PROGRAMMA VAN EISEN KLUSHUIZEN EINDSTRAAT ‘S-HERTOGENBOSCH
1
Hulshof Architecten Postbus 2935 2601 CX Delft 11 juni 2012
2
INHOUDSOPGAVE Inleiding Algemene Technische Voorwaarden Programma van Eisen
3
p. 3 p. 4 p. 6
INLEIDING Het project ‘Klushuizen Eindstraat ‘s-Hertogenbosch’ is een initiatief van BrabantWonen. In dit project krijgt u als toekomstige eigenaar-bewoner(s) de kans om een woning aan te kopen tegen een sterk verlaagde aankoopprijs. Daar staat wel iets tegenover: de verkoper eist als tegenprestatie van de koper van een ‘klushuis’ dat samenvoegingen worden gemaakt conform de kavelbeschrijving tot één appartement of woning en het nieuwe ontstane huis van binnen- en buiten grondig wordt opgeknapt. Wat houdt dat in? Hoe wordt achterstallig onderhoud weggewerkt en aan welke eisen moet de woning straks voldoen? In deze brochure zijn die eisen uiteengezet. In dit Programma van Eisen (PvE) zijn de technische voorwaarden vastgelegd waaraan de kluswoningen na verbouwing/verbetering moeten voldoen. Het Programma van Eisen (PvE) is een technisch verhaal, met veel vaktermen. Die termen komen uit het Bouwbesluit, dat op zijn beurt weer hoort bij de Woningwet. Het zijn termen die u misschien niets zeggen. Maar elke architect, aannemer en installateur kent die termen wel en weet wat bv. NEN of OdB betekent. Met dit Programma van Eisen kan uw aannemer of installateur u prima vertellen aan welke eisen uw nieuwe woning moet voldoen. Vraag anders een goed technisch opgeleid persoon om het u uit te leggen. Bijvoorbeeld de architect. Hij of zij kan u ook vertellen welk werk u zelf kunt doen en wat er beslist moet worden uitbesteed aan een erkend vakman. Wij beseffen dat het geen eenvoudige klus wordt. Maar u hoeft het niet alleen te doen! Schroom niet om de vragen die u ongetwijfeld heeft aan ons voor te leggen. De mensen van BrabantWonen en Hulshof Architecten staan voor klaar om u met raad en daad bij te staan. Wij wensen u veel succes met het (laten) verbouwen van uw huis!
*De inhoud van deze brochure is onder voorbehoud van wijziging.
4
ALGEMENE TECHNISCHE VOORWAARDEN Algemeen Bouwen dient altijd te gebeuren volgens het Bouwbesluit 2012. Daarmee wordt bedoeld het tijdens de bouwaanvraag van toepassing zijnde Bouwbesluit inclusief aanpassingen (zie http://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ienm) Bij het vervangen of vernieuwen van bouwdelen of bouwelementen dient tenminste bouwmateriaal of bouwelementen van gelijke kwaliteit en/of afmetingen te worden toegepast. Bij vervanging door bouwmateriaal of bouwelementen met gewijzigde afmetingen, uitvoering of materiaal moet de vergunningencoach worden geraadpleegd om te bepalen of een bouwvergunning noodzakelijk is. Bij het vervangen of wijzigen van bouwdelen of bouwelementen die tot gevolg hebben dat voorgevelaanzichten wijzigen is altijd bouwvergunning noodzakelijk. Het PvE heeft als doel de sobere en doelmatige uitvoering van de te treffen voorzieningen te waarborgen. Het programma kan daarom gebruikt worden als leidraad bij het maken van plannen. Voor zover mogelijk is per onderdeel een minimaal uitvoeringsniveau aangegeven. Van de geboden oplossingen is in de praktijk gebleken dat zij bij groot-onderhoud een goede verhouding tussen kosten en kwaliteit bieden. Ook het toekomstig onderhoud is bij deze afweging nadrukkelijk betrokken. Een lager uitvoeringsniveau dan in het PvE is niet toegestaan. Zelfstandige woningen Vereist is dat elke nieuw te vormen woning een eigen zelfstandige entree heeft en – indien niet op de begane grond gelegen – een eigen voordeur direct bovenaan de trapopgang. Deze mag niet afgesloten worden in verband met het monumentale karakter. Extern geluid Bij de woningen aan de Eindstraat is de geluidsbelasting op de gevel hoger dan 50dBA (decibel). In woningen op die adressen moeten extra voorzieningen worden getroffen om dat geluid te dimmen. De gemeente zorgt voor geluidsrapporten. Als u in een woning aan een van genoemde straten bouwkundige ingrepen uitvoert in de gevel (vervangen van kozijnen) of als er bestaande zolderverdiepingen worden aangepast tot woningen (verblijfsruimte), wordt door de vergunningencoach in overleg met u bepaald aan welke voorwaarden kozijnen, ramen, gevels en zolders dienen te voldoen. Bescherming tegen inbraak Als kozijnen, deuren, ramen en het hang- en sluitwerk ervan zo slecht zijn, dat ze vervangen
5
moeten worden om te voldoen aan het Programma van Eisen, moeten de nieuw aan te brengen bouwdelen voldoen aan het ‘politiekeurmerk’. Isolatie Tevens dient de warmteweerstand van de buitengevels en het dak na het treffen van de voorzieningen ten minste gelijk te zijn aan Rc=3 m2K/W, tenzij: dit tot constructieve problemen met betrekking tot de aansluiting op belendende percelen leidt. In het algemeen betekent het bovenstaande dat er voorzetwanden nodig zijn met 10 cm steenwol tussen buitenmuur en voorzetwand (waarbij overigens 12 cm steenwol is aan te bevelen). Bij het aanbrengen van isolatievoorzieningen gelden de volgende randvoorwaarden: • er mag geen verslechtering van het binnenmilieu optreden door vochtproblemen en schimmelvorming); • goede ventilatiemogelijkheid; • koude bruggen mogen niet voorkomen (b.v. bij balkons, lateien, dakranden); • volschuimen spouwmuren is niet toegestaan.
