Proeftuinen Intelligente Netten >> Als het gaat om energie en klimaat
Inhoudsopgave Introductie 3 Subsidieregeling Proeftuinen intelligente netten
4
Voorwaarden en beoordelingscriteria
5
Beoordelingscriteria voor uw aanvraag
6
Subsidiebedragen en uw projectkosten1 7 Wat valt niet meer onder ontwikkeling?
8
De aanvraagprocedure in zes stappen
9
Onderdelen van de subsidieaanvraag
10
Als uw project subsidie krijgt toegekend
11
Bijlage 1: CO2-equivalenten 12 Bijlage 2: Verklarende woordenlijst
2 | Handleiding - Proeftuinen Intelligente Netten
13
Introductie Het realiseren van proeftuinen is de belangrijkste aanbeveling van de Taskforce Intelligente Netten, die in juli 2010 zijn visie heeft gegeven in het discussiedocument 'Op weg naar Intelligente Netten in Nederland'. Specifiek voor de proeftuinen intelligente netten is in 2011 een budget van € 16 miljoen beschikbaar. Afbakening De term ‘intelligente netten’ is een overkoepelend begrip dat verschillende ontwikkelingen rond de energie-infrastructuur omvat (veelal elektriciteitsnetten, van het hoogspanningsnet tot en met het laagspanningsnet in de wijk en de energietoepassingen bij de consument). De kern van het begrip 'intelligent net' is het ontstaan van tweerichtingsverkeer van energie tussen producenten en gebruikers, en tussen gebruikers onderling. Dit is mogelijk door het toevoegen van informatietechnologie aan de energie-infrastructuur. Hierdoor ontstaan meer keuzemogelijkheden voor gebruikers en kunnen nieuwe partijen toetreden tot de energiemarkt. Met intelligente netten (‘smart grids’) ontwikkelen zich geheel nieuwe perspectieven voor de energievoorziening. Er ontstaan mogelijkheden om decentrale opwekking van energie en opslag van energie - zoals bij elektrische auto's - beter in te passen en gebruikers te betrekken bij het flexibel maken van het energiesysteem. Dit leidt tot nieuwe diensten en producten. Bovendien wordt de passieve consument een actieve consument of tegelijkertijd een kleine producent. Daarmee is het mogelijk om investeringen in infrastructuur te beperken of uit te stellen en de betrouwbaarheid beter te borgen. Het gebied omvat verschillende soorten technologie (vermogenselektronica in de netten en bij de gebruikers, ICT gerelateerd aan vermogenselektronica, overkoepelende ICT-systemen). Minstens zo belangrijk als de verandering in de technologie is echter de verandering in de rollen van gebruikers (die ‘prosumers’ worden), energieleveranciers, leveranciers van energiediensten, toeleveranciers en netbeheerders. Proeftuinen voor intelligente netten kunnen een belangrijke rol vervullen. Er is behoefte aan ten minste vijf en maximaal tien verschillende proeftuinen, op het niveau van een woonwijk, stadscentrum, industrieterrein, kantorenomgeving, combinaties met één of meer kassen of andere lokale combinaties.
3 | Handleiding - Proeftuinen Intelligente Netten
Subsidieregeling Proeftuinen intelligente netten Meer informatie over het type proeftuinen waaraan behoefte is, vindt u in de bijlage bij de subsidieregeling. Deze staat op onze website: www.agentschapnl.nl/intelligentenetten.
Bij de proeftuinen voor intelligente netten gaat het primair om investeringsprojecten met een voor Nederland nieuwe of vernieuwende technologie, functie, aanpak, samenwerking of een nieuw of vernieuwend systeem. Het kan ook gaan om een combinatie hiervan. Het doel is om ondernemers samen met andere partijen in staat te stellen om in een realistische gebruiksomgeving te leren over de mogelijkheden van intelligente toepassingen die optimaal kunnen bijdragen aan de realisatie van belangrijke maatschappelijke baten. Het gaat om projecten met een technisch, economisch en/of maatschappelijk risico. Is er in het buitenland al ervaring opgedaan met een soortgelijke proeftuin? Dan moet u aantonen waarom het nodig is om deze proeftuin ook in Nederland op te zetten. In de proeftuinen staat leren centraal. De onderstaande tabel geeft een overzicht van een aantal intelligente toepassingen en effecten daarvan. Het doel is om zo veel mogelijk van de genoemde toepassingen en effecten in de tender aan bod te laten komen. In een proeftuin worden voor een lokaal energiesysteem leerervaringen opgedaan over wat werkt, wat juist niet werkt en wat iets oplevert. Bijvoorbeeld: 1 of intelligente toepassingen, waaronder decentrale energiebronnen, op grotere schaal en in combinatie met elkaar zijn te integreren in de energievoorziening; 2 hoe verschillende partijen gezamenlijk intelligente toepassingen kunnen realiseren met behulp van intelligente netten, zodat een economisch voordeel ontstaat en natuurlijk een bijdrage wordt geleverd aan een duurzame energievoorziening; 3 welke nieuwe functionaliteiten (via nieuwe diensten en producten) een slim lokaal energiesysteem kan bieden en wat de meerwaarde hiervan is voor eindgebruikers; 4 hoe eindgebruikers geïnteresseerd raken of zelfs actief meedoen in een of meer intelligente energietoepassingen met ondersteuning van intelligente netten; 5 welke ruimte wet- en regelgeving biedt en op welke gebieden behoefte is aan nieuwe standaarden.
