Productspecificaties Doorrijprofielen kunstwerken en portalen
Versie: 1 mei 2007
1
Productspecificaties Doorrijprofielen kunstwerken en portalen
Inhoudsopgave ........................................................................................
1
PRODUCTOMSCHRIJVING .................................................................... 3 1.1 1.2
2
ALGEMEEN ............................................................................................. 3 TOEPASSING............................................................................................ 3
EISEN ........................................................................................................... 4 2.1 DOORRIJHOOGTEN .................................................................................. 4 2.1.1 alle objecten ................................................................................... 4 2.1.2 kunstwerken.................................................................................... 4 2.1.3 Kunstwerken in de rijkswegen (onderdoorgangen)........................ 6 2.1.4 portalen en uithouders ................................................................... 8 2.1.5 Verkeerregelinstallaties en toeritdoseerinstallaties ..................... 10 2.2 DOORRIJBREEDTE ................................................................................. 10 2.3 OP TE LEVEREN PRODUCTEN ................................................................. 11 2.3.1 Excel-spreadsheet met alle objecten ............................................ 11 2.3.2 Digitale foto’s met doorrijprofielen ............................................. 12 2.3.3 Digitale afbeelding van het zijaanzicht ........................................ 13 2.3.4 Digitale afbeelding van het bovenaanzicht .................................. 15 2.3.5 Per object Excel-bestanden met de complete gegevens................ 17 2.3.6 3D-laserdata bestand in twee verschillende formats ................... 18 2.3.7 overzicht met bestandsbenamingen.............................................. 19 2.4 INWINNING EN VERWERKING ................................................................ 19 2.4.1 Algemeen...................................................................................... 19 2.4.2 Scanner ........................................................................................ 19 2.4.3 Software ....................................................................................... 20 2.4.4 Werkproces................................................................................... 21
3
AANLEVERING........................................................................................ 22
4
AFLEVERING........................................................................................... 23 4.1 4.2
KWALITEITSRAPPORTAGE ..................................................................... 23 HET PRODUCT ....................................................................................... 23
BIJLAGE A: EISEN KWALITEITSRAPPORTAGE ................................... 24 BIJLAGE B: VOORBEELD FOTO’S EN SCANS KUNSTWERK ............. 25 BIJLAGE C: VOORBEELD FOTO EN SCANS PORTAAL ....................... 27 BIJLAGE D: VOORBEELD FOTO EN SCANS VRI ................................... 29 BIJLAGE E: VOORBEELD OVERZICHT BESTANDSBENAMINGEN.. 30
2
Productspecificaties Doorrijprofielen kunstwerken en portalen
1 Productomschrijving 1.1
Algemeen
Het product doorrijprofielen betreft de meting en presentatie van: • de doorrijhoogten van een object op verschillende essentiële punten boven de rijksweg; • de maximale doorrijbreedten, de zogenaamde “vrije ruimte” binnen het over het weggedeelte liggende object. Onder objecten worden verstaan: • kunstwerken over rijkswegen, zoals bruggen, tunnels, via-, eco- en aquaducten; • kunstwerken in rijkswegen (onderdoorgangen); • portalen met signaalgevers zoals matrixborden, dynamische routeinformatiepanelen (DRIP’s) en grafische route-informatiepanelen (GRIP’s); • bebording aan uithouders boven rijstrook of vluchtstrook; • verkeersregelinstallaties (VRI's); • toeritdoseerinstallaties (TDI's).
1.2
Toepassing
Doorrijprofielen (doorrijhoogten en –breedten) worden gemeten voor diverse doeleinden zoals: • het bepalen van de route en het afgeven van vergunningen voor bijzondere transporten door de Rijksdienst voor Wegverkeer (RDW); • reconstructie werkzaamheden aan kunstwerken; • incidentmanagement, het bepalen van snelle routes voor hulpdiensten naar calamiteiten; • toetsing van doorrijhoogten na overlagingswerkzaamheden; • het voorkomen of het afhandelen van schadeclaims; • het afgeven van vergunningen, bijvoorbeeld voor het hangen van vlaggen aan kunstwerken. De eindgebruikers van dit product zijn: • de wegendistricten van Rijkswaterstaat; • de RDW; • het Verkeerscentrum Nederland/Incident Management; • de Bouwdienst van Rijkswaterstaat.
3
Productspecificaties Doorrijprofielen kunstwerken en portalen
2 Eisen De onderhavige “Productspecificaties Doorrijprofielen kunstwerken en portalen” beschrijft het standaardproduct. Indien in een project op onderdelen wordt afgeweken van de “Productspecificaties Doorrijprofielen kunstwerken en portalen”, is een nadere omschrijving van de wijziging opgenomen in de projectspecificatie. Voor deze onderdelen is het gestelde in de projectspecificatie leidend.
2.1
Doorrijhoogten
Een doorrijhoogte is een maat loodrecht op het wegdek tussen een in paragraaf 1.1 genoemd object en het daaronder liggend weggedeelte en moet met de onderstaande precisie worden bepaald. Precisie doorrijhoogte: 1 σdoorrijhoogte
< 1.0 cm
In de onderstaande subparagrafen wordt per soort object aangegeven welke doorrijhoogten moeten worden bepaald.
2.1.1 alle objecten Voor alle in paragraaf 1.1 genoemde objecten moet de minimale doorrijhoogte per rijbaan worden bepaald. Onder de minimale doorrijhoogte wordt de kleinste afstand loodrecht op het wegdek tussen een object en het daaronder liggend weggedeelte verstaan. 2.1.2 kunstwerken Aanvullend geldt voor kunstwerken dat: • de doorrijhoogten (en breedten) in twee dwarsprofielen aan beide zijden van het kunstwerk moeten worden bepaald; • de voorzijde van het kunstwerk gezien in oplopende kilometrering wordt aangeduid als dwarsprofiel 1 en de achterzijde als dwarsprofiel 2; • kunstwerken, die minder dan 3 meter van elkaar af liggen, worden als één kunstwerk gezien; Voor beide dwarsprofielen per kunstwerk geldt dat naast de minimale doorrijhoogte per rijbaan ook de doorrijhoogte moet worden bepaald ter plaatse van (zie figuur 1): • de wegmarkeringen zoals: o doorgetrokken verfstreep; o onderbroken verfstreep; o blokmarkering; o bij tijdelijke wegmarkering, veelal geel, de originele witte wegmarkering aanhouden. • 1 meter uit de kant doorgetrokken verfstreep (kantstreep); • aan beide zijden kant verharding; • indien er een ophangconstructie met signaalgever aan het kunstwerk hangt dan moet ook de hoogte “asfalt -> signaalgever” worden bepaald. Indien er alleen een ophangconstructie aanwezig is, dus geen signaalgever, dan is de bepaling van de hoogte “asfalt
4
Productspecificaties Doorrijprofielen kunstwerken en portalen
-> ophangconstructie ” niet nodig. De hoogte van de signaalgevers moet worden bepaald op het laagste punt van de gehele constructie van signaalbak en –bord. ...............................
figuur 1 Locaties van de te bepalen doorrijhoogten van een kunstwerk.