6
PROGRAMMA VAN EISEN ONDERDELEN / ELEMENTEN (voor zover aanwezig en van toepassing): 05 BOUWPLAATSVOORZIENINGEN 10 STUT- EN SLOOPWERK 10.31 Overig algemeen Alle ondeugdelijke bouwsels van het terrein verwijderen. 10.32 Overig algemeen Ondeugdelijke bouwsels verwijderen. 10.32 Kruipruimte Rottend en stinkend afval uit de kruipruimten verwijderen. Ander afval, zoals puin, verwijderen of verspreiden, zodat het leidingwerk bereikbaar blijft en een goede ventilatie onder de begane grond vloer gewaarborgd blijft. De kruipruimten eventueel aanvullen. Indien voor uitvoering wordt gekozen. Denk daarbij aan het gewicht. Minimaal uitvoeringsniveau: 1. bij voorkeur licht materiaal; 2. schoon zand. 12 GRONDWERK 12.50 Bodemvoorziening Bij wateroverlast en/of verzakking tuinen ophogen tot een ter plaatse te bepalen acceptabel peil. 14 BUITENRIOLERING EN DRAINAGE 14.42 Vloerconstructie Scheefstand van vloeren groter dan 2% opheffen. Minimaal uitvoeringsniveau: underlayment d=19mm op scheggen, h.o.h. 60cm of op de bestaande balklaag (indien het vloerbeschot slecht is). Indien in de woning mechanische afzuiging wordt toegepast dient voorkomen te worden dat, ten gevolge van de door de mechanische afzuiging veroorzaakte onderdruk, vochtige lucht van uit de kruipruimte in de woning kan komen. In die situatie dient de begane grondvloer ook van een underlayment d=19mm te worden voorzien. De naden tussen de platen en opgaand metselwerk dienen dan dicht te worden gezet met kit. Ook een gelijkwaardige voorziening door afscherming van de bodem met een folie is mogelijk
7
15 TERREINVERHARDINGEN 15.11 Bestratingen Bestaande bestratingen tot 2 meter uit de achtergevel en het pad naar de berging herleggen indien sprake is van scheefstand of ongelijkheid. 16 BEPLANTING 17 TERREININRICHTING 17.00 Buitentrappen (steenachtig) Kapotte onderdelen van trappen herstellen. Losse onderdelen vastzetten. 17.31 Bergingen Per benedenwoning kan een buitenberging in de tuin worden toegevoegd mits voldaan wordt aan het bestemmingsplan. Minimaal uitvoeringsniveau: -(prefab) hout geïmpregneerde o.g., minimale wanddikte 18mm; -fundering: betonelementen; -dakopbouw: balklaag waarop underlayment d=19mm en gebitumineerde dakbedekking; -vloer: betontegels in min. 10cm schoon zandbed. 17.41 Privacy schermen Herstellen of vervangen. t.p.v. de achtergevel privacy scherm, maximaal 2,00m hoogte en minimaal1,2m uit de gevel. Minimaal uitvoeringsniveau: 1. volkernplaat zonder randprofielen; 2. thermisch verzinkt randprofiel met draadglas; 3. duurzame houten scheiding. 17.51 Tuintrappen n.v.t. 17.52 Erfscheidingen Ondeugdelijke scheidingen verwijderen. De noodzakelijke scheidingen (opnieuw) aanbrengen. Minimaal uitvoeringsniveau: 1. perkoenpalen met gegalvaniseerd draad; 2. t.p.v. de achtergevel privacy vlechtscherm (azobe), maximaal 2,00m hoogte en minimaal1,2m uit de gevel. 20 FUNDERINGSPALEN EN DAMWANDEN 20.00 Constructief De woningen zijn niet op palen gefundeerd.
8
21 BETONWERK 21.21 Aangetast betonwerk repareren in overeenstemming met de bestaande situatie. 21.21 Plaat/bak balkonvloeren en borstweringen Constructief aangetaste platen herstellen c.q. vervangen (zie ook 17.90). Eventueel de gehele constructie vervangen door vezel versterkt prefab beton (micro beton o.g .) 22 22.00
22.00 22.23
22.24 22.31 22.31
22.72
23
METSELWERK Zie ook de algemene technische voorwaarden. Het voegwerk repareren. Minimaal uitvoeringsniveau: vochtwerende behandeling, bij ernstige vochtdoorslag herstel conform de rapportage van een ter zake deskundig adviesbureau. Aangetaste of verrotte vullingen van dilataties verwijderen en nieuwe vullingen aanbrengen. Vochtbehandeling Optrekkend vocht is niet geconstateerd. Bij constatering van vochtgebreken herstel conform het advies van een terzake deskundig adviesbureau. Gevelbehandeling Gevels reinigen door middel van stoomcleaning of met water onder druk. Losse stenen in rollagen en gemetselde onderdorpels vastzetten en voegen. Beschadigde en gescheurde stenen vervangen. Wandvlak Scheuren in metselwerk uithakken, dicht zetten en voegen. Losse stukken metselwerk opnieuw (in)metselen overeenkomstig bestaande situatie. Scheuren in metselwerk uithakken en opnieuw voegen. Beschadigde stenen vervangen. Losse stenen en stukken metselwerk opnieuw (in)metselen in overeenstemming met de bestaande situatie. VOORAF VERVAARDIGDE STEENACHTIGE ELEMENTEN
24 RUWBOUWTIMMERWERK 24.00 Vloerluiken Indien i.v.m. de bereikbaarheid van leidingen noodzakelijk per vloerveld (beg. gr.) 1 geïsoleerd vloerluik van 40x60cm aanbrengen. 24.21/24.31 Houten vloerbalken van begane grondvloeren en, indien daartoe aanleiding is i.v.m. doorzakking van de vloer of lekkage, de balkkoppen van verdiepingsvloeren in gevelmuren en t.p.v. keukens en natte cellen zo nodig herstellen of vernieuwen. 24.21/24.41 Verrotte c.q. aangetaste boeiboorden (evt. in samenhang met herziening dakrand) herstellen of vervangen.
