Installaties in bestaande woningbouw Kiezen voor verbetering
>> Als het gaat om energie en klimaat
Inhoud Inleiding
5
Prestaties van installaties en gebouw
7
Typering installatie
10
Installatieconcepten
12
Gebouwkenmerken en concepten
14
Concepten en beheerstrategie
17
De keuzewijzer
18
Specifieke oplossingen
20
Bewonersinvloed
22
Uitgewerkte concepten
24
| Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
Inleiding De bestaande bouw krijgt weer volop aandacht. Het wordt voor iedereen duidelijk dat een voorraad van ca. 7 miljoen woningen vraagt om een hierop toegesneden aanpak. Het grootste deel van onze voorraad is ouder dan dertig jaar. In die dertig jaar is er veel veranderd. De economische groei is doorgezet en daaraan gekoppeld de individualisering en intensivering van onze maatschappij. De woning speelt steeds meer een centrale rol in de uiting en vorming van identiteit. Met name de uitrusting en afwerking worden meer mode- en smaakgevoelig en de eisen aan comfort worden hoger en individueler. Gebouwtype Galerij voor 1966 Galerij vóór 1966
De galerijwoning van voor 1966 heeft vier kamers. De woning is onderdeel van een woongebouw met meerdere verdiepingen met elk negen woningen aan een open galerij. Het gebouw heeft een lift. In het flatgebouw is een berging aanwezig.
Galerij 1966 - 1988
Galerij 1966 - 1988 De galerijwoning van 1966 - 1988 heeft vier kamers. De woning is onderdeel van een woongebouw met zeven verdiepingen met elk tien woningen en een open galerij. Het gebouw heeft een lift.
Portiek vóór 1966
Portiek voor 1966 De portiekwoning van voor 1966 heeft drie kamers. De woning is onderdeel van een woongebouw met vier woonlagen die elk tien woningen bevatten. Het gebouw heeft geen lift, de ontsluiting is via een gesloten portiek. In het flatgebouw is een berging aanwezig.
Portiek 1966 - 1988
Portiek 1966 - 1988 De portiekwoning van 1966 - 1988 heeft drie kamers. De woning is onderdeel van een woongebouw met vier woonlagen die ieder tien woningen bevatten. Het gebouw heeft geen lift. De ontsluiting is via een gesloten portiek.
Daarnaast zijn de inzichten over de invloed van het wonen op gezondheid toegenomen en daarmee de eisen die worden gesteld aan de luchtkwaliteit in de woningen. Tot slot wordt de energie schaarser en ook duurder en neemt de zorg over het milieu toe. Het zuinig omgaan met energie stijgt daarmee op de agenda. Installaties en bouwfysische eigenschappen van het gebouw bepalen in hoge mate het wooncomfort, de gezondheid, het binnenklimaat en het energiegebruik. De eisen die men nu stelt aan installaties en bouwfysische eigenschappen zijn van een heel andere orde dan dertig jaar geleden. Vond men vroeger een temperatuur van 18 graden - en zelfs in een aantal gevallen 16 graden - genoeg voor een slaapkamer, nu is 20 graden gewenst, en moet een slaapkamer ook als studeerof werkkamer kunnen dienen. Accepteerde men in het verleden in flatgebouwen dat de temperatuur in de woning alleen maar door het aan- en uitzetten van radiatoren te regelen was, nu moet minimaal per woning de temperatuur te regelen zijn en liefst per vertrek. Was vroeger een keukengeiser voldoende voor warmtapwater, nu stelt men hogere eisen aan de hoeveelheid warm water die geleverd kan worden. De hogere eisen aan het comfort staan in tegenstelling tot de wens en noodzaak van energiebesparing. Voor meer comfort is meer energie nodig. Met hogere isolatiewaarden van het gebouw en een hoger rendement van de diverse toestellen en het, zo mogelijk, gebruik maken van duurzame energie kan dan toch energie bespaard worden. Het verbeteren van installaties en bouwfysische eigenschappen van de bestaande bouw neemt dus een centrale plaats in bij de aanpak van de bestaande bouw. Uit de praktijk blijkt echter dat niet alle gebouwen even eenvoudig aan te passen zijn. Vooral het verbeteren van installaties in woongebouwen, gebouwd tot en met de jaren
zeventig, stuit in de praktijk op problemen. Het gaat hier vooral om galerij- en portieketagewoningen. De galerijwoningen zijn vaak uitgerust met een collectieve c.v.-installatie en een open geiser voor het warm water. Deze installaties zijn slecht regelbaar en er zijn beperkte mogelijkheden voor verrekening van de energiekosten. De portieketagewoningen zijn vaak met lokale verwarming zoals gashaarden en geisers uitgerust. In veel gevallen zijn die al wel vervangen door een combiketel. Het probleem in het laatste geval is dat deze vaak op een wat ongelukkige plek is neergezet. Bij de bouw is hier immers geen rekening meegehouden. Vóór 1975 zijn de woningen veelal met shuntkanalen voor natuurlijke ventilatie uitgerust. Later zijn er vaak ventilatoren op geplaatst. Dit geeft niet altijd een gunstig resultaat. Er wordt te veel of te weinig afgezogen en de afzuiging is slecht regelbaar. Het verbeteren van de installaties in dergelijke gebouwen kan complex zijn. Een collectieve installatie optimaal individueel regelbaar en verrekenbaar maken, vereist vergaande aanpassingen, ook in de woning. Het achteraf aanbrengen van nieuwe installaties vraagt creativiteit om een acceptabele plaats voor het toestel en de leidingen te vinden. Maar ook de wetgeving maakt het lastig. Kon men voor kort nog eenvoudig een rookgasafvoer van een ketel op de gevel afvoeren, nu moet de uitmonding bovendaks geplaatst worden en worden er eisen aan plaats en hoogte gesteld. Echter, deze wetgeving stelt nauwelijks eisen aan het bestaande. Bijvoorbeeld open verbrandingstoestellen zoals geisers hoeven niet vervangen te worden, ook al weten we dat ze vervuilen, dat er gezondheidsrisico’s aan kleven en dat ze wat betreft het tapdebiet te weinig comfort bieden. Dus vanuit de wetgeving zijn er wel barrières voor de verbetering, maar wordt er geen druk gezet om te verbeteren. Deze brochure richt zich op het verbeteren van installaties in woongebouwen, waarbij het duidelijk is dat ze niet voldoen aan de huidige wensen, maar waarbij ook de oplossing nog niet gevonden is. Het gaat om installaties voor verwarming, warmtapwater en ventilatie. De redenen waarom deze installaties nog niet zijn verbeterd, kunnen divers zijn. Het kan samenhangen met de kenmerken van het gebouw en de bestaande installatie, met de beheerstrategie die men wil volgen met het complex, met wensen of bezwaren van bewoners, maar ook met te weinig kennis van wat allemaal met (collectieve) installaties mogelijk is.
In het flatgebouw zijn bergingen aanwezig.
| Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
| Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
Leeswijzer In deze brochure worden de ervaringen die in Nederland zijn opgedaan met het verbeteren van installaties in woongebouwen geordend en gebundeld. De brochure kan vanuit verschillende invalshoeken op een andere wijze gelezen worden. Wil men zich oriënteren op de mogelijkheden die er zijn om installaties in woongebouwen te verbeteren dan kan men het rapport integraal lezen. De lezer wordt geleid van mogelijke prestaties, naar mogelijke installaties en installatieconcepten voor verschillende gebouwtypen en verschillende ingrepen. Ligt de belangstelling vooral bij het verbeteren van prestaties van woongebouwen en hoe installaties daarin kunnen bijdragen, dan kan men volstaan met het deel ‘Prestaties installatie en gebouw’. Aanvullend kan ‘Typering installaties’ en ‘Installatie concepten’ gelezen worden. Is men vooral geïnteresseerd in wat er met een bepaald gebouw mogelijk is dan kan men ‘De keuzewijzer’
raadplegen om vervolgens naar het deel ‘Uitgewerkte concepten’ te gaan waarin voor een zestal concepten maatregelen, prestaties en kosten zijn uitgewerkt. In de bijlage kunnen eventueel voorbeeldprojecten opgezocht worden die men nader kan raadplegen. Tot slot: loopt men tegen knelpunten aan bij het voorbereiden of uitvoeren van installatievervanging of verbetering in woongebouwen, dan kan gericht naar oplossingen gezocht worden. In de delen ‘Specifieke oplossingen’ en ‘Bewoners invloed’, worden oplossingen gegeven voor veelvuldig voorkomende technische aandachtspunten en veel voorkomende aandachtspunten om de consumentgerichtheid te verbeteren. Verder kan men via ‘De keuzewijzer’ een concept opzoeken dat lijkt op de voorgenomen ingreep. Bij ‘Uitgewerkte concepten’ wordt vervolgens voor het betreffende concept nadere informatie over aandachtspunten en oplossingen gevonden.
Prestaties van installaties en gebouw De prestaties waaraan woningen moeten voldoen zijn in de tijd steeds toegenomen. Voor galerij- en portieketagewoningen van na de oorlog tot 1965 golden andere eisen dan voor die van 1966 tot 1988. De huidige nieuwbouweisen zijn nog verder aangescherpt. In het kader van deze brochure gaan we vooral in op de prestaties op het vlak van een gezond en comfortabel binnenklimaat en op energiezuinigheid.
Uit onderzoek blijkt echter dat de concentraties in woningen van vóór 1970 relatief laag zijn. Met goede ventilatie is daarom in de bestaande bouw een gezond binnenklimaat te creëren.
Comfort Comfort is een belangrijke woonkwaliteit. In dit kader zijn thermisch comfort, akoestisch comfort en gebruikscomfort van het warmtapwater vooral van belang.
Gezondheid
Thermisch comfort
De belangrijkste gezondheidsaspecten in een woning zijn: luchtkwaliteit, individuele beïnvloedbaarheid van het binnen klimaat en reinigbaarheid van woning en installaties. Voor de luchtkwaliteit is het van belang dat binnenlucht doelmatig ververst wordt en dat er zomin mogelijk verontreiniging door bijvoorbeeld verbrandingsgassen plaatsvindt. Bestaande gebouwen scoren vaak slecht op met name de doelmatige luchtverversing en het vermijden van verontreiniging door verbrandingsgassen. Van oorsprong zijn de woongebouwen uitgevoerd met natuurlijke ventilatiekanalen voor de afvoer van lucht en open geiser voor warmtapwater. Naast ventilatie (en de regelbaarheid daarvan) en rookgasafvoer is reinigbaarheid van installaties en vooral van ventilatie voorzieningen belangrijk. Door vervuiling van ventilatieroosters, kanalen en toestellen kan het functioneren, en daarmee de luchtverversing, in gevaar komen. Bij verdergaande aandacht voor gezondheid kan men de mate van zwevende stofdeeltjes en verbrande stofdeeltjes door bijvoorbeeld hoge temperaturen van radiatoren in beschouwing nemen. Een gezondheidsaspect van een andere orde is het voorkomen van infecties door de legionella bacterie. Ondanks dat woongebouwen en hun eigenaren geen deel uitmaken van de risicogroepen waar voor extra wetgeving geldt, is het vooral in woongebouwen van belang om langdurig stilstaand leidingwater te vermijden en water in boilers e.d. op voldoende hoge temperatuur (60ºC) te houden.
| Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
Ook bij gezondheid geldt dat niet alleen installaties invloed hebben op de gezondheid, maar ook het gebouw zelf speelt een rol. Bij mechanische afzuiging is het van belang dat er in de gevel voldoende en regelbare ventilatietoevoervoorzieningen aanwezig zijn. Materialen kunnen door emissie een nadelige bijdrage leveren aan de gezondheid. Spaanplaat (formaldehyde) en asbest zijn bekende voorbeelden uit het verleden. Radon uit minerale bouwmaterialen (en uit de bodem) is nu actueel.
