Productschap
Margarine Vetten Oliën
Jaarverslag 2011
Inhoud Voorwoord
2
Het productschap
5
15
Ontwikkelingen in de sector
Inzet en resultaten per aandachtsgebied • Duurzame ontwikkeling • Voeding en gezondheid • Voorlichting margarine, vetten en oliën • Kwaliteit en voedselveiligheid • Handelspolitiek en biotechnologie • Arbeid en scholing • Marktonderzoek en statistiek
18 19 27 33 37 41 45 49
Bestuur en organisatie
51
Bijlagen: 1 Overzicht verordeningen en besluiten 2 Financiën 3 Samenstelling bestuur 4 Organogram 5 MVO-publicaties 6 Afstemming en overleg
56 57 59 60 61 62
Jaarverslag 2011
Voorwoord Sector-ontwikkelingen Qua volumeontwikkeling was 2011 voor de MVO-sector een tamelijk stabiel jaar. De totale verwerking van oliezaden bleef gelijk en kwam uit op 4,0 miljoen ton. De productie van ruwe plantaardige vetten steeg met ruim 2% tot 1,197 miljoen ton. De productie van ruwe gesmolten dierlijke vetten daalde met circa 6%. De raffinage is met ruim 3 miljoen ton ongeveer gelijk gebleven. De productie van margarines, bak-, braad-, en frituurproducten daalde licht. De prijsstijging van plantaardige en dierlijke oliën en vetten van 2010 liep door tot in de eerste maanden van 2011. Vanaf maart zagen we een geleidelijke daling, desalniettemin was het gemiddelde prijsniveau in 2011 hoog. De totale productiewaarde van de MVO-sector steeg hierdoor in 2011 naar 6,4 miljard euro. De importwaarde kwam ruim 30 procent hoger uit op 6,5 miljard euro en de uitvoerwaarde steeg met ruim 28 procent naar 4,8 miljard euro. Deze prijsontwikkeling deed zich voor in een periode van stagnerende economische ontwikkeling in voornamelijk Europa. Dat maakt het moeilijk om de gestegen grondstofprijzen door te berekenen in de prijzen van eindproducten. En dat zet de rendementen ook in onze MVO-sectoren onder druk. In Europa is de trage, en iedere keer weer onvoldoende besluitvorming betreffende een adequaat economisch, sociaal en monetair beleid een belangrijke oorzaak van de economische tegenwind. Ook onze MVO-sector is daarom gebaat bij een duidelijk en sterk eurobeleid.
De toekomst van de PBO De toekomst van de Product- en Bedrijfschappen stond in 2011 in hernieuwde politieke belangstelling. De Tweede Kamer nam in februari een motie aan waarin de regering werd opgeroepen “te onderzoeken welke taken onmisbaar zijn en tevens te onderzoeken of en zo ja hoe deze taken zonder product- en bedrijfschappen zouden kunnen worden ondergebracht”. Het laten uitvoeren van draagvlakonderzoeken achtte de betrokken minister Kamp toen niet meer wenselijk. De product- en bedrijfschappen vonden het belangrijk dat de stem van het bedrijfsleven bij het bepalen van de toekomst van de PBO wel werd gehoord. De schappen besloten toen zelf ondernemerspeilingen te laten uitvoeren, teneinde het maatschappelijke draagvlak voor de PBO te kunnen kwantificeren. In juni waren de resultaten van de MVO-peiling bekend: meer dan 95% van de ondernemers in de MVO-sector vindt het werk van het productschap belangrijk tot zeer belangrijk, waarderen de activiteiten met het rapportcijfer 8,0 en geen enkele ondernemer is van mening dat het productschap MVO kan of moet worden opgeheven. Gedurende het gehele jaar liepen er initiatieven van het bedrijfsleven om het onderzoek dat minister Kamp deed uitvoeren in positieve zin te beïnvloeden. In oktober 2011 heeft het kabinet als standpunt naar buiten gebracht dat men voor handhaving is van de PBO, maar dan in afgeslankte en gemoderniseerde vorm. Het kabinet zag als PBOtaken nog uitsluitend die van publiek belang: medebewindstaken, bevordering plant- en diergezondheid met dierenwelzijn, en voedselveiligheid en voedselgezondheid. Het Nederlandse bedrijfsleven en de vakbonden meldden het kabinet vervolgens dat men zich in de hoofdlijnen van het kabinetsstandpunt wel kon vinden maar dat er enkele taken van algemeen belang moesten worden toegevoegd nl. innovatie, duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen inclusief arbeid. Op 20 december werd in de Tweede Kamer echter een motie
2 | MVO
Jaarverslag 2011 Productschap MVO
ingediend voor opheffing van de schappen, die met 90 tegen 60 stemmen werd aangenomen. Het kabinet beraadt zich nu op de ontstane situatie en zal naar verwachting pas medio 2012 uitsluitsel geven of de motie wordt uitgevoerd of anderszins. De onzekerheid over de toekomst van de productschappen en dus ook voor het Productschap MVO zal de sector en de medewerkers dus nog geruime tijd blijven achtervolgen. Het bestuur van het productschap MVO onderstreepte in 2011 nogmaals de beleidslijn om in te zetten op behoud van de PBO-status. Maar dit wel onder de voorwaarde dat MVO ook in de toekomst voldoende beleidsruimte moet hebben om de taken die door het betrokken bedrijfsleven noodzakelijk worden geacht, ook daadwerkelijk te kunnen uitvoeren.
Samenwerking productschappen Ter bevordering van efficiëntie, professionalisering en kostenreductie hebben de productschappen in 2011 besloten toe te werken naar een centrale werkorganisatie waarin hun back offices (ondersteunende activiteiten) en hun medebewindstaken worden ondergebracht. Ook het Productschap MVO heeft zich hierbij aangesloten onder voorbehoud dat de MVO-sector herkenbaar blijft binnen de nieuwe organisatie.
Overig Ondanks alle politieke discussies rondom de toekomst heeft MVO het afgelopen jaar op veel fronten de publieke en sectorbelangen behartigd, of het nu ging om voedselveiligheid, duurzaam geproduceerde soja en palmolie, voeding en gezondheid, product- en sectorinformatie, arbeid en scholing ten behoeve van de sector, inzameling gebruikte frituurvetten of handelspolitieke zaken. In goede samenwerking met brancheorganisaties en bedrijven heeft MVO het benodigde beleid vorm gegeven. Het jaarverslag 2011 geeft u een gedetailleerd beeld van onze inzet en resultaten. In 2011 heeft het Productschap MVO zich samen met het bedrijfsleven ingezet voor een internationaal concurrerende sector die zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt. We hopen dat we de komende jaren in goede samenwerking met de sector en overige stakeholders deze lijn kunnen voortzetten. 10 Mei 2012
Wim Oosterhuis Voorzitter
Frans Claassen Secretaris / directeur
MVO | 3
Missie
Het productschap zet zich samen met het bedrijfsleven in voor een internationaal concurrerende sector die zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt.
4 | MVO
Jaarverslag 2011 Productschap MVO
Het productschap Het Productschap Margarine, Vetten en Oliën (MVO) is een publiekrechtelijk samenwerkingsverband van ondernemingen in de oliën- en vettensector en de daarin werkzame personen. Het productschap is ingesteld via de Wet op de bedrijfsorganisatie. De organisatie heeft daardoor een publiekrechtelijk karakter. Dit betekent dat het productschap activiteiten ontplooit die in het belang van de keten zijn én het algemeen belang dienen. Doelstelling, samenstelling en werkwijze zijn bij wet geregeld.
Visie 2011-2015
Missie
MVO heeft in 2010 een nieuwe visie op de toekomst ontwikkeld. Deze visie beslaat de periode 2011-2015 en geeft antwoord op fundamentele vragen als: Wat is de missie en wat zijn de kernwaarden van MVO? Hoe is de positie van het productschap ten opzichte van brancheorganisaties, vakbonden en externe stakeholders? Op welke aandachtsgebieden is MVO actief en met welke ambities? En tevens: op welke wijze wordt het bedrijfsleven betrokken bij de activiteiten en wat doet MVO voor de werknemers in de sector?
Het productschap zet zich samen met het bedrijfsleven in voor een internationaal concurrerende sector die zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt.
Werkgevers en vakbonden staan aan het roer van het productschap. Daarom past het ook dat de Visie 2011-2015 in nauw overleg met de brancheorganisaties en individuele bedrijven, de vakbonden en de werkgroepen van MVO tot stand is gekomen. Voor uitgebreide informatie, de volledige tekst alsmede een handzame samenvatting van de Visie 2011-2015 kunt u terecht op de website: www.mvo.nl > Organisatie > Visie 2011-2015.
Kernwaarden Bij het realiseren van onze visie zijn wij: Betrokken MVO zet zich in voor de gehele oliën- en vettenketen en biedt een platform voor overleg, meningsvorming en afstemming. Omgevingsbewust MVO werkt aan goede relaties met de (nationale) overheid, maatschappelijke organisaties, politiek, wetenschap, ketenpartijen en media. Dienstverlenend. MVO biedt toegevoegde waarde aan bedrijven in de gehele oliën- en vettenketen gebaseerd op professionaliteit.
MVO | 5
overheid politiek
ngo’s
multistakeholder initiatieven
wetenschap
MVO media
ketenpartijen
de MVO-sector VERNOF, BNMF, NOFOTA, VVS, VND, VNCI, NEVEDI, CBL, CNV, DE UNIE, FNV individuele bedrijven, werkgevers en werknemers
Positie
zoals verwoord in de aangenomen motie achtte de minister het niet meer wenselijk binnen die termijn ook nog draagvlakonderzoeken te laten uitvoeren door de product- en bedrijfschappen. Derhalve werden alle activiteiten ten aanzien van het draagvlakonderzoek stopgezet. De product- en bedrijfschappen vonden het belangrijk dat de stem van het bedrijfsleven bij het bepalen van de toekomst van de PBO werd gehoord. Op 22 februari maakten de schappen bekend zelf ondernemerspeilingen te laten uitvoeren als de draagvlakonderzoeken niet zouden doorgaan, teneinde het maatschappelijke draagvlak voor de PBO te kunnen kwantificeren. Het Productschap MVO gaf Bureau Bartels, Amersfoort, opdracht een ondernemingspeiling onder de MVO-achterban uit te voeren. Op 21 juni maakt MVO de (positieve) resultaten van de Politieke discussie over de toekomst ondernemerspeiling bekend, die is gehouden onder een van de PBO In november 2010 gaf een meerderheid van de Tweede Kamer overgrote meerderheid van de MVO-achterban, goed voor 96 procent van de opgelegde heffingen. Op de resultaten aan af te willen van de verplichte heffing die door productschappen aan bedrijven wordt opgelegd en in februari 2011 van de MVO-peiling wordt verderop in dit hoofdstuk ingegaan. wordt door een meerderheid van de Tweede Kamer de volgende motie aangenomen: Op 21 april vraagt minister Kamp aan drie bestuurders hem “constaterende dat het bestaansrecht van de product- en te ondersteunen bij de evaluatie van het stelsel van de bedrijfschappen ter discussie staat, verzoekt de regering te publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie (de product- en bedrijfonderzoeken welke taken naast de medebewindstaken schappen). Het gaat om mevrouw A. Jorritsma, burgemeesonmisbaar zijn, verzoekt de regering voorts te onderzoeken of ter van Almere en voorzitter van de VNG en de heren dr. en zo ja hoe deze taken zonder product- en bedrijfschappen W.B.H.J. van de Donk, Commissaris van de Koningin Noordzouden kunnen worden ondergebracht, verzoekt de regering Brabant, en dr. S.R.A. van Eijck, voorzitter Adviescollege dit onderzoek binnen 6 maanden uit te voeren en aan de toetsing administratieve lasten. Mede op basis van dit rapKamer voor te leggen” port, maar ook op basis van diverse andere ontvangen rapTijdens het debat over deze motie zegde Minister Kamp van porten en adviezen van onder meer de sociale partners in de SZW toe zo’n onderzoek vóór 1 september 2011 af te ronden. SER, zal het kabinet een besluit nemen en zal na de zomer het kabinetsstandpunt over de toekomst van de schappen naar de Tweede Kamer worden gezonden. Begin 2011 waren SZW en de verschillende product- en bedrijfschappen bezig met de voorbereiding van de wettelijk Op 1 juni presenteren VNO-NCW, MKB Nederland en LTO verplichte draagvlakonderzoeken die de schappen elke vier jaar moeten houden. Met de toezegging van een onderzoek Nederland een visiedocument over het belang van een MVO is door zijn positie als ketenorganisatie en publiekrechtelijke instantie de intermediair tussen bedrijven, werknemers en externe partijen. Wij zijn informatiebron, dienstverlener, coördinator, initiatief-nemer en aanjager. Het productschap is het verlengstuk van individuele bedrijven en brancheorganisaties en kan de door maatschappij en sector gewenste activiteiten en doelstellingen op een doelmatige wijze uitvoeren en nastreven. MVO wordt volledig gefinancierd door de bedrijven in de oliën- en vettenketen en bestuurd door werkgevers en werknemers. Zij bepalen samen wat de prioriteiten zijn en welke activiteiten het productschap dient te ontplooien.
6 | MVO
Jaarverslag 2011 Productschap MVO
moderne PBO voor de Nederlandse topeconomie. Hierin wordt gepleit voor een moderniseringsslag, waarbij de bestuursstructuur wordt herzien, de legitimatie wordt vergroot en het takenpakket wordt beperkt. Citaat: ‘De focus van de PBO moet worden gericht op een beperkt aantal taken, dat bijdraagt aan een versterking van de nationale economie in termen van innovatie, kwaliteit, duurzaamheid en bevordering van ondernemerschap. Bij deze toekomstige rol behoort dat uitsluitend nog die taken worden uitgevoerd die onmisbaar zijn voor de sector en de maatschappij en dat een werkwijze wordt gevolgd die tegelijk de democratische legitimatie en de efficiency versterkt, waardoor ook de kosten omlaag kunnen.’ Op 14 juni publiceert de Stichting van de Arbeid (STAR) een rapport over de toekomst van de product- en bedrijfschappen. Voornaamste conclusie van dit rapport is dat de STAR de tijd rijp acht voor een wezenlijke hervorming van het PBOstelsel. De taken moeten beperkt c.q. aangepast worden aan de ingrijpend veranderde sociaaleconomische, thans internationale context. Daarnaast moet worden ingespeeld op nieuwe opvattingen inzake democratische legitimatie alsmede aan eisen van kostenbeheersing en doelmatigheid. De STAR pleit o.a. voor een platformfunctie met een stimulerende en faciliterende rol. Medio juni wordt het EIM-rapport ‘De PBO in 2010’ uitgebracht, uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van SZW. Hierin wordt een inventarisatie gemaakt van taken die de schappen uitvoeren, van het al dan niet onmisbaar zijn van deze taken en van het al dan niet kunnen onderbrengen van de onmisbare taken bij andere instanties. Mevrouw Jorritsma en de heren Van de Donk en Van Eijck brengen in augustus het rapport ‘Beoordelingskader product- en bedrijfschappen’ uit. In dit rapport is tevens de visie
van deze drie beoordelaars op de toekomst van de PBO opgenomen. In het kort bepleiten zij een drastische reorganisatie van het PBO-stelsel. Citaat: ‘Naar onze mening heeft het stelsel voldoende meerwaarde als instituut dat bepaalde publieke taken op een efficiënte manier kan uitvoeren. Die meerwaarde moet wel telkens worden aangetoond. Voor taken waarvan niet (langer) aannemelijk kan worden gemaakt dat die moeten worden gezien als ‘autonome taken’ die met publiek gezag moeten worden belegd geldt een “Nee tenzij…”-benadering. Voor deze taken zullen strenge toetsingscriteria gelden. De beoordelaars willen een dynamisch, kritisch en zelfreinigend systeem bevorderen op alle niveaus.’ Op 6 oktober wordt het kabinetsstandpunt inzake de PBO openbaar. Het kabinet is voor het handhaven van het PBOstelsel, maar dan wel in afgeslankte en gemoderniseerde vorm. Afgeslankt omdat het PBO-stelsel uitsluitend taken uitvoert met een publiek belang. In een PBO-stelsel dat uitsluitend taken uitvoert met een publiek belang (medebewindstaken, bevordering van plant- en diergezondheid alsmede dierenwelzijn, en voedselveiligheid en –gezondheid) wordt het merendeel van de huidige taken, die dus geen publiek belang dienen (zoals voorlichting, promotie, duurzame ontwikkeling en belangenbehartiging), in principe niet meer uitgevoerd. De transitie naar een afgeslankt en gemoderniseerd stelsel is in de ogen van het kabinet niet alleen een kwestie van takenreductie: het bestuur en de organisatie dienen eveneens te worden gemoderniseerd. Het kabinet voorziet een aanzienlijke aanpassing van de Wet op de bedrijfsorganisaties (Wbo). Het streven is eind 2012 de benodigde wettelijke aanpassingen aan de Tweede Kamer voor te leggen. Op 18 oktober versturen VNO-NCW, MKB-Nederland en LTO Nederland een brief naar het kabinet waarin de hoofdlijn van het kabinetsstandpunt wordt onderschreven maar waarin wordt gevraagd de herstructurering in samenwerking
MVO | 7
8 | MVO
Jaarverslag 2011 Productschap MVO
Draagvlak
Het Productschap Margarine, Vetten en Oliën heeft een zeer groot draagvlak in de sector.