De nummering van de locaties van de te bepalen doorrijhoogten van een kunstwerk ligt vast en is gerelateerd aan het type wegmarkering. Dit houdt in dat bij kunstwerken voor de nummering van bijv. de locatie ter plaatse van de doorgetrokken verfstreep (kantstreep) altijd de nummers 3, 8, 11, 16, 21, 26, 29, 34 moet worden aangehouden. De nummering wordt altijd ingevuld vanaf de WOL-lijn. De eerste rijstrook is dus altijd aangegeven door de nummers 7, 12, 25 en 30. Indien een rijksweg minder rijstroken en minder uitvoegstroken heeft wordt de nummering voor de ontbrekende stroken overgeslagen. voorbeeld 1: Voor de HRR (HoofdRijbaanRechts), dwarsprofiel 1, een rijbaan met twee rijstroken en één uitvoegstrook worden de volgende nummers gebruikt: 9 = kant verharding 8 = doorgetrokken verfstreep 7 = onderbroken verfstreep 5 = blokstreep 3 = doorgetrokken verfstreep 2 = 1 meter uit de kant doorgetrokken verfstreep 1 = kant verharding Indien een rijksweg meer rijstroken en meer uitvoegstroken heeft wordt er vanaf de WOL-lijn extra nummering toegevoegd. De rijstrook die het dichtst bij de WOL-lijn ligt is de eerste rijstrook, daarna volgen rijstrook 2, 3, enz. De extra rijstrook krijgt hetzelfde nummer als de meest nabij gelegen gelijksoortige wegmarkering met de eerst volgende letter uit het alfabet daaraan toegevoegd. Voorbeeld 2: Voor de HRR, dwarsprofiel 1, een rijbaan met vier rijstroken. De vierde rijstrook wordt toegevoegd naast rijstrook 3, gezien vanaf de WOL-lijn. De wegmarkering van de extra rijstrook wordt een zogenaamde (3-9) streepmarkering. De dichtst bij gelegen (3-9) streepmarkering heeft
5
Productspecificaties Doorrijprofielen kunstwerken en portalen
nummer 6. De extra (3-9) streepmarkering krijgt nummer 6A op dwarsprofiel 1 en nummer 24 A op dwarsprofiel 2. Nog een extra rijstrook zou betekenen 6B en 24B. Een extra uitvoegstrook krijgt nummer 4A en 22A. Bij viaducten in de vorm van een omgekeerde tuitgevel, van boven breed en van onder smal, zie figuur 1a, zijn de dwarsprofielen waarin de doorrijhoogten worden bepaald gepositioneerd op de lijn AA’ voor dwarsprofiel 1 en op de lijn BB’ voor dwarsprofiel 2. .............................. .
figuur 2 “Omgekeerde tuitgevel” viaduct.
A’
B’
dwarsprofiel 1
dwarsprofiel 2
B
A
oplopende kilometrering
2.1.3 Kunstwerken in de rijkswegen (onderdoorgangen) Aanvullend geldt voor onderdoorgangen onder snelwegen dat: • de doorrijhoogten (en breedten) in twee dwarsprofielen aan beide zijden van het kunstwerk moeten worden bepaald; • de rechterzijde van het kunstwerk, gezien vanuit de oplopende kilometrering van bovenliggende rijksweg, wordt aangeduid als dwarsprofiel 1 en de linkerzijde als dwarsprofiel 2; • kunstwerken, die minder dan 3 meter van elkaar af liggen, worden als één kunstwerk gezien; • de doorrijhoogte op dezelfde locaties moet worden bepaald als bij de kunstwerken genoemd in paragraaf 2.1.2; • bij ontbrekende lijnen wordt de vaste nummering voor de ontbrekende lijnen overgeslagen; • een onderdoorgang wordt gemeten volgens de indeling zoals weergegeven in figuur 3. waarbij de volgende situaties kunnen voorkomen: o De hoofdrijbaan bestaat uit 2 kunstwerken en de onderdoorgang uit 2 rijbanen, dan volledig inmeten zoals in figuur 3 is aangegeven;
6
Productspecificaties Doorrijprofielen kunstwerken en portalen
o
o
o
De hoofdrijbaan bestaat uit 2 kunstwerken en de onderdoorgang uit 1 rijbaan, dan alleen zoals HRR, rijbaan 2 en HRL (HoofdRijbaanLinks), rijbaan 2 inmeten (zie figuur 3); De hoofdrijbaan bestaat uit 1 kunstwerk of uit 2 kunstwerken die minder dan 3 meter van elkaar liggen en de onderdoorgang uit 2 rijbanen dan alleen zoals de HRR, rijbaan 1 en rijbaan 2 inmeten (zie figuur 3); De hoofdrijbaan bestaat uit 1 kunstwerk of 2 kunstwerken die minder dan 3 meter van elkaar liggen en de onderdoorgang uit 1 rijbaan dan alleen zoals de HRR, rijbaan 2 inmeten (zie figuur 3).
...............................
figuur 3 Locaties van de te bepalen doorrijhoogten van een onderdoorgang.
7
Productspecificaties Doorrijprofielen kunstwerken en portalen
2.1.4 portalen en uithouders Aanvullend geldt voor portalen en uithouders (zie figuur 4 en 5) dat naast de minimale doorrijhoogte per rijbaan ook de doorrijhoogte moet worden bepaald ter plaatse van: • iedere rijstrook; • iedere in- of uitvoegstrook; • de vluchtstrook.
...............................
figuur 4. Locaties van de te bepalen doorrijhoogten van een portaal met wegbewijzeringsborden.
...............................
figuur 5. Locaties van de te bepalen doorrijhoogten van een portaal met signaalgevers.
De nummering van de locaties van de te bepalen doorrijhoogten van een portaal ligt vast. Dit houdt in dat bij portalen voor de nummering van de locatie voor de 1e rijstrook gezien vanuit de WOL van de rijbanen HRR en HRL altijd de nummers 6 respectievelijk 7 moet worden aangehouden. De 1e uitvoegstrook altijd 3 respectievelijk 10 en voor de vluchtstrook 1
8
Productspecificaties Doorrijprofielen kunstwerken en portalen
respectievelijk 12 moet worden aangehouden. De overige nummering wordt altijd ingevuld vanaf de WOL-lijn. Indien een rijksweg minder rijstroken en minder uitvoegstroken heeft wordt de nummering voor de ontbrekende stroken overgeslagen. voorbeeld 1: Voor de HRR, een rijbaan met twee rijstroken en één uitvoegstrook worden de volgende nummers gebruikt: 6 = rijstrook 1 5 = rijstrook 2 3 = uitvoegstrook 1 1 = vluchtstrook Indien een rijksweg meer rijstroken en meer uitvoegstroken heeft wordt er vanaf de WOL-lijn extra nummering toegevoegd. De rijstrook, die het dichtst bij de WOL-lijn ligt, is de eerste rijstrook, daarna volgen rijstrook 2, 3, enz. De extra rijstrook krijgt het nummer van de meest nabij gelegen rijstrook met de eerst volgende letter uit het alfabet daaraan toegevoegd. Voorbeeld 2: Voor de HRL, een rijbaan met vier rijstroken. De vierde rijstrook wordt toegevoegd naast rijstrook 3, gezien vanaf de WOL-lijn en krijgt de nummering 9A. Een extra uitvoegstrook krijgt de nummering 11A. Opmerking: Bij portalen onderscheiden we 2 soorten: • Portaal A: is een portaal met wegbewijzeringsborden; • Portaal B: is een portaal met signaalgevers. In de op te leveren Excel-spreadsheet (zie pragraaf 2.3.1) moet het soort portaal worden aangegeven. Indien een portaal een combinatie is van portaal A en B, moet dit in de presentatie als A/B worden aangeven. Naast de soort portaal dient ook het type constructie van de portaal te worden aangegeven. De verschillende type constructies zijn in het in paragraaf 2.3.1 genoemde sjablone van de Excel-spreadsheet aangegeven.
