Programma van Eisen voor Verbetering Woningvoorraad Gemeente Schiedam
jaar uitgave afdeling
: 2002 : 1 : Bouw- en woningtoezicht
Programma van Eisen Woningverbetering Schiedam 2002 uitgave 1
1
INHOUDSOPGAVE:
BLZ.
INLEIDING .....................................................................................................................................4 FUNDERING………………………………………………………………………………………5 Constructie Vochtbehandeling Kruipruimte TERREIN.........................................................................................................................................5 Bergingen/erfafscheidingen VLOEREN ...................................................................................................................................... 5 Vloerconstructies vloerbeschot vloerluiken DAKEN............................................................................................................................................ 7 Kapconstructies Pannendaken Leien daken Platte daken Randafwerking Dakgoten Dakdoorbrekingen en Dakkapellen PORTIEKEN .................................................................................................................................. 8 Trapconstructie Leuningen Portiekplafond Portiekverlichting GEVELS........................................................................................................................................ 10 Metselwerk Betonwerk Voegwerk Pleisterwerk Puien/houten gevelwanden Bijkomende voorzieningen Kozijnen, ramen en deuren BALKONS, TERRASSEN............................................................................................................12 Constructie Plaat/Bak Afwerkingen Hekwerk/borstwering
Programma van Eisen Woningverbetering Schiedam 2002 uitgave 1
2
SCHILDERWERK BUITEN .......................................................................................................14 Schilderwerk aan te handhaven onderdelen Schilderwerk aan nieuw aan te brengen onderdelen GLASWERK BUITEN .................................................................................................................14 Bestaand Nieuw VENTILATIE/ROOKGASAFVOER..........................................................................................15 Be- en ontluchting Rookgasafvoeren Schoorstenen en ventilatiekanalen buitendaks INSTALLATIES............................................................................................................................16 Algemeen Gas Waterleidingen Elektra RIOLERING EN HEMELWATERAFVOEREN ......................................................................17 Hulpstukken Leidingen ISOLATIE......................................................................................................................................18 PLAFONDS....................................................................................................................................18 Plafondconstructie STUCWERK..................................................................................................................................18 Pleisterwerk KEUKENS......................................................................................................................................18 Keukenblokken/aanrechtbladen DOUCHES/TOILET .....................................................................................................................19 BINNENDEUREN.........................................................................................................................20 ELEKTRA......................................................................................................................................20 REGELING ENERGIE PRESTATIE ADVIES 2002................................................................21 POLITIEKEURMERK VEILIG WONEN.................................................................................21
Programma van Eisen Woningverbetering Schiedam 2002 uitgave 1
3
Inleiding Dit programma van eisen (P.v.E.) geeft de technische voorwaarden aan voor het aanschrijven en de subsidiëring van onderhoud en verbeterplannen voor woningen en monumenten van eigenaar-bewoners en verhuurders. Uitgangspunt bij het verbeteren is dat de aan te pakken woningen (panden) een handhavingstermijn van tenminste 15 jaar hebben en dat er onderhoudsreserveringen plaatsvinden vanaf de ingreep gedurende de hele investeringstermijn. Het programma van eisen heeft als doel de samenhang tussen de te treffen voorzieningen, alsmede de sobere en doelmatige uitvoering daarvan te waarborgen. De kwaliteits- en uitvoeringseisen woningverbetering maken een onlosmakelijk deel uit van dit P.v.E., per element/onderdeel is een minimaal uitvoeringsniveau aangegeven. Van de geboden oplossingen is gebleken dat zij een goede verhouding tussen kosten en kwaliteit bieden. Gebruik van andere kwalitatief gelijkwaardige materialen of toepassingen zijn mogelijk. Het geheel, P.v.E. en de kwaliteits- en uitvoeringseisen, maken onderdeel uit van de gestelde voorwaarden in de subsidie verordening. Voor monumenten zijn geen uitvoeringseisen geformuleerd omdat dit op zichzelf staande specifieke bouwkundige onderdelen betreffen, die een op maat gesneden uitvoering vereisen. Bij de keuze tussen vervangen of herstellen van bouwdelen zal steeds de kosten/kwaliteit verhouding in ogenschouw genomen dienen te worden, in combinatie met de investeringstermijn. Wanneer het herstellen van een bouwdeel onevenredig veel duurder is dan vernieuwen (of wanneer herstellen technisch onmogelijk is), wordt het vernieuwen verplicht gesteld; e.e.a. dient te worden aangetoond. Algemene uitgangspunten Indien in een woning situaties worden aangetroffen, die gevaar of hinder kunnen opleveren voor de bewoner, moeten er, voor zover in dit programma van eisen geen eisen zijn gesteld, doelmatige voorzieningen worden getroffen conform de daartoe gestelde eisen in het Bouwbesluit. -
De bouwtechnisch noodzakelijke voorzieningen dienen het gehele pand te omvatten, ook indien daarbij andere woningen zijn betrokken.
-
Kamerverhuurbedrijven dienen te voldoen aan de voorwaarden gesteld door de Gemeente Schiedam.
-
De kosten bij aanschrijving hoeven niet volledig in verhouding te staan met de opbrengsten. De doelstelling van collectief herstel van de woningvoorraad op buurt en wijknivo weegt zwaarder dan het individuele belang.
Programma van Eisen Woningverbetering Schiedam 2002 uitgave 1
4
01.00.
FUNDERING
01.05. CONSTRUCTIE 01.05.05. De handhavingstermijn van de fundering dient minimaal 15 jaar te zijn. 01.05.06. Bij scheefstand van meer dan 2% van vloeren of muren en/of scheurvorming in muren is het noodzakelijk funderingsherstel conform de rapportage van een terzake deskundig adviesbureau uit te voeren. 01.10. VOCHTBEHANDELING 01.10.05. Bij constatering van optrekkend vocht, een : - waterdichte laag aanbrengen tussen de -
fundering en het opgaand metselwerk(onder de balklaag). Slecht stucwerk t.g.v. optrekkend vocht, verwijderen en nieuw stucwerk aanbrengen.
