2 Inleiding 3 Opdracht Programma Internationalisering Creatieve Industrie 4 Internationaliseringsagenda Topteam en exportinstrumentarium EZ 5 Uitgangspunten en ambities 8 Subsidie instrumentarium 9 Overzicht programma 2013 10 Organisatie
Bijlagen: I Deelregeling Internationalisering Creatieve Industrie II Geraadpleegde bronnen III Aanbevelingen van ontwerpers en stakeholders uit het veld IV Lijst gesprekspartners V Advies Internationalisering Council Creatieve Industrie
stimuleringsfonds creatieve industrie internationalisering architectuur vormgeving e-cultuur p.o. box 29066 3001 gb rotterdam groothandelsgebouw ingang c, 5e etage weena 723, rotterdam +31 (0)10 436 16 00
[email protected] www.stimuleringsfonds.nl
Programma Internationalisering | Jaarplan 2013
1 / 10
stimuleringsfonds creatieve industrie
Programma Internationalisering Creatieve Industrie 2013-2016 Jaarplan 2013
In opdracht van de ministeries van OCW en BZ voert het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie in de periode 2013-2016 het Programma Internationalisering Creatieve Industrie (hierna te noemen: het programma internationaal) uit, gericht op de bevordering van de internationale reputatie en marktverruiming van de Nederlandse creatieve industrie op het gebied van architectuur, vormgeving en e-cultuur, inclusief de subdisciplines mode en gaming. Nederland beschikt over een zeer hoogwaardige creatieve industrie, die ondanks haar geringe omvang, erkend is als een van de negen topsectoren. Het is een internationaal opererende sector, die voor haar kennismigratie grotendeels selfsupporting is. De kleine binnenlandse markt en de blijvende afname van de binnenlandse vraag nopen echter tot een aanzienlijke verruiming van de buitenlandse markt. Kenmerkend voor de creatieve industrie is dat ze grotendeels bestaat uit kleine spelers. Voor het verkennen en veroveren van internationale markten is daarom een stevige gezamenlijke inspanning noodzakelijk. Het vermogen om strategische allianties te vormen is een van de sterke kenmerken van de Nederlandse creatieve industrie. Veel innovaties komen voort uit deze wisselende samenwerkingsverbanden tussen ondernemers, ontwerpers, makers, producenten, opdrachtgevers, kennisinstellingen en maatschappelijke partners. Daardoor ontstaan verrassende producten en diensten. Het gaat om meer dan Dutch Design, een omschrijving die vooral de aandacht vestigt op eindproducten. Het streven is om de ‘Dutch Approach’ te versterken; een werkwijze, waarin allianties van verschillende partners met behulp van kennis en creativiteit oplossingen genereren voor maatschappelijke vraagstukken. Deze werkwijze is op zichzelf een exportproduct, dat het imago van Nederland als innovatief en creatief land kan versterken. Om deze potenties productief te maken is het noodzakelijk om bovengenoemde samenwerking verder te stimuleren. Voor het welslagen van het programma internationaal is dit een belangrijke voorwaarde. Daarnaast zijn de actieve betrokkenheid van de buitenlandse posten en de afstemming van beleid en activiteiten in binnen- en buitenland tussen de ministeries van OCW, BZ en EZ een noodzakelijke voorwaarde. Hiervoor zal nog verder verkend moeten worden hoe het exportinstrumentarium dat EZ ter beschikking stelt voor de uitvoering van het programma internationaal in de praktijk kan bijdragen.
Programma Internationalisering | Jaarplan 2013
2 / 10
stimuleringsfonds creatieve industrie
1 Inleiding
Het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie heeft van de ministeries OCW en BZ de opdracht ontvangen om voor de periode 2013-2016 het programma internationaal op te zetten ter versterking van de buitenlandse marktpositie van Nederlandse ontwerpers en ontwerpsectoren binnen de disciplines architectuur, vormgeving, mode, gaming en e-cultuur (hierna te noemen: de creatieve industrie). Specifieke doelstellingen van het programma zijn: −− versterken van de internationale reputatie en het imago van de Nederlandse creatieve industrie −− de opbouw van structurele relaties en duurzame netwerken −− de uitbreiding van commerciële activiteiten Het programma internationaal stimuleert het gezamenlijk optrekken van ondernemers, ontwerpers en makers uit de creatieve industrie. Ter versterking van de internationale promotie wordt bovendien samengewerkt met andere topsectoren.
