Provinciaal Integratiecentrum Limburg
Steun aan allochtone mantelzorgers
groeien in je job
“Ik zorg al een leven lang” De radio ten huize van Antonietta Cicero is afgestemd op Radio Internazionale. Deze lokale radio uit het Genkse – voormiddag in het Italiaans, namiddag in het Spaans, Grieks of Nederlands – is haar manier om op de hoogte te blijven van nieuws uit de regio. Ook het dienstencentrum De Halm uit Genk zendt info uit via dat radiostation, zegt Rosaria Ciarlo, animatie-verantwoordelijke van dienstencentrum De Halm uit Genk. “Bijvoorbeeld nieuwigheden over tegemoetkomingen of activiteiten in het dienstencentrum. Want dat is de manier om oudere mensen hier te bereiken.” Het dienstencentrum geeft ook een krantje uit, De Horizon. Dit leest Antonietta ook. Antonietta leerde het dienstencentrum De Halm kennen via het project ‘Ouder worden in Vlaanderen’. De verschillende mogelijkheden en diensten werden toen bekend gemaakt. Zo heeft ze ook Rosaria leren kennen. Antonietta, 68 jaar, zorgt voor haar moeder, Genoveffa, van 88. In 1959 is de familie Lo Cicero van Sicilië naar Genk gekomen. “We zijn al een leven lang hier. En we voelen ons hier goed. Ook onze moeder. Toen haar ouders nog leefden, keerden we nog regelmatig terug naar Sicilië. Maar sinds 20 jaar niet meer. Zelfs niet op vakantie. Dan gaan we naar Spanje.” Vader Lo Cicero was mijnwerker. In 1979 is hij gestorven. Daarvoor had Antonietta ook al voor hem gezorgd. “Ik zorg eigenlijk al een leven lang, eerst voor mijn vader en na zijn dood voor mijn moeder.” De mama is sinds enkele jaren heel slecht ter been en hoort niet meer goed. Voor de rest is ze nog perfect gezond. Ze heeft af en toe wel een
“Zorgen voor je ouders, dat dóe je gewoon”
opstoot van artrose. Daarvoor heeft ze vorig jaar nog in het ziekenhuis gelegen. Via de ziekenkas hebben ze toen een rolwagen en een rolstoel gekregen. Antonietta kookt zelf voor haarzelf en haar moeder. Een mix tussen Belgische en Italiaanse gerechten. Het is een passie voor haar. Als het in de toekomst niet meer zal gaan, wil ze er wel over nadenken om het middagmaal voor haar en haar moeder bij het dienstencentrum te bestellen. Ze heeft er al ooit gegeten, tijdens een infosessie over Italiaanse pensioenen. Ze vond het lekker toen. Met Kerstmis kookt Antonietta ook voor de hele familie. Ze volgen dan echt de Italiaanse tradities. Geen vlees op kerstavond. De tafel niet afruimen, want kindje Jezus komt om middernacht langs, wanneer iedereen naar de nachtmis is. Zo zegt de legende. Want de Italiaanse tradities in ere houden, dat vinden ze belangrijk. Vooral voor hun moeder. Zij stelt het erg op prijs. Antonietta’s broer springt af en toe bij. Hij is de chauffeur van dienst, want Antonietta heeft geen rijbewijs. Hij regelt ook de bankzaken en de andere administratie. En hij gaat af en toe voor hun naar de winkel. Elke week moet Antonietta zelf naar de specialist. Dan mag de moeder bij een neefje blijven. Maar voor de rest neemt Antonietta de zorg voor haar moeder helemaal zelf op.
zoals een traplift en een inloopdouche. En langs haar bed heeft mijn moeder alles wat ze nodig heeft: een draagbare telefoon, een telefoonboekje, haar medicatie en de afstandsbediening van de tv. Want de tv, die staat dag en nacht aan.”
De verpleegster is van Belgische herkomst, maar spreekt heel goed Italiaans. “We zijn heel tevreden over haar. Moest het in de toekomst nodig zijn om haar meer te laten komen, willen we dit graag. Nadeel is wel dat je je dagschema moet aanpassen en moet maken dat de badkamer op tijd in orde is. Daarom blijf ik mijn moeder toch liefst zo lang mogelijk zelf wassen.” Een dagcentrum, waar de moeder overdag af en toe zou kunnen verblijven, daar houden ze niet van. De moeder niet, maar Antonietta ook niet. De moeder zou Antonietta veel te erg missen. “Ze mist me nu al, als ik ook maar even naar de tuin ga,” zegt ze. Een rusthuis is zelfs helemaal onbespreekbaar. “Daar hebben we nog nooit aan gedacht. Het is zelfs nog nooit uitgesproken. Want waarom zou het nodig zijn zolang ik nog kan zorgen voor mijn moeder? Over hoe het verder moet als de zorg te moeilijk wordt, hebben ze nog nooit gesproken. En ze willen er ook niet over spreken. Antonietta wil enkel kwijt dat haar moeder geen 24 uur zou overleven in een rusthuis. Ze is heel erg aan het huis gehecht. Ze heeft ook sinds ‘59 nergens anders gewoond.
Of bijna helemaal. Want één keer per week komt een verpleegster van het Wit-Gele Kruis om de moeder in bad te zetten. Dit sinds één jaar, op aanraden van de huisarts.
Emine Zinkal met dochter Fadime en kleinzoon Emirhan Emine Zinkal is 66 jaar en woont samen met haar man. “Hij doet het niet meer zo goed als vroeger. Maar zolang hij kan roken en koffie kan drinken is er geen probleem,” lacht Fadime, de dochter van Emine. “Maar mijn moeder heeft hulp en verzorging nodig. Ze is al zes keer geopereerd aan haar been en nu kan ze niet meer goed stappen.” Fadime springt twee keer per dag binnen bij haar ouders. Ze zorgt ervoor dat ’s morgens het ontbijt klaar staat. Na het werk komt ze nog eens langs voor het avondmaal. Ook doet ze de inkopen. “Mijn broer houdt zich af en toe bezig met de tuin, ik zorg voor de rest. Ik werk als thuisverpleegkundige en heb twee kinderen. De zorg voor mijn moeder doe ik er met plezier bij,” zegt ze. “Bij ons, Turken, is dat de normaalste zaak van de wereld. Zorgen voor je ouders, dat dóe je gewoon.” “Koken is wel altijd een probleem geweest,” zegt Fadime. Warme
Antonietta en haar moeder Genoveffa met Rosaria van dienstencentrum De Halm
maaltijden van het OCMW, dat is geen optie. “De Turkse keuken is heel anders. De oude generatie eet bijvoorbeeld geen vlees, groenten en puree, zoals de Belgen. Zij hebben de gewoonte om uitgebreid te eten en zullen nooit van eetgewoonte veranderen,” zegt de dochter. Fadime: “Het dagelijkse huishouden doe ik zelf. We hebben ooit geprobeerd om iemand in te schakelen via dienstencheques, maar dat is niet zo goed gelukt. Belgen poetsen toch op een andere manier als Turkse mensen, vinden we. Als het tijd is voor een grote poetsbeurt doen we een beroep op een goede kennis.” Thuis heeft Emine altijd volk. De twee kinderen en drie kleinkinderen, maar ook buren en kennissen komen vaak op bezoek. Als de bel gaat, ziet ze op een klein scherm wie aan de deur staat. “Zolang het mogelijk is blijft ze in haar eigen huis wonen,” zegt Fadime. “We hebben aan het huis enkele aanpassingen gedaan,
Een medewerkster van het dienstencentrum De Bolster in Maasmechelen kwam Emine en haar dochter ooit inlichten over mantelzorg. Ze zijn dan ook goed op de hoogte. “Maar de meeste Turkse mensen kennen de premies en andere voordelen waarop ze recht hebben niet,”’ voegt Fadime er aan toe. Fadime komt als thuisverpleegster bij Belgische en Turkse gezinnen. “Ik merk verschillen op vlak van houding, we hebben een andere mentaliteit. Als wij thuis bezoek krijgen staat iedereen recht uit respect en als verwelkoming. Bij de Belgische gezinnen is dit anders. Ze zijn veel losser op dat vlak,” zegt ze lachend. Als het gaat om het wassen van patiënten ondervindt ze ook verschillen. “Dit is nog een taboe bij de Turken. Maar de Belgen hebben dit gelukkig al heel lang geleden doorbroken.” En hoe denken ze over rusthuizen? “Mijn moeder kent wel enkele Turkse mensen die in een rusthuis hebben gewoond. Maar bij ons zal dat nooit gebeuren. Vroeger hoopte ik altijd om dicht bij mijn moeder te wonen. Gelukkig is dat nu zo. Ik woon maar vijf minuutjes ver. Zolang het goed gaat met mij, zal ik mijn moeder blijven verzorgen. En als ik het niet kan, dan zal er een andere oplossing gevonden worden. Maar een rusthuis zal het zeker niet zijn!”
Steun aan allochtone mantelzorgers
Provinciaal Integratiecentrum Limburg, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt April 2009
1
Inhoud Vooraf ...................................................................................................................................................... 3 1. Algemene ondersteuning voor mantelzorgers .................................................................................... 5 2. Allochtone mantelzorgers .................................................................................................................... 7 3. Noden van allochtone mantelzorgers.................................................................................................. 9 4. Voorbeeldmethodieken en randvoorwaarden ................................................................................... 15 Bijlagen .................................................................................................................................................. 19
2
Vooraf Mantelzorg is aanvullende, niet beroepsmatige hulpverlening aan bejaarden, zieken en andere hulpbehoevenden. (Van Daele 2005) Mantelzorg? Zorgen voor onze ouders? We doen dat gewoon. (Een Turkse mantelzorger) Noden van allochtone mantelzorgers lopen grotendeels parallel met de noden van elke mantelzorger. Maar door de migratiesituatie zijn er voor allochtonen bijkomende aandachtspunten. Daarover gaat deze tekst, doel is diverse diensten in de zorg- en welzijnssector op de hoogte te brengen van de situatie, wensen en bekommernissen van allochtone mantelzorgers en ze concrete voorbeelden mee te geven van hoe ze hen kan ondersteunen. Deel 1 geeft een omschrijving van mantelzorg en een overzicht van de algemene ondersteuning aan mantelzorgers. Deel 2 gaat over allochtone mantelzorgers en hoe ze bereikt kunnen worden. Deel 3 geeft de noden en behoeften van de allochtone mantelzorgers. Deel 4 tenslotte komt met voorbeelden van ondersteuning voor allochtone mantelzorgers. De bijlage bevat een lijst met contactgegevens, ontleenbare materialen, onderwerpen voor thematische infosessies, partners voor thematische infosessies en een bibliografie.
