BUILD UP Skills – Nederland – WP3 Nationale Roadmap CONCEPT Rapport
Februari 2013
Verdere informatie Meer details over BUILD UP Skills "Netherlands" staan op www.buildupskills.nl Meer details over BUILD UP Skills staan op www.buildupskills.eu Voor het IEE programma, zie http://ec.europa.eu/intelligentenergy
MH/V2/febr.2013
2
WP3 Roadmap BUS-NL
Voorwoord Voor u ligt de concept rapportage van de Nationale Roadmap BuildUpSkills. In deze rapportage vindt u de context van het BuildUpSkills-project, geformuleerde acties naar aanleiding van de analyse Status Quo en een concept roadmap. In deze roadmap zijn benoemde acties uitgelijnd om zo tussen 2013 en 2020 te werken aan het vakmanschap zodat de Europese 20-20-20 doelstellingen vanuit dat perspectief kunnen worden gerealiseerd. Het betreft een concept rapport - tussenrapportage, status februari 2013 - met de bevindingen van het Nederlandse consortium dat aan het project werkt. Onderdelen waar nog geen invulling aan is gegeven zijn in dit rapport als volgt weergegeven: [Definitieve rapportage medio maart/april 2013] Doel Het doel van deze concept roadmap is drieledig. 1. Marktpartijen krijgen tussen 15 februari en 15 maart de gelegenheid om proactief te reageren op deze conceptrapportage. 2. Op basis van gesprekken met marktpartijen ter vergroting van het draagvlak (endorsement) worden deze acties geclusterd en voorzien van betrokken partijen, waardoor een effectief en efficiënt plan van aanpak ontstaat. 3. Voor realisatie van een aantal clusters met hoge prioriteit zal door het consortium in april een vervolgaanvraag worden ingediend bij IEE-Europa. Deze aanvraag wordt opgesteld parallel aan het endorsement proces. Leeswijzer Na dit voorwoord is een notitie opgenomen waarin vorm is gegeven aan een analysekader. Met behulp van dit analysekader zijn acties voor de roadmap voorzien van prioritering. Daarnaast vormt het ontwikkelde analysemodel de leidraad bij endorsement gesprekken met marktpartijen. Na een korte inleiding over het project BuildUpSkills wordt in een tweetal hoofdstukken meer achtergrondinformatie gegeven over: - De Nationale energiedoelstellingen 2020 (hoofdstuk 2) - De behoefte aan bekwaam personeel in de bouwsector en de gewenste relatie tussen initieel en post-initieel onderwijs (hoofdstuk 3) Vervolgens bevat hoofdstuk 4 een overzicht van tijdens de analyse status quo geïdentificeerde barrières. Deze zijn voorzien van oplossingsgerichte acties, maatregelen en een prioritering. De in hoofdstuk 4 afzonderlijk behandelde onderdelen zijn in hoofdstuk 5 verwerkt in een concept roadmap richting 2020. In deze roadmap zijn de acties visueel gebundeld zodat plaatsing in tijd, prioriteit en belanghebbenden in één oogopslag duidelijk worden. Als laatste bevat deze rapportage een concept monitoringsplan voor de in de roadmap benoemde acties. Het actief vorm geven aan en voeden van deze monitoring zal de kern vormen van het in april op te richten platform BuildUpSkillsNL. Werkzaamheden tussen 15 februari en 18 april In de periode van 15 februari en 18 april zal deze concept rapportage verder worden uitgewerkt. Clustering van acties Op basis van de endorsement gesprekken en reacties van marktpartijen zullen de nu vaak nog losstaande acties worden geclusterd en voorzien van betrokken partijen. Bijvoorbeeld: Een clustering van alle acties rond upgrading van BCP’s (BCP+) voor post-initieel onderwijs Een clustering van alle acties rond accreditatie Etc.
MH/V2/febr.2013
3
WP3 Roadmap BUS-NL
Bij het uitwerken van de clustering worden ook de afhankelijkheden tussen de “losse acties” in kaart gebracht. Zo zullen bijv. geformuleerde acties rond accreditatie meer zin en draagvlak hebben als acties rond BCP+ zijn uitgevoerd. Platform BUS-NL Aangezien de roadmap een tijdspad beslaat van 2013-2020 zal een ‘virtueel’ platform worden gevormd dat: - Gezamenlijk zoekt naar kansen om de benoemde acties daadwerkelijk uit te voeren. - Op basis van monitoring regelmatig de roadmap voorziet van een update. - Geboekte successen onder de aandacht brengt van belanghebbenden. Dit platform zal openstaan voor organisaties die zich herkennen in de geschetste ontwikkelingen en die actief vorm willen geven aan het vakmanschap tussen 2013 en 2020.
MH/V2/febr.2013
4
WP3 Roadmap BUS-NL
Onze visie NIEUWE ENERGIE-UITDAGINGEN VERGEN DUURZAAM VAKMANSCHAP Bedrijfsleven en onderwijs samen verantwoordelijk voor nieuwe vakmensen INLEIDING Europa ontwikkelt een actief beleid op het gebied van energiebesparing en energieneutraal bouwen. In Nederland zien we direct de doorvertaling hiervan; in 2020 naar 16% duurzame energie en 20% minder CO2-uitstoot. Hier ligt een grote uitdaging voor zowel de sector als de toeleverende industrie. Inspringen op deze kansen betekent klaar zijn voor de marktvragen en dus voldoende kennis en vaardigheden bij de vakmensen. De aansluiting van beroepsopleidingen in de installatie- en bouwsector op de praktijk is één van die uitdagingen. Het is aan het bedrijfsleven en het onderwijs deze aansluiting te optimaliseren en vorm te geven. Met het Build Up Skills-initiatief richt de Intelligent Energy Europe zich op krachtenbundeling voor vergroting van het aantal gekwalificeerde werknemers in de bouwsector (extra scholing ‘upskilling’ van circa 150.000 tot 200.000 mensen). Build Up Skills zet zich in voor additioneel onderwijs en training van vakmensen, zoals bouwvakkers en installateurs zodat in ieder geval de nationale doelstellingen voor de gebouwde omgeving in 2020 kunnen worden gerealiseerd. Om succesvol en met kwaliteit de 2020-doelstellingen te halen, is opscholing nodig voor tenminste 150.000-200.000 vakmensen in de bouw- en installatiesector. Daarnaast is het gewenst dat nieuwe instroom van gekwalificeerde schoolverlaters vanuit het initiële onderwijs geschoold is in voor duurzaamheid kritische competenties. Ditzelfde geldt voor zij-instromers en werknemers uit het buitenland. De huidige structuur van het opleidingssysteem in Nederland is daar niet flexibel genoeg voor ingericht. In deze notitie een korte situatieschets en analyse van deze situatie
MH/V2/febr.2013
5
WP3 Roadmap BUS-NL
SITUATIESCHETS & ANALYSE Veel van de veranderingen in de bouw- en installatiepraktijk worden door productinnovaties gedreven. Om de gevolgen hiervan voor het onderwijs in beeld te brengen, zijn in deze situatieschets de diverse momenten van scholing gekoppeld aan de implementatiefasen voor innovaties, zoals verbeeld in de ‘technology adoptation lifecycle’ (Everett Rogers).
Om de EU 20-20-20 doelstellingen voor 2020 te bereiken, is het nodig de kennis- en ervaringskloof tussen de innovators en de early majority te overbruggen. Initieel en post-initieel onderwijs In het huidige onderwijssysteem voor de bouw- en installatiesector is er in de opleidingspraktijk een sterke scheiding tussen het initiële en het post-initiële onderwijs. Het initiële onderwijs is gebaseerd op de kwalificatiedossiers en bijbehorende beroepscompetentieprofielen. De kwalificatiedossiers worden opgesteld door de kenniscentra van de verschillende beroepssectoren. Voor de bouw en installatietechniek zijn Fundeon (bouw) en Kenteq (installatietechniek) de aangewezen kenniscentra. In deze kenniscentra komen vertegenwoordigers van bedrijfsleven en onderwijs bijeen om: Te zorgen voor een actuele kwalificatiestructuur. Deze wordt ingericht op basis van actuele beroepscompetentieprofielen, waarin de competenties die beroepsbeoefenaren worden geacht te beheersen omschreven staan; Te zorgen voor voldoende en goede leerbedrijven; Leerbedrijven te ondersteunen bij hun taken. Door dit op landelijk niveau te regelen ontstaat een landelijke eenduidigheid en borging op het niveau van de beroepsopleidingen in Nederland. Een werkgever kan er op vertrouwen dat een diploma behaald in Groningen eenzelfde kwaliteitsniveau heeft als een diploma dat in Maastricht behaald is. Bovendien hebben de werkgevers uit de branche mede zorg gedragen voor een actueel beroepscompetentieprofiel. In een 6-jaarlijkse updatecyclus worden deze bcp’s geüpdatet. Bij een update worden marktpartijen bevraagd naar het vakmanschap dat van een vakvolwassen medewerker in de huidige bouwpraktijk kan worden verwacht. Op basis van deze kwalificatiedossiers levert het initiële onderwijs start-bekwame vakmensen af, die vervolgens in de werkpraktijk in zo’n vijf jaar doorgroeien naar vakvolwassenheid. Als gevolg van deze werkwijze zijn de kwalificatiedossiers gebaseerd op de huidige vraag van de ‘majority’. Het vaktechnische post-initiële onderwijs is gebaseerd op vragen van marktpartijen naar bijscholing. Deze vragen ontstaan vaak vanuit de eerste grootschalige toepassing van nieuwe technologieën. Voor succesvolle inbedding in de ontwerp-, bouw, en onderhoudspraktijk is vaktechnische bijscholing (intern/extern) vaak noodzakelijk. De hieruit voortkomende opleidingsvragen zijn een vertaling van de vraag van de ‘early majority’ na de innovatiekloof (“The Chasm”). Als de vragen van deze groep bedrijven voldoende fundamenteel of substantieel zijn, dan ontstaat er een transfer van post initieel naar initieel onderwijs op. In eerste instantie nemen individuele docenten het op in hun lesprogramma’s op (in sommige situaties wordt het via in de voor elke school MH/V2/febr.2013
6
WP3 Roadmap BUS-NL
beschikbare vrije ruimte opgenomen). Bij de updatecyclus komt deze inhoud in het formele kwalificatiedossier terecht. Tegelijkertijd krijgen deelnemers aan initiële opleidingen tijdens hun stages of in het opleidingsbedrijf te maken met deze nieuwe kennis. Koplopers in de bouw- en installatiesector scholen meestal hun eigen mensen intern bij. Zij zetten daarvoor experimenten op waarmee ze de met de inzet van nieuwe technologieën, werkwijzen en concepten kunnen experimenteren. Deze interne scholingsvraagstukken zijn een vertaling van de vraagstukken en oplossingen waar de innovators en early adaptors (voor de innovatiekloof) tegenaan lopen. In de figuur op de volgende pagina is deze dynamiek met haar interacties en verbanden samengevat. Deze figuur combineert de basis ingrediënten voor een lerende persoon/organisatie/sector/maatschappij met de ‘technology adoptation lifecycle’. Door deze combinatie wordt het mogelijk om diverse analyses uit te voeren met als doel systeemoptimalisatie.
In deze cyclus zijn drie belangrijke succesfactoren te onderscheiden. De eerste succesfactor heeft betrekking op de mate waarin de verworven kennis uit de diverse experimentele opstellingen beschikbaar gesteld kan worden. De tweede succesfactor is de mate waarin potentiele gebruikers zich bewust zijn van voor- en nadelen van een innovatie zodat zij over kunnen gaan tot een adoptiebeslissing. De derde succesfactor is gelegen in de mate waarin actoren erop gericht zijn om actief te zoeken naar nieuwe kennis. Acties om versnelling bij de implementatie van innovaties te bewerkstelligen zouden zich hierop moeten richten.
MH/V2/febr.2013
7
WP3 Roadmap BUS-NL
OPLOSSINGSRICHTING ‘Focus op toekomstgericht vakmanschap’ Om de doelstellingen voor 2020 te bereiken, dient een scala aan nu nog innovatieve technieken te worden toegepast. Rond deze technieken is inmiddels door de innovators en early adoptors ruim voldoende praktijkervaring opgedaan. Ook is door kennisinstituten als SBR en ISSO al een groot deel van deze kennis vertaald in ontwerprichtlijnen en in een aantal gevallen cursusmateriaal en examens. Vanuit BuildUpSkillsNL is de verwachting dat we ons in de komende drie jaar midden in de ‘Kenniskloof’ (CHASM/GAP) bevinden. Expliciet inzetten op bewustwording en bekwaammaking is de komende drie jaar noodzakelijk om deze kloof goed te overbruggen. Alleen dan zal de vraagkant van de markt ‘de early mass’ voldoende vertrouwen krijgen om met overzienbaar risico / zonder risico opdracht te geven tot verduurzaming. BuildUpSkillsNL stelt als centrale interventie voor om de beroepscompetentieprofielen aan te vullen met competenties waarvan de innovators en early adaptors hebben vastgesteld dat deze essentieel zijn voor de gewenste uitvoeringskwaliteit van duurzame gebouwen & installaties. Door deze vervolgens te koppelen aan het beschikbare bijscholingsaanbod wordt direct duidelijk welk kennisaanbod ontbreekt. Bovendien kan het nieuwe en bestaande opleidingsaanbod aan de hand van de profielen worden verbeterd en aangescherpt met name op het gebied van certificering en accreditatie. (objectieve instituut ongebonden toetsing en erkende certificering van opleidingsinstituten en opgeleiden) De zesjaarlijkse update cyclus voor bcp’s wordt op verzoek van de overheid al teruggebracht naar een driejaarlijkse cyclus. Door deze “focus op toekomstgericht vakmanschap” nemen de stakeholders hun verantwoordelijkheid; ze geven meer aandacht aan het tijdig signaleren van innovatieve kennis, maken die kennis transparant, stellen dat beschikbaar en stimuleren dat de meest actuele kennis ook gebruikt en overgedragen wordt. Met een actieve houding van de overheid kunnen voor de betreffende innovatie belemmerende wet- en regelgeving tijdig gesignaleerd worden, zodat er ook in een vroegtijdig stadium aan oplossingen gewerkt kan worden. Het betekent een promotie van de sector en een versteviging van de bijdrage aan de Nederlandse economie: onze bedrijven in die sector vergroten op deze manier hun concurrentiepositie en versterken hun innovatiekracht. De vakmensen werken in een sector met een positief en innovatief imago waar ze trots op kunnen zijn. Dat zijn dé enthousiaste ambassadeurs.
MH/V2/febr.2013
8
WP3 Roadmap BUS-NL
Samenvatting [Definitieve rapportage medio maart/april 2013]
MH/V2/febr.2013
9
WP3 Roadmap BUS-NL
MH/V2/febr.2013
10
WP3 Roadmap BUS-NL
Inhoud Voorwoord.........................................................................................................................................3 Onze visie..........................................................................................................................................5 Samenvatting ....................................................................................................................................9 Inhoud .............................................................................................................................................11 1
Inleiding.................................................................................................................................13 1.1
1.2
1.3
1.4 2
Nationale energiedoelstellingen 2020 ..................................................................................19 2.1 2.2 2.3
3
Toegepaste methodiek................................................................................................60
Monitoring plan .....................................................................................................................61 6.1
6.2 7
Toegepaste methodiek................................................................................................37 Acties, maatregelen en prioriteiten ............................................................................38
Plan van aanpak - Roadmap .................................................................................................59 5.1
6
Bestaande beroepen ...................................................................................................21 Specialisaties en nieuwe beroepen ............................................................................22 3.2.1 Ontbrekende beroepen....................................................................................30 3.2.2 Post-initiële opleidingen en beroepen ............................................................30 3.2.3 Relatie met initiële opleidingen voor de beroepen.........................................33
Barrières, maatregelen en prioriteiten .................................................................................37 4.1 4.2
5
Energiebeleid NL – energiebesparing gebouwen ......................................................19 Energiebeleid NL – hernieuwbare energiebronnen ...................................................20 Bijdrage van de bouw .................................................................................................20
Behoeften aan bekwaam personeel in de bouwsector........................................................21 3.1 3.2
4
Status quo ...................................................................................................................13 1.1.1 De markt ...........................................................................................................13 1.1.2 Het onderwijs ...................................................................................................14 Belemmeringen ...........................................................................................................14 1.2.1 In de bouw........................................................................................................14 1.2.2 In het onderwijs ...............................................................................................15 Benodigde workforce richting 2020 ...........................................................................15 1.3.1 Ontbrekende vaardigheden .............................................................................15 1.3.2 Nieuwe specialisaties ......................................................................................15 1.3.3 Upskilling begint in 2013 .................................................................................16 1.3.4 Marktonderzoek ...............................................................................................16 Doel en methodologie opstellen Roadmap ................................................................17
Update Status Quo analyse ........................................................................................61 6.1.1 Waarom te monitoren? ....................................................................................61 6.1.2 Wat te monitoren? ...........................................................................................61 6.1.3 Opzet van monitoring ......................................................................................62 6.1.4 Hoe te monitoren? ...........................................................................................63 6.1.5 Rol van verschillende partijen.........................................................................65 Voortgang en kwaliteit maatregelen Roadmap ..........................................................66
Conclusies.............................................................................................................................67
Verklaringen ....................................................................................................................................69 Auteurs............................................................................................................................................71 Referenties ......................................................................................................................................73 Bijlage Voorbeeld uitwerking acties Roadmap..............................................................................75
MH/V2/febr.2013
11
WP3 Roadmap BUS-NL
MH/V2/febr.2013
12
WP3 Roadmap BUS-NL
1
Inleiding
Nederland voert een actief energiebeleid met drie doelstellingen: de energievoorziening moet zo betrouwbaar (1), betaalbaar (2) en duurzaam (3) mogelijk zijn. We willen op nationaal niveau toewerken naar 16% duurzame energie en 20% CO2-reductie in 2020. Nationaal energiebeleid en strategie • Convenanten • Innovatie Agenda Energie Gebouwde Omgeving • Klimaatakkoord gemeenten • Topsector Energie • Tweede Nationale Energie Efficiëntie Actie Plan • Woonvisie
Dit betekent dat de bouw- en de installatiesector, net als de toeleverende industrie, voor een grote uitdaging staat om deze doelstellingen te halen. Zeker als we daarbij de huidige economische omstandigheden in ogenschouw nemen.
Een van de voorwaarden voor het bereiken van de genoemde doelstellingen is de beschikbaarheid van voldoende vakbekwame arbeidskrachten op de bouwplaats in de jaren naar 2020. Het gaat hierbij met name om mensen die in teamverband werk kunnen afleveren dat voldoet aan zeer strenge eisen. BuildUpSkills Netherlands (kortweg BUS-NL) is opgericht om met alle betrokken partijen in Nederland 1 zo spoedig mogelijk toe te werken naar een situatie waarin voldaan is aan deze voorwaarde . BUS-NL richt zich op additioneel, post-initieel onderwijs en training van vakmensen en andere werkplaatsmedewerkers, zoals bouwvakkers en installateurs. De hoofdfocus ligt hierbij op de volgende beroepsgroepen: Werkzaam in vernieuwing en opwaardering van de thermische schil van bestaande gebouwen (inclusief restauratie), en bij het maken van de thermische schil van nieuwe gebouwen. Werkzaam in selectie, onderhoud, afstelling en vervanging van zowel energie-efficiënte installaties als energieproducerende installaties (RES) in bestaande en nieuwe gebouwen. Werkplaatsopzichters die zorgen voor effectieve instructies, controle en validatie van het werk aan de thermische schil en de energiesystemen. Op (midden)managementniveau: adviseurs, calculators, constructeurs, enz. Om goed te bepalen welke brug moet worden geslagen tussen de huidige situatie en de gewenste situatie is als eerste stap in het project de Nederlandse status quo onderzocht. Vervolgens is gekeken naar de benodigde workforce. In de volgende paragrafen van deze inleiding wordt een samenvatting van de analyse status quo gegeven, zowel in kwantitatieve als in kwalitatieve zin. De complete analyse is opgenomen in de rapportage status quo BUS-NL.