9
Minimaal uitvoeringsniveau: hout, kwaliteitsklasse A. 24.31 Indien nodig vloerbalken verzwaren. Minimaal uitvoeringsniveau: delen van standaard bouwhout tegen vloerbalken gespijkerd, geïmpregneerd tegen inwerking van vocht. 24.41 Verrotte c.q. aangetaste boeiboorden (evt. in samenhang met herziening rand) herstellen of vervangen. Minimaal uitvoeringsniveau: hout, kwaliteitsklasse A. 24.42/24.43 Slecht vloerbeschot vervangen. Minimaal uitvoeringsniveau: 1. GG-delen (bij kleine oppervlakken); 2. underlayment d=19mm, met tong en groef, (bij grote oppervlakken) op balklaag of op bestaand beschot. 24.42/24.43 Dakvlak Verrot c.q. aangetast dakbeschot vervangen. Minimaal uitvoeringsniveau: 1. GG-delen; 2. underlayment d=19mm, met tong en groef, (bij 100% vervanging) 24.82 Loodwerk controleren op gebreken en zo nodig vervangen. 24.85 Krakende vloerdelen doorspijkeren met getordeerde draadnagels. 25 METAALCONSTRUCTIEWERK 25.32 Doorgeroeste (delen van) vloeronderslagen vervangen inclusief opleggingen c.q. verankeringen. 25.32 In het metselwerk opgenomen stalen constructiedelen indien nodig, bijv. i.v.m. het uitduwen van stenen, inspecteren op roest en zo nodig behandelen c.q. vervangen. Minimaal uitvoeringsniveau: ontroesten en behandelen met zinkcompound. 25.32 /24.31 Constructie Aangetaste consoles, balken en kolommen herstellen c.q. vervangen (zie ook 17.90). 26
BOUWKUNDIGE KANAALELEMENTEN
30 KOZIJNEN, RAMEN EN DEUREN 30.00 Aangetaste en/of versleten delen puien/gevelwand vervangen, dan wel onderdeel geheel vervangen. Minimaal uitvoeringsniveau: 1. houten kozijnen met dubbelglas en een ventilatiestrook in ieder vertrek boven 1.80 mtr, in de nieuw te plaatsen kozijnen, in tochtvrije uitvoering; 2. bij vernieuwen moet dit bouwdeel voldoen aan het
10
30.00
30.00
30.00
30.00
30.23
11
‘politiekeurmerk’ Slecht sluitende, klemmende of slecht functionerende ramen goed gang- en sluitbaar maken. Zo nodig hang- en sluitwerk vernieuwen. Aangetaste ramen vervangen. Minimaal uitvoeringsniveau: 1. vurenhouten ramen; 2. bij vernieuwen moet het bouwdeel voldoen aan het ‘politiekeurmerk’. Slecht sluitende, klemmende of slecht functionerende buitendeuren goed gangen sluitbaar maken. Zo nodig hang- en sluitwerk vernieuwen. Aangetaste en/of versleten deuren vervangen. Minimaal uitvoeringsniveau: 1. voordeuren:( grenzend aan buiten ) 40mm profielversterkt wbp multiplex (samengesteld) met briefopening en briefplaat, cilinderslot en deurknop; 2. tuin- en keukendeuren: standaard houten fabrieksdeur met cilinderslot; 3. bij vernieuwen moet het bouwdeel voldoen aan het ‘politiekeurmerk’. N.B. Houten kozijnen, deuren en ramen dienen te zijn voorzien van een Euro-code (als KOMO keur e.d.). Kunststof kozijnen, deuren en ramen zijn niet toegestaan. en: voorzien van; afsluitbare ventilatieroosters met koordbediening o.g.w.; kierstand begrenzer; capaciteit ventilatieroosters conform eisen bouwbesluit. - inbraakbeveiligde scharnieren (‘politiekeurmerk’) in kozijnen b.g. woningen en in kozijnen grenzend aan galerijen; - beveiliging bij draaikiepramen tegen gelijktijdig draaien en kiepen; - doorvalbeveiliging conform het bouwbesluit. Slecht functionerende binnendeuren goed draaiend en sluitbaar maken. Aangetaste en versleten deuren vervangen. Minimaal uitvoeringsniveau: 1. woningtoegangsdeuren: massa van ten minste 25 kg/m2 en een dikte ten minste 50mm met afdichtingsprofiel rondom in kozijn en een onderdorpel met rubber-lip-aanslag, glasoppervlakte in deur maximaal 0,1 m2 en glasdikte ten minste 8 mm en cilinderslot, deurknop, 3 scharnieren en 2,5cm sponning. Minimaal 30min brandwerend; 2. binnendeuren: met massa van ten minste 20 kg/m2. Warmte-isolatie puien/kozijnen Minimaal uitvoeringsniveau: kozijnen met dubbel glas, ( U= ten hoogste 1,1 W/m2K ) panelen in puien isoleren met Rc minimaal 3,0 m2K/W. Aangetaste delen van kozijnen herstellen of vervangen. Te zeer aangetaste kozijnen in samenhang met beweegbare delen geheel vervangen.