Thermisch comfort heeft betrekking op het voorkomen van tocht, koudestraling en oververhitting ‘s zomers, maar ook op de regelbaarheid van ventilatie en verwarming. Deels beïnvloed door installaties en deels door het gebouw. Hier is de afstemming tussen maatregelen aan installaties en gebouw van belang, maar ook het afstemmen van installaties op het gebruik. Op zich comfor tabele verwarmingssystemen, zoals systemen met Lage Temperatuur Verwarming, kunnen door koudestraling van te weinig geïsoleerde glasoppervlakken slecht functioneren. Andersom kan in een zeer goed geïsoleerde woning oververhitting optreden als met gevel- en installatievoorzieningen (zonwering en nachtventilatie) geen rekening is gehouden. Met name met ventilatie, en vooral daar waar naast mechanische afzuiging ook mechanische luchttoevoer is toegepast, is het afstemmen van de plaats van de ventilatievoorziening op het mogelijke gebruik van belang om tochtklachten te voorkomen. Regelbaarheid van verwarming en ventilatie kan comfortverhogend worden doordat hier aan individuele wensen en individuele verschillen van mensen tegemoetgekomen kan worden. Veel woongebouwen zijn nog uitgerust met collectieve installaties, die alleen te regelen zijn door radiatoren uit te zetten of ventilatie roosters dicht te zetten. Het is duidelijk dat het thermisch comfort van bestaande woongebouwen vaak laag is, maar het is ook duidelijk dat verbetering hiervan zorgvuldige afstemming van maatregelen vereist.
| Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
Energiezuinigheid Vanaf 1975 werden de eerste eisen gesteld aan isolatie (RC = 1,3 m2 K/W) voor gevel en dak. Na 1988 werden de eisen verhoogd tot RC = 2 m2 K/W) voor gevel en dak. Enkele jaren eerder (1983) werden er eisen aan het ketelrendement gesteld. Nu hebben we het voor nieuwbouwwoningen over een EPC van 0,8, waarbij een mix van maatregelen (isolatie en installatie) deze norm moeten realiseren. De EPC gaat per 1 januari 2011 naar 0,6. Een isolatiewaarde van 2,5 m2 K/W voor gevel en dak is hierbij het minimum. Dit betekent, dat er een groot verschil is tussen het energiegebruik van galerij- en portieketagewoningen die vóór 1965 of in de periode 1966 tot 1988 zijn gerealiseerd en waarin tijdens het onderhoud misschien nog wat dubbelglas geplaatst is en huidige nieuwbouw. Het vervangen van installaties is slechts een kleine stap in het verkleinen van dat verschil. Met rendementsverbetering alleen kan deze kloof niet overbrugd worden. In combinatie met isolerende maatregelen aan het gebouw, en zeker wanneer die aangevuld wordt met gebruik van duurzame energie, kan men een eind komen. Alleen met grote ingrepen, waarbij de kwaliteit op nieuwbouwniveau wordt gebracht, kan de kloof tussen energie gebruik van bestaande bouw en nieuwbouw gedicht worden. Het zoveel mogelijk beperken van het energiegebruik van de bestaande bouw heeft een groot maatschappelijk belang. De verwachting is dat de energieprijzen sterk zullen stijgen. Daarmee zullen de woonlasten in de bestaande bouw sneller stijgen dan in de nieuwbouw en de betaalbaarheid voor groepen van bewoners in gevaar kunnen komen.
Comfort
Gezondheid
Bijdrage van installatie en gebouw aan prestaties
Energie
Bij het verminderen van het energiegebruik gaat het om installatiemaatregelen, waarbij efficiënt omgegaan wordt met energie. Het toepassen van toestellen met een hoog rendement is een logische maatregel. Ook het combineren van functies, waardoor zuinig met energie wordt omgegaan, is een mogelijkheid. Gebalanceerde ventilatie is hier een voorbeeld van: door luchttoevoer en luchtafvoer te combineren, kan warmte uit ventilatielucht teruggewonnen worden en weer de woning ingeblazen worden. Naast de installatiemaatregelen zijn isolerende maatregelen en kierdichting van de schil (gevel, dak en vloer) van belang om de warmtevraag te beperken. Het gebruik van duurzame energie (zonne-energie bijvoorbeeld) beperkt verder het gebruik van fossiele brandstoffen. De energieprestaties zullen in de nabije toekomst (door de uitwerking van de Europese richtlijn ‘Energieprestatie van gebouwen’) weergegeven gaan worden via een Energie-Index (EI) en een label. Dit label heeft een indeling van G (zeer energieonzuinig) tot en met A++ (zeer energiezuinig). Veel oudere flatgebouwen zouden in categorie F en D ingedeeld worden. Met maatregelen aan installatie en schil kan categorie C zeker bereikt worden. Nieuwbouwniveau is categorie A.
Installatie
Gebouw
• • • • •
• voldoende luchttoevoervoorzieningen (en regelbaar) • materiaal met weinig emissie
afvoer verbrandingsgas ventileren en regelen ventilatie reinigbaarheid van installatie (ventilatie) voorkomen infectie (legionella) vermijden van verbrande stofdeeltjes
• thermisch - regelbaarheid verwarming en ventilatie - plaats en type ventilatievoorzieningen - (afzuig en inblaas) afgestemd op gebruik - koeling door bijvoorbeeld nachtventilatie • akoestisch - beperking installatie geluid van apparaten en leidingen • warmtapwater - tapdebiet
• thermisch - voorkomen van tocht en koudestraling, kierdichting en isolatie - zonwering • akoestisch - g eluidsisolatie naar buren en buiten
• efficiënt omgaan met energie: - hoog rendement - combineren met functies • duurzame energie toepassen
• vraagbeperking door isolatie en luchtdichtheid
In de tabel ‘Bijdragen van installatie en gebouw aan prestaties’ is samengevat hoe installaties en gebouw samen de prestaties met betrekking tot gezondheid, comfort en energiezuinigheid vormgeven.
Gasverbruik galerijwoning 1966-1988 2500
2000 Gasverbruik (m3 / jaar)
Comfort warmtapwater Het tapdebiet van warmwater drukt uit hoeveel liters van 60ºC per minuut geleverd kan worden. Het Gaskeur geeft een CW-waarde die het comfort aangeeft. Globaal geeft een CW-waarde 4 een goed comfort. CW-waarde 2 is minimaal voor keuken en douche, CW-waarde 6 is luxe. De CW-waarde van moderne combiketels ligt tussen 3 en 5. Systemen met een voorraadvat (boilers en sommige typen combiketels) kunnen ook klasse 6 halen.
Daarnaast is het milieu erbij gebaat dat het energiegebruik van de bestaande bouw wordt aangepakt. Daar is de meeste milieuwinst te behalen.
1500
1000 500 0 Oorspronkelijk
Label
Akoestisch comfort Hierbij gaat het om vermijden van geluidhinder door verkeer, buren en installaties. Installaties kunnen bij geluidbelaste gevels uitkomst bieden door gebalanceerde ventilatie toe te passen, waarbij de toevoerlucht betrokken wordt van niet-geluidbelaste gevel of dakvlak. Geluidhinder van installaties is te voorkomen door geluidarme installatie te kiezen, door geluiddempende isolatie en montage toe te passen en door de plaats van installaties. Geluidhinder door buren moet door maatregelen aan het gebouw bestreden worden (voorzetwanden e.d.). Bij collectieve installaties mogen geluidlekken bij doorvoeren van verwarmingsleidingen en overspraak bij mechanische ventilatie niet vergeten worden.
F F A
Onderhoud met naisolatie (glas)
Verbetering Verbetering installatie installatie en schil + gebruik duurzame en schil energie voor warm tapwater
D D A
D C A
C C A
Energetische niveaus
Hoek dak woning Tussen midden woning Referentielijn: nieuwbouw
| Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
| Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
Typering installaties
energie.
Collectieve installaties Bij collectieve verwarmingsinstallaties wordt in een centraal ketelhuis warmte opgewekt en naar de woningen getransporteerd. Het voordeel van dit systeem is dat er in de woningen geen plaats voor toestellen en rookgasafvoervoorzieningen nodig is. Het rendement van een collectieve verwarming kan heel hoog zijn door het toepassen van HR-ketels en het ‘cascade’ schakelen van meerdere kleine ketels, zodat de ingeschakelde capaciteit optimaal op de vraag afgestemd kan worden. Deze efficiëntie kan nog verder opgevoerd worden door een mini-wkk, waarbij opwekking van elektriciteit wordt gecombineerd met verwarming. Mini-wkk is al bij een gebouwgrootte van 50 woningen realiseerbaar. Ook een warmtepomp kan hier een interessante optie zijn. Verder voordeel van collectieve verwarmingsinstallaties is dat het onderhoud grotendeels centraal kan gebeuren. Nadeel van collectieve systemen is dat individuele regelbaarheid en het meten van individueel verbruik complex is. Onmogelijk is het echter niet. Er zijn oplossingen voor dit probleem voorhanden zoals de Individuele Regel Combinatie, waarbij de temperatuur per woning geregeld wordt en het verbruik met een doorstroommeter wordt gemeten. Wat voor verwarming geldt, geldt in zekere mate ook voor collectieve warmtapwatersystemen. Met een collectief systeem kan een hoog tapwaterdebiet bereikt worden. Het meten van het verbruik kan met doorstroommeters opgelost worden. Ook collectieve installaties voor ventilatie kennen het probleem met de regelbaarheid. Traditioneel wordt het systeem met een tijdklok centraal geregeld, zodat op bepaalde tijden op hoogstand, middenstand of nachtstand wordt geventileerd. Ook voor deze gebrekkige regelbaarheid zijn tegenwoordig oplossingen. Door schakelingen, die ventilatoren aansturen op basis van de druk in de kanalen, is het mogelijk om afzuigpunten in de woning individueel te regelen, zonder dat het systeem ontregeld wordt.
Gebruik van duurzame energie Vanuit milieuoverwegingen is het gebruik van duurzame energie van belang. In de nieuwbouw worden steeds meer warmtepompen toegepast, die bodemwarmte benutten voor verwarming. Voor bestaande gebouwen is dit lastiger. Voorzieningen aanbrengen om de bodemwarmte te benutten, is veelal niet mogelijk. Zonneenergie is de meest gangbare duurzame energie, maar ook warmte uit ventilatielucht kan door warmtepompen benut worden. De mogelijkheden om duurzame energie in te zetten, zijn bij collectieve installaties groter dan bij individuele installaties. Bij individuele installatie blijft het beperkt tot zonneboilers of warmtepompboilers voor warmtapwaterbereiding. Bij collectieve systemen komt ook de verwarmingsinstallatie meer en meer in beeld bij het gebruik van duurzame energie.