met de schappen vorm te geven en als aanvulling wordt gevraagd ook taken m.b.t. innovatie, duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen in het takenpakket van de schappen op te nemen. Op 24 november wordt in drie rondes een rondetafelgesprek gehouden met enerzijds Kamerleden en anderzijds voor- en tegenstanders van de product- en bedrijfschappen. Op 8 december is er een Algemeen Overleg (AO) over de product- en bedrijfschappen. Tijdens het debat komt naar voren dat minister Kamp gelooft in zijn ingezette traject tot modernisering van de schappen, maar dat zich een Kamermeerderheid aftekent voor opheffing van alle schappen. Op 19 december stuurt het agro-bedrijfsleven met de vakbonden persberichten uit en plaatst grote advertenties om hun steun aan de product- en bedrijfschappen uit te spreken. Tijdens het Voortgezet Algemeen Overleg (VAO) op 20 december dient Aptroot - met medestanders – een motie voor opheffing van de schappen in. Deze motie wordt met 90 tegen 60 stemmen aangenomen. Nog dezelfde dag spreken de productschappen hun teleurstelling uit over deze uitslag en roepen de minister op de uitslag naast zich neer te leggen. Het kabinet, i.c. minister Kamp, zal naar verwachting zich begin 2012 uitspreken over de wijze waarop hij met de motie-Aptroot zal omgaan.
Draagvlak Het Productschap Margarine, Vetten en Oliën heeft een zeer groot draagvlak in de sector. Dit blijkt uit een onafhankelijk
georganiseerde ondernemerspeiling onder vertegenwoordigers van 96,5% van de bedrijven uit de MVO-achterban die in het voorjaar van juni 2011 is uitgevoerd. In de ondernemerspeiling zijn vragen gesteld over bekendheid, functioneren en bestaansrecht van het productschap MVO. De bevraagde bedrijven betalen tezamen meer dan 90% van de MVO-heffing. Unaniem zijn zij voorstander van continuering van het productschap. Rapportcijfer 8 Bij de MVO-achterban bestaat grote tevredenheid over de wijze waarop het productschap zijn activiteiten uitvoert. De informatievoorziening vanuit het productschap wordt door alle ondernemers als zeer goed bestempeld. Andere activiteiten die de MVO achterban (zeer) positief waarderen zijn: inspanningen bij de totstandkoming van wet- en regelgeving, de spreekbuis- en platformfunctie van het productschap, en de activiteiten op het gebied van duurzame ontwikkeling, van kwaliteit & voedsel-veiligheid, en van voeding & gezondheid. Het gemiddelde rapportcijfer dat de ondernemers het productschap geven, komt uit op een 8,0. Het laagste rapportcijfer dat in de peiling werd gegeven kwam was een 7. Tweederde van de ondernemers gaf een acht of hoger. Saldo kosten-baten Gevraagd naar de verhouding van de kwaliteit van de diensten van het Productschap MVO in verhouding tot de door hen betaalde heffing antwoordt een ruime meerderheid (driekwart) van de achterban van het productschap dat het tevreden is (goed tot zeer goed) over de „return on investment” waar het de heffing betreft. Dit wordt nog eens gestaafd door
MVO | 9
Belang van MVO-activiteiten vanuit het perspectief van de achterban Activiteit
N
Duurzame grondstoffenvoorziening Duurzame bedrijfsvoering Kwaliteit en voedselveiligheid Externe communicatie (retail, consumenten e.d.) Voeding en gezondheid Beïnvloeding wet- en regelgeving Marktonderzoek en statistiek Spreekbuisfunctie Scholing en arbeidsmarkt Platformfunctie
26 22 26 24 23 26 27 27 21 24
het feit dat geen enkele ondernemer ontevreden is over het rendement van de heffing. Unaniem voor voortbestaan Meer dan 90% van de ondernemers beoordeelt de MVOactiviteiten als zeer belangrijk. Geen enkele ondernemer wil dat het productschap wordt opgeheven. Eén ondernemer pleit voor een fusie met andere productschappen. De conclusie uit de ondernemerspeiling luidt dus dat het PBO-stelsel en met name het Productschap MVO voor de oliën- en vettensector een duidelijke meerwaarde heeft. Het productschap MVO biedt volgens de MVO-bedrijven een goed platform om collectieve initiatieven te nemen en als sector gezamenlijke verantwoordelijkheid te dragen.
Samenwerking productschappen Ter bevordering van efficiëntie, professionalisering en kostenreductie besluiten een aantal productschappen in januari 2011 toe te werken naar een centrale werkorganisatie waarin hun back offices (ondersteunende activiteiten) en hun medebewindstaken worden ondergebracht. MVO en PT doen in dit stadium nog niet mee. Eind maart besluit het Productschap Tuinbouw aansluiting te zoeken bij de productschappen die zich richten op totstandkoming van één centrale werkorganisatie. Op 13 april verstuurt MVO een persbericht waarin wordt aangegeven dat MVO ook gaat participeren in het samenwerkingsoverleg. Eind mei en begin juni stemmen de besturen van de bij de samenwerking betrokken productschappen in met het voorstel om te komen tot een gezamenlijke back office, een gezamenlijk cluster medebewind en aparte, sectorspecifieke front offices onder voorbehoud dat de sectoren herkenbaar blijven binnen de nieuwe organisatie. Op 16 juni wordt een gezamenlijk communiqué over deze stap uitgebracht. Dat is tevens het startsein voor het overleg met vakbonden en ondernemingsraden over organisatori-
10 | MVO
Neutraal
(Zeer)
belangrijk
(Zeer)
onbelangrijk
92% 68% 88% 75% 74% 96% 63% 96% 43% 79%
8% 23% 8% 13% 22% 4% 30% 4% 29% 17%
Weet niet
0% 9% 4% 8% 4% 0% 4% 0% 28% 4%
0% 0% 0% 4% 0% 0% 3% 0% 0% 0%
sche en personele consequenties van het samenwerkingsproces.
Taken Wat doet het productschap MVO voor de sector en voor de maatschappij: Platform Wij brengen partijen uit de gehele MVO-keten samen en bieden een platform voor overleg, meningsvorming en afstemming. De sector (werkgevers en werknemers) beslist zelf over de prioriteiten en activiteiten van het productschap. Door samen op te trekken werkt de sector effectief en efficiënt. Belangenbehartiging Wij behartigen het sectorbelang en treden op als woordvoerder bij sectorbrede thema’s en activiteiten. Bij onderwerpen als gezondheidclaims, duurzaamheid van de productie van palmolie of soja, genetische modificatie, handelspolitiek, kwaliteit en voedselveiligheid, ‘vet-tax’, etc., treden wij namens de sector op als woordvoerder en gaan wij de dialoog aan met ketenpartijen, overheid, politiek, maatschappelijke organisaties, wetenschap, onderwijs en media. Zelfregulering Wij realiseren doelstellingen die de hele keten aangaan en niet alleen het bedrijfs- of sectorbelang maar ook het algemeen belang dienen. Wij zijn overtuigd van de kracht van zelfregulering voor het realiseren van strategische (maatschappelijke) doelen. Op het gebied van bijvoorbeeld duurzame grondstoffenvoorziening, energie-besparing, ketentransparantie, voedselveiligheid en
Jaarverslag 2011 Productschap MVO
verbetering van de vetzuursamenstelling van de voeding heeft zelfregulering haar waarde bewezen. Het belang van zelfregulering wordt de komende periode groter als de overheid zich mede als gevolg van bezuinigingen verder terugtrekt. Kennis Wij fungeren als bron van betrouwbare en genuanceerde informatie en analyseren en delen onze kennis actief met de sector (bedrijven en medewerkers). Kennis is de basis van onze activiteiten. Wij zijn het kenniscentrum van de sector en namens de sector leggen wij verantwoording af over producten, productiewijzen, ontwikkelingen, prioriteiten, visies en standpunten.
Structuur Bestuur Het bestuur is verantwoordelijk voor de kaders en de hoofdlijnen van het te voeren beleid. Het dagelijks bestuur beheert het vermogen en de inkomsten en uitgaven van het productschap. Werkgroepen De werkgroepen rapporteren over voortgang en resultaten aan het bestuur. Naast regulier overleg in werkgroepen is er overleg over actuele onderwerpen. Afstemming Onderwerpen als voedselveiligheid, duurzame ontwikkeling, handelspolitiek en gezondheid vragen een internationale aanpak. Dat gebeurt in overleg met verschillende internationale/ Europese brancheorganisaties (FEDIOL, IMACE, EFPRA, RSPO, RTRS). Strategische sessie De strategische sessies met bedrijven en vakbonden creëren betrokkenheid van alle ondernemingen bij het beleid en de
activiteiten van MVO en versterken de gezamenlijke visie op de toekomst.
Communicatie en woordvoering De communicatie- en woordvoerderfuncties worden uitgevoerd door het Productschap MVO en het Voorlichtingsbureau MVO. Het versterken van het imago van de oliën- en vettensector is daarbij voor beide organisaties het uitgangspunt. Het productschap richt zich daarbij op ketenpartijen, overheden, politiek, media, maatschappelijke organisaties en wetenschap. Het voorlichtingsbureau heeft als doelgroepen: voedingsvoorlichters, medewerkers (jeugd)gezond-heidszorg, onderwijs, horeca, retail en media. Het voorlichtingsbureau is een onafhankelijke stichting met een eigen bestuur. De kosten worden gedekt door het productschap en de Bond van Nederlandse Margarine Fabrikanten (BNMF).
Thema’s, ambities en activiteiten De Nederlandse MVO-sector is agendazettend op het gebied van duurzame ontwikkeling Het productschap ondersteunt de oliën- en vettensector bij het streven naar duurzame grondstoffen, productiewijzen en producten. We dragen bij aan concrete resultaten op het gebied van energie-besparing en verkleining van de ecologische voetafdruk. We zetten ons ervoor in dat bij- en restproducten uit de sector hoogwaardig worden ingezet en toegepast. De toelating en acceptatie van genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s) in Europa loopt gelijk met die in de rest van de wereld Bij de moderne biotechnologie is het streven van het productschap gericht op een snellere toelating van veilig bevonden
MVO | 11
Productschap
MVO volgt de marktontwikkelingen op de voet en houdt de vinger aan de pols op het gebied van handelspolitieke afspraken.
ggo’s in Europa. Alleen als de procedures in de Europese Unie in hetzelfde tempo worden doorlopen als elders, kan een ongestoorde invoerstroom van grondstoffen ook op termijn worden gegarandeerd. Overheid, politiek en publiek zullen op transparante wijze over ggo’s worden geïnformeerd. Toename in het gebruik van oliën en vetten die passen in een gezonde voeding Het productschap zet zich in voor een verdere verbetering van de vetzuursamenstelling van de Nederlandse voeding. We behartigen de belangen van de sector door ruimte te creëren voor productinnovaties. We volgen de wetenschappelijke ontwikkelingen op het gebied van voeding en gezondheid nauwgezet en communiceren met betrokken stakeholders over ontwikkelingen. Werknemers zijn goed opgeleid en vinden de MVOsector een interessante sector om in te werken MVO neemt deel aan het Programma Arbeidsmarkt en Opleiding en werkt met andere productschappen en vakbonden samen in het project Verankering Arbeid. Het productschap breidt het online kenniscentrum over oliën en vetten naar behoefte uit, verzorgt cursussen en seminars, en zet zich in voor een structurele versterking van de banden tussen MVObedrijven en kennisinstellingen. Een transparante sector die kwaliteit en voedsel veiligheid goed heeft geborgd Op Europees niveau moeten goede systemen worden ontwikkeld en gehandhaafd die voedsel- en diervoederveiligheid garanderen. Het productschap treedt namens de oliën- en vettenketen op als belangenbehartiger in het overleg met overheden, brancheorganisaties en maatschappelijke groe-
12 | MVO
peringen, en als coördinatiecentrum in het geval zich crises voordoen. Voor de verschillende plantaardige en dierlijke producten ontwikkelen en onderhouden we sectorale risicoanalyses. Het productschap is het kenniscentrum voor oliën en vetten MVO volgt de marktontwikkelingen op de voet en houdt de vinger aan de pols op het gebied van handelspolitieke afspraken. Als kenniscentrum verzamelt en deelt het productschap informatie over de sector (internationale handel, productie, consumptie). Het productschap is goed geïnformeerd over de kansen en bedreigingen van de Biobased Economy waardoor de sector zich kan voorbereiden op toekomstige ontwikkelingen.
Verantwoording Het productschap legt als publiekrechtelijke organisatie verantwoording af aan de Sociaal-Economische Raad (SER) en aan de rijksoverheid. Code Goed Bestuur Het Productschap MVO onderschrijft de Code Goed Bestuur. De Code vraagt van de bestuursleden en van de ondernemers- en werknemersorganisaties die bestuursleden mogen benoemen een bepaalde houding en transparantie ten aanzien van een aantal in de Code genoemde principes (o.a. benoemingsproces, taken en verantwoordelijkheden, integriteit en persoonlijke unies, besluitvorming, toezicht en verantwoording). De uitvoering en naleving van de Code is een verantwoordelijkheid van het bestuur. In Hoofdstuk 4, Bestuur en Organisatie, leggen wij verantwoording af over de naleving van de Code.
Jaarverslag 2011 Productschap MVO
MVO | 13
14 | MVO
Jaarverslag 2011 Productschap MVO
Ontwikkelingen in de sector De MVO-sector bestaat uit bedrijven die oliezaden verwerken, ruwe oliën en vetten raffineren en verder bewerken, de margarine- en sauzenproducenten, de oleochemie en de internationale handel in deze producten voor zowel voeding en veevoer als non-food toepassingen (o.a. voor de energiesector).
Qua volume ontwikkeling een stabiel jaar Veel hogere invoer- en uitvoerwaarde, importvolume stijgt, exportvolume vrijwel gelijk. Het import- en exportvolume van oliehoudende zaden bleef iets achter bij 2010. Er werden vooral minder sojabonen geïmporteerd, ook werden minder sojabonen (weer) uitgevoerd. De invoer van raapzaad en zonnebloempitten nam iets toe; de uitvoer van raapzaad nam toe, die van zonnebloempitten nam echter flink af. De invoer van plantaardige vetten en oliën bleef licht achter bij 2010, de uitvoer kende een lichte toename. Kokosolie, palmolie en sojaolie werden minder geïmporteerd. De invoer van raapolie en zonnebloemolie steeg, ondanks een toename van de binnen-
landse productie van beide oliën. Bij de uitvoer valt vooral een hogere uitvoer van raapolie en zonnebloemolie op, tegen een lagere uitvoer van sojaolie.