Minimaal uitvoeringsniveau: zie 16.21 30.37 Terras aanleggen is optioneel. Minimaal uitvoeringsniveau: houten vlonders of drainagetegels 300x300x45 mm op tegeldragers. Voor vloerafscheidingen/hekwerken zie: 17.50. 30.43/30.44 Warmte-isolatie. Geïsoleerde lichtkoepels, lantaarns en vluchtluiken toepassen 30.43 Warmte-isolatie Lichtkoepels en dakluiken waterdicht maken of vervangen. Lood- en zinkwerk zo nodig vernieuwen. Eventueel dakramen en lichtkoepels slopen en dichtzetten overeenkomstig bestaande constructie. Minimaal uitvoeringsniveau: 1. lichtkoepels: dubbelwandig vlamdovend kunststof. Geen p.v.c. opstanden toepassen; 2. bij vernieuwen moet dit bouwdeel voldoen aan het ‘politiekeurmerk’. 31
SYSTEEMBEKLEDINGEN
32 TRAPPEN EN BALUSTRADEN 32.31 Trapconstructie Kapotte of verrotte onderdelen van trappen herstellen of vervangen. Uitgesleten treden uitvlakken. Staal ontroesten of vervangen. 32.52 Leuningen Losse leuningen vastzetten. Kapotte leuningen vervangen. Borstwering Betonnen borstwering met scheurvorming slopen. Bij gehele vervanging, nieuwe borstwering aanbrengen (evt. in samenhang met herziening draagconstructie). 33 DAKBEDEKKINGEN 33.00 Gebreken aan bitumineuze bedekking opheffen. Bedekking zo nodig geheel vervangen. Aangetaste zinken bedekking vervangen. Minimaal uitvoeringsniveau: 1. 2-laagse bitumineuze bedekking; 2. 1-laagse dakbedekking met rubber noppenmat (indien gewichtstoename niet mogelijk is). 33.00 Bij bitumineuze bedekking indien nodig een ballastlaag en/of loopvlak aanbrengen. Minimaal uitvoeringsniveau: houten vlonders of drainagetegels 30x30x4,5cm. op tegeldragers, max. 10 m2.
12
33.21/33.33 Gebreken aan bitumineuze dakbedekking opheffen. Bedekking zo nodig geheel vervangen. Minimaal uitvoeringsniveau: 2-laags bitumineuze dakbedekking 34 BEGLAZING 34.22 Kapot glas in kozijnen, ramen en deuren verwijderen. Ondeugdelijk glas-in-lood herstellen of vervangen door nieuw glas eventueel in samenhang met vervanging kozijnen aanbrengen. 34.33 Isolatie glaswerk buiten Minimaal uitvoeringsniveau: Kozijnen, ramen en deuren voorzien van dubbele glas ( U= ten hoogste 1,7 W/m2K ) conform de aanwijzingen monumenten glastoepassingen. 35 NATUUR- EN KUNSTSTEEN 35.34 Gevelbekledingen Kapotte of losse hardstenen gevelbekledingen herstellen en/of vastzetten. 35.35 Uitgesleten hardstenen dorpels en beschadigde neuten egaliseren met kunstharsmortel. Losse dorpels vastzetten. Gescheurde dorpels zo mogelijk herstellen met kunstharsmortel, anders vervangen. 36
VOEGVULLING
37 NA-ISOLATIE 37.00 Warmte-isolatie vloeren (i.s.m. vloerafwerking (23.00) en plafonds (24.00)) Minimaal begane grondvloeren, incl. uitvoeringsniveau:vloeren boven kelders; Rc waarde minimaal 3,0m2 K/W. Berekeningswijze conform NEN 1068 Warmte-isolatie dakvlak Minimaal: 1. bij handhaven dakbeschot: isolatie aan uitvoeringsniveau: buitenzijde aanbrengen, indien dit niet mogelijk is dan aan binnenzijde met dampremmende laag; 2. bij vervanging dakbeschot:.geïsoleerde dakplaat aanbrengen in ieder geval met een Rc waarde van minimaal 4,0 m2K/W. Warmte-isolatie platte daken Minimaal uitvoeringsniveau: Zie 37.00 Dakventilatiepijpjes verwijderen bij isolatie aan koude zijde. Bij isolatie aan warme zijde moet de ventilatie van de luchtspouw gehandhaafd blijven. Warmte-isolatie dakterassen Minimaal uitvoeringsniveau: 1. bij handhaven dakbeschot: isolatie aan buitenzijde aanbrengen, indien dit niet mogelijk is dan aan binnenzijde met dampremmende laag;
13
2. bij vervanging dakbeschot: geïsoleerde dakplaat aanbrengen in ieder geval met een Rc waarde van minimaal 4,0m2K/W.