Verwarming Tapwater
Collectief
1. Collectieve CV (HR) 2. Collectieve CV (HR) met mini-wkk 3. Stadsverwarming
1. Collectieve CV (back-up) + mini-wkk met zonnecollectoren (Brandaris) 2. Collectieve CV (back-up) + warmtepomp (bodem) met zonnecollectoren (Haarlem) 3. Collectieve CV (back-up) + mini-wkk met warmtepomp (uit ventilatielucht) met zonnecollectoren (Geleen)
1. Collectieve boiler 2. Rondpompsysteem aangesloten op stadsverwarming
1. Collectieve zonneboiler 2. Collectieve warmtepompboiler uit ventilatielucht 3. Collectieve warmtepompboiler uit bodem
Ventilatie
energie omgaan, ook gebruik maken van duurzame
Duurzame energie
1. Collectieve ventilatoren (gelijkstroom) 2. Collectieve ventilatoren (gelijkstroom) met onderdruk regeling (individueel regelbaar)
Verwarming
is in hoeverre installaties, naast dat ze efficiënt met
Efficiënt
1. Combiketel HR 2. Gecombineerd toestel (verwarming / warmtapwater / ventilatie)
Tapwater
of individuele installaties. Een volgend onderscheid
Naast collectieve oplossingen zijn er uiteraard ook individuele installaties. Regelbaarheid en verrekenbaarheid zijn hierbij makkelijker op te lossen. Het probleem is echter het plaatsen van het toestel in de bestaande woning. In de praktijk worden vaak creatieve, maar niet altijd even praktische oplossingen gevonden. Bijvoorbeeld installaties achter verlaagde plafonds zijn vaak niet goed bereikbaar voor onderhoud en bediening. Ook voor kanalen en leidingen moet vaak een plaats gevonden worden. Met collectieve installaties is tot nu toe een hoger rendement te bereiken door met name de mogelijkheid van de mini-wkk. Bij individuele systemen is nu nog alleen een hoger rendement te bereiken door naast HR-verwarming ook gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning toe te passen. Vanaf 2008 is de micro-wkk op de markt, waardoor op individueel niveau een hoger rendement bereikt kan worden. Er komen nu ook HR-ketels die uitgevoerd zijn met een warmtepomp op ventilatielucht. Ook hiermee kunnen aanzienlijke rendementsverbeteringen (in de orde van 30 tot 40%) bereikt worden.
Individueel
toegepast, zijn te onderscheiden naar collectieve
Individuele installaties
1. Combiketel 2. Gecombineerd toestel 3. Elektrische boiler 4. Gesloten boiler
Ventilatie
De installaties, die in woongebouwen worden
Typering installaties
1. Zonneboiler
1. Individuele mechanische ventilatie (gelijkstroom) 2. Gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning
In de bijgaande tabel ‘Typering installaties’ zijn de installaties voor verwarming, warmtapwater en ventilatie getypeerd naar collectief en individueel en naar gebruik van energie (efficiënt of duurzame energie).
10 | Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
11 | Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
Installatieconcepten
concepten is in hoeverre er gebruik wordt gemaakt van collectieve of individuele oplossingen en in hoeverre er duurzame energie wordt gebruikt. Zo ontstaan er een zestiental concepten, die allemaal in de praktijk worden toegepast. In de tabel ‘Installatieconcepten’ zijn de concepten genoemd en de prestaties op het vlak van gezondheid, comfort en energie aangegeven. Deze concepten zijn zo samengesteld dat ze allemaal op een goed niveau scoren met betrekking tot gezondheid, comfort en energie. Er zijn wel verschillen:
Efficiënt en collectief
Ook het toepassen van Lage Temperatuur Verwarming verhoogt de gezondheidsprestaties. Hier alleen toegepast bij de collectieve concepten met een hoge mate van duurzaam energiegebruik.
Thermisch comfort
Duurzaam en collectief
bij de samenstelling van de hier gehanteerde
Gezondheid Gezondheidsprestaties kunnen extra verhoogd worden door gecontroleerd afzuigen en inblazen van lucht: gebalanceerde ventilatie. Gebalanceerde ventilatie is hier bij één individueel concept toegepast.
De toepassing van Lage Temperatuur Verwarming heeft ook een gunstige invloed op het thermisch comfort.
Akoestisch comfort Het akoestisch comfort is in alle gevallen goed. Het verdient echter wel bij alle concepten extra aandacht. Bij collectieve concepten door geluidsoverdracht via de gemeenschappelijke leidingen. Bij individuele concepten door de geluidsproductie van de toestellen binnen de woning. Bij gebalanceerde ventilatie blijkt dit een bijzonder aandachtspunt.
Efficiënt en individueel
verwarming, warmtapwater en ventilatie. Leidend
Gezondheid
Comfort warmtapwater
Duurzaam en individueel
Concepten zijn samenhangende oplossingen voor
Installatieconcepten
Het comfort voor warmtapwater kan bij alle concepten hoog zijn. Bij collectieve systemen echter het hoogst.
12 | Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
Energie
Akoestisch
Warmtapwater
CE1. Collectieve CV / gesloten geiser of elektrische boiler / collectieve MV (mechanische ventilatie) CE2. Collectieve CV / collectieve boiler / individuele (gebalanceerde) ventilatie CE3. Collectieve CV / collectieve boiler / collectieve MV (individueel regelbaar) CE4. Mini-wkk / collectieve boiler indirect gestookt / collectieve MV CE5. Stadsverwarming / rondpompsysteem / collectieve MV
+
+
+
+/-
+
+
+
+
+/+++
+
+
+
+
+/+++
+
+ +
+ +
+ +
+/+++ +/+++
++ +
CD1. Collectieve CV met zonneboiler CD2. Collectieve CV met warmtepompboiler CD3. Mini-wkk met warmtepomp uit ventilatielucht en zonnecollectoren en collectieve MV CD4. Warmtepomp (bodem) met zonnecollectoren en collectieve CV CD5. Mini-wkk met zonnecollectoren en warmtepompboiler (bodem) + collectieve MV
+ + ++1
+ + ++1
+ + +
+/+++ +/+++ +/+++
++ ++ +++
++1 ++1
++1 ++1
+ +
+/+++ +/+++
+++ +++
IE1. Combiketel HR / MV individueel IE2. Combiketel HR / MV collectief IE3. Gecombineerde verwarming, ventilatie en warmtapwater
+ + ++
+ + ++
+ + +/-2
+/++ +/++ +/++
+ + ++
ID1. Combiketel HR en collectieve zonneboiler / collectieve of individuele MV ID2. Combiketel HR en individuele zonneboiler / collectieve of individuele MV ID3. Combiketel HR en warmtepompboiler met collectieve M
+
+
+
+/++
++
+
+
+
+/++
++
+
+
+
+/++
++
Energie Collectieve systemen, die gebruik maken van duurzame energie zijn het meest energiezuinig.
Comfort Thermisch
verwarming met lage temperaturen
1
geluid is aandachtspunt
2
13 | Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
Gebouwkenmerken en concepten
Gebouwkenmerken De kenmerken van een woongebouw naar bouwwijze, huidige installatie en isolatie bepalen in hoge mate welk installatie concept wenselijk en mogelijk is. Ieder gebouw is anders, maar de voorbeeldwoningen van Agentschap NL geven een goede afspiegeling van de voorkomende woongebouwen en hun huidige kwaliteit. Meer informatie over de voorbeeldwoningen is te vinden
Het mag duidelijk zijn dat alle gegeven waarden met betrekking tot bouwkosten, energiegebruik e.d. indicatief zijn. Deze waarden zijn gebaseerd op de publicatie ‘Voorbeeldwoningen bestaande bouw 2007’, Agentschap NL. In de loop van 2010 wordt deze publicatie geactualiseerd. Voor de laatste versie verwijzen wij u naar www.agentschapnl.nl/woningbouw.
Gebouwkenmerken Energieverbruik
Installatie en bouwkundige gegevens Gevel
Dak
Vloer
Glas
Galerij voor 1966
spouwmuur
beton
beton
De galerijwoning van voor 1966 heeft vier kamers.
ongeïsoleerd
geïsoleerd
ongeïsoleerd
Installatie
Ventilatie
Energie index
Gas verbruik m3
enkel / dubbel
collectieve
natuurlijk
Tussenmidden-woning
in woonkamer
CV (CR) /
en keuken
geiser
met elk negen woningen aan een open galerij. Het gebouw heeft een lift. In het flatgebouw is een berging aanwezig.
Galerij vóór 1966
De woning is onderdeel van een woongebouw met meerdere verdiepingen
2,21
beton
beton
enkel / dubbel
collectieve CV
geïsoleerd
geïsoleerd
geïsoleerd
in woonkamer
en warmtap-
en keuken
water (CR)
met elk tien woningen en een open galerij. Het gebouw heeft een lift.
Galerij 1966 - 1988
spouwmuur
De galerijwoning van 1966 - 1988 heeft vier kamers. De woning is onderdeel van een woongebouw met zeven verdiepingen
betondak
houten
enkel / dubbel
gaskachel /
ongeïsoleerd
geïsoleerd
begane
in woonkamer
geiser
grondvloer
en keuken
Portiek vóór 1966
spouwmuur
In het flatgebouw is een berging aanwezig.
beton
beton
enkel / dubbel
geïsoleerd
geïsoleerd
geïsoleerd
in woonkamer
14 | Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
217
Tussenmidden-woning 1,84
natuurlijk
955
217
1477
217
Tussenmidden-woning 2,20
2,32
spouwmuur
In het flatgebouw zijn bergingen aanwezig.
1611
958
0
1667
0
Hoekdak-woning
De portiekwoning van 1966 - 1988 heeft drie kamers. De woning is onderdeel van een woongebouw Het gebouw heeft geen lift. De ontsluiting is via een gesloten portiek.
217
ongeïsoleerd
Portiek 1966 - 1988 met vier woonlagen die ieder tien woningen bevatten.
natuurlijk
1,88
De portiekwoning van voor 1966 heeft drie kamers. Het gebouw heeft geen lift, de ontsluiting is via een gesloten portiek.
960
Hoekdak-woning
Portiek voor 1966 De woning is onderdeel van een woongebouw met vier woonlagen die elk tien woningen bevatten.
2,09
Hoekdak-woning
Galerij 1966 - 1988
Portiek 1966 - 1988
Portiek 1966 - 1988
Portiek vóór 1966
Galerij 1966 - 1988
Galerij vóór 1966
Gebouwtype
Elektra verbruik kWh
combi CV/VR
natuurlijk
Tussenmidden-woning 1,35
654
195
1156
195
en keuken Hoekdak-woning 1,50
15 | Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
Concepten en gebouwen
Duurzaam en individueel
Efficiënt en individueel
Duurzaam en collectief
Efficiënt en collectief
Galerij vóór 1966
Galerij 1966-1988
Portiek vóór 1966
Portiek 1966-1988
CE1. Collectieve CV / gesloten geiser of elektrische boiler / collectieve MV (mechanische ventilatie) CE2. Collectieve CV / collectieve boiler / individuele (gebalanceerde) ventilatie CE3. Collectieve CV / collectieve boiler / collectieve MV (individueel regelbaar) CE4. Mini-wkk / collectieve boiler indirect gestookt / collectieve MV CE5. Stadsverwarming / rondpompsysteem / collectieve MV
Concepten en beheerstrategie Vanuit het strategisch voorraadbeleid stellen corporaties beheerstrategieën op voor de diverse complexen. Een belangrijk onderdeel van de beheerstrategie met betrekking tot een complex
CD1. Collectieve CV met zonneboiler CD2. Collectieve CV met warmtepompboiler CD3. Mini-wkk met warmtepomp uit ventilatielucht en zonnecollectoren en collectieve MV CD4. Warmtepomp (bodem) met zonnecollectoren en collectieve CV CD5. Mini-wkk met zonnecollectoren en warmtepompboiler (bodem) + collectieve MV IE1. Combiketel HR / MV individueel IE2. Combiketel HR / MV collectief IE3. Gecombineerde verwarming, ventilatie en warmtapwater ID1. Combiketel HR en collectieve zonneboiler / collectieve of individuele MV ID2. Combiketel HR en individuele zonneboiler / collectieve of individuele MV ID3. Combiketel HR en warmtepompboiler met collectieve MV
is de ingreep die men wil doen om de kwaliteit op het gewenste peil te houden of te krijgen. Hierbij worden onderscheiden: • Regulier (vervangings)onderhoud. Zodra het element vervangen moet worden, wordt het binnen het onderhouds programma vervangen. • Grootonderhoudsplan. Hierbij worden onderhoudsmaatregelen aan diverse bouwdelen met elkaar gecombineerd (waardoor de technische kwaliteit verhoogd wordt). • Renovatie. Het groot onderhoud wordt hier gecombineerd met een gewenste kwaliteitssprong (uitrusting en comfort op hoog niveau). • Hoog niveau renovatie. Ook het casco wordt aangepakt. Nieuwe doelgroepen kunnen hierdoor bediend worden.