Figuur 1
Figuur 2
Nederlandse invoerwaarde van MVO-producten
Nederlandse uitvoerwaarde van MVO-producten
7.000
x miljoen €
6.000
Bij de dierlijke vetten en visolie zorgde de post vetmengsels dierlijk of dierlijk/plantaardig voor stijging bij deze groep, door in twee jaar tijd ruim te verdubbelen. De vraag naar grondstoffen voor energietoepassingen, zowel in binnen- als in buitenland, is de reden van deze stijging. De import van de dierlijke vetten veranderde niet veel, al werd er iets meer varkensvet geïmporteerd tegen iets minder rundvet. Bij de uitvoer valt de stijging van varkensvet op. De andere dierlijke
5.000
x miljoen €
4.000
5.000 3.000
4.000 3.000
2.000
2.000 1.000
1.000 0
0 2006
2007
2008
Overige gebieden
Zuid Amerika
Azië
Noord Amerika
2009
2010 Europese Unie
2006
2011* * voorlopig
2007
2008
Overige gebieden
Afrika
Amerika
Overig Europa
2009
2010 Europese Unie
2011* * voorlopig
MVO | 15
vetten blijven gelijk of vallen iets terug (vetmengsels dierlijk of Raffinage van plantaardige oliën en vetten dierlijk/plantaardig). De productie van ruwe gesmolten dierlijke De Nederlandse raffinage van plantaardige oliën en vetten vetten blijft, voor alle categorieën, achter bij vorig jaar. bleef in 2011 met zo’n 3,0 miljoen ton gelijk aan die van het jaar daarvoor. Palmolie is met een aandeel van 57% veruit het belangrijkst, op ruime afstand gevolgd door kokosvet, De prijzen voor oliën en vetten stegen in de loop van 2009 sojaolie en raapolie. en 2010 gestaag door en bereikten medio 2011 recordhoogtes (alleen de prijs van zonnebloemolie lag medio 2008 Productie van margarines, halvarines, bak-/braad- en hoger dan in 2011). Als gevolg van het hoge prijsniveau frituurvetten steeg de totale productiewaarde van 5,5 miljard euro in De productie van margarines, halvarines, bak-/braad- en 2010 naar 6,4 miljard euro in 2011. frituurvetten en -oliën daalde ten opzichte van 2010 en De importwaarde kwam ruim 1/3 hoger uit op 6,5 miljard kwam uit op het niveau van 2009. De leveringen aan euro en de uitvoerwaarde steeg met ruim 28 procent naar Duitsland liepen terug en er ging minder margarine naar 4,8 miljard euro. Afrika. De Nederlandse MVO-sector is een zeer belangrijke bewerProductie van dierlijke vetten ker van vetten en oliën in Europa. Importen zijn dan ook voornamelijk bedoeld om na bewerking te worden geëxpor- De productie van gesmolten dierlijke vetten is met een teerd. De Nederlandse afzet concentreert zich steeds meer geschatte omvang van 212.000 ton bijna 6% lager dan in op de rest van Europa, terwijl de andere continenten steeds 2010. Deze daling is ongeveer gelijk verdeeld over alle productcategorieën. Naast de diervoederindustrie en de techminder bediend worden. Toegenomen crush- en raffinagenische industrie (oleochemie) vormt de bio-energie een capaciteit in Azië en Zuid-Amerika is hiervan de reden. steeds belangrijkere afzet voor dierlijke vetten. De levensmiddelenindustrie is een kleine afzetmarkt voor dierlijke Verwerking van oliezaden (crush) De verwerking van sojabonen is nog steeds de belangrijkste vetten; ongeveer 5% van de in het binnenland geleverde crushactiviteit in Nederland. Deze verwerking loopt echter al dierlijke vetten is voor menselijke consumptie. jaren terug, terwijl de crush van raapzaad toeneemt. In 2006 besloeg de sojaverwerking ruim 85% van het totaal, in Prijsontwikkelingen 2011 is dat aandeel afgenomen tot iets meer dan 55%. Het De geleidelijke prijsstijging vanaf 2009 bereikte in het eerste aandeel van raapzaad, in 2006 enkele procenten, bedroeg kwartaal van 2011 zijn hoogste punt om vervolgens de rest in 2011 bijna 32% van de totale verwerking. De totale vervan het jaar iets onder die piek te blijven schommelen. In werking van oliezaden kwam uit op 4,0 miljoen ton, gelijk de eerste maanden bleef de productie van palmolie in aan die van 2010. De productie van ruwe plantaardige vet- Maleisië achter en bestond onzekerheid over de Zuidten steeg met ruim 2% tot 1,197 miljoen ton. Raapzaad en Amerikaanse sojaoogst. Hoewel de olieproductie zich herzonnebloempitten werden meer verwerkt en hebben een stelde, zorgde de aanhoudende stijging van de vraag in hoger oliegehalte (± 42%) dan sojabonen (± 19%) waardoor Azië en de toenemende productie van biodiesel samen met de olieopbrengst niet gelijk loopt met de totale omvang van de hoge prijs voor minerale oliën voor de opwaartse druk de oliezadenverwerking. op de prijzen.
16 | MVO
Jaarverslag 2011 Productschap MVO
Figuur 3
Figuur 4
Verwerking van oliezaden door de crush-industrie
Productie van ruwe plantaardige oliën
4.500
x 1.000 ton
4.000
1.400
x 1.000 ton
1.200
3.500
1.000
3.000 2.500
800
2.000
600
1.500
400
1.000 200
500
0
0 2006
2007
2008
2009
Overige oliezaden
Kool-/raapzaad
Zonnebloempitten
Sojabonen
2010
2006
2011* * voorlopig
2007
2008
Overige vetten en oliën
Raapolie
Zonnebloemolie
Sojaolie
2009
2010
2011* * voorlopig
Figuur 5
Figuur 6
Productie bewerkte vetten en oliën
Productie van margarine, bak-/braad- en frituurvetten en -oliën
3.500
x 1.000 ton
3.000
x 1.000 ton
600 500
2.500
400
2.000 300 1.500 200
1.000
100
500 0
0 2006
2007
2008
2009
2010
Overige
Zonnebloemolie
Sojaolie
Raapolie
Kokosvet
Palmolie
2011*
2006 * voorlopig
2007
2008
2009
Bak-/braad en frituurvetten en -oliën
2010
2011*
Margarine
* voorlopig
Halvarine
Figuur 7
Figuur 8
Productie van ruwe gesmolten dierlijke vetten
Prijsverloop van sojaolie, raapolie, zonnebloemolie en palmolie x 1.000 ton
250
€/100 kg
140 120
200
100 150 80 100 60 50
40
0
20 2006
2007
2008
2009
Mengsels van dierlijke vetten
Pluimveevet
Rundvet
Varkensvet
2010
2011*
2005 * voorlopig
2006
2007
Zonnebloemolie
Sojaolie
Raapolie
Palmolie
2008
2009
2010
MVO | 17
Inzet en resultaten per aandachtsgebied
18 | MVO
Jaarverslag 2011 Productschap MVO
Duurzame ontwikkeling Focus 2011 Door actieve betrokkenheid bij Internationale Ronde Tafels en inzet op verdere energiebesparing in de sector zullen we in 2011 op transparante wijze werken aan en communiceren over de verduurzaming van de sector.
Resultaten van uitgevoerde activiteiten • Duurzaamheidsverslag In 2011 heeft de MVO-sector zijn eerste duurzaamheidsverslag ‘Op weg naar een duurzame MVO-sector’ gepubliceerd. Het verslag geeft aan dat de Nederlandse margarine-, vetten en oliënsector (MVO) duurzame ontwikkeling krachtig gaat stimuleren. De industrie heeft de ambitie om binnen Europa een aanjager te zijn in het gebruik van verantwoord geteelde oliën en vetten. Daarnaast staan onder meer verbetering van energie-efficiency, verlaging van de CO2-uitstoot, recycling van frituurvetten en consumentenvoorlichting over gezonde vetten in voeding hoog op de agenda. Het duurzaamheidsverslag is aangeboden aan de vaste Kamercommissie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I).
was er grote belangstelling. De belangrijkste vragen die tijdens het seminar zijn behandeld waren: waarom is het belangrijk om duurzaam in te kopen, wat zijn de criteria en hoe wordt er gecontroleerd, hoe koop ik duurzame palmolie en wanneer is er duurzame soja op de markt.
• Maatschappelijke dialoog Ter verbreding van het draagvlak voor verduurzaming heeft MVO als voorzitter van de Task Force Soja en Palmolie deelgenomen aan het tripartite overleg soja en palmolie tussen overheid, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven. Tevens ondersteunt MVO het Initiatief Duurzame Handel (IDH) bij het ontwikkelen van verduurzamingsstrategieën voor soja en palmolie. MVO is verheugd dat de Nederlandse overheid in 2011 via het Initiatief. Duurzame Handel (IDH) 20 miljoen euro beschikbaar heeft gesteld voor verduurzaming van de palm- en sojaproductie.
• Euro Fed Lipid congres MVO is betrokken geweest als mede-organisator van het Euro Fed Lipid congres, wat plaatshad van 18 tot 21 september in Rotterdam. Op verzoek van MVO werden er voor het eerst Sustainability sessies gehouden op dit congress. MVO heeft samen met Prof. R. Rabbinge (Wageningen UR) de inhoudelijke organisatie van de sustainability sessies georganiseerd en was tevens de voorzitter van deze sessies.
In nauwe samenwerking met het Initiatief Duurzame Handel (IDH) heeft MVO op 11 april een duurzaamheidsseminar georganiseerd met de titel ‘Sustainable Sourcing Soy & Palm Oil’. Met meer dan 200 deelnemers vanuit het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en overheid
Foto René Delnaaij
• Seminar ‘Sustainable Sourcing Soy & Palm Oil
Pauline Smeets (kamerlid PvdA) neemt het duurzaamheidsverslag namens de Vaste Kamercommissie EL&I in ontvangst van Rhandy Macnack (directeur Cargill en vice voorzitter van het Productschap Margarine Vetten en Oliën.
MVO | 19
Doelstelling • Het bevorderen van de productie en het gebruik van duurzaam geproduceerde grondstoffen.
Duurzame grondstofvoorziening Afstemming: • Werkgroep Duurzame Ontwikkeling • Ad hoc werkgroep palmolie • Ad hoc werkgroep soja
Nieuwsbrief: • Sustainable Production • Vette Feiten
Palmolie Focus in 2011:
criteria van de RSPO. Daarnaast is de Bakkerij- en Zoetwaren sector gestart met de ‘Barometer duurzame Bakkerij en Zoetwaren’ waarin bedrijven die duurzame palmolie kopen worden beloond. Eind 2011 is de Nebafa, de brancheorganisatie fabrikanten van bakkerijgrondstoffen tot de Task Force toegetreden. Ook heeft de Task Force in haar actieprogramma opgenomen om het level playing field te verbreden door initiatieven in andere Europese landen ter stimulering van het gebruik van duurzame palmolie te ondersteunen. Zo heeft de Task Force in 2011 o.a. het Belgische initiatief ‘Alliance Belge pour le Palme Durable’ daar waar mogelijk ondersteunt.
• Het versterken van de vraag naar duurzame palmolie door het ontwikkelen en uitvoeren van actieplannen in de Task Force Duurzame palmolie. • Binnen de RSPO werken aan het optimaliseren van de ‘supply chain’-modellen en het verbeteren van de kennis en begrip van RSPO en de RSPO supply chain modellen.
Resultaten van uitgevoerde activiteiten • Task Force Duurzame Palmolie In 2011 heeft MVO zijn activiteiten binnen de Task Force Duurzame Palmolie voortgezet met als doel het stimuleren van de productie en het gebruik van duurzaam geproduceerde palmolie. MVO heeft samen met de betrokken brancheorganisaties (Vernof, BNMF, VBZ, VAVI, CBL, Nevedi, AKSV en FNLI) gewerkt aan het ontwikkelen en uitvoeren van het eerste actieprogramma. Veel activiteiten stonden in het teken van informatieoverdracht en het nader bepalen van concrete ambities. De margarine industrie heeft in het actieprogramma bijvoorbeeld aangegeven dat zij al in 2011 voor al haar merken zal overstappen op duurzame palmolie. Tevens hebben de supermarkten in CBL-verband aangegeven ernaar te streven dat per 2015 de palmolie, zoals verwerkt in huismerkproducten, moet voldoen aan de
20 | MVO
• RSPO De productie van duurzame gecertificeerde RSPOpalmolie groeide in 2011 gestaag. De gecertificeerde productiecapaciteit is inmiddels gegroeid tot ruim 500.000 ton per maand of wel 6 miljoen ton per jaar of ruim 10% van de wereldproductie. De totale vraag blijft nog steeds achter. In 2011 werd slechts 50% van de gecertificeerd RSPO-palmolie ook alszodanig verkocht. Via een actieve rol in de RSPO Standing Committee Trade en Traceability heeft MVO zich de afgelopen tijd ook weer ingezet voor het slechten van barrières in de keten van duurzame RSPO-gecertificeerde palmolie. Zo heeft MVO een trekkende rol gespeeld bij de evaluatie van het RSPO-IT systeem dat wordt gerund door UTZ Certified en een revisie van de RSPO Supply Chain Certification Systems. Uit de evaluatie van het IT systeem blijkt dat er efficiëntere manieren zijn voor RSPO om een geloofwaardig en robuuste keten te realiseren. De revisie van het SCCS zorgt voor meer gebruiksvriendelijkheid van het document en kan op die manier bijdragen de opname van gecertificeerde olie te versterken. In juli heeft MVO het voorzitterschap van de RSPO Standing Committee Trade en Traceability overgedragen.
Jaarverslag 2011 Productschap MVO
Karlijn van Lierop (voorzitter) en enkele leden van de Task Force Duurzame Palmolie presenteerden tijdens het Seminar Sustainable Sourcing Soy & Palm Oil het actieprogramma.
• Informatievoorziening Om bedrijven te helpen bij de overstap naar duurzame palmolie heeft MVO de factsheet ‘Duurzaam geproduceerde palmolie: de norm in 2015’ ontwikkeld. Deze factsheet licht het belang van duurzame palmolie toe en legt uit hoe bedrijven van start kunnen gaan met het inkopen van duurzame palmolie. Daarnaast is de website www.vettefeiten.nl/www.factsonfats.nl verder uitgebreid met informatie bestemd voor de retail en de levensmiddelenindustrie over duurzaam geproduceerde grondstoffen. MVO heeft samen met IDH een druk bezocht seminar georganiseerd met als thema ‘Sustainable Sourcing Soy & Palm Oil (zie ook duurzame ontwikkeling algemeen: Seminar ‘Sustainable Sourcing Soy & Palm Oil’). Op 7 september heeft de Task Force Duurzame Palmolie een informatiebijeenkomst georganiseerd met als doel om bedrijven te informeren over duurzame palmolie. MVO heeft daarnaast diverse presentaties gehouden bij individuele bedrijven, op ledenvergaderingen van brancheorganisatie (o.a. VAVI, NEBAFA) en op nationale (o.a. FNLI) en internationale conferenties (o.a. Food Ingredients Europe, RSPO RT9, IPOC 2011).
Terugkoppeling resultaten naar toekomstig beleid • Task Force Duurzame Palmolie In 2012 zal de Task Force (TF) zijn eerste rapportage presenteren. De focus van de activiteiten van de TF zullen liggen op het verder aanscherpen van de ambities. Tevens zal worden bekeken op welke wijze het IDH programma ondersteunend kan werken om de ambities van de TF te realiseren.