1.1
Status quo
1.1.1
De markt
Kijkend naar de Nederlandse bouwsector valt op dat veel bedrijven behoren tot het midden- en kleinbedrijf. Het aantal grote concerns is klein. Bedrijven in de bouw gaan voor grote opdrachten vaak tijdelijke samenwerkingsverbanden aan. Bijna een derde van het werk wordt uitbesteed aan onderaannemers. De meeste bedrijven zijn regionaal actief en een relatief klein aantal bedrijven opereert in heel Nederland. Uit prognoses van onder andere Euroconstruct en TNO blijkt dat het verduurzamen van de bestaande voorraad een vlucht gaat nemen. Door stimuleringsmaatregelen van de Nederlandse overheid, maar ook door het snel groeiende aanbod van energiebesparende installaties en bouwmaterialen via internationale markten wordt deze ontwikkeling gestimuleerd. Ook aan de vraagkant verandert het nodige. Met het Energielabel Nieuwbouw krijgt de klant meer controle over de energieprestatie van de bouw. Deze ontwikkeling biedt goede kansen aan innovatieve bouw- en installatiebedrijven die inzetten op duurzaam renoveren. Ook in de – nog maar zeer licht groeiende - nieuwbouwmarkt. Achterblijvers en traditionele bouwbedrijven zullen afvallen. Wanneer we kijken naar de concepten die de afgelopen jaren zijn ontwikkeld voor energieneutrale gebouwen, wordt duidelijk dat het zwaartepunt van het werk enerzijds komt te liggen op het op de 1
Een Nederlandse consortium, bestaande uit OTIB, ISSO, SBR, Fundeon, Kenteq, Hibin en MBO-diensten. Dit is een afgeleide van het Europese BUILD UP Skills - een initiatief van IEE (intelligent Energy Europe).
MH/V2/febr.2013
13
WP3 Roadmap BUS-NL
bouwplaats stellen, monteren en assembleren van voorgefabriceerde bouwdelen. Anderzijds ligt de focus op isolatietechnische aanpassingen en installatietechnische concepten voor energieneutrale gebouwen. In de bestaande bouw liggen in absolute cijfers de beste kansen voor verduurzaming, namelijk kostenbesparing voor huishoudens/gebruikers, als investeringspotentieel voor de sector en potentieel voor CO2-reductie: Tabel 1.1 Gemiddeld energieverbruik (gas en elektriciteit) van woningen in Nederland: 2005 2006 2007 2008 3 Gem. gasverbruik per huishouden [m ] 1.664 1.643 1.560 1.625 Gem. elektriciteitsverbruik per huishouden [kWh] 3.397 3.402 3.521 3.558 Echter, implementatie van duurzaamheid in de bestaande bouw is technisch én instrumenteel aanzienlijk lastiger dan in de nieuwbouw. Voor de nieuwbouw gelden in de regelgeving over het algemeen strengere eisen dan voor bestaande bouw (Bouwbesluit 2012). Eigenaren van bestaande bouw kijken bij investeringen in verduurzaming vooral naar het rendement (hogere inkomsten, lagere eigendomskosten) terwijl zittende huurders de doorberekening van deze investeringen leggen naast de opbrengsten (daling van de energiekosten en de toename van het wooncomfort). Voor een uitgebreide weergave van statistieken in de bouw- en energiesector wordt verwezen naar hoofdstukken 3 en 5 van de rapportage status quo BUS-NL. 1.1.2
Het onderwijs
Kijkend naar het initieel onderwijs, wordt de basis voor het middelbaar beroepsonderwijs (MBO) en volwasseneducatie gevormd door beroepskwalificaties en -omschrijvingen. De ontwikkelingscyclus van kwalificatiedossiers, curricula, opleidingsmaterialen en examens die volgt op het beschrijving van de beroepsinhoud heeft een lange doorlooptijd. Programma’s en examens in het initiële MBOonderwijs hebben daarom enige achterstand op actuele behoeften en ontwikkelingen in de markt. Voor een deel is de traagheid waarmee nieuwe ontwikkelingen door het MBO-onderwijs worden geabsorbeerd onvermijdelijk en zelfs verstandig. Maar een te grote achterstand op snelle ontwikkelingen op het gebied van duurzaam bouwen gaat ten koste van de basis die MBO-onderwijs de jongeren biedt voor uitvoerende en toezichthoudende beroepen in de bouw- en installatiesector. Een aantal actuele ontwikkelingen in het beroepsonderwijs sluiten aan op de behoefte om actuele ontwikkelingen op het gebied van duurzaam bouwen op te nemen in de kwalificatiedossiers. Zo is het raadzaam dat alle betrokken partijen anticiperen op het actieplan van het ministerie van OCW, om het aantal kwalificaties op MBO-niveau sterk in te perken en onder te brengen in een domeinstructuur. Dit biedt de mogelijkheid voor een integrale benadering van bouw- en installatietechniek. Verder biedt het actieplan de mogelijkheid om beroepsgerichte profieltaken in de dossiers op te nemen voor branche specifieke beroepen en doorstroomrichtingen. Ook wordt in het actieplan de ruimte geboden op het maken van keuzes als mogelijke verrijking van de opleiding aan de hand van individuele opleidingsplannen die onderwijsinstellingen en deelnemers samen definiëren.
1.2
Belemmeringen
1.2.1
In de bouw
Qua belemmeringen vormt de economische crisis op korte termijn het grootste probleem om de 2020 duurzaamheidsdoelstellingen te bereiken. Wanneer we inzoomen op de bouw blijken duurzaamheidaspecten niet vanzelfsprekend geïntegreerd te worden in de plannen voor de aanpassing van de bestaande bouw. Daarbij is vaak onduidelijk wie het initiatief moet nemen. De verantwoordelijkheid voor het inzetten van energiebesparende maatregelen wordt nogal snel bij opdrachtgever en overheid gelegd. Ook is de economische potentie van duurzaamheid (exploitatie over langere termijn) nog lang niet voor iedereen duidelijk en voldoet de geleverde kwaliteit regelmatig niet aan de eisen van de klant. Dit laatste zorgt voor een niet al te beste reputatie van zowel de bouw- als de installatiesector. Daarnaast is er nog altijd sprake van een gebrek aan samenwerking tussen disciplines, ondanks duidelijke vorderingen in de afgelopen jaren. Het bouwen van energieneutrale gebouwen vraagt om
MH/V2/febr.2013
14
WP3 Roadmap BUS-NL
aangepaste werkprocessen: daarbij ziet BuildUpSkillsNL een centrale rol voor kwaliteit, gerelateerd aan normen en bepalingsmethoden. 1.2.2
In het onderwijs
De beroepsopleidingen in de installatie- en bouwsector sluiten onvoldoende aan op de eisen en wensen die de praktijk de komende jaren stelt. Dit terwijl veel eisen en wensen al opgenomen zijn in de post-initiële opleidingen. Dat blijkt uit nationaal onderzoek dat is uitgevoerd in het kader van een breed Europees programma. Om in 2020 energieneutraal te kunnen bouwen, moeten de beroepsopleidingen de inhoud van hun onderwijs sterk moderniseren. Een belemmering bij de postinitiële opleidingen is dat deze vaak nog niet goed bekend zijn bij de doelgroep. Ook opleiders moeten worden bijgeschoold. De MBO-instellingen zien zich bovendien geconfronteerd met een tekort aan docenten Bouwkunde en Installatietechniek vanwege de vergrijzing. Dit is - samen met een daling van het aantal leerlingen - een van de grootste punten van zorg.
1.3
Benodigde workforce richting 2020
1.3.1
Ontbrekende vaardigheden
In (initiële) bouw- en installatieopleidingen ligt momenteel te veel nadruk op de afzonderlijke bouw- en installatiewerkzaamheden en te weinig op het presteren van het eindwerk(stuk) in de context van het gebouw. Er is meer oog nodig voor detail, evaluatie, samenwerking en ambassadeurschap voor duurzame oplossingen. Er is een tekort aan opleidingen en vervolgcursussen die techniek specifieke ontwikkelingen en ‘soft skills’, en die integrale voorbereiding en uitvoering, inbedden in het leerplan. 1.3.2
Nieuwe specialisaties
Via een aantal stappen - waaronder een inventarisatie van het beschikbare aanbod van post-initieel onderwijs - heeft BuildUpSkillsNL een gedetailleerd beeld gecreëerd van beroepsspecificaties en nieuwe beroepen die voortkomen uit de wens om energieneutrale gebouwen te realiseren. De onderkende specialisaties zijn vervolgens gekoppeld aan een (door BuildUpSkillsNL opgesteld) overzicht van bestaande basisberoepen. Voor het bouwkundig werkveld betekent dit bijvoorbeeld dat het vak glaszetter wordt verrijkt met specialisaties als ‘Specialist hoogwaardig geïsoleerd glas’, ‘Specialist zonwerende glasfolies’ en ‘Specialist schakelbaar glas/smart glass’.
MH/V2/febr.2013
15
WP3 Roadmap BUS-NL
Afb.1.1 Ontwikkeling van bestaande basisberoepen naar nieuwe beroepen Bij het beroep Timmerman onderscheidt BuildUpSkillsNL acht specialisaties zoals ‘Bouwplaats steller prefab HSB gevelelementen’ en ‘Bouwplaats monteur prefab daken’ en ‘Specialist gevelbetimmering’. Kijkend naar het isolatietechnische werkveld zijn ook opkomende specialismen onderkend. Zo is vanuit het vak Monteur E-installatie de specialismen ‘Specialist duurzaam licht’, ‘Specialist zonneenergie’ en ‘Specialist domotica’ ontstaan. Op het gebied van koudetechniek onderscheidt BuildUpSkillsNL een ‘Specialist ventilatie’, een ‘Specialist hoog temperatuur koeling (HTK)’ en een ‘Specialist zonne-energie’. Een totaaloverzicht van de meest relevante specialisaties voor de werkvelden staat in paragraaf 3.2. De vraag naar specialisaties rond isolatie en prefabelelementen krijgt door de ontwikkelingen op het gebied van duurzaam bouwen een zodanige omvang dat BuildUpSkillsNL zich afvraagt of de volgende twee beroepen niet ontbreken in het beroepenspectrum voor de bouw: “Isoleerder in de bouw” en “Steller en monteur van prefabelementen in de bouw”. 1.3.3
Upskilling begint in 2013
Willen we voor 2015 de vereiste minimumniveaus voor het gebruik van herwinbare energie in de gebouwde omgeving halen, dan blijkt dat we al in de tweede helft van 2013 een extra impuls moeten geven aan de ‘upskilling’ van werkzame personen in de bouw. Dit betreft in de eerste plaats de scholing van circa 50.000 - 70.000 mensen. Als zowel de bouw-, als de installatiesector op weg naar 2015 met volle inzet en succes toewerkt naar de doelstellingen, dan zal dit bedrijven en particulieren stimuleren om te investeren in de duurzaamheid van gebouwen en het gebruik van hernieuwbare energie. Alle reden dus voor partijen, om aan te haken bij de realisatie van de doelstellingen die BuildUpSkillsNL voor de komende 7 jaar heeft gesteld. 1.3.4
Marktonderzoek
Eind 2012 is in opdracht van het BUS-NL consortium een marktonderzoek verricht om te kunnen bepalen hoe de markt zich beweegt richting de doelstellingen voor 2020. Allereerst is een kwalitatief onderzoek uitgezet bij een groep ondernemingen die als koplopers gezien worden in de sector ten aanzien van hun bijdrage aan het bereiken van de 2020 doelstellingen. Deze bedrijven, ‘de markt’, omvatten opdrachtgevers, fabrikanten en leveranciers en uitvoerende partijen.
MH/V2/febr.2013
16
WP3 Roadmap BUS-NL
basis van diepte-interviews is een kwantitatief onderzoek ingezet bij 900 ondernemingen (wederom opdrachtgevers, fabrikanten en leveranciers, uitvoerende partijen). De geïnterviewde personen zijn grotendeels geschoold op MBO niveau. Schematisch ziet het uitgevoerde onderzoek er als volgt uit:
Kwalitatief onderzoek
Deskresearch
Activiteiten: Bestuderen bestaande onderzoeksrapporten, zoals ‘analyse van de nationale status quo’ en ‘innovatiemotor’ Output: Eerste kwalitatief inzicht in de huidige stand van zaken van de markt en technologieën
Activiteiten: 20 telefonische diepteinterviews met alle marktpartijen aangaande hun verwachtingen richting 2020 en geplande/ genomen acties Output: Dieper inzicht in de marktsituatie aangaande 2020 doelstellingen om zodoende goede enquête te ontwikkelen
Kwantitatief onderzoek
Activiteiten: Programmeren van de enquête om deze vervolgens telefonisch af te nemen onder 900 bedrijven Output: Betrouwbare data over de bekendheid en bewustzijn van de doelstellingen en de (gepercipieerde) obstakels en benefits)
Analyse, rapportage en advies
Activiteiten: Analyse data in SPSS en verwerking data tot informatie in PowerPoint rapport Output: Zicht op positie in de adoptiecurve en advies aangaande de te volgen strategie om de sector te informeren en mobiliseren
Afb. 1.2 Schematische weergave marktonderzoek Na het onderzoek zijn de onderzoeksresultaten teruggekoppeld met nog niet geïnterviewde koplopers ten aanzien van de 2020 doelstellingen om de resultaten te spiegelen met hun bevindingen. De resultaten van het marktonderzoek zijn gedeeltelijk al verwerkt in deze conceptrapportage. Verdere verwerking vindt plaats in de definitieve rapportage Het complete onderzoek is te downloaden op [TOEVOEGEN LINK].
1.4
Doel en methodologie opstellen Roadmap
[Definitieve rapportage medio maart/april 2013]
MH/V2/febr.2013
17
WP3 Roadmap BUS-NL
MH/V2/febr.2013
18
WP3 Roadmap BUS-NL
2
Nationale energiedoelstellingen 2020
In Europa wordt van de bouwsector een grote bijdrage verwacht bij de realisatie van de volgende Europese doelstellingen voor 2020 (uitgaande van 1990): Reductie van de energieconsumptie met 20%; Reductie van de CO2-emissies met 20%; Aandeel van 20% hernieuwbare energie in de tegemoetkoming aan de energiebehoefte. Het Nederlandse energiebeleid komt voort uit de Europese doelstellingen. Nederland voert op dit punt actief beleid met drie doelstellingen ten aanzien van de energievoorziening. Deze dient zo betrouwbaar (1), betaalbaar (2) en duurzaam (3) mogelijk te zijn. De energiedoelstellingen van het Nederlandse beleid voor 2020 zijn in 2007 vastgelegd in het overheidsprogramma Schoon en Zuinig: 20% duurzame energie, 30% CO 2-reductie ten opzichte van 1990 en een energiebesparing van 2% per jaar. In het regeerakkoord ‘Bruggen Slaan’ (2012) zijn de doelstellingen voor energiebesparing bijgesteld. In tegenstelling tot Schoon en Zuinig is er nu sprake van 16% duurzame energie en 20% CO 2-reductie in 2020. Voor 2050 wordt gemikt op een volledige energieneutrale energievoorziening, waarbij de energieopwekking voor 100% geschiedt met duurzame energie. Een uitgebreidere beschrijving van het Nederlandse energiebeleid is te vinden in hoofdstuk 4 van de rapportage status quo BUS-NL.
2.1
Energiebeleid NL – energiebesparing gebouwen
De nationale regelgeving rond energiebesparing is gerelateerd aan de EU-richtlijn Energy Performance of Buildings Directive, EPBD, herzien in 2010 (2010/31/EU). De EPBD komt oorspronkelijk voort uit de richtlijn 2002/92/EG die is omgezet via het Besluit tot implementatie van de richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen (BEG) en de Regeling energieprestatie gebouwen (REG). De implementatie wordt uitgevoerd via het programma Energie & Gebouwde Omgeving van Agentschap NL in opdracht van het ministerie van VROM/WWI en de Nationale Energie-Efficiëntie Actieplannen (NEEAP’s). Tabel 2.1 - Overzicht implementatie EU-richtlijnen in Nederlands beleid EU-richtlijn 2002/92/EG EPBD (2002)
2010/31/EU herziening EPBD (2010)
Implementatie NL Besluit tot implementatie van de richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen (2006) Regeling Energieprestatie Gebouwen (REG) (2006) Besluit Energieprestaties van Gebouwen (BEG) (2006) Nationaal Energie-Efficiëntie Actieplan NEEAP-1 (2007) Werkprogramma Schoon en Zuinig (2007) Lenteakkoord (2008-2015) Implementatie via programma Energie & Gebouwde Omgeving van Agentschap NL Tweede Nationaal Energie-Efficiëntie Actieplan NEEAP-2 (2011) Energielabel (2008) Bouwbesluit, EPC-eis
De EPBD verplicht alle EU-landen tot de onderstaande maatregelen: Eisen met betrekking tot een algemeen kader voor de methode ter berekening van een geïntegreerde energieprestatie van gebouwen (vastgelegd in EPG norm: NEN 7120); Minimumeisen voor de energieprestatie van nieuwe gebouwen en van bestaande grote gebouwen, die ingrijpend gerenoveerd worden (vastgelegd in EPC-index: Bouwbesluit 2012) Energiecertificering van gebouwen (Vastgelegd in EI-index: Energielabel). Regelmatige keuring van cv-ketels en airconditioningsystemen in gebouwen en een eenmalige totale keuring van verwarmingsinstallaties waarvan de ketel ouder is dan 15 jaar (wordt nog vastgelegd).
MH/V2/febr.2013
19
WP3 Roadmap BUS-NL
2.2
Energiebeleid NL – hernieuwbare energiebronnen
De nationale regelgeving rond de toepassing van hernieuwbare energie is gerelateerd aan de EUrichtlijn ter promotie van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen, kortweg RES Directive (2009/28/EC). De implementatie wordt op dit moment uitgevoerd via AgentschapNL. Het accreditatiesysteem voor opleidingen en examens op het gebied van kleinschalige duurzame energietoepassingen is uitgevoerd door KBI in opdracht van AgentschapNL. Hierbij gaat het om de installatie van (kleinschalige) toepassingen voor zonne-energie (elektrisch en warmte), warmtepompen en ondiepe geothermie, biomassa gestookte ketels en kachels. Sinds 1 januari 2013 is het nationale register met geaccrediteerde opleidingen en examens te raadplegen op www.qbisnl.nl .
2.3
Bijdrage van de bouw
De gebouwde omgeving (utiliteit en woningen) is goed voor 34% van de CO 2-uitstoot. Samen vertegenwoordigen de industrie, utiliteitsgebouwen en woningen een enorm potentieel voor CO 2reductie en energiebesparing. De ambitie voor de gehele gebouwde omgeving is een CO 2emissiereductie van 6 tot 11 Mton/jaar in 2020.
MH/V2/febr.2013
20
WP3 Roadmap BUS-NL
3
Behoeften aan bekwaam personeel in de bouwsector
In (initiële) bouw- en installatieopleidingen ligt nog te veel nadruk op de afzonderlijke bouw- en installatiewerkzaamheden en te weinig op het presteren van het eindwerk(stuk) in de context van het gebouw. Er is meer oog nodig voor detail, evaluatie, samenwerking en ambassadeurschap voor duurzame oplossingen. Er is een tekort aan opleidingen en vervolgcursussen die techniek specifieke ontwikkelingen en ‘soft skills’, en die integrale voorbereiding en uitvoering, inbedden in het leerplan. Bij het vaststellen van de ontbrekende, nog te ontwikkelen, vaardigheden van de beroepen in de scope van BUS-NL is de centrale vraag: Op welke bestaande beroepen heeft verduurzaming van de gebouwde omgeving de meeste impact?