Wanneer binnen het reguliere onderhoud de bestaande ketel vervangen wordt, zal het duidelijk zijn dat de prestaties op het vlak van energie, gezondheid en comfort afhankelijk zijn van de bestaande voorzieningen van het gebouw (isolatie, luchttoevoervoorzieningen e.d.). Bij vervangingsonderhoud wordt wel altijd het rendement verbeterd en de gezondheid van het binnenmilieu op een goed peil gebracht. Bij groot onderhoud zijn er de mogelijkheden om isolatie en voorzieningen op peil te brengen en kunnen de prestaties van de installatieconcepten bereikt worden. Bij renovatie worden de mogelijkheden vergroot, doordat de werkzaamheden gecombineerd kunnen worden met werkzaamheden aan uitrusting en (kleine) plattegrondwijzigingen. De plaats van kanalen, toestellen, maar ook wijziging aan het leidingverloop kunnen hier praktisch en mooier gerealiseerd worden. Bij hoog niveau renovatie komen er mogelijkheden om ook ingrijpende installatieveranderingen aan te brengen. Collectieve installaties, die vergaand gebruik maken van duurzame energie, zijn hier mogelijk. Ook bij portieketagewoningen is dit dan eventueel te overwegen. In ‘Uitgewerkte concepten’ verderop in de brochure is aangegeven bij welke ingreep welke prestaties gerealiseerd kunnen worden.
Met geringe bouwkundige ingrepen Bouwkundige ingrepen vereist Ingrijpende bouwkundige ingrepen vereist
Concepten en gebouwen In de tabel ‘Concepten en gebouwen’ is de mate aangegeven waarin de concepten bij de vier typen woongebouwen toepasbaar zijn. Zijn er geringe bouwkundige ingrepen voor nodig of juist ingrijpende maatregelen. Het gaat dan om de volgende typen woongebouwen: galerijwoningen gebouwd vóór 1966, galerijwoningen gebouwd tussen 1966 en 1988, portieketagewoningen gebouwd vóór 1966 en portieketagewoningen gebouw tussen 1966 en 1988. • Gezien de gebouwkenmerken zijn voor de galerijwoningen collectieve installaties geëigend om toe te passen. Vergaande energiebesparing en toepassing duurzame energie is met collectieve installaties te realiseren.
• Voor de portieketagewoningen 1966-1988 zijn de individuele installaties veelal geëigend, omdat die al aanwezig zijn en alleen uitgebreid of vervangen moeten worden. Individuele installaties kennen nu nog hun grenzen aan het gebruik van duurzame energie. • Voor de portieketagewoningen, waar nog geen cv aanwezig is, zijn in principe collectieve en individuele oplossingen mogelijk. Voor beide moeten aanpassingen gedaan worden. Echter collectieve verwarming aanbrengen in portieketagewoningen is complex. De distributie van de warmte van het nieuwe ketelhuis naar de woningen is een struikelblok. Slechts in specifieke gevallen zal dit makkelijk mogelijk zijn. Daarnaast moet er natuurlijk een nieuw ketelhuis gebouwd worden. Bestaande ruimten, bijvoorbeeld in het souterrain, zullen veelal niet geschikt gemaakt kunnen worden.
16 | Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
17 | Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
De keuzewijzer
In de tabel ‘Keuzewijzer installaties’ is aangegeven hoe men grof kan kiezen welke concepten bij installatieverbetering voor een complex geschikt kunnen zijn. Het gebouw wordt ingedeeld naar één van de vier gebouwtypen, vervolgens kiest men binnen de beheerstrategie een passende ingreep en vindt daar de toepasbare concepten.
De algemene prestaties van de concepten zijn in de tabel ‘Installatieconcepten’ na te lezen. De vetgedrukte combinaties van gebouwtype, ingreep en concept zijn in ‘Uitgewerkte concepten’ verderop in de brochure behandeld. Voor de overige combinaties kunnen in de bijlage voorbeelden gezocht worden.
Keuzewijzer Beheersstrategie
Gebouwtype Galerij voor 1966
Het gebouw heeft een lift. In het flatgebouw is een berging aanwezig.
Galerij vóór 1966
Galerij vóór 1966
met elk negen woningen aan een open galerij.
Groot onderhoud / renovatie
Hoog niveau renovatie
CE1. Collectieve CV /
CE1. Collectieve CV / gesloten geiser of elektrische
CD3. Mini-wkk met warmtepomp uit ventilatielucht
gesloten geiser of elektrische boiler /
De galerijwoning van voor 1966 heeft vier kamers. De woning is onderdeel van een woongebouw met meerdere verdiepingen
Onderhoud
collectieve MV CE2. Collectieve CV / collectieve boiler /individuele (gebalanceerde) ventilatie CE3. Collectieve CV / collectieve boiler / collectieve MV
De woning is onderdeel van een woongebouw met zeven verdiepingen met elk tien woningen en een open galerij. Het gebouw heeft een lift.
(individueel regelbaar)
De woning is onderdeel van een woongebouw met vier woonlagen die ieder tien woningen bevatten. Het gebouw heeft geen lift. De ontsluiting is via een gesloten portiek. In het flatgebouw zijn bergingen aanwezig.
18 | Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
collectieve of individuele MV ID3. Combiketel HR en warmtepompboiler
CD2. Collectieve CV met warmtepompboiler
met collectieve MV
IE1. Combiketel HR / MV individueel IE2. Combiketel HR / MV collectief IE3. Gecombineerde verwarming, ventilatie en warmtapwater
IE3. Gecombineerde verwarming, ventilatie
ID1. Combiketel HR en collectieve zonneboiler / collectieve of individuele MV ID2. Combiketel HR en individuele zonneboiler / collectieve of individuele MV
en warmtapwater
ID3. Combiketel HR en warmtepompboiler met collectieve MV
IE1. Combiketel HR / Portiek 1966 - 1988
De portiekwoning van 1966 - 1988 heeft drie kamers.
collectieve of individuele MV ID2. Combiketel HR en individuele zonneboiler /
collectieve MV
IE2. Combiketel HR / MV collectief
In het flatgebouw is een berging aanwezig.
boiler (bodem) + collectieve MV ID1. Combiketel HR en collectieve zonneboiler /
collectieve MV CE5. Stadsverwarming / rondpompsysteem /
IE1. Combiketel HR / MV individueel
Het gebouw heeft geen lift, de ontsluiting is via een gesloten portiek.
zonnecollectoren en collectieve CV CD5. Mini-wkk met zonnecollectoren en warmtepomp-
(individueel regelbaar) CE4. Mini-wkk / collectieve boiler indirect gestookt /
De portiekwoning van voor 1966 heeft drie kamers. De woning is onderdeel van een woongebouw met vier woonlagen die elk tien woningen bevatten.
en zonnecollectoren en collectieve MV CD4. Warmtepomp (bodem) met
(gebalanceerde) ventilatie CE3. Collectieve CV / collectieve boiler / collectieve MV
Portiek voor 1966
Portiek 1966 - 1988 Portiek 1966 - 1988
CE2. Collectieve CV / collectieve boiler / individuele
CD1. Collectieve CV met zonneboiler
Galerij 1966 - 1988
De galerijwoning van 1966 - 1988 heeft vier kamers.
Portiek vóór 1966
Portiek vóór 1966
Galerij 1966 - 1988
Galerij 1966 - 1988
boiler /collectieve MV (Mechanische Ventilatie)
MV individueel IE2. Combiketel HR / MV collectief
19 | Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
Specifieke oplossingen Het aanbrengen van installaties kent een aantal specifieke aandachtspunten. Bij individuele systemen vraagt de plaats van toestellen, rookgasafvoeren en ventilatiekanalen om aandacht. Bij collectieve systemen is dit minder een probleem, omdat er door moderne kleine ketels juist ruimte in de oude ketelhuizen vrijkomt en er vaak voldoende ruimte ontstaat voor het bijplaatsen van toestellen voor bijvoorbeeld warmtapwater. In bestaande woongebouwen zijn de natuurlijke ventilatiekanalen als ‘shunt’ kanaal uitgevoerd. Deze kanalen zijn vaak luchtlek. Het zonder meer gebruiken van deze kanalen is daarom niet mogelijk. Vervangen of nieuwe voering aanbrengen zijn dan de mogelijkheden.
Plaats individuele toestellen Bij de bepaling van de plaats van de toestellen is er een aantal mogelijkheden, afhankelijk van de specifieke plattegrond. Een geschikte plaats is meestal de keuken. De c.v.-ketels (en ventilatie-units) zijn tegenwoordig zo klein, dat ze eenvoudig in een keukenkastje kunnen worden weggewerkt. In de praktijk wordt er ook wel voor gekozen om ventilatie-units achter verlaagde plafonds aan te brengen. De bereikbaarheid voor onderhoud komt hier echter in gevaar.
Shuntkanalen voeren
Shuntkanalen voeren of slopen Shuntkanalen kunnen op verschillende wijzen gevoerd worden. Naast metalen pijpen zijn er ook flexibele systemen in de handel. De mogelijkheden worden beperkt door de doorsnede van het shuntkanaal. In veel gevallen zal het slopen van het shuntkanaal nodig zijn. Dit geeft meer ruimte en daardoor kunnen kanalen met een grotere doorsnede worden aangebracht. Dit betekent het voorkomen van te hoge luchtsnelheden en daarmee het voorkomen van geluidsoverlast.
Kanalen aanbrengen buiten de gevel
Kanalen aanbrengen Bij het aanbrengen van individuele c.v.-ketels moet er een plaats gevonden worden voor gecombineerde kanalen voor rookgasafvoer en luchttoevoer. Wanneer men shuntkanalen sloopt, komt er vaak voldoende ruimte vrij om ook kanalen voor rookgasafvoer te realiseren. Slopen betekent echter overlast voor bewoners. Veelal wordt dit gecombineerd met werkzaamheden aan afwerking en uitrusting (vernieuwen douche, toilet of keuken). Een andere oplossing is om de kanalen naar buiten te brengen. Dit vraag om een zorgvuldige inpassing in het gevelbeeld. In de praktijk zijn hier voldoende goede, maar ook slechte voorbeelden van. Het voordeel is dat de werkzaamheden in de woningen worden beperkt. In combinatie met de aanpak van de schil zijn er vaak mogelijkheden om de kanalen goed in het gevelbeeld te passen.