9
Productspecificaties Doorrijprofielen kunstwerken en portalen
2.1.5 Verkeerregelinstallaties en toeritdoseerinstallaties Voor verkeerregelinstallaties (VRI’s) en toeritdoseerinstallaties (TDI’s) (zie figuur 6) geldt dat naast de minimale doorrijhoogte voor de hele rijbaan ook de minimale doorrijhoogte moet worden bepaald ter plaatse van: • iedere rijstrook; • iedere in- of uitvoegstrook. ...............................
figuur 6. Locaties van de te bepalen doorrijhoogten van een VRI/TDI.
De nummering van de locaties van de te bepalen doorrijhoogten van een VRI of TDI ligt vast. De nummering wordt altijd ingevuld vanaf de WOLlijn. De nummering voor de ontbrekende stroken wordt overgeslagen. Indien een weg meer rijstroken en meer uitvoegstroken heeft wordt er vanaf de WOL-lijn extra nummering toegevoegd. De rijstrook (of uitvoegstrook), die het dichtst bij de WOL-lijn ligt, is de eerste rijstrook (of uitvoegstrook), daarna volgen rijstrook (of uitvoegstrook) 2, 3, enz. De extra rijstrook (of uitvoegstrook) krijgt het nummer van de meest nabij gelegen rijstrook (of uitvoegstrook) met de eerst volgende letter uit het alfabet daaraan toegevoegd. Opmerking: In de op te leveren Excel-spreadsheet (zie paragraaf 2.3.1) dient het type constructie van de portaal te worden aangegeven. De verschillende type constructies zijn in het in paragraaf 2.3.1 genoemde sjablone van de Excelspreadsheet aangegeven.
2.2
Doorrijbreedte
Voor de objecten genoemd in paragraaf 1.1 moet de doorrijbreedte per rijbaan worden bepaald. Bij de doorrijbreedte gaat het om de bepaling van de zogenaamde “vrije ruimte”. Het betreft hier de minimale breedtemaat binnen het over het weggedeelte liggende kunstwerk, portaal en VRI/TDI. Deze minimale breedtemaat moet worden gemeten op een hoogte tussen de 50 cm en 1 meter en moet met de onderstaande precisie worden bepaald. Precisie doorrijbreedte : 1 σdoorrijbreedte
10
Productspecificaties Doorrijprofielen kunstwerken en portalen
< 1.0 cm
2.3
Op te leveren producten
De gemeten doorrijhoogten en doorrijbreedten van de objecten dienen op verschillende wijze volgens vastgestelde formats en bestandsbenamingen te worden opgeleverd. We onderscheiden hierbij de volgende produkten: • Excel-spreadsheet met de gegevens van alle objecten; • Digitale foto’s met doorrijprofielen; • Digitale afbeelding van de 3D-laserdata van het zijaanzicht van ieder object; • Digitale afbeelding van de 3D-laserdata van het bovenaanzicht van ieder object; • Per object een Excel-bestand met de complete gegevens; • 3D-laserdata bestand in twee verschillende formats; • overzicht met bestandsbenamingen. In de hieronder volgende subparagrafen worden de eisen aan de verschillende op te leveren produkten beschreven. De in paragraaf 2.3.3, 2.3.4 en 2.3.6 genoemde produkten zijn alleen van toepassing indien door Opdrachtnemer de techniek “3D-laserscanning” wordt gebruikt.
2.3.1 Excel-spreadsheet met alle objecten Er moet een Excel-spreadsheet met alle objecten worden opgeleverd, waarin de gemeten gegevens betreffende de doorrijprofielen, de vrije ruimte en de minimale doorrijhoogte per rijbaan zijn ingevuld. Het sjablone van deze Excel-spreadsheet, waarin van elk object de locatie en omschrijving reeds zijn ingevuld, wordt door de Opdrachtgever aangeleverd. Dit sjablone is opgebouwd uit verschillende tabbladen voor kunstwerken, onderdoorgangen, portalen en VRI’s/TDI’s. Indien er op meer punten doorrijhoogten gemeten zijn, dan er in de sjablone plaats voor is, (zie voorbeeld 2 van de paragrafen 2.1.2 en 2.1.4) dient de opdrachtnemer zelf kolommen voor deze extra gegevens tussen te voegen en wel zo dat de volgorde van de kolommen in de spreadsheet overeenstemt met de volgorde van de doorrijhoogte in het terrein. Deze toegevoegde kolommen dienen voorzien te worden van een nummering en een benaming. Bestandsbenaming De bestandsbenaming van de Excel-spreadsheet bevat de projectnaam en heeft het volgende format: <projectnaam>-Doorrijprofielen_inventarisatie.xls Voorbeeld: De bestandsbenaming voor een doorrijprofiel meting van de rondweg Eindhoven “Eindhoven-Doorrijprofielen_inventarisatie.xls”
11
Productspecificaties Doorrijprofielen kunstwerken en portalen
2.3.2 Digitale foto’s met doorrijprofielen Van ieder object moet per hoofdrijbaan een digitale foto worden gemaakt en opgeleverd. In deze foto moeten de doorrijhoogten worden gepresenteerd. In het geval dat er al foto’s van een object bestaan worden deze door de opdrachtgever aangeleverd. De aangeleverde foto’s dienen op de actualiteit te worden gecontroleerd. Indien de situatie op een aangeleverde foto niet meer actueel is, moet er een nieuwe foto worden genomen. De foto’s moeten voldoen aan de volgende eisen: • Van kunstwerken moet zowel het voor- als het achteraanzicht worden gefotografeerd. De achterzijde dient tegen de rijrichting in te worden genomen, tenzij kunstwerken dusdanig kort op elkaar liggen dat geen duidelijke foto van de achterzijde is te maken; • Van onderdoorgangen moet zowel het voor- als het achteraanzicht worden gefotografeerd. De achterzijde dient tegen de rijrichting in te worden genomen, tenzij kunstwerken dusdanig kort op elkaar liggen dat geen duidelijke foto van de achterzijde is te maken; • Van portalen moet een foto van het vooraanzicht genomen worden, zo dat het portaal of de portaalhelft goed op de foto past en de informatie op de borden zichtbaar is; • Bij objecten over de hele rijksweg wordt per rijbaan een foto gemaakt; • De foto’s moeten overdag en met goed zicht worden genomen; • De foto’s moeten zo worden genomen, dat zowel het object als de volledige rijbaan onder het object, ter plaatse van waar doorrijprofielen bepaald dienen te worden, zichtbaar zijn; • Het formaat van de foto is JPEG, de resolutie en grootte van de afbeelding zijn zoveel mogelijk aansluitend op: 1024 x 868 pixels, 14.222 x 12.056 inch, 72 DPI. De presentatie van de doorrijprofielen in de foto moet aan de volgende eisen voldoen: • Iedere doorrijhoogte moet op de gemeten plaats d.m.v. een rode lijn met 2 pijlpunten met daarbij goed leesbaar de maat in meters met 3 decimalen worden aangegeven; • Iedere foto moet in een boven- of onderhoek worden voorzien van een tekstvak met daarin de volgende gegevens vermeld: o rijkswegnummer; o opnamedatum; o rijbaan aanduiding:HRL, HRR, UVL (UitvoegerLinks), UVR (UitvoegerRechts), IVL (InvoegerLinks), IVR (InvoegerRechts), ODG (Onderdoorgang) rijbaan 1, ODG (Onderdoorgang) rijbaan 2; o bij kunstwerken en onderdoorgangen de aanduiding: “dwarsprofiel 1” of “dwarsprofiel 2”; o kilometrering eventueel met letter; o naam van het kunstwerk of het nummer van het portaal; o eventuele bijzonderheden. In bijlage B, C en D zijn voorbeelden van digitale foto’s opgenomen. Bestandsbenaming De bestandsbenaming van de foto’s moet uniek zijn en de volgende items, gescheiden door “_” op volgorde bevatten: • rijkswegnummer;
12
Productspecificaties Doorrijprofielen kunstwerken en portalen
kilometrering eventueel met letter, 3 positie voor de kilometrering en 3 posities voor de meters, 1 positie voor de letter. Het decimaal teken is een punt. bijv 090.390 rijbaan aanduiding: HRL, HRR, UVL, UVR, IVL, IVR; objectaanduiding in kleine letters gevolgd door een spatie en het portaalnummer (4 posities) cq kunstwerknaam; bij onderdoorgangen tevens de aanduiding ODG rijbaan 1 of ODG rijbaan 2; bij kunstwerken en onderdoorgangen de dwarsprofielaanduiding: “dp 1” of “dp 2”; de tekst: “foto”.