3
4
1. Algemene ondersteuning voor mantelzorgers Mantelzorg is de zorg van kinderen, familie, buren en vrienden aan ouderen en aan zorgbehoevenden. Mantelzorgers maken hen het leven aangenamer. Zij houden hen gezelschap, doen boodschappen, brengen de oudere ergens naar toe, volgen administratieve zaken op of fungeren als tolk. Mantelzorgers geven emotionele steun, praktische hulp en materiële steun . De hulp en de zorg die men geeft aan zieke, oudere of hulpbehoevende mensen waarmee men een familiale of vriendschappelijke band heeft, is vanzelfsprekend, spontaan, en vaak niet benoemd. Heel veel mantelzorgers zien zichzelf niet als ‘mantelzorgers’ of benoemen zich niet op die manier. Het is belangrijk dat het begrip mantelzorg meer bekendheid krijgt. Want mensen die zich niet (h)erkennen als mantelzorger zijn waarschijnlijk ook niet bekend met de steunmogelijkheden van de overheid en een aantal diensten. Welke ondersteuning is er nu voor mantelzorgers? In de publicatie Mantelzorg ondersteunt!/ ondersteunde mantelzorg? maakt de Limburgse Provinciale Dienst Ouderen onderscheid tussen vier vormen van ondersteuning: verenigingen voor gebruikers en mantelzorgers mantelzorgpremies actieve ondersteuning door professionelen indirecte ondersteuning door de overheid. Verenigingen voor gebruikers en mantelzorgers Er zijn vijf verenigingen voor gebruikers en mantelzorgers in Vlaanderen. Zij verzorgen de belangenbehartiging van hun leden en bieden vormings- en ontmoetingsactiviteiten aan. Sommige organisaties bevinden zich op landelijk niveau, anderen hebben ook regionale of lokale afdelingen. De contactgegevens vind je als bijlage. Mantelzorgpremies Mensen in een thuiszorgsituatie hebben het vaak financieel niet zo breed en kunnen alle bijkomende financiële middelen goed gebruiken. Een mantelzorgpremie is bovendien niet alleen een financiële, maar ook een morele erkenning voor de inspanningen van de mantelzorgers. Vlaamse zorgverzekering Heel wat zieken, bejaarden of gehandicapten hebben veel verzorgingskosten. Wie niet meer voor zichzelf kan zorgen, kan een vaste maandelijkse uitkering vragen aan zijn zorgkas. Hiermee kunnen extra niet-medische kosten worden betaald. De uitkering kan aangevraagd worden door mensen die in een tehuis wonen (125 euro) én door mensen die thuis wonen (105 euro). De uitkering wordt elke maand gestort. Meer details over de Vlaamse zorgverzekering vind je in bijlage. De mantelzorgpremie In een aantal Vlaamse gemeenten en provincies bestaat er een mantelzorgpremie. Gemeenten die een mantelzorgpremie toekennen, doen dit ofwel aan mantelzorgers van zorgbehoevenden die de Vlaamse Zorgverzekering al ontvangen of net niet ontvangen. Vaak wordt ook een inkomensvoorwaarde gekoppeld aan de premie. In Limburg zijn er meer dan twintig gemeenten die een mantelzorgpremie toekennen. Naast de gemeentelijke premies kennen ook de provincies Limburg en Oost-Vlaanderen een mantelzorgpremie toe. Deze premies worden slechts toegekend als er voor de zorgbehoevende geen tussenkomst is vanuit de Vlaamse Zorgverzekering. Actieve ondersteuning door professionelen Professionele hulpverleners kunnen mantelzorgers op een zeer concrete manier ondersteunen door: te helpen bij hun keuze om zelf te zorgen; het signaleren van (dreigende) overbelasting; emotionele steun te bieden;
5
educatieve steun te bieden.
Dat geldt met name voor huisartsen en thuisverpleegkundigen, maar ook gezins- en bejaardenhelp(st)ers kunnen dankzij hun vertrouwensrelatie en hun langere aanwezigheid in de zorgsituatie passende ondersteuning bieden. Mantelzorgers en zorgverleners spreken best regelmatig en open met elkaar zodat ze knelpunten aan elkaar kunnen doorgeven. Indirecte ondersteuning door de Vlaamse overheid Mantelzorg leidt vaak een verborgen leven in de intimiteit van de gezinnen. Door de groeiende vergrijzing en de kosten die hieraan verbonden zijn, wordt mantelzorg in de ouderenzorg steeds belangrijker. De overheid wil mantelzorg daarom meer ondersteunen via premies, maar ook door dit thema op de sociale beleidsagenda te plaatsen en het publiek te sensibiliseren. Dit is op termijn niet alleen een goede financiële operatie (om meer kosten te vermijden) maar beantwoordt ook aan de wens van ouderen om in hun vertrouwde omgeving verzorgd te worden. Bovendien krijgen kinderen en partners op deze manier de gelegenheid om (gedeeltelijk) zelf in te staan voor de zorg van de oudere.
6
2. Allochtone mantelzorgers Deze tekst brengt vooral Turkse en Marokkaanse mantelzorgers in beeld. In Zuid-Europese (Italiaanse, Griekse, Spaanse) gemeenschappen bestaat eveneens een gelijkaardige zorgplicht van kinderen voor hun ouders thuis maar minder met een expliciete verwijzing naar de godsdienst. Moslims verwijzen vaak naar de Koran om aan te geven dat kinderen voor hun ouders moeten zorgen. De mantelzorgers zijn vooral vrouwen van de tweede generatie of nieuwkomersvrouwen. Zij dragen de dagelijkse zorg voor hun ouders of schoonouders. De mannen dragen bij door organisatorische taken op te nemen (vb. visum aanvragen, financiële maatregelen treffen,…). De wens van allochtonen om voor hun ouders te zorgen is sterk aanwezig. Maar de migratie doorkruist vaak deze wens. In het thuisland worden meisjes opgevoed om bij het huwelijk in te wonen bij de schoonfamilie, dus opgenomen te worden in de grootfamilie. Later worden zij vanzelfsprekend de ‘mantelzorgster’ van de schoonouders. In Vlaanderen ontbreekt meestal deze grootfamilie. De vraag naar mantelzorg verplaatst zich naar de eigen dochters (tweede generatie) of naar de schoondochter (vaak een nieuwkomer). In Vlaanderen werken veel allochtone vrouwen van de tweede generatie buitenshuis en wonen ze niet meer in bij de ouders, soms zelfs niet meer in de buurt. Mantelzorg – zoals het vroeger georganiseerd en beleefd werd van uit het grote gezin – is niet meer vanzelfsprekend. Bovendien hebben de allochtone mantelzorgers minder kennis van de mogelijkheden in Vlaanderen om hun taak te verlichten. De spanning tussen het ‘willen’ en het ‘niet meer kunnen’ zorgen op de oude manier is groot én belastend. Het thema bespreken met de oudere generatie is ook zeer moeilijk. Hoe mantelzorgers bereiken? Om allochtone mantelzorgers te bereiken doet men beroep op sleutelfiguren uit de verschillende groepen. Belangrijke contactorganisaties zijn de federaties van etnisch-culturele minderheden, zelforganisaties, allochtone vrouwengroepen, moskeeverenigingen, buurtwerkingen in allochtone buurten, dienstencentra, de thuiszorgcoördinatoren, thuiszorgpraktijken of dokterspraktijken. Hier vind je ook de sleutelfiguren. Contactgegevens vind je in bijlage. Een goede mogelijkheid om mantelzorgers op te sporen is werken via de ouderen die deelnamen aan de vormingsreeks ‘Ouder worden in Vlaanderen’. Deze vormingsreeks bereikte in Limburg een 50-tal groepen ouderen van bijna alle nationaliteiten. Ook in de andere provincies werden deze reeksen georganiseerd. De ouderen maakten in dit project kennis met het lokale zorgaanbod. De integratiecentra of -diensten kennen de netwerken die zich daaruit hebben ontwikkeld. Een gesprek met sleutelfiguren maakt het mogelijk kennis te maken met de gemeenschap van de mantelzorgers. Er wordt hiervoor best voldoende tijd voorzien omdat voor deze gevoelige thema’s vertrouwen een cruciale voorwaarde is. De sleutelfiguren kennen hun gemeenschap en de mogelijke vragen en knelpunten. Het is belangrijk dat zij die aan de zorgorganisaties meedelen en kunnen inschatten of hun ondersteuningsaanbod daaraan tegemoet kan komen. Uit ervaring is gebleken dat mensen naast algemene informatie veel behoefte hebben aan het delen van hun praktische zorgen en vragen. Als er voldoende vertrouwen is, kan er eventueel een algemene infosessie over mantelzorg voorzien worden, rekening houdend met de specifieke vragen die door de sleutelfiguren aangekaart zijn. Misschien is het nodig verschillende contactmomenten te hebben met de vereniging of organisatie vooraleer men ondersteuning door vormingssessies kan aanbieden. Soms is het aangewezen om eerst andere activiteiten bij te wonen zodat het vertrouwen kan groeien tussen de vormingsaanbieders en de allochtone gemeenschap. Onderstaande lijst biedt een aantal thema’s die in deze gesprekken kunnen verkend worden en de invloed van deze parameters op de concrete zorgverlening en de nood aan ondersteuning.
7
Wie zijn allochtone mantelzorgers?
Impact op de concrete zorgverlening en op de nood aan ondersteuning
Mannen of vrouwen?
De taken als mantelzorger verschillen.
Zijn het allochtonen uit de eerste, tweede generatie? Of nieuwkomers? Van welk herkomstland?
Hun bekendheid met de instellingen, hun mogelijkheid om in het Nederlands te communiceren zal verschillen.
Hoe oud is de mantelzorger? Hoe oud is de zorgbehoevende? Wat is de zorgvraag?
Aard en duur van de zorg kan verschillen.
Hebben de mantelzorgers zelf een gezin? Werken Hun beschikbaarheid zal verschillen. ze buitenshuis? Wonen ze in de buurt van de zorgvrager?
Welke religieuze achtergrond hebben ze?
De vraag naar gepaste hulp aan de diensten zal verschillen (voeding, persoonlijke verzorging, rol van man en vrouw, communicatie,…).
Welke ervaringen zijn er al met professionele zorgverlening
Afhankelijk van de (on)tevredenheid met het aanbod zal attitude tegenover professionele ondersteuning verschillen.