Het programma internationaal vormt een verbijzondering van de werkzaamheden van het Stimuleringsfonds, waarvan de missie als volgt omschreven is: De kwaliteit van de disciplines architectuur, vormgeving en e-cultuur bevorderen en vanuit een culturele invalshoek hun maatschappelijke en economische meerwaarde vergroten. Daarbij gaat het ook om de versterking van de sectoroverschrijdende aanpak en de samenwerking tussen private partijen, particulieren en overheid, zowel in Nederland als in het buitenland. 1 Internationalisering en samenwerking zijn als doelstelling opgenomen in de meeste subsidieregelingen van het Stimuleringsfonds. Maar de activiteiten die binnen het programma internationaal vallen, onderscheiden zich op de volgende punten van de reguliere internationale activiteiten die het Stimuleringsfonds ondersteunt: −− het richt zich vooral op marktverruiming: het koppelt een buitenlandse vraag aan het Nederlandse aanbod −− het profileert het onderscheidend vermogen van de Nederlandse creatieve industrie om oplossingen aan te reiken voor maatschappelijke en grootstedelijke vraagstukken −− het is gericht op een beperkt aantal specifieke (focus)landen/gebieden en een selectie van hotspots (beurzen, biënnales, festivals) −− het opereert in samenwerkingsverbanden van ondernemers, ontwerpers, makers, producenten en opdrachtgevers −− het vooronderstelt een gezamenlijke voorbereiding, evaluatie en terugkoppeling van internationale activiteiten De activiteiten leiden tot daadwerkelijke versterking van de internationale marktpositie van de creatieve industrie in de focuslanden. Bovendien draagt de profilering van Nederland als creatief en innovatief land bij aan de versterking van de internationale positie van de andere topsectoren.
1 Stimuleren cultuur maken/Remaking culture: beleidsplan 2013-2016, Stichting Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, 31 oktober 2012
Programma Internationalisering | Jaarplan 2013
3 / 10
stimuleringsfonds creatieve industrie
2 Opdracht Programma Internationalisering Creatieve Industrie
Het Topteam Creatieve Industrie beschrijft in de nota Grenzeloos creatief kapitaal een brede reeks aan initiatieven om de internationale marktkansen te verbeteren: 1 Versterken internationale ondernemersvaardigheden, onder meer binnen het onderwijs; 2 Vergroten van kennis (bij overheid en bedrijfsleven) over de buitenlandse vraag en markten en bevorderen van de export; 3 Versterken van strategische acquisitie van bedrijven, events en talent; 4 Nadrukkelijke inbreng en invloed van de Nederlandse creatieve industrie bij de agenda- en beleidsvorming in Europa en beter gebruik maken van Europese investeringsprogramma’s 5 Vergroten van inzicht in de kansen voor de creatieve industrie binnen ontwikkelingssamenwerking 1. Het Topteam vestigt expliciet de aandacht op de rol die het Stimuleringsfonds kan vervullen bij het vergroten van de kennis over de buitenlandse vraag en markten en het bevorderen van de export (punt 2). Ook dringt het Topteam aan op vraag gestuurd werken, focussen op specifieke thema’s (‘grand challenges,’ zie pagina 6) en een langetermijnstrategie. De buitenlandse posten dienen actief betrokken te zijn. Overeenkomstig de behoefte uit de sector creatieve industrie wordt het opstellen van een stevige reisagenda voor strategische handelsmissies (scripted missions) bepleit, evenals een sterke gezamenlijke branding (Holland Branding). Ook constateert het Topteam het belang van deelname aan grote events in binnen- en buitenland, zoals beurzen, festivals en biënnales voor profilering, professionalisering en marktverruiming. Het Stimuleringsfonds sluit met de uitvoering van het programma internationaal aan bij de agenda van het Topteam. Dit betreft de keuze van focuslanden/regio’s en hotspots, het formuleren van meerjarige thema’s waarin vraag en aanbod aan elkaar worden gekoppeld, het opstellen van reisagenda’s voor handelsmissies en het opzetten van samenwerkingsverbanden met andere topsectoren. Bovendien maakt het vergroten van de internationale ondernemersvaardigheden deel uit van het flankerend programma van het Stimuleringsfonds.