•
• • • • •
Voorbeeld 1: De bestandsnaam van de foto van dwarsprofiel 2 van de linkerrijbaan van het viaduct Rietvelden op de A59 bij km 130.250 is: “A59_130.250_HRL_viaduct Rietvelden_dp 2_foto.jpg” Voorbeeld 2: De bestandsnaam van de foto van portaal 8854 over de rechterrijbaan van de A50 bij km 97.140 is: “A50_097.140_HRR_portaal 8854_foto.jpg” Voorbeeld 3: De bestandsnaam van de foto van de onderdoorgang van rijbaan 2, dwarsprofiel 2 van de linkerrijbaan van het viaduct Rietvelden op de A59 bij km 130.250 is: “A59_130.250_HRL_viaduct Rietvelden_ODG rijbaan 2_dp 2_foto.jpg”
2.3.3 Digitale afbeelding van het zijaanzicht Van ieder object moeten digitale afbeeldingen van het zijaanzicht van de 3D-laserdata worden gemaakt en opgeleverd. In deze afbeelding moeten de doorrijhoogten worden gepresenteerd. De afbeeldingen moeten voldoen aan de volgende eisen: • Van kunstwerken moet een afbeelding per kunstwerk, per HRL, HRR als in- en uitvoegers, per dwarsprofiel (1 en 2) in afzonderlijke bestanden worden geleverd. De achterzijde dient tegen de rijrichting in te worden gevisualiseerd, tenzij kunstwerken dusdanig kort bij elkaar liggen dat een duidelijke visualisatie van de achterzijde van een kunstwerk niet mogelijk is; • Van onderdoorgangen moet een afbeelding, per HRL, HRR als inen uitvoegers, per rijbaan, per dwarsprofiel (1 en 2) in afzonderlijke bestanden worden geleverd. De achterzijde dient tegen de rijrichting in te worden gevisualiseerd, tenzij kunstwerken dusdanig kort bij elkaar liggen dat een duidelijke visualisatie van de achterzijde van een kunstwerk niet mogelijk is; • Voor portalen en VRI’s moet een afbeelding per portaal, per HRL, HRR als in- en uitvoegers, in afzonderlijke bestanden worden geleverd; • Het object wordt schuin van boven weergegeven, onder een hoek van ca. 20-40 graden ten opzichte van het terrein; • De gemodelleerde delen van de weg, waarboven de doorrijhoogte wordt gemeten (vlucht-/rijstroken of wegmarkering), zijn als afzonderlijke vlakken in de afbeelding herkenbaar; • Ter vergroting van de interpretatie van de laserdata dienen intensiteitverschillen in kleuren te worden weergegeven waarbij de
13
Productspecificaties Doorrijprofielen kunstwerken en portalen
achtergrondkleur zwart is. Bij portalen met bewegwijzeringborden moeten de borden in blauw met witte letters worden afgebeeld; De laserdata die wordt afgebeeld dient: o tenminste de volledige breedte van het object, voor zover deze zich boven de rijbaan bevindt te bevatten inclusief de eventueel naast gelegen berm tot aan het landhoofd, pijler of voet ophangconstructie. Bij viaducten en tunnels moet de onderrand boven de rijbaan zichtbaar zijn; o minimaal een bandbreedte van ca. 2.5 meter voor tot ca. 2.5 meter achter het object te beslaan. Voor kunstwerken geldt deze eis voor beide profielen aan weerszijde van het kunstwerk; o vrij te zijn van verstoring van het verkeer; o vrij te zijn van hiaten in de gegevens welke de doorrijprofielmeting wezenlijk kunnen beïnvloeden; het formaat van de afbeelding is JPEG met een resolutie van minimaal 28 pixels per cm en een afbeeldinggrootte van tenminste breedte 841 pixels en hoogte 595 pixels;
•
•
De presentatie van de doorrijprofielen in de afbeelding moet aan de volgende eisen voldoen: • Iedere doorrijhoogte moet op de gemeten plaats d.m.v. een lijn met daarbij goed leesbaar de maat in meters met 3 decimalen worden aangegeven in een andere kleur dan het gemodelleerde object; • Iedere afbeelding moet in een boven- of onderhoek worden voorzien van een tekstvak met daarin de volgende gegevens vermeld: o rijkswegnummer; o opnamedatum; o rijbaan aanduiding:HRL, HRR, UVL (UitvoegerLinks), UVR (UitvoegerRechts), IVL (InvoegerLinks), IVR (InvoegerRechts), ODG (Onderdoorgang) rijbaan 1, ODG (Onderdoorgang) rijbaan 2; o bij kunstwerken en onderdoorgangen het type aanduiding: “dwarsprofiel 1” of “dwarsprofiel 2”; o kilometrering eventueel met letter; o naam van het kunstwerk of het nummer van het portaal; o eventuele bijzonderheden. In bijlage B, C en D zijn voorbeelden van digitale afbeeldingen van het zijaanzicht opgenomen. Bestandsbenaming De bestandsbenaming van de afbeeldingen moet uniek zijn en de volgende items, gescheiden door “_” op volgorde bevatten: • rijkswegnummer; • kilometrering eventueel met letter, 3 positie voor de kilometrering en 3 posities voor de meters, 1 positie voor de letter.. Het decimaal teken is een punt. bijv 090.390 • rijbaan aanduiding: HRL, HRR, UVL, UVR, IVL, IVR; • objectaanduiding in kleine letters gevolgd door een spatie en het portaalnummer (4 posities) cq kunstwerknaam; • bij onderdoorgangen tevens de aanduiding ODG rijbaan 1 of ODG rijbaan 2; • bij kunstwerken en onderdoorgangen de dwarsprofielaanduiding: “dp 1” of “dp 2”;
14
Productspecificaties Doorrijprofielen kunstwerken en portalen
de tekst: “scan-zij”.