• Maatschappelijke dialoog Ter verbreding voor het draagvlak voor verduurzaming van soja en palmolie zal MVO in nauwe samenwerking met maatschappelijke
organisaties en IDH in 2012 een informatiebijeenkomst organiseren voor Nederlandse politici en ambtenaren.
• RSPO Ondersteuning van de RSPO geeft een positieve impuls aan de productie en aankoop van duurzame palmolie en zal door MVO de komende jaren worden voortgezet.
Soja Focus in 2011: • Het bevorderen van de beschikbaarheid van en de vraag naar duurzaam geproduceerde soja. • Het vergroten van het draagvlak voor de RTRS als hèt internationale multistakeholderplatform voor verduurzaming van de sojateelt.
Afstemming: • Werkgroep Duurzame Ontwikkeling • Ad hoc werkgroep soja / soja-olie
Resultaten van uitgevoerde activiteiten • RTRS In 2011 is de eerste RTRS-gecertificeerde soja beschikbaar gekomen. In totaal is in 2011 circa 350.000 ton RTRS-soja gecertificeerd en is 167.000 ton ook daadwerkelijk als zodanig verkocht. Een eerste partij van 85.000 ton is gekocht door het Initiatief Duurzame Soja, dat wordt getrokken door Nevedi. Ook enkele MVO-bedrijven hebben in 2011 RTRS soja gekocht. De aankomst van de eerste scheepslading is gevierd met een bijeenkomst in Rotterdam, die werd bijgewoond door belanghebbenden en pers. MVO heeft bijgedragen aan het organiseren van dit evenement. Via de Taks Force Duurzame Soja ondersteunt MVO de RTRS met het versterken van het internationale draagvlak voor de RTRS door bijdrage aan het ‘communication and out-reach programma’.
MVO | 21
• Intentieverklaring Verantwoorde Soja Eind 2011 heb-
• Task Force Duurzame Soja MVO is voorzitter van deze ben bedrijven in de sojaketen hun krachten gebundeld om Task Force en voert samen met Nevedi het secretariaat. binnen vier jaar over te schakelen op 100% verantwoorde Doelstelling is het vergroten van het draagvlak voor de soja. Tot en met 2014 werken de partijen samen met als RTRS en het bevorderen van de beschikbaarheid van en doel in 2015 volledig overgestapt te zijn op het gebruik van vraag naar duurzaam geproduceerde soja op de verantwoorde soja voor de productie van vlees, zuivel, Nederlandse markt. De Task Force heeft financieel en eieren en andere voedingsmiddelen in Nederland. De inhoudelijk meegewerkt aan de uitvoering van de RTRS betrokken bedrijven willen de komende jaren steeds grotere ‘communication and out-reach programme’, wat heeft volumes verantwoord geproduceerde soja aankopen. Met bijgedragen aan een verdubbeling van het aantal RTRSde uitvoering is in totaal 7 miljoen euro gemoeid. De bij het leden. De Task Force voert ook de dialoog met overheden plan betrokken organisaties zijn Nevedi, het Initiatief en maatschappelijke organisaties en zorgt voor informatieDuurzame Handel (IDH), FrieslandCampina, de Centrale voorziening richting media en politiek. Organisatie voor de Vleessector, Albert Heijn, C1000, Jumbo, Lidl, Superunie, LTO Nederland, het Productschap Terugkoppeling resultaten naar Pluimvee en Eieren en het Productschap Margarine, Vetten toekomstig beleid en Oliën. Het plan wordt ondersteund door het Wereld Natuur Fonds, Natuur & Milieu en Solidaridad. • MVO zal zich blijven inzetten om de RTRS-handels systemen zo optimaal mogelijk te maken voor alle producenten en bedrijven in de keten en specifieke zich • Competing Schemes Vanuit de biobrandstoffenmarkt inzetten voor het naar elkaar toe laten groeien c.q. het ontstaat vraag naar soja die voldoet aan de eisen van de erkennen van diverse standaarden. Europese duurzame-energierichtlijn (RED). De RTRS heeft een speciale versie van het RTRS-schema ontwikkeld die zorgt dat soja voldoet aan deze eis. Het International • MVO zal meewerken aan de concrete implementatie van Sustainability and Carbon Certification (ISCC) zorgt echter de Intentieverklaring Verantwoorde Soja en specifiek de ook dat soja (of een andere grondstof) aan deze eis voldoet. mogelijkheden voor verduurzaming van sojaolie nader Dit zorgt ervoor dat er in 2011 een discussie is ontstaan onderzoeken. over ‘competing schemes’. Dit heeft geresulteerd in de volgende positie: ‘MVO is voorstander van één internatio• Als voorzitter van de Task Force Duurzame Soja continunaal breed gedragen duurzaamheidsstandaard voor food, eren we de dialoog met maatschappelijke organisaties en feed en fuel en zal zich de komende periode inzetten voor overheden en zorgen we voor goede informatievoorziehet naar elkaar toe laten groeien c.q. het erkennen van ning richting media en politiek. diverse standaarden.
22 | MVO
Jaarverslag 2011 Productschap MVO
Doelstelling • Ondersteunen van de sector bij het verbeteren van de energieefficiency en communiceren over de duurzaamheidsaanpak van de MVO-sector in de keten in het kader van Carbon Footprint. • Ontwikkeling van een MVO-routekaart die o.a. de kansen en innovaties voor de Biobased Economy in kaart brengt.
Duurzame bedrijfsvoering Afstemming • Werkgroep Duurzame Ontwikkeling • Werkgroep Energiebesparing • Ad-hoc Werkgroep Carbon Footprint • Ad hoc werkgroepen MVO-routekaart
Nieuwsbrief • Biobrandstoffen • Energie en Milieu
Focus in 2011
In de Voorstudie zijn een aantal richtingen geselecteerd, die verder zijn uitgewerkt in de Routekaart. Er zijn kansrijke innovaties geïdentificeerd, die energiewinst opleveren en een aanwijsbaar marktpotentieel hebben voor de MVO-bedrijven. Diverse gerenommeerde kennisinstellingen hebben in het kader van de Routekaart deze innovaties nader onderzocht. Per innovatie is het potentieel geschetst en is duidelijk gemaakt waar uitdagingen en randvoorwaarden liggen. Het onderzoek heeft de overtuiging versterkt dat duurzame ontwikkeling en winstgevendheid in de MVO-sector hand in hand kunnen gaan.
• 30% energie-efficiencyverbetering in de periode 2005-2020 (MJA3) • Uitwerken van de MJA3 Routekaart • Inbrengen duurzaamheidstandpunten MVO-sector binnen de Commissie Corbey.
Resultaten van uitgevoerde activiteiten • MJA3 - Routekaart De MVO-Routekaart geeft invulling aan de derde Meerjarenafspraken energie-efficiëntie (MJA3). Het afgelopen jaar heeft Productschap MVO de Routekaart in samenwerking met de bedrijven in de sector opgesteld, voortbouwend op de Voorstudie uit 2010. De doelstelling van een Routekaart is 30% energie-efficiëntieverbetering in 2020 ten opzichte van 2005, met een werkhypothese van 50% energie-efficiëntieverbetering in 2030. De MVO-sector heeft in 2010 al 8% energiebesparing uit proces-maatregelen ten opzichte van 2005 gerapporteerd. Met de in de Routekaart benoemde innovaties en innovatietrajecten kan de sector tot 2030 hier ongeveer 23% (2,0 PJ) aan toevoegen. Een veelvoud aan energiebesparing kan echter worden behaald door in de chemie grondstoffen op basis van fossiele oliën te vervangen door producten uit de MVO-sector op basis van biomassa.
Het onderzoek is uitgevoerd rond twee innovatiethema’s. Membranen, water en energiebesparing door gedrag betreffen (interne) innovaties door proces-efficiëntie. Innovaties richting de Biobased Economy omvatten (keten-) innovaties, die gericht zijn op het produceren van innovatieve producten voor (nieuwe) markten. Voor concrete invulling van deze Routekaart zoekt de MVO-sector aansluiting bij het topsectorenbeleid van de overheid. Actief overheidsbeleid om de transitie naar een Biobased Economy te stimuleren is van groot belang. Daarbij moet een gelijk speelveld voor bio-energie en andere Biobased toepassingen worden gecreëerd. De overheid kan marktintroducties gemakkelijker maken door passende wet- en regelgeving, Green Deals of door als launching customer op te treden. Daarnaast verwacht de sector gerichte financiële ondersteuning voor onderzoek.
• MJA3 – algemeen Uit de in 2011 uitgevoerde monitoring over het energieverbruik over 2010 blijkt dat halverwege de uitvoeringsperiode ruim 30% van de sectordoelsteling voor de periode 2009-2012 is gerealiseerd. In 2010 zijn
MVO | 23
MJA3 - Routekaart
Het onderzoek heeft de overtuiging versterkt dat duurzame ontwikkeling en winstgevendheid in de MVO-sector hand in hand kunnen gaan.
76 maatregelen uitgevoerd, goed voor een besparing van 276 TerraJoule. Dit komt overeen met het jaarlijks energieverbruik van 3340 huishoudens.
• Commissie Corbey MVO neemt deel aan de
• Carbon footprint Eind 2011 is fase twee van het project Carbon Footprint Diervoeding (Carbon Footprint Animal Nutrition, ofwel CFPAN) tot een afronding gekomen met de oplevering van: • Een methodologie ter berekening van de carbon footprint vanwege diervoeding. • Een database met primaire data nodig als input voor de berekening van footprints. • Software voor de berekening van footprints. De ervaringen met dit project bevestigen voor MVO de noodzaak om te komen tot internationale afstemming voor het berekenen van carbon footprints. MVO en VERNOF hebben via de stuurgroep actief deelgenomen aan dit project.
Commissie Corbey die aan de regering advies uitbrengt over de wijze waarop duurzaamheid van de grondstoffen voor biobrandstoffen kan worden gegarandeerd. In de zomer van 2011 is het mandaat van de Commissie met 2 jaar verlengd. De focus ligt nu op biobased economy. MVO zet zich ervoor in dat de criteria aansluiten bij de duurzaamheidssystemen die in de MVO-sector internationaal worden gehanteerd. MVO heeft gepleit voor gebruik van bijproducten en afvalstoffen en voor de erkenning van vrijwillige internationale certificatiesystemen (zoals RSPO en RTRS). MVO pleit bovendien voor Terugkoppeling resultaten naar systeem waarbij efficiency en duurzaamheid van de land- toekomstig beleid bouw ongeacht de toepassing van het gewas wordt gestimuleerd. MVO zet zich verder in voor een zo een• MVO zal bijeenkomsten organiseren gericht op kennisvoudig mogelijk systeem voor de rapportage over broeioverdracht over energie-efficiencyverbetering. Deze kasgas-emissie. bijeenkomsten bieden de mogelijkheid om te netwerken, binnen de sector van elkaar te leren en nieuwe inzichten van buiten op te doen. • Biosmeermiddelen De website www.biosmeermiddelen. nl is een in 2010 door MVO ontwikkelde website met informatie over smeermiddelen en hydraulische oliën die minder • MVO zal samen met de VERNOF in 2012 actief blijven in toxisch en beter biologisch afbreekbaar zijn dan producten de stuurgroep Carbon Footprint Diervoeder en, indien op basis van minerale grondstoffen. In 2011 is de website wenselijk en op beperkte schaal, activiteiten meefinangeactualiseerd. Vanwege het afstoten van taken door cieren. Agentschap NL heeft MVO het eigendom en beheer van de website overgenomen. Eind 2010 is gestart met het verta• MVO zal in 2012 de aanbevelingen uit het MVOlen van de website in het Engels. routekaartrapport in de praktijk brengen.
24 | MVO
Jaarverslag 2011 Productschap MVO
MVO | 25
26 | MVO
Jaarverslag 2011 Productschap MVO
Voeding en gezondheid Doelstelling Toename in het gebruik van oliën en vetten die passen in een gezonde voeding
Afstemming • Werkgroep Voeding en Gezondheid • Ad hoc werkgroep palmolie en gezondheid
Nieuwsbrief • Voeding en Gezondheid • Literature Releases on Fats and Health
Focus in 2011 • Mede-organisatie van het Euro Fed Lipid congres in Rotterdam • Belangenbehartiging ten aanzien van etiketteringswetgeving voeding en gezondheid • Informeren van de achterban en relevante stakeholders over wetenschappelijke ontwikkelingen op het gebied van oliën, vetten en gezondheid • Inzet op eenduidige communicatie over oliën en vetten binnen de MVO-sector en belangrijke stakeholders
Resultaten van uitgevoerde activiteiten: • Nieuwsbrief ‘Literature Releases on Fats and Oils’ De opzet van de maandelijkse nieuwsbrief ‘Literature Releases on Fats and Oils’ is aangepast door een nieuwe indeling van rubrieken met wetenschappelijke onderwerpen die momenteel actueel zijn. De nieuwsbrief wordt goed gewaardeerd door de lezers. Het aantal lezers
is het afgelopen jaar stabiel gebleven en er worden gemiddeld iedere maand 10-15 wetenschappelijke artikelen aangevraagd door diverse bedrijven.
• Lezing professor Daan Kromhout Op uitnodiging van MVO heeft professor Daan Kromhout (Wageningen Universiteit) een presentatie gegeven over welke vetzuursamenstelling in de voeding gunstig is voor je hartgezondheid voor de leden van de werkgroep Voeding en Gezondheid en de lezers van de Literature Release. Gezien de hoge opkomst en levendige discussie blijkt dat er zeker behoefte is aan een dergelijke informatieve discussiebijeenkomst.
• Promotieonderzoek naar onverzadigde vetzuren MVO is betrokken geweest bij een promotieonderzoek naar onverzadigde vetzuren en hart- en vaatziekten van de Wageningen Universiteit (WUR). In november is dit promotieonderzoek formeel afgerond en is er een minisymposium georganiseerd door de WUR over dit onderwerp. MVO-bedrijfsleven is uitgenodigd voor dit minisymposium, en er is uitgebreid aandacht besteed aan de uitkomsten van dit promotieonderzoek via nieuwsbrieven.
• Euro Fed Lipid congres, MVO is betrokken geweest als mede-organisator van het Euro Fed Lipid congres,
MVO | 27
wat plaatshad van 18 tot 21 september in Rotterdam. Zo is input geleverd in het wetenschappelijke programma op het gebied van vetten en gezondheid en duurzaamheid, in nauwe samenwerking met de MVO-sector en met de wetenschappelijk voorzitter van het congres, professor Ronald Mensink. Ook is MVO betrokken geweest o.a. bij het regelen van sponsoren, de PR over het congres,het organiseren van het congresdiner en het organiseren van een boottocht door de Rotterdamse haven. De MVO-sector was in grote getale aanwezig op dit congres, als toehoorder, spreker of voorzitter van deelsessies. Naar aanleiding van het Euro Fed Lipid congres is een uitgebreid congresverslag uitgebracht over de sessies die door MVO zijn bijgewoond (met name op het gebied van gezondheid, duurzaamheid en voedselveiligheid).
• Nederlands/Belgisch wetenschappelijk oliën en vetten platform In navolging op het succesvolle Euro Fed Lipid congres in september 2011 in Rotterdam heeft MVO de eerste behoefte binnen het MVO-bedrijfsleven en andere stakeholders geïnventariseerd voor de opzet van een Nederlands/Belgisch wetenschappelijk oliën en vetten platform onder Euro Fed Lipid, om hiermee het MVO-bedrijfsleven beter betrokken te houden bij Euro Fed Lipid, vice versa. De eerste inventarisatie bleek tot positieve steun te leiden, waardoor verdere stappen gezet gaan worden om dergelijk platform werkelijk op te zetten.