Tabel 1 (onder) toont een aantal intelligente toepassingen en effecten. Ook andere (combinaties van) intelligente toepassingen met hulp van intelligente netten zijn denkbaar. Zoals: • aggregeren, virtueel bundelen van opwekkers, gebruikers en/of opslag van energie; • leveren van en factureren voor producten en diensten in de energievoorzieningsketen; • combinaties van toepassingen op grotere schaal: woningen, woonwijken, bedrijventerreinen, gebieden; • aansluiting op en integratie van (duurzame) opwekkers, gebruikers en opslag in de energievoorziening; • vraagsturing; • onderhoud en bedrijfsvoering van energienetten en andere energie-installaties; • toepassing van energienetten op kleinere of grotere schaal; • meting en registratie van energie en vermogens; • handhaven en/of verbeteren van kwaliteit van energie; • balanceren over de energiedragers heen (gas, warmte, elektriciteit).
Laat uw projectidee eerst toetsen! U kunt uw aanvraag voor een proeftuin intelligente netten indienen bij Agentschap NL. Niet alle aanvragen voor proeftuinen komen echter in aanmerking voor subsidie. Daarom raden wij u aan om niet meteen het aanvraagformulier in te vullen en uw projectplan op te stellen, maar eerst uw projectidee aan ons voor te leggen via het projectideeformulier. Na onze analyse krijgt u duidelijke aanbevelingen en kunt u snel beoordelen of het zinvol is een subsidieaanvraag in te dienen. Alle informatie die u verstrekt, behandelen we vertrouwelijk. Kijk op www.agentschapnl.nl/ intelligentenetten voor meer informatie over deze dienst. Op deze website vindt u ook het projectideeformulier.
Tabel 1: Effecten van intelligente toepassingen Effecten: Intelligente toepassingen
Energiebesparing
Optimale afstemming vraag/aanbod
Besparing op netinvestering
Vergroten marktparticipatie
Energiegedrag huishouden Energiegedrag bedrijf e-auto laden Warmtepompen HRe-ketel Zon-PV/wind
4 | Handleiding - Proeftuinen Intelligente Netten
Nieuwe dienst of product
Flexibiliteit en beperken reservevermogen
Voorwaarden en beoordelingscriteria Voor de regeling Proeftuinen intelligente netten geldt een aantal voorwaarden. Als u in aanmerking wilt komen voor subsidie, is het belangrijk dat u hier rekening mee houdt. Hieronder vindt u de belangrijkste voorwaarden op een rijtje. • Alleen samenwerkingsverbanden waarbij een ondernemer de rol van penvoerder vervult, kunnen een aanvraag indienen. Samenwerken wil zeggen dat de deelnemers ook voor eigen rekening en risico aan de proeftuin deelnemen. • Het project wordt uitgevoerd in Nederland en de subsidieontvanger is gevestigd in Nederland. • Een proeftuinproject duurt maximaal drie jaar en begint uiterlijk zes maanden na de beschikking. • Uw project is primair een demonstratieproject waarin u investeert. Alleen wanneer de activiteiten niet onder de genoemde kostenposten vallen, kunt u gebruikmaken van de categorieën onderzoek en ontwikkeling. • Een buitenlandse deelnemer mag meewerken aan uw project, maar de kosten van deze deelnemer zijn dan niet subsidiabel. Kosten van buitenlandse partijen die als derden optreden, zijn wel subsidiabel. • Heeft uw project al subsidie ontvangen van een bestuursorgaan of de Europese Commissie? Dan wordt dat bedrag in principe afgetrokken van de subsidie of subsidiabele kosten die u via de regeling Proeftuinen intelligente netten kunt krijgen. Neem contact op met Agentschap NL om te horen wat dit voor uw situatie betekent. • Projectkosten die u heeft gemaakt voordat u de aanvraag indiende, worden niet vergoed. Deze kosten houden we bij de verlening van de subsidie buiten beschouwing. We doelen hierbij ook op kosten die nog niet betaald zijn, maar waarvoor wel al verplichtingen zijn aangegaan.
Afwijzingsgronden In de onderstaande gevallen wordt uw projectvoorstel in ieder geval afgewezen: • Het is niet aannemelijk dat de proeftuin binnen drie jaar wordt voltooid. • Er bestaat gegronde vrees dat de betrokkenen het project niet kunnen financieren of er is onvoldoende vertrouwen in de capaciteiten van de betrokkenen. • Het project draagt niet genoeg bij aan de doelstellingen van de regeling Proeftuinen intelligente netten. Dit is bijvoorbeeld aan de orde als het onvoldoende bijdraagt aan het verwerven van kennis over de mogelijkheden van intelligente toepassingen rondom het elektriciteitsnet. • Er is onvoldoende vertrouwen in de technische en economische haalbaarheid van het project. • De verwachte resultaten dragen onvoldoende bij aan de verduurzaming van de Nederlandse energiehuishouding, mede gelet op het herhalingspotentieel. • De proeftuin is onvoldoende innovatief. De internationale stand van de techniek/kennis vormt hierbij de referentie. • Er is onvoldoende vertrouwen in de doelmatigheid en doeltreffendheid van het project. • Er zijn onvoldoende positieve gevolgen voor de Nederlandse economie te verwachten. • De toe te kennen subsidie bedraagt minder dan € 125.000.
