Protestantse gemeente Michaëlkerk Leersum Kerstdag - 25 december 2015 -
“Tijd voor het Licht!” ds. Pieter Goedendorp
VOOR DE DIENST samenzang -koor: “Noël” welkom kaarsengedichtje
OM TE BEGINNEN opmaat we zingen "Als alles duister is" moment van inkeer, bemoediging en groet psalm van de kerstdag we zingen: "Zingt een nieuw lied..." Psalm 98: 1
bij de dienst… openingsgebed loflied we zingen: "Eer zij God in onze dagen" Lied 487
ROND DE BIJBEL lezing: Lukas 2, gelezen uit de Bijbel in Gewone Taal) en afgewisseld met Lied 507 de tijdwijzer… we zingen: "Het licht schijnt overal" (Projectlied) (de kinderen gaan met de Tijdwijzer naar de nevendienst.)
lezing: Johannes 1: 1-5 en 10-14 (Nieuwe Bijbelvertaling)
we zingen: "Wij staan aan een kribbe" Lied 503: 1 en 4 overdenking Kerstfeest. Geen ontkomen aan. Versierde huizen. Versierde winkels. Kerstliederen en kerstsfeer overal. De TV zendt kerstspecials uit en op de radio deed 3FM vanuit Het Glazen Huis, dit jaar in Heerlen, een beroep op onze medemenselijkheid. Zo maken we wat van de donkerste dagen van het jaar. Kerstgevoel alom... Bij Kerst hoort het Kerstverhaal. De geschiedenis van Maria’s eerstgeborene. Geboren in een stal met als eerste rustplek een voederbak. Herders op de velden worden gewaarschuwd door een engelenkoor. Het wordt het eerste kraambezoek. Het is een verhaal dat niet stuk te krijgen is. We krijgen er geen genoeg van - en daarom speelden we het vanmorgen ook nog eens uit met de kinderen... Maar daarna horen we een heel ander verhaal. Dat is óók Kerst, maar het lijkt bepaald niet op dat van Maria en Jozef. Geen stal of voederbak, herders en engelen. En ook de wijzen uit het Oosten of koning Herodes komen er niet in voor. Die horen bij Mattheus. Nee, het enige dat herinnert aan de sfeer van Kerst, dat is het Licht waar Johannes het over heeft. Het klinkt anders. Een beetje teleurstellend misschien? Johannes vertelt zíjn Kerstverhaal. Het is een heel ander verhaal. Of eigenlijk: het is niet eens zozeer een verhaal. Het is een lied. Een gedicht. Poëzie. Weinig woorden, ingedikte taal, om een beeld op te roepen. Om een gevoel, een stemming, over te brengen. Om geloof te wekken. Dat is waar Johannes op uit is. En zo begint hij. “In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God.” En het eindigt met “Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader.” Compacte taal en forse woorden misschien. Maar haak niet meteen af. Probeer nog even erbij te blijven. Zo moeilijk is het niet!