• Wetenschappelijke ontwikkelingen De wetenschappelijke ontwikkelingen op het gebied van verzadigd vet en gezondheid zijn nauwgezet gevolgd. In 2011 zijn een aantal nieuwe wetenschappelijke publicaties verschenen over dit onderwerp waarover MVO haar achterban heeft geïnformeerd. Ook heeft MVO bijgedragen aan de
28 | MVO
wetenschappelijke discussie door mee te denken over het wetenschappelijke programma van Euro Fed Lipid, met name ten behoeve van de speciale wetenschappelijke sessie over gezondheidseffecten van verzadigd vet binnen het Euro Fed congres. In deze sessie, die werd gehouden op de dinsdagmiddag van het congres onder voorzitterschap van Peter Zock en Pramod Khosla, werd door een aantal gerenommeerde internationale wetenschappers vanuit verschillende invalshoeken hun visie geven over dit onderwerp. Tijdens de paneldiscussie van deze sessie werd o.a. gediscussieerd over de gezondheidseffecten van verzadigde vetzuren en door welke andere macronutriënten deze kunnen worden vervangen en of de (inter) nationale aanbeveling van 10 energie procent voor de inname van verzadigde vetzuren nog actueel is.
• Concept-position paper gezondheidsaspecten van verzadigd vet Op basis van de wetenschappelijke discussie heeft MVO een concept-position paper over de wetenschappelijke stand van zaken over de gezondheidsaspecten van verzadigd vet opgesteld, bediscussieerd en aangescherpt met input van diverse wetenschappelijke specialisten uit de MVO-achterban.
• Palmolie MVO heeft in 2011 een platformfunctie geboden voor de palmolie-industrie om met hen in beeld te krijgen welke misvattingen over palmolie en gezondheid er leven binnen Europa, en hoe hierin mee omgegaan kan worden omwille van het behoud van een goed imago van palmolie.
• Samenwerking met FrieslandCampina/Nederlandse Zuivel Organisatie In 2011 is de samenwerking met FrieslandCampina/Nederlandse Zuivel Organisatie verder uitgebouwd. Doel hiervan is om te komen tot een een-
Jaarverslag 2011 Productschap MVO
Belangenbehartiging
MVO heeft, veelal samen met de Bond van Nederlandse Margarine Fabrikanten, zowel op nationaal als Europees niveau zijn standpunten bepleit.
duidige communicatie rondom gezondheidsaspecten van vetten in de voeding naar zorgprofessionals en consumenten.
• Netwerk herformulering productaanbod In 2011 zijn onder leiding van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de voorbereidingen getroffen voor de oprichting van een nieuw publiek private samenwerkingsverband ter stimulering van productherformuleringen binnen de voedingsmiddelenindustrie. Dit samenwerkingsverband genoemd “Netwerk herformulering productaanbod” dient onder andere als vervolg van Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling, die in 2010 door MVO was afgerond. Naast het doel om te fungeren als netwerk, dat wil zeggen ervaringen uit te wisselen, de voortgang te bespreken en nieuwe samenwerking op te zoeken daar waar mogelijk om te komen tot een gezonder productaanbod, heeft het Netwerk ook als eis dat aangesloten partners concrete doelen en plannen van aanpak vastleggen voor een gezonder productaanbod binnen een periode van 4 tot 6 jaar. Deze doelen kunnen zich richten op het verlagen van de te limiteren voedingsstoffen (bijvoorbeeld verzadigd vet, zout, energie) in een bepaalde productcategorie of op het verhogen van positieve voedingsstoffen (bijv. vezels, onverzadigd vet). MVO heeft in nauwe samenwerking met het MVO-bedrijfsleven –vertegenwoordigd in de werkgroep Voeding en Gezondheid- en de BNMF in 2011 daarom conceptplannen van aanpak en doelen voor de sector vastgesteld voor het verder verbeteren van het productaanbod met goede vetten. Als aftrap voor dit nieuwe netwerk heeft in december een bijeenkomst plaatsgevonden waarin alle potentiële partners, waaronder ook MVO, een toelichting hebben gegeven over de (concept)plannen van aanpak.
• www.vettefeiten.nl De website www.vettefeiten.nl geeft voorlichting aan retail en voedingsmiddelenindustrie over het belang van vetten in een gezonde voeding. Het hoofddoel is het verbeteren van de kennis over vetten bij voedingsmiddelenindustrie en retail. Dit betekent o.a. dat de voedingsmiddelenindustrie geïnformeerd wordt over mogelijkheden ter verbetering van de vetzuursamenstelling en het gebruik van duurzame grondstoffen. De bestaande samenwerking met de FNLI (Federatie Nederlandse Levens-middelenindustrie), die een online zichtboek uitgeeft met cases over herformulering van producten, is voortgezet. Verder werden het afgelopen jaar vier edities uitgebracht van de nieuwsbrief Vette Feiten in samenwerking met de Task Forces Verantwoorde Vetzuursamenstelling, Duurzame Palmolie en Duurzame Soja. Met deze nieuwsbrief worden ruim 500 lezers bereikt.
• Wetgeving MVO heeft de achterban en relevante stakeholders (waaronder overheid) geïnformeerd over nieuwe wetgeving en de implicaties hiervan voor de MVO-sector met betrekking tot o.a.: 1 Ontwikkelingen rond de claimwetgeving en voedingsprofielen 2 Ontwikkelingen rond het voorstel voedselinformatie aan consumenten 3 Voorstel Denemarken voor belasting op verzadigd vet
• Belangenbehartiging MVO heeft, veelal samen met de Bond van Nederlandse Margarine Fabrikanten, zowel op nationaal als Europees niveau haar standpunten bepleit in het kader van de nieuwe wetgeving rond etikettering en voedingswaardedeclaratie. Op 22 november is de nieuwe Europese verordening betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten gepubliceerd.
MVO | 29
Terugkoppeling
MVO blijft de belangen van de sector behartigen bij de ontwikkeling van nieuw beleid en wetgeving op het gebied van voeding en gezondheid.
Terugkoppeling resultaten naar toekomstig beleid
name op het geven van voorlichting, waarvoor de werkzaamheden vanuit het Voorlichtingsbureau MVO en het Kennisplatform Vette Feiten als basis dienen.
• In het belang van de sector zal MVO de achterban en relevante stakeholders blijven informeren over verdere ontwikkelingen in de claims-, etiketterings-, additievenen ‘novel foods’-wetgeving of notificaties op het gebied van transvetzuurbeperkingen en de implicaties hiervan. MVO blijft de belangen van de sector behartigen bij de ontwikkeling van nieuw beleid en wetgeving op het gebied van voeding en gezondheid. MVO doet dit op nationaal en Europees niveau in samenwerking met de brancheorganisaties.
• MVO zal zich het komende jaar blijven inzetten voor een betere vetzuursamenstelling van de voeding ten gunste van het algemeen belang. MVO zal hiervoor o.a. participeren in het nieuwe Netwerk herformulering productaanbod. Focus van MVO ligt hierbij op een verdere verschuiving van vaste naar vloeibare margarines en bak- en braadproducten voor in de keuken, van vaste naar vloeibare frituurvetten voor in de horeca, en op het geven van goede voorlichting over vetten voor de voedingsmiddelenindustrie (inclusief bakkerijsector) en retail. De activiteiten uit het plan van aanpak richten zich met
30 | MVO
• Het up-to-date houden van de voorlichtingsboodschap over vetten en gezondheid, en daar waar nodig aanpassen op basis van wetenschappelijke ontwikkelingen. Overleg voor het behoud/bereiken van een eenduidige communicatie over vetten met de MVO-sector, wetenschappers, overheid, Voedingscentrum en de zuivelsector wordt gecontinueerd.
• MVO zal de mogelijkheden inventariseren om informatie over oliën en vetten en gezondheid, en dan met name palmolie, te communiceren omwille van het behoud van een goed imago van alle oliën en vetten. Voorwaarde voor mogelijke ondersteuning (financieel en inhoudelijk) door MVO is afhankelijk van definitieve plan van aanpak (boodschap, doelgroepen, financiering) en breed draagvlak voor deze aanpak binnen de MVO-sector. • In navolging op het succesvolle Euro Fed Lipid congres in september 2011 in Rotterdam zal MVO de opzet ondersteunen van een Nederlands/Belgisch wetenschappelijk oliën en vetten platform onder Euro Fed Lipid.
Jaarverslag 2011 Productschap MVO
MVO | 31
32 | MVO
Jaarverslag 2011 Productschap MVO
Voorlichting Margarine Vetten en Oliën Doelstelling Het verzorgen van voorlichting aan intermediaire doelgroepen over het belang van vetten in een gezonde voeding.
Afstemming • Bestuur Voorlichtingsbureau MVO • Stuurgroep Kies Gezond Vet, aandachtsgroep volwas• • • •
senen Stuurgroep Kies Gezond Vet, aandachtsgroep kinderen Werkgroep Voeding en Gezondheid Projectgroep Verantwoord Frituren Projectgroepen Frituurvet-Recycle het!
Nieuwsbrief • Ter Perse voor diëtisten • Ter Perse voor jeugdgezondheidszorg
Focus in 2011 • Ontwikkeling van materialen voor ouders van jonge kinderen binnen de Stuurgroep Kies Gezond Vet • Het verbeteren van de kennis over vetten bij praktijkondersteuners • Start uitvoering pilot in Amsterdam t.b.v het stimuleren inzamelen van gebruikt frituurvet • Het in de markt zetten van de maatschappelijke stage Vet Goed voor het voortgezet onderwijs
Resultaten van uitgevoerde activiteiten: • Stuurgroep Kies Gezond Vet MVO is initiator en uitvoerder van de Stuurgroep Kies Gezond Vet. Nadat in 2010 twee communicatietools (een draaischijf en een website Kies Gezond Vet) zijn ontwikkeld voor diëtisten, praktijkondersteuners en huisartsen en deze zijn geëvalueerd, is de Kies Gezond Vet-boodschap in 2011 verder uitgedragen binnen deze doelgroepen, en zijn enkele verbeterslagen gemaakt in de huidige materialen. Zo is vóór de website www.kiesgezondvet.nl een portalpagina geplaatst. Via deze portal worden alle materialen van de Stuurgroep Kies Gezond Vet bijeen gebracht. Ook is samen met het
Voedingscentrum gewerkt aan een nieuwe versie van de vetwijzer van het Voedingscentrum, waar de boodschap van de Stuurgroep beter in opgenomen is. Om de huisartsen te voorzien van gedegen, wetenschappelijk onderbouwde en uitvoerige informatie over de rol van vetten in de voeding is een artikel geschreven dat begin 2012 zal worden gepubliceerd in het vakblad Huisarts en Wetenschap. • Praktijkondersteuners Binnen de Stuurgroep Kies Gezond Vet was er veel aandacht voor de doelgroep Praktijkondersteuners. Deze professionals hebben een belangrijke rol in de huisartsenpraktijk. Eerder onderzoek heeft uitgewezen dat de in 2010 ontwikkelde draaischijf Kies Gezond Vet door deze doelgroep nauwelijks wordt gebruikt, omdat het kennisniveau van praktijkondersteuners op het gebied van vetten in de voeding, tekort schiet. MVO heeft daarom een aantal initiatieven genomen. Zo is er een artikel geschreven over de gezondheidsaspecten van vetten en het belang van de vervangingsboodschap. Dit artikel zal in aansluiting op het eerder genoemde artikel voor huisartsen (in een drie versies) worden gepubliceerd in de vakbladen voor praktijkondersteuners. Daarnaast is aan twee opleidingen voor praktijkondersteuners een gastles gegeven over het belang van vetten in de voeding; heeft het Voorlichtingsbureau MVO zich gepresenteerd met een stand op een grote beurs voor praktijk-ondersteuners en is op de website van het Voorlichtingsbureau MVO specifieke informatie voor deze doelgroep toegevoegd in de vorm van een factsheet, en een e-learning module. Tot slot is namens de Stuurgroep Kies Gezond vet is een poster gepresenteerd op het Euro Fed Lipid congres wat in september 2011 plaatsvond in Rotterdam. • Aandachtsgroep Kinderen De Stuurgroep heeft sinds 2010 de focus uitgebreid naar de Jeugdgezondheidszorg, en hiervoor een Aandachtgroep Kinderen opgericht,
MVO | 33
Diëtisten en voedingsvoorlichters
Dietisten en voedingsvoorlichters zijn belangrijke ambassadeurs voor het verduidelijken van de rol van vet in de voeding.
Voorlichtingsbureau door met een stand aanwezig te zijn bij waarin o.a. vertegenwoordigers van de verpleegkundigen een aantal congressen, waaronder de Dietistendagen en en artsen binnen de jeugdgezondheidzorg en verloskundide Algemene Ledenvergadering van de NVD. gen deelnemen. Deze Aandachtgroep Kinderen richt zich op een gezonde vetkeuze voor kinderen tot vier jaar. In 2011 heeft deze groep een nieuwe voorlichtingscampagne • Lespakket Basisonderwijs – EstaVETte Het in 2010 ontwikkelde lespakket voor de groepen 5 en 6 van het ontwikkeld voor consultatiebureaus die per 1 januari 2012 basisonderwijs wordt inmiddels op veel scholen gespeeld. van start is gegaan. De campagne genaamd “Met goed vet Van de 2.000 spellen die in 2010 zijn geproduceerd zijn er bak je er méér van!” omvat een poster voor in de wacht752 besteld. Verder is in 2011 aan de scholen die meeof spreekkamer van het consultatiebureau als trigger voor doen aan het Nationaal Schoolontbijt een poster aangebojonge ouders, een voorleesboekje over het belang van den die het belang van het besmeren van je boterham vetten in de voeding van jonge kinderen voor ouders en duidelijk maakt. peuters verkrijgbaar op het consultatiebureau of te lezen via internet, een brochure met achtergrondinformatie en • Lespakket Voortgezet Onderwijs- Vet Gezond De leswetenschappelijke onderbouwing voor de professional pakketen voor de eerste klassen van het VMBO en voor werkzaam in de jeugdgezondheidzorg en een ‘bewaarHAVO/VWO zijn succesvol. Sinds de introductie in 2008 kaart’ voor op het consultatiebureau voor het toepassen (VMBO versie) en 2009 (HAVO/VWO versie) zijn inmiddels van de adviezen in de praktijk. 34.640 VMBO lespakketten verspreid en 12.900 exemplaren van de HAVO/VWO versie. Daarnaast is, om middel• Jeugdgezondheidszorg Naast de voorbereidingen voor bare scholieren de mogelijkheid te bieden hun verplichte de nieuwe campagne zijn de professionals werkzaam in de maatschappelijke stage te houden over vetten in relatie met jeugdgezondheidszorg geïnformeerd met nieuws en achgezondheid of milieu, een interactief programma ‘Vet goed’ tergrondinformatie over kindervoeding en maatschappelijke ontwikkeld die in 2011 beschikbaar is gekomen via de items zoals de bestrijding en preventie van overgewicht via portal www.foodstages.nl. de Ter Perse nieuwsbrief voor de Jeugdgezondheidszorg. Deze nieuwsbrief is in 2011 getransformeerd van een • Campagne Verantwoord Frituren MVO is initiatiefnemer gedrukte nieuwsbrief naar een digitale editie. Van deze van deze campagne en heeft sinds 2004 actief campagne nieuwsbrief zijn dan ook behalve twee gedrukte edities, gevoerd ten behoeve van het stimuleren van het gebruik twee digitale versies uitgebracht. van vloeibaar frituurvet in de horeca. 2011 was het eerste jaar waarin de campagne nog maar beperkt wordt gevoerd • Diëtisten en voedingsvoorlichters Dietisten en voeter behoud van het logo en de naam, maar zonder actieve dingsvoorlichters zijn belangrijke ambassadeurs voor het werving. Wel kunnen nieuwe ondernemers zich nog steeds verduidelijken van de rol van vet in de voeding. Deze doelaanmelden als deelnemer. In 2011 zijn communicatieboodgroepen werden door middel van de nieuwsbrief Ter Perse, schap en de materialen van de campagne op aanvraag die in 2011 drie keer is verschenen, en door geactualiseerd verspreid en is de Verantwoord Frituren- deelaward van de voorlichtingsmateriaal op de hoogte gebracht van de meest Cafetaria Top 100 opnieuw uitgereikt. Er is tevens aansluirecente ontwikkelingen op het terrein van voeding en ting gezocht bij het programma ‘De gezonde sportkantine’ gezondheid, toegespitst op vetten. Ook heeft het in JOGG-gemeenten (Jongeren Op Gezond Gewicht) om Voorlichtingsbureau MVO vier advertorials geschreven in de het Verantwoord Frituren logo ook onder de aandacht van veelgelezen digitale nieuwsbrief Nieuws voor Diëtisten van sportkantines te brengen. Daarnaast is er bewust voor Scriptum. Persoonlijk contact met de doelgroep had het
34 | MVO
Jaarverslag 2011 Productschap MVO
Campagne inzamelen gebruikt frituurvet
In 2011 is na enige aanlooptijd het groene licht gegeven vanuit de overheid om een tweetal pilots op te starten met cofinanciering vanuit de overheid.
gekozen om de resterende gelden van 2011 door te schuiven naar 2012 om in dat jaar een goede activiteit neer te kunnen zetten in het kader van merkonderhoud.