3.1
Bestaande beroepen
In de status quo analyse zijn de beroepen in de bouw- en installatiesector vastgesteld die een raakvlak hebben met de doelstellingen van BUS-NL. Op de Nederlandse BuildUpSkills website staat dit overzicht met beroepen in de bouw- en installatiesector, gerelateerd aan energieneutraal bouwen. Van de in dit overzicht genoemde beroepen op de diverse mbo-niveaus zijn de volgende beroepen het meest relevant in het kader van BUS-NL: Installatie Monteur en Servicemonteur E-installatie (zonne-energie, duurzaam licht, regeltechniek/domotica, Power Quality en monitoring). Monteur en Servicemonteur W-installatie (warmtepomp, energieopwekking, lagetemperatuursystemen, ventilatiesystemen, monitoring en zonne-energie, thermisch). Monteur en Servicemonteur Koudetechniek (ventilatiesystemen, monitoring, hogetemperatuurkoelsystemen en zonne-energie, koeling). Monteur Dak (zonne-energie en windenergie). Technische tekenaar installaties (alle installaties). Werkvoorbereider installaties (alle installaties). Bouw Timmerman (vloer, gevel, dak, kozijnen, ramen en deuren, stelwerk, knooppunten). Metselaar (isoleren, bescherming isolatie en constructie tegen vocht, knooppunten dak/muren, dakdoorbrekingen, aansluiting op funderingsbalk). Dakdekker (dakisolatie, bescherming isolatie en constructie, plaatsen en isoleren dakdoorbrekingen). Glaszetter (plaatsen glas in ramen, deuren en kozijnen). Stukadoor (isolatie gevel buitenzijde, isoleren gevel binnenzijde). Plafond- en wandmonteur (isolatie binnenzijde). Werkvoorbereider (voorbereiding bouwdelen en knooppunten). Uitvoerder (toezicht bouwdelen en knooppunten).
MH/V2/febr.2013
21
WP3 Roadmap BUS-NL
Toelichting op de totstandkoming van de beroepenselectie: Er is een inventarisatie gemaakt van beroepen die in Nederland in de bouw- en installatiesector voorkomen. Daarbij is een lijst opgesteld van de beroepsbenamingen die voorkomen in beroepscompetentieprofielen (BCP) en kwalificatiedossiers (KD). In deze lijst zijn naast de primaire beroepsbenamingen van competentieprofielen ook de alternatieve beroepsbenamingen meegenomen, zoals deze in de beroepscompetentieprofielen worden vermeld. Uit de kwalificatiedossiers zijn de beroepsnamen overgenomen van de titel van het dossier en de beroepsbenamingen die voorkomen in de omschrijving van de uitstroommogelijkheden (uitstroomdifferentiatie). Aangezien er veel synoniemen en soms homoniemen voorkomen bij beroepsbenamingen, is ervoor gekozen om de inventarisatie in eerste instantie te beperken tot de beroepen zoals die voorkomen in de titels van de kwalificatiedossiers en de beroepscompetentieprofielen. Verder is ervoor gekozen om beroepen om pragmatische redenen binnen één vakgebied en één niveau te clusteren. Daarmee is een voor BUS-NL hanteerbaar overzicht ontstaan, waarbij ervoor is gezorgd dat alle beroepen binnen één cel van de matrix terug te vinden zijn in de achterliggende database met beroepsnamen. In het totale overzicht staan alleen de beroepen(groepen) uit de bouw- en installatiesector die een directe relatie hebben met de realisatie van energieneutrale gebouwen. Bij veel beroepen is deze relatie evident (zoals timmerkrachten en dakdekkers). Andere beroepen vragen om toelichting, zoals in het geval van de steigerbouwer die zich bij het bevestigen van de steiger bewust is van de noodzaak om de thermische schil intact te laten en waar nodig te herstellen. Voor de zwart ingekleurde beroepsgroepen geldt dat de relatie met BUS-NL het meest intensief is. Hier wordt ook de meeste inspanning gevraagd om de beroepsbeoefenaren op het vereiste niveau te brengen. In het overzicht zijn de beroepoverstijgende beroepen in een aparte tabel opgenomen. Het gaat daarbij om beroepen die meer dan één vakgebied omvatten.
3.2
Specialisaties en nieuwe beroepen
Om een beeld te krijgen van de beroepsspecialisaties en de nieuwe beroepen die voortkomen uit de wens om energieneutrale gebouwen te realiseren, zijn drie stappen gezet: 1. Inventarisatie van het beschikbare aanbod aan post-initieel onderwijs dat een directe relatie heeft met de opgave om energieneutrale woningen te realiseren. Om een beeld te krijgen van de bestaande kloof zijn de relevante cursussen die opleiden tot gespecialiseerde, nieuwe beroepen (maar nog niet zijn opgenomen in het initiële onderwijs) geclusterd tot ‘specialisaties’. 2. Op basis van de bouwkundige en installatietechnische concepten van energieneutrale gebouwen zijn specialisaties onderkend die nodig zijn om kritische processen en details bij het realiseren van deze concepten met succes uit te voeren en de daarbij toegepaste materialen, systemen en werkwijzen toe te passen. 3. Er is gekeken naar de praktijk, waarin specialisaties opduiken via reclame-uitingen van bedrijven op de weg en op internet. De onderkende specialisaties zijn gekoppeld aan de basisberoepen uit de beroepskwalificatiestructuur. Dit is gedaan omdat ruim 40% van de instroom in de bouwnijverheid bestaat uit schoolverlaters. Ook wordt in de beschrijving van de doelgroep van post-initiële opleidingen verwezen naar de basisberoepen. De meest relevante specialisaties zijn hierna weergegeven voor zowel het bouwkundige als het installatietechnische werkveld.
MH/V2/febr.2013
22
WP3 Roadmap BUS-NL
MH/V2/febr.2013
23
WP3 Roadmap BUS-NL
MH/V2/febr.2013
24
WP3 Roadmap BUS-NL
MH/V2/febr.2013
25
WP3 Roadmap BUS-NL
MH/V2/febr.2013
26
WP3 Roadmap BUS-NL
MH/V2/febr.2013
27
WP3 Roadmap BUS-NL
MH/V2/febr.2013
28
WP3 Roadmap BUS-NL
MH/V2/febr.2013
29
WP3 Roadmap BUS-NL
3.2.1
Ontbrekende beroepen
Een aantal specialisaties is niet zomaar aan een bestaand beroepscompetentieprofiel te koppelen. Het gaat dan om de specialisaties rond isolatie en prefabelementen. Isoleerder In beroepenlijst die is afgeleid uit de beroepscompetentieprofielen komt het beroep (na-)isoleerder in de bouw niet voor. Wel zijn er veel specialisaties in dit kader. In België daarentegen is onlangs een beroepscompetentieprofiel ontwikkeld voor de isoleerder ruwbouw/dak. Dit profiel is gericht op de naisolatie van woningen en gebouwen en sluit aan bij het werk van na-isolatiespecialisten werkzaam in de bij VENIN aangesloten bedrijven in Nederland. Bij het aanbrengen van isolatie bij nieuwbouw en renovaties worden veel fouten gemaakt. Gezien de foutgevoeligheid zou het goed zijn dat met het oog op de ambities voor 2020 ook het beroep van isoleerder wordt gedefinieerd. In de huidige praktijk is het namelijk niet altijd duidelijk wie verantwoordelijk is voor het correct aanbrengen van isolatiemateriaal. Omdat de te behalen isolatiewaarden steeds belangrijker worden zouden op elke bouwplaats vakmensen werkzaam moeten zijn die verantwoordelijk zijn voor de juiste toepassing van isolatie- en afdichtingsmaterialen. Dit veronderstelt dat hiervoor een volwaardige beroepsopleiding is genoten. Steller en monteur van prefabelementen in de bouw In de beroepenlijst die is afgeleid uit de beroepscompetentieprofielen ontbreekt het beroep Steller en monteur van prefabelementen. Omdat (componenten van) daken, vloeren en gevels steeds vaker fabrieksmatig zullen worden gefabriceerd en er bij de montage in de omringende constructie veel mis kan gaan, is er veel voor te hiervoor speciale vakmensen op te leiden. Zij krijgen dan de verantwoordelijkheid voor het correct stellen en monteren van prefabonderdelen in nieuwbouw- en renovatieprojecten. In de opleiding kunnen specialisaties worden opgenomen voor steenachtige en houten prefabelementen. 3.2.2
Post-initiële opleidingen en beroepen
De samenvattende tabellen (tabel 3.1 / 3.2) laten zien welke basisberoepen er momenteel zijn en welke specialisaties nodig zijn om te komen tot de doelstellingen voor 2020. Voor de gespecialiseerde beroepen zijn opleidingen nodig. In de tabellen staat aangegeven of deze opleidingen beschikbaar zullen zijn, en ook of dat in de toekomst in voldoende mate het geval zal zijn.
MH/V2/febr.2013
30
WP3 Roadmap BUS-NL
In de laatste kolom staan deze ingeschatte tekorten aan opleidingen aangegeven. Een ‘+’ betekent een overschot, een ‘-‘ een tekort en een ‘=’ betekent: hoeveelheid is in balans. Tabel 3.1 Basisberoepen en specialisaties bouw Basisberoep
Specialismen en vaardigheden
Opleidingen
Accreditatie Kwalificaties
B11 - Timmerman
Bouwplaatsmonteur tuimelvensters Bouwplaats steller prefab HSB gevelelementen Specialist renovatie houten vloeren Specialist renovatie houten dakconstructies Bouwplaatsmonteur prefab dakkapellen Bouwplaatsmonteur prefab daken
Beschikbaar
Ja
94920
Inschatting tekort =
Beschikbaar
Ja
94920
=
Beschikbaar
Ja
94920
+/=
Beschikbaar
Ja
94920
=
Beschikbaar
Ja
94920
=
Beschikbaar
Ja
94920
-
Beschikbaar Beschikbaar
Ja Ja
94920 94920
= -
Beschikbaar
Ja
93901
=
Beschikbaar
Ja
93901
=
Beschikbaar
Ja
93901
=
Beschikbaar
Ja
93901
=
Beschikbaar
Ja
93951
=
Beschikbaar
Nee
-
Beschikbaar
Nee
Niet beschikbaar Niet beschikbaar
N.v.t. N.v.t.
93841/93846/9384 5 93841/93846/9384 5 Niet beschikbaar Niet beschikbaar
-
Niet beschikbaar Niet beschikbaar Beschikbaar
N.v.t. N.v.t. Ja
Niet beschikbaar 93600 94920
-
Beschikbaar
Ja
94920
-
Beschikbaar
Ja
94920
-
Beschikbaar
Ja
-
Beschikbaar
Ja
93841/93846/9384 5 94920
-
Beschikbaar
Ja
94920
-
Specialist na-isolatie daken Beschikbaar Specialist na-isolatie kruipruimten Beschikbaar
Ja Ja
94920 94920
-
Specialist na-isolatie spouwmuren en gevels Specialist gevelisolatie buitenzijde Specialist isolatie kelders
Beschikbaar
Ja
94920
-
Beschikbaar
Ja
94920
-
Beschikbaar
Ja
94920
-
Specialist gevelbetimmering Bouwplaatsmonteur kozijnen, ramen en deuren Specialist renovatie gemetselde funderingen Specialist steenstrip toepassingen Specialist renovatie gemetselde gevels Specialist hoogwaardig geisoleerd metselwerk Specialist renovatie gemetselde gevels Specialist monteur PV-systemen
B12 - Metselaar
B13 - Voeger B14 - Dakdekker
B15 - Glaszetter
B16 - Stukadoor (Pre) fabricage houtverw. Industrie
Overige bouw gerelateerde beroepen
Specialist montage zonthermische systemen Specialist Vegetatiedaken Specialist hoogwaardig geisoleerd glas Specialist zonwerende glasfolies Bouwplaatsmonteur tuimelvensters Bouwplaats steller prefab HSB gevelelementen Bouwplaatsmonteur prefab dakkapellen Bouwplaatsmonteur prefab daken Bouwplaatsmonteur kozijnen, ramen en deuren Specialist na-isolatie vloeren
MH/V2/febr.2013
31
WP3 Roadmap BUS-NL
-
Tabel 3.2 Basisberoepen en specialisaties installatie Basisberoep
Specialismen en vaardigheden
Opleidingen
I10 - Monteur Einstallatie
Specialist duurzaam licht
Niet beschikbaar N.v.t. Niet beschikbaar
-
Specialist zonne-energie Specialist domotica Specialist duurzaam licht
Beschikbaar nee 94271 Niet beschikbaar nee Niet beschikbaar Niet beschikbaar N.v.t. Niet beschikbaar
-
Specialist Specialist Specialist Specialist
Beschikbaar Niet beschikbaar Niet beschikbaar Niet beschikbaar
nee nee nee nee
94321 Niet beschikbaar Niet beschikbaar Niet beschikbaar
-
Specialist warmtepompen
Beschikbaar
nee
Niet beschikbaar
=
Specialist ventilatie
Beschikbaar
nee
94283
=
Specialist LTV
Beschikbaar
nee
94283
=
Specialist zonne-energie
Beschikbaar
nee
94283
=
Specialist energieopwekking
Niet beschikbaar nee
Niet beschikbaar
-
Beschikbaar
nee
Niet beschikbaar
=
Beschikbaar
nee
94323
=
Specialist LTV
Beschikbaar
nee
94323
=
Specialist zonne-energie
Beschikbaar
nee
94323
=
Specialist energieopwekking
Niet beschikbaar nee
Niet beschikbaar
-
Specialist energiemonitoring
Niet beschikbaar nee
Niet beschikbaar
-
Specialist EPA, Energiebesparing/optimalisatie
Beschikbaar
nee
94323
=
Specialist ventilatie
Beschikbaar
nee
94273
=
Specialist hoog temp.koeling (HTK) Specialist zonne-energie Specialist ventilatie
Niet beschikbaar nee
Niet beschikbaar
-
Beschikbaar Beschikbaar
94273 94332
= =
I11 Servicemonteur Einstallatie
I12 - Monteur Winstallatie
zonne-energie domotica power quality energiemonitoring
I13 Specialist warmtepompen Servicemonteur Winstallatie Specialist ventilatie
I16 - Monteur koudetechniek
I17 Servicemonteur koudetechniek
I18 - Monteur dak
Accr. Kwalificaties
nee nee
Insch. techniek tekort
Specialist hoog temp.koeling (HTK) Specialist zonne-energie Specialist energiemonitoring
Niet beschikbaar nee
Niet beschikbaar
-
Beschikbaar nee Niet beschikbaar nee
94332 Niet beschikbaar
= -
Specialist zonne-energie
Beschikbaar
=
Specialist windenergie
Niet beschikbaar nee
93841/93846/9384 5 Niet beschikbaar
nee
-
LED- / HRverlichting PV Domotica LED- / HRverlichting PV Domotica Powermangement Domotica / GBS / Slimme meter warmtepomp water-water/ luchtwater / lucht-lucht wtw /decentraal / vraaggestuurd / gelijkstroom vent. BKA / vloer- cq wandverwarming PV / ZB (Zonneboiler) WKO / mini-WKK / Brandstofcel / Biomassa / HRE / Restwarmte / WPboiler warmtepomp water-water/ luchtwater / lucht-lucht wtw /decentraal / vraaggestuurd / gelijkstroom vent. BKA / vloer- cq wandverwarming PV / ZB (Zonneboiler) WKO / mini-WKK / Brandstofcel / Biomassa / HRE / Restwarmte / WPboiler Domotica / GBS / Slimme meter Wz. Inregelen / PCM / D-WTW / pompschakeling / ind. Regeling wtw /decentraal / vraaggestuurd / gelijkstroom vent. BKA / vloer- cq wandkoeling PV wtw /decentraal / vraaggestuurd / gelijkstroom vent. BKA / vloer- cq wandkoeling PV Domotica / GBS / Slimme meter PV / ZB (Zonneboiler) Urban windturbines
Aanvullende toelichting op kolom “Fase innovatiesysteem” Exploratie : hoge mate van technologische variëteit. Take-off : opkomen van een dominant ontwerp Versnelling: technologisch stabiel, kleine aanpassingen-- goed ingebed geraakt in de samenleving Stabilisatie : technologisch uitontwikkeld -- maximaal haalbare marktaandeel bereikt
MH/V2/febr.2013
32
WP3 Roadmap BUS-NL
Fase innovatiesysteem
Take off Take off Take off Take off
Take off Take off Take off Take off / Versnelling / Exploratie Versnelling / Take-off / Stabilisatie Take off / Take off / Take off / Versnelling Take off / Versnelling Take off / Exploratie Versnelling / Take-off / Exploratie / Take-off / Exploratie / Versnelling / Versnelling Versnelling / Take-off / Stabilisatie Take off / Take off / Take off / Versnelling Take off / Versnelling Take off / Exploratie Versnelling / Take-off / Exploratie / Take-off / Exploratie / Versnelling / Versnelling Take off / Versnelling / Exploratie Versnelling / Exploratie / Exploratie / Versnelling / Take-off Take off / Take off / Take off / Versnelling Take off / Versnelling Take off Take off / Take off / Take off / Versnelling Take off / Versnelling Take off Take off / Versnelling / Exploratie Take off / Exploratie Exploratie
3.2.3
Relatie met initiële opleidingen voor de beroepen
Bij het samenstellen van het hiervoor toegelichte beroepenoverzicht zijn beroepscompetentieprofielen (BCP) gehanteerd, die de basis vormen voor de initiële mbo-opleidingen (bouw en installatie). Deze BCP’s zijn gemiddeld acht tot twaalf jaar oud. Ze lopen daarmee achter op de recente ontwikkelingen in het vakgebied. Gezien de ontwikkelingen is het wenselijk dat in de mbo-opleidingen een belangrijke plaats wordt ingeruimd voor kennis en vaardigheden die relevant zijn voor het realiseren van energiezuinige en duurzame gebouwen. Hoewel begrippen als duurzaam bouwen, warmteverlies, energie(gebruik), CO 2-reductie, isoleren en andere met duurzaam bouwen verbonden begrippen nog nauwelijks voorkomen in de beroepspraktijk, zullen ze toch in verband met de BCP’s moeten worden gebracht. Belangrijk aandachtspunt hierbij is dat een BCP geen theoretisch document is. Het legt de werkzaamheden vast van een ervaren beroepsbeoefenaar. Het beschrijft daarbij niet de werkzaamheden in de toekomst, maar de werkzaamheden in het heden. Als werkzaamheden (nog) niet of nauwelijks voorkomen in de praktijk komen ze dus ook niet voor in het BCP. Afbeelding 3.1 verduidelijkt de ontwikkeling van beroepen en de noodzaak tot blijvend innoveren (van nieuwe kennis) in beroepscompetentieprofielen. Daarbij worden drie kennisniveaus onderscheiden: Bestaande kennis, zichtbaar in activiteiten die erop gericht zijn het curriculum te onderhouden Nieuwe kennis, zichtbaar in de innovatie van het curriculum Toekomstige kennis, zichtbaar bij activiteiten om te ontdekken welke nieuwe kennis in de toekomst nodig is. Ontwikkeling in beroep BCP Post-initieel Initieel
achterhaald
toekomst Voorbeelden toekomstige kennis in BCP’s: Metselaar energieneutr. woningen Monteur warmtepompen
huidig
naast verbeteren ook structureel innoveren Nieuwe kennis ontdekken Achterhaalde kennis verdwijnt
Afb. 3.1 Proces van kennisontwikkeling in beroepsprofielen Om de potentiele kruisbestuiving tussen post-initieel en initieel onderwijs te illustreren is voor een tweetal toekomstige beroepen (de metselaar energieneutrale woningen en de monteur warmtepompen) aan aangepast beroepscompetentieprofiel opgesteld. In afbeelding 3.2 en 3.3 betreffend de niet gearceerde gebieden de huidige vaardigheden die voor de uitoefening van het beroep zijn vereist. De groen gearceerde gebieden betreffende de nieuwe vaardigheden om te kunnen handelen in de beroepspraktijk in de doelstellingen van BuildUpSkills: MH/V2/febr.2013
33
WP3 Roadmap BUS-NL
Afb. 3.2 Voorbeeld aanpassing BCP metselaar
MH/V2/febr.2013
34
WP3 Roadmap BUS-NL
b Bogen
a Kammen
a Rollagen
a Metselwerkdragers en lateien
a
Lijmmethode
Doorstrijk-methode
Klik-methode
Bijzondere verbanden
Bijzondere vormen
b
b
b
b
isolatie steen (cellulair glas) aanbrengen (o.a. kim en dakranden), rekening houdend met dilataties