•
Voorbeeld 1: De bestandsnaam van de digitale afbeelding van de scan van dwarsprofiel 2 van de linkerrijbaan van het zijaanzicht van viaduct Rietvelden op de A59 bij km 130.250 is: “A59_130.250_HRL_viaduct Rietvelden_dp 2_scan-zij.jpg” Voorbeeld 2: De bestandsnaam van de digitale afbeelding van de scan van het zijaanzicht van portaal 8854 over de rechterrijbaan van de A50 bij km 97.140 is: “A50_097.140_HRR_portaal 8854_scan-zij.jpg” Voorbeeld 3: De bestandsnaam van de digitale afbeelding van de scan van het zijaanzicht van de onderdoorgang van rijbaan 2, dwarsprofiel 2 van de linkerrijbaan van het viaduct Rietvelden op de A59 bij km 130.250 is: “A59_130.250_HRL_viaduct Rietvelden_ODG rijbaan 2_dp 2_ scan-zij.jpg”
2.3.4
Digitale afbeelding van het bovenaanzicht
Van ieder object moeten digitale afbeeldingen van het bovenaanzicht van de 3D-laserdata worden gemaakt en opgeleverd. In deze afbeelding moet de ligging en hoogte van de minimale doorrijhoogte en de doorrijbreedte (de vrije ruimte) worden gepresenteerd. De afbeeldingen moeten voldoen aan de volgende eisen: • Van de objecten moeten een afbeelding per object, per HRL, HRR als in- en uitvoegers, in afzonderlijke bestanden worden geleverd. • Het object wordt van boven weergegeven; • Ter vergroting van de interpretatie van de laserdata dienen intensiteitverschillen in kleuren te worden weergegeven, waarbij de achtergrondkleur zwart is; • De laserdata die wordt afgebeeld dient: o tenminste de volledige breedte van het object, voor zover deze zich boven de rijbaan bevindt te bevatten inclusief de eventueel naast gelegen berm tot aan het landhoofd, pijler of voet ophangconstructie; o minimaal een bandbreedte van ca. 2.5 meter voor tot ca. 2.5 meter achter het object te beslaan. Voor kunstwerken geldt deze eis voor beide profielen aan weerszijde van het kunstwerk; o de objecten (geleiderails, pijlers, landhoofd, enz.) te bevatten waartegen de vrije ruimte wordt gemeten. Deze moeten in de afbeelding duidelijk herkenbaar (puntenwolk of gemodelleerd) zijn; o vrij te zijn van verstoring van het verkeer; o vrij te zijn van hiaten in de gegevens welke de doorrijprofielmeting wezenlijk kunnen beïnvloeden; • het formaat van de afbeelding is JPEG met een resolutie van minimaal 28 pixels per cm en een afbeeldinggrootte van tenminste breedte 841 pixels en hoogte 595 pixels; De presentatie van de ligging en hoogte van de minimale doorrijhoogte en de doorrijbreedte (de vrije ruimte) in de afbeelding moet aan de volgende eisen voldoen:
15
Productspecificaties Doorrijprofielen kunstwerken en portalen
In de afbeelding is duidelijk de positie van de minimale doorrijhoogte met een vergrote puntmarkering, in een andere kleur dan het gemodelleerde object, aangegeven. Tevens dient de corresponderende hoogtemaat goed leesbaar in meters met 3 decimalen, te worden aangegeven in een andere kleur dan het gemodelleerde object; Iedere doorrijbreedte moet, op de gemeten plaats d.m.v. een lijn met daarbij goed leesbaar de maat in meters met 3 decimalen, worden aangegeven in een andere kleur dan het gemodelleerde object; Iedere afbeelding moet in een boven- of onderhoek worden voorzien van een tekstvak met daarin de volgende gegevens vermeld: o rijkswegnummer; o opnamedatum; o rijbaan aanduiding:HRL, HRR, UVL (UitvoegerLinks), UVR (UitvoegerRechts), IVL (InvoegerLinks), IVR (InvoegerRechts), ODG (Onderdoorgang) rijbaan 1, ODG (Onderdoorgang) rijbaan 2; o kilometrering eventueel met letter; o naam van het kunstwerk of het nummer van het portaal; o eventuele bijzonderheden.
•
•
•
In bijlage B, C en D zijn voorbeelden van digitale afbeeldingen van het bovenaanzicht opgenomen. Bestandsbenaming De bestandsbenaming van de afbeeldingen moet uniek zijn en de volgende items, gescheiden door “_” op volgorde bevatten: • rijkswegnummer; • kilometrering eventueel met letter, 3 positie voor de kilometrering en 3 posities voor de meters, 1 positie voor de letter. Het decimaal teken is een punt. bijv 090.390 • rijbaan aanduiding: HRL, HRR, UVL, UVR, IVL, IVR; • objectaanduiding in kleine letters gevolgd door een spatie en het portaalnummer (4 posities) cq kunstwerknaam. • bij onderdoorgangen tevens de aanduiding ODG rijbaan 1 of ODG rijbaan 2; • de tekst: “scan-boven”. Voorbeeld 1: De bestandsnaam van de digitale afbeelding van de scan van de linkerrijbaan van het bovenaanzicht van viaduct Rietvelden op de A59 bij km 130.250 is: “A59_130.250_HRL_viaduct Rietvelden_ scan-boven.jpg” Voorbeeld 2: De bestandsnaam van de digitale afbeelding van de scan van het bovenaanzicht portaal 8854 over de rechterrijbaan van de A50 bij km 97.140 is: “A50_097.140_HRR_portaal 8854_ scan-boven.jpg” Voorbeeld 3: De bestandsnaam van de digitale afbeelding van de scan van het bovenaanzicht van de onderdoorgang van rijbaan 2, van de linkerrijbaan van het viaduct Rietvelden op de A59 bij km 130.250 is:
16
Productspecificaties Doorrijprofielen kunstwerken en portalen
“A59_130.250_HRL_viaduct Rietvelden_ODG rijbaan 2_scan-boven.jpg”
2.3.5
Per object Excel-bestanden met de complete gegevens
Van ieder object moeten Excel-bestanden worden gemaakt en opgeleverd in hetzelfde format als de door de AGI aangeleverde voorbeelden. In het Excel-bestand dat bestaat uit 1 tabblad moeten de volgende gegevens worden opgenomen: • doorrijprofielgegevens, zoals deze zijn vastgesteld in het bestand genoemd in paragraaf 2.3.1; • de presentatie van de digitale foto’s genoemd in paragraaf 2.3.2; • de presentatie van de scans (alleen bij 3D-Laserscanning) genoemd in 2.3.3 en 2.3.4. Verder geldt dat: • Voor kunstwerken moet een Excel-bestand per kunstwerk, per HRL, HRR als in- en uitvoegers, per dwarsprofiel (1 en 2), worden geleverd. • Voor onderdoorgangen moet een Excel-bestand per kunstwerk, per HRL, HRR als in- en uitvoegers, per rijbaan, per dwarsprofiel (1 en 2), worden geleverd. • Voor portalen en VRI’s moet een Excel-bestand per portaal, per HRL, HRR als in- en uitvoegers worden geleverd. Bestandsbenaming De bestandsbenaming van het Excel-bestand moet uniek zijn en de volgende items, gescheiden door “_” op volgorde bevatten: • rijkswegnummer; • kilometrering eventueel met letter, 3 positie voor de kilometrering en 3 posities voor de meters, 1 positie voor de letter. Het decimaal teken is een punt. bijv 090.390 • rijbaan aanduiding: HRL, HRR, UVL, UVR, IVL, IVR; • objectaanduiding in kleine letters gevolgd door een spatie en het portaalnummer (4 posities) cq kunstwerknaam; • bij onderdoorgangen tevens de aanduiding ODG rijbaan 1 of ODG rijbaan 2; • bij kunstwerken de dwarsprofielaanduiding: “dp 1” of “dp 2”. Voorbeeld 1: De bestandsnaam van het Excel-bestand van dwarsprofiel 2 van de linkerrijbaan van het viaduct Rietvelden op de A59 bij km 130.250 is: “A59_130.250_HRL_viaduct Rietvelden_dp 2.xls” Voorbeeld 2: De bestandsnaam van het Excel-bestand van portaal 8854 over de rechterrijbaan van de A50 bij km 97.140 is: “A50_097.140_HRR_portaal 8854.xls” Voorbeeld 3: De bestandsnaam van het Excel-bestand van rijbaan 2, dwarsprofiel 2 van de linkerrijbaan van het viaduct Rietvelden op de A59 bij km 130.250 is: “A59_130.250_HRL_viaduct Rietvelden_ODG rijbaan 2_dp 2.xls”
