kwaliteit recyclaat Grondstoffen op basis van industriële biotechnologie vaak nog duurder dan het fossielgebaseerde of chemie-gebaseerde alternatief Geen markt voor composiet recyclaat (thermoharders) Geografische ligging excentrisch ten opzichte van centraal België (extra transport) Grote variëteit in en complexiteit van materialen Het relatief grote belang van traditionele maakindustrie en dus de kwetsbaarheid ten aanzien van de globale prijsconcurrentie De dalende exportratio van de kunststoffensector in West-Vlaanderen De negatieve groei in textiel sector is groter in West-Vlaanderen dan het Vlaams gemiddelde in deze sector De groei in de rubber en kunststof sector is kleiner dan in de het Vlaamse gemiddelde in deze sector Er is een belangrijke afname in toegevoegde waarde in de textiel sector in het laatste decennium in West-Vlaanderen Er is een sterke daling in het aantal actieve ondernemingen in de textielsector in West‐ Vlaanderen over de laatste 5 jaar (-15 %) Er zijn relatief weinig starters in beide sectoren in West-Vlaanderen in vergelijking met de rest van Vlaanderen Transities naar andere industriële sectoren gaan in West-Vlaanderen vaak langzamer dan in andere provincies (met grote universiteiten)
Page 36
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’
O&O
Personeel
Productie
Samenwerking
Fragmentatie van publiek onderzoek, kleine excellentie centra Onvoldoende technologisch onderzoek inzake kunststof en textiel in Vlaanderen Onderzoeksinstellingen anticiperen te weinig op nieuwe markttrends en/of hebben een relatief beperkte valorisatiekennis (hoe kan iets vermarkt worden, wat is freedom to operate) Weinig stimulatie van interdisciplinair onderzoek Focus in industriële biotechnologie vooral op rode en groene biotechnologie en niet op witte biotechnologie De beperkte activiteit inzake onderzoek en ontwikkeling en het proportioneel kleine aandeel in IWT-onderzoeksmiddelen dat aan West-Vlaanderen wordt toegewezen (11.7% voor 2010) Het “gesloten” karakter van West-Vlaamse ondernemers die een belemmering vormt voor netwerking en “open innovatie” Een groot aantal zelfstandige KMO-bedrijven in West-Vlaanderen in de kunststofsector met beperkte middelen voor O&O West-Vlaanderen heeft geen groot universitair centrum van waaruit spin-offs worden gecreëerd De kenniscentra in West-Vlaanderen hebben onvoldoende schaal en zijn te weinig multidisciplinair. De schaarste aan opleidingen in hoger onderwijs De “brain drain” en het tekort aan academisch en technisch geschoolde werkkrachten Een relatieve lage scholingsgraad in de textiel sector algemeen in vergelijking met de gehele industrie Een relatieve lage scholingsgraad in de kunststoffen sector in West-Vlaanderen in vergelijking met de sector in Vlaanderen (ca 10 % minder uit hoger onderwijs). Hoge loonkosten Afname Europese concurrentiekracht maakindustrie Overschrijding ecologische draagkracht door materiaalgebruik Technologieën in industriële biotechnologie vaak nog duurder dan het fossiel-gebaseerde of chemie-gebaseerde alternatief Kost van de afvalverwerking Hoge energiekosten Gebrek aan "science-based" normen, standaarden en labels voor bio-gebaseerde producten Onvoldoende samenwerking en financiering voor experimenten voor effectieve innovatieve toepassingen in de bouw Weinig samenwerking tussen industriële sectoren onderling en over de waardeketen heen (landbouw of petrochemie -chemie-kunststofverwerker)
Page 37
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’
OPPORTUNITEITEN Beleid Overheidsmaatregelen ter ondersteuning van O&O bij bedrijven (niet doorstorten bedrijfsvoorheffing, Notionele interestaftrek, patentvrijstelling) Grondstoffen Brede implementatie ecodesign waaronder design for recycling Kostenbesparing door valorisatie nevenstromen Toenemende vraag naar biogebaseerde producten en chemicaliën Lokale conversie van energie overschotten uit hernieuwbare energie naar syngas / materiaal ipv energiestockage Urban mining: hoge bevolkingsdensiteit rond Vlaanderen (Benelux,Uk incl Londen, NoordFrankrijk incl. Parijs en Ruhrgebied) en sterke inzamel traditie gekoppeld aan goede internationale logistiek Logistiek De mogelijkheden van binnenvaart, Short Sea Shipping in West-Vlaanderen en multimodaal transport Markt Een trend richting slimmere, compactere en 'Lot size 1'-producten leidt tot complexere