37.00
37.00
37.00
37.00
37.00 37.00
14
Warmte-isolatie gevels Minimaal uitvoeringsniveau: Rc waarde minimaal 3,0 m2K/W. Berekeningswijze conform NEN 1068. Afwerkingen Koude bruggen: Bij koude bruggen isolatie aanbrengen conform advies deskundig bureau. Gevelbehandeling Gevelbekleding : Bij toepassing van gevelbekleding met isolatie, aanbrengen conform advies deskundig bureau of volgens voorschrift fabrikant Warmte-isolatie balkons en terrassen/ galerijen Minimaal uitvoeringsniveau: Door de gevel stekende constructies i.v.m. koude brug isoleren zie ook 16.44. Warmte-isolatie plafonds In samenhang met dakconstructie Minimale eis: Rc minimaal 4,0 m2 K/W. Berekeningswijze conform de NEN 1068 Geluidisolatie vloeren (i.s.m. vloerafwerking en plafonds) Minimaal uitvoeringsniveau: 1. woningscheidend verblijfsruimten): Ilu;k = 0 dB; contactgeluid Ico= 5dB; zie 24.01 plafonds geluid isolatie. 2. niet woningscheidend (verblijfsruimten): Ilu;k = 20 dB zie 24.01 plafonds geluid isolatie. 3. woningscheidend (geen verblijfsruimteruimte) Ilu;k = -5 dB; contactgeluid Ico= 0dB; Geadviseerd wordt, om geluidhinder tussen woningen zo veel als mogelijk te beperken, zoveel als mogelijk de bovenstaande geluidisolatiewaarden te behalen. Ontheffing op deze waarden is mogelijk, mits gemotiveerd, met ten hoogste 10 dB. Echter dit zal altijd aanleiding geven tot een toename van geluidsoverlast vanuit de aangrenzende woning. Brandwerendheid Minimaal Brandwerendheid in minuten. uitvoeringsniveau: conform Bouwbesluit 2012. Warmte-isolatie (i.s.m. vloerafwerking (23.00) en plafonds (24.00)) Minimaal uitvoeringsniveau: begane grondvloeren, incl. vloeren boven kelders; Rc minimaal 3,0 m2K/W. Berekeningswijze conform NEN 1068.
37.00 Brandwerendheid daken Minimaal Brandwerendheid in minuten uitvoeringsniveau: conform Bouwbesluit 2012 Warmte-isolatie (i.s.m. plafonds (24.00) Minimaal uitvoeringsniveau: Rc minimaal 4.0 m2K/W. Berekeningswijze conform NEN 1068. 37.00 Warmte-isolatie dakvlak Minimaal uitvoeringsniveau: 1. bij handhaven dakbeschot: isolatie aan buitenzijde aanbrengen, indien dit niet mogelijk is dan aan binnenzijde met dampremmende laag; 2. bij vervanging dakbeschot: geïsoleerde dakplaat aanbrengen in ieder geval Rc waarde minimaal 4,0 m2K/W 37.00 Warmte-isolatie platte daken Minimaal uitvoeringsniveau: Zie 14.21. Dak ventilatiepijpjes verwijderen bij isolatie aan koude zijde. Bij isolatie aan warme zijde moet de ventilatie van de luchtspouw gehandhaafd blijven. 37.00 Warmte-isolatie dakterrassen Minimaal uitvoeringsniveau: 1. bij handhaven dakbeschot: isolatie aan buitenzijde aanbrengen, indien dit niet mogelijk is dan aan binnenzijde met dampremmende laag; 2. bij vervanging dakbeschot: geïsoleerde dakplaat aanbrengen in ieder geval Rc waarde minimaal 4,0 m2K/W. 37.00 Geluidisolatie trappen Minimaal uitvoeringsniveau: 1. Dichte trappen, indien woningscheidend, aan de onderzijde voorzien van rachels vrij van de trap constructie met mineraalwol plaat dik 60 mm, spouw ten minste 150 mm en 2 lagen gipsplaat (12,5 mm ) met verspringende naden. De constructie mag niet star aan de trap worden bevestigd. 2. niet woningscheidend -20 dB rachels tegen de balklaag 2 lagen gipsplaat ( 9 mm )met verspringende naden 37.00 Brandwerendheid trappen Minimaal Brandwerendheid in minuten uitvoeringsniveau: conform Bouwbesluit 2012 38