01.15. KRUIPRUIMTE 01.15.05. Rottend en stinkend afval uit de kruipruimte verwijderen. Ander afval, zoals puin, verwijderen of verspreiden, zodat het leidingwerk bereikbaar en gewaarborgd blijft. Bij natte kruipruimten maatregelen treffen om damptransport naar de bovengelegen woning te voorkomen. 02.00.
TERREIN
02.10. BERGINGEN/ERFAFSCHEIDINGEN 02.10.05. Defecte of beschadigde gemetselde erfafscheidingen, grenzend aan de openbare ruimte, herstellen als bestaand. 03.00.
VLOEREN
03.05. VLOERCONSTRUCTIES 03.05.05. Hellende vloeren, met een scheefstand groter dan 1 cm per meter, uitvlakken. 03.05.10. Doorgeroeste onderslagen te vervangen, zonodig incl. opleggingen c.q. verankeringen. 03.05.25. Houten vloerbalken en balkkoppen van begane grond- en verdiepingsvloeren en, indien daartoe aanleiding is i.v.m. doorzakken van de vloer of lekkage, herstellen of nieuw aanbrengen. VLOERBESCHOT 03.10. 03.10.10. Verrot of versplinterd beschot vervangen.
VLOERLUIKEN 03.15. 03.15.10. Indien i.v.m. de bereikbaarheid van leidingen noodzakelijk, per vloerveld (beg. grond) een vloerluik van 400 x 600 mm aanbrengen.
Programma van Eisen Woningverbetering Schiedam 2002 uitgave 1
5
04.00.
DAKEN
04.05. KAPCONSTRUCTIES 04.05.05. Gebreken aan spanten, muurplaten, gordingen e.d. opheffen door herstel of gedeeltelijke vervanging van onderdelen. Defecte ankers vervangen. 04.05.10. Onbeschoten kappen beschieten, bij vervanging van de bedekking en/of kapconstructie. 04.10. PANNENDAKEN 04.10.05. Verrot c.q. aangetast dakbeschot, panlatten, tengels, windveren, dekspanen, boeidelen en dergelijke vervangen. 04.10.10. Scheefliggende pannen herleggen. Defecte pannen, vorsten en dergelijke vervangen. 04.10.15. Geschilferde dakpannen vervangen. Niet meer te herstellen oude pannendaken geheel vervangen. 04.11. LEIEN DAKEN 04.11.05. Defecte leien vervangen. Scheefliggende leien opnieuw bevestigen. 04.15. PLATTE DAKEN 04.15.05. Gebreken aan bitumineuze dakbedekking opheffen, lekkages verhelpen, ballastlagen waar nodig aanvullen. 04.15.10. Dakbedekkingen ouder dan 15 jaar of optisch slecht, geheel vervangen. 04.15.15. Zinken roofenkap: gebreken opheffen door gedeeltelijk vervangen. 04.20. RANDAFWERKING 04.20.05. Gebreken opheffen aan dakopstanden, zinken deklijsten, loodslabben, daktrimmen e.d. door aanvulling of vervanging in hetzelfde materiaal. 04.20.10. Verrotte c.q. aangetaste boeiboorden, eventueel in samenhang met de herziening van de dakrand, vervangen. 04.20.15. Verrotte c.q. aangetaste houten onderdelen van dakoverstekken herstellen of vervangen. 04.30. DAKGOTEN 04.30.05. Vervuilde dakgoten schoonmaken. 04.30.10. Defecte of verrotte houten onderdelen herstellen of vernieuwen. Indien nodig een extra afvoer aanbrengen, dan wel het afschot verbeteren. 04.30.15. Gebreken aan zinkwerk, loodwerk en dergelijke herstellen. Waar nodig ontbrekend lood en zinkwerk aanvullen.
Programma van Eisen Woningverbetering Schiedam 2002 uitgave 1
6
04.40. DAKDOORBREKINGEN 04.40.05. Gebreken aan zinkwerk, loodwerk en dergelijke herstellen. Waar nodig ontbrekend lood en zinkwerk aanvullen. 04.40.10. Niet meer te herstellen dakramen en lichtkoepels, waar mogelijk, verwijderen en dichtzetten overeenkomstig de bestaande constructie. 04.50. DAKKAPELLEN 04.50.05. Dakkapellen wind en waterdicht maken en verrotte onderdelen vervangen. Defect lood- en zinkwerk herstellen door partiële vervanging
05.00.
PORTIEKEN
05.05. TRAPCONSTRUCTIE 05.05.05. Defecte en versleten treden en/of stootborden vervangen. 05.05.10. Defecte bordessen herstellen, zonodig vervangen. 05.05.15. Geroeste staalconstructies ontroesten en behandelen. 05.05.20. Defecte staalconstructies vervangen. 05.10. LEUNINGEN 05.10.05 Losse leuningen vastzetten. Defecte en/of verrotte leuningen vervangen. Ontbrekende leuningen aanbrengen. 05.20. PORTIEKPLAFOND 05.20.05. Los en ondeugdelijk pleisterwerk aan de plafonds herstellen, zonodig vervangen. 05.30. PORTIEKVERLICHTING 05.30.05. Defecte portiekverlichting herstellen. 05.30.10. Ondeugdelijke portiekverlichtingsinstallatie vervangen. 06.00.
GEVELS
06.05. METSELWERK 06.05.05. Bij scheuren in metselwerk, de oorzaak wegnemen en de gevel herstellen in oorspronkelijke staat. 06.05.10. Metselwerk ontdoen van mos- alggroei en andere vervuiling. 06.05.15. Vocht doorslaand gevelmetselwerk impregneren. 06.10. BETONWERK 06.10.05. Aangetast betonwerk repareren in overeenstemming met de bestaande situatie. 06.20. VOEGWERK 06.20.05. Uitgesleten en verzand voegwerk vernieuwen. Ontbrekend voegwerk aanbrengen overeenkomstig het bestaande voegwerk.