5 | Handleiding - Proeftuinen Intelligente Netten
Beoordelingscriteria voor uw aanvraag Bij de beoordeling van uw aanvraag voor een proeftuin intelligente netten staan vier criteria centraal: • innovatie; • duurzaamheid; • projectorganisatie; • economisch perspectief.
Omdat er gezocht wordt naar proeftuinen met verschillen in focus, houdt de adviescommissie bij de rangschikking van projecten ook rekening met een evenwichtige spreiding van de te subsidiëren projecten over de in tabel 1 (pag. 4) genoemde toepassingen en effecten. Criterium 1 – Innovatie Dit criterium houdt in dat het moet gaan om een innovatie op het gebied van producten, processen, diensten, marktinrichting, samenwerking of combinaties van intelligente toepassingen. De stand van de techniek/kennis, internationaal gezien, is daarbij de maatstaf. Hoe meer sprake er is van vernieuwing, hoe groter de bijdrage aan de doelstelling. Dit alles bezien in het spectrum van marginale technische en organisatorische verbetering tot een technologische of organisatorische doorbraak. Ook wezenlijke vernieuwingen of wezenlijk nieuwe toepassingen van bestaande producten, processen of diensten zijn aan te merken als innovaties. Wel geldt dat de technische, economische en/of maatschappelijke risico's die aan een project verbonden zijn beheersbaar moeten zijn. Criterium 2 – Duurzaamheid Uw project draagt bij aan verduurzaming van de Nederlandse energiehuishouding. Hierbij geldt dat energiehuishouding breder is dan energievoorziening. Het gaat om de hele keten: van bron, via conversie en infrastructuur tot het gebruik van schone, betrouwbare en betaalbare energie. Bij de beoordeling letten we ook op internationale energie- of CO2-reductie, eventuele andere duurzaamheidseffecten en op het herhalingspotentieel. We beoordelen uw aanvraag op de besparing van primaire energie (in PJ per jaar) en de besparing van CO2-emissie (equivalent) per jaar die optreden als gevolg van het project of die mogelijk gemaakt worden door de projectresultaten. Dit wordt afgezet tegen het subsidiebedrag dat u voor het project aanvraagt. Bovendien beoordelen we op het herhalingspotentieel in Nederland binnen vijf jaar na implementatie. Criterium 3 – Projectorganisatie Uw project is doelmatig, doeltreffend en kwalitatief goed opgezet. We beoordelen op een goede verhouding tussen het aantal deelnemers en de omvang van het project, een realistische tijdsplanning en de organisatie van het project. Relevante capaciteiten van deelnemers, de gezamenlijke inhoudelijke
aanpak, economische benutting van de projectresultaten en de visie op samenwerking spelen hierbij een rol. Het is positief als u bij uw project alle partijen betrekt die nodig zijn om het resultaat naderhand verder op de markt te introduceren. Denk hierbij zeker ook aan een afnemer. Criterium 4 – Economisch perspectief In het kader van het economisch perspectief wordt onder meer beoordeeld in hoeverre het beoogde projectresultaat economische waarde creëert in Nederland. Deze economische waarde kan het gevolg zijn van opbrengsten en/of kostenvoordelen die de betrokken ondernemingen of andere in Nederland gevestigde ondernemingen kunnen realiseren in het verlengde van de projectresultaten. Opbrengsten uit export vallen hier ook onder. De verwachte schaalbaarheid van de toepassing wordt hier dus meegewogen. Bij de beoordeling van de economische waarde die u creëert, wordt gekeken naar een termijn van minimaal vijf jaar na marktintroductie/implementatie. Ook de aangevraagde subsidie weegt mee in de beoordeling. Voor het economisch perspectief is het van belang dat u de economische waarde, de slaagkans en het herhalingspotentieel van het project onderbouwt. De verwachtingen moeten uiteraard gerechtvaardigd zijn en goed onderbouwd worden in een beknopt ondernemingsplan. Het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie vindt het belangrijk dat hieruit een strategische visie op de verdere vermarkting van de projectresultaten blijkt. In de strategische visie beschrijft u welke activiteiten u tijdens en na het project uitvoert om sociale, juridische en commerciële belemmeringen weg te nemen en een succesvolle marktintroductie te realiseren. Maak hierbij ook de beheersbaarheid van de commerciële risico’s inzichtelijk, want het is belangrijk dat het project een reële kans van slagen heeft. Bij de strategische visie draait het om aspecten die de slaagkans en het herhalingspotentieel en daarmee het economische perspectief vergroten, zoals: • betrokkenheid van en draagvlak onder eindgebruikers (consumenten, bedrijven) bij de voorbereiding en de uitvoering; • de schaalbaarheid van het project (schaalgrootte en/of locatie); • (rechtvaardige) verdeling van kosten en baten; • het delen van leerervaringen over de proeftuinen heen; • het delen van leerervaringen of het uitvoeren van activiteiten met buitenlandse deelnemers; • bijdragen aan de ontwikkeling van standaardisatie en interoperabiliteit; • inzichten in en oplossingen voor wet- en regelgeving en bijhorende gedragsaspecten; • het inbedden van nieuwe leerervaringen uit de proeftuinen in R&D-agenda’s; • het communicatieplan.