GEVELSCHERMEN
40 STUKADOORWERK 40.21 Stukadoorswerk Los stucwerk vervangen. Gescheurd en/of beschadigd stucwerk herstellen.
15
41 TEGELWERK 40.21 Stucafwerking Los gescheurd of ontbrekend plafondstucwerk eventueel herstellen in overeenstemming met de bestaande situatie. 41.32 Waterkerende wandafwerking Van tegelvloeren losse of beschadigde tegels vervangen in overeenstemming met de bestaande situatie. Zo nodig hoekvoegen vervangen. Minimaal uitvoeringsniveau: tegels eerste soort en prijsklasse O. (nieuwe) waterkerende wandafwerking Minimaal uitvoeringsniveau: 1. wandtegels 150*150 prijsklasse 0, in: natte cel tot 2.10m¹ hoogte (bij de douche hoek 2.30m¹) toilet tot 1.20 m¹ hoog keuken tot 1.50 m hoog (achter kooktoestel) en tot 0.60 m hoog boven het aanrecht. 2. spuitwerk op overige delen. 40.40 Spuitwerk Op de in het zicht komende gipskartonplaten van nieuwe plafonds, spuitwerk of schuurwerk aanbrengen. 41.42 Waterkerende vloerafwerkingen Zelf aangebrachte vloerafwerkingen die niet voldoen aan de eisen t.a.v. constructie, waterdichtheid e.d. verwijderen. Nieuwe vloerafwerking aanbrengen. Minimaal uitvoeringsniveau: ondervloer (bij kleine oppervlakte op houten vloeren) metalen zwaluwstaartplaat en beton met randopstorting hoog (80mm); aansluiting vloerwandopstorting afdichten met een rubberfolie en kitvoeg; afwerking: vloertegels (eerste soort prijsklasse 0). Van tegelvloeren losse of beschadigde tegels vervangen in overeenstemming met de bestaande situatie. Zo nodig hoekvoegen vervangen. 42 DEKVLOEREN EN VLOERSYSTEMEN 42.00 Losse en/of gescheurde afwerkvloeren van balkons vervangen (zie ook 17.90). 43 METAAL- EN KUNSTSTOFWERK 43.33 Zinken bekleding dakrand indien aangetast of beschadigd, vervangen (n.b. dakrand evt. in samenhang met vervanging van bitumineuze dakbedekking herzien). Minimaal uitvoeringsniveau: aluminium dakrandprofiel met weefselstrook. 43.33 Gebreken aan de rand herstellen. Zinken bekledingen, indien aangetast en/of beschadigd, mastiekbekledingen, indien aangetast en/of beschadigd vervangen (n.b. rand eventueel in samenhang met vervanging van bedekking herzien). Minimaal uitvoeringsniveau: aluminium dakrandprofiel met weefselstrook.
16
44 PLAFOND- EN WANDSYSTEMEN 44.00 Plafondconstructie Ondeugdelijke constructie en afwerkingen verwijderen. Brandgevaarlijke materialen – bijv. zachtboard, kunststof schrootjes - verwijderen. Nieuw plafond aanbrengen. Bij handhaving oud stucplafond gaten brandwerend dichtzetten en afwerken. Minimaal uitvoeringsniveau: 1. bij niet-woningscheidende plafonds: rachels met 9,5mm gipsplaat; 2. bij woningscheidende plafonds: rachels vrij van vloer constructie met 12,5mm gipsplaat. Zie voor Geluidisolatie: programma van aanbevelingen deel 2: 24.01 bij ontbrekend stucplafond. Minimaal uitvoeringsniveau: 1. bij niet-woningscheidende plafonds rachels tegen de balklaag, 2-laags gipsplaat (9,5mm) met verspringende naden; 2. bij woningscheidende plafonds: rachels vrij van vloer constructie, 2-laags gipsplaat ( 12,5mm) met verspringende naden. 3. In natte ruimte een W.R.-plaat toepassen. Zie voor Geluidisolatie: programma van aanbevelingen deel 2: 24.01 44.37 Randaansluiting met de wand Gipsplaten naadloos tegen de wand aansluiten. Eventueel aanbrengen van plafondplinten. 44.37 Geluidisolatie plafonds i.s.m. vloeren(13.00) en vloerafwerking(23.00) Minimaal uitvoeringsniveau: 1. woningscheidend: 0 dB; Vrijdragend plafondsysteem (hout of metaal) met dubbel gipsbeplating d=2*12,5 mm Naadloos afgewerkt met een deken van minerale wol d= 60 mm; 2. niet woningscheidend -15 dB rachels tegen de balklaag 2 laags gipsplaat ( 9 mm )met verspringende naden 44.37 Warmte-isolatie plafonds i.s.m. dakconstructie Minimale eis: Rc waarden conform “Bouwbesluit 2012. Berekeningswijze conform de NEN 1068. 44.41 Montage wanden Nieuwe wanden aanbrengen volgens de droge inbouwmethode. Minimaal uitvoeringsniveau: Indien woningscheidend: en indien verblijfsruimte grenst aan een gemeenschappelijke verkeersruimte: Dubbel stijl en regelwerk met 80mm minerale wol tussen beide wand delen en aan beide zijden beplaat met dubbele gipskartonplaten d=2*12.5 mm minimale dikte totale wand 210 mm. In woningscheidende wanden mogen geen wandcontactdozen gemonteerd worden.