8
3. Noden van allochtone mantelzorgers Uit de hearings bij verschillende federaties en zelforganisaties in Limburg (2005) bleken allochtone mantelzorgers vooral nood te hebben aan informatie, aan een aangepast zorgaanbod en aan het bespreekbaar maken van de zorgplicht. We gaan hier dieper in op elk van deze thema’s. Nood aan informatie Mantelzorgers voor allochtone ouderen moeten goed op de hoogte zijn van het zorgaanbod en van sociale administratie. Zij worden immers vaak belast met extra taken zoals tolken en begeleiden. Het gaat over informatie over ons maatschappelijk systeem, over het zorgaanbod, over doorverwijzing en over gezondheidsthema’s. Nood aan informatie over het maatschappelijk systeem Veel allochtonen van de eerste generatie zijn analfabeet of semi-alfabeet. In hun herkomstland deden ze beroep op hulp gestoeld op mondelinge informatie, kleinschaligheid en op een informeel familiaal hulpverleningssysteem. Het administratieve systeem, het kennen van hun rechten, het begrijpen van termen in de administratieve richtlijnen, kennis van de organisaties, kennis van het traject dat doorlopen moet worden,… dit zijn allemaal grote struikelblokken voor allochtonen (en voor vele autochtonen). Nood aan informatie over het zorgaanbod Oudere allochtonen hebben geen kennis van het zorgaanbod. Maar ook hun kinderen (tweede generatie) zijn zeer slecht op de hoogte van de zorgmogelijkheden. Om hulp te zoeken doen mensen vaak beroep op kennis die door traditie al aanwezig is of gaan te rade bij lotgenoten. Als allochtone mantelzorgers nood aan informatie hebben, kunnen ze die bij de vorige generatie nauwelijks bekomen. Want de eerste generatie heeft hierin geen ervaring of traditie in Vlaanderen. De ouderen gaan ervan uit dat het de plicht van de kinderen is voor hen te zorgen. Om de eer van het gezin te beschermen worden knelpunten en moeilijkheden in de gezinnen niet naar buiten gebracht. Een gesprek met lotgenoten ligt dus niet voor de hand. Zo wordt er ook onderling minder informatie uitgewisseld. Het is dus nuttig om mantelzorgers (persoonlijk) te bereiken en hen bruikbare en zeer concrete informatie te geven over een aanbod dat tegemoet komt aan hun actuele zorgen. Wat bieden de diensten? Wie komt er voor in aanmerking? Wat is de prijs? De kennismaking met het aanbod gebeurt best zo aanschouwelijk mogelijk. Nood aan duidelijke doorverwijzing Een zorgvuldige doorverwijzing in een begrijpelijke taal zonder vakjargon werkt het best. Er zijn grote drempels voor allochtonen bij het vragen naar hulp waarmee best rekening wordt gehouden. Enkel een aanvraagformulier meegeven of het telefoonnummer van een dienst is vaak onvoldoende om tot een oplossing te komen van de hulpvraag. Het is nodig om in detail na te gaan of de inhoud van het aanbod bekend is en of de procedure duidelijk en haalbaar is voor de betrokkene. Zo kan er nagegaan worden waar er meer informatie of concreet hulp nodig is. “In mijn buurt heeft een gezin alle papieren maar in de schuif gelaten. Op zeker moment was de situatie erg moeilijk, financieel en ook familiaal. Er kwam veel ruzie in de familie. Niemand wist hoe ze eruit moesten geraken.” (Turkse vrouw tijdens een sessie) Nood aan informatie over gezondheidsthema's Voor mantelzorgers is informatie over specifieke gezondheidsthema's broodnodig. De gezondheidstoestand van allochtone ouderen is doorgaans slechter dan die van de doorsnee Vlaamse oudere. Dit is te wijten aan het zware arbeidsverleden van de mannen en aan onaangepaste voedingsgewoonten. Sporten en bewegen zijn tegenstrijdig met de rust die oudere allochtonen in hun
9
laatste levensfase wensen. Een combinatie van deze factoren draagt ertoe bij dat meer allochtone ouderen aan astmatische aandoeningen of aan diabetes lijden. Depressie en dementie zijn twee ziektebeelden die vaak niet herkend worden waardoor de omgang tussen de ouderen en de mantelzorger soms zeer problematisch kan zijn. De traditionele vormingskanalen bereiken echter weinig allochtone gezinnen. “Misschien zou het interessant zijn om een gespreksavond te organiseren voor de jongere generatie over gezondheidsproblemen zoals diabetes. Het zou nuttig zijn dat ouders en kinderen praten over later en samen oplossingen zoeken die voor iedereen haalbaar zijn. Via moskeeën, in cafés en buurthuizen gaan, dat zijn de beste promotiekanalen.” (Noega nr 111, juni 2004) Nood aan een aangepast zorgaanbod Grote verscheidenheid in achtergrond In Vlaanderen leven er heel wat verschillende gemeenschappen. Zowel de Italianen, de Polen, Spanjaarden en Grieken, de Turken als de Marokkanen dragen de eigen tradities en waarden rond zorg voor de ouders en de familie hoog in het vaandel. Ondanks hun verschillende culturele en religieuze achtergrond blijken ze het allemaal moeilijk te hebben om de zorg voor hun ouders ‘uit te besteden’ aan instellingen en diensten. Taal en communicatie, religieuze beleving en dagelijkse invulling van zorg betekenen een extra uitdaging voor de Vlaamse instellingen. Zij kunnen hiervoor aandacht hebben in de dagelijkse zorgpraktijk en door een divers personeelsbeleid. Cultuurgevoelig aanbod Heel wat dienstverlening is ‘cultuurgevoelig’: voeding, hygiëne, zorghandelingen,... Daarnaast is er bij veel allochtonen een grote terughoudendheid rond psychosociale hulpverlening: familie-eer, taalproblemen en angst voor roddels zijn hierbij belangrijke drempels. Het is nodig dat hulpverleners en diensten weet krijgen van deze gevoeligheden. Diensten zijn zich best bewust van hun eigen referentiekader. De bereidheid om de waarden en normen van de ander te leren kennen, zonder daarbij de eigen professionele visie te verloochenen is een voorwaarde om ‘cultuurgevoelig’ te handelen. Open communicatie en dialoog met allochtone mantelzorgers en allochtone ouderen bieden aanknopingspunten om –in de mate van het mogelijke – het aanbod aan te passen aan de noden van allochtone cliënten. In die communicatie gaat het om meer dan taal alleen. Het gaat erom de concepten die in de eigen cultuurbeleving leven te hertalen. Wat is zorgen voor, wat kan of mag een oudere verwachten van zijn mantelzorger en van de hulpverlener? Hoe, wanneer en waar wordt de hulp gegeven,…? Betaalbaar aanbod Omdat mantelzorg bijna altijd een familiale zorg is, wordt deze zorg traditioneel gratis gegeven. Het aanbod van de diensten is niet gratis en de prijzen worden door allochtone ouderen vaak hoog geacht. In Limburg hebben veel gezinnen een behoorlijk mijnwerkerspensioen. Zij belanden bij een vergoeding op basis van inkomen in een hoge categorie. Een aantal mantelzorgers vermelden echter dat zij ook andere lasten hebben dan de Vlaamse gezinnen gezien zij vaak achtergebleven familieleden in het thuisland financieel ondersteunen. Hierdoor vermindert hun beschikbaar budget hier. Die lasten worden vaak niet in rekening gebracht. Zo vallen sommige gezinnen voor premies helemaal uit de boot. Rust - en verzorgingstehuizen “Als ik later zelf zorg nodig heb, heb ik het liefst dat mijn dochters die zorg opnemen. Ik ben blij als er een bejaardentehuis wordt opgericht voor moslims, met Marokkaans eten. De medewerkers mogen Belgen zijn, daar heb ik niets op tegen. Zelf zou ik naar een Belgisch rusthuis gaan. Maar dan wil ik wel dat het eten is aangepast, zo wil ik bijvoorbeeld geen
10
varkensvlees eten. Eten is belangrijk. Er zou ook een bidplaats moeten zijn voor moslims”. (interview met Marokkaanse vrouw van 39 jaar door studenten KHK – 2004) Het concept rusthuis staat haaks op de opvattingen van allochtonen over goede zorg voor hun ouders. Omdat rusthuizen nu nog een zeer witte sector zijn, voelen allochtonen zich er echt vreemd. Allochtone ouderen komen alleen in een rusthuis terecht als er geen andere oplossing meer is (zwaar zorgbehoevende en/of dementerende ouderen). Maar ideeën evolueren! Soms hoor je wel al eens een ballonnetje opgaan over een islamitisch rusthuis. Zo zouden ouderen in een bekende omgeving gepaste zorg kunnen ontvangen, in een periode van hun leven waarin je niet meer van hen kan eisen dat ze zich nog aanpassen aan de taal, voedingsgewoonten en levensgewoonten van de Belgen. Want de eerste generatie is weinig Nederlands kundig en de later verworven taalkennis vervaagt op het einde van het leven stilaan. Wie wil de totale vervreemding opdringen aan zijn ouders? “ In ieder geval moeten de bejaardentehuizen zich in de toekomst aanpassen aan het Turks en Marokkaans cliënteel, net zoals de ziekenhuizen dat gedaan hebben. Aangepaste maaltijden, en een eigen gebedsruimte met tapijt, dat is het minimum waarop de nieuwe groep cliënten recht heeft.” (Noega nr 111, juni 2004) Mensen van de tweede generatie zien wel openingen naar een multicultureel zorgbeleid. Dit bespreekbaar maken is al een eerste stap. “De meeste mensen hebben hun hele leven in een soort getto geleefd per nationaliteit. Dat is niet goed. Wanneer ze samenleven in een rusthuis kunnen ze elkaar leren kennen en naar elkaar toegroeien. En het personeelsbestand is ook best gekleurd, met autochtone en allochtone verpleegkundigen.” ( Noega nr 111, juni 2004) Islamitische begraafplaatsen Veel Turkse en Marokkaanse gezinnen sluiten een verzekering af voor de repatriëringkosten van een overledene naar het eigen land. Voor een eerste generatie die altijd verlangd heeft naar het moederland, is het evident om in het eigen land begraven te worden. Voor een tweede generatie is dat lang niet meer zo vanzelfsprekend. Hun roots liggen al meer in Vlaanderen, hun kinderen zullen zeker hier blijven. Er bestaan specifieke vereisten om als moslim begraven te worden. In Vlaanderen bestaan al een aantal islamitische begraafplaatsen (met name in de vorm van een apart moslimperceel op gemeentelijke begraafplaatsen), maar zeker niet genoeg. Recent is er een wettelijke tegemoetkoming gedaan naar deze gemeenschap door de mogelijkheid te geven om in een lijkwade begraven te worden. Een moeilijk punt is dat van (de niet eeuwigdurende) concessies. Moslims mogen niet opgegraven worden. Te weinig allochtonen in zorgberoepen Zowel de organisaties als de allochtonen zelf beginnen te beseffen dat meer allochtonen in de zorgberoepen een pluspunt kan zijn en drempelverlagend kan werken. Door divers personeel aan te werven tonen organisaties dat zij wensen rekening te houden met de diversiteit van de bevolking . In de allochtone gemeenschap bestond tot voor kort veel terughoudendheid om hun kinderen te laten studeren voor verpleger of gezinshelper. Dit heeft te maken met de vrees dat hun kinderen geconfronteerd worden met situaties die haaks staan op de beleving van de godsdienst of cultuur. Toch begint het besef te groeien dat het een pluspunt kan zijn om mensen van de eigen gemeenschap in de zorgberoepen terug te vinden. De communicatie en de hulpverlening naar de eerste generatie zal er op vooruitgaan. Er bestaan nu al multiculturele thuiszorgpraktijken die grote aanhang hebben. De allochtone hulpverleners kunnen zich professioneel en met al hun deskundigheid inzetten voor hun gemeenschap. Dit betekent niet dat daarmee het vraagstuk van de diversiteit in de zorg opgelost is. Ook Vlaamse hulpverleners moeten genoeg achtergrondkennis opbouwen om hun allochtone patiënten zo goed mogelijk te verzorgen en idem dito voor de allochtone hulpverleners en hun Vlaamse patiënten.