b Drukvaste en vocht -resistente
Instrueren t.a.v. behoud kwaliteit werk (naderhand voegen aanbrengen pleisterwerk, montage ventilatievoorzieningen in gevel, bouwen/plaatsen en afwerkendakconstructie, installatie regenafvoer, rookgasafvoer, buitenkranen, buitenverlichting, gevelverlichting
Bijzondere stenen (o.a. vormstenen, a geglazuurde stenen)
b Lintvoeg en rollaag wapening
Folies aanbrengen ter bescherming isolatiemateriaal en binnenspouwbladen Afplakken van onderlinge aansluitingen in verband met de winddichtheid Controleren van folies
Afwaterend verankeren/ spouwloos aansluiten op constructie (met speciale aandacht voor uitwendige hoeken) Isolatie in twee lagen aanbrengen en daarbij doorlopende naden voorkomen
c Zorgen voor een ononderbroken/aaneen-gesloten isolatie van de spouw. Aansluiting spouwisolatie op isolatie dak en fundering c Toepassen van isolatiemateriaal passend bij het toepassingsgebied
Isolatie aanbrengen/beschermen
Materiaal voor bescherming ventilatie c Plaats en uitvoering dilataties openingen Materiaal voor vloerventilatie c Plaats en uitvoering ankers
b c
Kwalificerend voor Metselaar/Isoleerder
Initieel onderwijs
Kwalificatie Metselaar /Isoleerder energieneutrale woningen
Postinitieel onderwijs
c Beoordelen thermografische foto's en luchtdichtheidsmeetrapporten van de gevel en de aansluitingen op lateien, kozijnen, daken, funderingen, balkons en overige knooppunten en onderbrekingen
b
b
b
b
c
Speciale aandacht geven aan vlakheid constructie ter plaatse van lateien in het binnenspouwblad
b Beroepsprofielmetselaar c Beroepsprofile metselaar Energieneutrale woningen
c
In de spouw uitstekende delen van de c binnen-constructie omkleden met geschikt isolatiemateriaal
c
c
c
c
c
c
c
b
b c
c
c
c
b
Speciale aandacht geven aan vlakheid constructie bij vloereinden / vloeropleggingen
plaatse van de aansluiting van vlakken op elkaar door aanhouden van juiste detaillering Voorkomen warmteverliezen door vervorming isolatiemateriaal bij verankering Voorkomen aantasting spouwisolatie en constructie door dieren, planten en schimmels. Voorkomen optrekkend vocht in isolatiemateriaal en in constructie Speciale aandacht voor detaillering van de plekken waar buitenblad deel is van ononderbroken thermische schil
b Voorkomen van warmteverliezen ter
vocht van buiten, krimp, uitzakken isolatiemateriaal en onvoldoende aansluiting
b Voorkomen warmteverliezen door
b Realisatie gewenste spouwventilatie en vloerventilatie
c Evaluatievergadering, inbreng eigen ervaringen, omgaan met constateringen en kritiek, destilleren leeraspecten voor procesverbetering
c Hechting mortel en steen
Waterwerend dampopen materiaal
b c
c Maatvoering rond gevel-openingen
c Juiste lagen- en koppenmaten
Verankerings-materiaal/schotels
Isolatie-materiaal
b c
c Juiste menging stenen
speciaal metselwerk
c Strakheid verband, uitstraling uitvoering
c Voorkomen smet, steigerslagen en uitslag b Voorkomen valspecie en vervuiling isolatiemateriaal
Kwaliteit uitvoering conform vereisten en normen esthetische en constructieve eisen bouwfysische eisen
b c
Mortel, lijm, klicksysteem
Isolatie-stenen
Metselstenen
Juiste en op elkaar afgestemde duurzame materialen volgens duurzame details toepassen
Signaleren, confronteren, alarmeren, documenteren aantasting kwaliteit door derden en externe factoren in of buiten evaluatievergaderingen/ bouwoverleg
Vastleggen en documenteren kritische uitvoeringsdetails ( documenten en fotp's als weerrapport, ce-markering op product, conditie materialen, gebreken bij startsituatie)
Overleg met uitvoerder gelijktijdige en volgende stappen over op te leveren werk (voeger, aanbrengen pleisterwerk, monteur montagekozijnen, monteur ventilatievoorzieningen in gevel, bouwer/leverancier dakconstructie, installateur regenafvoer, rookgasafvoer, aanleg waterleiding en electralediing door schil)
b c
b c
b c
b b
b
Materieel (o.a steigers en stempels) monteren, bevestigen, controleren
Werkzaamheden en communicatie na oplevering , gereedmelding processtap
Controleren van ondergrond op bijvoorbeeld lucht- en vochtdichting aan de hand van een checklist
d Constructies waartegen isolatie wordt bevestigd vlak, schoon en vrij van leidingen maken
Uitvoering in vereist werktempo (situationele normen) Aansluiting metselwerk op Voorbereiden drager isolatiethermische schil platen
Traditioneel
Aanbrengen constructieve elementen in metselwerk
b Overleg met verantwoordelijke beschikbaarheid materiaal b Overleg met verantwoordelijke opslag en conditionering materiaal
Communiceren met ontwerpers Doorspreken details met ontwerpers/constructeurs
Stenen en dorpels leggen, incl. voegklaar maken
b Overleg met verantwoordelijke beschikbaarheid materieel
BIM applicatie gebruiken
c
Voorbereiding proces en communicatie voor en tijdens proces
b Overleg met uitvoerders voorgaande processtappen over vereiste startsituatie (bijvoorbeeld grond- en funderingswerk, aanwezigheid van vuilresten, vlakheid, vocht)
Werktekening lezen/interpreteren
D
Afb. 3.3 Voorbeeld aanpassing BCP installatiemonteur
MH/V2/febr.2013
35
WP3 Roadmap BUS-NL
b
b toilet
b <- bijbehorende verbindingstechnieken
b Instrueren t.a.v. behoud kwaliteit werk (doorvoeringen door thermische schil tbv installatieleidingen/-kanalen)
Instrueren t.a.v. behoud kwaliteit werk (naderhand aanbrengen van wijzigingen die afwijken van het ontwerp cq de tekening)
b inregelen complete warmtepompinstallatie en rapporteren in een inregelstaat/opleverrapportage
wastafel Appendages in leidingen
b gasfornuis b douchebak b bad
a pers a klem b <- bijbehorende verbindingstechnieken
a (in)regelmateriaal, o.a. ook thermostaat
a ventilatievoorzieningen (mech.)
Rookgasafvoerkanalen Kunstof, vloerverwarming Nieuwe typen kunststof leidingen voor gas- en watervoerende installaties Vloer-/wandverwamring voor LTV en HTV (warmtepompsystemen)
a knelkoppelingen
PVC leidingen (riolering)
a lassen
a schroefdraad
Koper en leidingen (gas/water)
a Overleg met verantwoordelijke beschikbaarheid materiaal a
a Overleg met verantwoordelijke beschikbaarheid materieel
a
a
Toepassingen juiste leidingmaterialen (corrosie!) en appendages (filters!) bij toepassing van grondwater als bron)
Kwalificerend voorA Installatiemonteurwoningbouw
Initieel onderwijs
Kwalificatie voorB MonteurW-installatie energieneutrale woningbouw: warmtepompen
Postinitieel onderwijs
Werkzaamheden en communicatie na oplevering , gereedmelding processtap b Beoordeling werking complete a Installatie in bedrijf stellen en b instructie handleiding gebruik leidinginstallatie op volgende beproeven op werking (warmtepomp, warmtepompinstallatie voor de aspecten: beproeven op dichtheid druktest, regelingen, buffervat) gebruiker/bewoner alvorens aansluiting distributienet
a a
a
a Combi warmtepomp voor b Boiler bij warmtapwatertoepassing verwarmen, warm tapwater (en koelen) a warmtepomboiler voor warmtapwater b Koppeling met nageschakelde (voor)verwarming, bron: verwarmingsinstallatie ventilatielucht a a a
a isoleren/beschermen van leidingen voor vloerverwarming
b Beroepsprofiel monteur w-installatie energieneutrale woningbouw: warmtepompen
a Beroepsprofiel installatiemonteur woningbouw/verwarminsgmonteur? tbv initieel onderwijs
b Evaluatievergadering, inbreng eigen ervaringen, omgaan met constateringen en kritiek, destilleren leeraspecten voor procesverbetering
b
a Voldoende massa bij warmtepomp vloeropstelling
a Plaats en uitvoering van sparingen in gevel, wand of dak
Kwaliteit uitvoering conform vereisten en normen constructieve eisen bouwfysische eisen
overleg met uitvoerder gelijktijdige en b volgende stappen over op te leveren werk, indien afgiftesysteem onderdeel uitmaakt van constructie (Betonkernactivering)
a overleg met uitvoerder gelijktijdige en b volgende stappen over op te leveren werk (sparingen voor leidingen/kanalen, aanbrengen van sleuven voor vloer/wandverwarming)
a
b
b bij toepassing natuurlijke a ventilatievoorzieningen door bouwkundige aannemer goede afstemming met mechanische ventilatievoorzieningen Milieu a Trillingsvrije opstelling warmtepomp in de b Voorkomen onnodig bochtenwerk bij b opstellingsruimte (trillingsdempers, kruisen kanalen/leidingen (extra flexibele aansluitingen) weerstand is oonnodig energieverlies) Gezondheid (Voorkomen kruising warme b Ruimte voor service en onderhoud b Voorkomen geluidsoverlast door b leidingen met tapwaterleidingen ivm installaties en componenten in deugdelijke installatie en isolatie legionella) opstellinsgruimte warmtepomp van omgeving
Veiligheid, (gebruik van PBM)
Arbo
omgevingseisen
Voorbereiding proces en communicatie voor en tijdens proces a Overleg met uitvoerders voorgaande b Overleg met uitvoerders voorgaande b Materieel (o.a. takelgereedschap, processtappen over vereiste processtappen over vereiste persoonlijke beschermingsmiddelen) startsituatie (bijv. voldoende massa startsituatie (bijv. bij oplevering klaar zetten, bevestigen en controleren en trillingsvrije opstelling op grond- en/of afgiftesysteem dragende vloer) warmtepomp door ander bedrijf)
Uitvoering in vereist werktempo (situationele normen) Monteren huishoudelijke en Monteren warmtepomp voor Monteren randapparatuur voor sanitaire toestellen en append. verwarmen warmtepomp a verwarmingsketel (cv) a Individuele warmtepomp voor b verwarmen (bron lucht of water (bodem) a verwarmingslichamen (radiatoren, a Individuele warmtepomp voor b convectoren, etc.) verwarmen en koelen (bron lucht of water (bodem)
Beluchtings- en ventilatiekanalen
Verbinden van installatieleidingen a solderen
Bewerken en monteren van installatieleidingen/-kanalen Dunwandige stalen leidingen
a Instrueren van assistent of het a montageteam dat onder leiding van
a
Installatievoorschriften lezen en interpreteren
Communiceren met de klant (uitvoerder) en eventuele
a Principeschema hydraulische aansluiting warmtepomp lezen en interpreteren
Werktekening, werkopdracht/instructies lezen en interpreteren
Uiteraard heeft deze werkwijze ook consequenties voor de docenten in het mbo. Mbo-instellingen staan al voor de zware opgave om veel nieuwe bouwkundedocenten en docenten installatietechniek te werven vanwege de vergrijzing. Die vergrijzing is een van de grootste zorgpunten in de vakopleiding voor de bouw. Docenten in het mbo zijn onmisbaar bij de inbreng van actualiteit in het initiële beroepsonderwijs . Hun taak is leerlingen op te leiden die qua kennis en vaardigheden ook kunnen worden ingezet bij het realiseren van energieneutrale woningen. Kortom: een actueel en deskundig docentenbestand dat toekomstige leerlingen opleidt voor de bouwen installatiesector is een belangrijke randvoorwaarde voor realisatie van de 20-20-20 doelstellingen.
MH/V2/febr.2013
36
WP3 Roadmap BUS-NL
4
Barrières, maatregelen en prioriteiten
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de geïdentificeerde barrières in relatie tot de gewenste doelstellingen van BUS-NL. Bij elke barrière worden maatregelen c.q. adviezen voorgesteld om de barrière te overwinnen. Op basis van endorsement gesprekken met marktpartijen worden deze acties geclusterd, waardoor een effectief en efficiënt plan van aanpak ontstaat. De in dit hoofdstuk benoemde onderdelen zijn in hoofdstuk 5 verwerkt in een concept roadmap richting 2020. In deze roadmap zijn de acties visueel gebundeld zodat plaatsing in tijd, prioriteit en belanghebbenden in één oogopslag duidelijk worden.
4.1
Toegepaste methodiek
Bij elke combinatie barrière-maatregel worden de volgende aspecten uitgewerkt: Categorieën Om tot een eerste clustering te komen is gebruik gemaakt van de volgende categorieën. Bij de categorieën is voor de duidelijkheid aangegeven welke acties: a) van primair belang zijn voor BuildUpSkills b) welke acties zijn onderkend als belangrijk voor realisatie van de 20-20-20 doelstellingen. Combinaties van barrière-maatregel in deze categorie kunnen vaak hun voordeel doen met het resultaat van de BuildUpSkills-acties. Zij zijn daarom opgenomen als aanbeveling. Categorie: A = Initieel onderwijs B = Post-initieel onderwijs C = Docenten/praktijkopleiders D = Onderwijsdeelnemers/studenten F = Mobiliteit arbeidsmarkt/certificering G = Monitoring H = Interdisciplinariteit/softskills I = Zelfstandigen/ZZP-ers J = Financiering L = Implementatie duurzaamheid M = Kennisvraag N = Continuïteit Q = Ontwikkeling onderwijsmateriaal
Actie van belang voor: 20-20-20 BuildUpSkills Initieel 20-20-20, post-initieel BuildUpSkills Initieel 20-20-20, post-initieel BuildUpSkills Initieel 20-20-20, post-initieel BuildUpSkills Platform BuildUpSkills BuildUpSkills BuildUpSkills Platform BuildUpSkills Platform BuildUpSkills Platform BuildUpSkills Platform BuildUpSkills Initieel 20-20-20, post-initieel BuildUpSkills
Als laatste is de typering Platform BuildUpSkills toegevoegd. Dit gaat om acties die primair benoemd kunnen worden als activiteit van het Platform BuildUpSkills. Actoren Alle relevante te betrekken actoren voor uitvoering van de voorgestelde maatregel. Niveau actie Per barrière/maatregel worden de volgende niveaus onderscheiden: Macro, actie heeft betrekking op niveau van wettelijke eisen c.q. onderwijssysteem Meso, actie heeft betrekking op niveau van school, MBO vakcollege, praktijk, e.d. Micro, actie heeft betrekking op niveau van het team, docenten, begeleiders e.d. Type actie Onderscheid in acties die resulteren in wijzigingen van (onderwijs)systeem (paragraaf 4.2) en acties die resulteren in aanpassingen van de onderwijs(inhoud), zie paragraaf 4.3.
MH/V2/febr.2013
37
WP3 Roadmap BUS-NL
SWOT analyse Per barrière/maatregel is een SWOT analyse gemaakt waarin volgende zaken worden geadresseerd: Sterkte van de maatregel (Strength) Zwakte van de maatregel (Weakness) Kans* van slagen om de doelstellingen BUS-NL te bereiken met de maatregel (Opportunity) Bedreiging* remmende werking op het bereiken van doelstellingen BUS-NL (Threats) *De kansen en bedreigingen worden beschouwd als maatregelen op macro-niveau, dus het zijn ontwikkelingen in de maatschappij die inspelen op de mogelijkheden (kansen) of remmingen (bedreigingen) in het bereiken van de BUS-NL doelstellingen. Benchmarks Tot slot wordt per maatregel een benchmark uitgevoerd. Onderstaande scores zijn mogelijk. Hoe hoger de scores (lees: hoe groter de groene oppervlakte van de radargrafiek, hoe moelijker de uitvoering van de maatregel zal zijn) Tabel 4.1 Benchmarks maatregelen Score
Tijd
Bronnen
Vaardigheden
1 2 3 4 5
benodigd voor implementatie voorgestelde maatregelen zeer kort kort gemiddeld lang zeer lang
benodigd voor implementatie voorgestelde maatregelen geen/zeer weinig beperkt gemiddeld Veel zeer veel
aanwezig voor implementatie voorgestelde maatregelen zeer veel veel gemiddeld weinig geen/zeer weinig
4.2
Wetgeving benodigde wijzigingen voor implementatie voorgestelde maatregelen geen/zeer weinig beperkt gemiddeld veel zeer veel
Cultuur
Mate van weerstand tegen voorgestelde maatregelen geen/zeer weinig beperkt gemiddeld veel zeer veel
Acties, maatregelen en prioriteiten
In de hierna volgende pagina’s zijn alle barrières en voorgestelde maatregelen en adviezen nader uitgewerkt in overzichten per barrière. Voor de concept Roadmap zijn de acties onafhankelijk van elkaar beschouwd in de uitwerking. De benchmarks per maatregel worden in februari en maart getoetst. In de definitieve rapportage Roadmap worden deze volledig uitgewerkt. Opmerking: Nogmaals wordt benadrukt dat het BuildUpSkills initiatief zich toespitst op het post-initiële onderwijs. De voorgestelde maatregelen en acties moeten ook in dit licht gezien worden. Indien genoemde acties ook een effect sorteren in het initiële onderwijs is dit apart aangegeven in de hierna volgende overzichten.
MH/V2/febr.2013
38
WP3 Roadmap BUS-NL
Categorie
Naam maatregel Ontwikkelen. kwalificatiestructuur vakmanschap Aanbeveling/maatregel
A1.1 - Initieel onderwijs Barriere De ontwikkelingscyclus van kwalificatiedossiers, curricula, opleidingsmaterialen en examens die volgt op het beschrijving van de beroepsinhoud heeft een te lange doorlooptijd.
Ontwikkelen van een kwalificatiestructuur voor vakmanschap (initieel onderwijs) incl. ontwikkelingen op het gebied van EE/RES, met de al werkende vakvolwassen vakman als referentie.
Actoren
Niveau actie
Ministerie van OCW
Macro (onderwijssysteem/wettelijk)
Paritaire commissies
Meso (ROC/School/College)
Kenteq/Fundeon Uneto-VNI/OTIB Bouwend-NL Aannemersfederatie SBB/KBB MBO-Diensten SWOT-analyse Strengths: (Sterkten, intern) Transparante branche kwalificatiestructuur, systeem toepasbaar in zowel bouw- als installatiesector
Threaths: (Bedreigingen, extern)
Integrale benadering bouw en installatietechniek
Algemene trend naar ontwikkeling kortere, generieke kwalificaties (met meer alg. vakken zoals taal, rekenen), zet aandacht voor specifiek vakmanschap onder druk.
Geschoolde mensen worden belangrijk ervaren voor advies aangaande duurzaamheid en om faalkosten te verlagen (USP, p. 53, 2013)
Te sterke scheiding tussen kennis en competenties, waardoor vakmanschap altijd lijkt in te moeten boeten
Evolutie bestaande beroepen (USP, p. 57, 2013)
Verschillende marktpartijen verwachten grote diversiteit aan nieuwe beroepen/specialisaties (USP, p. 58, 2013) waardoor groot aantal kwalificatiestructuren noodzakelijk is. Het is niet zeker of er wel capaciteit voldoende is om de kwalificatiestructuren op te zetten.