Iemand zei over Johannes eens dat hij het eenvoudigste van alle evangelisten over Kerst schrijft. Hij redeneert niet. Hij spint geen lange zinnen. Hij zingt gewoon over wat er is gebeurd en over wat dat betekent. Heel eenvoudig. In de kern onontkoombaar eenvoudig:“Het Woord werd mens.” Vier woorden. Houd die maar vast. En als dan de termen als “woord” en “licht” en “duister” en “kinderen van God” vallen... Als je die in je opneemt, dan komt als vanzelf dat prachtige verhaal in je op waarmee de bijbel begint: “In het begin schiep God de hemel en de aarde.” “God zei: ‘Er moet licht komen,’ en er wàs licht.” Johannes hakt daarop in, op dat allereerste begin. Voor hem heeft Christus’ komst in deze wereld daar mee te maken. Nee, sterker nog: voor hem is Christus’ komst een nieuwe schepping. Een nieuw hoofdstuk in de schepping. Een nieuwe dag. Een nieuw idee. Het is God die zich op aarde als mens onder de mensen meldt. Een mens als u en ik. Eén van ons. Dat bezingt Johannes: Gods aandacht voor ons gewone alledaagse bestaan. Met alle zwakte en ziekte, nood en dood, falen en feilen. Dat gaat allemaal aan God niet voorbij. In Jezus van Nazareth, in de Messias, heeft God zich onder de mensheid gemengd. Zo tekent Johannes Kerst uit: God is geen vreemde gebleven. “Het Woord werd mens.” Hij werd een mens van vlees en bloed. Iemand die we kunnen zien en volgen, want hij gaat langs dezelfde paden als wij. Aan hem kunnen we zien wat leven is en wat God met ons voorheeft. “Het Woord werd mens.” Johannes zingt zijn lied over Gods nieuwe schepping. Hij laat horen dat taal kan toveren. Dat Woord, dat eerst bij God was en God zelf was, dat leven is en licht voor mensen, dat woord is mens geworden. Het gaat net zoals bij de Schepping. God zegt ‘Licht’ en het is er. Als God spreekt, dan gebeurt er wat. Dan gebeurt er iets nieuws. Nieuw leven. Licht in het donker - en het donker kan daar niet tegenop. Dat is óók Kerst. Kerst als een gebeuren. Niet als geboorte-feest, maar als gebeuren. Nieuw leven en licht dat er voor iedereen is. En wie daarnaar ziet, daarin z’n geloofsvertrouwen stelt, die telt mee als kind van God, zegt Johannes. Dat gaat dus over ons. Dat kan over ons gaan wanneer we ons op het spoor van Gods licht laten zetten. Dan hoeven we niet meer te dwalen en verdwalen - omdat God onze weg verlicht. Wie weet worden wij op die manier wel opnieuw geboren met Kerst. Laten we ons best maar doen en dat Woord opnemen en bewaren. In ons laten rondzingen. Dat kon wel eens verrassende nieuwe inzichten opleveren. Nieuwe ideeën, een nieuwe aanpak, dat is hard nodig in onze wereld, in onze tijd, in onze samenleving. Wie weet wat het oplevert. Wat het Woord oplevert? Nieuwe gedachten, ja. En zeker ook nieuwe vragen! Wat houdt dat in, dat het licht schijnt in de duisternis en de duisternis het niet in haar macht heeft gekregen? Wat betekent dat, dat we kinderen van God, kinderen van het licht genoemd mogen worden? Met de kinderen keken we in de afgelopen weken steeds naar een tijdwijzer. “Hoe laat is het?” was de vraag. En vandaag zeggen we “‘t Is tijd voor het Licht”. Maar als we dan Kerst weer achter ons laten, wat verandert er dan aan onze tijden? Wat heeft het dan nog te betekenen, dat het Woord mens werd en het licht schijnt in de duisternis? Door Kerst verandert het nieuws dat op ons afkomt niet. Ja, we krijgen volgend jaar meer koopkracht. Mooi meegenomen. Maar nee, de oorlog in het Midden-Oosten en de vluchtelingencrisis en de terreurdreiging zijn nog lang niet voorbij. En ook al voel ik me kind van het licht, dan nog kan ik in m’n eigen leven met tegenslag of ziekte te maken krijgen. “Het Woord werd mens” houdt Johannes eenvoudigweg vol. Juist in je misère van je bestaan sta je niet alleen. Je bent kind van het licht. Hou je dat nou maar gedurig voor ogen en let maar eens op als je je ogen de kost geeft hoe vaak je getuigen van Gods licht om je heen zult kunnen zien. De grote getuigen van Gods liefde. Je persoonlijke bakens. Maar het kan ook