11
“Ik ben vorig jaar afgestudeerd als eerste mannelijke verpleegkundige van onze school en dan nog van Turkse origine. Dat is tweemaal bijzonder. Ik heb een moeilijke schoolcarrière achter de rug en volgde beroepssecundair onderwijs, richting metaal. Ik deed het tegen mijn zin. Mijn droom was toen al om verpleger te worden. Mijn vader keurde dit af: hij vindt verpleegkundige een beroep voor vrouwen. Het staat niet voor een man om zieken te wassen en te verzorgen. In Turkije bestaan er geen mannelijke verplegers. Op mijn vijftiende ging ik bij het Rode Kruis en werd ambulancier. Tijdens de aardbeving in Turkije in 2000 ging ik mee om gewonden te verzorgen. Op die manier overtuigde ik mijn vader van mijn keuze: toen ik terugkwam uit Turkije was hij fier op me omdat ik goed werk had gedaan. Na mijn zevende jaar beroepsonderwijs begon ik aan een opleiding verpleegkunde.” (Noega nr 111, juni 2004)
Nood aan het bespreekbaar maken van de zorgplicht Mantelzorg is zwaar als de zorgplicht zowel door de betrokken mantelzorger als door de familie als vanzelfsprekend wordt gezien en hulp van buitenaf moeilijk bespreekbaar is. Ondersteuning zou erin kunnen bestaan dat de zwaarte en de context van de zorgplicht bespreekbaar wordt. Externe hulp aanvaardbaar maken “Soms probeer ik met mijn moeder te praten over later, maar ze schuift dat altijd weg. Regelmatig doet ze beroep op mij om mee te gaan naar de dokter of de specialist. Maar ze zal altijd meer en meer vragen en ik vrees dat ik dat niet zal kunnen volhouden, want ik moet het kunnen combineren met mijn gezin en mijn werk. Ik vrees dat op langere termijn hulp inschakelen nodig is, maar mijn ouders zijn daar absoluut niet aan toe.” (Noega nr 111, juni 2004) Onbekend is onbemind. Vooraleer allochtonen de hulp van Vlaamse diensten inroepen hebben zij het hele scala eigen oplossingen doorlopen. Zowel de ouderen als de mantelzorger kennen alleen de hulp die traditioneel in de gezinnen geboden wordt in de tijd voor hun migratie, dit wil zeggen in het eigen land, omgeven door een sterk traditioneel netwerk van de grootfamilie en de dorpsgemeenschap. Ouderen gaan ervan uit dat de kinderen hier sowieso voor hen zullen zorgen, de kinderen weten dat en zullen dat ook maximaal willen doen. Maar de omstandigheden zijn hier anders! Gezien de goede gezondheidszorg in België leven mensen langer. De inzet van de mantelzorger zou dus ook wel langer kunnen duren. Bovendien hebben de ouderen zelf, door het feit dat ze naar hier migreerden, niet meer kunnen zorgen voor hun ouders in het thuisland en kunnen ze moeilijk inschatten wat zorgen allemaal inhoudt. Zij kunnen al helemaal niet inschatten wat het betekent dit zorgen te moeten combineren met werken en leven in een ander land. We horen in de bijeenkomsten dat kinderen zeer vindingrijk zijn om oplossingen te vinden voor de zorg voor hun ouders als deze nog in het thuisland wonen, zoals zelf pendelen, hulp zoeken in het thuisland en dit financieel ondersteunen, ouders laten overkomen voor korte periodes en, als dat niet meer lukt, het eigen huis verbouwen om hun ouders te laten inwonen, tijdelijke hulp (nichten) of een schoondochter laten overkomen of zelfs hun eigen dochter voor een tijdje terugsturen naar oma en opa in het thuisland. Het is duidelijk dat het respect voor de ouderen dit allemaal ingeeft en dat mensen er veel voor over hebben. De druk wordt nog verhoogd door de impact van de regelgeving rond gezinshereniging voor ouderen. “Het Sikhgeloof legt de regel op” Iedereen helpt iedereen”. In de Indische cultuur is de aangetrouwde dochter de voornaamste zorgverlener voor haar schoonfamilie. Wanneer zij trouwt verlaat zij haar familie en neemt zij alle taken over binnen haar schoonfamilie. Dat is ook één van de redenen waarom ik mijn vrouw en kinderen in India achterliet. Zij nemen de zorg van mijn ouders volledig op. Wat ik als fruitplukker verdien stuur ik op naar hen. Dit is de enige manier om mijn ouders te helpen want zij kunnen de lange vermoeiende reis naar hier niet aan. Wel zou ik graag mijn kinderen laten overkomen indien het mogelijk is. Zij zijn immers degenen die later voor mij moeten zorgen”. (interview met Indische man van 39 jaar door studenten KHK – 2004)
12
Maar wat als het toch niet meer houdbaar is? Sommigen doen dan druppelsgewijs beroep op Vlaamse diensten. De medische thuiszorg wordt over het algemeen goed aanvaard, maar andere diensten liggen moeilijker. Men struikelt over zeer cultuurgebonden zaken zoals voeding, hygiëne, taal, rolpatronen van man en vrouw, verwachtingen naar de taken van de hulpverlener,…. “Marokkaanse gezinshelpsters in Marokkaanse gezinnen, is dit het ideaal? Neen, zegt Latifa, ik vind dat Vlaamse gezinshelpsters ook maar inspanningen moeten doen om goede verzorgsters te zijn in Marokkaanse gezinnen: ander eten klaarmaken, onderhandelen en afspraken maken. Natuurlijk moeten verzorgsters goed communiceren met de ouderen en hun familie. In het begin is het nodig een tolk in te schakelen. Maar wanneer ze zich inzetten lukt het wel.” (Noega nr 111, juni 2004) Correcte beeldvorming over rust - en bejaardentehuizen Veel allochtonen kijken vreemd op naar het fenomeen rusthuis. Ook bestaan er veel fabeltjes over. Correcte informatie zou op zijn plaats zijn. Neen, niet alle Vlamingen “dumpen” hun zorgbehoevende ouders in het rusthuis, en rusthuizen doen heel veel inspanningen om de bejaarden die niet meer thuis kunnen blijven goed te verzorgen. Maar het negatieve beeld over rusthuizen is heel indringend en confronteert allochtonen nog sterker met hun zorgplicht. In een fase waar ouderen recht hebben op respect en rust dwing je hen niet om in een letterlijk “onvoorstelbare wereld” de laatste jaren van hun leven te slijten. De meeste allochtone ouderen maken nog geen deel uit van de categorie hoogbejaarde zorgbehoevenden, behalve de Polen en de Italianen. De meeste mantelzorgers kunnen hun zorgplicht dus nog wel nakomen. Maar toch wordt het steeds moeilijker. In tegenstelling tot hun vaders die bij aankomst in België dadelijk werk vonden in de mijn, vormen voor heel wat jonge gezinnen werkloosheid en soms racisme en afwijzing een realiteit. De vrouwen uit de tweede generatie komen stilaan op de arbeidsmarkt en het is dus niet evident om de zorg voor de eigen ouders of schoonouders met het eigen gezin te combineren. Een bijkomende moeilijkheid zijn de kleinkinderen die vaak al minder de taal van het herkomstland spreken. Het contact met de grootouders wordt hierdoor bemoeilijkt. Het gedrag van sommige tieners zal misschien ook voor extra spanning zorgen. Toch gaan de kinderen vaak tot het uiterste om hun ouders de nodige zorg thuis te geven. “Na de dood van oma, heeft opa alleen gewoond maar nadien heeft Hatice (fictieve naam) opa in huis genomen. Wanneer de opa naar Turkije ging, zorgde de mama van Hatice voor hem. Er waren veel spanningen in de familie, terwijl Hatice de kleindochter was en haar opa drie kinderen had en die ook in België woonden, weigerde dezen om voor hem te zorgen. Omdat ze geen steun kreeg van haar familie werd de zorg te zwaar en heeft Hatice na een gesprek met de thuiszorgcoördinator besloten haar opa op te laten nemen in het rusthuis. Dat heeft iedereen veel pijn gedaan, maar het was de beste oplossing. Hatice en haar familie waren niet op de hoogte van welke mogelijkheden er waren voor mantelzorg. Hatice is tevreden over het rusthuis waar haar opa nu leeft, ze houden voor zover kan rekening met zijn geloof. Maar omdat haar opa niet streng gelovig is, is dit ook niet echt een probleem. Ze zegt wel dat voor strenggelovige moslims dit zeer moeilijk zou zijn. Communicatie van de familie met het personeel gaat vlot, veel moslims hebben vooroordelen over rusthuizen”. (Fragment uit een groepsbespreking met mantelzorgers in Houthalen-Meulenberg, oktober 2006) Zorgen en eenzaamheid delen Er is weinig uitweg voor de “goede” mantelzorger. De ouders naar een rusthuis brengen is sociaal onaanvaardbaar. Een beroep doen op een aantal diensten verloopt moeilijk omdat men (het gevoel heeft dat men) niet krijgt wat men nodig heeft. Met de ouders de moeilijkheden bespreken over de zorg is niet gebruikelijk, want zij verlaten zich op de mantelzorger, die heeft nu de verantwoordelijkheid. Dit alles maakt dat allochtone mantelzorgers zich vaak alleen voelen staan met
13
hun zorgen. Mogelijkheden om de zorgen en eenzaamheid te delen zijn dus broodnodig. Groepsbijeenkomsten en individuele hulpverlening kunnen hieraan tegemoetkomen. “De deelnemers waren zeer positief over het verloop van de opleiding voor allochtone mantelzorgers en vonden dit zeer nuttig. Zij waren blij met deze terugkomnamiddag. Zij hebben veel gedeeld tijdens de opleiding en zouden graag elkaar regelmatig terugzien.” (Fragment uit een groepsbespreking met mantelzorgers in Houthalen-Meulenberg, oktober 2006)
14