6 | Handleiding - Proeftuinen Intelligente Netten
Subsidiebedragen en uw projectkosten1 Hoeveel subsidie kunt u ontvangen? U kunt per project maximaal € 4.000.000 subsidie krijgen. Voor 40 procent van de meerkosten van het demonstratieproject ontvangt u subsidie (zie volgende paragraaf ). Ondernemingen in het mkb krijgen 10 procent extra subsidie, berekend over de kosten die in aanmerking komen voor subsidie. De voorschotten voor alle deelnemers gaan automatisch naar de penvoerder, die het subsidiebedrag vervolgens verdeelt onder de deelnemers. Uw project is primair een demonstratieproject. Alleen wanneer activiteiten niet onder de bij demonstratieprojecten behorende subsidiabele kosten vallen, kunt u gebruikmaken van de categorieën industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling (zie kader). Dit kan bijvoorbeeld nodig zijn voor (financiële) diensten of voor proeftuinen waarin zijdelings nog aan onderzoek en ontwikkeling gewerkt wordt. Fundamenteel onderzoek is niet subsidiabel. U kunt ook geen gebruik maken van de subsidiabele kosten van een demonstratieproject als u gedurende de looptijd van het project geen aantoonbare duurzaamheidsbijdrage realiseert. In dit geval kunt u eveneens nagaan of de categorieën industrieel onderzoek en/of experimentele ontwikkeling op uw project van toepassing zijn. Bij een demonstratieproject gaat het om het in een realistische gebruiksomgeving aantonen van het functioneren van een, voor Nederland, eerste toepassing van een nieuwe of vernieuwende technologie, functie (met bestaande technologie), aanpak of een nieuw of vernieuwend systeem. Het kan ook gaan om een toepassing van een combinatie van nieuwe en bestaande technologie en een (nieuwe) aanpak van de maatschappelijke, niettechnologische factoren die een rol spelen. Het gaat om projecten met een maatschappelijk, technisch of economisch risico. Voor welke kosten kunt u subsidie krijgen? U kunt subsidie krijgen voor de extra investeringskosten van de proeftuin, ook wel meerkosten genoemd, ten opzichte van de gangbare technologie. Dit zijn de investeringskosten van het project min de referentiekosten, extra opbrengsten en voordelen in de eerste vijf jaar van de gebruiksduur. Als de btw voor u niet aftrekbaar is, gaan we bij subsidieverstrekking uit van de kosten inclusief omzetbelasting. Referentiekosten zijn kosten voor een investering in voor Nederland gangbare systemen, apparaten of technieken die in technisch opzicht vergelijkbaar zijn met in Nederland uit te voeren projecten, maar waarmee niet hetzelfde niveau van milieubescherming te bereiken is als met het uit te voeren project.
Dit betekent bijvoorbeeld dat de investeringskosten om energie netten, energietoepassingen en/of de bredere energievoorziening met elkaar te integreren, op elkaar af te stemmen en aan elkaar diensten te laten leveren, wel subsidiabel zijn. Kosten voor het alleen aansluiten van energietoepassingen op de energie voorziening zijn niet subsidiabel, net zomin als de kosten voor gangbare technologieën zoals PV-panelen, warmtepompen, huishoudelijke apparaten, elektrische voertuigen, microwarmtekrachteenheden, boilers, windturbines en eenheden voor energieopslag. Investeringskosten zijn: • kosten van verwerving of op andere titel dan verwerving in gebruik verkregen bedrijfsterreinen; • kosten van verwerving, huurkoop of lease van bedrijfsgebouwen en daartoe te rekenen centrale voorzieningen; • kosten van aangeschafte machines en apparatuur; • kosten van verbruikte materialen en hulpmiddelen; • kosten van onderhoud en inspectie, administratie en beheer, ontmanteling, onvoorziene reparaties, verplichte milieumonitoring en verzekeringen; • kosten van het geleidelijk opstarten en in gebruik nemen van het project en daartoe te rekenen productiekosten; • kosten van tenaamstelling, verwerving en instandhouding van rechten van intellectueel eigendom; • aan derden verschuldigde kosten.
Alleen als uw activiteiten niet onder de kostenposten van demonstratieprojecten vallen, kunt u kijken of u in aanmerking komt voor de categorieën industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling. • Bij industrieel onderzoek doet u nieuwe technische en wetenschappelijke kennis op met het doel deze te gebruiken bij de ontwikkeling van een nieuw product, proces of een nieuwe dienst, of om bestaande producten, processen of diensten aanmerkelijk te verbeteren. Die kennis is deel van het resultaat van het project. U krijgt subsidie voor 50 procent van de kosten (mkb: + 10 procent). • Experimentele ontwikkeling staat dichter bij de markt en gaat over het omzetten van industrieel onderzoek in plannen, schema's of ontwerpen. Binnen ontwikkeling valt de fabricage van een eerste prototype. Voor de kosten van de experimentele ontwikkeling en het testen van uw product, proces of dienst kunt u subsidie krijgen, voor zover deze activiteiten niet voor industriële toepassing of commerciële exploitatie te gebruiken of geschikt te maken zijn. U krijgt subsidie voor 25 procent van de kosten (mkb: + 10 procent).
1 Dit is een samenvatting van artikel 11-14a van het Kaderbesluit EZ subsidies De regelingsteksten zoals gepubliceerd in de Staatscourant zijn echter leidend.