onverwacht gaan, in alle argeloosheid en onopzettelijk. Iets als de spreekwoordelijke hand op de schouder en het enkele woord op dat moment waarop je het moeilijk had bijvoorbeeld. Dat voor elkaar te zijn, dat hoort bij kind van het licht, kind van God zijn. Een manier van in het leven staan waarin je dat bewust bent en gewoon doet wanneer het op je weg komt. Een ander voorbeeld? “Beter dan het donker te vervloeken, is het een kaars te ontsteken.” Ik ben geen 3FM luisteraar meer, maar in de dagen voor Kerst let ik toch altijd wat op het Glazen Huis. DJ’s van 3FM vastten een week en voeren non-stop actie voor het Rode Kruis: een “Serious Request.” Steun voor jongeren in oorlogsgebieden was het doel. “Keep Them Going” het motto: “Hou ze op gang.” Ik vind het is altijd weer indrukwekkend te zien wat voor energie er loskomt. De problemen zijn niet meteen voorbij. Vorig jaar was er een actie en volgend jaar zal er wéér een Glazen Huis zijn, maar er gebeurt wat. “Beter dan het donker te vervloeken, is het een kaars te ontsteken.” En let eens op de aankondigingen van collecte die we elke week in de kerk zo op de beeldschermen zien. Deze weken voor Kinderen in de Knel in de Indiase textielindustrie. Elke week die collecte als een licht in de duisternis. Of wat deze winter ook meer en meer speelt: de actie van onze eigen jongeren die komende zomer naar Moldavië gaan. Niet voor het eerst: Leersum4Moldavië draagt kleine, maar belangrijke steentjes bij aan de bouw van een samenleving met een menselijk gezicht. “Beter dan het donker te vervloeken is het een kaars te ontsteken.” Signaaltjes van mensen die weten wat het inhoudt om kind van God te zijn. Van mensen die weten dat het ergens aan terug te zien moet zijn, dat God mens werd. Dat het Woord mens werd en er een nieuwe bladzijde werd omgeslagen in de wereldgeschiedenis... “Het Woord werd mens” -. God is uit op een relatie met ons en Jezus is zijn liefdebode. Wie hem aannemen als hun voorbeeld, in hem hun gids erkennen, leidt hij naar God. Zo werden kinderen van God. Dat is de Kerstboodschap in de kern. Eenvoudiger kan het niet. En wat dat dan betekent tussen de kerstboodschappen, kerstwensen en kerstvisites in? Zevenhonderd jaar geleden - dat was in de tijd dat het eerste stukje van Michaëlkerk nog maar net gebouwd was - schreef een Duitse monnik, Meester Eckhart: ’Het zou weinig voor mij betekenen, dat het woord vlees geworden is in Christus, wanneer Hij dat niet ook in mij persoonlijk werd, zodat ik kind van God zou zijn...’ Hij sloeg de spijker op de kop. Gods Woord werd mens. God is bij ons komen wonen - mens geworden. En tegelijk vraagt dat Woord om ons antwoord. God is liefde. En wat Hij bedoelt en van ons hoopt terug te krijgen dat is niets anders, niets minder dan liefde. Niet als een pose, een ‘trucje’ aan de buitenkant, maar als overtuiging van binnenuit. Zoals Jezus van binnenuit door Gods barmhartigheid werd bewogen, zo zou dat bij òns moeten gaan. Dat is wat het Woord dat mens werd ons het hele evangelie lang voorhoudt. We vieren Kerst. Geen ontkomen aan. We vieren dat Jezus God zelf heeft laten zien. Dat hij laat zien wie God is. Voelbaar, zichtbaar en navolgbaar. Aan ons is het dan om dat te willen zien. Hem te ontvangen, te omarmen en door hem te laten verlichten. Dat is wat Kerst zegt: dat door Christus God in jou mens kan worden en dat jij zó mens van God kun zijn. Vandaag en voor altijd. we zingen: “Wonderwereld vol geheimen” Iona 7: 1 en 4
GEBEDEN EN GAVEN intentie dank- en voorbeden, stil gebed, ‘onze Vader’ collecte met de kinderen en de kleinsten we zingen: "Luidt, klokjes, klingeling"
WEER OP WEG slotlied we zingen: "Midden in de winternacht" Lied 486: 1 en 4 zending en zegen allen:
"Ere zij God..." Ev. Liedb. 101