4. Voorbeeldmethodieken en randvoorwaarden In dit deel vind je een aantal beproefde methodieken om allochtone mantelzorgers te sensibiliseren, taboes bespreekbaar maken en hen te informeren. Vervolgens worden, randvoorwaarden opgesomd waaraan een succesvol aanbod voor mantelzorgers voldoet. Methodieken Er zijn rond mantelzorg al enkele methodieken beproefd. Elke methodiek heeft eigen accenten, vooren nadelen en vereist specifieke randvoorwaarden. Hier volgen vijf inspirerende voorbeelden. Eénmalige infosessie ‘Goed zorgen voor je ouders’ (Limburg) De éénmalige infosessie ‘Goed zorgen voor je ouders’ is bedoeld om het begrip mantelzorg bekend te maken aan de leden van een groep of vereniging (mogelijke mantelzorgers), om hun opmerkingen en knelpunten te registreren, een gespreksforum aan te bieden met andere mantelzorgers en eerste informatieve antwoorden te geven vanuit de zorgsector. De infosessie heeft als eerste doel de (potentiële) mantelzorgers te sensibiliseren en samen te brengen om mantelzorg bespreekbaar te maken. Het succes van de methodiek van het project ‘Ouder worden in Vlaanderen’ was een aansporing om op een gelijkaardige manier de mantelzorgers te bevragen en te informeren. Verdere doelstellingen van de infosessie: mantelzorgers benoemen en erkennen zichzelf als dusdanig hun positieve ervaringen en hun noden en knelpunten worden actief geïnventariseerd. er komt een groepsgesprek op gang plaatselijke deskundigen in de zorg beantwoorden de infovragen plaatselijke deskundigen worden gesensibiliseerd voor de specifieke vragen en noden van allochtone mantelzorgers. Het project bestaat uit een éénmalige bevragings- en infosessie, mogelijk gevolgd door een meerdelige themareeks, zoals beschreven in de ‘Cursus voor allochtone mantelzorgers’ uit OostVlaanderen. De werkmap van deze éénmalige infosessie kan je lenen bij het Provinciaal Integratiecentrum Limburg. Ze is in zes talen beschikbaar: Grieks, Italiaans, Marokkaans, Nederlands, Spaans en Turks. Cursus voor allochtone mantelzorgers (Oost-Vlaanderen) Het gaat hier om meerdaagse vormingen in samenwerking met lokale zorgorganisaties gericht op allochtone mantelzorgers. Dit initiatief wil mantelzorgers deskundiger maken in het verzorgen van zorgbehoevende ouderen thuis. Het initiatief is gegroeid uit het project ‘Ouder worden in Vlaanderen’ als concreet aanbod voor mantelzorgers en om de communicatie tussen de ouders en de kinderen te stimuleren. Het programma biedt zowel informatie als praktijkoefening.De provincie Oost-Vlaanderen, de erkende mantelzorgverenigingen en het Wijkgezondheidscentrum De Sleep ontwikkelden de cursus tussen 2002 en 2003. Dit zijn de doelstellingen: belasting bij de allochtone mantelzorgers doen afnemen en de levenskwaliteit van de eerste generatie ouderen blijven waarborgen; de kwaliteit van de mantelzorg in allochtone families verhogen, door allochtone mantelzorgers deskundiger te maken in het verzorgen van zorgbehoevende ouderen thuis; de allochtone mantelzorgers en hun zorgbehoevende ouderen toeleiden naar de thuiszorgsector; netwerkvorming creëren tussen allochtone organisaties, de integratiesector en de thuiszorgsector;
15
de actoren in de thuiszorg en andere ouderenvoorzieningen laten kennismaken met de culturele gewoonten van de allochtone families en hen aanmoedigen om hiermee rekening te houden. Dit bevordert de interculturalisatie, waardoor de effectiviteit van interventies vanuit professionele zorgorganisaties worden vergroot; het helpen toeleiden van de deelnemers naar de beroepsopleidingen van de thuiszorgsector;
De cursus bestaat uit zeven bijeenkomsten voor maximaal twintig personen en richt zich tot dochters en schoondochters. De cursus vormt een opleiding die een brug slaat tussen mantelzorg en professionele zorg. De lesgevers zijn mensen die uit de lokale zorgsector komen, zodat de kloof tussen traditionele zorg en professionele zorg al meteen kleiner wordt. Dit is de inhoud van de zeven bijeenkomsten. Wat doen als het zorgen teveel wordt? Thuiszorg Tiltechnieken Bestaande premies en tegemoetkomingen in de thuiszorg Diabetes en voeding Excursie naar een ouderenvoorziening Feestelijke afsluiting en uitreiking van de certificaten Tussen 2003 en 2007 werd de cursus in Oost-Vlaanderen elf keer gegeven in acht steden en gemeenten, waarbij ongeveer 130 allochtone mantelzorgers (in hoofdzaak van Turkse en Marokkaanse herkomst) werden bereikt. Enkele bevindingen: De deelnemers vonden de bijeenkomsten zeer interessant, nuttig, begrijpbaar en bruikbaar. De allochtone mantelzorgers hebben duidelijk nood aan informatieve bijeenkomsten en ondersteuning om hun rol als mantelzorger goed te kunnen uitvoeren. Deze bijeenkomsten waren dan ook een succes en impliceren een hogere kwaliteit van de mantelzorg. Dankzij de bijeenkomsten werd een belangrijke stap gezet om uit de taboesfeer te geraken inzake het opnemen (en in welke mate) van zorg. Het is een belangrijke stap in het proces van discussie binnen de groep en de gemeenschap. Dit was ook mogelijk omdat de betrokken families nu beter weten dat ze ook de hulp kunnen inroepen van de zorgdiensten die Vlaanderen te bieden heeft. Tijdens de werving van de deelnemers bleek dat schoondochters van de allochtone senioren die deelgenomen hadden aan het project ‘Ouder worden in Vlaanderen’ gemakkelijker toegelaten werden om deel te nemen! Dit toont nogmaals – naast het meer bespreekbaar maken van het zorgdilemma binnen de familie - het belang van dit laatste project aan en het toont bovendien aan dat dit mantelzorgproject pas goed uitgevoerd kan worden na het project ‘Ouder worden in Vlaanderen’. De deelnemers hebben kennisgemaakt met de zorgsector: dienstencentra, thuiszorgdiensten, mantelzorgverenigingen, residentiële voorzieningen,… Bovendien staan de zorgdiensten nu wat meer open voor de behoeften van de allochtone gemeenschap. Er is geprobeerd om bepaalde vooroordelen en stereotypen weg te werken, zowel bij de allochtone gemeenschap als bij de zorgverleners. Ook de lesgevers hebben baat bij de bijeenkomsten. Even verrijkend was het inzicht dat de gelijkenissen tussen allochtone en Vlaamse mantelzorgers veel groter zijn dan de verschillen. In het Gentse heeft het project een hefboom betekent naar verdere interculturalisering van de zorgvoorzieningen. Meerdaagse cursussen Buurtopbouwwerk Meulenberg (Limburg) Het Buurtopbouwwerk Meulenberg in Houthalen-Helchteren heeft verschillende meerdaagse cursussen georganiseerd voor mantelzorgers. Sommige reeksen werden in het Turks gegeven omdat men zo de groep Turkse vrouwen wilde bereiken die pas door huwelijk of als mantelzorgster naar Vlaanderen gemigreerd waren. Het gaat hier om een intensief en uitgebreid project op maat van verschillende doelgroepen. Er is een onuitgegeven werkmap van de sessies die kan geraadpleegd worden bij het Buurtopbouwwerk Meulenberg. De contactgegevens vind je als bijlage.
16
Vierdaagse vormingsreeks “Goed zorgen voor je ouders” in Genk (Limburg) ‘Goed zorgen voor je ouders’, een vierdaagse vormingsreeks over draagkracht en draaglast van mantelzorgers werd in 2005 experimenteel aangeboden in Genk. Acht Marokkaanse vrouwen van de eerste generatie namen deel. Deze cursus was geïnspireerd op een cursus ‘Goed zorgen voor je ouders’ uit Nederland. Bij het geven van de cursus bij deze groep eerste generatievrouwen doken volgende knelpunten op. Rekrutering. De doelgroep moet zorgvuldig gerekruteerd worden. Basisvoorwaarden zijn rechtstreekse betrokkenheid als mantelzorgster, engagement voor de hele reeks en een gesloten groep (veel in - en uitgeloop stoort het proces van opbouw van vertrouwen). Thema’s. Zorgplicht versus draagkracht is een gevoelig thema, zowel persoonlijk als vanwege de sociale druk. Begin beter met praktische thema’s zoals een bezoek aan een zorgwinkel. Een attente begeleider zal op dat moment stof genoeg krijgen om verdere thema’s aan te kaarten met de groep. Als men met een psychologisch thema van start gaat lukt dit veel moeilijker. Timing. De reeks wordt best in één periode gegeven, één sessie per week. Hou rekening met feesten en de ramadanperiode bij de planning en bouw sowieso wat marge in voor onvoorziene omstandigheden. Taal. Binnen dit thema is het nodig om in de eigen taal van de eerste generatievrouwen te werken. Optimaal is het als de begeleider zelf de taal spreekt en het vertrouwen van de groep heeft. Indien nodig is werken met een buitenstaander als tolk soms te verkiezen, gezien de gevoeligheid van het thema en de steeds aanwezige vrees voor roddel. Deze tolk moet wel het vertrouwen van de groep krijgen. Kies liefst voor een persoon van “rijpere” leeftijd. Generatieverschil en ervaring spelen hier een rol. Praktische beslommeringen. Mobiliteit, kinderoppas en (klein)kinderen van school halen zijn elementen die de stipte deelname aan de sessies kunnen belemmeren. Praktische thematische sessies (Limburg) Deze sessies, aansluitend bij specifieke noden van verschillende groepen, zijn een vervolg op ‘Ouder worden in Vlaanderen’. Het voordeel is dat ze, naargelang de specifieke noden, kunnen gekoppeld worden aan de éénmalige infosessie van ‘Goed zorgen voor je ouders’. Het Limburgs Provinciaal Overleg Allochtone Ouderen was initiatiefnemer voor deze sessies. De sessies zijn als het ware een à la carte aanbod afhankelijk van de informatiebehoefte van de deelnemers. Het is een laagdrempelige en bredere formule dan de meerdaagse cursus voor mantelzorgers. Voorbeelden van themasessies zijn premies, gezonde voeding, diabetes, dementie, hef- en tiltechnieken, thuishulp en een uitstap naar een zorgwinkel,… (Je vindt een uitgebreide lijst van thema’s in bijlage.) Vaak zijn sessies voor autochtone senioren bruikbaar, mits aanpassing aan specifieke noden. Als je bijvoorbeeld over diabetes informatie geeft zal je best verwijzen naar de voeding die deze groep normaal gebruikt en eventueel recepten geven die aansluiten bij hun eetgewoonten . Het bleek aangewezen tijdens deze sessies informatie te koppelen aan een praktische activiteit. De hoeveelheid informatie wordt best beperkt en er wordt best rekening gehouden met de soms geringe kennis van de werking van de diensten, maar ook met de geringe kennis van het menselijk lichaam. Visie over ziekte en gezondheid kan ook verschillen naargelang de herkomst, cultuur en religie. Randvoorwaarden bij de organisatie van activiteiten Samenwerkingsverband met projectpartners Neem contact met plaatselijke werkingen die de doelgroep bereiken (verenigingen van etnischculturele minderheden, een lokaal integratiecentrum of dienstencentrum, een buurtwerking). Contacteer relevante partners uit de lokale zorgsector (OCMW, dienstencentrum, Wit-Gele Kruis, gezinshulp, zorgbemiddelaar, gezondheidscentrum of huisarts(en)praktijk,...).
17
Indien er voor de eerste maal een project uitgevoerd wordt in de buurt is het nuttig een stuurgroep op te richten met de partners voor overleg, informatie en ondersteuning bij de uitvoering van het project. Indien er al meerdere malen projecten uitgevoerd zijn, kennen de lokale partners elkaar al en is het minder nodig om een stuurgroep op te richten. Het tijdstip en plaats van de infosessie Hou rekening met schooluren, vakantie en bijzondere aangelegenheden zoals de jaarlijkse vastenperiode ramadan en het offerfeest. Het moet een vlot bereikbare en bekende locatie zijn. Persoonlijke werving Werving via huisbezoek, samen met tolk of vertrouwensfiguur, verhoogt de kans op deelname. Het is belangrijk een eenvoudige woordenschat te hanteren en visueel of auditief materiaal te gebruiken (video of DVD), het tempo aan te passen en rekening te houden met de cultuurachtergrond van de doelgroep. De plaats en het tijdstip van de infosessie zijn ook belangrijke gegevens. Meestal zal een tolk nodig zijn. In elke provincie kan je beroep doen op een tolkendienst. (Je vindt een lijst met contactorganisaties als bijlage.)
18
Bijlagen
1. 2. 3. 4. 5.