• De materialen over het belang van vetten in de voeding voor de doelgroep praktijkondersteuners zullen in 2012 verder worden geconcretiseerd en ingezet. Zo zal voor de in ontwikkeling zijnde de e-learning accreditatie worden aangevraagd bij de twee belangrijkste beroepsverenigingen voor praktijkondersteuners, en zullen er meer gastlessen worden gegeven aan leerlingen van de praktijkondersteunersopleidingen.
• Campagne inzamelen gebruikt frituurvet ‘Frituurvet, Recycle het! In 2011 is na enige aanlooptijd het groene licht gegeven vanuit de overheid om een tweetal pilots op te starten met cofinanciering vanuit de overheid. De pilots moeten uitwijzen welke aanpak goed werkt en wat de effectiviteit van de maatregelen is. De effectiviteit kan de • In 2011 zijn de eerste stappen gezet om te komen tot een trigger zijn tot verdere uitbouw van de campagne na 2012. nieuwe Kies Gezond Vetwijzer samen met het Halverwege 2011 is de eerste pilot van start gegaan in Voedingscentrum en de Stuurgroep Kies Gezond Vet. Deze Amsterdam Stadsdeel Oost. In het stadsdeel is een zal in 2012 verder worden ontwikkeld en hierbij wordt samenwerking tot stand gekomen tussen Stadsdeel Oost, gestreefd naar ondersteuning van zoveel mogelijk partijen Rotie BV, Dienst Milieu en Bouwtoezicht, Waternet en ter bevordering van het uitzenden van een uniforme boodAfvalenergiebedrijf. Deze partijen vormen samen de proschap over vetten naar intermediaire doelgroepen en conjectgroep die draait onder voorzitterschap van MVO. Op dit sumenten. moment is de werving gaande van extra inzamelpunten in Amsterdam. Daarna volgt de fase van de consumenten• De campagne Verantwoord Frituren zal ook in 2012 in communicatie en tot slot de effectmeting. Behalve met het beperkte omvang blijven voortbestaan. De gelden komen uitvoeren van de eerste pilot is ook begonnen met de bouw van de licentiehouders van het beeldmerk, te weten de van een consumentvriendelijke website en het voorbereifrituurvetfabrikanten en grossiers die het logo voeren. In den van een tweede pilot. 2012 zal in overleg met de bestaande projectgroep Verantwoord Frituren het opgespaarde bedrag van 2011 • Persberichten In 2011 zijn 17 persberichten verschenen. gebruikt worden voor een grotere activiteit ter behoud van Voor de inhoud hiervan werden afhankelijk van het onderhet merk Verantwoord Frituren. werp verschillende afzenders gebruikt, onder meer het Productschap MVO, de Task Force Duurzame Palmolie, de • De campagne voor het inzamelen van gebruikt frituurvet zal Stuurgroep Kies Gezond Vet, Verantwoord Frituren en het worden doorgezet middels het uitvoeren van de pilot in Voorlichtingsbureau zelf. Stadsdeel Amsterdam-Oost, en door een tweede pilot te starten, waarschijnlijk in de regio Rotterdam. Ook zal gewerkt worden aan algemene communicatie voor de Terugkoppeling resultaten naar consument via o.a. een website. toekomstig beleid
• De campagne “Met goed vet bak je er méér van!” die vanaf 1 januari 2012 is gestart bij consultatiebureaus zal nog het hele jaar doorlopen. Hiervoor zullen de materialen beschikbaar blijven via consultatiebureaus en zullen een aantal PR-activiteiten uitgevoerd worden.
• Persberichten van het Voorlichtingsbureau MVO en het Productschap MVO zijn door de pers in 90% van de gevallen goed opgepakt en hebben bijgedragen aan positieve berichtgeving over het belang van vetten in een gezonde voeding. Ook in 2012 lijkt het zinvol om aandacht te blijven schenken aan persberichten.
MVO | 35
36 | MVO
Jaarverslag 2011 Productschap MVO
Kwaliteit en voedselveiligheid Doelstelling Voedsel- en diervoederveiligheidsborging voor de MVO-sector garanderen
Afstemming • • • • •
Resultaten van uitgevoerde activiteiten
Werkgroep Food / Feed Quality and Safety Werkgroep Feed / GMP+ Ad-hoc Werkgroep Pesticiden Ad-hoc Werkgroep samengestelde vetten Ad-hoc Werkgroep cursus oliën en vetten
• MVO Code of Practice on Dioxin In 2011 heeft MVO een belangrijke rol gespeeld als coördinatie- en informatiecentrum aangaande de dioxinecrises in Duitsland begin 2011. Begin januari direct na het bekend worden van de crisis heeft MVO intensief overleg opgezet met alle betrokken partijen in de MVO keten om proactief te Nieuwsbrief kunnen reageren om de aankondiging van de Europese • Wetgeving Dierlijk Vet Commissie (EC) om een verplichte monitoring voor elke • Quality and Food Safety partij op te leggen indien de sector niet zelf snel met een monitoringsvoorstel zou komen. Na dit intensieve overleg Focus in 2011 publiceerde MVO op19 januari 2011 de Final Draft van • Coördinatie- en informatievoorziening in het kader van de de ‘MVO Code of Practice on Dioxin’. De betrokken dioxinecrisis in Duitsland in januari 2011. Europese sectororganisaties (FEFAC, FEDIOL, EFPRA, • Organisatie MVO cursus op het gebied van voedsel APAG, COCERAL) namen de opzet van het gedegen veiligheid van plantaardige oliën en vetten. MVO plan over als input voor het voorstel voor een sec• Bevordering ‘Good Agricultural Practices’ in belangrijke torplan voor de EC. Medio april 2011 kwam de EC met grondstofgebieden met speciale aandacht in 2011 voor een eerste voorstel voor verplichte erkenning van produZuid-Amerika en ontwikkeling risicobeoordeling ten aancenten van samengestelde vetten en een voorstel voor zien van pesticiden. monitoring. Uiteindelijk hebben de EU-lidstaten, na een • Belangenbehartiging in het kader van GMP+ International aantal intensieve discussierondes, op 21 oktober 2011 en ondersteuning activiteiten EFIP (European Feed overeenstemming bereikt over maatregelen die de Ingredients Platform) en EFISC (European Feed besmetting van dioxine in diervoeder en levensmiddelen Ingredients Safety Code).
MVO | 37
Voedselveiligheid
Voedsel- en diervoederveiligheid hebben een hoge prioriteit.
in de toekomst moeten voorkomen. Deze regels, die een half jaar na publicatie van kracht worden, zijn het resultaat van intensieve onder-handelingen tussen nationale overheden en industriële brancheorganisaties. Zowel FEDIOL, EFPRA als MVO hebben steeds gepleit voor een risicogebaseerde benadering in overeenstemming met de ‘MVO Code of Practice on Dioxin’. Deze actieve lobby heeft uiteindelijk op diverse punten resultaat gehad.
samenspraak met de achterban een Spaanse en Portugese versie van de brochure ’Pesticide management – crucial for farmers and storage managers’ ontwikkeld en verspreid via lokale opslagbedrijven, sector organisaties in Argentinië en Brazilië. • GMP+ International MVO heeft in 2011 de belangen van de dierlijke en plantaardige oliën- en vettensector behartigd in het International Expert Committee (IEC) en de diverse subcommittees van GMP+ International. Afstemming over GMP+-onderwerpen had in 2011 plaats via de MVO Werkgroep Feed/GMP+.
• Cursus ‘Food Safety of Vegetable Oils and Fats’ In april 2011 heeft MVO voor de tweede keer met succes de driedaagse Engelstalige cursus ‘Food Safety of Vegetable Oils and Fats’ georganiseerd voor werknemers • European Feed Ingredients Platform MVO heeft in van MVO-bedrijven, afnemers, certificerende instanties, 2011 de activiteiten van EFIP (European Feed Ingredients brancheverenigingen, overheid en onderwijs. Deze curPlatform) en EFISC (European Feed Ingredients Safety sus combineert theoretische presentaties met cases op Code) ondersteund door aandacht te vragen voor het het gebied van voedselveiligheid met een drietal bedrijfsbelang van EFISC certificatie als tegenhanger van GMP+ bezoeken (olie-opslagbedrijf, raffinaderij en een margariInternational. nefabriek). • Ad-hoc Werkgroep Samengestelde vetten Naar aan• MVO Food standaard In 2011 is de MVO Food stanleiding van de dioxinecrises begin 2011, heeft MVO een daard voor geraffineerde oliën en vetten voor levensmidad-hoc Werkgroep Samengestelde vetten opgericht. Het delen binnen de FEDIOL Food and Feed Safety doel van deze werkgroep is om zaken die spelen op het Standards sub Working Group besproken en nader terrein van voedselveiligheid binnen deze MVO subsector geoptimaliseerd. In 2011 zijn tevens initiatieven genomen te bespreken. In eerste instantie zal een risicobeoordeom de food standaard onder de aandacht te brengen ling/generiek bemonsteringsplan worden opgezet voor van levensmiddelenbedrijven. Begin 2012 zal een besluit pesticiden. worden genomen over de uiteindelijke status van de standaard binnen de sector. • NEN MVO ondersteunt de NEN bij de ontwikkeling van goed bruikbare internationaal genormeerde ana • Brochure ’Pesticide management’ Na een soortgelijk lysemethoden. Via de NEN normcommissie plantaardige en dierlijke oliën en vetten wordt informatie verkregen initiatief in 2010 voor Hongarije, heeft MVO in 2011 in
38 | MVO
Jaarverslag 2011 Productschap MVO
MVO-Course 13-15 april 2011
over ontwikkelingen en de lopende projecten van ISO (International Organization for Standardisation) en CEN (European Committee for Standardization).
Terugkoppeling resultaten naar toekomstig beleid • MVO heeft met haar crisismanagement ten aanzien van
• Dierlijk vet De dierlijk vet bedrijven zijn via 10 elektronische nieuwsbrieven wetgeving dierlijk vet geïnformeerd over relevante wettelijke en beleidsmatige ontwikkelingen die van invloed (kunnen) zijn op de dagelijkse bedrijfsvoering, waaronder de herintroductie van bepaalde dierlijke eiwitten in bepaalde diervoeders (TSE Roadmap 2 van de Europese Commissie), de nieuwe Wet dieren en adviezen van het Biohaz-panel van de EFSA. Ook heeft MVO het nieuwe juridische kader voor productie en verdere verwerking van dierlijke vetten geanalyseerd, dat is ontstaan door de inwerkingtreding van de nieuwe Europese Dierlijke Bijproductenverordening. Ook de doorwerking van de nieuwe EU-voorschriften in Nederlandse regelgeving, met name in de Regeling dierlijke bijproducten 2011, is gemonitord.
• Informatiecampagne Dierlijk Vet De Informatiecampagne Dierlijk Vet heeft in voorgaande jaren geholpen aan een verbetering van het imago van dierlijke vetten. Hoewel de campagne in 2011 op een wat lager pitje heeft gestaan, is eind juni in het kader van deze campagne wel een nieuwsbrief verschenen geheel gewijd aan het jaarlijkse congres van de Europese brancheorganisatie EFPRA, waar veel aandacht werd besteed aan de thema’s duurzaamheid en diervoeder-/ voedselveiligheid.
de dioxinecrisis laten zien een relevante spil te zijn in het netwerk van overheden, stakeholders en MVO-bedrijven. MVO zal daar waar nodig in de toekomst een actieve rol innemen als coördinatie- en informatiecentrum voor de Nederlandse MVO sector ten tijde van voedsel- of diervoederveiligheidskwesties.
• Jaarlijkse organisatie van de cursus ‘Food Safety of Vegetable Oils and Fats’ zal wegens succes ook in 2012 worden georganiseerd.
• MVO zal zich blijven inzetten voor een Europese diervoerderstandaard en de boodschap van EFIP en EFISC bij deze doelgroep over het voetlicht blijven brengen. De nodige belangenbehartiging in GMP+ International zal MVO namens de sector blijven uitvoeren.
• MVO zal de sectorale risico-analyses voor de gehele MVO keten blijven ondersteunen en daar waar nodig uitbouwen.
• Continue belangenbehartiging en streven naar een geharmoniseerde aanpak van interpretatie van wetgeving op het terrein van hygiëne, contaminanten en pesticiden.
MVO | 39
40 | MVO
Jaarverslag 2011 Productschap MVO
Handelspolitiek en biotechnologie Doelstelling • Onbelemmerde (tariefvrije) EU-invoer van grondstof-
• Volledige liberalisering van de multilaterale en bila-
fen die van economisch belang zijn voor de Nederlandse oliën- en vettensector. • Vrije toegang tot de in derde landen geproduceerde grondstoffen, in het bijzonder door de afschaffing van (gedifferentieerde) exportheffingen en –belemmeringen ten aanzien van oliezaden en plantaardige oliën
terale/regionale handel in oliezaden, oliën en vetten op basis van het Level Playing Field-principe. • De toelating en acceptatie van ggo’s in Europa loopt gelijk met die in de rest van de wereld.
Afstemming • Bestuur van MVO
• Maleisië: De onderhandelingen tussen de EU en Maleisië
over de totstandkoming van een bilaterale vrijhandelsovereenkomst verliepen in 2011 voorspoedig en beide partijen beogen deze onderhandelingen in de loop van 2012 suc• Trade Policy & Biotechnology cesvol af te ronden. Deze onderhandelingen zijn voor de MVO-sector met name relevant vanwege de beoogde Focus 2011 afschaffing van EU-invoerrechten op palmolie, palmpitvet • Ondersteuning van multi- en bilaterale handelsbesprekinen biodiesel en de afschaffing van Maleisische exporthefgen door belangenbehartiging en contacten met de fingen op palmolie. Nederlandse overheid en Europese Commissie c.q. • Canada: In 2011 hebben de EU en Canada hun 8e en Europese brancheorganisaties 9e onderhandelingsronde gevoerd over de totstandko• Informatievoorziening aan de achterban op het gebied van ming van de door hen beoogde bilaterale vrijhandelsovermultilaterale en bilaterale vrijhandels-besprekingen eenkomst, officieel genaamd Comprehensive and • Participeren in de nationale en Europese discussie Economic Trade Agreement (CETA). Beide partijen hopen rondom de versnelling van de toelating van ggo’s, de deze onderhandelingen in 2012 af te ronden. De vrijhanintroductie van een drempelwaarde of ‘technische oplosdelsovereenkomst zou onder meer de Canadese export sing’ en de discussies rondom de (sociaal economische) van raapolie, sojaolie en bio-diesel naar de EU kunnen criteria voor toelating van nieuwe ggo’s stimuleren. Verder zou deze handelsovereenkomst de EU-export van speciaalvetten naar de Canadese markt Resultaten van uitgevoerde activiteiten een impuls kunnen geven. • Noorwegen: In september heeft het Europees Parlement zijn goedkeuring gehecht aan de vrijhandelsprotocollen voor primaire en verwerkte landbouwproducten die de • Nieuwsbrieven Door nieuwsbrieven en beantwoording Europese Commissie in januari 2010 met Noorwegen was van individuele vragen heeft MVO het bedrijfsleven gedeovereengekomen. De nieuwe vrijhandelsprotocollen, die tailleerd op de hoogte gehouden van de voor de sector op 1 januari 2012 in werking treden, voorzien in vrijwel relevante vrijhandelsafspraken voor oliën en vetten. volledige wederzijdse liberalisering van de onderlinge handel in oliën en vetten. • Regionale vrijhandelsinitiatieven Op regionaal niveau • Marokko: In 2011 hebben verschillende commissies van heeft de EU in het verslagjaar de nodige vooruitgang het Europees Parlement (EP) over de gesloten vrijhangeboekt bij de verdere liberalisering van de handel in oliën delsprotocollen voor primaire en verwerkte landbouwproen vetten.