Resources (R):
Wet- en regelgeving (W): Moet aansluiten bij actieplan ministerie (3) Cultuur (C):
Meerdere bronnen benodigd, iedereen moet meedoen voor succes (4)
Weinig weerstand te verwachten tegen verandering (3)
Moet vanaf 'nul' opgetuigd worden (4)
Aanbeveling Andere initiatieven Actieplan min. OCW inperken kwalificaties op MBO-niveau en onderbrengen in domeinstructuur, "Focus op vakmanschap" Type actie Aanbeveling Systeem Inhoudelijk
Weaknesses: (Zwakten intern) Actieplan OCW eist lesuren in de school, waardoor minder ruimte onderwijs-deelnemers voor leren in beroepspraktijk
Opportunities: (Kansen/mogelijkheden, extern)
Benchmark voorgestelde maatregel Tijd (T):
Prioriteit
Vaardigheden (V): Vereist extra vaardigheden bij betrokkenen scholing, o.a. docenten (4)
5 4 3 2 1 0
C
W
T
R
V MH/V2/febr.2013
39
WP3 Roadmap BUS-NL
Categorie
Actoren
Naam maatregel Ontwikkeling onderwijs/examenproduct Aanbeveling/maatregel Bij voldoende draagvlak gezamenlijke ontwikkeling NL onderwijsmateriaal en examenproducten i.p.v. ieder voor zich Niveau actie
MBO-Diensten
Macro (onderwijssysteem/wettelijk)
A2.1 - Initieel onderwijs Barriere Programma’s en examens in het initiële MBOonderwijs hebben achterstand op actuele behoeften en ontwikkelingen in de markt
Kenteq Fundeon ISSO, SBR Centra voor innovatief vakmanschap Expertisecentra Duurzaam SWOT-analyse Strengths: (Sterkten, intern) Uniformiteit Opportunities: (Kansen/mogelijkheden, extern)
Prioriteit Aanbeveling Andere initiatieven
Type actie Aanbeveling Systeem Inhoudelijk
Meso (ROC/School/College)
Weaknesses: (Zwakten intern) Implementatietraject kan lang duren Threaths: (Bedreigingen, extern)
Draagvlak markt Overlap verdwijnt
Overregulering door sturing op uniformiteit Kostenplaatje grootste belemmering voor opleiden van personeel (kan ook kans zijn) (USP, p. 71, 2013) Beschikbare tijd is grote belemmering voor opleiden van werknemers (kan ook kans zijn) (USP, p. 71, 2013)
Gemiddeld heeft de helft van de werknemers extra training of opleiding nodig. (USP, p. 70, 2013) Benchmark voorgestelde maatregel Tijd (T): Duurt enkele jaren voordat geïmplementeerd Resources (R):
Wet- en regelgeving (W): Vereist geen aanpassingen Cultuur (C):
Meerdere bronnen benodigd, iedereen moet meedoen voor succes
Weinig weerstand te verwachten tegen verandering
Vaardigheden (V): Vereist geen/nauwelijks aanvullende vaardigheden bij de betrokkenen
5
T
4 3 2
C
R
1 0
W
V
MH/V2/febr.2013
40
WP3 Roadmap BUS-NL
Categorie A2.2 - Initieel onderwijs Barriere
Naam maatregel Arrangementen op-/bijscholing Aanbeveling/maatregel
Programma’s en examens in het initiële MBOonderwijs hebben achterstand op actuele behoeften en ontwikkelingen in de markt
Korte arrangementen ontwikkelen voor leerlingen die snel op willen/kunnen stromen naar hogere niveaus
Actoren
Niveau actie
MBO-Diensten
Meso (ROC/School/College)
Kenteq/Fundeon ISSO, SBR Centra voor innovatief vakmanschap Expertisecentra Duurzaam SWOT-analyse Strengths: (Sterkten, intern) Vlotte inbedding nieuwe technieken/onderwerpen Opportunities: (Kansen/mogelijkheden, extern) Toename cursussen/deelnemers Door huidige economische malaise komen mensen met minder of zelfs zonder werk te zitten, terwijl ze een hoge mate van vakmanschap bezitten. Dit kan worden ingezet in het onderwijs. Benchmark voorgestelde maatregel Tijd (T): Kan direct opgestart/uitgevoerd worden Resources (R): Meerdere bronnen benodigd, iedereen moet meedoen voor succes Vaardigheden (V): Vereist extra vaardigheden bij betrokkenen scholing, o.a. docenten
5
Prioriteit Aanbeveling Andere initiatieven Vergroot deelname van het bedrijfsleven in het onderwijs (Masterplan Betatechniek SP1) Type actie Aanbeveling Inhoud
Weaknesses: (Zwakten intern)
Threaths: (Bedreigingen, extern) Vraag blijft uit Concurrentie met bestaande cursussen
Wet- en regelgeving (W): Vereist geen aanpassingen Cultuur (C): Weinig weerstand te verwachten tegen verandering
T
4 3 2
C
R
1 0
W
MH/V2/febr.2013
V
41
WP3 Roadmap BUS-NL
Categorie A2.3 - Initieel onderwijs Barriere
Naam maatregel Ontwikkeling loopbaanroutes Aanbeveling/maatregel
Programma’s en examens in het initiële MBOonderwijs hebben achterstand op actuele behoeften en ontwikkelingen in de markt
Ontwikkelen logische loopbaanroutes om a) de gap tussen wat wordt afgeleverd door onderwijs en wat bedrijfsleven nodig heeft op te vullen, b) een werkende op het gewenste en benodigde niveau zien te krijgen
Actoren
Niveau actie
MBO-Diensten
Meso (ROC/School/College)
Kenteq/Fundeon ISSO, SBR Centra voor innovatief vakmanschap Expertisecentra Duurzaam SWOT-analyse Strengths: (Sterkten, intern)
Weaknesses: (Zwakten intern)
Prioriteit Aanbeveling Andere initiatieven Vergroot deelname van het bedrijfsleven in het onderwijs (Masterplan Betatechniek SP1) Skills@school Skillsmanager Type actie Aanbeveling Inhoud
Skillsmanager is nog niet geadopteerd door de Bouwsector Opportunities: (Kansen/mogelijkheden, extern)
Threaths: (Bedreigingen, extern)
Cursussen en trainingen het meest gebruikt voor continu leerproces (USP, p. 58, 2013)
Kostenplaatje grootste belemmering voor opleiden van personeel (kan ook kans zijn) (USP, p. 71, 2013)
Gemiddeld heeft de helft van de werknemers extra training of opleiding nodig. (USP, p. 70, 2013)
Beschikbare tijd is grote belemmering voor opleiden van werknemers (kan ook kans zijn) (USP, p. 71, 2013) Alle partijen geven aan klaar te zijn voor de 2020 doelstellingen. (USP, p. 61 en 64, 2013) Het kan zijn dat de nodige maatregelen worden onderschat.
Benchmark voorgestelde maatregel Tijd (T):
Resources (R):
Wet- en regelgeving (W): benodigde wijzigingen voor implementatie voorgestelde maatregelen Cultuur (C):
benodigd voor implementatie voorgestelde maatregelen
Mate van weerstand tegen voorgestelde maatregelen
benodigd voor implementatie voorgestelde maatregelen
Vaardigheden (V): aanwezig voor implementatie voorgestelde maatregelen
MH/V2/febr.2013
42
WP3 Roadmap BUS-NL
Categorie A3.1 - Initieel onderwijs Barriere De beroepsopleidingen in de installatie- en bouwsector sluiten onvoldoende aan op de eisen en wensen die de praktijk de komende jaren stelt. Het bouwen van energieneutrale gebouwen vraagt in eerste instantie om aangepaste werkprocessen. (verplaatst van E.9.1) De geleverde kwaliteit van het werk voldoet regelmatig niet aan de wensen/eisen van de klant. Actoren post-initiele opleiders OTIB O&O-bouw SWOT-analyse Strengths: (Sterkten, intern)
Naam maatregel Benutten PI-onderwijs voor nieuwe BCP´s Aanbeveling/maatregel Veel eisen en wensen zijn al opgenomen in de (eindtermen van de) post-initiële opleidingen. Deze benutten voor ontwikkeling BCP´s urgentiebesef verbetering bouw- en installatiekwaliteit vergroten uitvoerenden in bouw en installatie (verplaatst van E9.1)
Niveau actie Meso (ROC/School/College)
Prioriteit Aanbeveling Andere initiatieven
Uitrollen concept vakscholen (MB&T, speerpunt 1) Techmavo kopstaart aanpak / energielabel nieuwbouw Type actie Aanbeveling Inhoudelijk
Weaknesses: (Zwakten intern)
Softskills, systeemdenken en integraliteit komen beter voor het voetlicht Opportunities: (Kansen/mogelijkheden, Threaths: (Bedreigingen, extern) extern) Brancheorganisaties en werkgevers hebben volgens alle partijen belangrijke rol bij opleiden en scholen (USP, p. 67, 2013)
Cursussen en trainingen het meest gebruikt voor continu leerproces (USP, p. 58, 2013)
Bouw raakt negatief imago kwijt Geschoolde mensen worden belangrijk ervaren voor advies aangaande duurzaamheid en om faalkosten te verlagen (USP, p. 53, 2013) Door huidige economische malaise komen mensen met minder of zelfs zonder werk te zitten, terwijl ze een hoge mate van vakmanschap bezitten. Dit kan worden ingezet in het onderwijs. Benchmark voorgestelde maatregel Tijd (T):
Resources (R):
Wet- en regelgeving (W): benodigde wijzigingen voor implementatie voorgestelde maatregelen Cultuur (C):
benodigd voor implementatie voorgestelde maatregelen
Mate van weerstand tegen voorgestelde maatregelen
benodigd voor implementatie voorgestelde maatregelen
Vaardigheden (V): aanwezig voor implementatie voorgestelde maatregelen
MH/V2/febr.2013
43
WP3 Roadmap BUS-NL
Categorie A10.1 - Initieel onderwijs Barriere Twee beroepen ontbreken in het beroepenspectrum voor de bouw: "Isoleerder in de bouw" en "Steller en monteur van prefabelementen in de bouw". Actoren
Naam maatregel Ontwikkelen nieuwe BCP's Aanbeveling/maatregel
Fundeon
Macro (onderwijssysteem/wettelijk)
Bedrijfsleven SWOT-analyse Strengths: (Sterkten, intern)
Weaknesses: (Zwakten intern)
Prioriteit Aanbeveling Andere initiatieven
Ontwikkelen van 2 nieuwe BCP's Niveau actie
Opportunities: (Kansen/mogelijkheden, extern)
Threaths: (Bedreigingen, extern)
Met praktijkvoorbeelden kan noodzaak onderbouwd worden, waardoor snelle en kansrijke implementatie
sociale partners willen niet investeren in kwalitatief onderzoek omdat beroepen nog niet in beroepenverkenning naar voren zijn gekomen
Type actie Aanbeveling Systeem
Geschoolde mensen worden belangrijk ervaren voor advies aangaande duurzaamheid en om faalkosten te verlagen (USP, p. 53, 2013)
Benchmark voorgestelde maatregel Tijd (T): Kan direct opgestart/uitgevoerd worden Resources (R):
Wet- en regelgeving (W): Vereist aanpassingen wetgeving Cultuur (C): Weinig weerstand te verwachten tegen verandering
Beperkt nodig voor ontwikkeling Vaardigheden (V): Vereist extra vaardigheden bij betrokkenen
5 4 3 2 1 0
C
T
W
MH/V2/febr.2013
R
V
44
WP3 Roadmap BUS-NL
Categorie B4.1 - Post-initieel onderwijs Barriere Post-initiële cursussen vaak nog niet goed bekend bij de doelgroep.
Actoren OTIB O&O-bouw Cursusaanbieders ROC's SWOT-analyse Strengths: (Sterkten, intern) Vergroten van bereik Opportunities: (Kansen/mogelijkheden, extern) Landelijke facilitering post-initiële opleidingen? Gemiddeld heeft de helft van de werknemers extra training of opleiding nodig. (USP, p. 70, 2013)
Naam maatregel Betere ontsluiting in cursuscatalogi Aanbeveling/maatregel
Prioriteit Hoog Andere initiatieven
Betere ontsluiting in cursuscatalogi (en duidelijkere relatie met BCP's, accreditatie)
Skillsmanager
Niveau actie Meso (ROC/School/College)
Type actie Systeem
etalage.otib.nl
Weaknesses: (Zwakten intern) Threaths: (Bedreigingen, extern) In het kader van duurzaamheid: De meeste respondenten kunnen geen doelstellingen spontaan noemen (USP, p. 19, 2013) De zoektocht naar opleidingen/cursussen door bedrijven krijgt daarmee waarschijnlijk ook niet veel aandacht.
Brancheorganisaties en werkgevers hebben volgens alle partijen belangrijke rol bij opleiden en scholen (USP, p. 67, 2013)
Benchmark voorgestelde maatregel Tijd (T): benodigd voor implementatie voorgestelde maatregelen
Wet- en regelgeving (W): benodigde wijzigingen voor implementatie voorgestelde maatregelen
Resources (R):
Cultuur (C):
benodigd voor implementatie voorgestelde maatregelen
Mate van weerstand tegen voorgestelde maatregelen
Vaardigheden (V): aanwezig voor implementatie voorgestelde maatregelen
MH/V2/febr.2013
45
WP3 Roadmap BUS-NL
Categorie
Naam maatregel Ontwikkeling. kwalificatiestructuur vakmanschap Aanbeveling/maatregel
B4.2 - Post-Initieel onderwijs Barriere
Prioriteit Hoog
Andere initiatieven Actieplan min. OCW Ontwikkelen van een inperken kwalificaties De ontwikkelingscyclus van kwalificatiedossiers, kwalificatiestructuur voor op MBO-niveau en curricula, opleidingsmaterialen en examens die vakmanschap (post-initieel onderwijs) onderbrengen in volgt op het beschrijving van de beroepsinhoud incl. ontwikkelingen op het gebied van domeinstructuur, heeft een te lange doorlooptijd. EE/RES, met de al werkende "Focus op vakvolwassen vakman als referentie. vakmanschap" Actoren Niveau actie Type actie Ministerie van OCW Macro (onderwijssysteem/wettelijk) Systeem Paritaire commissies Meso (ROC/School/College) Inhoudelijk Kenteq/Fundeon Uneto-VNI/OTIB Bouwend-NL Aannemersfederatie SBB/KBB MBO-Diensten SWOT-analyse Strengths: (Sterkten, intern) Weaknesses: (Zwakten intern) Actieplan OCW eist lesuren in de Transparante branche kwalificatiestructuur, school, waardoor minder ruimte systeem toepasbaar in zowel bouw- als onderwijs-deelnemers voor leren in installatiesector beroepspraktijk Opportunities: (Kansen/mogelijkheden, Threaths: (Bedreigingen, extern) extern) Algemene trend naar ontwikkeling kortere, generieke kwalificaties (met Integrale benadering bouw en installatietechniek meer alg. vakken zoals taal, rekenen), zet aandacht voor specifiek vakmanschap onder druk. Te sterke scheiding tussen kennis en Geschoolde mensen worden belangrijk ervaren competenties, waardoor voor advies aangaande duurzaamheid en om vakmanschap altijd lijkt in te moeten faalkosten te verlagen (USP, p. 53, 2013) boeten Evolutie bestaande beroepen (USP, p. 57, 2013) Benchmark voorgestelde maatregel Tijd (T): Wet- en regelgeving (W): Moet aansluiten bij actieplan Moet vanaf 'nul' opgetuigd worden (4) ministerie (3) Resources (R): Cultuur (C): Meerdere bronnen benodigd, iedereen moet Weinig weerstand te verwachten meedoen voor succes (4) tegen verandering (3) Vaardigheden (V): Vereist extra vaardigheden bij betrokkenen scholing, o.a. docenten (4)
5
T
4 3 2
C
R
1 0
W
V MH/V2/febr.2013
46
WP3 Roadmap BUS-NL
Categorie C5.1 - Docenten/praktijkopleiders Barriere
Actoren
Naam maatregel Train the trainer programma's Aanbeveling/maatregel Organiseren train - the - trainer sessies om de capaciteit van gekwalificeerde aanbieders (relatie actie 19) te vergroten en een goede regionale beschikbaarheid te garanderen. In samenwerking met bedrijfsleven brengen docenten structureel een hoeveelheid tijd door in de bouw/installatiepraktijk Inrichten van (regionale) flexpools met experts vanuit bedrijfsleven. Niveau actie
Post-initiële opleiders
Macro (onderwijssysteem/wettelijk) +
OTIB O&O bouw MBO-Diensten BouwendNL Uneto-VNI ISSO, SBR SWOT-analyse Strengths: (Sterkten, intern) een natuurlijke opvanging van de 'lag' in kwalificaties update… ofwel een manier om aanpassingen alvast te toetsen (via docenten direct in onderwijs) voordat ze in kwalificaties worden opgenomen Opportunities: (Kansen/mogelijkheden, extern) Verbetering imago van docentenberoep Door huidige economische malaise komen mensen met minder of zelfs zonder werk te zitten, terwijl ze een hoge mate van vakmanschap bezitten. Dit kan worden ingezet in het onderwijs. Benchmark voorgestelde maatregel Tijd (T):
Meso (ROC/School/College)
Opleiders moeten worden bijgeschoold. Leraren zijn vaak niet op de hoogte van ontwikkelingen in de bouwpraktijk De MBO-instellingen worden geconfronteerd met een tekort aan docenten Bouwkunde en Installatietechniek vanwege de vergrijzing. Regionale beschikbaarheid is niet geborgd
benodigd voor implementatie voorgestelde maatregelen Resources (R): benodigd voor implementatie voorgestelde maatregelen Vaardigheden (V): aanwezig voor implementatie voorgestelde maatregelen
5 4 3 2 1 0
C
W
Prioriteit Aanbeveling Andere initiatieven Zorg voor voldoende en goed aanbod voor bijscholing van docenten (Masterplan Beta-techniek SP1)
Techniektalent Type actie Aanbeveling Systeem
Weaknesses: (Zwakten intern)
Threaths: (Bedreigingen, extern) Imago van docentenberoep
Wet- en regelgeving (W): benodigde wijzigingen voor implementatie voorgestelde maatregelen Cultuur (C): Mate van weerstand tegen voorgestelde maatregelen
T
R
V MH/V2/febr.2013
47
WP3 Roadmap BUS-NL
Categorie D7.1 - Onderwijsdeelnemers/studenten Barriere
Daling van de instroom Actoren Overzicht van betrokken actoren
Naam maatregel Promotie voor loopbaan bouw/installatie.sector Aanbeveling/maatregel Geen maatregel binnen BUS-NL maar aanbeveling: Promoot een loopbaan in de bouwsector door te laten zien hoe 'green' technologie beroepen verandert Niveau actie Macro (onderwijssysteem/wettelijk)
Prioriteit aanbeveling Andere initiatieven
Techniektalent Type actie Aanbeveling Systeem
Meso (ROC/School/College) Gezamenlijke aanpak van de bedrijfstak en onderwijs vereist. SWOT-analyse Strengths: (Sterkten, intern)
Opportunities: (Kansen/mogelijkheden, extern)
Weaknesses: (Zwakten intern)
Threaths: (Bedreigingen, extern) Brancheorganisaties en werkgevers hebben volgens alle partijen belangrijke rol bij opleiden en scholen (USP, p. 67, 2013) . Door de huidige economische malaise worden prioriteiten door de overheid op andere zaken gericht dan duurzaamheid. Dit is een bedreiging voor investeringen in promotie in loopbaan en bouw. Ook de stagnerende huizen en utiliteitsmarkt draagt hieraan bij.
Benchmark voorgestelde maatregel Tijd (T):
Resources (R):
Wet- en regelgeving (W): benodigde wijzigingen voor implementatie voorgestelde maatregelen Cultuur (C):
benodigd voor implementatie voorgestelde maatregelen
Mate van weerstand tegen voorgestelde maatregelen
benodigd voor implementatie voorgestelde maatregelen
Vaardigheden (V): aanwezig voor implementatie voorgestelde maatregelen
MH/V2/febr.2013
48
WP3 Roadmap BUS-NL
Categorie F11.1 - Mobiliteit arbeidsmarkt/certificering Barriere Weinig of geen aandacht voor mobiliteit in EU perspectief NL vakman niet mobiel Actoren Europass ECVET EQARF EVC Skillsmanager Skills@School
Naam maatregel Organiseren mobiliteit vakmensen EU Aanbeveling/maatregel Aandacht voor mobiliteit van medewerkers bouw- en installatiesector in de EU (mede in relatie tot acties upgrading BCP´s en accreditatie/certificering)
Prioriteit Laag Andere initiatieven
Niveau actie Macro (onderwijssysteem/wettelijk)
Type actie Systeem
Lopende initiatieven
De mobiliteitsmiddelen onder Leonardo da Vinci Vetpro voor docenten en IVT voor studenten SWOT-analyse Strengths: (Sterkten, intern) Aansluiting bij persoonscertificering
Weaknesses: (Zwakten intern)
Opportunities: (Kansen/mogelijkheden, extern)
Threaths: (Bedreigingen, extern) Hoe het kennisniveau van buitenlandse krachten zich ontwikkelt ten opzichte van Nederlandse bouwvakkers is niet bekend Vakmanschap verdwijnt naar buitenland (rietdekker, polen) Overheid en opdrachtgevers zien de markt als kartrekker v.w.b. duurzaamheid. (USP, p. 72, 2013) De vraag is of de overheid deze rol ook pakt.