17
Productspecificaties Doorrijprofielen kunstwerken en portalen
2.3.6
3D-laserdata bestand in twee verschillende formats
Van ieder object moeten 3D-laserdata bestanden in twee verschillende formats worden opgeleverd waarvoor geldt dat: • van kunstwerken de modellen per kunstwerk, per HRL, HRR als inen uitvoegers, per dwarsprofiel (1 en 2) in afzonderlijke bestanden worden geleverd. Eventuele meerdere gemaakte scans binnen één model dienen te zijn gekoppeld; • van onderdoorgangen de modellen per kunstwerk, per HRL, HRR als in- en uitvoegers, per rijbaan, per dwarsprofiel (1 en 2) in afzonderlijke bestanden worden geleverd. Eventuele meerdere gemaakte scans binnen één model dienen te zijn gekoppeld; • van portalen en VRI’s de modellen per portaal, per HRL, HRR als inen uitvoegers in afzonderlijke bestanden worden geleverd. Eventuele meerdere gemaakte scans binnen één model dienen te zijn gekoppeld. De 3D-laserdata bestaat uit een puntenwolk met X-,Y-,Z-coördinaten van de originele laserpunten in een lokaal stelsel inclusief intensiteits-waarden. De 3D-laserdata hoeft niet te zijn aangesloten op RD/NAP. Het ruwe laserdata bestand dient de volledige data te bevatten en is niet gereduceerd. De formaten waarin de dat moet worden opgeleverd zijn: • een ASCII-formaat (3F15.6, 1F6) en bevat de volgende gegevens: ”X-,Y-,Z-coördinaten van de originele laserpunten in een lokaal stelsel inclusief intensiteitwaarden”; • het standaard *.imp formaat. Bestandsbenaming De bestandsbenaming van de 3D-laserdata bestanden moet uniek zijn en de volgende items, gescheiden door “_” op volgorde bevatten: • rijkswegnummer; • kilometrering eventueel met letter, 3 positie voor de kilometrering en 3 posities voor de meters, 1 positie voor de letter. Het decimaal teken is een punt. bijv 090.390; • rijbaan aanduiding: HRL, HRR, UVL, UVR, IVL, IVR; • objectaanduiding in kleine letters gevolgd door een spatie en het portaalnummer (4 posities) cq kunstwerknaam. • bij onderdoorgangen tevens de aanduiding: “ODG rijbaan 1” of “ODG rijbaan 2”; • bij kunstwerken de dwarsprofielaanduiding: “dp 1” of “dp 2”. • de tekst: “laserdata”. Voorbeeld 1: De bestandsnamen van het 3D-laserdata bestand van de scan van dwarsprofiel 2 van de linkerrijbaan van het zijaanzicht van viaduct Rietvelden op de A59 bij km 130.250 is: “A59_130.250_HRL_viaduct Rietvelden_dp 2_ laserdata.pts” en “A59_130.250_HRL_viaduct Rietvelden_dp 2_ laserdata.imp” Voorbeeld 2: De bestandsnamen van het 3D-laserdata bestand van de scan van het portaal 8854 over de rechterrijbaan van de A50 bij km 97.140 is: “A50_097.140_HRR_portaal 8854_laserdata.pts” en
18
Productspecificaties Doorrijprofielen kunstwerken en portalen
“A50_097.140_HRR_portaal 8854_laserdata.imp” Voorbeeld 3: De bestandsnamen van het 3D-laserdata bestand van de scan van rijbaan 2, dwarsprofiel 2 van de linkerrijbaan van het zijaanzicht van viaduct Rietvelden op de A59 bij km 130.250 is: “A59_130.250_HRL_viaduct Rietvelden_ODG rijbaan 2_dp 2_ laserdata.pts” en “A59_130.250_HRL_viaduct Rietvelden_ODG rijbaan 2_dp 2_ laserdata.imp” 2.3.7
overzicht met bestandsbenamingen
Er moet een Ascii file met een overzicht van alle geleverde bestanden worden opgeleverd. Daarbij moet de directory structuur waarin de files digitaal zijn opgeslagen worden aangegeven. (zie bijlage E) Bestandsbenaming De bestandsbenaming van de file met het bestandenoverzicht moet de volgende items, gescheiden door “_” op volgorde bevatten: • projectnummer AGI • de tekst “bestandsnamen” Voorbeeld 1: De bestandsnaam van het bestand met het overzicht van alle geleverde bestanden van het project met het AGI-projectnummer 12345 is: “12345_bestandsnamen.txt”
2.4
Inwinning en verwerking
Paragraaf 2.4.2 t/m 2.4.4, gelden alleen in geval er met een 3D laserscanner wordt ingewonnen. 2.4.1 Algemeen De Opdrachtnemer moet volgens een gecontroleerd proces de metingen verwerken en presenteren. Remote sensing technieken worden niet toegepast bij nat wegdek of bij mist. Onder een nat wegdek wordt plasvorming en/of een dusdanig glimmend wegdek verstaan dat met dergelijke meetapparatuur niet aan de productspecificaties kan worden voldaan.
• •
2.4.2 Scanner De scanner moet: • voorzien zijn van een oogvriendelijke laser, CFR1040 klasse I of II of IEC 60825 klasse 1, 2 of 3B. Omdat er voor doorrijprofielmeting gladde objecten (portaalborden) en donkere oppervlakten (het asfalt) onder een scherpe hoek worden ingewonnen moet bij inzet van een lage klasse laserscanner (CFR1040 klasse I of IEC 60825 klasse 1 of 2), eventueel aan de hand van resultaten van
19
Productspecificaties Doorrijprofielen kunstwerken en portalen
voorgaande projecten, aannemelijk worden gemaakt dat aan de productspecificaties kan worden voldaan; binnen bovengenoemd meetbereik een spotsize hebben van: ≤ 6mm; een nauwkeurigheid van de afstandsmeting binnen bovengenoemd meetbereik hebben van: ≤ 4mm (enkele standaardafwijking); een puntprecisie (enkel punt) binnen bovengenoemd meetbereik hebben van: ≤ 6mm (enkele standaardafwijking); binnen bovengenoemd meetbereik een resolutie, onderlinge puntafstand horizontaal/verticaal hebben van: ≤ 50mm / ≤ 6mm; de intensiteit van de terugkerende straal kunnen registreren. Het onderscheidend vermogen in materiaalsoorten op basis van intensiteiten is dusdanig dat minimaal laserpunten op asfalt en op verfmarkering duidelijk van elkaar zijn te onderscheiden. bij een temperatuur tussen de 0°-40° in te zetten zijn;
• • • • •
•
2.4.3 Software De software moet: • de verschillende intensiteiten van de terugkerende laserstraal kunnen weergeven m.b.v. kleuren, zie figuur 7; • meerdere scans van een object tot één model aan elkaar kunnen koppelen; • ruis en uitschieters als gevolg van het verkeer, zie figuur 7, uit de laserdata kunnen filteren en niet relevante data voor en achter het object kunnen verwijderen; ...............................