Plaats individuele toestellen
Bestaand
20 | Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
Nieuw
Shuntkanalen slopen en nieuwe kanalen aanbrengen
21 | Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
Bewonersinvloed Consumentgericht bouwen en beheren is een belangrijk item, ook bij installatievraagstukken. Vanuit dit oogpunt zijn de volgende aandachtspunten van belang.
Regelbaarheid en gebruiksgemak van de installaties In feite gaat het hier om de regelbaarheid van het klimaat naar temperatuur en luchtkwaliteit (ventilatie) en het makkelijk bedienen van installaties. Bij individuele systemen is er een zekere mate van regelbaarheid gangbaar. De temperatuur wordt per woning door een kamerthermostaat geregeld. De ventilatie is meestal in drie standen te regelen. Er zijn mogelijkheden om deze regelbaarheid te verbeteren: • Thermostatische radiatorkranen, waardoor in de verschillende vertrekken de temperatuur geregeld kan worden. • Toepassen van wasemkappen, waardoor afzuiging gerichter geregeld kan worden. • Regeling ventilatie door sensoren. Wanneer bijvoorbeeld het CO2-gehalte te hoog wordt, gaat de ventilatie meer afzuigen. Dit laatste is nog een nieuwe en dure techniek. Om het bedieningsgemak van ventilatie te verbeteren, is er tegenwoordig afstandsbediening beschikbaar. Bij collectieve systemen is er van oudsher weinig sprake van regelbaarheid. Voor verwarming is een Individuele Regel Combinatie (IRC) beschikbaar, die ook van een
warmtapwaterbereider voorzien kan worden. Collectieve verwarming wordt hier gecombineerd met de regelbaarheid en het gemak van een individuele combiketel. Om dit te kunnen toepassen, is het wel noodzakelijk dat de radiatoren van een woning een centrale aansluiting hebben. De oorspronkelijke installaties hebben echter meestal twee aansluitingen: een aan de voorzijde en een aan de achterzijde. Om een dergelijke IRC toe te passen, moet veelal het centrale leidingnet vervangen worden. Ook binnen de woningen moeten de leidingen aangepast worden. Collectieve mechanische ventilatie-installaties worden meestal centraal op twee of drie standen geregeld. Bij vervanging van ventilatoren kunnen er ventilatoren toegepast worden, die geregeld worden op een vaste onderdruk in het afzuigkanaal. Dit betekent, dat de ventilatie per afzuigpunt met het ventiel geregeld kan worden, zonder dat het hele systeem ontregeld wordt. Speciale ventielen zorgen ervoor dat er constante hoeveelheden worden afgezogen. Deze ventielen zijn in twee standen of zelfs traploos regelbaar.
Verrekening energiekosten bij collectieve installaties Een ander belangrijk punt is het verrekenen van de energiekosten. Bij individuele systemen is dit geen punt. Maar bij collectieve systemen is dit slechts beperkt mogelijk. Traditioneel worden er verdampingmeters toegepast, waardoor de kosten via verreken- regels worden verdeeld. De moderne elektronische variant is nauwkeuriger en makkelijker af te lezen. De eerdergenoemde Individuele Regel Combinatie is voorzien van een doorstroommeter, waarmee individueel afgerekend kan worden.
Overzicht in foto’s van oplossingen voor regelbaarheid IRC tappot
Afwerking Naast regelbaarheid en verrekenbaarheid is het afwerkings niveau in de woning voor bewoners belangrijk. Het netjes afen wegwerken van toestellen en leidingen is in de praktijk een belangrijk aandachtspunt.
Algemene prestaties van collectieve installaties Bestaande collectieve installaties leveren vaak klachten op bij bewoners. Enerzijds wordt dit veroorzaakt door het genoemde gebrek aan regelbaarheid en verrekenbaarheid, maar anderzijds door het niet optimaal functioneren van het installatiesysteem. Het wordt te warm of niet warm genoeg, of het energiegebruik is te hoog. De Installatie Performance Scan is een gestandaardiseerd instrument om inzicht te krijgen in de verbetermogelijkheden van de klimaatinstallatie in gebouwen. Hiermee worden gebreken in de installatie opgespoord. Aanpak van de installatie op basis van de scan kan leiden tot een reductie van het energiegebruik en tot een reductie op de kans op storingen en comfortklachten. Meer informatie over deze scan vindt u op www.InstallatiePerformanceScan.nl.
Overzicht in foto’s van oplossingen voor verrekening Thermisch radiatorventiel
22 | Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
Twee standen ventilatieventiel
Verdampingsmeter op radiator
23 | Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
Uitgewerkte concepten
De overige concepten zijn niet uitgewerkt, maar in de bijlage ‘Voorbeeldprojecten’ zijn per concept voorbeeldprojecten genoemd. Van deze projecten is nadere informatie op de website van Agentschap NL beschikbaar.
Bij elk concept zijn één of meerdere aandachtspunten aangestipt. Het mag duidelijk zijn dat alle gegeven waarden met betrekking tot bouwkosten, energiegebruik e.d. indicatief zijn. Deze waarden zijn gebaseerd op de publicatie ‘Voorbeeldwoningen bestaande bouw 2007’, Agentschap NL.
Huidige situatie Typering installatie
CE3 - Collectieve CV / collectieve boiler / collectieve MV individueel regelbaar
Galerij vóór 1966
Typerende afbeelding van de installatie
Bestaand
Onderhoud
Groot onderh. / renov.
Hoog niveau renovatie
Installatie maatregelen verwarming
collectieve CV (CR)
warmtapwater
keukengeiser
ventilatie
natuurlijk
De soort ingreep, waarbij de installatieverbetering plaats vindt
collectieve CV (HR) + optimaliseren systeem collectieve boiler collectieve MV
Maatregelen schil
Energetische kwaliteit van de schil
dak
RC = 1,97 m2 K/W
RC = 1,97 m2 K/W
gevel
RC = 0,36 m2 K/W
RC = 1,36 m2 K/W
glas
enkel / dubbel
HR++
vloer
RC = 0,15 m2 K/W
RC = 2,65 m2 K/W
Bijzondere, bijkomende maatregelen bij toepassing van het installatieconcept
Bijzondere maatregelen plaats apparaten
plaatsing IRC tappot in bijkeuken vernieuwen radiatoren en leidingen / plaatsing kamerthermostaat / bijplaatsen radiatoren in badruimte en entree
overig
Jaarlijks energiegebruik onderscheidend gas en elektriciteit, nodig voor verwarming en warm tapwaterbereiding
Groot onderh. / renov.
Hoog niveau renovatie
tussenmidden
hoekdak
tussenmidden
hoekdak
tussenmidden
hoekdak
tussenmidden
gas, verwarming en tapwater
Bestaand 960 m3
1610 m3
850 m3
1420 m3
800 m3
1190 m3
elektra, hulpenergie
217 kWh
217 kWh
217 kWh
217 kWh
217 kWh
217 kWh
Energiegebruik
Onderhoud
5.000 - 6.000
Kosten installatie
hoekdak
Kosten installatie en kosten totale ingreep
5.000 - 6.000 20.000 - 50.000
Kosten totale ingreep Energiegebruik
G
F
E
+
D
C
++
B
A
G
+++
F +
E
D
C
++
B
A
+++
G
F +
E
D ++
C
B
A
+++
G
F +
E
D ++
C
B
A
+++
Gezondheid Comfort- akoestisch - thermisch - tapwater
‘Kwaliteitsprofiel’ voor energiegebruik (energielabel A t/m F) en gezondheid en comfort (+,++,+++; goed, zeer goed, maximaal)
Individuele regeling en afrekening Wanneer er gekozen wordt voor de afrekening en regeling, om een IRC met warm tapwater toe te passen moet er rekening gehouden worden met: - de plaats van de IRC (afmetingen 630 x 500 x 318 mm) - plaats van nieuwe stijgleidingen voor de verwarming. Voor beiden gevallen is de kast bij de leidingkoker ideaal.
Opmerkingen en aandachtspunten bij het installatieconcept
Optimaliseren verwarmingssysteem Met de Installatie Performance Scan kan aangegeven worden op welke punten het verwarmingssysteem geoptimaliseerd kan worden.
28 | Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
Symbolen Verwarming
Warm tapwater
Ventilatie
Collectieve
Elektrische boiler
MV (Mechanische
warmteopwekking
Mini-wkk
Ventilatie) collectief
Zonneboiler
MV (Mechanische Ventilatie) individueel
In de loop van 2010 wordt deze publicatie geactualiseerd. Voor de laatste versie verwijzen wij u naar www.agentschapnl.nl/woningbouw.
Combiketel
Warmtepompboiler
Gebalanceerde ventilatie
IRC (Individuele Regel Combinatie) tappot
24 | Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
Het woningtype waarvan het concept is uitgewerkt
Ketelhuis
De uitgewerkte concepten zijn als volgt beschreven: De installaties bij de huidige situatie en bij de mogelijke ingrepen zijn getypeerd. • De maatregelen aan de schil van het gebouw, die bij het concept en de ingreep passen, zijn getypeerd naar isolatiewaarde (Rc). • Bijzondere maatregelen die bij dit concept getroffen kunnen worden, worden vermeld. • Het energiegebruik voor verwarming en warmtapwater wordt vermeld in m3 gas per jaar. • Het elektraverbruik van de installaties, de zogenaamde hulpenergie, wordt gegeven in kWh per jaar. • De energiegebruiken zijn voor een tussenmidden-woning en een hoekdakwoning gegeven. De verbruiken van woningen met een andere ligging zullen zich hiertussen bevinden. • De kosten van installatie en van de totale ingreep worden uitgedrukt in Bouwkosten, inclusief BTW. Uiteraard gaat het hier om grove indicaties. • De prestaties van de concepten in combinatie met het gebouw en de verschillende ingrepen zijn in een kwaliteitsprofiel getypeerd. • Voor energiegebruik is een schaal gebruikt die overeenkomt met het energielabel. • Voor gezondheid en comfort is een driepuntsschaal gebruikt: + goed; ++ zeer goed; +++ maximale kwaliteit.
Installatieconcept. Een overzicht van alle uitgewerkte concepten is te vinden op pag 26
Nieuwe kanalen en leidingen
Het betreft de volgende gebouwen en concepten: CE3 : Collectieve CV / collectieve boiler / collectieve MV (mechanische ventilatie) individueel regelbaar in een galerijwoning van vóór 1966 CE4 : Mini-wkk / collectieve boiler indirect gestookt / collectieve MV (mechanische ventilatie) in een galerijwoning van 1966 tot 1988 CD1 : Collectieve CV met zonneboiler voor een galerijwoning van 1966 tot 1988 IE1 : Combiketel HR / MV (mechanische ventilatie) individueel voor een portiekwoning van vóór 1966 IE3 : Gecombineerde verwarming, ventilatie en warmtapwater voor een portiekwoning van 1966 tot 1988 ID3 : Combiketel HR en warmtepompboiler met collectieve MV (mechanische ventilatie) voor een portiekwoning van vóór 1966.
Voor uitleg over de in de overzichten en bijlage gebruikte symbolen zie de tabel ‘Symbolen’.
Woningplattegrond waarin de positie van (nieuw te plaatsen) kanalen en leidingen is aangegeven
Collectieve CV / Collectieve boiler Collectieve MV (individueel regelbaar)
In het ‘Overzicht uitgewerkte concepten’ zijn alle concepten aangegeven in schema. Bij zes concepten zijn de schema’s over foto’s van portiek- of galerijwoningen gelegd. Deze concepten zijn voor die woningen uitgewerkt.