Programma van Eisen Woningverbetering Schiedam 2002 uitgave 1
7
06.30. PLEISTERWERK 06.30.05. Beschadigd en/of loszittend pleisterwerk vervangen overeenkomstig het bestaande werk. 06.40. PUIEN/HOUTEN GEVELWANDEN 06.40.05. Aangetaste en/of versleten draaiende delen vernieuwen, overeenkomstig bestaand. Overige aangetaste delen herstellen overeenkomstig bestaand. 06.40.10. Gebreken aan stalen puien herstellen. 06.50. BIJKOMENDE VOORZIENINGEN 06.50.05. In het metselwerk opgenomen stalen constructiedelen zoals bijvoorbeeld lateien, zo nodig ontroesten en behandelen, of indien noodzakelijk vervangen. 06.50.10. Gescheurde betonlateien, balkonplaten en dergelijke repareren en zonodig injecteren. 06.50.15. Losse hardstenen dorpels vastzetten. Gescheurde dorpels dichtwassen met epoxymortel. 06.50.20. Losse stenen in rollagen en gemetselde onderdorpels vastzetten en voegen overeenkomstig het bestaande werk. Beschadigde en gescheurde stenen vervangen. 06.60. KOZIJNEN, RAMEN EN DEUREN 06.60.05. Kozijnhout waar nodig herstellen, indien niet mogelijk vervangen. Beweegbare delen, welke geheel of gedeeltelijk zijn verrot dan wel verweerd, geheel vervangen inclusief het hang- en sluitwerk. 06.60.10. Stalen kozijnen, waar mogelijk herstellen. Wanneer ernstig beschadigd of bij ernstige roestvorming of bij onvervangbaar defect hang- en sluitwerk, vervangen. 06.60.15. Slecht sluitende, klemmende of slecht gangbare ramen en deuren goed gang- en sluitbaar maken. Zo nodig hang- en sluitwerk vernieuwen. 06.60.20. Defecte waterslagen herstellen overeenkomstig bestaand.
07.00.
BALKONS, TERRASSEN
07.05.
CONSTRUCTIE Indien de stalen draagconstructie sterke roestvorming vertoont, dient deze te worden ontroest en behandeld met een corrosiewerend middel. Bij onvoldoende lijf en flensdikte dient het profielstaal te worden vervangen.
07.10. PLAAT/BAK 07.10.05. Aangetaste betonplaten herstellen. Scheuren injecteren. 07.10.10. Ondeugdelijke balkonplaten, welke gevaar kunnen opleveren voor de bewoners, geheel vervangen inclusief de draagconstructie. 07.10.15. Door houtrot aangetaste vloerbalken c.q. beschot herstellen dan wel vervangen. Zonodig afschot herstellen.
Programma van Eisen Woningverbetering Schiedam 2002 uitgave 1
8
07.20. AFWERKINGEN 07.20.05. Gebreken aan lood- en zinkwerk herstellen, c.q. partieel vervangen. 07.20.10. Verrotte, c.q. aangetaste boeiboorden herstellen, zonodig vervangen. 07.30. 07.30.05
HEKWERK/BORSTWERING Algemeen Onveilige balustrades herstellen cq vervangen. De stabiliteit van hekwerken en borstweringen dient voldoende gewaarborgd te zijn. Bevestiging en/of verankeringen aan vloer en gevels dienen zowel in aantal als in kwaliteit voldoende te zijn.
07.30.10. Staal
Aangetast hekwerk, ontroesten en overschilderen, doorgeroeste delen vervangen.
07.30.15. Gemetselde borstweringen Losse en gescheurde delen verwijderen, metselwerk herstellen als bestaand. De stabiliteit van het metselwerk dient voldoende gewaarborgd te zijn. 07.30.20. Hout
Verrotte delen vervangen, indien niet mogelijk hekwerk geheel vervangen. De detaillering van aansluitingen tussen hekwerk en omliggende delen dient zodanig te zijn dat de kwaliteit voldoende gewaarborgd wordt.
08.00.
SCHILDERWERK BUITEN
08.05. SCHILDERWERK AAN TE HANDHAVEN ONDERDELEN 08.05.05. In het schilderwerk mogen geen blazen of bladders voorkomen en er mag geen verpoedering zijn opgetreden. Ondeugdelijk schilderwerk geheel vervangen. 08.05.10. Het schilderwerk aan bestaande onderdelen uitvoeren conform het "Basis-Verfbestek Onderhoud" (1995). 08.10. SCHILDERWERK AAN NIEUW AAN TE BRENGEN ONDERDELEN 08.10.05. Al het nieuwe schilderwerk in de fabriek c.q. op het werk conform het "Basis Verfbestek Nieuwbouw" (1995).
09.00.
GLASWERK BUITEN
09.05.
BESTAAND Defect glas in kozijnen en deuren verwijderen.
09.10.
NIEUW Glaswerk in nieuwe ramen en deuren aanbrengen, waar mogelijk dubbel glas toepassen.
09.15.
Op het zetten van glas zijn van toepassing het "Basis Verfbestek Nieuwbouw" (1995) en het "Basis Verfbestek Onderhoud" (1995).
Programma van Eisen Woningverbetering Schiedam 2002 uitgave 1
9
10.00.
VENTILATIE/ROOKGASAFVOER
10.05. BE- EN ONTLUCHTING 10.05.05. Indien niet of onvoldoende be- of ontluchting aanwezig is t.b.v. keuken, badkamer en toilet deze aanbrengen. 10.05.10. Ondeugdelijke ontluchtingskappen vernieuwen, zonodig het loodwerk herstellen. 10.10. ROOKGASAFVOEREN 10.10.05. Nog in gebruik zijnde rookgasafvoerkanalen indien noodzakelijk kogelen. 10.20. SCHOORSTENEN EN VENTILATIEKANALEN BUITENDAKS 10.20.05. Buitendakse gedeelten van schoorsteen- en ventilatiekanalen die in slechte staat verkeren, herstellen. Indien noodzakelijk schoorsteen geheel vervangen. 10.20.10. Gebreken aan metsel- en voegwerk herstellen. 10.20.15. Het lood- en zinkwerk van de legeringen herstellen, zonodig vervangen. 10.20.20. Gebroken schoorsteenpotten vervangen. 10.20.25. Gescheurde c.q. geschilferde schoorsteenplaten vervangen.
11.00.