Benchmark voorgestelde maatregel Tijd (T):
Resources (R):
Wet- en regelgeving (W): benodigde wijzigingen voor implementatie voorgestelde maatregelen Cultuur (C):
benodigd voor implementatie voorgestelde maatregelen
Mate van weerstand tegen voorgestelde maatregelen
benodigd voor implementatie voorgestelde maatregelen
Vaardigheden (V): aanwezig voor implementatie voorgestelde maatregelen
MH/V2/febr.2013
49
WP3 Roadmap BUS-NL
Categorie F12.1 - Mobiliteit arbeidsmarkt/certificering Barriere
Naam maatregel Mogelijkheden persoonscertificering Aanbeveling/maatregel
Leren moet zich niet beperken tot initieel onderwijs, maar moet een continue activiteit zijn Onderzoek naar vormen van (Life long learning) persoons- en bedrijfstakcertificering Actoren Niveau actie Macro (onderwijssysteem/wettelijk) KBI Fundeon Kenteq Uneto-VNI Aannemersfederatie SkillsNL BouwendNL AgentschapNL SWOT-analyse Strengths: (Sterkten, intern) Weaknesses: (Zwakten intern) Life Long Learning wordt een structurele activiteit Opportunities: (Kansen/mogelijkheden, Threaths: (Bedreigingen, extern) extern)
Kan mogelijk aansluiten bij bedrijfscertificering
Prioriteit Hoog Andere initiatieven Masterplan Bètatechniek Type actie Systeem
Overheid en opdrachtgevers zien de markt als kartrekker v.w.b. duurzaamheid. (USP, p. 72, 2013) Vanwege de economische malaise op de huizenmarkt heeft de overheid de neiging om maatregelen zoals certificering te versoepelen.
Kan als bron dienen voor monitoring ontwikkeling beroepsbevolking Benchmark voorgestelde maatregel Tijd (T):
Resources (R):
Wet- en regelgeving (W): benodigde wijzigingen voor implementatie voorgestelde maatregelen Cultuur (C):
benodigd voor implementatie voorgestelde maatregelen
Mate van weerstand tegen voorgestelde maatregelen
benodigd voor implementatie voorgestelde maatregelen
Vaardigheden (V): aanwezig voor implementatie voorgestelde maatregelen
MH/V2/febr.2013
50
WP3 Roadmap BUS-NL
Categorie F19.1 - Mobiliteit arbeidsmarkt/certificering Barriere De kwaliteit van het (post-initiële?) opleidingsaanbod is zeer divers en er is geen gestandaardiseerde accreditatie. Deze omstandigheden bemoeilijken het verkrijgen van duurzaamheidscompetenties. Actoren
Naam maatregel Mogelijkheden persoonscertificering Aanbeveling/maatregel
Prioriteit Hoog Andere initiatieven
Ontwikkelen nationale accreditatie van opleidingen (zie ook relatie met categorie B) Niveau actie Macro (onderwijssysteem/wettelijk)
RES, EPBD recast en EED
KBI Brancheorganisaties Opleiders SWOT-analyse Strengths: (Sterkten, intern) Life Long Learning wordt een structurele activiteit Opportunities: (Kansen/mogelijkheden, extern)
Weaknesses: (Zwakten intern)
Kan mogelijk aansluiten bij bedrijfscertificering
Overheid en opdrachtgevers zien de markt als kartrekker v.w.b. duurzaamheid. (USP, p. 72, 2013) Vanwege de economische malaise op de huizenmarkt heeft de overheid de neiging om maatregelen zoals certificering te versoepelen.
Kan als bron dienen voor monitoring ontwikkeling beroepsbevolking
kwalificatiestructuren en de hierbij horende certificering.op te zetten
Type actie Systeem
Threaths: (Bedreigingen, extern)
Cursussen en trainingen het meest gebruikt voor continu leerproces (USP, p. 58, 2013) Benchmark voorgestelde maatregel Tijd (T):
Resources (R):
Wet- en regelgeving (W): benodigde wijzigingen voor implementatie voorgestelde maatregelen Cultuur (C):
benodigd voor implementatie voorgestelde maatregelen
Mate van weerstand tegen voorgestelde maatregelen
benodigd voor implementatie voorgestelde maatregelen
Vaardigheden (V): aanwezig voor implementatie voorgestelde maatregelen
MH/V2/febr.2013
51
WP3 Roadmap BUS-NL
Categorie G13.1 - Monitoring Barriere
Instrumentarium ontbreekt om snel zicht te krijgen op ontwikkelingen en gevolgen van ontwikkelingen
Actoren
Naam maatregel Instrument ontwikkelen t.b.v. monitoring Aanbeveling/maatregel
Ontwikkelen instrument(en) tbv monitoring van: Ontwikkeling vakmanschap Resultaat acties Up-to-date houden Status Quorapport Ontwikkelingen technisch (Innovatiemotor) Niveau actie
Onderzoeksbureaus Consortiumpartners Energietransitiemodel Brancheorganisaties Kennisinstituten SWOT-analyse Strengths: (Sterkten, intern) Betrokkenheid van alle relevante partijen, duidelijke positionering en rollen. Opportunities: (Kansen/mogelijkheden, extern) Mogelijkheid voor een inhoudelijke link, en daarmee versterking van relatie tussen onderwijs en praktijk (bedrijfsleven). Benchmark voorgestelde maatregel Tijd (T):
Macro (onderwijssysteem/wettelijk)
Hoog Andere initiatieven Implementatie in WP3 ontwikkeld monitorings-model. ontwerp wordt onderdeel definitieve rapport (april 2013)
Type actie Platform Systeem
Meso (ROC/School/College)
Weaknesses: (Zwakten intern) afhankelijk van proactieve inbreng van betrokken partijen, geen back-up. Threaths: (Bedreigingen, extern) Het missen van relevante ontwikkelingen die buiten de kaders en scope van monitoring vallen, maar wel van grote invloed (kunnen) zijn.
Resources (R):
Wet- en regelgeving (W): benodigde wijzigingen voor implementatie voorgestelde maatregelen Cultuur (C):
benodigd voor implementatie voorgestelde maatregelen
Mate van weerstand tegen voorgestelde maatregelen
benodigd voor implementatie voorgestelde maatregelen
Prioriteit
Vaardigheden (V): aanwezig voor implementatie voorgestelde maatregelen
MH/V2/febr.2013
52
WP3 Roadmap BUS-NL
Categorie H15.1 - Interdisciplinariteit Barriere Er is in de bouw een hoge mate van specialisatie, en beroepen worden nog steeds zeer sterk in hokjes geplaatst, waarbij discipline overstijgende activiteiten of opleidingen niet worden gestimuleerd of zelfs worden ontmoedigd.
Actoren Overzicht van betrokken actoren
SWOT-analyse Strengths: (Sterkten, intern) Opportunities: (Kansen/mogelijkheden, extern)
Naam maatregel Ontwikkeling interdisciplinaire opleidingen Aanbeveling/maatregel veel meer aandacht voor benodigde softskills en meer integrale opleidingen bouw-/installatiesector Hangt samen met acties betreffende de beroepscompetentieprofielen, zie cat. A Niveau actie Macro (onderwijssysteem/wettelijk) Meso (ROC/School/College) Micro (Team/docenten)
Prioriteit Hoog Andere initiatieven De uitdagingen vragen om combinatie en integratie van kennis en technologie; interdisciplinariteit (MBT)
Type actie Inhoudelijk
Weaknesses: (Zwakten intern) Threaths: (Bedreigingen, extern) Uit het marktonderzoek komt de noodzaak van soft skills niet echt naar boven. Deze zijn echter in verband met toenemende noodzakelijke samenwerking in projecten wel nodig. Het feit dat dit niet wordt onderkend (tenminste uit het marktonderzoek) geeft aan dat dit een mogelijke bedreiging is.
Benchmark voorgestelde maatregel Tijd (T):
Resources (R):
Wet- en regelgeving (W): benodigde wijzigingen voor implementatie voorgestelde maatregelen Cultuur (C):
benodigd voor implementatie voorgestelde maatregelen
Mate van weerstand tegen voorgestelde maatregelen
benodigd voor implementatie voorgestelde maatregelen
Vaardigheden (V): aanwezig voor implementatie voorgestelde maatregelen
MH/V2/febr.2013
53
WP3 Roadmap BUS-NL
Categorie I.16.1 - Zelfstandigen/ZZP-ers Barriere
Naam maatregel (Innovatieve) bijscholing ZZP-ers Aanbeveling/maatregel
ZZP-ers & ontbreken bijscholing
Geen maatregel binnen BUS-NL maar aanbeveling: On-the-job leertrajecten, evt. gekoppeld met persoons- en bedrijfstakcertificering (punt 12) Lopende initiatieven Stimulering deelname & ontwikkelen innovatieve vormen van scholing
Actoren
Niveau actie
BouwendNL Post-initiële opleiders Uneto-VNI Aannemersfederatie Schijnzelfstandigen Echte zelfstandigen (reputatie) SWOT-analyse Strengths: (Sterkten, intern)
Prioriteit Hoog Andere initiatieven
Type actie Systeem
Meso (ROC/School/College)
Weaknesses: (Zwakten intern)
Opportunities: (Kansen/mogelijkheden, extern)
Threaths: (Bedreigingen, extern)
Gemiddeld heeft de helft van de werknemers extra training of opleiding nodig. (USP, p. 70, 2013)
Kostenplaatje grootste belemmering voor opleiden van personeel (kan ook kans zijn) (USP, p. 71, 2013) Beschikbare tijd is grote belemmering voor opleiden van werknemers (kan ook kans zijn) (USP, p. 71, 2013)
Benchmark voorgestelde maatregel Tijd (T):
Resources (R):
Wet- en regelgeving (W): benodigde wijzigingen voor implementatie voorgestelde maatregelen Cultuur (C):
benodigd voor implementatie voorgestelde maatregelen
Mate van weerstand tegen voorgestelde maatregelen
benodigd voor implementatie voorgestelde maatregelen
Vaardigheden (V): aanwezig voor implementatie voorgestelde maatregelen
MH/V2/febr.2013
54
WP3 Roadmap BUS-NL
Categorie J20.1 - Financiering Barriere
Naam maatregel ESF en O&O funding Aanbeveling/maatregel
Funding van onderwijsinspanningen
Aanwenden mogelijkheden: ESF-funding O&O fondsen Bedrijfsleven (in cash of in kind) Niveau actie
Actoren OTIB O&O fonds bouwnijverheid
Macro (onderwijssysteem/wettelijk)
Prioriteit Hoog Andere initiatieven Beleid van bij betrokken fondsen organisatie
Type actie Platform Systeem
(per sector) SWOT-analyse Strengths: (Sterkten, intern)
Opportunities: (Kansen/mogelijkheden, extern) Gemiddeld heeft de helft van de werknemers extra training of opleiding nodig. (USP, p. 70, 2013)
Benchmark voorgestelde maatregel Tijd (T):
Weaknesses: (Zwakten intern)
Threaths: (Bedreigingen, extern) Kostenplaatje grootste belemmering voor opleiden van personeel (kan ook kans zijn) (USP, p. 71, 2013)
Resources (R):
Wet- en regelgeving (W): benodigde wijzigingen voor implementatie voorgestelde maatregelen Cultuur (C):
benodigd voor implementatie voorgestelde maatregelen
Mate van weerstand tegen voorgestelde maatregelen
benodigd voor implementatie voorgestelde maatregelen
Vaardigheden (V): aanwezig voor implementatie voorgestelde maatregelen
MH/V2/febr.2013
55
WP3 Roadmap BUS-NL
Categorie
Prioriteit
Barriere
Naam maatregel Financiering koppelen aan vakmanschap Aanbeveling/maatregel
Funding van onderwijsinspanningen
Financiering relateren aan prestatie en vakmanschap
Activiteit van het platform Indien mogelijk koppelen aan monitoring effect BuildUpSkillsNL
J26.1 - Financiering
Upskilling (opscholing) als onderdeel opdracht! (indien mogelijk betaald door opdrachtgever)
Actoren
Niveau actie
DGBC, NL-overheid Banken
Meso (ROC/School/College)
Hoog Andere initiatieven
Type actie Platform Systeem
NL-overheid
SWOT-analyse Strengths: (Sterkten, intern) een sterke incentive
Opportunities: (Kansen/mogelijkheden, extern)
Weaknesses: (Zwakten intern) te veel variabelen (prestatie en vakmanschap zijn bijvoorbeeld anders te beoordelen, geen eenduidige relatie)… Threaths: (Bedreigingen, extern) Overregulering door sturing op uniformiteit
Boost voor energielabel nieuwbouw
Benchmark voorgestelde maatregel Tijd (T):
Kostenplaatje grootste belemmering voor opleiden van personeel (kan ook kans zijn) (USP, p. 71, 2013) Beschikbare tijd is grote belemmering voor opleiden van werknemers (kan ook kans zijn) (USP, p. 71, 2013)
Resources (R):
Wet- en regelgeving (W): benodigde wijzigingen voor implementatie voorgestelde maatregelen Cultuur (C):
benodigd voor implementatie voorgestelde maatregelen
Mate van weerstand tegen voorgestelde maatregelen
benodigd voor implementatie voorgestelde maatregelen
Vaardigheden (V): aanwezig voor implementatie voorgestelde maatregelen
MH/V2/febr.2013
56
WP3 Roadmap BUS-NL
Categorie N25.1 - Continuïteit Barriere
Veel initiatieven om te komen tot energietransitie, ook veel versnippering
Actoren Topsectoren, Ketenacademie, Vernieuwing bouw, Platform 31, EnergyConsiousness, DGBC, Nationaal Renovatieplatform, Platform Duurzame Huisvesting, Renda, Duurzaam Gebouwd, Provinciale/regionale platforms, gemeentelijke platforms, Greendeals, lectoraten, Bouwcampus, Bouwteam, Pioneering… Virtueel platform BUSNL SWOT-analyse Strengths: (Sterkten, intern) Vergroten betrokkenheid marktpartijen Opportunities: (Kansen/mogelijkheden, extern)
Naam maatregel Borgen continuïteit Platform BUSNL Aanbeveling/maatregel Boodschap BuildUpSkillsNL verspreiden bij diverse gremia. Aan laten sluiten als marktpartij bij platform BuildUpSkillsNL Continuïteit van Platform BuildUpSkills borgen
Prioriteit Hoog Andere initiatieven
Niveau actie
Type actie
Meso (ROC/School/College)
Platform Systeem
Lopende initiatieven
Weaknesses: (Zwakten intern)
Threaths: (Bedreigingen, extern)
Door wildgroei aan initiatieven/ Koppelen innovaties, proeftuinen uit onder meer platformen en devaluatie van het TKI-programma's en greendeals koppelen aan begrip platform is niet iedereen onderwijsprogramma's enthousiast voor nog een platform. 'Verborgen' agenda's Benchmark voorgestelde maatregel Tijd (T):
Resources (R):
Wet- en regelgeving (W): benodigde wijzigingen voor implementatie voorgestelde maatregelen Cultuur (C):
benodigd voor implementatie voorgestelde maatregelen
Mate van weerstand tegen voorgestelde maatregelen
benodigd voor implementatie voorgestelde maatregelen
Vaardigheden (V): aanwezig voor implementatie voorgestelde maatregelen
MH/V2/febr.2013
57
WP3 Roadmap BUS-NL
Categorie Q31.1 - Ontwikkelen onderwijsmateriaal Barriere
Actueel houden van bestaand cursusmateriaal
Naam maatregel Ontwikkeling onderwijs/examenproduct Aanbeveling/maatregel Op basis van analyse beschikbaarheid en actualiteit het cursusmateriaal up-to-date houden. Dit borgen in een moderne uitgeefformule Niveau actie
Actoren OTIB (format duurzame technologie) Kenteq Fundeon ISSO, SBR SWOT-analyse Strengths: (Sterkten, intern)
Meso (ROC/School/College)
Opportunities: (Kansen/mogelijkheden, extern)
Threaths: (Bedreigingen, extern)
Prioriteit Hoog Andere initiatieven
Type actie Inhoud
Weaknesses: (Zwakten intern)
Actueel/innovatief lesmateriaal ook prima inzetbaar voor initieel onderwijs Geschoolde mensen worden belangrijk ervaren voor advies aangaande duurzaamheid en om faalkosten te verlagen (USP, p. 53, 2013) Benchmark voorgestelde maatregel Tijd (T): Duurt enkele jaren voordat geïmplementeerd Resources (R):
Wet- en regelgeving (W): Vereist geen aanpassingen Cultuur (C):
Meerdere bronnen benodigd, iedereen moet meedoen voor succes
Geen weerstand te verwachten tegen verandering
Vaardigheden (V): Vereist geen/nauwelijks aanvullende vaardigheden bij de betrokkenen
5
T
4 3 2
C
R
1 0
W
MH/V2/febr.2013
V
58
WP3 Roadmap BUS-NL
5
Plan van aanpak - Roadmap
Onderstaand worden de voorgestelde acties in de Roadmap weergegeven. Lange termijn
Market actors
O verh eid O n d erw ijs ken n iscen tra O n d erw ijs o p leid ers O n d erw ijs to etsers B ed rijfsleven K en n isin stitu ten C ertificatie-in stellin g en B ran ch eo rg an isaties W erkg everso rg an isaties W erkn em erso rg an isaties F ab rikan ten /g ro o th an d el S ch o lin g sfo n d sen Z Z P -ers In tern atio n ale acto ren P L AT F O RM B US NL
Roadmap acties (CONCEPT) februari 2013
Middellange termijn
B U S N L a ctie 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020
Korte termijn
B.4.2
Ontwikkeling kwalificatiestructuur voor vakmanschap (post-initieel onderwijs)
V X X
F.12.1
Onderzoek naar vormen van persoons- en bedrijfstakcertificering
X X
F.19.1 Ontwikkelen nationale accreditatie van opleidingen
X
X X
X V X X
X X
G.13.1 Ontwikkelen instrumenten t.b.v. monitoring
X X
H.15.1 Ontwikkelen interdisciplinaire opleidingen
X
X V X X X X
V V
N.25.1 Continuïteit van Platform BuildUpSkills borgen B.4.1
Betere ontsluiting post-initeel onderwijs in cursuscatalogi
I.16.1
Innovatieve vormen van scholing ZZP-ers
V X
V
X
X
J.20.1 Nationale en Europese funding van onderwijsinspanningen
X
J.26.1 Financiering koppelen aan vakmanschap
V
Q.31.1 Actueel houden bestaande onderwijs-/examenmateriaal A.1.1
Ontwikkeling kwalificatiestructuur voor vakmanschap (initieel onderwijs)
A.2.2
Korte arrangementen snelle bij-/ en opscholing
X X
X
V X X
X X
X X
X
A.10.1 Ontwikkelen BCP´s (2x) nieuwe beroepen in de bouw
V
A.2.1
Gezamenlijke ontwikkeling onderwijs/-examenmateriaal
X X X X X
A.3.1
Benutten post-initieel onderwijs bij ontwikkeling BCP´s
X X
C.5.1
Train de trainer programma's en regionale beschikbaarheid docenten verbeteren
A.2.3
Ontwikkeling logische loopbaanroutes
D.7.1
Promoten loopbaan in bouwsector
X
X
V X X
X
X
X
X V
X
X
X V
X
F.11.1 Organisatie mobiliteit vakmensen in de EU
X
X X
X X X X X
LEGENDA Actie BUS-NL met hoge prioriteit Geen actie BUSNL, wel aanbeveling X = Betrokken bij de Actie V = Verantwoordelijke Actie NB. Verdere detaillering van acties wordt uitgewerkt in de bijlage bij dit rapport
Afb. 5.1 Concept Roadmap BUSNL MH/V2/febr.2013
X
59
WP3 Roadmap BUS-NL
5.1
Toegepaste methodiek
In afbeelding 5.1 worden de belangrijkste acties (verticale rode pijlen) in de scope van BUS-NL weergegeven in de tijd (horizontale groene pijlen), in de richting van het jaar 2020. Hierbij is onderscheid gemaakt in acties op de korte termijn (2013-2014), de middellange termijn (2015-2017) en de lange termijn (2018-2020). Tevens is in het schema aangegeven welke relevante marktpartijen betrokken zijn. Partijen die een belangrijke verantwoordelijkheid hebben of een grote invloed kunnen uitoefenen bij het bereiken van de BUS-NL doelstellingen zijn gemarkeerd met een V. Overige relevante betrokkenen zijn weergegeven met een X. Zoals eerder in deze rapportage aangegeven zijn de maatregelen afzonderlijk benoemd en nog niet in onderlinge afhankelijkheid uitgewerkt. Daarnaast zijn de in afb. 5.1 genoemde hoofdacties verder onderverdeeld in detail acties. Een eerste voorbeeld hiervan is opgenomen in de bijlage. Verdere uitwerking zal plaatsvinden in de definitieve Roadmap medio april 2013.