Nieuwsbrieven
Handelspolitiek
MVO | 41
ducten tussen de EU en Marokko gediscussieerd. Het herziening van het Algemeen Preferentieel Stelsel (APS) Europees Parlement (EP) zal zich naar verwachting pas in met ingang van 1 januari 2014 gepresenteerd. Als de februari 2012 plenair uitspreken over deze nieuwe vrijhanRaad en het Europees Parlement het voorstel in zijn huidelsprotocollen. Indien het EP zich dan in positieve zin dige vorm aanvaarden, heeft dit tot gevolg dat landen als uitspreekt dan kunnen deze protocollen – die onder meer Rusland, Maleisië, Argentinië en Brazilië voor veel van hun voorzien in verdere liberalisering van de onderlinge handel exportproducten vanaf eind 2013 of 2014 worden geconin oliën en vetten – in de tweede helft van 2012 in werking fronteerd met (fors) hogere EU-invoerrechten. Of het treden. daadwerkelijk tot verhoging van invoertarieven komt, • Oekraïne: In december hebben de EU en Oekraïne de hangt af van de vraag of het voorstel door Raad en EP in onderhandelingen over de totstandkoming van hun assozijn huidige vorm wordt aanvaard, en of genoemde landen ciatie-overeenkomst, inclusief de zogenaamde Deep and er voordien in slagen de lopende onderhandelingen over Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA) inhoudede totstandkoming van een bilaterale vrijhandelsovereenlijk afgerond. Het DCFTA voorziet in verregaande liberalikomst af te ronden. sering van de onderlinge handel in oliezaden en plantaardige oliën. Politieke redenen (m.n. de EU-kritiek • MVO maakt bezwaar tegen Indonesische export op het Oekraïense rechtstelsel) belemmeren echter de heffingen op palmolie Het Productschap heeft bij de parafering van dit akkoord. Het is onduidelijk op welke Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie termijn er een politieke oplossing voor deze belemmerin(EL&I) ernstig bezwaar gemaakt tegen de in 2011 ingegen kan worden gevonden. Inwerkingtreding van dit voerde herziening van de Indonesische exportheffingen op akkoord vóór 2014 wordt niet waarschijnlijk geacht mede palmolie en palmpitvet. Met deze nieuwe overheidsmaatomdat de EU Raad van Ministers en het Europees regel belemmert Indonesië op ernstige wijze de toegang Parlement hun goedkeuring moeten hechten aan deze tot de voor de Nederlandse olieverwerkende industrie zo overeenkomst. cruciale grondstoffen ruwe palmolie en ruw palmpitvet. • Rusland: In december heeft Rusland van de ruim 150 Van de zijde van het Kabinet heeft het Productschap eind WTO-lidstaten het groene licht gekregen om toe te treden 2011 nog geen reactie op deze brief ontvangen. tot de WTO. Het toetredingspakket voorziet in een substantiële (geleidelijke) verlaging van de invoerrechten en • MVO pleit voor afschaffing EU-invoerrecht op exportheffingen die Rusland toepast ten aanzien van oliegecertificeerde ruwe duurzame palmolie Het zaden en plantaardige oliën. Rusland zal echter pas medio Productschap heeft de Minister van Economische Zaken, 2012 starten met deze tariefverlagingen nadat het Landbouw en Innovatie (EL&I) Maxime Verhagen in 2011 Russische parlement de WTO-handelsconcessies heeft verzocht om zich in de EU sterk te maken voor de vergeratificeerd. snelde afschaffing van het huidige EU-invoerrecht (3,8%) • WTO Doha Round: Op grond van de uitkomsten van de op gecertificeerde duurzame ruwe palmolie die voldoet Ministeriële WTO-conferentie (15-17 december) mag woraan de RSPO-criteria en bestemd is voor de productie den geconcludeerd dat een snelle afronding van de al tien van levensmiddelen. Het aanbod van duurzaam gecertifijaar slepende wereldhandelsronde niet in zicht lijkt. ceerde RSPO palmolie overstijgt, sinds de eerste certificeringen per eind 2008, duidelijk de concrete internationale • Herziening Algemeen Preferentieel Stelsel (APS) vraag. Het achterblijven van de vraag naar duurzame palmolie is een rem en mogelijk zelfs een bedreiging voor De Europese Commissie heeft in 2011 een voorstel tot
42 | MVO
Jaarverslag 2011 Productschap MVO
Terugkoppeling resultaten naar toekomstig beleid
MVO heeft op het terrein handelspolitiek een duidelijke toegevoegde waarde zowel voor de sector als voor individuele bedrijven.
loog tussen maatschappelijke organisaties, overheid en bedrijfsleven over de kansen en risico’s van het gebruik van genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s) voor een duurzame landbouw te faciliteren. In 2011 vonden een drietal bijeenkomsten plaats. Maatschappelijke organisaties (Solidaridad, WNF, SNM, Greenpeace), overheid (EL&I en IM) en bedrijfsleven (FNLI, CBL, Nevedi, NZO, LTO, NJAK, Niaba, NVZP, MVO) namen aan deze bijeenkomsten deel. De heer Pieter van Geel (oud-staatssecretaris VROM) is voorzitter van het IGB. De eerste drie IGB bijeenkomsten hebben een belangrijke basis gelegd voor het ontwikkelen van een structurele dialoog. De agenda voor de komende jaren heeft de ambitie om de structurele dialoog te continueren en waar mogelijk oplossingsrichtingen te ontwikkelen.
het internationale verduurzamingsproces voor palmolie. MVO is ervan overtuigd dat door het afschaffen van het EU-invoerrecht op deze duurzame palmolie een belangrijk deel van de meerkosten voor duurzaam verkregen palmolie wordt gecompenseerd en hiermee een belangrijke belemmering voor het daadwerkelijk verwerken van duurzame palmolie wordt weggenomen. De Minister heeft eind 2011 aangekondigd dat hij in Brussel actief de vrijstelling van EU-invoerrechten op duurzaam geproduceerde ruwe palmolie voor de vervaardiging in levensmiddelen zal bepleiten.
Biotechnologie • Technische oplossing voor niet-geautoriseerde GGO’s in levensmiddelen In juli 2011 is er na een jarenlange discussie tussen de Europese Commissie en de EU-lidstaten een de facto tolerantiegrens van 0,1% geïntroduceerd voor onvoorziene sporen van in de EU nietgeautoriseerde GGO’s in diervoeders. Deze zeer beperkte tolerantie geldt bovendien uitsluitend voor niet-toegelaten GGO’s die aan zeer strikte randvoorwaarden voldoen. De Europese Commissie heeft destijds aangegeven dat zij in een later stadium de EU-lidstaten ook een soortgelijk voorstel voor dergelijke sporen in levensmiddelen zou voorleggen. De verwachting is dat de Europese Commissie (DG Sanco) de EU-lidstaten begin 2012 een eerste voorstel hiervoor zal presenteren. Een dergelijke voorziening biedt zeker geen oplossing voor de EU-invoerbelemmeringen die voortvloeien uit de asynchrone toelating (tragere markttoelating van GGO’s in de EU dan elders in de wereld). Het kan echter wel in de eerste fase van marktintroductie (in het stadium van vermeerdering van het zaaizaad) en in de laatste fase (economische “uitfasering”) marktdeelnemers enige ruimte bieden ten opzichte van de huidige nultolerantie. • Informatieplatform Groene Biotechnologie (IGB) In 2011 is het IGB gestart met als doel een structurele dia-
Terugkoppeling resultaten naar toekomstig beleid • Handelspolitieke belangenbehartiging wordt door zowel
•
•
•
•
de overheid als de achterban zeer gewaardeerd. MVO heeft op dit terrein specifieke expertise ontwikkeld en een duidelijke toegevoegde waarde zowel voor de sector als voor individuele bedrijven. MVO zal samen met het ministerie van EL&I actief de vrijstelling van EU-invoerrechten op duurzaam geproduceerde ruwe palmolie voor de vervaardiging in levensmiddelen bepleiten. MVO blijft bezwaar maken tegen protectionistische maatregelen zoals de in 2011 ingevoerde herziening van de Indonesische exportheffingen op palmolie en palmpitvet. MVO zal in de komende periode blijven pleiten voor met name een bredere reikwijdte (food en feed) van de voorgestelde technische oplossing. MVO ondersteunt de gedachte en de noodzaak om tot een structurele dialoog te komen over biotechnologie met maatschappelijke organisaties en overheden. Het IGB zou daarvoor het platform kunnen gaan worden. In 2012 zal MVO het IGB inhoudelijk en financieel ondersteunen.
MVO | 43
44 | MVO
Jaarverslag 2011 Productschap MVO
Arbeid en scholing Doelstelling Het ondersteunen van MVO-bedrijven bij het opzetten van scholingsactiviteiten voor hun eigen werknemers, met arbo-gerelateerde onderwerpen en in het creëren van een betere arbeidsmarkt voor zittend en nieuw personeel.
Afstemming • Werkgroep Verankering Arbeid • Werkgroep Arbeid en Scholing • Ad-hoc Werkgroep cursus oliën en vetten Nieuwsbrieven • Arbeid (afdeling arbeid van HPA/MVO) • Arbeid en Scholing
Focus in 2011 • Versterken contacten enerzijds MVO-bedrijfsleven en anderzijds opleidingsinstituten (project MVO Scholingsconsulent) • Verbetering informatievoorziening aan leden Werkgroep Arbeid en Scholing. • Organiseren van een op de oliën- en vettensector gerichte cursus op HBO-niveau over aspecten van voedselveiligheid van plantaardige oliën • Faciliteren van een cursus Preventiemedewerker • Stimuleren arbeidsmarktanalyse bij MVO-bedrijven (project GRIP op de arbeidsmarkt) • Implementeren concept Maatschappelijke Stage
Resultaten van uitgevoerde activiteiten • De Werkgroep Arbeid en Scholing, waarin zowel P&O’ers en HR-medewerkers uit de sector als vertegenwoordigers van de vakbonden zitting hebben, is begin 2011 bij elkaar gekomen. De werkgroep heeft het Jaarplan Arbeid 2011 vastgesteld.
• Eind 2010 is besloten, op verzoek van de vakbonden, om de informatievoorziening aan werknemers-bestuursleden een structureel karakter te geven, in de vorm van een MVO-nieuwsbrief Arbeid en Scholing. Van deze nieuwsbrief zijn in 2011 vijf edities verschenen. De nieuwsbrief is verspreid onder P&O’ers, directieleden, werknemersvertegenwoordigers, bestuursleden en andere geïnteresseerden die op de hoogte willen blijven van de voortgang der verschillende MVO-projecten op het gebied van arbeid en scholing. • In april 2011 is de tweede driedaagse Engelstalige cursus in Rotterdam georganiseerd voor werknemers van MVO-bedrijven, afnemers, certificerende instanties, brancheverenigingen, overheid en onderwijs. Behalve een groot aantal presentaties kregen de ongeveer dertig cursisten de gelegenheid diverse bedrijven te bezoeken en in de praktijk kennis te maken met uiteenlopende issues. • Op 20 juni is de Cursus ‘De Preventiemedewerker in de praktijk’ verzorgd die door medewerkers uit diverse MVO-bedrijven is bijgewoond. • In 2011 heeft MVO invulling gegeven aan drie zgn. PAOprojecten, die financieel mede mogelijk worden gemaakt door het Ministerie van EL&I: GRIP op de arbeidsmarkt, Maatschappelijke Stage en Scholingsconsulent. Het project GRIP heeft geresulteerd in een regionale GRIP Quick Scan voor drie MVO-bedrijven en heeft de aanzet gegeven tot een gecombineerde GRIP quick scan en
MVO | 45
Focus in 2011
Versterken contacten enerzijds MVO-bedrijfsleven en anderzijds opleidingsinstituten (project MVO Scholingsconsulent)
analyse die voor één MVO-bedrijf zal worden uitgevoerd. Het concept van de Maatschappelijke Stage ‘Vet goed’ is in 2011 aangepast n.a.v. de pilot die begin 2011 op drie scholen is uitgevoerd en in het schoolseizoen 2011/2012 ingevoerd, tezamen met andere foodstages. Het project Scholingsconsulent heeft in 2011 een inhoudelijke wijziging ondergaan: doordat te weinig MVO-bedrijven in de regio Rijnmond actief aan het project konden deelnemen, is na ampele overwegingen besloten aansluiting te zoeken bij de FNLI Initiatiefgroep Rijnmond, waarin bedrijven uit een breed scala van levensmiddelensectoren gezamenlijk initiatieven opzetten om gesignaleerde problemen m.b.t. scholing en arbeidsmarkt aan te pakken. • Het MVO Kenniscentrum is in 2011 uitgebreid met een deelmodule voor de margarine-industrie. Ook is de Engelstalige voorbereidingsmodule voor de MVO-cursus over voedselveiligheid in de keten van plantaardige oliën aangepast. Aan het eind van het jaar is tevens een concept uitgewerkt voor een module Veilig werken, waarin informatie wordt verstrekt aan (tijdelijke) arbeidskrachten in de sector over product- en werknemersveiligheid in de MVOindustrie. • In het kader van het Routekaarttraject is in 2011 in samenwerking met VAPRO en Atos een VAPRO/MVO-cursus ‘Energiebewuste operator’ ontwikkeld. De eerste editie van deze cursus zal in januari 2012 van start gaan. • P&O- en HR-medewerkers van MVO-bedrijven zijn regelmatig geïnformeerd over gewijzigde arbo-regelgeving, samenwerkingsinitiatieven tussen bedrijven en opleidingen en andere relevante ontwikkelingen op het gebied van arbeid en scholing. Ook is een oproep gedaan voor plaatsing van hooggekwalificeerde buitenlandse studenten die beschikbaar waren voor stage, onderzoeksopdracht dan wel arbeidsplaats. • Op verzoek van P&O- en HR-medewerkers heeft MVO op 5 september 2011 een eerste MVO HR
46 | MVO
Netwerkbijeenkomst met spreker georganiseerd, die goed werd bezocht. • De Afdeling Arbeid van HPA/MVO heeft in 2011 drie edities van de Nieuwsbrief Arbeid uitgebracht.
Terugkoppeling resultaten naar toekomstig beleid • De positieve respons op de tweede editie van de cursus Food Safety heeft geleid tot het besluit om in 2012 een derde editie te verzorgen. • Er zullen gezien de positieve respons op de eerste editie in februari, juni en oktober een drietal HR Netwerkbijeenkomsten worden georganiseerd, opdat de contacten tussen P&O’ers en HR-medewerkers en –consulenten in de MVO-sector bestendigen en de mogelijkheden worden vergroot om tot sectorbrede dan wel regionale initiatieven op het gebied van arbeid en scholing te komen. • In 2012 zal worden ingezet op een heroriëntatie van het project MVO Scholingsconsulent binnen de kaders van de FNLI Initiatiefgroep Rijnmond. • De resultaten van de gecombineerde GRIP Quick scan en analyse zullen worden besproken en de nieuwe opzet zal opnieuw bij MVO-bedrijven onder de aandacht worden gebracht. • In 2012 zal aandacht worden besteed aan het gezamenlijk met andere betrokken instanties breder onder de aandacht brengen van de foodstages, waaronder de MaS Vet goed, bij middelbare scholen. • De ervaringen met de proefeditie van de VAPRO/MVOcursus Energiebewuste operator zullen worden benut om deze optimaal op de praktijksituatie en de door de bedrijven gevoelde behoeften af te stemmen.