7 | Handleiding - Proeftuinen Intelligente Netten
Wat valt niet meer onder ontwikkeling? U mag een product, proces of dienst niet geschikt maken voor commerciële exploitatie. Ook routinematige of periodieke wijzigingen van bestaande producten, productielijnen, fabricageprocessen of diensten zijn niet toegestaan, ook niet als het om verbeteringen gaat. Is er toch sprake van commercieel gebruik van demonstratieof proefprojecten? Dan brengen wij de eventuele inkomsten die hieruit voortvloeien in mindering op de subsidie. Kosten die bij industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling in aanmerking komen voor subsidie zijn: • loonkosten, waarbij de volgende methodieken worden geaccepteerd: -- integrale kostensystematiek (kijk voor de voorwaarden op www.agentschapnl.nl/subsidiespelregels); -- loonkosten + 50 procent opslagsystematiek; -- vast uurtarief van € 60,00. • kosten van aangeschafte machines en apparatuur; • kosten van verbruikte materialen en hulpmiddelen; • kosten van uitbesteding (kosten derden).
Tabel 2: De belangrijkste kenmerken van de regeling
Projectkenmerk
Proeftuinen intelligente netten
Resultaat regeling
Ten minste vijf en maximaal tien verschillende proeftuinen (op het niveau van een woonwijk, stadscentrum, industrieterrein, kantorenomgeving, etc.) waarin leerervaringen worden opgedaan met intelligente toepassingen in de energie-infrastructuur.
Beoordelingscriteria
Vier criteria: innovatie, duurzaamheid, projectorganisatie en economisch perspectief. De adviescommissie houdt bij de rangschikking van projecten ook rekening met een evenwichtige spreiding van de te subsidiëren projecten over de in bovenstaande tabel 1 genoemde toepassingen en effecten.
Maximale looptijd
Drie jaar.
Aanvang
Binnen zes maanden nadat de subsidie verleend is.
Maximaal subsidiebedrag
€ 4 miljoen per project.
Subsidiepercentages
40 procent van de meerkosten ten opzichte van de referentie-investering.
Toeslag
10 procent voor aanvragers (en deelnemers) in het mkb.
Voorschotten
Automatisch per kwartaal.
Aanvrager/penvoerder Ondernemer. Samenwerking
Minimaal 1 Nederlandse deelnemer* verplicht.
Samenwerking internationaal
Een buitenlandse deelnemer mag meedoen, maar de kosten van deze deelnemer zijn niet subsidiabel. Kosten van buitenlandse partijen die als derden** optreden, zijn wel subsidiabel.
* Deelnemer: neemt voor eigen rekening en risico deel in het project. ** Derde: voert werkzaamheden uit in opdracht en voor rekening en risico van de aanvrager of een deelnemer.
8 | Handleiding - Proeftuinen Intelligente Netten
De aanvraagprocedure in zes stappen Stap 1 – Benader Agentschap NL met een projectidee U heeft een innovatief idee op het gebied van energie, maar u weet niet of het voor subsidie in aanmerking komt? Dan is het verstandig om uw projectidee voor te leggen aan Agentschap NL voordat u het aanvraagformulier invult en een projectplan opstelt. Stap 2 – Dien uw subsidieaanvraag in U kunt een subsidieaanvraag indienen tijdens de openstellingstermijn. Een subsidieaanvraag bestaat uit een aanvraagformulier en de benodigde bijlagen, zoals een projectplan en een begroting. Sla het projectplan op als Word-document en de begroting als Excel-bestand en dien uw subsidieaanvraag bij voorkeur in via www.agentschapnl.nl/ediensten. Maar u kunt uw aanvraag ook opsturen of persoonlijk afgeven aan de balie bij Agentschap NL in Utrecht of een van onze andere vestigingen. Als u uw aanvraag schriftelijk indient, ontvangen we graag twee extra kopieën (enkelzijdig en losbladig) plus een cd-rom of e-mail (maximaal 7 MB) met de bestanden.
In deze fase controleren we ook de projectbegrotingen. Het komt regelmatig voor dat we begrotingen bijstellen op een aantal onderdelen. Ingrijpende correcties bespreken we vooraf met u. Stap 6 – Uitsluitsel over toekenning of afwijzing De beoordeling van en berichtgeving over uw aanvraag nemen maximaal dertien weken in beslag. U hoort dan ook binnen dertien weken na de sluiting van de tender van ons of uw aanvraag is toegekend of afgewezen.
Een overzicht van de openstellingstermijnen met de bijbehorende sluitingsdata vindt u op www.agentschapnl.nl/intelligentenetten. Zorg ervoor dat uw aanvraag voor 17.00 uur op de sluitingsdatum binnen is bij Agentschap NL. Dit geldt ook als u de aanvraag per post verstuurt. Wij adviseren u dringend om uw aanvraag ruim op tijd in te dienen. Stap 3 – Is uw aanvraag volledig? Bij ontvangst van uw aanvraag controleren wij of deze aan alle formele voorwaarden voldoet. Als dit het geval is, nemen we uw aanvraag in behandeling. Stap 4 – Toetsing aan de vereisten Vervolgens toetsen wij of uw aanvraag voldoet aan de vereisten van de regeling. Is dit het geval, dan komt uw project in aanmerking voor beoordeling. Als uw aanvraag niet aan de vereisten voldoet, wordt deze afgewezen. Stap 5 – Beoordeling van de aanvraag We leggen de proeftuinprojecten voor aan de adviescommissie van de regeling. Die beoordeelt ze aan de hand van de vier criteria: innovatie, duurzaamheid, projectorganisatie en economisch perspectief. Alle projecten krijgen hiervoor een score, waarbij elk criterium even zwaar weegt. De projecten worden vervolgens gerangschikt op totaalscore. Volgens deze rangschikking kennen we subsidie toe, totdat het budget op is. Bij de beoordeling wordt gekeken naar een evenwichtige spreiding van de te subsidiëren projecten over de in tabel 1 (pag. 4) genoemde toepassingen en effecten.