INSTALLATIES
11.05. ALGEMEEN 11.05.05. In het algemeen dienen maatregelen getroffen te worden om de veiligheid van alle voorkomende installaties te waarborgen. 11.05.10. Aanpassen van bestaande installaties dient tevens te geschieden wanneer e.e.a. voortvloeit uit andere in dit programma van eisen benoemde werkzaamheden. 11.10. GAS 11.10.05. De gasinstallatie dient te voldoen aan de eisen van het Energiebedrijf. 11.15. WATERLEIDINGEN 11.15.05. Waterleidingen moeten deugdelijk zijn van kwaliteit en voldoen aan de eisen van de 11.15.10
VEWIN. Lodenwaterleidingen vervangen voor leidingen van koper.
11.20. ELEKTRA 11.20.05. De elektra installatie dient te voldoen aan de eisen van het VEEN.
12.00.
RIOLERING EN HEMELWATERAFVOEREN
12.05. HULPSTUKKEN 12.05.05. Kiezelbakken, vergaarbakken, uitlopen en balkondoorvoeren in geval van mechanische beschadiging vervangen. Lekkages opheffen.
Programma van Eisen Woningverbetering Schiedam 2002 uitgave 1
10
12.10. LEIDINGEN 12.10.05. Ondeugdelijke afvoeren geheel of gedeeltelijk vervangen. 12.10.10. Rioleringsleidingen en/of aansluitstukken welke lek zijn dienen te worden vervangen. Bij vervanging van moeilijk bereikbare leidingen deze leidingen indien mogelijk afstoppen en een nieuw leidingbeloop aanbrengen, kolken en putten verwijderen en rechtstreeks aansluiten op het riool.
Programma van Eisen Woningverbetering Schiedam 2002 uitgave 1
11
AANVULLENDE EISEN BIJ GESUBSIDIEERDE WONINGEN EN PANDEN 15.00. 15.05.
ISOLATIE Zie Regeling Energie Prestatie Advies 2002. (Par. 39.00)
15.10.
Begane-grond vloeren waar mogelijk isoleren.
16.00.
PLAFONDS
16.05. PLAFONDCONSTRUCTIE 16.05.05. Ondeugdelijke plafondconstructies of plafondconstructies welke gevaar opleveren vervangen cq herstellen.
17.00.
STUCWERK
17.10. PLEISTERWERK 17.10.05. Los of gescheurd pleisterwerk herstellen in overeenstemming met de bestaande situatie. Ontbrekend pleisterwerk aanbrengen overeenkomstig het bestaande.
18.00.
KEUKENS
18.05. KEUKENBLOKKEN/AANRECHTBLADEN 18.05.05. Ondeugdelijke keukenblokken dienen te worden vervangen. N.B. Aanpassen van gas-, water-, elektra- en afvoerleidingen in samenhang met het vernieuwen van de keuken. 18.05.10
De wand tpv de kookhoek dient betegeld te zijn. Indien niet aanwezig, de kookhoek betegelen in samenhang met het vernieuwen van het spatstuk boven het aanrecht.
18.05.15
Ventilatie voorzieningen aanpassen conform het Bouwbesluit en gasvoorschriften.
19.00.
DOUCHES/TOILET
19.10.05. Indien geen douche aanwezig, douche dan wel wc/douche- combinatie aanbrengen, tenzij huurder geen toestemming geeft. 19.20.10. Bij bestaande douches en toiletruimten de waterkerende afwerkingen en het leidingwerk controleren op deugdelijkheid en waar nodig vervangen. 19.20.15. Ventilatie voorzieningen aanpassen conform het Bouwbesluit. 19.20.20. Benodigd sanitair, kranen e.d. indien defect vervangen.
Programma van Eisen Woningverbetering Schiedam 2002 uitgave 1
12
20.00.
BINNENDEUREN
20.05.
Klemmende binnendeuren opnieuw passchaven en afhangen. Indien nodig hang- en sluitwerk vernieuwen.
20.10.
Onherstelbaar beschadigde binnendeuren vervangen inclusief hang- en sluitwerk.
20.15.
Hang- en sluitwerk van te handhaven ramen en deuren waar nodig vervangen c.q. gangbaar maken.
21.00. 21.05.
39.00. 39.05.
49.0. 49.05 -
ELEKTRA Elektra-installatie aanpassen conform NEN 1010.
REGELING ENERGIE PRESTATIE ADVIES 2002 Woningen aanpassen conform “De Regeling van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 13 februari 2002, nr. Mjz2002016027. Als bijlage opgenomen.
POLITIEKEURMERK VEILIG WONEN. Woningen aanpassen aan de richtlijnen Politiekeurmerk Veilig Wonen. De richtlijnen staan omschreven in de volgende brochures: ABC Veilig Wonen Wijzer met Goede Beveiliging.
Programma van Eisen Woningverbetering Schiedam 2002 uitgave 1
13
Toelichting bij het PvE met verwijzingen naar regelgeving Onderdeel 01.00 Fundering
Gebrek
BB
WW
01.05.06
scheurvorming en/ of verzakking
73.1
14
01.10.05
vochthinder uit de kruipruimte
89
01.10
optrekken vocht uit kruipruimte
89.1
01.15.05
overlast ten gevolge van vervuiling in de
BV
Opmerkingen
Nader onderzoek instellen Aanbrengen waterdichte voorziening b.v. bodemafsluitend materiaal opgezet tot tegen de bouwmuur
14
Eis van waterdichtheid uitwendige scheidingsconstructie, b.v. muren injecteren
14 Aanschrijven motiveren UAH
kruipruimte, b.v. rottend, stinkend afval of puin 02.00 Terreinen 02.10.05
erf- of tuinafscheidingen gevaarlijke situatie voor gebruikers en passanten
381
18
Van de openbaren weg af zichtbaar, zonodig aanschrijven (aanschrijving motiveren) bij niet zichtbaar vanaf de openbare weg: zeer terughoudend aanschrijven Beperken tot gevaarlijke situaties (aanschrijving motiveren) keuze laten tussen vervanging dan wel verwijderen.
gebreken aan hout- en/of metselwerk van losse buiten berging en aangebouwde buitenberging
289
17
Het vervaardigen van een aanschrijving is geen verplichting. Een evt. aanschrijving moet dan ook worden gemotiveerd. artikel 17.3 WW bij gevaar of ernstige eisen van welstand, dan kan aanschrijving evt. worden gebaseerd op artikel 19 WW (welstand)
lekkage in de berging ten gevolge van verrotte deuren en/of kozijnen, slechte dakbedekking etc.