1 Grenzeloos Creatief Kapitaal, nota internationalisering, Topteam Creatieve Industrie, april 2012
Programma Internationalisering | Jaarplan 2013
4 / 10
stimuleringsfonds creatieve industrie
3 Internationaliseringsagenda Topteam en exportinstrumentarium EZ
Het programma internationaal vormt een vervolg op het DutchDFA-programma, dat met haar experimentele karakter de exportmogelijkheden in China, India, Turkije en Duitsland heeft verkend. Het programma zal in het vervolg de focus verleggen. Centraal staat dat het programma ten goede moet komen aan Nederlandse ontwerpers, makers, en producenten in de creatieve industrie. Deze focus is noodzakelijk, omdat: −− de economische situatie in Nederland voor een groot deel van de creatieve industrie sterk verslechterd is −− het budget is gedaald van € 3.000.000 naar € 2.000.000 op jaarbasis −− het werkterrein is verbreed Op basis van de belangrijkste aanbevelingen en aandachtspunten uit de door Berenschot verrichtte evaluatie van het DutchDFA-programma 1, de overdracht van het programmabureau DutchDFA, de uitkomsten van gesprekken (zie bijlage III en bijlage IV) met partijen uit het veld, brancheorganisaties, Topteam en Council Creatieve Industrie zijn de volgende uitgangspunten en ambities voor het vervolgprogramma geformuleerd: −− toegankelijkheid vergroten door uitvoering van een subsidieregeling binnen het programma −− transparantie in organisatie en besluitvorming −− samenwerking stimuleren tussen ondernemers, ontwerpers, makers, producenten en opdrachtgevers ter voorbereiding, uitvoering en evaluatie van internationale activiteiten: kennis en ervaring opbouwen en delen −− inzichtelijk maken van het totale beschikbare instrumentarium voor de exportbevordering van de Creatieve Industrie −− fungeren als aanspreekpunt voor internationaal ondernemen −− optimaal gebruik maken van Nederlandse ondernemers, ontwerpers, makers, en producenten voor het versterken van het imago, branding en experimenteren met nieuwe presentatievormen −− e-culture en gaming een volwaardige positie geven −− handhaven focus op beperkt aantal landen/regio’s −− selectie van de focusregio’s bepalen op basis van marktscans van de lokale vraag; aanwezigheid van een minimale infrastructuur en een lokaal netwerk; mix van nabije en verre markten; de expertise, ambitie en armslag van de Nederlandse buitenlandse vertegenwoordiging −− toevoegen van een aantal ‘hotspots,’ die als globale meeting en matchmaking points fungeren voor een of meerdere disciplines −− samenwerking met Het Nieuwe Instituut opzetten, onder andere in het kader van de statelijke presentaties −− samenwerking bevorderen met kennisinstituten, postennetwerken, en andere relevante partijen −− betrokkenheid Topteam en Council Creatieve Industrie productief maken, ondermeer door cross-overs met andere topsectoren tot stand te brengen (bijvoorbeeld bij strategische beurzen) −− voortzetting relevante projecten uit de DutchDFA-periode −− mogelijkheid opnemen om verkenningen uit te voeren naar exportmogelijkheden buiten de vastgestelde focuslanden/gebieden en hotspots
1 Eindevaluatie DutchDFA, Berenschot, 28 maart 2013
Programma Internationalisering | Jaarplan 2013
5 / 10
stimuleringsfonds creatieve industrie
4 Uitgangspunten en ambities