17
Tussen een ruimte niet zijnde een verblijfsruimte en een gemeenschappelijke verkeersruimte: Dubbel stijl en regelwerk met 80 mm minerale wol tussen beide wand delen en aan beide zijden beplaat met dubbele gipskartonplaten d=2*12.5 mm minimale dikte totale wand 160 mm Niet-woningscheidend: Enkel stijl en regelwerk, aan beide zijden beplaat met een enkele gipsplaat d= 12.5 mm Nadere eisen: gipskartonplaten (natuurgips) toepassen met afgeschuinde kanten en glad afwerken met glasweefseltape, nooit toepassen in vochtgevoelige ruimten. Op plaatsen waar tegelwerk wordt aangebracht waterresistente (WR) gipsplaten toepassen; woningscheidende wanden doorzetten tot aan vloerconstructie; wanden dimensioneren en samenstellen in overeenstemming met eisen van sterkte en stabiliteit. 44.41 Geluidisolatie scheidingen Minimaal uitvoeringsniveau: 1. woningscheidend: 0 dB Woningscheidend: en indien verblijfsruimte grenst aan een gemeenschappelijke verkeersruimte: Dubbel stijl en regelwerk met 80mm minerale wol tussen beide wand delen en aan beide zijden beplaat met dubbele gipskartonplaten d=2*12.5 mm minimale dikte totale wand 210 mm. In woningscheidende wanden mogen geen wandcontactdozen gemonteerd worden. Tussen een ruimte niet zijnde een verblijfsruimte en een gemeenschappelijke verkeersruimte: Dubbel stijl en regelwerk met 80 mm minerale wol tussen beide wand delen en aan beide zijden beplaat met dubbele gipskartonplaten d=2*12.5 mm minimale dikte totale wand 160 mm. 2. niet-woningscheidend: Enkel stijl en regelwerk, aan beide zijden beplaat met een enkele gipsplaat d= 2.5 mm. 44.41 Brandwerendheid scheidingen Minimaal uitvoeringsniveau: Brandwerendheid in minuten conform Bouwbesluit 2003 44.41 Isolatie wandafwerking Indien nodig i.v.m. geluidwering of warmte-isolatie een voorzetwand aanbrengen. Minimaal uitvoeringsniveau: 1. voorzetwand bouwmuur/ woningscheidend en t.pl.v. scheidingen met trappenhuis; stijl- en regelwerk met gipskartonplaat d=12.5 mm gevuld met 50 mm minerale wol en een dampremmende laag; 2. voorzetwand gevel; stijl en regelwerk met gipskartonplaat d=12.5 mm gevuld met isolatie en dampremmende folie tot een meter uit de gevel. Rc = 3
18
45 AFBOUWTIMMERWERK 45.00 Vensterbanken Ontbrekende vensterbanken eventueel aanbrengen. Minimaal uitvoeringsniveau: breed 20cm uitvoering multiplex of natuursteen. 45.42 Plaatafwerking Ondeugdelijke bekledingen van buitenwanden (binnen) verwijderen en nieuwe bekleding aanbrengen. Minimaal uitvoeringsniveau: stijl- en regelwerk 50x50mm vrij van de gevel aangebracht, beplaat met gipsplaat d=12,5mm, voorzien van een dampremmende folie. 45.46 Plinten Ontbrekende of zwaar beschadigde plinten aanbrengen c.q. vervangen overeenkomstig de bestaande situatie. 46 SCHILDERWERK 46.00 Schilderwerk aan te handhaven onderdelen. Algemeen: kleuren toepassen die in overeenstemming zijn met de bestaande situatie en de omgeving (welstandseis). 46.00 Schilderwerk aan nieuw aan te brengen onderdelen. Algemeen: kleuren toepassen die in overeenstemming zijn met de bestaande situatie en de omgeving (welstandseis). 46.21 Van houten onderdelen loszittende of ondeugdelijke verflagen verwijderen, houtwerk schuren, stoppen, tweemaal gronden en aflakken. Als alternatief kan een beits verfsysteem worden toegepast. 46.22 Van stalen onderdelen loszittende of ondeugdelijke verflagen verwijderen, staal eventueel na ontroesting en reiniging tweemaal gronden -eenmaal met corrosiewerende verf- en aflakken. 46.23 Glad betonwerk -na reparatie- afstralen en tweemaal behandelen met 2componenten coating. 46.31 Alle houtvlakken in aanraking met beton of metselwerk tweemaal meniën. 46.31 Alle in het zicht blijvende houtvlakken driemaal behandelen met een dekkende beits of in overeenstemming met bestaande situatie tweemaal gronden en aflakken. 46.32 Van onverzinkt staal walshuid verwijderen, behandelen met zinkcompound en aflakken. Bij verzinkt staal eventuele beschadigingen met zinkcompound bijwerken. 47
BINNENINRICHTING Geen eisen.
48
BEHANGWERK, VLOERBEDEKKING EN STOFFERING Geen eisen.
50 DAKGOTEN EN HEMELWATERAFVOEREN 50.00 Vervuilde dakgoten schoon maken.
19
50.00 Kapotte of verrotte onderdelen herstellen of vernieuwen. Indien nodig extra afvoer aanbrengen, dan wel afschot herstellen. 50.00 Gootbekleding Gebreken herstellen dan wel bekleding geheel vervangen. Zinken gootbekleding, ouder dan 10 jaar, geheel vervangen. Minimaal uitvoeringsniveau: zink (14) (STZ '80) of kunststof bekleding. Hulpstukken Kiezelbakken, vergaarbakken en balkondoorvoeren controleren en zo nodig herstellen of vernieuwen. Hemelwaterafvoer Ondeugdelijke leidingen geheel of gedeeltelijk vervangen. Minimaal uitvoeringsniveau: p.v.c., met aan de straatzijde een slagvast ondereind met een lengte van 2m. Beugels h.o.h. 1,5m. 51 BINNENRIOLERING 51.00 Gietijzeren c.q. ondeugdelijke grondleidingen in kelders en kruipruimtes vervangen. Bij vervanging de riolering waterdicht, geluidsarm en stankvrij opleveren. Bij vervanging van moeilijk bereikbare leidingen deze leidingen afstoppen en een nieuw leidingverloop aanbrengen. Minimaal uitvoeringsniveau: PVC voorzien van KOMO keur incl. ontspanningsmogelijkheid. De gehele riolering herzien conform het Bouwbesluit en NEN 2672 Wasmachine aansluiting. Indien niet aanwezig aanbrengen. 52 WATERINSTALLATIES 52.00 Aansluiting woning Hoofdtoevoerleidingen koud water controleren op gebreken en zo nodig herstellen of vervangen. Loden leidingen altijd vervangen door koper (opbouw). Elke woning apart afsluitbaar maken vanuit de woning. In niet vorstvrije ruimten leidingen isoleren. Toestellen, inclusief aansluitingen Aansluitingen op gebreken controleren en zo nodig herzien. Waterleiding Warm- en koudwaterleidingen op gebreken controleren en zo nodig herzien. Loden leidingen vervangen. Bij vervanging van moeilijk bereikbare leidingen deze leidingen afstoppen en een nieuw leidingverloop aanbrengen. Wasmachine aansluiting Indien niet aanwezig aanbrengen.