48.2
17
De aanschrijving dient te worden gemotiveerd
gebreken aan metsel- en/of houtwerk van sten op balkons
281.1
18
ernstige scheurvorming/schade betonvloer (ook portiekvloeren)
73,1
14
03.05
houten vloerbalken aangetast door hout
73.1
14
03.05.10
ernstige roestvorming onderslagen
73.1
14
Ontroesten en roestwerend behandelen
03.05.05
doorzakken constructie houten vloer
73.1
14
Als de doorbuiging groter is dan 1/200 van de overspanning, is de veiligheid in het geding
aantasting door zwam
73.1
14
Onderzoek instellen naar aanwezigheid van zwam. Verwijderen en bestrijden van zwam dient overeenkomstig een door een deskundigen opgemaakt rapport te gebeuren.
14
Zie gevels.
03.00 Vloeren
muisroosters ventilatie kruipruimte 03.10.10
houten vloerbeschot versplinterd of aangetast door houtrot
73.1
14 UAH 14
Programma van Eisen Woningverbetering Schiedam 2002 uitgave 1
14
Onderdeel 04.00 Daken
Gebrek
BB
WW
04.05.05
geroeste ankers
73.1
14
Ontroesten en roestwerend maken
bij te grote vervorming, door zakking
73.1
14
Constructie versteviging
gebreken aan muurplaten, sporen gording, beschot, panplatten, tegels, enz.
73.1
14
Aangetaste, gescheurde onderdelen en/ of verbindingen vervangen, ontbrekende onderdelen aanbrengen
dakbeschot ontbreekt / verrot
89.1
14
Alleen in aanschrijving meenemen als dakpannen vervangen worden.
dakbeschot aangetast
73.1
14
Bij totale vernieuwing isolatie aanbrengen.
04.10.05
defecte, ontbrekende pannen, vorsten.
89.1
14
Bij totale vernieuwing isolatie aanbrengen.
Bedekkingen 04.11.05
defecte, ontbrekende leiden
89.1
14
Bij totale vernieuwing isolatie aanbrengen.
lekkages, beschadigingen bitumineuze dakbedekking
89.1
14
naden zinken deklijsten staan open, zink door ouderdom verteerd, provisorisch met bitumen afgeplakt.
89.1
14
lood gescheurd, verteerd, defect
89.1
14
houtrol in dakranden, boeiboorden dakoversteken
89.1
14
overlast ten gevolgen van vervuiling en/of organische producten
UAH
14
Aanschrijven uit andere hoofde op de grond van Artikel 7.3.2.BV. Aanschrijving motiveren.
opslaan van voorwerpen
UAH
14
Aanschrijven uit andere hoofde op de grond van Artikel 7.3.2.BV. Aanschrijving motiveren.
dakgoot ontbreekt
29
14
Om de ongezonde situatie op te heffen of de lekkage te verhelpen, dakgoot aanbrengen motivatie: ongezonde situatie
04.30.10
afschot is onvoldoende of er is tegenschot
29
14
Indien het afschot kleiner is dan 5 mm/m in verband met de ongezonde situatie en / of lekkage, voldoende afschot aanbrengen motivatie: ongezonde4 situatie.
04.30.10
capaciteit is onvoldoende
29
14
Vergroten van de afvoer of nieuwe afvoerplaatsen, motivatie: voorkomen ongewenste situatie en overlast.
04.30.10
defecte of verrotte houten onderdelen
73.1
14
Constructie is/ wordt aangetast
04.30.15
gebreken aan zink- en loodwerk
89.1/ 73.1
14 14
Constructie is/ wordt aangetast
04.10.05
04.15.05
Randafwerking 04.20 04.20.05
daken, overig
Opmerkingen
Dakgoot 04.30
Programma van Eisen Woningverbetering Schiedam 2002 uitgave 1
15
Onderdeel Dakkapellen 04.50
Gebrek
BB
WW
Opmerkingen
04.50.05
houtwerk: aangetast, verrot lood zinkwerk: vergaan, gescheurd. Naden open staan
73.1 89.1
14 14
daklichten
glasruit defect houtwerk: gescheurde, verrotte, verwijderde of ontbrekende onderdelen. lood/zinkwerk: vergaan, gescheurd naden staan open
89.1 73.1
14 14
89.1
14
aangetaste constructie
73.1
14
Constructieve veiligheid in het geding
sterk uitgesleten of beschadigde traptreden en/of stootborden,
UAH
14
Er kan evt. aangeschreven worden uit andere hoofde indien de toestand van de treden.
Trappen, alg. constructie
constructieve veiligheid niet in het geding, wel een veilige begaanbaarheid
Van dien aard is dat de constructieve veiligheid nog niet in het geding is maar de veiligheid van de trap niet langer gewaarborgt is. Aanschrijving motiveren.
05.00 Portieken ontbreken (oorspronkelijk wel aanwezige)
76.5
14
leuning
trappen in portieken 05.10
aangetaste constructie
05.10.05
onvoldoende besvestiging leuning of defecte leuning
Een trap dient aan elke zijde voorzien te zijn van een afscheiding van tenminste 1.6 m hoogte boven de klimlijn. Daarnaast dient minimaal een leuning aanwezig te zijn.
73.1
14
73
14
aangetaste constructie
73.1
14
05.05.05
sterk uitgesleten of beschadigde traptreden en of stootborden, constructieve veiligheid niet in het geding, wel een veilige begaanbaarheid.
UAH
trappen in de woning
ontbreken leuning onvoldoende bevestigd
76 73
14 14
aangetaste constructie
73.1
14
Indien een leuning aanwezig is dient deze veilig te gebruiken zijn.
Zie opmerkingen hierboven, bij trappen, algemeen constructief.