figuur 7. Laserdata met intensiteiten en uitschieters.
met een modelleringprecisie van 2-3mm (enkele standaardafwijking) uit een deelverzameling van de scandata een ‘best-fit’ vlak door de laserpunten op het wegdek kunnen modelleren en de kwaliteit ervan kunnen bepalen in de vorm van een standaardafwijking; op een eenduidige wijze de doorrijhoogte per rijstrook, op een bepaalde vooraf aangegeven locatie of boven de verfstreep, kunnen bepalen en presenteren in de vorm van een maatlijn en hoogtemaat in meters met 3 decimalen;
•
•
20
Productspecificaties Doorrijprofielen kunstwerken en portalen
van de 3D laserdata een digitale afbeelding kunnen genereren conform paragraaf 2.3.3 en 2.3.4 en de ruwe laserdata inclusief intensiteiten kunnen exporteren naar de in paragraaf 2.3.6 omschreven formats.
•
2.4.4 Werkproces Aan het werkproces van een 3D-lasersanner worden de volgende eisen gesteld: • De afstand opstelpunt-object mag niet groter zijn dan 50 meter: o omdat de doorrijhoogte gebaseerd moet zijn op een solide wegvlak met de hiervoor benodigde puntprecisie, zie paragraaf 2.4.3 punt 4 en 5; o door de mate van reflectie op het wegdek; o de gestelde puntdichtheid; o zodat de insnijdingshoek van het lasersignaal met het asfalt niet al te scherp wordt; • Er worden geen eisen gesteld aan het aantal op te nemen scans die nodig zijn om aan de productspecificaties te voldoen; • Kunstwerken moeten zowel aan de voor- als achterzijde worden gescand. Kunstwerken, die minder dan 3 meter van elkaar af liggen, moeten als één kunstwerk worden gezien; • Om te voorkomen dat meetpersoneel voor hermeting van een object wederom de weg moet betreden moet de meting en de laserdata al tijdens de opnamen in het terrein worden gecontroleerd op minimaal de volgende aspecten: o maximale afstand opstelpunt-object, zie punt 1; o de puntdichtheid, zie paragraaf 2.4.2 punt 6, met name van het asfalt onder het object, gelet op de invloed van het verkeer op de data; o de volledigheid. • De doorrijhoogte wordt loodrecht op het wegvlak gemeten, de maatlijn vormt een normaallijn op het onderliggend wegvlak, zie paragraaf 2.4.3 punt 4; • Het wegvlak zoals bedoeld in het voorgaande punt wordt bij portalen gevormd door het vlak van de rij-, vlucht-, in- of uitvoegstrook lopend van ca. 2,5 meter voor tot ca. 2,5 meter achter het portaal; • Het wegvlak zoals bedoeld in het voorgaande punt wordt bij kunstwerken gevormd door het vlak van de wegmarkering lopend van ca. 2,5 meter voor tot ca. 2,5 achter het profiel aan beide zijden van het kunstwerk. Dit kan de blokmarkering, doorgetrokken streep of in het geval van een onderbroken streep het bestreepte gedeelte van deze lijn zijn; • De scan dient minimaal over de bovenstaande beschreven vlakken te zijn uitgevoerd; • Het wegvlak dient voldoende overbepaald met een modelleringsprecisie van 2-3 mm, enkele standaardafwijking, uit de gefilterde (filtering uitschieters van wegverkeer) laserdata te worden gemodelleerd. De kwaliteit van het wegvlak moet kunnen worden getoetst. De Opdrachtnemer dient aan de Opdrachtgever een kwaliteitsbeschrijving van het gemodelleerde vlak te kunnen overleggen. Bij een grotere standaardafwijking wordt gecontroleerd of er sprake is van het niet vlak liggen van de weg, bijvoorbeeld door spoorvorming, bolling of kromming van de weg. In dat geval worden alleen de hoger gelegen punten gebruikt in de bepaling van het wegvlak.
21
Productspecificaties Doorrijprofielen kunstwerken en portalen
3 Aanlevering De Opdrachtgever zal bij de offerteaanvraag de volgende bestanden meeleveren: • een Excel-bestand voor het presenteren van de gevraagde gegevens van alle te meten objecten. Dit bestand dient als format voor het product dat staat omschreven in paragraaf 2.3.1. o Indien de te meten objecten bekend zijn, zullen deze door de Opdrachtgever zijn ingevuld; • voorbeelden van de Excel-bestanden waarin de gevraagde gegevens van het eindproduct zijn opgenomen. Deze voorbeeldbestanden dienen als format voor het product dat staat omschreven in paragraaf 2.3.5. • digitale foto’s van de te meten kunstwerken, voor zover deze door het Wegen District aan de Opdrachtgever beschikbaar zijn gesteld. In geval van opdrachtverlening door de AGI, worden in aanvulling op de bovenstaande bestanden, ook het volgende bestand meegeleverd: • ingevuld Excel-bestand met de verkeersmaatregelen inventarisatie.
22
Productspecificaties Doorrijprofielen kunstwerken en portalen
4 Aflevering Voor alle gegevens die digitaal worden afgeleverd geldt dat een DVD of CD als opslagmedium wordt gebruikt. De Opdrachtnemer levert de volgende gegevens aan de Opdrachtgever:
4.1
Kwaliteitsrapportage
Een kwaliteitsrapportage dient te worden geleverd volgens bijlage A. Tevens dient van de meting en verwerking een logboek te worden bijgehouden en geleverd waarin eventuele bijzonderheden staan aangegeven.
4.2
Het product
• Excel-spreadsheet met de gemeten gegevens betreffende de doorrijprofielen, de vrije ruimte en de minimale doorrijhoogte van alle objecten; • Digitale foto’s met doorrijprofielen; • Excel-bestanden van de objecten met doorrijprofielgegevens, foto en scans; • Indien ingewonnen met 3D laserscanning (extra): o digitale afbeelding van de 3D-laserdata van ieder object, zijaanzicht; o digitale afbeelding van de 3D-laserdata van ieder object, bovenaanzicht; o 3D-laserdata bestanden. • bestand met overzicht van de directory structuur en filenamen van de afgeleverde bestanden.