Productie Personeel
producten gemaakt van nieuwe materialen Door de stijgende vergrijzing in vooral West Europa dienen een groot aantal nieuwe diensten en functionaliteiten ontwikkeld te worden Toenemende vraag naar product dienst combinaties Toename van embedded functionaliteiten Nano-elektronica in de gezondheidszorg Sensortechnieken in de gezondheidszorg Materialen in functie van een hogere bedrijfszekerheid en veiligheid Zelfreinigende materialen Zelfherstellende materialen Nieuwe materialen voor hernieuwbare energie algemeen Nieuwe materialen (voornamelijk composieten) voor windmolens Nieuwe materialen voor energie opslag uit hernieuwbare energie Nieuwe bouwmaterialen, bouwelementen voor systeembouw en domoticasystemen. Lichtere materialen met minstens gelijk blijvende sterkte voor mobiliteit Substitutie van materialen, bijvoorbeeld kritieke metalen Ontwikkelen van niewe materialen voor het omgaan met klimaatverandering Ontwikkelen van materialen voor het duurzaam exploiteren van de rijkdommen van de zee Customized materials, materialen meer specifiek ontwikkeld voor een bepaalde klant, gebruiker, sector Meerdere component (complexe) materialen met koppeling naar hoogtechnologische recyclage Thermochrome materialen, temperatuursafhankelijk, lichtafhankelijk Smart textiles, intelligent textiel, integratie micro-elektronica in textiel/plastics Nieuwe materialen op basis van thermoset (thermoharders), composietmaterialen (glasvezel, carbon, …) Ontwikkeling van hybride materialen met nieuwe functionaliteiten uit recyclaat van kunststof en textiel Additive manufacturing - 3D printing - Plastic/metal printing/ … Door de hoge flexibiliteit van werknemers, de sterke mechatronica en goede logistiek neemt West-Vlaanderen een positie in de Lot Size 1 markt, inclusief levering componenten
Page 38
Roadmap FvT 1 ‘Nieuwe Materialen’
Samenwerking
BEDREIGINGEN Beleid
Grondstoffen
Markt
Groeiende samenwerking met omringende regio’s Betere samenwerking met de biotechnologiecluster (CINBIOS) Betere samenwerking met de chemiecluster (essenscia/FISCH) (microprocessen, microreactoren voor hoogwaardige materialen) Betere samenwerking binnen Vlaanderen inzake materiaalinnovatie (SIM) Samenwerking met de sterke cluster inzake kritieke en zeldzame aardmetalen Samenwerking met de cluster op vlak van halfgeleiders en micro-elektronica (IMEC en DSP Valley)
Toenemende materiaalrichtlijnen in wetgeving De ontwikkeling van nieuwe materialen wordt belemmerd door de eisen naar recyclage waardoor eenvoudige en gestandaardiseerde materialen de voorkeur genieten Grondstoffenrace en machtsverschuivingen van het westen naar het oosten Beperkte beschikbaarheid en hoge prijs van recyclaat Sterke afhankelijkheid van de wereld-olie- en gas-markt Stijgende algemene vraag naar biomassa en belemmering materialen uit biomassa De andere Europese landen en regio’s benen Vlaanderen bij in recyclage en Vlaanderen verliest het koploperschap met alle voordelen van dien Klant acceptatie van op recyclaat gebaseerde producten Sterke maatschappelijke druk op de kostprijs van bouwen waardoor nieuwe materialen die de kostprijs niet verlagen minder kansen krijgen Veranderingen in grote bedrijven eerder traag (bedrijven hangen vast aan bestaande infrastructuur, trage respons van bestaande markten) Groeiende competitie uit de buurlanden (NL, FR, DE) Onvoldoende zicht op productbehoeften Product dienstcombinaties zijn een bedreiging voor de export positie van bv textiel
O&O
Productie
Strategische beslissingscentra (O&O, innovatie, general management) van grote ondernemingen lijken weg te trekken uit Vlaanderen Ontwikkeling verplaatst zich naar het buitenland Moeilijkheid om goede afspraken te maken met onderzoeksinstellingen rond IP Het verdwijnen van kennisinstellingen en onderwijsinstellingen inzake textiel uit Vlaanderen Versnippering in Vlaanderen wat betreft onderzoeksinstellingen en intermediaire organisaties, een wildgroei aan competentiepolen en lichte structuren, verzuiling van opleidingsinstituten en te veel overheidslagen die te autonoom van elkaar kunnen beslissen. Beperkte groei en afnemende concurrentiekracht Europese chemie. Overschrijding ecologische draagkracht door materiaalgebruik Moeilijkheid om grote producties hier te houden
Page 39