De volgende bronnen en partijen zijn geraadpleegd: −− de BZ scans (zie bijlage II), gemaakt op aanvraag van het Topteam Creatieve Industrie: Brazilië, India, Rusland, Turkije en de VS; aangevuld met een aantal door ambassades geïnitieerde adviezen (Duitsland/Italië) −− de evaluatie en overdracht van het DutchDFA-programma en gesprekken met coördinatoren van nog lopende projecten −− gesprekken met ontwerpers (incl. e-cultuur en gaming) en stakeholders (zie bijlage III) −− overleg en afstemming met het Topteam en de Dutch Creative Council −− overleg en afstemming met Het Nieuwe Instituut De gevoerde gesprekken met ontwerpers, makers, producenten en brancheorganisaties stemmen niet vanzelfsprekend overeen met de resultaten van de scans. Onderbelicht is de vraag van de game- en e-cultuurondernemers. Veelal gaat de voorkeur uit naar specifieke regio’s in plaats van landen. In Brazilië gaat de voorkeur uit naar Sao Paulo en in Turkije vooral naar Istanbul. De scan van de mogelijkheden in Rusland is te lezen als een negatief advies, dat ook nauwelijks gecorrigeerd is in de gevoerde gesprekken. Over de kansen in India zijn de meningen zeer verdeeld. En vanuit de e-cultuur komt de wens om de Verenigde Staten (Westkust) in overweging te nemen als focusregio in 2014. Gezien deze weinig eenduidige uitgangspositie is er veel draagvlak voor het initiatief om in 2013 te oogsten wat tot nu toe is voorbereid in de huidige focuslanden/ gebieden. De resultaten hiervan zullen meewegen in de beslissing om deze landen in 2014 al dan niet te handhaven. Vooral bij ondernemers, ontwerpers en makers bestaat een voorkeur om Europa als werkterrein toe te voegen. Dit omdat het een nabije markt is, men gezamenlijk (met andere Europese partijen) zou kunnen optrekken richting verre markten en gezien de mogelijkheden tot cofinanciering vanuit het Europese investeringsbeleid.
Hotspots Voor de keuze van hotspots is het noodzakelijk verder onderzoek te doen. Per sector kunnen internationaliseringsstrategieën immers verschillen. Ondernemers, ontwerpers en makers uit design, gaming en e-cultuur neigen ertoe de beurzen en festivals belangrijker te vinden voor internationale marktverruiming en uitwisseling, dan een langdurige, tijd- en geldverslindende focus op speciale landen of regio’s. Bij architecten, stedenbouwers en landschapsarchitecten lijkt juist langdurige aanwezigheid in specifieke landen een voorwaarde te zijn voor uitbreiding van het werkterrein. Ook zal nog nader onderzoek moeten worden gedaan naar de inhoudelijke thema’s van het programma; de keuze van deze thema’s kunnen bepalend zijn voor nieuwe hotspots in 2014. Voor 2013 hebben EZ en het Topteam de Salone del Mobile te Milaan en de Beijing Design Week tot ‘hotspots’ uitgeroepen. De beurs in Milaan is inmiddels afgerond en de veelsoortige voorbereidingen voor Beijing zijn in volle gang. Opdrachtgever van de Nederlandse presentatie is hier de afdeling EZ van de gemeente Amsterdam. Voor 2014 heeft het Topteam met EZ World Design Capital Cape Town 2014 en South by South West Interactive (Austin, Texas) als strategische beurzen vastgesteld. Vanuit de gamesector voert de Gamescom Keulen 2013 de top-tien van hotspots aan; deze is opgenomen in het programma.