23
Productspecificaties Doorrijprofielen kunstwerken en portalen
Bijlage A: Eisen kwaliteitsrapportage De kwaliteitsrapportage beschrijft het resultaat van het doorlopen van het bij de offerte ingediende project- en kwaliteitsplan en maakt richting de Opdrachtgever aantoonbaar dat het geleverde product voldoet aan de productspecificaties. De kwaliteitsrapportage bevat ten minste de volgende onderdelen: • • •
•
Inhoudsopgave; Afwijkingen ten opzichte van het project- en kwaliteitsplan, inclusief de beschrijving van de gevolgen en maatregelen; Kwaliteit van het geleverde product; Een beschrijving in hoeverre het product voldoet aan de in de productspecificatie gespecificeerde eisen inclusief de onderbouwing. Ten aanzien van de wijze van rapporteren geldt dat voor elke eis uit de productspecificatie het volgende moet zijn aangegeven: - Een beknopte beschrijving van de product- en/of proceseis dat is gecontroleerd; - Een beknopte beschrijving op welke wijze er op de betreffende eis is gecontroleerd (desgewenst mag worden volstaan met een gerichte verwijzing naar het kwaliteitsplan); - Een vermelding welke toetsingscriteria bij de beoordeling zijn gehanteerd (desgewenst mag worden volstaan met een gerichte verwijzing naar het kwaliteitsplan); - Een vermelding van hetgeen tijdens de controle is geconstateerd; - Een uitspraak of aan de betreffende product- of proceseis wordt voldaan; - Indien van toepassing, een vermelding van afwijkingen, inclusief argumentatie en een vermelding hoe hier mee is omgegaan. Een eindconclusie over de kwaliteit van het product.
24
Productspecificaties Doorrijprofielen kunstwerken en portalen
Bijlage B: Voorbeeld foto’s en scans kunstwerk
Rijksweg :
A2
Datum :
Rijbaan :
HRR
Dwarsprofiel : 1
Kilometer :
103.200
Naam :
viaduct
19-04-2006
Bijzonderheden: geen
Rijksweg :
A2
Datum :
Rijbaan :
HRR
Dwarsprofiel : 2
Kilometer :
103.200
Naam :
viaduct
19-04-2006
Bijzonderheden: geen
25
Productspecificaties Doorrijprofielen kunstwerken en portalen
Rijksweg :
A2
Datum :
Rijbaan :
HRR
Dwarsprofiel : 1
Kilometer :
103.200
Naam :
viaduct
19-04-2006
Bijzonderheden: geen
Rijksweg :
A2
Datum :
Rijbaan :
HRR
Dwarsprofiel : 2
Kilometer :
103.200
Naam :
viaduct
19-04-2006
Bijzonderheden: geen
4.686 m 16.044 m
Rijksweg :
A2
Rijbaan :
HRR
Kilometer :
103.200
Naam :
viaduct
Datum :
19-04-2006
Bijzonderheden: geen
26
Productspecificaties Doorrijprofielen kunstwerken en portalen
Bijlage C: Voorbeeld foto en scans portaal Rijksweg :
A2
Rijbaan :
HRL
Datum :
Kilometer :
114.000
Portaalnr. :
8754
11-02-2005
Bijzonderheden: geen
5.410
Rijksweg :
A2
Rijbaan :
HRL
Kilometer :
114.000
Portaalnr. :
8754
Datum :
5.459
5.515
7.109
11-02-2005
Bijzonderheden: geen
Rijksweg :
A2
Rijbaan :
HRL
Kilometer :
114.000
Portaalnr. :
8754
Datum :
Bijzonderheden: geen
27
Productspecificaties Doorrijprofielen kunstwerken en portalen
11-02-2005
5.410
.
16 426
Rijksweg :
A2
Rijbaan :
HRL
Kilometer :
114.000
Portaalnr. :
8754
Datum :
Bijzonderheden: geen
28
Productspecificaties Doorrijprofielen kunstwerken en portalen
11-02-2005
Bijlage D: Voorbeeld foto en scans VRI
Rijksweg : A65 Rijbaan : HRL Kilometer : 009.100 Portaalnr. : nb Bijzonderheden: geen
Datum :
10-04-2006
Rijksweg : A65 Rijbaan : HRL Kilometer : 009.100 Portaalnr. : nb Bijzonderheden: geen
Datum :
10-04-2006
Rijksweg : A65 Rijbaan : HRL Kilometer : 009.100 Portaalnr. : nb Bijzonderheden: geen
Datum :
10-04-2006
19.732 m
15.157 m
29
Productspecificaties Doorrijprofielen kunstwerken en portalen
Bijlage E: Voorbeeld overzicht bestandsbenamingen Folder PATH listing for volume data Volume serial number is 000027AE 7C08:4C29 M:. | Eindhoven-Doorrijprofielen_inventarisatie.xls | 12345_bestandsnamen.txt | +---A2 | +---HRL | | \---Portalen | | A2_159.940_HRL_portaal 8893_foto.jpg | | A2_159.940_HRL_portaal 8893.xls | | A2_159.940_HRL_portaal 8893_scan-boven.jpg | | A2_159.940_HRL_portaal 8893_scan-zij.jpg | | A2_159.940_HRL_portaal 8893_laserdata.pts | | A2_159.940_HRL_portaal 8893_laserdata.imp | | | \---HRR | +---Portalen | | A2_159.940_HRR_portaal 8893_foto.jpg | | A2_159.940_HRR_portaal 8893.xls | | A2_159.940_HRR_portaal 8893_scan-boven.jpg | | A2_159.940_HRR_portaal 8893_scan-zij.jpg | | A2_159.940_HRR_portaal 8893_laserdata.pts | | A2_159.940_HRR_portaal 8893_laserdata.imp | | | \---Viaducten | A2_143.700_HRR_viaduct_scan-boven.jpg | A2_143.700_HRR_viaduct_dp 1_foto.jpg | A2_143.700_HRR_viaduct_dp 1_laserdata.pts | A2_143.700_HRR_viaduct_dp 1_laserdata.imp | A2_143.700_HRR_viaduct_dp 1.xls | A2_143.700_HRR_viaduct_dp 1_scan-zij.jpg | A2_143.700_HRR_viaduct_dp 2_foto.jpg | A2_143.700_HRR_viaduct_dp 2_laserdata.pts | A2_143.700_HRR_viaduct_dp 2_laserdata.imp | A2_143.700_HRR_viaduct_dp 2.xls | A2_143.700_HRR_viaduct_dp 2_scan-zij.jpg | +---A50 | +---HRL | | \---Portalen | | A50_097.450_HRL_portaal 8855_foto.jpg | | A50_097.450_HRL_portaal 8855.xls | | A50_097.450_HRL_portaal 8855_scan-boven.jpg | | A50_097.450_HRL_portaal 8855_scan-zij.jpg | | A50_097.450_HRL_portaal 8855_laserdata.pts | | A50_097.450_HRL_portaal 8855_laserdata.imp | | A50_097.750_HRL_portaal ----_foto.jpg | | A50_097.750_HRL_portaal ----.xls | | A50_097.750_HRL_portaal ----_scan-boven.jpg | | A50_097.750_HRL_portaal ----_scan-zij.jpg | | A50_097.750_HRL_portaal ----_laserdata.pts | | A50_097.750_HRL_portaal ----_laserdata.imp | |
30
Productspecificaties Doorrijprofielen kunstwerken en portalen
| | | | | | | | | | | | | | | |
\---HRR +---Portalen | A50_097.140_HRR_portaal 8854_foto.jpg | A50_097.140_HRR_portaal 8854.xls | A50_097.140_HRR_portaal 8854_scan-boven.jpg | A50_097.140_HRR_portaal 8854_scan-zij.jpg | A50_097.140_HRR_portaal 8854_laserdata.pts | A50_097.140_HRR_portaal 8854_laserdata.imp | \---VRIs A50_097.100_HRR_vri_foto.jpg A50_097.100_HRR_vri.xls A50_097.100_HRR_vri_scan-boven.jpg A50_097.100_HRR_vri_scan-zij.jpg A50_097.100_HRR_vri_laserdata.pts A50_097.100_HRR_vri_laserdata.imp
31
Productspecificaties Doorrijprofielen kunstwerken en portalen