Afbeelding installatieconcept. De gebruikte symbolen zijn terug te vinden in de legenda onderaan deze pagina
25 | Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
Overzicht uitgewerkte concepten
Legenda
CE1 Collectieve CV / gesloten geiser of elektrische boiler / collectieve MV (Mechanische Ventilatie) Collectief efficiënt
CE2 Collectieve CV / collectieve boiler / individuele (gebalanceerde) ventilatie CE3 Collectieve CV / collectieve boiler / collectieve MV
(individueel regelbaar)
CE4 Mini-wkk / collectieve boiler indirect gestookt / collectieve MV CE5 Stadsverwarming / rondpompsysteem / collectieve MV
CE1
CE2
CE3 (zie pagina 28)
CE4 (zie pagina 29)
CE5
CD1
Collectieve CV met zonneboiler
CD2
Collectieve CV met warmtepompboiler
Collectief duurzaam
CD3 Mini-wkk met warmtepomp uit ventilatielucht en zonnecollectoren en collectieve MV CD4 Warmtepomp (bodem) met zonnecollectoren en collectieve CV CD5 Mini-wkk met zonnecollectoren en warmtepompboiler (bodem) + collectieve MV
CD1 (zie pagina 30)
CD2
CD3
CD4
CD5
IE1
Combiketel HR / MV individueel
IE2
Combiketel HR / MV collectief
Individueel efficiënt
IE3 Gecombineerde verwarming, ventilatie en warmtapwater
IE1 (zie pagina 31)
IE2
IE3 (zie pagina 32)
ID1 Combiketel HR en collectieve zonneboiler / collectieve of individuele MV Individueel duurzaam
ID2 Combiketel HR en individuele zonneboiler / collectieve of individuele MV ID3 Combiketel HR en warmtepompboiler met collectieve MV
ID1
ID2
26 | Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
ID3 (zie pagina 33)
27 | Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
CE4 - Mini-WKK / collectieve boiler indirect gestookt / collectieve MV
Bestaand
Onderhoud
Groot onderh. / renov.
Hoog niveau renovatie
Mini-WKK
Bestaand
Installatie maatregelen
Galerij 1966 - 1988
Nieuwe kanalen en leidingen
Ketelhuis
Mini-WKK / collectieve boiler indirect gestookt / collectieve MV (individueel regelbaar)
Galerij vóór 1966
Nieuwe kanalen en leidingen
Collectieve CV / Collectieve boiler Collectieve MV (individueel regelbaar)
CE3 - Collectieve CV / collectieve boiler / collectieve MV individueel regelbaar
Onderhoud
Groot onderh. / renov.
Hoog niveau renovatie
Installatie maatregelen
verwarming
collectieve CV (CR)
warmtapwater
keukengeiser
ventilatie
natuurlijk
collectieve CV (HR) + optimaliseren systeem
verwarming
collectieve CV (CR)
mini-WKK
collectieve boiler
warmtapwater
collectieve boiler
collectieve boiler
ventilatie
natuurlijk
collectieve MV
Maatregelen schil
collectieve MV
Maatregelen schil
dak
RC = 1,97 m2 K/W
RC = 1,97 m2 K/W
dak
RC = 1,30 m2 K/W
RC = 1,30 m2 K/W
RC = 2,5 m2 K/W
gevel
RC = 0,36 m2 K/W
RC = 1,36 m2 K/W
gevel
RC = 1,36 m2 K/W
RC = 1,36 m2 K/W
RC = 2,5 m2 K/W / vernieuwen kozijnen
glas
enkel / dubbel
HR++
glas
enkel / dubbel
HR++
HR++
vloer
RC = 0,15 m2 K/W
RC = 2,65 m2 K/W
vloer
RC = 0,65 m2 K/W
RC = 2,65 m2 K/W
Bijzondere maatregelen
plaats apparaten
overig
Bijzondere maatregelen
Bestaand
plaatsing IRC tappot in bijkeuken
plaats apparaten
vernieuwen radiatoren en leidingen / plaatsing kamerthermostaat / bijplaatsen radiatoren in badruimte en entree
bemetering
overig
Groot onderh. / renov.
Hoog niveau renovatie
Energiegebruik
tussenmidden
hoekdak
Onderhoud tussenmidden
hoekdak
tussenmidden
hoekdak
tussenmidden
gas, verwarming en tapwater
960 m3
1610 m3
850 m3
1420 m3
800 m3
elektra, hulpenergie
217 kWh
217 kWh
217 kWh
217 kWh
217 kWh
5.000 - 6.000
Kosten installatie
Energiegebruik
G
F
E
+
D ++
C
B
A
G
+++
F +
E
D
C
++
A
+++
G
F +
E
Onderhoud
Energiegebruik
tussenmidden
hoekdak
1190 m3
gas, verwarming en tapwater
950 m3
1480 m3
217 kWh
elektra, hulpenergie
217 kWh
217 kWh
5.000 - 6.000
B
radiatoren voorzien van thermostatische kranen Bestaand
hoekdak
20.000 - 50.000
Kosten totale ingreep
nieuwbouw centraal ketelhuis individuele afrekening door warmtebemetering per woning
D ++
C
B
A
+++
G
F +
E
D ++
C
B
A
hoekdak
Groot onderh. / renov.
Hoog niveau renovatie
tussenmidden
hoekdak
tussenmidden
hoekdak
ca. 650 m3
ca. 1100 m3
ca. 400 m3
ca. 700 m3
Kosten installatie
6.000 - 12.000
6.000 - 12.000
Kosten totale ingreep
20.000 - 50.000
100.000
Energiegebruik
+++
Gezondheid
tussenmidden
G
F +
E
D ++
C
B
A
+++
G
F +
E
D ++
C
B
A
+++
G
F +
E
D
C
++
B
A
+++
G
F +
E
D ++
C
B
A
+++
Gezondheid
Comfort - akoestisch
Comfort - akoestisch
- thermisch
- thermisch
- tapwater
- tapwater
Individuele regeling en afrekening
Geluid en trillingen
Wanneer er gekozen wordt voor de afrekening en regeling, om een IRC met warm tapwater toe te passen moet er rekening gehouden
Een installatie voor warmtekrachtkoppeling veroorzaakt geluid en trillingen. Bij plaatsing in het woonblok zijn extra geluidswerende
worden met:
maatregelen nodig. Te denken valt aan trillingsvrij ophangen van onderdelen, het isoleren en/of het akoestisch scheiden van constructies.
- de plaats van de IRC (afmetingen 630 x 500 x 318 mm)
De afweging of er een nieuw ketelhuis buiten het gebouw geplaatst kan worden is hier zinvol.
- plaats van nieuwe stijgleidingen voor de verwarming. Voor beiden gevallen is de kast bij de leidingkoker ideaal. Optimaliseren verwarmingssysteem Met de Installatie Performance Scan kan aangegeven worden op welke punten het verwarmingssysteem geoptimaliseerd kan worden.
28 | Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
29 | Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
Bestaand
Onderhoud
Portiek vóór 1966
Groot onderh. / renov.
Hoog niveau renovatie
Combiketel
Nieuwe kanalen en leidingen
IE1 - Combiketel HR / MV individueel
Combiketel individuele mv
Nieuwe kanalen en leidingen
Collectieve CV en zonneboiler
Galerij 1966 - 1988
Collectieve CV / zonneboiler Collectieve MV (individueel regelbaar)
CD1 - Collectieve CV met zonneboiler
Bestaand
Installatie maatregelen
Onderhoud
Groot onderh. / renov.
verwarming
collectieve CV (CR)
collectieve CV (HR)
warmtapwater
collectieve boiler
collectieve boiler
ventilatie
natuurlijk
MV
collectieve CV (HR)
verwarming
lokale gasverwarming
zonneboiler
warmtapwater
keukengeiser
MV
ventilatie
natuurlijk
Maatregelen schil
combiketel combiketel individuele MV
Maatregelen schil
dak
RC = 1,30 m2 K/W
RC = 1,30 m2 K/W
RC = 2,5 m2 K/W
dak
RC = 1,97 m2 K/W
RC = 1,97 m2 K/W
gevel
RC = 1,36 m2 K/W
RC = 1,36 m2 K/W
RC = 2,5 m2 K/W
gevel
RC = 0,36 m2 K/W
RC = 1,36 m2 K/W
glas
enkel / dubbel
HR++
HR++
glas
enkel / dubbel
HR++
vloer
RC = 0,65 m2 K/W
RC = 2,65 m2 K/W
RC = 2,65 m2 K/W
vloer
RC = 0,15 m2 K/W
RC = 2,65 m2 K/W
Bijzondere maatregelen
plaats apparaten
bemetering
overig
Hoog niveau renovatie
Installatie maatregelen
Bijzondere maatregelen
Bestaand
zonneboiler + universele regelunit en terugloopventiel in werkkast
plaats apparaten
individuele doorstroommeters
kanalen
rookgasafvoer door kanaal buiten
vernieuwing radiatoren en leidingnet
ventilatie
afvoer MV door bestaande kanalen, roestvaste voering aangebracht
Onderhoud
plaatsing in keuken
Groot onderh. / renov.
Hoog niveau renovatie
Groot onderh. / renov.
Hoog niveau renovatie
Energiegebruik
tussenmidden
hoekdak
tussenmidden
hoekdak
tussenmidden
hoekdak
tussenmidden
hoekdak
Energiegebruik
tussenmidden
hoekdak
tussenmidden
hoekdak
tussenmidden
hoekdak
tussenmidden
gas, verwarming en tapwater
950 m3
1480 m3
840 m3
1300 m3
720 m3
1230 m3
ca. 600 m3
ca. 700 m3
gas, verwarming en tapwater
960 m3
1610 m3
900 m3
1470 m3
490 m3
780 m3
elektra, hulpenergie
217 kWh
217 kWh
217 kWh
217 kWh
220 kWh
220 kWh
220 kWh
220 kWh
elektra, hulpenergie
217 kWh
217 kWh
221 kWh
221 kWh
221 kWh
Kosten installatie
10.000 - 11.000
10.000 - 11.000
Kosten totale ingreep
20.000 - 50.000
100.000
Energiegebruik
G
F
E
+
D ++
C
B
A
+++
G
F +
E
D ++
C
B
A
+++
G
F +
E
D ++
C
B
A
+++
G
F +
E
D
C
Bestaand
Onderhoud
9.000 - 10.000
Kosten installatie
B
A
Energiegebruik
+++
Gezondheid
221 kWh 9.000 - 10.000
25.000 - 70.000
Kosten totale ingreep
++
G
F +
E
D ++
C
B
A
+++
G
F +
E
D
C
++
B
A
+++
G
F +
E
D ++
C
B
A
+++
G
F
E
+
Gezondheid
Comfort - akoestisch
Comfort - akoestisch
- thermisch
- thermisch
- tapwater
- tapwater
Leidingen op het dak
Plaatsing CV ketel
Optimaliseren installatie Bij het toepassen van een zonneboiler komen
Naast vervanging van de CV-ketel is het van
Er zijn weinig mogelijkheden om de CV-ketel te plaatsen en weg te werken.
naast de zonnepanelen ook veel leidingen op
belang om het verwarmingssysteem zo
Het wegwerken in keukenkastjes biedt hier mogelijkheden.
het dak. Aandachtspunt hierbij is dat er
optimaal mogelijk te laten functioneren
voldoende werkruimte voor dakonderhoud
(comfort en energiegebruik). Met de Installatie
Afhankelijk van de ruimte die er voor kanalen is, kan er gekozen worden voor een collectief kanaal waarin luchttoevoer
moet blijven.