Samenwerking met het Nieuwe Instituut De opdracht aan het Nieuwe Instituut is om samen te werken aan internationalisering, daar waar mogelijk en noodzakelijk binnen het programma internationalisering. Programma Internationalisering | Jaarplan 2013
6 / 10
stimuleringsfonds creatieve industrie
Keuze focuslanden/gebieden
Keuze voor thema’s en cross-overs De creatieve industrie is – door zijn eigen manier van innoveren en grote flexibiliteit – een innovatiemotor en een onmiskenbare aanjager van nieuwe producten en diensten. Andere economische en culturele sectoren, maar ook overheden en maatschappelijke organisaties, kunnen daarvan profiteren. Ook de grand challenges, de grote maatschappelijke uitdagingen waar Nederland en Europa voor staan – zoals de kosten van het zorgstelsel, de druk op pensioenen, duurzaamheid, mobiliteit, en de leefbaarheid en veiligheid van steden – vragen om creatieve oplossingen en nieuwe manieren van denken en handelen. Het Topteam pleit in deze context voor een sectorbreed internationaliseringprogramma, waarvan de resultaten kunnen worden versterkt door samenwerking met andere topsectoren en met activiteiten in de culturele sector. 1 In gesprekken met stakeholders, ondernemers, ontwerpers en makers komt vooral de typisch Nederlandse werkwijze als beste exportproduct naar voren: het vermogen om ‘design thinking’ toe te passen bij allerlei maatschappelijke opgaven. Gesproken wordt bijvoorbeeld over de Dutch Touch (in design) en de Dutch Approach (bij de integrale benadering van grootstedelijke vraagstukken). Thema’s die veel genoemd zijn: −− Grootstedelijke vraagstukken (Smart Cities, Smart Citizens/empowerment, civil society, integrale planning; publieke ruimte, woningbouw) −− Watermanagement −− Duurzaamheid/energievoorziening −− Gezondheid en welzijn −− Omgaan met demografische veranderingen −− Duurzame, veilige, gezonde voedselproductie −− Bio-economie In de loop van 2013 zullen, in nauw overleg met het veld en in afstemming met het Topteam en de Dutch Creative Council, enkele thema’s geselecteerd worden, die de basis vormen voor meerjarige, internationale trajecten.
1 Creatieve industrie in topvorm, advies Topteam Creatieve industrie, juni 2011
Programma Internationalisering | Jaarplan 2013
7 / 10
stimuleringsfonds creatieve industrie
In 2013 organiseert Het nieuwe Instituut programma’s voor de biënnales van São Paulo en Shenzhen, in 2014 voor de Biënnale van Venetië. De activiteiten betreffende Shenzhen maken deel uit van een uitgebreid China-programma, dat dit jaar wordt ontwikkeld.
Het Programma Internationalisering omvat een subsidieregeling (zie bijlage I) en een flankerend programma. De Deelregeling Internationalisering Creatieve Industrie staat in principe open voor deelname door alle ondernemers, ontwerpers, makers en producenten uit de creatieve industrie. Overige partijen, zoals culturele instellingen, onderwijsinstellingen en curatoren kunnen alleen gebruik maken van deze regeling, wanneer hun activiteiten in dienst staan van het vergroten van de kansen van ondernemers, ontwerpers, makers en producenten op de internationale markt. Bovendien kunnen zij geen subsidie aanvragen voor hun reguliere activiteiten. De subsidieregeling is gebaseerd op het Algemeen Subsidiereglement van het Stimuleringsfonds en valt in de uitvoering onder de Code Cultural Governance, die alle cultuurfondsen hanteren. Na elke subsidieronde wordt de besluitvorming geëvalueerd, waarbij zowel de inhoudelijke, de organisatorische als de financiële aspecten worden besproken. Jaarlijks vindt een publieke evaluatie plaats van de behaalde resultaten. De subsidieregeling biedt de mogelijkheid Open Calls uit te schrijven, bijvoorbeeld voor deelname aan handelsmissies, het opzetten van langjarige allianties rondom specifieke thema’s en gezamenlijke internationale presentaties en evenementen. Het werken met Open Calls, zoals vastgelegd in het Algemeen Subsidiereglement van het Stimuleringsfonds, heeft een aantal voordelen: −− bevordert onderlinge competitie −− mobiliseert nieuwe deelnemers en initiatieven −− biedt kansen voor een evenwichtig