MH/V2/febr.2013
60
WP3 Roadmap BUS-NL
6
Monitoring plan
6.1
Update Status Quo analyse
De Status quo analyse (WP2) toont aan dat er nog flinke stappen nodig zijn om de gewenste veranderingen en opscholing (upskilling) van het vakmanschap richting 2020 te bereiken. Trends laten zien dat vragers/gebruikers een betere prijs-kwaliteitsverhouding en –garantie, maatwerk en een actievere betrokkenheid bij het eindproduct eisen. Dit vraagt om vakmensen die in teamverband werk kunnen afleveren dat voldoet aan steeds strengere eisen. Echter, partijen als woningcorporaties, projectontwikkelaars en industriële ondernemingen hebben in het algemeen nog weinig ervaring met de inpassing van een efficiënte en duurzame energievoorziening. De geleverde kwaliteit binnen de bouwkolom voldoet vandaag de dag regelmatig niet aan de eisen/wensen van de klant. Hierdoor is de reputatie van de sector niet best. De controle op eigen werk blijft vaak achterwege. Sturing op kwaliteit is zeker in het kader van duurzame technieken van essentieel belang. Tot 2011 heeft de bouw de beoogde bijdrage aan energiebesparing in ieder geval niet kunnen behalen. Bij een doelstelling van 2,4 miljoen woningen, zijn in de periode van 2008-2010 in totaal 314.000 woningen energiezuiniger gemaakt met het percentage van 20 - 30% (onderzoek Agentschap NL). Blijven we in het ‘stoptrein scenario’ (term Uneto-VNI, een groene kans voor open doel) zitten, waarin de ontwikkeling doorgaat in dezelfde trend als de achterliggende jaren, dan blijft de groei van duurzaamheid en energiebesparing beperkt. 6.1.1
Waarom te monitoren?
Het is voor actueel houden van het gedane onderzoek BUSNL wenselijk een ‘mechanisme’ voor periodieke update van de stand-van-zaken te maken om autonome en door BUSNL in gang gezette vorderingen te volgen. Maar nog belangrijker is het een ‘mechanisme’ op te zetten waarmee de gewenste veranderingen in gang gezet (en vooral gehouden) kunnen worden. Het blijkt dat veel partijen geïnteresseerd zijn in BUS-NL en de doelstellingen ervan ondersteunen. Tegelijkertijd blijkt ook dat veel van deze partijen het lastig vinden om in beweging te komen, niet weten wat ze precies moeten doen en/of hoe ze het moeten aanpakken. Zelfs angst om de verkeerde stappen te zetten resulteert in een (blijvende) afwachtende houding. De rapportage van de status-quo analyse geeft een pakkende momentopname. Juist daarom is het noodzakelijk dat om een zo continu mogelijke, ‘levende’, monitoring op te zetten om de ingezette ‘upskilling’ op gang te houden. Deze monitoringsaanpak heeft daardoor, naast het doel om een nieuwe momentopname van de WP2-rapportage te kunnen geven (op periodieke momenten een ‘uitdraai’ van relevante gegevens te verkrijgen), ook tot doel om als katalysator de relevante en betrokken partijen op koers te houden. Partners in het BUSNL project die toegang hebben tot relevante informatiebronnen, moeten een goede aansluiting op de te ontwikkelen monitoring krijgen. Hierdoor kunnen deze partijen die gegevens zonder teveel extra inspanning blijvend leveren. Concreet betekent dit dat monitoring actief gekoppeld moet zijn aan organisaties en mensen, en niet aan procedures en methodieken. Endorsement en activering van het Platform BuildUpSkillsNL is op dit moment in uitvoering. Monitoring wordt daarom ook als werk-in-uitvoering beschouwd – in ieder geval tot 2015 – en zal actief door het Platform BuildUpSkillsNL aangejaagd worden. 6.1.2
Wat te monitoren?
De status-quo analyse heeft als doel de stand van zaken betreffende het (additionele) onderwijs en de relatie met de praktijk inzichtelijk te maken. De resultaten van verbeterinspanningen, als gevolg van het BUSNL project, maar ook van alle lopende en nieuwe relevante initiatieven in praktijk verbeteren de status-quo.
MH/V2/febr.2013
61
WP3 Roadmap BUS-NL
Het effect van deze inspanningen worden gemonitord om tot een update van de status-quo en de daaraan gekoppelde acties te komen. Er wordt daarom onderscheid gemaakt tussen: Initiatieven als gevolg van Roadmap activiteiten, welke voornamelijk onderwijs met als doelstelling opwaardering van competenties als focus hebben (zoals in voorgaande hoofdstukken beschreven) en; Initiatieven die los daarvan (van roadmap alsook van onderwijs) staan. In beide gevallen wordt in de eerste instantie ingezoomd op de ‘koplopers’, partijen die ‘iets willen’ en in feite al een keuze hebben gemaakt en bezig zijn met bijdrage leveren aan de realisatie van 2020 doelstellingen. Door de focus op inspanningen en resultaten van ‘early adopters’ te leggen, krijgen volgers de beschikking over passende kennisproducten waarmee zij versneld succesvol innovaties kunnen omarmen. Ook krijgen opdrachtgevers hiermee een gereedschap in handen dat vertrouwen wekt in het vakmanschap. Daardoor zal de risico mijdende early mass versneld overgaan tot adoptie van energie-efficiënt en duurzaam bouwen. 6.1.3
Opzet van monitoring
Algemene karakteristieken van de bouw zullen naar verwachting niet zo snel (en zeker niet tot 2020) veranderen. Dit is gebaseerd op het feit dat ze al decennia lang in kern onveranderd zijn. De bouw is grotendeels vertegenwoordigd door het MKB als capaciteitsaanbieder en zal dat grotendeels ook blijven. Het gaat echter om de kwaliteit van die geboden capaciteit en het resultaat dat ermee bereikt kan worden. Het feit dat er weinig tot geen gegevens beschikbaar zijn over het kennis- en kundeniveau van de beroepsbeoefenaars, geeft (bijna automatisch) de richting van de opzet van monitoring. Zoals is gebleken tijdens EU-exchange bijeenkomsten in het BuildUpSkills project, is één van de onderscheidende elementen in de Nederlandse aanpak de vermelding van het al meer dan 10 jaar actuele onderwerp van faalkosten in de bouw. Door de jaren heen blijken faalkosten een drijvende kracht bij uitstek om partijen geïnteresseerd te krijgen. De koppeling van monitoring aan faalkosten, het feitelijk operationaliseren ervan, maakt dat de doelgroepen belang hebben bij de monitoring. Activiteiten vanuit Platform BuildUpSkillsNL, zoals faciliteren en ondersteunen in doorontwikkeling van de al actieve partijen, bieden via monitoring (indirect) een mogelijkheid om faalkosten te relateren aan (gebrek aan) competenties en de daaraan gerelateerde kwaliteitsaspecten. Hiermee wordt een directe tegenprestatie richting de koplopers geboden via monitoring, waarmee op den duur ook het effect van ingezette maatregelen direct bij de doelgroepen zelf gemeten kan worden. Op basis daarvan kunnen verdere acties waar nodig ingezet/aangepast worden. Op deze manier geeft monitoring input voor doorvertaling van urgentie van kwaliteitsverbetering en doorwerking op verschillende niveaus, zoals aangegeven in hoofdstuk 4. De Roadmap activiteiten worden via monitoring (directe feedback) aangewend om de faalkosten problematiek in de bouwpraktijk te adresseren. Monitoring maakt daarmee ook inzichtelijk waarom opleidingsgerelateerde maatregelen noodzakelijk zijn, en welk probleem ze helpen op te lossen. Kortom: Het niet integraal kunnen toepassen (het gebrek aan competenties daarvoor) van (opkomende) aan energie-efficiëntie (EE) en duurzame energie (RES)gerelateerde technieken vormt een wezenlijk onderdeel van faalkosten. Het gaat om het effect van het (aan)geleerde op de kwantiteit en kwaliteit van het gerealiseerde. Dit heeft vooral te maken met de cyclus (additionele) opleiding – ervaring opdoen – het effect in praktijk (kwaliteit van werk, EE en RES oplossingen). Ter verduidelijking van het leerproces is in afb. 6.1 de lerende persoon/organisatie weergegeven (binnenste cirkel : theorievorming-ervaring-complexe praktijk-reflectie). Ook benadrukt afb. 6.1 de (moeilijke) overgang van ‘early adopters’ naar ‘early majority’. Op het niveau van afzonderlijke bedrijven betekent dit dat de koplopende bedrijven in constante worsteling zijn met de overgang van ‘ervaring-complexe opdracht’, zoals afgebeeld in de binnenste cirkel. Deze overgang is essentieel om de 20-20-20 doelstellingen te realiseren!
MH/V2/febr.2013
62
WP3 Roadmap BUS-NL
Afb. 6.1 Innovatie- en leercyclus van personen/organisaties De focus ligt op de beroepspraktijk, MKB bouw en installaties, die wordt gevoed met opgeleide mensen vanuit het initieel en post-initieel onderwijs. Algemene aanname is dat deze beginnende en vakvolwassen beroepsbeoefenaren niet voldoende toegerust zijn om het gewenste werk te kunnen doen. Dit resulteert in faalkosten (bezien zowel vanuit opdrachtgevers als opdrachtnemers!). Uiteindelijk gaat het dus om monitoring van de geleverde kwaliteit van werk door deze vakmensen. 6.1.4
Hoe te monitoren?
Bij monitoring in de scope van BUS-NL gaat het om de relaties tussen: 1. Beleid/regelgeving 2. Gebouwde omgeving 3. Scholing 4. Bedrijven / werknemers 5. Innovaties / (technische) ontwikkelingen - Platform BuildUpSkillsNL A. In eerste instantie moet een aantal standaard zaken gemonitord worden, zoals de beschikbaarheid van EE/RES gerelateerde projecten. Komen ze überhaupt op de markt, en in welke vorm? Input vanuit EIB, AgentschapNL, CBS etc. Hieronder vallen ook zaken als marktcondities/-ontwikkeling, invloed beleid en regelgeving. Alles gesplitst naar nieuwbouw en renovatie.
MH/V2/febr.2013
63
WP3 Roadmap BUS-NL
Gebouwde omgeving: -
Nieuwbouw ?
-
EE/RES projecten
Bestaande bouw
B. Daaraan gekoppeld moeten algemene cijfers over beschikbaarheid van relevante werknemers / disciplines gemonitord worden; zijn er voldoende mensen om die projecten uit te voeren? Algemene cijfers over in- en uitstroom van werknemers, inclusief vergrijzing (door EIB, OTIB, Bouwend Nederland, UNETO-VNI).
Instroom Bedrijven / werknemers uitstroom
C. Waar het om gaat is het effect: Met wat voor resultaat worden deze projecten door deze mensen uitgevoerd?
Instroom EE/RES projecten
Bedrijven / werknemers uitstroom
[Evaluatie met faalkosten en kwaliteit als criteria] Het operationaliseren hiervan zou voornamelijk via (panel van) bedrijven op project/projectteam niveau moeten gebeuren. Zij geven zelf aan wat de kwaliteit van hun (team)werk is, vertaald in (schattingen van) faalkosten. Zoals in de status-quo rapportage aangegeven is één van belangrijkste verbeteraspecten jezelf als onderdeel van het grotere geheel van het bouwproject te zien. Het gaat voornamelijk om de samenhang tussen disciplines: welke onderdelen/werkzaamheden van de andere disciplines zijn voor je eigen rekening van belang? Hierin ligt en een duidelijke rol voor Bouwend Nederland en Uneto-Vni om vanuit krachtig endorsement het belang hiervan te benadrukken. Bij de evaluaties is het belangrijk na te gaan of faalkosten te wijten zijn aan (gebrek aan, of bijgebrachte) competenties/skills van werknemers of aan andere zaken (wat vanuit BUSNL vakmanschap focus onder ‘de rest’ valt). Belangrijk hierbij is om rekening te houden met het feit dat er alleen op basis van (achteraf) geconstateerde kwaliteit niet eenduidig teruggekoppeld kan worden naar vakmanschap! Aspecten zoals aansturing, ontwerp, tussentijdse wijzigingen, onzinnige regels, gebreken of verkeerde materialen, vernieling van goed werk door derden, extreem weer etc. spelen allemaal een rol in de realisatie van de kwaliteit. Deze zaken zouden middels tussentijdse metingen en monitoring gedurende het bouwproces zelf wellicht uiteen gerafeld kunnen worden. Het gaat echter
MH/V2/febr.2013
64
WP3 Roadmap BUS-NL
om (relatieve) verbeteringen, vanuit perspectief van betrokkenen, waardoor een absolute meting niet noodzakelijk is. Een absolute meting wordt vaak ook snel in verband met ‘pointing/blaming’ gebracht, waardoor het in wezen ook niet altijd wenselijk is. De bestaande structuren kunnen moeilijk dit relatieve aspect van monitoring accommoderen. Op deze manier boven water halen van het kennis- en kundeniveau van de beroepsbeoefenaars is één van de vereisten om tot effectieve monitoring (en daarmee realisatie van roadmap activiteiten) te komen. Daarmee is ook een belangrijke taak voor Platform BuildUpSkillsNL gedefinieerd. Zoals gezegd, voor succes ervan is een tegenprestatie richting bedrijven cruciaal. In de methodiek gaat het vooral om het blijvend meten en analyseren van de gegevens uit boven beschreven monitoring opzet: een ‘continue (dynamische) monitor’. De gegevens zijn daarbij te relateren aan drie onderwerpen: 1. Initieel onderwijs effect (kwaliteit schoolverlaters). Met name in tijd gezien; worden ze steeds beter, heeft dat met aanpassingen in het curriculum te maken etc. Deze ‘loop’ monitoren is met name van belang voor onderwijskant, vanwege relatering aan curriculum en beleid, en zou via MBO diensten, Fundeon, Kenteq, OTIB verankerd moeten worden. Het heeft ook directe relatie met ‘feedbacklus’ binnen “Beroepenmonitor”. 2. Post initieel onderwijs effect. Dezelfde vragen zoals bij initieel onderwijs, uitgebreid met: wat is (verloop in) behoefte aan opleidingen/cursussen, en worden ze gestuurd? Deze ‘loop’ monitoren via (selecte groep van) cursus-/opleidingsinstituten (zie status-quo rapport lijst in 6.2.3). Onderdeel van endorsement / Platform BUSNL activiteiten. 3. Learning on-the-job effect; een combinatie van projecten, interne opleidingen en in-company (product-gebonden) cursussen. Hoewel on-the-job onderwijs deels als onderdeel (subcategorie) van initieel en post-initieel onderwijs aangemerkt kan worden, wordt hier gekozen om het als aparte categorie te behandelen. Een van de redenen is omdat het op die manier ook als grote kans voor huidige overheersende structuren binnen initieel en postinitieel onderwijs gezien kan worden. Heel belangrijk is om ook cross-links hierbij op te vangen; hoe sijpelt (het effect) van EE/RES innovaties door (bijvoorbeeld short-cuts naar opleidingen via docenten) en wie heeft er kijk op? Hier is wellicht ook een rol voor marktonderzoeksbureaus weggelegd. De benodigde competenties volgen zoals blijkt uit afb. 6.1 innovaties in relatie tot EE en RES. Deze innovaties komen voornamelijk vanuit industrie en onderzoek, maar kunnen ook ontstaan in praktijk bij bedrijven zelf. Omdat veel competenties on-the-job verkregen worden, zeker bij innovaties die in bedrijven binnen projecten worden ontwikkeld, is het in ieder geval de zaak om opleidingen zoveel mogelijk aansluiting op projecten plaats te laten vinden. Anders blijft het lastig om te bepalen of de verbeteringen vanuit (verbeterd) onderwijsaanbod komen, of vanuit learning-on-the-job. Bij de bedrijven die voor accreditatie in aanmerking komen moet ook gemonitord worden. Het vergelijkbare geldt ook voor ‘officiële’ opleidingen; eenmalige accreditatie is niet voldoende, continue monitoring is nodig. Een kleinschaliger cyclus, en de rol van monitoring daarin, van de ontwikkeling van criteria en eindtermen voor opleidingen, trainingen en toetsingen vormt onderdeel van instrumenten ontwikkeling op korte termijn (zie hfd.5 overzicht). Kwantitatieve onderdelen van initieel, post-initieel, on-the-job in/via projecten monitoren via aanbod van opleidingen. Hoeveel mensen hebben opleidingen (succesvol) gevolgd [info via Fundeon en Kenteq]. Subonderdelen zijn: hoe groot is de animo en bereidheid om mensen naar opleidingen te sturen [USP, ITS, EIB!?], hoe worden opleidingen onderhouden [initieel via MBO-diensten]. Kwalitatieve onderdelen vooral aan effecten relateren, en zo direct mogelijk via bedrijven zelf verkrijgen [Platform BuildUpSkillsNL]. 6.1.5
Rol van verschillende partijen
[Definitieve rapportage medio maart/april 2013]
MH/V2/febr.2013
65
WP3 Roadmap BUS-NL
6.2
Voortgang en kwaliteit maatregelen Roadmap
Bewaking van de voortgang van de acties in de Roadmap (WP3, hoofdstuk 5) heeft betrekking op hoge prioriteit acties, zoals gedefinieerd in H4. Het betreft een 14-tal acties, 10 waarvan een directe relatie met model en activiteiten omschreven in 6.1. Onderstaand is toegelicht op welke manier ze direct meegenomen kunnen worden / onderdeel maken van Platform BUSNL activiteiten. A1.1 (ontwikkeling kwalificatiestructuur vakmanschap) - Onderdeel van initieel onderwijs, van direct belang en onderdeel van lopende werkzaamheden van een aantal BUSNL partners (Fundeon, Kenteq, MBO-diensten). - Past in de feedback loop skills, daarnaast directe relatie met monitoring innovaties. A2.1 (ontwikkeling onderwijs-/examenproduct) - Onderdeel van initieel onderwijs, van direct belang voor een aantal BUSNL partners (Fundeon, Kenteq, MBO-diensten, ISSO, SBR). - Past in de feedback loop skills, waarbij extra nadruk op reflectie van bedrijfsleven vanuit Platform BUSNL moet komen. A2.3 (ontwikkeling loopbaan routes) - Vereist speciale aandacht vanuit Platform BUSNL, omdat het ook tot verandering van (invulling van) rollen binnen bestaande (onderwijs) structuren kan leiden. A3.1 (benutten post-initieel onderwijs voor nieuwe BCP’s) - In potentie een zeer effectieve maatregel. Monitoring zal zich vooral toespitsen op de juiste communicatie en goede uitwisseling van gegevens. Het blijft deels afhankelijk van het goede wil van aanbieders van post-initieel onderwijs. A10.1 (ontwikkelen nieuwe BCP’s) - Monitoring verzekerd door directe betrokkenheid (en verantwoordelijkheid) van Fundeon. B4.2 (ontwikkeling kwalificatiestructuur vakmanschap) - Direct gekoppeld aan A1.1, maar vanuit PI focus. C5.1 (train the trainer programma’s) - Monitoring, alsook het aanjagen van de actie, direct gekoppeld aan (pool van) bedrijven via projectteams. Het maakt onderdeel van feedback loop voor bijsturing van aanbod, waardoor de verwachting is dat het een van de voornaamste effecten van Platform BuildUpSkillsNL zal worden. G13.1 (monitoringsinstrumenten) - Roadmap geeft eerste aanzet, uitwerking versterkt via endorsement. N25.1 (borgen continuïteit Platform BuildUpSkillsNL) - Transparantie en toegankelijkheid. Gekoppeld aan duidelijke communicatie. Q31.1 (cursusmateriaal up-to-date houden) - Het gehele opzet van monitoring in 6.1 draait om de (mogelijkheid voor) continue updating. Als zodanig de best geborgde maatregel; uiteraard indien goed uitgevoerd. De overige 4 acties zullen afzonderlijk behandeld worden: B4.1 (betere ontsluiting cursuscatalogi post-initieel onderwijs) - Monitoring focust zich vooral op continue meting van effecten van maatregelen. Cursuscatalogi hebben informerende functie, en hoewel ze direct mede verantwoordelijk zijn voor het succes of falen (niet kunnen vinden van opleidingen betekent ook geen effect kunnen sorteren), vallen ze buiten monitoring model. Het bouw breed opzetten ervan kan een effectief middel zijn om ook zichtbaarheid van Platform BuildUpSkillsNL te vergroten. Het zal daarom ook meegenomen worden in de uitwerking van Platform BuildUpSkillsNL; F12.1 (mogelijkheden persoonscertificering) - Een impliciete relatie met bijna alle activiteiten, maar geen expliciet onderdeel van monitoring model uit 6.1. Als zodanig ook afhankelijk van directe betrokkenheid en belang van BUSNL partners). In geval extern onderzoek een mogelijkheid en/of vast onderdeel van Platform BuildUpSkillsNL opzet wordt, zal het daarin meegenomen worden. F19.1 (nationale accreditatie van opleidingen) - Vergelijkbaar met F12.1, waarbij de rol van Platform BuildUpSkillsNL zich waarschijnlijk zal beperken tot agendering en signalering. H15.1 (ontwikkeling interdisciplinaire opleidingen)
-
De noodzaak dicteert dat het eigenlijk onderdeel van opzet in 6.1 moet zijn. Het moet echter als logische gevolg van eerste iteratie in feedback loop naar voren komen, het is een mogelijke resultaat van evaluatie (wat direct onderdeel van monitoring is). Anders, zoals huidig marktonderzoek ook toont, zal het niet gedragen worden. MH/V2/febr.2013
66
WP3 Roadmap BUS-NL
7
Conclusies
[Definitieve rapportage medio maart/april 2013]
MH/V2/febr.2013
67
WP3 Roadmap BUS-NL
MH/V2/febr.2013
68
WP3 Roadmap BUS-NL
Verklaringen [Definitieve rapportage medio maart/april 2013]
MH/V2/febr.2013
69
WP3 Roadmap BUS-NL
MH/V2/febr.2013
70
WP3 Roadmap BUS-NL
Auteurs De rapportage concept roadmap is samengesteld door bijdragen van: Fundeon Hibin ISSO MBO diensten Kenteq OTIB SBR
MH/V2/febr.2013
71
WP3 Roadmap BUS-NL
MH/V2/febr.2013
72
WP3 Roadmap BUS-NL
Referenties AgentschapNL papers Bouwbesluit 2012 Europese Commissie Klimaatbeleid EPBD Recast 2010/031/EU RES directive 2009/028/EC Regeerakkoord “Bruggen Slaan’ 2012 Rijksoverheid.nl Status quometing bouw-en installatiesector richting Europese 2020 doelstellingen t.b.v. BuildUpSkillsNL, USP 2013 [Volledige lijst met referenties in definitieve rapportage medio maart/april 2013]
MH/V2/febr.2013
73
WP3 Roadmap BUS-NL
MH/V2/febr.2013
74
WP3 Roadmap BUS-NL
Bijlage Voorbeeld uitwerking acties Roadmap Roadmap Planning (concept) 2013 F.19.1
10
10.2
10.2.0
10.2.1
10.2.2
10.2.3
10.2.4
10.2.5 10.2.6 10.2.7
2 Opzet infrastructuur voor accreditatie postinitiële opleidingen, trainingen en certificeringen (EE en RES) Ontwikkelen nationaal/op europa afgestemd accreditatiesysteem voor organisaties die postinitiële opleidingen/trainingen/examineringen verzorgen (EE en RES) Formeren klankbordgroep uit marketactors (linking pin naar Concerted Actions RES directive wg 5) aangevuld met deskundige accreditatie en secretaris Formuleren en afstemmen criteria voor accreditatie van organisaties die opleiden, trainen en toetsen op het gebied van EE en RES criteria o.a. financieel, organisatorisch, professionaliteit mbt training, opleiden, toetsen criteria o.a. technische kennis en focus op EE en RES Publicatie concept nationaal accreditatiesysteem voor opleidende, trainende en toetsende/certificerende organisaties (EE en RES) Verwerken reacties en definitieve vaststelling accreditatiesysteem, oprichten tijdelijke projectgroep Beoordeling organisaties die trainingen, opleidingen en/of toetsen/certificering verzorgen en zich inschrijven in register Publicatie van het register met geaccrediteerde organisaties (opleidende, trainende en toetsende/certificerende) (EE en RES) Monitoring/auditing geaccrediteerde organisaties
10.2.8
Bijstelling accreditatiesysteem Accreditatiesysteem onderbrengen bij een onafhankelijke keuringsinstantie die de kwaliteit van onderwijs- en trainingsorganisaties meet en waarborgt.