Contacten Lijst van ontleenbare materialen Lijst thematische sessies Partners voor thematische sessies Bibliografie
1. Contacten
Verenigingen van gebruikers en mantelzorgers Ons Zorgnetwerk vzw Remylaan 4B 3018 Wijgmaal Tel: 016 24 49 49 Fax: 016 24 29 72 E-mail:
[email protected] Website: www.onszorgnetwerk.be Ondersteuning in de Thuiszorg vzw Livornostraat 25 1050 Brussel Tel: 070 22 25 04 Fax: 02 542 86 99 E-mail:
[email protected] Website: www.lieverthuis.be Steunpunt Thuiszorg vzw Sint-Jansstraat 32 1000 Brussel Tel: 02 515 03 94 Fax: 02 515 03 08 E-mail:
[email protected] Website: www.steunpunt-thuiszorg.be Werkgroep Thuisverzorgers vzw Groeneweg 151 3001 Heverlee Tel: 016 22 73 37 Fax:016 22 06 73 E-mail:
[email protected] Website: www.mantelzorg.be Ziekenzorg Christelijke Mutualiteiten vzw Haachtsesteenweg 579 postbus 40 1031 Brussel Tel: 011 28 02 50 Fax: 02 246 47 79 E-mail:
[email protected] Website: www.ziekenzorg.be Integratiediensten Lokale Integratiedienst Beringen De heer Guy VANDERLINDEN
19
Sted. Adm. Centrum Mijnschoolstraat 88 (Eeuwfeestplein 33) 3580 Beringen Tel: 011 21 46 90 – Fax: 011 21 39 41 e-m:
[email protected] of
[email protected] Lokale Integratiedienst Dilsen-Stokkem Mevrouw Ayten YILDIRIM Rijksweg 458 3650 Dilsen-Stokkem Tel: 089 79 08 54 – Fax: 089 79 08 82 e-m:
[email protected] Lokale Integratiedienst Genk Mevrouw Vanessa BROUX Gemeentebestuur - Dieplaan 2 3600 Genk Tel: 089 65 42 42 0476/699086 Fax: 089 65 34 70 e-m:
[email protected] Lokale Integratiedienst Hasselt Mevrouw Ellen Renson Groenplein 1 3500 Hasselt Tel: 011 23 94 72 – Fax: 011 23 94 12 e-m:
[email protected] of
[email protected] Lokale Integratiedienst Heusden-Zolder Mevrouw Marleen JANSSEN / Sandra MARECHAL Zebrahuis Waterleidingstraat 14 3550 Heusden-Zolder Tel: 011 57 19 19 – Fax: 011 53 83 78 e-m:
[email protected] [email protected] Lokale Integratiedienst Houthalen-Helchteren Mevrouw Greet JASPERS Gemeentebestuur - Grote Baan 112 3530 Houthalen-Helchteren Tel: 011 60 06 41 – Fax: 011 60 06 49 e-m:
[email protected] Lokale Integratiedienst Leopoldsburg De heer Jean Paul VANBUEL Sociaal huis Tramstraat 43 3970 Leopoldsburg Tel: 011 34 02 47 – Fax: 011 34 02 46 e-m:
[email protected] of:
[email protected] Lokale Integratiedienst Lommel Mevrouw Sara KAYA “Huis van de Wereld” Stationstraat 21 3920 Lommel Tel: 011 011 53 97 20– Fax: 011 39 97 93
20
e-m:
[email protected] Dienst Interculturele Promotie Lokale Integratiedienst Maasmechelen De heer Joon RAVESLOOT Oude Baan 207 3630 Maasmechelen Tel: 089 77 87 40 – Fax: 089 77 87 01 e-m:
[email protected] Huis van Diversiteit Lokale Integratiedienst Sint-Truiden De heer Manuel LUB Stadsbestuur - Kazernestraat 34 3800 Sint-Truiden Tel: 011 69 16 46 – Fax: 011 69 51 72 e-m:
[email protected] of:
[email protected] Federaties etnisch-culturele minderheden ACLI-Limburg Rondpuntlaan 25 3600 Genk Telefoon: 089/35 74 16
[email protected] Voorzitter: Marzo Fernando 0475/835226 AIF Vennestraat 98 3600 Genk
[email protected] Telefoon: 089/62 15 77 Voorzitter: Gianmario Monachesi Turkse Unie van België Stationsstraat 96 3582 Beringen Telefoon: 011/45 41 41
[email protected] vzw Internationaal Comité Mgr. Broekxplein 6 3500 Hasselt Telefoon: 011/29 09 12
[email protected] Wereldvrouwen Bremstraat 45 3530 Houthalen-Helchteren Telefoon: 011/53 12 82
[email protected] Moskeeverenigingen Milli Görusverenigingen Islamitische interculturele vereniging Bergstraat 9 3530 Houthalen
21
Contactpersoon: Mustafa Gundogdu gsm: 0497 63 33 42 Vzw Vrede en Geluk Kruindersweg 48 3630 Maasmechelen Contactpersoon: Kadir Turan gsm: 0478 92 02 08 Vzw Actief Stationsstraat 92 3920 Lommel Contactpersoon: Mustafa Kamil tel: 011 55 13 03 Alevietenvereniging Samenwerking Limburgse Alevieten vzw M. Scheperslaan 113 3550 Heusden-Zolder Contactpersoon: Deniz Ates tel: 011 72 52 13 Soefiverenigingen Semerkand Beringen Kerkstraat 8 3581 Beringen Contactpersoon: Adil Hamarat gsm: 0497 52 37 26 Vzw Semersah Geyda Koerlosstraat 38, 3600 Genk Contactpersoon: Servet Akgun gsm: 0479 50 69 41 Vereniging voor wetenschap en zedenleer Oudebaan 12 3630 Maasmechelen Tel: 089 77 57 94 Suleymanlivereniging Islam Kultur Merkez Birligi (IKMB) Heusden Koolmijnlaan 200 3550 Heusden-Zolder Contactpersoon: Kaya Yuksel tel: 011 57 19 53 IKMB Genk André Dumontlaan 188-190 3600 Genk tel: 089 84 56 68 Nurcuvereniging Intercultureel Dialoog Platform Thonissenlaan 10/1 3500 Hasselt Contactpersoon: Bahattin Koçak gsm: 0477 42 08 96
22
Turkse sjiieten Ehl-i-beyt vzw Hasseltsesteenweg 250 3580 Beringen Contactpersoon: Hasan Karaca gsm 0475 68 01 30 Ahmadiyyaverenigingen Ahmadiyya moslimgemeenschap Beringen Berkenstraat 9 3581 Beringen Contactpersoon: Shaheen Naeem gsm: 0486 20 75 14 Ahmadiyya moslimgemeenschap Hasselt Grote Baan 95, 3511 Kuringen Contactpersoon: Humayun Maksud gsm: 0475 98 46 47 Ahmadiyya moslimgemeenschap Sint Truiden Contactpersoon: Hashmi Rafiq Ahmad gsm: 0485 73 42 33
Buurtwerkingen Buurtopbouwwerk Sledderlo Bijlkestraat 16 3600 Genk Buurtopbouwwerk Waterschei Binnenlaan 50 3600 Genk tel. 089 70 39 02 e-mail:
[email protected] Buurtopbouwwerk Winterslag Passerelstraat 2A 3600 Genk tel. 089 35 16 54 GSM: 0478 74 43 73 e-mail:
[email protected] Buurtopbouwwerk Zwartberg Lucien Londotstraat 3 3600 Genk Steunpunt Buurtopbouwwerk Evence Coppéelaan 91 3600 Genk tel. 089 32 95 30 fax 089 36 43 03 e-mail:
[email protected] website www.stebo.be Steunpunt Buurtopbouwwerk - Wijklocatie Winterslag Spoorwegstraat 4
23
3600 Genk e-mail:
[email protected] Steunpunt Buurtopbouwwerk - Wijklocatie Zwartberg Zaveldriesstraat 31 3600 Genk e-mail:
[email protected] Steunpunt Buurtopbouwwerk Koolmijnlaan 76 3550 Heusden-Zolder e-mail:
[email protected] Buurtopbouwwerk Meulenberg Bremstraat 45 3530 Houthalen-Helchteren tel. 011 52 26 01 Gemeente Houthalen-Helchteren – Schoolopbouwwerk Grote Baan 112 3530 Houthalen-Helchteren tel. 011 60 06 46 tel. 011 60 06 42 fax 011 60 06 49 e-mail:
[email protected] Buurtopbouwwerk Steenveld Korhoenstraat z/n 3582 Koersel tel. 011 42 60 28 e-mail:
[email protected] website: www.rimo.be Buurtopbouwwerk Tuinwijk Eeuwfeestplein 33 3582 Koersel tel. 011 21 46 90 e-mail:
[email protected] website: www.rimo.be Buurtopbouwwerk Klein Spanje Klein Spanje 2 3630 Maasmechelen OCMW’s OCMW Alken, Papenakkerstraat 5, 3570 Alken tel. 011 59 06 70 fax 011 59 29 55, e-mail :
[email protected] OCMW As, Dorpsstraat 1 bus 3, 3665 As tel. 089 65 12 77 fax 089 65 12 78, e-mail :
[email protected] OCMW Beringen, Burg. Heymansplein 14, 3581 Beringen tel. 011 34 03 70 fax 011 34 03 99, e-mail :
[email protected]
24
OCMW Bilzen, Hospitaalstraat 15, 3740 Bilzen tel. 089 51 94 90 fax 089 51 94 99, e-mail :
[email protected], website : www.ocmwbilzen.be OCMW Bocholt, Nevenplein 1, 3950 Bocholt tel. 011 44 02 70 fax 011 44 16 47, e-mail :
[email protected] OCMW Borgloon, Graethempoort 3A, 3840 Borgloon tel. 012 67 07 22 fax 012 74 60 08,e-mail :
[email protected] website : www.ocmwborgloon.be OCMW Bree, Rode Kruislaan 40, 3960 Bree tel. 089 47 31 36 fax 089 47 30 66, e-mail :
[email protected] OCMW Diepenbeek, Visserijstraat 10, 3590 Diepenbeek tel. 011 35 04 60 fax 011 32 37 28, e-mail :
[email protected] OCMW Dilsen-Stokkem, A. Sauwenlaan 80, 3650 Dilsen-Stokkem tel. 089 75 75 27 fax 089 75 34 57, e-mail :
[email protected] OCMW Genk, Administratieve en Technische Diensten, Weg naar As 58, 3600 Genk tel. 089 57 32 00 fax 089 57 32 01, e-mail :
[email protected], website : www.ocmwgenk.be OCMW Gingelom, Steenweg 111, 3890 Gingelom tel.011 88 04 40 fax 011 88 04 42, e-mail :
[email protected] OCMW Halen, Sportlaan 2B, 3545 Halen tel. 013 46 15 17 fax 013 46 03 79, e-mail :
[email protected] OCMW Ham, Roerdompstraat 6-7, 3945 Ham tel. 013 66 33 13, e-mail :
[email protected] OCMW Hamont-Achel, Michielsplein 1, 3930 Hamont-Achel tel. 011 80 55 50 fax 011 80 55 59, e-mail :
[email protected] OCMW Hasselt, A. Rodenbachstraat 20, 3500 Hasselt tel. 011 30 80 09 fax 011 30 80 28 (algemene fax), fax 011 30 80 08 (fax directie secretariaat) e-mail :
[email protected], website : www.ocmwhasselt.be OCMW Hechtel-Eksel, Dienstencentrum Don Boscostraat 8 bus C, 3940 Hechtel-Eksel 011 73 01 30 fax 011 73 01 31, e-mail :
[email protected] OCMW Heers, Administratief Centrum, Paardskerkhofstraat 20, 3870 Heers tel. 011 67 41 45 fax 011 88 46 79, e-mail:
[email protected] OCMW Herk-de-Stad, Dr. Vanweddingenlaan 21, 3540 Herk-de-Stad tel. 013 78 09 40 fax 013 78 09 41, e-mail :
[email protected], website : www.herk-de-stad.be/ocmw OCMW Herstappe, Dorpsstraat 5, 3717 Herstappe tel. 012 23 55 57 OCMW Heusden-Zolder, St.-Willibrordusplein 4, 3550 Heusden-Zolder
25
tel. 011 45 61 50 fax 011 45 61 51, e-mail :
[email protected] website : www.ocmwheusdenzolder.be OCMW Hoeselt, Europalaan 1, 3730 Hoeselt tel. 089 51 88 10 fax 089 41 87 17, e-mail :
[email protected] website : www.ocmwhoeselt.be OCMW Houthalen-Helchteren, Peerdekerkhofstraat 32, 3530 Houthalen-Helchteren tel. 011 60 09 60 fax 011 60 09 79, e-mail :
[email protected] OCMW Kinrooi, Villa Pax, Weertersteenweg 417, 3640 Kinrooi tel. 089 70 14 14 fax 089 70 38 40, e-mail:
[email protected] OCMW Kortessem, Kerkplein 11b, 3720 Kortessem tel. 011 85 82 71 fax 011 37 58 41, e-mail :
[email protected] OCMW Lanaken, Gasthuisstraat 18, 3620 Lanaken tel. 089 73 00 60, fax 089 73 12 35, e-mail :
[email protected] OCMW Leopoldsburg, Koningin Astridplein 44, 3970 Leopoldsburg tel. 011 34 02 31 fax 011 34 02 43, e-mail :
[email protected] OCMW Lommel, Hertog Janplein 1, 3920 Lommel tel. 011 55 01 70 fax 011 55 27 33, e-mail :