20
53 SANITAIR 53.00 Kapot en/of beschadigd sanitair vervangen. Minimaal uitvoeringsniveau: wit kristalporselein. 54
BRANDBESTRIJDINGSINSTALLATIES N.v.t.
55 GASINSTALLATIES 55.00 De gasinstallatie conform de eisen van de daarvoor geldende NEN-normen. Let op: vraag uw installateur om dit werk uit te voeren. 56
PERSLUCHT- EN VACUUMINSTALLATIES N.v.t.
57
TECHNISCHE INRICHTING N.v.t.
60 VERWARMINGSINSTALLATIES 60.00 Bij deskundig ontworpen en aangelegde C.V. installaties dienen de slecht werkende c.q. lekkende onderdelen te worden vervangen overeenkomstig de bestaande toestand. Bij vervanging van de C.V. ketel (evt. incl. warmwatertapspiraal) dient de capaciteitsberekening en gekozen keteltype te worden overlegd. De ketel dient minimaal een type te zijn met hoog rendement. Warmte-installaties/warmwatervoorziening Open verbrandingstoestellen verwijderen en vervangen door boilers of combineren met c.v.installatie, conform installatievoorschriften. Indien gewenst kan de lokale- of centrale verwarming en de warmwatervoorziening worden herzien c.q. aangebracht volgens de NENnormen. Installateurs kunnen aanwijzingen geven. De cv-installatie (hoogrendement) met een capaciteit in overeenstemming met de woninggrootte en isolatiepakket, eventueel incl. tapspiraal. 61 VENTILATIE- EN LUCHTBEHANDELINGSINSTALLATIES 61.00 Rookgasafvoeren Nog in functie zijnde rookgasafvoerkanalen reinigen en waar nodig rookdicht herstellen. Schoorstenen buiten Alle (ook in de toekomst) niet-functionerende schoorstenen die in slechte staat verkeren, buitendaks slopen. Dak aanhelen. In de woning nisbussen uithakken en dichtmetselen. Gebreken aan metsel- en voegwerk herstellen. Loodwerk zo nodig herstellen of vernieuwen.
21
Schoorsteenpotten zo nodig vervangen. Afwaterende afwerklaag herstellen c.q. vervangen. Indien nodig schoorsteen geheel vervangen. Minimaal uitvoeringsniveau: 1. in het werk gemetseld, kop waterdicht afwerken (bij voorkeur met een betonplaat); 2. prefab metalen schoorsteenkap met duplexcoating. 61.00 Ventilatie Indien niet of onvoldoende aanwezig t.b.v. keuken, badkamer en w.c. ontluchting c.q. ventilatie aanbrengen. Mate van luchtverversing conform de Bouwbesluit 2012. Ontluchting bovendaks uitlaten komen. Spleten aan onderkant deuren van keuken ( 20 mm ), badkamer ( 20 mm ) en toilet ( 15 mm) bij vervanging van binnendeuren ook een spleet aanbrengen onder de binnendeur ( 15 mm). Nieuwe ontluchting niet minder dan onder een hoek van 30 graden en geen horizontale kanalen. Een mechanische ventilatie aanbrengen conform het Bouwbesluit en de NEN 1087 en NPR 1088. Gebreken aan zinken ontluchtingskappen herstellen. Ondeugdelijke kappen vernieuwen. Zo nodig loodwerk herzien. Gebreken aan ventilatiekanalen herstellen. Indien nodig buitendaks geheel vervangen. Minimaal uitvoeringsniveau: het uitmondingsoppervlak moet even groot zijn als het kanaalelf, en 1. in het werk gemetseld, kop waterdicht afwerken (bij voorkeur met een betonplaat); 2. prefab kunststof of metaal met duplexcoating. Na herstel en/of vervanging kanalen deze altijd reinigen. 61.52 Bij een gevelbreedte kleiner dan 5 meter dienen minimaal twee ventilatieopeningen t.b.v. de kruipruimte aanwezig te zijn, bij grotere gevelbreedten minimaal drie. Deze openingen dienen muisdicht te zijn. Twee van de openingen dienen nabij de bouwmuren te zijn aangebracht. Zo nodig ventilatieopeningen aanbrengen, dan wel functionerend en/of muisdicht maken. Minimaal uitvoeringsniveau: muisdicht aluminium schoepenrooster, zo nodig wolfskuilen aanbrengen. 62
KOELINSTALLATIES
68
REGELINSTALLATIES
70 ELEKTROTECHNISCHE INSTALLATIES 70.00 De elektrische installatie conform de leveringsvoorwaarden van de energiebedrijven, met in acht neming van de NEN 1010 Wasmachine aansluiting. Indien niet aanwezig aanbrengen.
22
-
75
23
Rookmelder. Indien niet aanwezig aanbrengen een rookmelder per bouwlaag. Conform: NEN 2555 6.21 lid1: alleen voor nieuwe te bouwen woonfuncties en bij functiewijzigingen.. Let op die NEN-normen omvatten ook plaatsingsvoorschriften.
COMMUNICATIE- EN BEVEILIGINGSINSTALLATIES Deurbelinstallatie aanbrengen.