Performance Scan kan een goed inzicht
en rookgasafvoer zijn gecombineerd (CLV).
verkregen worden in de gebreken en de
Dit kanaal kan buiten het gebouw geplaatst worden of in de plaats van de bestaande shuntkanalen.
verbetermogelijkheden van de installatie. www.InstallatiePerformaneScan.nl
30 | Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
hoekdak
31 | Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
D ++
C
B
A
+++
Onderhoud
Groot onderh. / renov.
Hoog niveau renovatie
Warmtepomp
Bestaand
Installatie maatregelen
Portiek vóór 1966
Nieuwe kanalen en leidingen
Multifunctionele unit
Bestaand
ID3 - Combiketel HR en warmtepomboiler met collectieve MV
Combiketel warmtepomp collectieve mv
Portiek 1966 - 1988
Nieuwe kanalen en leidingen
Gecombineerde verwarming, tapwater en ventilatie
IE3 - Gecombineerde verwarming, ventilatie en warmtapwater
Onderhoud
Groot onderh. / renov.
verwarming
CV ketel (VR)
multifunctionele unit
verwarming
lokale gasverwarming
warmtapwater
VR combitapketel
multifunctionele unit
warmtapwater
keukengeiser
ventilatie
natuurlijk
multifunctionele unit
ventilatie
natuurlijk
Maatregelen schil
combiketel warmtepompboiler collectieve MV
Maatregelen schil
dak
RC = 1,30 m2 K/W
RC = 1,30 m2 K/W
dak
RC = 1,97 m2 K/W
RC = 1,97 m2 K/W
gevel
RC = 1,36 m2 K/W
RC = 1,36 m2 K/W
gevel
RC = 0,36 m2 K/W
RC = 1,36 m2 K/W
glas
enkel / dubbel
HR++ / nieuwe kozijnen
glas
enkel / dubbel
HR++
vloer
RC = 0,65 m2 K/W
RC = 2,65 m2 K/W
vloer
RC = 0,15 m2 K/W
RC = 2,65 m2 K/W
Bijzondere maatregelen
Bijzondere maatregelen
plaats apparaten
kanalen
temp. inblaaslucht te regelen door thermostatisch ventiel
ventilatie
dempers in luchtkanalen
CV-ketel en WTW-unit in bergkast / kanalen in leidingschacht
Bestaand
Onderhoud
Hoog niveau renovatie
Groot onderh. / renov.
Hoog niveau renovatie
tussenmidden
hoekdak
Energiegebruik
tussenmidden
hoekdak
tussenmidden
hoekdak
tussenmidden
hoekdak
tussenmidden
hoekdak
1160 m3
350 m3
750 m3
ca. 300 m3
ca. 700 m3
gas, verwarming en tapwater
960 m3
1610 m3
810 m3
1420 m3
420 m3
710 m3
ca. 400 m3
ca. 600 m3
195 kWh
ca. 300 kWh
ca. 300 kWh
ca. 300 kWh
ca. 300 kWh
elektra, hulpenergie
217 kWh
217 kWh
221 kWh
221 kWh
ca. 280 kWh
ca. 280 kWh
ca. 280 kWh
ca. 280 kWh
gas, verwarming en tapwater
650 m3
elektra, hulpenergie
195 kWh
tussenmidden
hoekdak
Kosten installatie Kosten totale ingreep F
E
radiatoren voorzien van thermostatische kranen
hoekdak
hoekdak
+
regelbaarheid
tussenmidden
tussenmidden
G
Groot onderh. / renov.
Energiegebruik
Energiegebruik
Hoog niveau renovatie
Installatie maatregelen
D ++
C
B
A
+++
G
F +
E
D ++
C
B
A
+++
G
F +
6.000 - 7.000
6.000 - 7.000
25.000 - 70.000
130.000
E
D ++
C
B
A
+++
G
F
E
+
D
C
++
Gezondheid
Bestaand
Onderhoud
9.000 - 10.000
Kosten installatie Kosten totale ingreep B
A
Energiegebruik
+++
G
F +
E
D ++
C
B
A
+++
G
F +
E
D ++
C
B
A
+++
G
F +
6.000 - 7.000
6.000 - 7.000
25.000 - 70.000
130.000
E
D ++
C
B
Gezondheid
Comfort - akoestisch
Comfort - akoestisch
- thermisch
- thermisch
- tapwater
- tapwater
Extra aandacht voor ruimte, onderhoud en geluid
Collectieve regeling ventilatie
Er moet plaats zijn voor een grote unit en kanalen voor inblaas en afzuiging. Veelal worden kanalen achter een verlaagd plafond
Het toepassen van een collectieve warmtepompboiler houdt in dat de individuele regelbaarheid van de ventilatie minder mogelijk is.
in de hal weggewerkt. Het onderhoud verschilt met een normale installatie. Filters moeten regelmatig gereinigd worden.
Bij een homogene samenstelling van de bewonersgroep zal dit geen probleem opleveren.
Het is van belang dat er aandacht wordt besteed aan geluiddemping van apparaat (ophanging) en kanalen (dempers).
32 | Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
33 | Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
A
+++
G
F +
E
D ++
C
B
A
+++
Bijlage A Voorbeeldprojecten Installatieconcept
Overzicht
Foto
Project
Plaats
Type
Bouwjaar
Aantal woningen
Eigenaar
Installatie
42
Hestia groep,
Overig
Bron
Tapwater
Ventilatie
elektrische
mechanisch
omgekeerde
Agentschap NL
boiler
collectief
dakisolatie,
E’novatie
geiser of elektrische +
aanbrengen
projectbrochure
collectieve MV
vliesgevel
Hoofdstraat in
Hoofdstraat
CE 1
Landgraaf
Galerij
1973
Collectieve CV +
CV
Schil
collectieve CV
Landgraaf
Landgraaf [14b] Nr. DV1-SO2.105 94.03 © Agentschap NL Bleijerheide
Kerkrade
Galerij
1966
400
Land van
collectieve CV
Rode,
elektrische
mechanisch
isolatie en
energie
Agentschap NL
boiler
collectief
dakbedekking
zuinige lift
brochure
Kerkrade
‘Kwaliteit van wonen’ Nr. 1KPWB04.18
Den Helder
Den Haag
Portiek
1967-1968
221
straat e.o.
Staedion,
collectieve CV
Den Haag
gesloten
mechanisch
vervanging
Agentschap NL
geiser
collectief
kozijnen / HR++
brochure
glas/isolatie /
‘Kwaliteit van
herst.
wonen’
schilderw.
Nr. 1KPWB04.18
beton / dakbed.
Elvira
CE 2
Amstenrade
Galerij
1973
33
Cicero
Collectieve CV +
Zorggroep,
collectieve boiler +
Hoensbroek
collectieve CV
collectieve
gebalanceerd
aanpassing
aanpassing
Agentschap NL
boiler
ind.
vliesgevel /
lift
E’novatie
isolatie
projectbrochure
individuele gebalanceerde
Hoofdstraat in
ventilatie
Landgraaf [14b] Nr. DV1-SO2.105 94.03 © Agentschap NL Beethovenstraete
Roermond
Galerij
1970
98
Wonen Zuid, Roermond
collectieve CV
collectieve
gebalanceerd
isolatie /
Agentschap NL
boiler
ind.
kunststof
brochure
kozijnen /
‘Kwaliteit van
HR++ glas
wonen’ Nr. 1KPWB04.18
34 | Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
35 | Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
Installatieconcept
Overzicht
Foto
Project
CE 3
De Grutto
Collectieve CV + collectieve
e.o.
Plaats
Hoogeveen
Type
Portiek
Bouwjaar
1965 - 1968
Aantal woningen
Eigenaar
Installatie
162
Domesta,
collectieve
Hoogeveen
CV
CV
Tapwater
Ventilatie
Tappot IRC
mechanisch
Schil
Overig
Bron
isolatie
keuken /
Agentschap NL
sanitair
E’novatie project
collectief
boiler + collectieve MV
brochure De Grutto
(individueel regelbaar)
eo. in Hoogeveen [12B] Nr. DV1SO2.103 93.11 © Agentschap NL
CE 4
Molen
Mini-wkk + collectieve
bossenflats
Venlo-Blerick
Galerij
1968
608
boiler indirect gestookt +
Antares
collectieve
collectieve
mechanisch
isolatie /
Agentschap NL
Woonservice,
CV met WKK
boiler
collectief
aluminium
brochure
kozijnen /
‘Meer keuzes meer
akoestisch HR
kwaliteit’
glas / houten
Nr. 1KPWB03.24
Venlo
collectieve MV
kozijnen / HR++ glas
Ibisdreef
CE 5
Utrecht
Portiek
1966
120
Stadsverwarming +
Portaal,
stads
rondpomp
mechanisch
isolatie /
Agentschap NL
Utrecht
verwarming
systeem
collectief
dubbel glas
E’novatie project-
rondpompsysteem +
brochure Ibisdreef
collectieve MV
in Utrecht [2B] Nr. DV1-SO2.93 94.03 © Agentschap NL
CD 1
Gersteveld &
Collectieve CV +
Tarweveld
Veenendaal
Galerij
1972
150
zonneboiler
Woning
collectieve CV
zonneboiler
mechanisch
Agentschap NL
stichting
ind. naver-
brochure ‘Meer
Patrimonium,
warming
keuzes meer
Veenendaal
kwaliteit’ Nr. 1KPWB03.24
Den Helder-
Den Haag
Portiek
1967 - 1968
221
straat e.o.
Staedion,
collectieve CV
Den Haag
gesloten
mechanisch
vervanging
Agentschap NL
geiser +
collectief
kozijnen / HR++
brochure
glas / isolatie /
‘Kwaliteit van
herst. schilderw.
wonen’
beton / dakbed.