[email protected] OCMW Lummen, Meerlestraat 24, 3560 Lummen tel. 013 35 17 80 fax 013 53 14 43, e-mail :
[email protected] website : www.ocmw-lummen.be OCMW Maaseik, Mgr. Koningsstraat 8, 3680 Maaseik tel. 089 56 99 10 fax 089 56 69 61, e-mail :
[email protected] website: www.ocmwmaaseik.be OCMW Maasmechelen, Langstraat 3, 3630 Maasmechelen tel. 089 48 28 00 fax 089 76 79 10, e-mail :
[email protected] website : www.ocmwmaasmechelen.be OCMW Meeuwen-Gruitrode, Kapelanijstraat 5, 3670 Meeuwen-Gruitrode tel. 011 79 27 15 fax 011 79 38 86, e-mail :
[email protected] OCMW Neerpelt, Kerkstraat 10, 3910 Neerpelt tel. 011 64 56 80 fax 011 64 04 63, e-mail :
[email protected] OCMW Nieuwerkerken, Kerkstraat 113, 3850 Nieuwerkerken tel. 011 68 16 51 fax 011 67 37 00, e-mail :
[email protected] OCMW Opglabbeek, Rozenstraat 5, 3660 Opglabbeek tel. 089 81 01 40 fax 089 85 84 23, e-mail:
[email protected] OCMW Overpelt, Peltanusstraat 9, 3900 Overpelt tel. 011 80 94 02 fax 011 80 94 03, e-mail :
[email protected] OCMW Peer, Burgemeester Dupontplein 3, 3990 Peer tel. 011 61 01 10 fax 011 61 01 18, e-mail :
[email protected] OCMW Riemst, Paenhuisstraat 15, 3770 Riemst tel. 012 45 41 72 fax 012 45 80 61, e-mail :
[email protected] OCMW Sint-Truiden, Cl. Cartuyvelsstraat 12, 3800 Sint-Truiden tel. 011 69 70 30 fax 011 68 75 23, e-mail :
[email protected] website : www.ocmw-st-truiden.be
26
OCMW Tessenderlo, Solveld 32, 3980 Tessenderlo tel. 013 66 65 26 fax 013 67 34 34, e-mail :
[email protected] website : www.ocmwtessenderlo.be OCMW Tongeren, Dijk 124, 3700 Tongeren tel. 012 45 92 50 fax 012 45 92 96, e-mail :
[email protected] OCMW Voeren, Dorpsstraat 67, 3790 Voeren tel. 04 381 08 66, fax 04 381 14 20, e-mail :
[email protected] OCMW Wellen, Dorpsplein 11 bus 5, 3830 Wellen tel. 012 74 21 82, fax 012 74 68 77, e-mail :
[email protected] OCMW Zonhoven, Kerkplein 60, 3520 Zonhoven tel. 011 81 05 80, fax 011 81 05 77, e-mail :
[email protected] OCMW Zutendaal, Daalstraat 2, 3690 Zutendaal tel. 089 62 26 45, fax 089 62 38 69, e-mail :
[email protected]
Tolkendiensten Sociale Tolkendienst Provinciaal Integratiecentrum Limburg Contactpersonen: Duman Havva en Murat Sevim Universiteitslaan 1 3500 Hasselt tel 011 23 82 20 fax 011 23 82 10 e-mail
[email protected] Babel - Vlaamse Centrale Tolkendienst p/a Vooruitgangstraat 323 bus 3 1030 Schaarbeek tel 02 208 06 11 fax 02 208 06 12 e-mail
[email protected] website: www.ba-bel.be
Dovensolidariteit - Doventolkendienst Mechelen p/a Leiweg 30 1980 Eppegem tel 015 62 31 66 fax: 015 62 31 66 Provinciaal Integratiecentrum West-Vlaanderen - Sociale Tolkendienst Hoogstraat 98/7 8800 Rumbeke tel 051 69 79 89 fax 051 69 79 90 e-mail:
[email protected] website : www.pic-wvl.be
Provincie Antwerpen – Tolkendienst Boomgaardstraat 22/bus 100 2600 Berchem tel 03 240 61 77
27
e-mail
[email protected] Stad Turnhout – Tolkendienst p/a Draaiboomstraat 6 2300 Turnhout tel 014 42 33 81 e-mail:
[email protected] website www.turnhout.be Stedelijke Tolkenpool Mechelen Maurits Sabbestraat 119 2800 Mechelen tel 015 21 83 61 fax 015 29 83 36 e-mail:
[email protected] website: www.mechelen.be Vormingsinstanties rond interculturalisering Provinciaal Integratiecentrum Universiteitslaan 1 3500 Hasselt tel 011 23 82 20 fax 011 23 82 10 e-mail
[email protected] website www.limburg.be/integratiecentrum contactpersoon: Sharmila Rambaran, diensthoofd PRIC PLOT/PB (Provincie Limburg Opleiding en Training / Provinciale Bestuurschool) Marcel Habetslaan 7 3600 Genk tel 089 77 82 50 e-mail:
[email protected] website www.limburg.be/bestuurschool ERSV Limburg vzw (Erkend Regionaal Samenwerkingsverband) Kunstlaan 18 – 6de verdieping 3500 Hasselt Contactpersoon: Brigitte Lachmann, projectontwikkelaar Vormingplus Limburg Cellebroederstraat 13/15 3500 Hasselt tel 011 56 01 00 e-mail
[email protected] website www.vormingplus.be/limburg Contactpersoon Sabrina Polus, educatief medewerker VSPW (Vormingsleergang voor Sociaal en Pedagogisch Werk Hasselt) Blijde Inkomststraat 34 3500 Hasselt Tel 011 25 49 75 Website www.vspwhasselt.be Agora vzw Neerjouten 11 3550 Heusden-Zolder tel 011 57 01 60 e-mail
[email protected] contactpersoon: Tine Stubbe, directeur Agora vzw
28
2. Lijst van ontleenbare materialen Koffer “Ouder Worden in Vlaanderen” in volgende versies: Nl/Turks;Nl/Marokkaans;Nl /Italiaans; Nl/ Grieks;Nl/Spaans. Uitleenbaar na afspraak op het Provinciaal Integratiecentrum, Universiteitslaan 1 te 3500 Hasselt. Tel: 011 23 82 20; e-mail:
[email protected]. Infobox: “ Goed zorgen voor je ouders” éénmalige sessie. Uitleenbaar na afspraak op het Provinciaal Integratiecentrum, Universiteitslaan 1 te 3500 Hasselt. Tel: 011 23 82 20; e-mail:
[email protected]. WAVE-spel: spel om ontmoeting en kennismaking tussen autochtone en allochtone senioren te bevorderen. Uitleenbaar na afspraak op het Provinciaal Integratiecentrum, Universiteitslaan 1 te 3500 Hasselt. Tel: 011 23 82 20; e-mail:
[email protected]. Video over Diabetes: Turkse, Marokkaanse en Arabische versie , met handleiding en DVD. Uitleenbaar na afspraak op het Provinciaal Integratiecentrum, Universiteitslaan 1 te 3500 Hasselt. Tel: 011 23 82 20; e-mail:
[email protected]. DVD: “Oud worden waar dan ook.” Uitleenbaar vanaf september 2007 na afspraak op het Provinciaal Integratiecentrum, Universiteitslaan 1 te 3500 Hasselt. Tel: 011 23 82 20; e-mail:
[email protected].
3. Lijst thematische sessies Deze lijst wordt opgedeeld in drie delen: educatie, vrije tijd en belangenbehartiging en kan inspireren tot een eigen programma.. Al deze thema’s zijn al eens behandeld in groepen allochtone senioren. Vaak werd er materiaal gebruikt dat aangeboden werd door vormingsorganisaties aan Vlaamse senioren, met aanpassingen aan de noden van de doelgroep: vereenvoudiging van de taal en terminologie, spreiding meerdere vormingsmomenten, inschakeling van een tolk voor sommige onderwerpen en sommige groepen, voor sommige zaken werd specifiek ingegaan op de eigen socioculturele achtergrond. Educatie
Individuele en financiële voordelen Voorstelling geheugenraadpleging en het geriatrisch dagziekenhuis project ADL-advi Veelgestelde vragen bij een ziekenhuisopname Mobiliteit, Minder Mobielen Centrale, collectief vervoer, informatie over “De lijn” Gezonde voeding voor senioren o ontbijtsessies: gezond ontbijt o wokken o welk (flessen)water is geschikt? Mammobox (borstkankerpreventie) Palliatieve thuiszorg Waarom vallen ouderen? (valpreventie) Menopauze- vrouwenklachten Psychosomatische klachten Huisvuil sorteren en bezoek aan een containerpark Gebruik GSM Generische geneesmiddelen Globaal medisch dossier Kruidenwandeling: uitstap naar kruidentuin en gesprek over kruiden (van hier en van in het eigen land) Reminiscentie: o Reminiscentie over verhalen uit de cultuur en schilderen van deze verhalen. o Een toneelstuk op basis van de vertelde verhalen. o Een intercultureel ganzenspel (BOW Meulenberg)
29
Vrije tijd
o Hoe beleven we als vrouwen het ouder worden/ verwachtingen en ervaringen uit de migratie o Tijdens bezoek aan Openluchtmuseum Bokrijk: herinnering aan eigen verleden (wonen/ werken,…) o Bezoek aan mijnwerkershuis in Maasmechelen Geheugentraining Zalig slapen (ook Griekse versie) Dementie Relaties met de kinderen Bezoek aan organisaties/ instellingen/ diensten voor ouderen Huisvesting: aanpassing van de woning Vertaling en bespreking van de lokale seniorenkrant tijdens de sessie. Videos (verschillende thema’s) –aparte brochure Wave: intercultureel spel in eigen groep of met andere groepen Zebraspel Nederlandse taalles (doelgroep ouderen)
Sportreeks (verschillende subsidiekanalen) Sportdag (vrouwensportdag/ seniorensportdag) (Volks)dansinitiatie Stoelturnen Handmassage Gelaatsmassage Gelaatsgymnastiek Klankschalen Gongtherapie Bloemschikcursus Uitstapjes / reis o Bezoek aan een paardenmelkerij o Parfummuseum in Hasselt o Bezoek aan het Provinciehuis o Bezoek aan een (kinder)boerderij o Bezoek aan de Sikh-tempel in St-Truiden Pick-nick koken (demonstratie/ uitwisseling/ verschillende themas, nationaliteiten ….) Uitwisseling met andere allochtone ouderengroepen, met autochtone ouderen Barbecue Optreden (clown, buikdanseres, verschillende groepjes) Intergenerationele contacten (grootouders-kleinkinderen) rond een thema : speelgoed vroeger en nu, en knutselnamiddag
Belangenbehartiging Organisatieontwikkeling: kennismaking met zelforganisaties, federaties, integratieraad, seniorenraad, -bonden,… (toekomstig thema)
4. Partners voor thematische sessies Mogelijke partners om een thematische sessie mee te organiseren zijn o.a.: OCMW Sociaal Huis Mutualiteiten Mantelzorgorganisaties Zorgbemiddelaars Dienstencentra Provinciale Dienst Gezondheid, Provinciale Dienst Huisvesting, Provinciale Dienst Ouderen, Provinciale Dienst Minderheden
30
Thuiszorgdiensten
5. Bibliografie Mantelzorg ondersteunt /! ondersteunde mantelzorg? Provinciale Dienst Ouderen Limburg, 2006. CUYVERS, G., KAVS,J., De huidige en toekomstige behoeften van allochtone ouderen aan welzijns- en gezondheidsvoorzieningen, Geel, Katholieke Hogeschool Kempen, Departement Sociaal Werk, 2001. YERDEN, I ., Zorgen over zorg: traditie, verwantschapsrelaties, migratie en verzorging van Turkse ouderen in Nederland, Amsterdam, Het spinhuis, 2000. Talloen, D., Zorg voor allochtone ouderen. Provincie Oost-Vlaanderen, Kluwer 2007. Van Den Brink, Y., Transculturele familiezorg thuis, Basiscursus en vervolgcursus gericht op ondersteuning van de familiezorg aan ouderen vanuit Turks/Nederlands zorgperspectief, NIZW 2000.