9 | Handleiding - Proeftuinen Intelligente Netten
Onderdelen van de subsidieaanvraag Wij kunnen projecten alleen inhoudelijk en financieel beoordelen als u de subsidieaanvraag compleet aanlevert, dus inclusief alle onderdelen. Het is belangrijk dat alle projectplannen en begrotingen op dezelfde manier zijn opgesteld. Maak daarom gebruik van de modellen voor het aanvraagformulier, deelnemersformulier, projectplan en de begroting. Deze modellen kunt u downloaden via www.agentschapnl.nl/intelligentenetten of opvragen bij Agentschap NL. Een subsidieaanvraag bestaat uit: • het aanvraagformulier; • Bijlage 1: Deelnemersformulier (voor iedere deelnemer); • Bijlage 2: Projectplan; • Bijlage 3: Begroting; • Bijlage 4: Overige bijlage(n). Het aanvraagformulier Het aanvraagformulier is het eerste officiële stuk van de aanvraag. Hierop staan de gegevens van de aanvrager (penvoerder) en van de projectdeelnemers. De penvoerder ondertekent het formulier. Het aanvraagformulier is alleen rechtsgeldig als het ondertekend is door iemand die tekeningsbevoegd is of daarvoor gemachtigd is via een apart bijgevoegde machtiging. Op het aanvraagformulier vindt u een toelichting bij de in te vullen velden. Alle correspondentie die op uw subsidieaanvraag volgt, stuurt Agentschap NL naar de penvoerder. Samenwerking Omdat u het project gezamenlijk uitvoert, is het belangrijk dat u goede afspraken maakt. Als u subsidie krijgt toegekend, adviseren wij u een samenwerkingsovereenkomst op te stellen met daarin de rechten, plichten en aansprakelijkheden van alle betrokkenen. Regel dit tijdig, want bij de verlening van de projectaanvraag letten we erop dat de in het projectplan omschreven activiteiten ook daadwerkelijk door de genoemde partij uitgevoerd worden. Als er tijdens de samenwerking problemen ontstaan, is het handig als u kunt terugvallen op de gemaakte afspraken. Wij adviseren u om de volgende punten in de samenwerkingsovereenkomst op te nemen: • de deelnemers in het samenwerkingsverband; • de doelstelling van de samenwerking; • de manier waarop u samenwerkt; • de duur van de samenwerking; • de onderlinge verdeling van kosten en risico’s; • de onderlinge verdeling van de subsidie; • de onderlinge verdeling van de intellectueeleigendomsrechten (verplicht als een van overheidswege gefinancierde onderzoeksorganisatie deel uitmaakt van het samenwerkingsverband).
Bijlage 1: Deelnemersformulier Een samenwerkingsverband is verplicht. Op het deelnemersformulier vult u daarom de gegevens van alle deelnemers in. Iedere deelnemer ondertekent dit formulier en machtigt hiermee de penvoerder voor de subsidieaanvraag en verdere correspondentie hierover. Deze ondertekening is ook een verklaring dat er een samenwerkingsovereenkomst of uitbestedingovereenkomst komt als het project subsidie krijgt toegekend. Bijlage 2: Projectplan De inhoudelijke beoordeling van uw subsidieaanvraag gebeurt op basis van het projectplan. Dit plan moet een gedetailleerd beeld geven van het project. Maak voor het opstellen hiervan gebruik van het modelprojectplan, te vinden op www.agentschapnl.nl/intelligentenetten. Een projectplan telt maximaal dertig pagina's. Wij adviseren u om uw projectidee te bespreken met een adviseur van Agentschap NL, voordat u een aanvraag indient. Bijlage 3: Begroting Op www.agentschapnl.nl/intelligentenetten vindt u een begrotingsmodel. Hierin vermeldt u niet alleen de kosten van uw project, maar u zorgt er ook voor dat ze aannemelijk zijn. Dit kunt u doen door in de begroting een onderbouwing te geven en bijvoorbeeld offertes bij te voegen. Het is belangrijk dat u in ieder geval voldoet aan de volgende verplichtingen: • Stuur van alle deelnemers een begroting op. • Geef de meerkosten van de investering ten opzichte van de referentiesituatie op. • Alleen als uw activiteiten en kosten niet in de voorgaande categorie passen: geef de kosten voor onderzoek en ontwikkeling apart aan. Voor onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten gelden verschillende subsidiepercentages. Overleg hierover vooraf met Agentschap NL om discussies achteraf te voorkomen. • De penvoerder geeft een samenvatting van de totale projectkosten. Bijlage 4: Overige bijlagen Wij raden u aan om stukken die belangrijk zijn voor het project ter onderbouwing mee te sturen. Denk bijvoorbeeld aan: • offertes; • toezeggingen van de bank; • uitbestedingsovereenkomsten; • een ‘letter of intent’ (bij een buitenlandse deelnemer); • de samenwerkingsovereenkomst.