Aanschrijving motiveren
portiek plafond
Zie plafonds
portiekverlichting
Zie elektrische installatie
Programma van Eisen Woningverbetering Schiedam 2002 uitgave 1
16
Onderdeel 06.00 Gevels metselwerk gevel 06.05.05
Gebrek
BB
WW
scheurvorming in metserwerk ontbrekend metselwerk
73.1
14
Gevel herstellen in oorspronkelijke staat
scheurvorming in metselwerk, geen constructief gevaar, bijv. door thermische uitzetting
89.1
14
Lichte scheurvorming als gevolg van een roestende latei of enigszins verzand voegwerk zal geen strijdigheid met artikel 73 van het BB opleven Wel eis van waterdichtheid uitwendige scheidings- constructies
?
19
Eisen van welstand (motiveren)
06..05.10
mos- alggroei en andere vervuiling
06.05.15
lekkage, vochtdoorslag
Opmerkingen
Eis van waterdichtheid uitwendig scheidingsconstructie
Betonwerk 06.10.05
constructieve delen ernstig beschadigd, beschadigingen en/of scheurvorming in beton
73.1
14
Aangetast betonwerk repareren in overeenstemming met bestaande situatie.
06.05.05
roestende lateien, erker constructie constructief gevaar
73.1
14
Metselwerk voor de lateien verwijderen, lateien ontroesten en roestwerend behandelen, daarna metselwerk aanhelen.
06.20.05
gescheurd, verzand en/of ontbrekend voegwerk
89.1
14
Eis van waterdichtheid uitwendig scheidingsconstructie
06.20.05
gescheurd, verzand en/of ontbrekende voegwerk, ook lichte scheurvorming ten gevolge van roestende lateien
89.1
14
De bescherming is noodzakelijk om de sterkte van het bouwdeel te waarborgen en om de vochtwering in stand te houden.
buitenpleisterwerk gescheurd plaatselijk loszittend en/of ontbrekende pleisterwerk
89.1 73.1
14
ontbreken van muisroosters in ventilatie openingen
95
14
gebreken aan constructieve delen, versleten, aangetast, verwijderd, verrot
73.1
14
niet dragende delen houtrot aangetast
89.1
14
lekkage, vochtdoorslag
89.1
14
buitenschilderwerk biedt het hout onvoldoende bescherming, in slechte staat, houtrot aanwezig.
73.1
14
voegwerk 06.20
Pleisterwerk 06.30 gevels algemeen 06.30.05
houten gevels, puien 06.40 06.40.05
Zie schilderwerk
Programma van Eisen Woningverbetering Schiedam 2002 uitgave 1
17
Onderdeel Kozijnen, ramen en deuren 06.60
Gebrek
BB
WW
06.60.05
onderdelen aangetast door houtrot ernstige roestvorming, verrotte, gescheurde of ontbrekende onderdelen en/of verblindingen
73.1
14
niet goed gang- sluitbaar
89.1
14
slechte aansluitingen met de gevel, kieren enz.
89.1
14
slecht schilderwerk, onderliggende constructie onvoldoende beschermd (gevold houtrot)
89.1
14
slecht schilderwerk, onderliggende constructie onvoldoende beschermd (gevolg houtrot)
73.1
14
stalen kozijnen
73.1
kunststof kozijnen gescheurd
73.1
14
Kozijn evt. vervangen
92
14
De minimale ventilatiecapaciteit wordt per ruimte voorgeschreven (zie artikel 92 BB en NEN 1087). Er worden geen eisen aan de inrichting van de ventilatievoorziening gesteld.
(hardstenen) gescheurd, uitgesleten, geen onderdorpels, (of onvoldoende) geprofileerd in de gevel.
89.1
14
(hardstenen) gescheurd, neuten in de gevel
73.1
14
07.05
constructie onderdelen door houtrot aangetast of ernstige roestvorming zichtbaar, scheuren t.p.v. oplegging
73.1
14
07.10.15
houten vloer balken en/of vloerdelen door houtrot aangetast
73.1
14
07.10.05
betonnen balkonvloer afbrokkelend beton, wapeningsstal roest in het zicht
73.1
14
07.10.05
afwerklaag betonvloer beschadigd niet meerwaterdicht, waardoor ook de onderzijde van de vloer is aangetast.
73.1
14
06.60.15
06.60.10
ventilatie onvoldoende of ontbreekt geheel
20
Opmerkingen
Evt. te combineren met artikel 89.1 BB, eis van waterdichtheid uitwendige scheidingsconstructies. Bij gehele vernieuwing van een kozijn, hang- en sluitwerk voldoen aan NEN 5096 motivatie: inbraakwerendheid. Tevens bij vernieuwing isolatieglas aanbrengen Voorkomen van aantasting door houtrot ten gevolge van vochtindringing, daarnaast kan artikel 92 BB gebruikt worden, belemmering luchtverversing, of artikel 84 BB, belemmering vluchtmogelijkheden bij brand. Zo nodig hang- en sluitwerk vernieuwen.
Zie schilderwerk
Ernstig aangetast door roestvorming
07.00 Balkons en Galerijen Bij gevaarlijke situaties direct onderstempelen
Programma van Eisen Woningverbetering Schiedam 2002 uitgave 1
18
Onderdeel 07.20.05
Gebrek afwerklaag van lood en/of zinkwerk gescheurd, door ouderdom verteerd
BB 89.1
WW 14
Opmerkingen
07.20.10
houten boeidelen, verrotte, gescheurde of ontbrekende onderdelen en/of verbindingen van houten boeldelen.
73.1
14
De detaillering van aansluitingen tussen hekwerk en omliggende delen dient zodanig te zijn dat de kwaliteit voldoende gewaarborgd wordt.
bergkasten op balkons
gebreken aan bergkaste op het balkon
281.1
18
Zie terreinen (motiveren)
07.30.05
ontbreekt geheel
74.1
14
Veelal zal volstaan kunnen worden met terugplaatsen van een balustrade/hekwerk. Boven 13 meter hekwerk van minimaal 1.20 m.
07.30.05
ontbreekt gedeeltelijk en/of slechte staat
74.1
14
Terugbrengen in oorspronkelijke toestand.