31
“Ik zorg al een leven lang” De radio ten huize van Antonietta Cicero is afgestemd op Radio Internazionale. Deze lokale radio uit het Genkse – voormiddag in het Italiaans, namiddag in het Spaans, Grieks of Nederlands – is haar manier om op de hoogte te blijven van nieuws uit de regio. Ook het dienstencentrum De Halm uit Genk zendt info uit via dat radiostation, zegt Rosaria Ciarlo, animatie-verantwoordelijke van dienstencentrum De Halm uit Genk. “Bijvoorbeeld nieuwigheden over tegemoetkomingen of activiteiten in het dienstencentrum. Want dat is de manier om oudere mensen hier te bereiken.” Het dienstencentrum geeft ook een krantje uit, De Horizon. Dit leest Antonietta ook. Antonietta leerde het dienstencentrum De Halm kennen via het project ‘Ouder worden in Vlaanderen’. De verschillende mogelijkheden en diensten werden toen bekend gemaakt. Zo heeft ze ook Rosaria leren kennen. Antonietta, 68 jaar, zorgt voor haar moeder, Genoveffa, van 88. In 1959 is de familie Lo Cicero van Sicilië naar Genk gekomen. “We zijn al een leven lang hier. En we voelen ons hier goed. Ook onze moeder. Toen haar ouders nog leefden, keerden we nog regelmatig terug naar Sicilië. Maar sinds 20 jaar niet meer. Zelfs niet op vakantie. Dan gaan we naar Spanje.” Vader Lo Cicero was mijnwerker. In 1979 is hij gestorven. Daarvoor had Antonietta ook al voor hem gezorgd. “Ik zorg eigenlijk al een leven lang, eerst voor mijn vader en na zijn dood voor mijn moeder.” De mama is sinds enkele jaren heel slecht ter been en hoort niet meer goed. Voor de rest is ze nog perfect gezond. Ze heeft af en toe wel een
“Zorgen voor je ouders, dat dóe je gewoon”
opstoot van artrose. Daarvoor heeft ze vorig jaar nog in het ziekenhuis gelegen. Via de ziekenkas hebben ze toen een rolwagen en een rolstoel gekregen. Antonietta kookt zelf voor haarzelf en haar moeder. Een mix tussen Belgische en Italiaanse gerechten. Het is een passie voor haar. Als het in de toekomst niet meer zal gaan, wil ze er wel over nadenken om het middagmaal voor haar en haar moeder bij het dienstencentrum te bestellen. Ze heeft er al ooit gegeten, tijdens een infosessie over Italiaanse pensioenen. Ze vond het lekker toen. Met Kerstmis kookt Antonietta ook voor de hele familie. Ze volgen dan echt de Italiaanse tradities. Geen vlees op kerstavond. De tafel niet afruimen, want kindje Jezus komt om middernacht langs, wanneer iedereen naar de nachtmis is. Zo zegt de legende. Want de Italiaanse tradities in ere houden, dat vinden ze belangrijk. Vooral voor hun moeder. Zij stelt het erg op prijs. Antonietta’s broer springt af en toe bij. Hij is de chauffeur van dienst, want Antonietta heeft geen rijbewijs. Hij regelt ook de bankzaken en de andere administratie. En hij gaat af en toe voor hun naar de winkel. Elke week moet Antonietta zelf naar de specialist. Dan mag de moeder bij een neefje blijven. Maar voor de rest neemt Antonietta de zorg voor haar moeder helemaal zelf op.
zoals een traplift en een inloopdouche. En langs haar bed heeft mijn moeder alles wat ze nodig heeft: een draagbare telefoon, een telefoonboekje, haar medicatie en de afstandsbediening van de tv. Want de tv, die staat dag en nacht aan.”
De verpleegster is van Belgische herkomst, maar spreekt heel goed Italiaans. “We zijn heel tevreden over haar. Moest het in de toekomst nodig zijn om haar meer te laten komen, willen we dit graag. Nadeel is wel dat je je dagschema moet aanpassen en moet maken dat de badkamer op tijd in orde is. Daarom blijf ik mijn moeder toch liefst zo lang mogelijk zelf wassen.” Een dagcentrum, waar de moeder overdag af en toe zou kunnen verblijven, daar houden ze niet van. De moeder niet, maar Antonietta ook niet. De moeder zou Antonietta veel te erg missen. “Ze mist me nu al, als ik ook maar even naar de tuin ga,” zegt ze. Een rusthuis is zelfs helemaal onbespreekbaar. “Daar hebben we nog nooit aan gedacht. Het is zelfs nog nooit uitgesproken. Want waarom zou het nodig zijn zolang ik nog kan zorgen voor mijn moeder? Over hoe het verder moet als de zorg te moeilijk wordt, hebben ze nog nooit gesproken. En ze willen er ook niet over spreken. Antonietta wil enkel kwijt dat haar moeder geen 24 uur zou overleven in een rusthuis. Ze is heel erg aan het huis gehecht. Ze heeft ook sinds ‘59 nergens anders gewoond.
Of bijna helemaal. Want één keer per week komt een verpleegster van het Wit-Gele Kruis om de moeder in bad te zetten. Dit sinds één jaar, op aanraden van de huisarts.
Emine Zinkal met dochter Fadime en kleinzoon Emirhan Emine Zinkal is 66 jaar en woont samen met haar man. “Hij doet het niet meer zo goed als vroeger. Maar zolang hij kan roken en koffie kan drinken is er geen probleem,” lacht Fadime, de dochter van Emine. “Maar mijn moeder heeft hulp en verzorging nodig. Ze is al zes keer geopereerd aan haar been en nu kan ze niet meer goed stappen.” Fadime springt twee keer per dag binnen bij haar ouders. Ze zorgt ervoor dat ’s morgens het ontbijt klaar staat. Na het werk komt ze nog eens langs voor het avondmaal. Ook doet ze de inkopen. “Mijn broer houdt zich af en toe bezig met de tuin, ik zorg voor de rest. Ik werk als thuisverpleegkundige en heb twee kinderen. De zorg voor mijn moeder doe ik er met plezier bij,” zegt ze. “Bij ons, Turken, is dat de normaalste zaak van de wereld. Zorgen voor je ouders, dat dóe je gewoon.” “Koken is wel altijd een probleem geweest,” zegt Fadime. Warme
Antonietta en haar moeder Genoveffa met Rosaria van dienstencentrum De Halm
maaltijden van het OCMW, dat is geen optie. “De Turkse keuken is heel anders. De oude generatie eet bijvoorbeeld geen vlees, groenten en puree, zoals de Belgen. Zij hebben de gewoonte om uitgebreid te eten en zullen nooit van eetgewoonte veranderen,” zegt de dochter. Fadime: “Het dagelijkse huishouden doe ik zelf. We hebben ooit geprobeerd om iemand in te schakelen via dienstencheques, maar dat is niet zo goed gelukt. Belgen poetsen toch op een andere manier als Turkse mensen, vinden we. Als het tijd is voor een grote poetsbeurt doen we een beroep op een goede kennis.” Thuis heeft Emine altijd volk. De twee kinderen en drie kleinkinderen, maar ook buren en kennissen komen vaak op bezoek. Als de bel gaat, ziet ze op een klein scherm wie aan de deur staat. “Zolang het mogelijk is blijft ze in haar eigen huis wonen,” zegt Fadime. “We hebben aan het huis enkele aanpassingen gedaan,
Een medewerkster van het dienstencentrum De Bolster in Maasmechelen kwam Emine en haar dochter ooit inlichten over mantelzorg. Ze zijn dan ook goed op de hoogte. “Maar de meeste Turkse mensen kennen de premies en andere voordelen waarop ze recht hebben niet,”’ voegt Fadime er aan toe. Fadime komt als thuisverpleegster bij Belgische en Turkse gezinnen. “Ik merk verschillen op vlak van houding, we hebben een andere mentaliteit. Als wij thuis bezoek krijgen staat iedereen recht uit respect en als verwelkoming. Bij de Belgische gezinnen is dit anders. Ze zijn veel losser op dat vlak,” zegt ze lachend. Als het gaat om het wassen van patiënten ondervindt ze ook verschillen. “Dit is nog een taboe bij de Turken. Maar de Belgen hebben dit gelukkig al heel lang geleden doorbroken.” En hoe denken ze over rusthuizen? “Mijn moeder kent wel enkele Turkse mensen die in een rusthuis hebben gewoond. Maar bij ons zal dat nooit gebeuren. Vroeger hoopte ik altijd om dicht bij mijn moeder te wonen. Gelukkig is dat nu zo. Ik woon maar vijf minuutjes ver. Zolang het goed gaat met mij, zal ik mijn moeder blijven verzorgen. En als ik het niet kan, dan zal er een andere oplossing gevonden worden. Maar een rusthuis zal het zeker niet zijn!”
Provinciaal Integratiecentrum Limburg Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt Tel.: 011 23 82 20 e-mail:
[email protected] www.limburg.be/integratiecentrum april 2009
provincie Limburg Universiteitslaan 1 B-3500 HASSELT limburg.be/integratiecentrum