10 | Handleiding - Proeftuinen Intelligente Netten
Als uw project subsidie krijgt toegekend Als de aanvraagprocedure positief is verlopen en uw project subsidie krijgt toegekend, ontvangt u hiervan schriftelijk bericht in de vorm van een beschikking. Hierin staat hoeveel subsidie u krijgt, welke voorwaarden er mogelijk nog gelden en aan welke bepalingen u moet voldoen. U ontvangt het subsidiebedrag in delen. Aanvragers en deelnemers krijgen automatisch een voorschot binnen twee weken na aanvang van de activiteiten. U krijgt dan 90 procent van het bedrag waarvoor u dat kwartaal maximaal in aanmerking komt. Vervolgens krijgt u twee weken na de start van een nieuw kwartaal (14 januari, 14 april, 14 juli, 14 oktober) weer een voorschot, op dezelfde manier. Het totaal van de voorschotten bedraagt maximaal 90 procent van de subsidie. De laatste 10 procent van het subsidiebedrag wordt pas na afsluiting en bij vaststelling van het project uitbetaald. Als het project vertraging oploopt, heeft Agentschap NL het recht om de voorschotten op te schorten. Houd er rekening mee dat u aan een aantal verplichtingen moet voldoen als uw project subsidie krijgt. De belangrijkste zijn: U houdt een juiste projectadministratie bij, inclusief een sluitende urenadministratie. • U voert het project uit volgens het projectplan en de bepalingen in de beschikking. • Voor eventuele wijzigingen in de uitvoering van het project vraagt u vooraf schriftelijk toestemming aan Agentschap NL. • U zorgt tot vijf jaar na de subsidievaststelling voor een verantwoord gebruik van de resultaten die uit het project voortkomen zoals deze in de subsidieaanvraag zijn beschreven. Zorg bijvoorbeeld voor een adequate tenaamstelling en bescherming van de intellectueeleigendomsrechten als die uit het project voortkomen. • U rapporteert na afloop van elk jaar schriftelijk over de voortgang van het project. Het model voor de voortgangsrapportage vindt u op www.agentschapnl.nl/intelligentenetten. • Binnen dertien weken na afloop van het project stuurt u ons een verzoek om de subsidie vast te stellen en een eindverslag. Voor deelnemers die meer dan € 125.000 subsidie krijgen, verstrekt u ook een controleverklaring. Wat als uw aanvraag wordt afgewezen? Als uw subsidieverzoek wordt afgewezen, ontvangt u hiervan ook schriftelijk bericht in de vorm van een beschikking. Heeft u behoefte aan een nadere toelichting? Dan kunt u ons hiervoor bellen. Afhankelijk van de reden van afwijzing, bekijken wij samen met u of er andere mogelijkheden zijn voor financiële ondersteuning door Agentschap NL. Houd er rekening mee dat al gemaakte kosten bij een eventuele tweede indiening niet voor subsidie in aanmerking komen.
11 | Handleiding - Proeftuinen Intelligente Netten
Bijlage 1: CO2-equivalenten CO2-equivalenten Een CO2-equivalent is een rekeneenheid om de bijdrage van broeikasgassen aan het broeikaseffect onderling te kunnen vergelijken. Het is gebaseerd op het Global Warming Potential (GWP): de mate waarin een gas per gewichtshoeveelheid bijdraagt aan het broeikaseffect. Zo heeft methaan een GWP van 21, de fluorverbinding zwavelhexafluoride (SF6) een GWP van 23.900. Dat houdt in dat 1 kilo methaan over een periode van 100 jaar 21 maal zoveel aan het broeikaseffect bijdraagt dan 1 kilo CO2. Zwavelhexafluoride is zelfs per gewichtshoeveelheid 23.900 keer schadelijker dan CO2. Het GWP is ontwikkeld door het International panel on climate change (IPCC), een organisatie van de Verenigde Naties. Door het GWP kan de emissie van een broeikasgas worden omgerekend naar zogenaamde CO2-equivalenten (CO2 eq.). In de tabel vindt u van veel broeikasgassen het GWP. Hierbij wordt - conform de afspraken in Kyoto - een tijdhorizon van 100 jaar gehanteerd. Uitgebreide informatie kunt u vinden op de website van ROB (Reductieplan Overige Broeikasgassen) www.agentschapnl.nl/rob
Omrekeningsfactoren broeikasgassen volgens IPCC
Broeikasgas
Chemische formule
CO2 equivalent
CO2
CO2
1
HFC-23
CHF3
11.700
HFC-32
CH2F2
650
HFC-41
CH3F
150
HFC-43-10mee
C5H2F10
1.300
HFC-125
C2HF5
2.800
HFC-134
C2H2F4
1.000
HFC-134a
CH2FCF3
1.300
HFC-152a
C2H4F2
140
HFC-143
C2H3F3
300
HFC-143a
C2H3F3
3.800
HFC-227ea
C3HF7
2.900
HFC-236fa
C3H2F6
6.300
HFC-245ca
C3H3F5
560
Methaan
CH4
21
Lachgas
N20
310
Perfluorobutaan
C4F10
7.000
Perfluorocylcobutaan
c-C4F8
8.700
Perfluoroethaan
C2F6
9.200
Perfluorohexaan
C6F14
7.400
Perfluormethaan
CF4
6.500
Perfluorpentaan
C5F127
500
Perfluorpropaan
C3F8
7.000
Stikstoftrifluoride
NF3
10.800
Zwavelhexafluoride
SF6
23.900
12 | Handleiding - Proeftuinen Intelligente Netten