Nr. 1KPWB04.18
zonneboiler
CD 2
Prinses
Collectieve CV +
Margriet-
Boxmeer
Portiek
1978
48
Woonmaatschappij
collectieve CV
ind. warmtepompboiler,
mechanisch
Agentschap NL brochure
warmtepompboiler
straat
Maasland,
WTW uit
‘Voorbeelden uit
Ravenstein
ventilatie-
de praktijk’
lucht
Nr. 1KPWC03.01. © Agentschap NL
36 | Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
37 | Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
Installatieconcept
Overzicht
Foto
Project
Prinsenflats
CD 2 (vervolg)
Plaats
Rijswijk
Type
Galerij
Bouwjaar
1972
Aantal woningen
Eigenaar
98
Vidomes, Rijswijk
Collectieve CV +
Installatie CV
Schil
Overig
Tapwater
Ventilatie
collectieve
collectieve
mechanisch
isolatie /
Agentschap NL
CV
boiler, WTW
collectief,
HR++ glas
brochure
uit ventilatie
individueel
‘Kwaliteit van
lucht dmv
regelbaar
wonen’
warmtepompboiler
warmtepomp
De Brandaris
CD 3
Zaandam
Galerij
1968
384
Mini-wkk met warmtepomp
Bron
Nr. 1KPWB04.18
Rochdale,
collectieve
zonneboiler,
mechanisch
beglazing
Agentschap NL
Zaandam
CV
WKK
collectief
balkons
www. Agentschap
ventilatie en zonnecollectoren
NL.nl
en collectieve MV
Kruitberg
CD 4
Amsterdam
Galerij
1972
328
Warmtepomp (bodem)
Rochdale,
collectieve
zonneboiler
Amsterdam
CV
collectief
mechanisch
met zonnecollectoren
isolatie /
keuken/
Agentschap NL
HR++ glas /
sanitair/
brochure
serres
toegangs-
‘Kwaliteit van
systeem
wonen’
en collectieve CV
Nr. 1KPWB04.18
Schalkwijk
Haarlem
Portiek
1960
382
Elan Wonen /
collectieve
collectieve
isolatie /
Agentschap NL
De Woon-
CV + wkk
CV met
kunststof
brochure ‘Voor-
zonnewarmte
kozijnen /
beelden uit de
HR++ glas
praktijk’
maatschappij
mechanisch
/ Pre Wonen
Nr. 1KPWC03.01. © Agentschap NL
CD 5
Lienaerts-
Mini-wkk met zonnecollectoren
staete
Geleen
Galerij
1970
48
Woonpunt
collectieve
zonneboiler,
mechanisch
isolatie /
Agentschap NL
Westelijke
CV + wkk
Elek.
collectief
HR++ glas
brochure ‘Meer
en warmtepompboiler
Mijnstreek,
(bodem) en collectieve MV
Sittard-
kwaliteit’
Geleen
Nr. 1KPWB03.24
IE 1
Beekman
Combiketel HR +
straat e.o.
individuele MV
Kampen
Portiek
1963
156
deltaWonen, Kampen
warmtepomp
combiketel
combiketel
keuzes meer
mechanisch
isolatie /
Agentschap NL
ind.
kunststof
E’novatie project-
kozijnen /
brochure Beek-
dubbel glas /
manstr. eo in
gevel
Landgraaf [6B] Nr.
afwerking
DV1-SO2.95 93.11 © Agentschap NL
38 | Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
39 | Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
Installatieconcept
Overzicht
Foto
Project
IE 1 (vervolg)
Rembrandt-
Combiketel HR +
laan
Plaats
Goes
Type
Portiek
Bouwjaar
1960
Aantal woningen
Eigenaar
64
RWS partner
Installatie CV
combiketel
Overig
Bron
Tapwater
Ventilatie
combiketel
mechanisch
isolatie /
aanpassen
Agentschap NL
ind.
voorzetpui /
plattegrond /
E’novatie
dubbel glas /
wijkaanpak
projectbrochure
in wonen,
individuele MV
Schil
Goes
kunststof
Rembrandtlaan in
kozijnen
Goes [10B] Nr. DV1-SO2.101 94.03 © Agentschap NL
Wielwijk
Dordrecht
Portiek
1957
104
Woondrecht,
combiketel
combiketel
Dordrecht
mechanisch
isolatie /
Agentschap NL
ind.
stuclaag /
E’novatie
aluminium
projectbrochure
kozijnen /
Wielwijk in
dubbel glas
Dordrecht [20B] Nr. DV1-SO2.107 94.01 © Agentschap NL
Hof
Den Haag
Portiek
1950
124
Loevesteijn
IE 2
De Westfriese
Combiketel + collectieve
Hof
Vestia
combiketel
combiketel
mechanisch
verw. asbest /
ind.
nieuwe
brochure ‘Meer
ZW,
galerijen /
keuzes meer
Den Haag
balkons /
kwaliteit’
HR++ glas
Nr. 1KPWB03.24
Den Haag
Hoorn
Galerij
1962
12
wbv Hoorn,
combiketel
combiketel
Hoorn
samenvoegen
Agentschap NL
mechanisch
isolatie /
verbeteren
Agentschap NL
collectief
dubbel glas /
woonomg.
E’novatie
MV (individueel regelbaar)
kunststof
projectbrochure
kozijn /
De Westfriese Hof
galerij
in Hoorn [7B]
afsluiten
Nr. DV1-SO2.98 93.10 © Agentschap NL
Van Heelu
Den Bosch
Portiek
1965
32
straat e.o.
Zayaz,
combiketel
combiketel
Den Bosch
mechanisch
vernieuwen
Agentschap NL
collectief
kozijnen /
E’novatie
entree
projectbrochure Van Heelustraat eo in Den Bosch [11B] Nr. DV1-SO2.102 93.11 © Agentschap NL
De Grutto e.o.
Hoogeveen
Portiek
1965-68
72
Domesta, Hoogeveen
combiketel
combiketel
mechanisch
isolatie
collectief
keuken /
Agentschap NL
sanitair
E’novatie projectbrochure De Grutto eo in Hoogeveen [12B] Nr. DV1SO2.103 93.11 © Agentschap NL
40 | Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
41 | Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
Installatieconcept
Overzicht
Foto
Project
Plaats
IE 2 (vervolg)
De Prinsen-
Leidschen-
Combiketel + collectieve
hof
dam
Type
Galerij
Bouwjaar
1966
Aantal woningen
Eigenaar
210
Wooninvest,
Installatie CV
combiketel
Schil
Overig
Bron
Tapwater
Ventilatie
combiketel
mechanisch
verbreden
entree /
Agentschap NL
collectief,
galerijen/
camera
brochure
ind.
aanpassing
bewaking
‘Kwaliteit
regelbaar
gevel
Voorburg
MV (individueel regelbaar)
van wonen’ Nr. 1KPWB04.18
Zonzeelstraat
Amsterdam
Portiek
1965
108
e.o.
Hoofdstraat
Ymere,
combiketel
combiketel
Amsterdam
Landgraaf
Portiek
1973
78
Hestia groep,
combiketel
combiketel
Landgraaf
mechanisch
isolatie /
collectief
stuclaag /
E’novatie
dubbel glas /
projectbrochure
kunststof
Zonzeelstraat
kozijnen /
eo in Amsterdam
afsluiten
[17B] Nr. DV1-
balkons /
SO2.108 94.01
entree
© Agentschap NL
mechanisch
isolatie
samenvoegen
samenvoegen
collectief
Agentschap NL
Agentschap NL E’novatie projectbrochure Hoofdstraat in Landgraaf [13B] Nr. DV1-SO2.104 94.03 © Agentschap NL
Het Behouden
Amsterdam
Portiek
1977
572
Huys
Woon
combiketel
combiketel
mechanisch
HR++ glas /
sanitair /
Agentschap NL
collectief
balkons
politie
brochure
De Key,
afwatering /
keurmerk.
‘Kwaliteit
Amsterdam
betonren. /
van wonen’
asbest
Nr. 1KPWB04.18
stichting
sanering / entrees
IE 3
Clavecymbel-
Verwarming (HR),
straat
Maastricht
Galerij
1959
119
Woning
gebalanceerd
isolatie /
Agentschap NL
stichting
combiketel
combiketel
+ WTW
dubbel glas /
E’novatie
gebalanceerde ventilatie en
St. Mathias,
ind. regelbaar
glazen pui
projectbrochure
warm tapwater, al dan niet
Maastricht
tpv balkon
Clavesymbelstraat
gecombineerd in één ketel
eo in Maastricht [21B], Nr. DV1SO2.112 94.04 © Agentschap NL Kleine Driene
Hengelo
Portiek
1959
142
St. Joseph
gecombineerd
gecombi-
mechanisch
isolatie /
verlagen
Agentschap NL
Wonen,
toestel
neerd
collectief
verkleinen
plafonds
E’novatie project-
Hengelo
toestel
glas
brochure Kleine
oppervlakken
Driene in Hengelo [3B] Nr. DV1SO2.94 93.11 © Agentschap NL
42 | Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
43 | Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
Installatieconcept
Overzicht
Foto
Project
IE 3 (vervolg)
Roosenvelt-
Verwarming (HR),
laan e.o.
Plaats
Utrecht
Type
Portiek
Bouwjaar
1960
Aantal woningen
Eigenaar
112
Portaal,
Installatie CV
combiketel
Tapwater
Ventilatie
combiketel
indiv. + WTW
Schil
Overig
Bron
isolatie
gemeen-
Agentschap NL
schappelijke
E’novatie
Utrecht
gebalanceerde ventilatie en
projectbrochure
warm tapwater, al dan niet
Rooseveltlaan
gecombineerd in één ketel
eo in Utrecht[16B] Nr. DV1-SO2.107 94.01 © Agentschap NL Nieuwland
Catharinaland
ID 1
Schiedam
Den Haag
Portiek
Portiek
1953
jaren ’60
448
144
Combiketel HR en
Woonplus,
combiduct/
combiduct /
gebalanceerd
isolatie /
Agentschap NL
Schiedam
combiketel
combiketel
/ MV
stuclaag /
E’novatie project-
vergr. balkon /
brochure Nieuw-
nieuwe
land in Schiedam
kozijnen /
[18B] Nr. DV1-
HR-glas /
SO2.109 94.04
kierdichting
© Agentschap NL
isolatie /
Agentschap NL
verkleinen
brochure
glasopper-
‘Voorbeelden
vlakken
uit de praktijk’
Staedion,
HR ketel
zonneboiler
mechanisch
Den Haag
collectieve zonneboiler
Nr. 1KPWC03.01. © Agentschap NL
Oud Indische
Amsterdam
Portiek
1920-40/80
1700 (ged.)
Buurt
De Alliantie,
combiketel
Amsterdam
combiketel +
mechanisch
isolatie
Agentschap NL
zonneboiler
brochure ‘Kwaliteit van wonen’ Nr. 1KPWB04.18
ID 2
Elbereveld-
Combiketel HR en
straat
Kerkrade
Portiek
1971
60
Hestia groep
combiketel
Kerkrade,
individuele zonneboiler
combiketel +
mechanisch
zonneboiler
Kerkrade
isolatie /
duboliften /
Agentschap NL
stuclaag /
PL verlichting
brochure ‘Kwaliteit
vergr. balkon /
van wonen’
nieuwe
Nr. 1KPWB04.18
kozijnen / HR-glas / kierdichting
ID 3
Oud Indische
Combiketel HR en
Buurt
Amsterdam
Portiek
1920-40/80
1700 (ged.)
De Alliantie,
herstel
Agentschap NL
metselwerk /
brochure ‘Kwaliteit
warmtepompboiler
isolatie /
van wonen’
met collectieve MV
vervangen
Nr. 1KPWB04.18
Amsterdam
combiketel
combiketel + warmtepomp
mechanisch
kozijnen / HR++ glas
44 | Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
45 | Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
46 | Installaties in bestaande woningbouw: kiezen voor verbetering
Divisie NL Energie en Klimaat voert in opdracht van het ministerie van VROM het programma ‘Energie & Gebouwde Omgeving’ uit. Wij bieden professionele marktpartijen en overheden onder steuning bij energiebesparing, duurzame energie en CO2-reductie van de gebouwde omgeving.
Dit is een publicatie van: Agentschap NL NL Energie en Klimaat Swentiboldstraat 21 Postbus 17 | 6130 AA Sittard T +31 (0) 88 602 20 00 www.agentschapnl.nl © Agentschap NL | april 2010 Publicatie-nr. 2KPWB1025 Hoewel deze publicatie met de grootst mogelijke zorg is samengesteld kan Agentschap NL geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele fouten. Agentschap NL is een agentschap van het ministerie van Economische Zaken. Agentschap NL voert beleid uit voor diverse ministeries als het gaat om duurzaamheid, innovatie en internationaal. Agentschap NL is hét aanspreekpunt voor bedrijven, kennisinstellingen en overheden. Voor informatie en advies, financiering, netwerken en wet- en regelgeving. De divisie NL Energie en Klimaat versterkt de samenleving door te werken aan de energie- en klimaatoplossingen van de toekomst.