samengestelde selectie −− biedt mogelijkheden nieuwe thema’s te agenderen −− biedt mogelijkheid van getrapte financiële ondersteuning; (bijvoorbeeld startsubsidies voor het opzetten en voorbereiden van nieuwe allianties) −− biedt gestructureerde mogelijkheid tot coaching tijdens hele traject −− biedt optimale mogelijkheden voor het uitwerken van een communicatiestrategie in binnen- en buitenland In 2013 zijn twee subsidieronden gepland en vier Open Calls. De Calls richten zich op deelname aan het samenhangende China-programma, de biënnale van São Paulo, de Salone del Mobile in Milaan (2014) en South by South West Interactive (2014). De Calls voor Milaan en South by South West sluiten aan op de keuze van de Council Creatieve Industrie, die deze beurs en het festival aangewezen hebben als de strategische beurzen voor de creatieve industrie in 2014). Het flankerend beleid omvat activiteiten die de werking van het subsidie instrumentarium ondersteunen en aanvullen. Hiertoe behoren onder andere de organisatie van expertmeetings op het vlak van internationaal ondernemen in specifieke landen en/of sub disciplines, het mede initiëren van samenwerkingsverbanden tussen ontwerpers en producenten/opdrachtgevers en tussen topsectoren, onderzoek naar de keuze van nieuwe landen/regio’s en thema’s en de opzet en uitvoering van een communicatiestrategie. Onderdeel hiervan is het onderzoek naar het verbeteren van de aansluiting van het exportinstrumentarium van EZ voor internationalisering binnen de creatieve industrie.
Programma Internationalisering | Jaarplan 2013
8 / 10
stimuleringsfonds creatieve industrie
5 Subsidie instrumentarium
regeling
start
regio/hotspot
sectoren
uitvoering
ronde 1
juli
China, Duitsland, India, Istanbul
vormgeving e-culture architectuur
2013/2014
ronde 2
september
China, Duitsland, India, Istanbul
vormgeving e-culture architectuur
2013/2014
open call 1
juli
verkenningen
vormgeving e-cultuur
2013/2014
open call 2
juli
Salone di Mobile Milaan
vormgeving
april 2014
open call 3
september
South by South West Austin
e-cultuur
maart 2014
open call 4
september
World Design Capital Cape Town
vormgeving
voorjaar 2014
Programma Internationalisering | Jaarplan 2013
9 / 10
stimuleringsfonds creatieve industrie
6 Overzicht programma 2013
De programmamanager internationaal stelt in samenwerking met de directie van het Stimuleringsfonds de jaarplannen op en stemt deze af met ondermeer het Topteam, vertegenwoordigers van de brancheorganisaties (BNO/BNA/BNI/Modint/Dutch Games Association, Dutchpack, APCI), de Dutch Creative Council, de Federatie Creatieve Industrie en AgentschapNL. Deze consultatie is aanvullend op het direct onderhouden van contacten met ondernemers, ontwerpers, makers, producenten en opdrachtgevers in de creatieve industrie. Het jaarplan en de begroting voor het programma internationaal maken deel uit van de Jaarplannen van het Stimuleringsfonds. Deze worden jaarlijks ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Toezicht. De programmamanager is tevens verantwoordelijk voor het opstellen en uitvoeren van een efficiënte en effectieve communicatiestrategie en stemt deze af met het hoofd communicatie van het Stimuleringsfonds. Bovendien initieert en/of organiseert de programmamanager activiteiten en bijeenkomsten die nodig zijn ter ondersteuning van het programma internationaal. De programmamanager maakt deel uit van de staf van het Stimuleringsfonds en rapporteert aan de directie. Voor de uitvoering van de subsidieregeling wordt een secretaris benoemd. Uitvoering van de subsidieregeling valt onder verantwoordelijkheid van het hoofd subsidies. Voor advisering over aanvragen wordt een adviescommissie samengesteld uit ondernemers, ontwerpers en makers met ondernemende en internationale expertise. Hieraan kunnen per land eventueel specialisten worden toegevoegd. Een ervaren, onafhankelijk voorzitter, geeft leiding aan de vergadering van de adviescommissie. Het adviesorgaan adviseert het bestuur van het Stimuleringsfonds.
Programma Internationalisering | Jaarplan 2013
10 / 10
stimuleringsfonds creatieve industrie
7 Organisatie