10.2.9
Klankbordgroep opheffen
2014 1
2015 2
1
2
2017-1
2018
1
1 2 1
2
RMA RMA
10.4.1
Ontwikkelen nationaal en op euro afgestemd accreditatiesysteem voor postinitiële trainingen, opleidingen en examineringen (EE en RES) Formeren klankbordgroep uit marketactors (linking pin naar Concerted Actions RES directive wg 5) aangevuld met deskundige accreditatie en secretaris RMA Formuleren en afstemmen criteria voor accreditatie opleidingen, trainingen en certificaten (EE en RES) RMA RMA
10.4.2
o.a. financiële, organisatorische kaders onderwijskundige beoordeling, transparantie leerdoelen resultaten deelnemers bij theorie- en praktijktoetsen en assessments (feedback) Publicatie concept nationaal accreditatiesysteem opleidingen, trainingen en examineringen (EE en RES)
10.4.3
Verwerken reacties en definitieve vaststelling accreditatiesysteem, oprichten tijdelijke
10.4.0
1
RMA
RMA
RMA
RMA
RMA RMA RMA
RMA RMA
F.19.1
10.4
2016 2
RMA RMA
2019 2
2020-1 1
projectgroep
10.4.4 10.4.5 10.4.6 10.4.7
Beoordeling aangemelde opleidingen, trainingen en toetsen/certificering
RMA
Publicatie van het register met geaccrediteerde opleidingen, trainingen en toetsen (EE en RES) Monitoring/auditing geaccrediteerde opleidingen, trainingen en toetsen (EE en RES)
10.4.8
Bijstelling accreditatiesysteem Accreditatiesysteem onderbrengen bij een onafhankelijke keuringsinstantie die de kwaliteit van opleidingen, trainingen en toetsen meet en waarborgt.
10.4.9
Klankbordgroep opheffen
20
Werken aan interdisciplinaire beroepscompetenties van blue collar workers in de brede zin (EE en RES)
RMA RMA RMA
RMA RMA 2013
2014
2015
2016
2017-1
H.15.1 Vaststellen leerdoelen/einddoelen/objectives interdisciplinaire competenties van blue collar workers in de brede zin (EE en RES) 20.1 Formeren brede klankbordgroep met marketactors aangevuld met 20.1.0 onderwijsdeskundige en secretaris Formuleren en uitwerken vereiste interdisciplinaire competenties voor EE en RES : 20.1.1 o.a. m.b.t. Duurzaamheid en belang duurzaan bouwen, bewustheid 202020, inzicht in eisen/prestaties gebouwen Rol/bijdrage van partijen: overheid/bedrijven/teams/individuen in diverse fasen van bouwproces (inclusief gebruiksfase) Vertaling daarvan naar benodigde beroepsattitude blue collar worker, kwaliteitsbewust werken, controle op eindproduct Vereisten ten aanzien van samenwerken, evalueren, kwaliteitsbeheersing (zwakste schakel die bepaalt) Omgaan met innovaties, vernieuwingen (analyse en probleem oplossen in praktijk) en kennisdeling
20.1.2
20.1.3
20.1.4 20.1.5
Proactief en reactief informatie vragen en geven, signaleren, confronteren en documenteren Lezen en interpreteren van tekeningen/schermen op verschillende aggregatieniveaus en vanuit verschillende invalshoeken (end-user BIM) Publiceren conceptbeschrijving van interdisciplinaire kennis, vaardigheden en attitude voor EE en RES Verwerken reacties op concept, definitieve vaststelling en publicatie van vereiste interdisciplinaire kennis, vaardigheden en attitude in het kader van EE en RES Overdragen uitkomsten aan samenwerkende kenniscentra voor beroepsopleidingen in de bouw
20.1.6
Opheffen klankbordgroep Selectie en clustering relevante competenties voor opname in diverse beroepscompetentieprofielen (ingeval sociale partners daarvoor kiezen)
20.1.7
Vertaling naar kwalificatiedossiers initieel
MH/V2/febr.2013
RMA
RMA RMA
RMA
RMA
RMA RMA
76
WP3 Roadmap BUS-NL
2018
2019
2020-1
beroepsonderwijs (inbedding in initieel onderwijs) 2013
2014
2015
2016
2017-1
B.4.2 A.2.1
20.2
20.2.0 20.2.1
20.2.2
Ontwikkelen toetsen en assessments interdisciplinaire kennis en vaardigheden voor gebruik in post initieel onderwijs EE en RES Selectief vormen van klankbordgroep marketactors aangevuld met toetskundige en secretaris Vaststellen vereiste kwaliteit van de toetsing m.b.t. Representativiteit/evenwichtige verdeling over leerstof (toetsmatrijs) Specificiteit van de toets ofwel de dekking van de leerdoelen/eindtermen Selectiviteit van de toets ofwel het discriminerend vermogen tussen bekwaam en onbekwaam Afstemming toetsvorm op kenmerken/beperkingen van doelgroep (taalvaardigheid, ruimtelijk inzicht, praktisch) Betrouwbaarheid toetsing: voldoende vragen en geen of beperkte onderlinge afhankelijke van vragen Validiteit van de uitkomst van de toets (wat het zegt over de mate van beheersing van leerdoelen) Consistentie in de beoordeling: is de beoordeling objectief en zijn de omstandigheden gelijk voor iedereen Vaststellen van de toetsingsvorm met een keuze uit
RMA RMA RMA
RMA
Vragen beantwoorden (open, multiple-choice) Vraagstelling aan de hand van tekst, tekening, plaatje, filmpje/foto, proefopstelling, praktijksituatie, beschreven praktijksituatie (casus) Werkstuk maken (tekening, waarnemings- en herkenningsverslag, foutenanalyseformulier, checklist, materiaalstaat, memo's etc.) Werkstukken (tekeningen, verslagen, checklists, materiaalstaten, memo's etc.) Mondeling beantwoorden vragen en uitleg geven over eigen werk en dat van anderen Portfolio vullen en toelichten Gewenst gedrag tonen in geïsoleerde kritische situaties (vaardigheidstoets) Gewenst gedrag tonen in groepen (toewerken naar goed groepsresultaat)
20.2.3
20.2.4
20.2.5
20.2.6
Proeve van bekwaamheid afleggen Vaststellen opbouw van de toetsing (modulen, volgorde, tijdsduur, tijdspanne tussen onderdelen) Toetsingsvoorwaarden definiëren (omstandigheden waaronder wordt getoetst, wie toetst, individueel/in groep, toegestane hulpmiddelen) Publiceren toetsingsconcept interdisciplinaire kennis en vaardigheden voor post initieel onderwijs in het kader van EE en RES Verwerken reacties op toetsingsconcept, definitieve vaststelling en publicatie toetsen/assessments/examens
MH/V2/febr.2013
RMA
RMA
RMA
RMA
77
WP3 Roadmap BUS-NL
2018
2019
2020-1
20.2.7 20.2.8
Overdragen uitkomsten aan samenwerkende kenniscentra voor beroepsopleidingen in de bouw
20.2.9
Opheffen klankbordgroep Selectie relevante toetsen/assessments/examens of elementen daaruit voor initieel beroepsonderwijs
30
Werken aan vakspecifieke beroepscompetenties van de beroepsuitoefenaar (EE en RES)
RMA RMA
2013
2014
2015
2016
2017-1
A.1.1
30.1
30.1.0 30.1.1
30.1.2 30.1.3
30.1.4 30.1.5
30.1.6
30.1.7
Vaststellen leerdoelen/einddoelen/objectives/competenties van beroepen (EE en RES) Formeren klankbordgroep met marketactors waar nodig aangevuld met onderwijsdeskundige en deskundigen op het gebied van EE en RES RMA Formuleren en uitwerken vereiste vakspecifieke competenties voor EE en RES : (zie voorbeelden) Publiceren concept uitbreiding van het beroepsprofiel specifiek met aandachtspunten en competenties in het kader van EE en RES Verwerken reacties op concept, definitieve vaststelling en publicatie Uitwerken voorstel (op basis van ervaringen) gericht op het actueel houden van het beroepscompetentieprofiel van de beroepsbeoefenaar
RMA RMA
RMA RMA
RMA
Opheffen klankbordgroep Selectie en clustering relevante competenties voor opname in diverse beroepscompetentieprofielen (ingeval sociale partners daarvoor kiezen) Vertaling naar kwalificatiedossiers initieel beroepsonderwijs (inbedding in initieel onderwijs)
RMA
A.2.1
30.2 30.2.1 30.2.2
30.2.3
Ontwikkelen toetsen en assessments vakspecifieke kennis en vaardigheden beroepsbeoefenaar voor gebruik in post initieel onderwijs EE en RES Vormen specifieke klankbordgroep met marketactors aangevuld met onderwijskundige Vaststellen vereiste kwaliteit van de toetsing m.b.t. Representativiteit/evenwichtige verdeling over leerstof (toetsmatrijs) Specificiteit van de toets ofwel de dekking van de leerdoelen/eindtermen Selectiviteit van de toets ofwel het discriminerend vermogen tussen bekwaam en onbekwaam Afstemming toetsvorm op kenmerken/beperkingen van doelgroep (taalvaardigheid, ruimtelijk inzicht, praktisch) Betrouwbaarheid toetsing: voldoende vragen en geen of beperkte onderlinge afhankelijke van vragen Validiteit van de uitkomst van de toets (wat het zegt over de mate van beheersing van leerdoelen) Consistentie in de beoordeling: is de beoordeling objectief en zijn de omstandigheden gelijk voor iedereen Vaststellen van de toetsingsvorm met een keuze uit
MH/V2/febr.2013
RMA RMA
RMA
78
WP3 Roadmap BUS-NL
2018
2019
2020-1
Vragen beantwoorden (open, multiple-choice) Vraagstelling aan de hand van tekst, tekening, plaatje, filmpje/foto, proefopstelling, praktijksituatie, beschreven praktijksituatie (casus) Werkstuk maken (tekening, waarnemings- en herkenningsverslag, foutenanalyseformulier, checklist, materiaalstaat, memo's etc.) Werkstukken (tekeningen, verslagen, checklists, materiaalstaten, memo's etc.) Mondeling beantwoorden vragen en uitleg geven over eigen werk en dat van anderen Portfolio vullen en toelichten Gewenst gedrag tonen in geïsoleerde kritische situaties (vaardigheidstoets) Gewenst gedrag tonen in groepen/teams (toewerken naar goed teamresultaat)
30.2.4
30.2.5
30.2.6 30.2.7 30.2.8
30.2.9
Proeve van bekwaamheid afleggen Opbouw van de toets (modulen, volgorde, tijdsduur, tijdspanne tussen onderdelen) Toetsingsvoorwaarden definiëren (omstandigheden waaronder wordt getoetst, wie toetst, individueel/in groep, toegestane hulpmiddelen) Publiceren toetsingsconcept vakspecifieke kennis en vaardigheden metselaar-isoleerder voor post initieel onderwijs EE en RES Verwerken reacties op toetsingsconcept, definitieve vaststelling en publicatie
RMA
RMA
RMA RMA
Opheffen klankbordgroep Selectie relevante/haalbare toetsen/assessments/examens of elementen daaruit voor initieel onderwijs 2013
2014
2015
2016
2017-1
A.2.3 40
40.0 40.1
40.2
40.3 40.4 40.5
Ontwikkeling logische loopbaanroutes Oprichting projectgroep met doel stimuleren van loopbaanontwikkeling in de richting van duurzaam bouwen en RES RMA Plan van aanpak dat projectgroep uitwerkt omvat omschrijvingen van: RMA Beschrijving van de doelgroep naar discipline, omvang, leeftijd en de afstand tot vereist vakmanschap (breedte en diepte) RMA Loopbaanpaden en specialisaties op het gebied van duurzaam bouwen en RES met voorbeelden uit bedrijven Logische stappen in de ontwikkeling naar vakbekwaamheid Opleidingen, trainingen en toetsingen die deze stappen kunnen faciliteren en markeren Van de mogelijkheden van een skills-monitor om loopbaanontwikkeling af te stemmen op mogelijkheden en ambities van persoon en bedrijf Uitbreiding van het toepassingsgebied van de skills-monitor (naar bouwsectoren) en de koppeling aan opleidingen op het gebied van RES en EE RMA Koppeling van bestaande en van nieuwe opleidingen, trainingen en toetsen aan loopbaanstappen in de skills-monitor RMA RMA RMA Het ontwikkelingen van toetsen die het ingangsof denkniveau van vakmensen meten RMA Informatieverstrekking via diverse kanalen aan werkgevers, werknemers en zzp-ers RMA RMA RMA RMA
[Definitieve rapportage medio maart/april 2013] MH/V2/febr.2013
79
WP3 Roadmap BUS-NL
2018
2019
2020-1
BACK COVER
BUILD UP Skills The EU Sustainable Building Workforce Initiative in the field of energy efficiency and renewable energy BUILD UP Skills is a strategic initiative under the Intelligent Energy Europe (IEE) programme to boost continuing or further education and training of craftsmen and other on-site construction workers and systems installers in the building sector. The final aim is to increase the number of qualified workers across Europe to deliver renovations offering a high energy performance as well as new, nearly zero-energy buildings. The initiative addresses skills in relation to energy efficiency and renewable energy in all types of buildings. BUILD UP Skills has two phases: I.
First, the objective is to set up national qualification platforms and roadmaps to successfully train the building workforce in order to meet the targets for 2020 and beyond.
II.
Based on these roadmaps, the second step is to facilitate the introduction of new and/or the upgrading of existing qualification and training schemes.
Throughout the whole duration of the initiative, regular exchange activities are organised at EU level to underline the European dimension of this important initiative and to foster the learning among countries. The BUILD UP Skills Initiative contributes to the objectives of two flagship initiatives of the Commission’s ‘Europe 2020’ strategy — ‘Resource-efficient Europe’ and ‘An Agenda for new skills and jobs’. It is part of the Commission's Energy Efficiency Action Plan 2011. It will also enhance interactions with the existing structures and funding instruments like the European Social Fund (ESF) and the Lifelong Learning Programme and will be based on the European Qualification Framework (EQF) and its learning outcome approach.
MH/V2/febr.2013
80
WP3 Roadmap BUS-NL