07.30.05
onveilige, ondeugelijke bevestiging
73.1
14
07.30.10
roestend of ontbrekend constructief U-profiel (afdekprofiel)
73.1
14
U-profiel zorgt voor stabiliteit gemetselde borstwering
07.30.10
roestende stalen balustrade
73.1
14
Ontroesten en roestwerend behandelen
07.30.15
gemetselde balustrade: in sterke mate aangetast, voegwerk grotendeels verzand, scheuren enz.
73.1
14
De stabiliteit van het metselwerk dient voldoende gewaarborgd te worden.
deuren, ramen en kozijnen in c.q. uitwendige scheidingsconstructies: schilderwerken slechte tot zeer slechte staat ( en onderliggende houtwerk door houtrot aangetast). dit geld ook voor dakoverstekken, boeiboorden enz. Van toepassing op zowel houten als stalen onderdelen.
73.1
14
Eventueel te combineren met 89.1, eis van waterdichtheid uitwendige scheidingsconstructies. De situatie kan zich voordoen dat een onderdeel van een bouwwerk nu nog niet strijdig is met het Bouwbesluit voor bestaande bouw, maar binnen afzienbare tijd wel daarmee in strijd zal zijn. Te denken valt bijv. aan een houten kozijn waar geen verf meer opzit. Zou dat kozijn ongeverfd blijven, dan mag worden aangenomen dat de staat van dat kozijn binnen afzienbare tijd zodanig zal zijn (verrot) dat het niet voldoet aan eisen, zoals die met betrekking tot de sterkte van een constructieonderdeel, de wering van vocht van buiten en de lucht doorlatendheid. In zo'n situatie is er ook een noodzaak tot het treffen van voorzieningen
Afwerking 07.20
Borstwering balustrade 07.30
Buitenschilderwerk 08.00 08.05.05
Programma van Eisen Woningverbetering Schiedam 2002 uitgave 1
19
Onderdeel
Gebrek
BB
WW
Opmerkingen
09.05
stuk, gebarsten, ontbrekend
73.1
14
Wandafwerking (afwerking binnen)
niet brandveilig
84.2
14
Bij woongebouwen en woningen >500 m2 (i.v.m.brand-compartimenten). De overige woningen worden in het beginsel niet in brandcompartimenten opgedeeld (de woning zelf vormt een brandcompartiment). Het komt weinig voor dat op dit punt wordt aangeschreven. Bij ontoelaatbare situaties is aanschrijven wel degelijk mogelijk.
bij onveilig materiaalgebruik, beschadigingen van wanden (gaten, scheuren)
84.2
14
Bij "gekke" situaties overleg plegen.
90
14
De wand dient tot hoogte van 1meter waterdicht te zijn.
09.00 Glaswerk
onvoldoende vochtwerend vermogen, inwendige scheidingsconstructie: bad/douche ruimte toiletruimte
UAH
Allen bij uitzondering
10.20.10
gebreken aan voeg- en metselwerk
89.1 82
14 14
10.20.05
niet meer in gebruik zijnde: schoorstenen buitendeels verwijderen en dakbedekking aanhelen
82 89.1
14 14
ontbreken schoorsteen geheel en/of gedeeltelijk en er is wel een stookplaats aanwezig
94.1
14
onvoldoende capaciteit
94.3
14
lood- en/of zinkwerk oud, versleten gescheurd
89.1
14
lekkage in het kanaal
82.3
14
schoorsteenpotten defect en/of schoorsteenplaat gescheurd
94
14
rookafvoer van een brandbaar materiaal vervaardigen
82
14
10.00 Ventilatie kanalen Schoorstenen 10.20
10.20.15
10.20.20
Bovendakse deel van de schoorsteen deel in de woning
Materiaal vanuit de rookafvoer is samengesteld moet voldoen aan de in de voorschriften gestelde eisen ten aanzien van brandwerendheid.
Programma van Eisen Woningverbetering Schiedam 2002 uitgave 1
20
Onderdeel 11.00 Installaties
Gebrek
BB
WW
Opmerkingen
11.10.05
afkeuring van een gecertificeerd
80
14
geen voorzieningen aanwezig
104
14
onvoldoende capaciteit afvoer verwarmingstoestel
93.3
14
afvoer verwarmingstoestel ontbreekt
94.3
14
gebreken aan voeg- en metselwerk afvoer verwarmingstoestel
89.1
14
lekkage in afvoerkanaal verwarmingstoestel
82.2
14
Drinkwater installatie 11.15
96.1
14
De drinkwater voorziening dient te voldoen aan de modelaansluitingvoorwaarden van de VEWIN en de NEN 1006 (regeling kwaliteit drinkwater). Het niet treffen van de voorziening zou ook kunnen leiden tot het zakken onder niveau van BB op andere (bouw) onderdelen. Loden waterleidingen vervangen.
lekkage 11.15.05
96.1
14
Herstellen en/of vernieuwen.
36
14
Voorkomen van een ongezonde situatie
Installatie dient te voldoen aan de model- aansluitvoorwaarden van de VEGIN en de NEN 1078
Gasinstallatie 11.10 Verwarming
11.15.10
loden leidingen
Elektrische installaties 11.20 11.20.05
afkeuring van een gecertificeerd bedrijf
78.1
14
De elektrische installatie dient te voldoen aan de model aansluitvoorwaarden van de VEEN.
Aarding elektrische installaties
de installatie is niet meer geaard
96.1
14
Wanneer de aarding op de bestaande loden waterleiding vervalt als gevolg van de sanering van loden waterleidingen voldoet de installatie niet meer aan de Model aansluiting van de VEEN
ontbreekt geheel of gedeeltelijk(wel aanwezig) lekkage van bestaande HWA ontbreken en /of defecten aan hulpstukken zoals, kiezelbak, bevestigingen enz.