Bijlage 2: Verklarende woordenlijst Deelnemer (medeaanvrager) Een in Nederland gevestigde natuurlijk persoon, rechtspersoon of vennootschap die voor eigen rekening en risico activiteiten uitvoert binnen het samenwerkingsverband. Geen subsidie wordt verstrekt aan een provincie, gemeente of openbaar lichaam als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen. Derden (subcontractant) Een partij die een deel van het project uitvoert in opdracht en op kosten van de aanvrager of een deelnemer. Met een derde kan een uitbestedingsovereenkomst gesloten worden. MKB-onderneming Onder een kleine of middelgrote onderneming in de zin van de verordeningen 70/2001 en 364/2004 van de Europese Commissie inzake staatssteun voor kleine of middelgrote onderneming wordt verstaan een onderneming die: • minder dan 250 werknemers heeft en • een jaaromzet heeft van niet meer dan € 50 miljoen óf • een jaarlijks balanstotaal heeft van niet meer dan € 43 miljoen, en • niet voor 25 procent of meer van het kapitaal of van de stemrechten in handen is van één of meerdere ondernemingen die niet aan deze definitie voldoen, met uitzondering van openbare participatiemaatschappijen, van ondernemingen van risicokapitaal of van institutionele beleggers, indien deze individueel noch gezamenlijk in enig opzicht zeggenschap over de onderneming hebben. Ondernemer Een natuurlijke persoon of rechtspersoon (niet zijnde een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld) die een onderneming in stand houdt (niet zijnde een onderneming die bij regeling van de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie is uitgesloten). Penvoerder De penvoerder is ondernemer en tevens deelnemer in een project dat uitgevoerd wordt door een samenwerkingsverband. De penvoerder dient mede namens de andere deelnemers de aanvraag in en verzorgt de correspondentie en de rapportage. De penvoerder zorgt ook voor de verdeling van de subsidie over de deelnemers.
Referentiekosten Kosten voor een investering in voor Nederland gangbare systemen, apparaten of technieken die in technisch opzicht vergelijkbaar zijn met in Nederland uit te voeren projecten, maar waarmee niet hetzelfde niveau van milieubescherming te bereiken is als met het uit te voeren project. Terwijl – in het geval van een uit te voeren project voor hernieuwbare energie – de capaciteit voor de opwekking van energie van dat project ten minste overeenkomt met die van de eerstbedoelde investering. Samenwerkingsverband Een verband van ten minste twee niet in een groep verbonden natuurlijke personen of rechtspersonen, dat geen rechtspersoonlijkheid bezit. Van een samenwerkingsverband kunnen, naast bijvoorbeeld een ondernemer, ook kennisinstituten deel uitmaken. Deze fungeren in dat geval als volwaardige deelnemers in het samenwerkingsverband. Een samenwerkingsverband is verplicht bij deze regeling. Uitbesteding Een relatie tussen de aanvrager, die een project voor eigen rekening en risico uitvoert, en een derde aan wie de aanvrager een deel van de activiteiten van dat project uitbesteedt. De aanvrager, die overigens verplicht is om zelf werkzaamheden in het (samenwerkings)project uit te voeren, mag niet met de derde in een groep, commanditaire vennootschap, vennootschap onder firma of een maatschap zijn verbonden. De uitbestedingsrelatie moet zijn vastgelegd in een overeenkomst tot uitbesteding. Uitbestedingsovereenkomst Als u subsidie krijgt toegekend en u essentiële onderdelen van het project uitbesteedt aan derden, moet u een overeenkomst tot uitbesteding sluiten. Een uitbesteding is essentieel als deze een belangrijke bijdrage levert aan het slagen van het project. Ook uitbestedingen met een grote omvang (meer dan 10 procent) ten opzichte van het totale project vallen hieronder. Niet essentiële uitbestedingen worden bij de beoordeling van de samenwerking buiten beschouwing gelaten.
Projectkosten Noodzakelijke kosten die een subsidieontvanger na de indiening van de aanvraag heeft gemaakt en betaald, en die rechtstreeks zijn toe te rekenen aan de uitvoering van het samenwerkingsproject.
13 | Handleiding - Proeftuinen Intelligente Netten
Dit is een publicatie van: Agentschap NL NL Energie en Klimaat Croeselaan 15 Postbus 8242 | 3503 RE Utrecht T +31 (0) 88 602 92 00 E
[email protected] www.agentschapnl.nl/intelligentenetten © Agentschap NL | juni 2011 Publicatie-nr. 2IPIN1101 Hoewel deze publicatie met de grootst mogelijke zorg is samengesteld kan Agentschap NL geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele fouten. Agentschap NL is een agentschap van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Agentschap NL voert beleid uit voor diverse ministeries als het gaat om duurzaamheid, innovatie en internationaal. Agentschap NL is hét aanspreekpunt voor bedrijven, kennisinstellingen en overheden. Voor informatie en advies, financiering, netwerken en wet- en regelgeving. De divisie NL Energie en Klimaat versterkt de samenleving door te werken aan de energie- en klimaatoplossingen van de toekomst.