29.1
14
De aanwezigheid van een HWA bij een woning is niet geregeld in het BB. Indien het (geheel/gedeeltelijk) ontbreken van de HWA leidt tot aantasting van andere bouwdelen, waardoor deze op termijn (kunnen) zakken onder het niveau van het BB kan men aanschrijving gerechtvaardigd zijn. (motiveren)
Hemelwater 12.00 12.10.05
Programma van Eisen Woningverbetering Schiedam 2002 uitgave 1
21
Aanvulling bij gesubsidieerde woningen en panden Onderdeel Plafonds 16.00
Gebrek
BB
WW
slechte staat
83
14UA Vernieuwen en geluidwerend materiaal aanbrengen H
16.05.05
onvoldoende brandwerendheid
83.1
14
Bij woongebouwen en woningen > 500m2 (i.v.m. brandcompartimenten). De overige woningen worden in beginsel niet in brandcompartimenten opgedeeld (de woning zelf vormt een brandcompartiment). Het komt weinig voor dat bij een onaangetaste plafond op dit punt wordt aangeschreven. Wel bij aangetast constructies. Bij ontoelaatbare situaties is aanschrijven wel degelijk mogelijk. Bij kamerverhuur zie eisen niet brandbare plafondafwerking.
16.05.05
woningscheidende plafonds onvoldoende brandwerendheid t.g.v.
83.1
14
Brandwerenheidseis volgens WBDBO
83.1
14
Zie opmerking hierboven en NEN 3892
onvoldoende bescherming tegen branddoorslag en/of brandoverslag
84.2
14
t.g.v. gebruikte materialen bij brand kans op rookontwikkeling
84.3
14
Voor woongebouwen zijn aanvullende regels gegeven bij ministerieel besluit
de weerstand tegen rookdoorgang, rookverspreiding te gering (inwendige scheidingsconstructie)
84,4
14
bij woongebouwen en woningen > 500 m2
niet brandveilig
84.2
14
Bij woongebouwen en woningen >500 m2 (i.v.m.brand-compartimenten). De overige woningen worden in het beginsel niet in brandcompartimenten opgedeeld (de woning zelf vormt een brandcompartiment). Het komt weinig voor dat op dit punt wordt aangeschreven. Bij ontoelaatbare situaties is aanschrijven wel degelijk mogelijk.
Defect
103.4
14
Herstellen c.q. vernieuwen incl. aanpassen en/of aanbrengen van glas-water eb licht.
Afwerking 18.05.10
t.p.v. kookhoek
UAH
14
aanbrengen van wandtegels t.p.v. de kookhoek, aanschrijving motiveren
Ventilatie
Onvoldoende Ontbreekt
92
14
De minimale ventilatiecapaciteit wordt per ruimte voorgeschreven. (NEN 1087). Er worden geen eisen aan de inrichting van de ventilatie voorzieningen gesteld.
keukenkastje en/of aanrechtblok defect
UAH
14
Deze onderdelen zijn niet in de BB en de BBN geregeld. Indien hersteld of vervanging voor normaal gebruik noodzakelijk is kan uit andere hoofde worden aangeschreven (motiveren). Indien de keukenkastjes een dragende functie hebben voor het aanrechtblad, dan kan om deze reden een aanschrijving gerechtvaardigd zijn. Losse (hangende) aanrechtkastjes komen niet voor een aanschrijving in aanmerking.
aanrechtblad is defect en niet meer voor normaal gebruik geschikt
103.1
14
Het vereiste aanrechtblad moet behalve aanwezig ook bruikbaar zijn.
ontbreken geheel en/of gedeeltelijk plafond loszitten plafond
Wandafwerking (afwerking binnen) 17.00
Keukens 18.00 18.05.05
Opmerkingen
Is op alle woningen en woongebouwen van toepassing
Programma van Eisen Woningverbetering Schiedam 2002 uitgave 1
22
Aanvulling bij gesubsidieerde woningen en panden Onderdeel
Gebrek
BB
WW
Opmerkingen
ondeugdelijke aansluiting afvoerleiding wasmachine
91.2
14
De afvoer moet voldoen aan de voorschriften voor wat betreft lucht- en waterdichtheid.
wasmachineafvoer ontbreekt
28.2
14
Is niet geregeld in het BB. Indien een afvoer ontbreekt of primitief van uitvoering is een daardoor tot aantasting leidt van (bouw) delen kan een aanschrijving geoorloofd zijn. Enige terughoudendheid is echter wel geboden, terwijl de aanschrijving moet worden gemotiveerd.
geen kraan aanwezig boven spoelbak, of kraan niet werkzaam
103.4
14
Boven de spoelbak dient een kraan aanwezig te zijn, deze dient aangesloten te zijn op de drinkwatervoorziening en goed te werken.
opstelplaats kooktoestel ontbreekt
103.1 103.5
14
In een woning dient een aanrecht en een opstelplaats voor een kooktoestel aanwezig te zijn. Minimalen maten worden in het BB gegeven.
lekkage aan het toiletpot zelf of de aansluiting op de riolering
101.3
14
De toiletpot moet behalve aanwezig ook bruikbaar zijn.
ontbreken van een toiletpot
101.3
14
Zie bovenstaande
ontbrekend of niet functioneren van een waterspoelinrichting
1013
14
fonteintje sluit goed aan op riolering, Stank overlast
UAH
14
Grote terughoudendheid om hiervoor aan te schrijven. aanschrijvingen uit ander hoofd, met motivering.
aansluitingen
101.3
14
Bij verplaatsing van het toilet, moeten de aansluitingen aangepast of vernieuwd worden.
Toilet 19.00 19.20.10
afwerking
wanden, vloeren
27
14
De wanden dient tot een hoogte van 1m waterdicht te zijn.
Ventilatie
onvoldoende, ontbreekt
92
14
De minimale ventilatiecapaciteit wordt per ruimte voorgeschreven. (NEN 1078). Er worden geen eisen aan de inrichting van de ventilatie voorzieningen gesteld.
niet aanwezige wanden
102
14
Aanbrengen, de wanden dienen tot een hoogte van 1.80 m voorzien te worden van wandtegels.
vloeren
90
14
onvoldoende ontbreekt
92
14
Doucheruimte 19.00 afwerking
Ventilatie
De minimale ventilatiecapaciteit wordt per ruimte voorgeschreven. (NEN 1078) . Er worden geen eisen aan de inrichting van de ventilatie voorzieningen gesteld.
Programma van Eisen Woningverbetering Schiedam 2002 uitgave 1
23