Jaarverslag 2011 Productschap MVO
MVO | 47
48 | MVO
Jaarverslag 2011 Productschap MVO
Marktonderzoek en statistiek Doelstelling informatievoorziening over productie van en handel in voor de MVO-sector relevante producten en markten.
Afstemming • Werkgroep Marktinformatie & Statistiek
Nieuwsbrieven • Maandoverzicht Nederlandse handelsgegevens • Nieuwsbrief Marktinformatie
Focus in 2011 • Statistiekproducten: Statistisch Jaarboek, Databank Handelsgegevens • Marktonderzoek: Quick Scans en Factsheet soja, EU Trade Review
Resultaten van uitgevoerde activiteiten • Statistisch Jaarboek In dit statistisch jaarboek van het Productschap MVO zijn cijfers opgenomen van de Nederlandse, Europese en mondiale productie, handel en binnenlandse afleveringen van oliezaden en plantaardige en dierlijke vetten en oliën in 2010. Daarbij zijn ter vergelijking ook de cijfers over de jaren 2009, 2008, 2007 en 2006 opgenomen. • Databank handelsgegevens / maandoverzicht Nederlandse handelsgegevens De EU-handelscijfers (per land) zijn in 2011 halfjaarlijks geupdate en op een overzichtelijke manier in Excel gepresenteerd. Het overzicht Nederlandse handelsgegevens is maandelijks ver-
schenen en geeft inzicht in de Nederlandse handel onderverdeeld naar product en land van herkomst of bestemming. • EU Trade Review Deze Engelstalige publicatie biedt inzicht in de in- en uitvoer van de belangrijkste oliën, vetten en margarineproducten van de EU als handelsblok. In deze analyse wordt gekeken hoe de Nederlandse intracommunautaire leveringen zich hebben ontwikkeld ten opzichte van zijn concurrenten in de EU. Behalve aan de intra-handel wordt ook aandacht geschonken aan handelsverschuivingen in de EU export naar landen buiten deze gemeenschap. • Factsheet Soja Deze in 2011 verschenen factsheet geeft inzicht in de meest opvallende ontwikkelingen in de mondiale productie, consumptie en handel van producten uit het sojacomplex. Ook wordt aandacht besteed aan de rol die GMO, handelspolitiek, biobrandstoffen en duurzaamheid hierin spelen. • Nieuwsbrief Marktinformatie In 2011 heeft MVO de Nieuwsbrief Marktinformatie geïntroduceerd. Deze Nieuwsbrief heeft tot doel de achterban op een compacte manier te informeren over belangrijke marktontwikkelingen, interessante onderzoeksrapporten en strategische studies. In 2011 is de Nieuwsbrief vijf keer verschenen.
MVO | 49
Het bestuur van Productschap Margarine Vetten en Oliën. Onderste rij (van links naar rechts) • Sjors Beerendonk (VND) • Rhandy Macnack (VERNOF) • Wim Oosterhuis (Productschap MVO) • Henk Ensing (Nofota) • Jan Gijsen (CNV Dienstenbond) Tweede rij (van links naar rechts) • Richard de Oude (VNCI) • Frederik Heijink (Ministerie EL&I) • Antoinette van der Velden (SER) • Bert Staal (De Unie) • Rein Roelofse (CNV Dienstenbond) Bovenste rij • Leo Vogel (NEVEDI) • Alexander van der Klauw (VERNOF) • Frans Claassen (Productschap MVO) Niet aanwezig op de foto • Ronald Prince (BNMF) • Sjoerd Jan Ten Kate (VVS) • Marc Jansen (CBL) • Frans van de Veen (CNV Vakmensen) • Letteke Boot (Ministerie VWS)
50 | MVO
Jaarverslag 2011 Productschap MVO
Bestuur en organisatie Het productschap is ingesteld voor ondernemingen waarin: - vetten of oliën worden bereid of bewerkt; - vetten of oliën worden verwerkt tot producten die tot menselijk voedsel kunnen dienen, al dan niet na verdere be- of verwerking; - handel wordt uitgeoefend in: • kopra of in het buitenland geteelde oliehoudende zaden of vruchten, met uitzondering van consumptiegrondnoten en cacaobonen; • vetten of oliën, met uitzondering van ongesmolten dierlijk vet, of daaruit verkregen producten, welke al dan niet na verdere be- of verwerking tot menselijk voedsel kunnen dienen. De verticale kolom waarvoor het productschap is ingesteld, omvat derhalve drie groepen ondernemingen, namelijk: - Ondernemingen waarin vetten of oliën van plantaardige of dierlijke oorsprong worden bereid of bewerkt; - Ondernemingen waarin deze vetten of oliën verder worden verwerkt; - Ondernemingen op het gebied van de (internationale) handel.
Bestuur Het bestuur is verantwoordelijk voor de kaders en hoofd lijnen van het te voeren beleid. Het houdt rekening met de afwegingen ter zake van sectoraal en algemeen belang en functioneert als sectoraal platform. De samenstelling van het bestuur, de benoemende organisaties en de zetelverdeling worden door de SociaalEconomische Raad vastgesteld. Het bestuur kent een zittingsperiode van twee jaar. Op 1 januari 2010 is een nieuwe zittingsperiode van het bestuur begonnen die loopt tot en met 31 december 2011.
saties. Voor de bestuurszetel(s) van FNV Bondgenoten zijn er momenteel vacatures. Voor de namen van de leden, de plaatsvervangende leden en de benoemingsgerechtigde organisaties wordt verwezen naar Bijlage 3. Een overzicht van de bezoldigde en onbezoldigde functies van de voorzitter alsmede van relevante nevenfuncties van de bestuurs leden staat op de website van MVO (www.mvo.nl>Organisatie>Bestuur>Nevenfuncties).
De Wet openbaarmaking van uit publieke middelen gefinancierde topinkomens is op de bedrijfslichamen van toepassing. In 2011 waren er geen functionarissen van wie voor de verantwoording over 2010 de beloningscomponenten Het bestuur kwam in 2011 driemaal (20 januari, 16 juni en 17 november) in vergadering bijeen. De bestuursvergaderin- het normbedrag van € 193.000 (voor een voltijds dienstverband) overschreden. gen zijn openbaar en de bestuursstukken zijn te vinden op de website (www.mvo.nl>Organisatie>Bestuur>Bestuursstukken). De regels voor de vergoedingen van voorzitter en bestuursleden staan op het openbaar toegankelijke deel van de MVO-website (www.mvo.nl>Organisatie>Bestuur> Voor de zittingsperiode 2010-2011 telt het bestuur 14 Vergoedingen). leden, van wie 5 leden benoemd door werknemersorgani-
MVO | 51
Voor de periode 1 januari 2010 tot en met 31 december 2011 is de heer drs. W. Oosterhuis benoemd tot voorzitter van het Productschap MVO. De plaatsvervangende voor zitters zijn van werknemerszijde de heer R.J. Gijsen (voor 2010) en van ondernemerszijde de heer mr. R.A. Macnack (voor 2011). De heer Oosterhuis is sedert 1 januari 2004 voorzitter van het productschap en voldoet aan het functieprofiel van voorzitters van bedrijfslichamen. De heer Oosterhuis heeft geen nevenfuncties. Gedurende het verslagjaar was de heer ir. F.A.G.M. Claassen directeur/secretaris van het productschap.
Ministeriële en SER-vertegenwoordiging Voor het bijwonen van bestuursvergaderingen waren in 2011 als ministeriële en SER-vertegen-woordigers aangewezen: Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (voorheen LNV): • De heer G.F.C. Heijink (Directie Industrie en Handel) • vacature Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport: • Mw. C.A. Boot Sociaal-Economische Raad • Mw. A. van der Velden - van Meerkerk Door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is geen vertegenwoordiger aangewezen.
Dagelijks bestuur Het dagelijks bestuur houdt zich bezig met organisatorische zaken, beheert het vermogen en houdt toezicht op de inkomsten en uitgaven. In 2011 bestond het dagelijks bestuur uit de volgende leden: Van ondernemerszijde: • De heer mr R.A. Macnack • De heer R.M. Prince • De heer H. Ensing Van werknemerszijde: • De heer R.J. Gijsen • FNV Bondgenoten (vacature)
52 | MVO
Het dagelijks bestuur heeft in 2011 drie keer (20 januari, 25 mei en 3 november) vergaderd.
Code Goed Bestuur Met ingang van 2007 heeft het bestuur van het Productschap MVO de Code Goed Bestuur onderschreven en zijn alle onderdelen van de code goed bestuur uitgewerkt en ingevoerd. De afzonderlijke principes en de praktische invulling die daaraan is gegeven zijn op de MVO-website gedetailleerd toegelicht (www.mvo.nl>Organisatie>Code Goed Bestuur). Hieronder zijn een aantal specifieke principes verder toegelicht. Vergoedingen In de jaarrekening zijn de vergoedingen van de voorzitter en de bestuursleden vermeld. Deze jaarrekening is te vinden op de MVO-website. De vergoeding van de voorzitter bedroeg in 2011 € 61.052. Deze vergoeding is gebaseerd op een parttimefactor van 0,4 fte en betreft salariskosten, inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. De overige kosten van de voorzitter betreffen sociale lasten (€ 6.189), pensioenlasten (€ 5.326), en reis-, verblijfs- en representatiekosten (€ 8.183). Per vergadering ontvangen bestuursleden van de benoemende werkgevers- en werknemersorganisaties een vergoeding van € 385 vacatiegeld, € 16 verblijfskosten en een kilometervergoeding van € 0,29 per kilometer. Indien dagelijks bestuur en bestuur aansluitend vergaderen wordt dat gezien als één vergadering. In 2011 werd € 14.639 aan vergoedingen voor bestuursleden uitgekeerd. Personele unies Op de website zijn van alle bestuursleden de datum van eerste benoeming, de functies binnen de sector en de relevante nevenfuncties vermeld. Beleidscyclus en invloed van bedrijven op het beleid Het bestuur moet ervoor zorgen dat de bedrijven in de sector in staat worden gesteld kennis te nemen van de verschillende activiteiten. MVO wil de betrokkenheid van de bedrijven stimuleren, zelf zo transparant mogelijk opereren en verantwoording verder bevorderen. In het communicatieplan Code Goed Bestuur 2008 is destijds aangegeven op welke wijze het MVO-secretariaat én de (bestuurders namens) dragende organisaties invulling geven aan deze
Jaarverslag 2011 Productschap MVO
transparantie en betrokkenheid. De werkwijze van MVO kan als volgt worden samengevat:
bestuursvergadering. Na afloop wordt aandacht besteed aan de besluiten die er in de bestuursvergadering zijn genomen.
In 2011 is de Toekomstvisie 2011-2015 vastgesteld. Van deze Toekomstvisie is een ‘populaire’ samenvatting worden gemaakt die begin 2011 aan alle bedrijven en organisaties in de sector is toegezonden met het verzoek om mee te denken op welke wijze we de genoemde doelstellingen met elkaar kunnen realiseren. Uiteindelijk hebben alle MVObedrijven in het eerste kwartaal 2011 de gelegenheid gekregen om commentaar en suggesties aan te leveren.
Stelsel van intern toezicht Volgens de Code Goed Bestuur moet het bestuur zorgen voor een evenwichtig stelsel van intern toezicht en horizontale verantwoording. Bij het Productschap MVO heeft het bestuur afgesproken dat het dagelijks bestuur optreedt als zogenaamde audit-commissie.
Voor inhoudelijke afstemming en overleg heeft MVO voor ieder aandachtsgebied reguliere werkgroepen. Voor meer incidentele zaken zijn er ook ad hoc werkgroepen. Een overzicht van afstemmings- en overleggroepen vindt u in bijlage 6. Binnen de werkgroepen worden standpunten, doelstel lingen en activiteiten met de achterban afgestemd. De werkgroepen zijn ook betrokken bij het terugkoppelen van de MVO Toekomstvisie en bij het opstellen van het Jaarplan 2011. Door deze werkwijze is er brede steun vanuit de verschillende sectoren voor de activiteiten van het productschap en wordt bereikt dat de activiteiten ook aansluiten bij de behoeften van de bedrijven en bij de dagelijkse praktijk. De samenstelling van de belangrijkste werkgroepen, de vergaderdata en de mogelijkheid om je aan te melden om deel te nemen aan een of meer werkgroepen staan op het openbare deel van de MVO-website. Het bestuur zorgt voor het beleidskader en voor de formele vaststelling van de plannen en activiteiten. In iedere bestuursvergadering wordt een overzicht gegeven van de actuele items per aandachtsgebied. Hierin worden de activiteiten en de inzet per aandachtsgebied weergegeven en worden eventuele gemaakte en te maken keuzes of beleidswijzigingen aan het bestuur voorgelegd. Zeer regelmatig worden bedrijven en externe stakeholders via nieuwsbrieven op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen op een bepaald beleidsterrein en wordt verslag gedaan van de activiteiten en werkgroepen. De reguliere publicaties kunt u vinden in bijlage 5. In de algemene communicatie (het MVO-Magazine) wordt aandacht besteed aan de agenda van een komende
Integriteitcode voor het personeel Er is een integriteitcode voor het personeel. Het bestuur heeft een van zijn leden, mw. I. Tiesinga, tot vertrouwenspersoon benoemd aan wie de medewerkers van het productschap vermeende onregelmatigheden van algemene, operationele en financiële aard kunnen rapporteren. Er zijn in 2011 geen meldingen ontvangen. Klachtenregeling Een van de onderdelen van de Code Goed Bestuur is een formele klachtenbehandeling waarbij het bestuur ervoor zorgt dat mondeling of schriftelijk ingediende klachten behoorlijk en zorgvuldig worden behandeld. Er is een formeel klachtenprotocol van toepassing (www.mvo. nl>Organisatie>Code Goed Bestuur>Klachtenbehandeling). Het bestuur heeft de heer R.J. Gijsen benoemd als klachtenadviseur, de heer T.C.M Vrancken, Hoofd Stafunit, treedt daarbij op als coördinator. In 2011 zijn er geen klachten geregistreerd die volgens het klachtenprotocol voor registratie in aanmerking zouden zijn gekomen. Tuchtrecht Overtredingen op de MVO Verordeningen Algemene Bepalingen 2009 en Verstrekking gegevens intra- en extrahandel 2009 worden tuchtrechtelijk gehandhaafd. Het Productschap MVO heeft gelet op het minimaal aantal te verwachten zaken en zijn beperkte omvang gekozen voor een opzet waarbij het tuchtgerecht van het Productschap Akkerbouw is aangewezen als het bevoegde tuchtgerecht. De Interne Accountantsdienst (IAD) van het Productschap Akkerbouw is daarbij aangewezen als toezichthouder en is belast met het toezicht op de naleving van deze verordeningen, waarbij het gaat om door de ondernemers te verstrekken gegevens.
MVO | 53
Het secretariaat van de tuchtgerechten van het Productschap Akkerbouw, het Productschap Vis en het Productschap MVO wordt bediend door het Instituut voor Agrarisch Recht in Wageningen. In 2010 zijn er geen zaken voor het Productschap MVO aangebracht. Toezicht en Tuchtrecht Overtredingen van verordeningen kunnen op grond van artikel 104 Wet op de bedrijfsorganisatie worden aangemerkt als strafbaar feit of als een handeling waarvoor een tuchtrechtelijke maatregel kan worden opgelegd. In het laatste geval maakt de voorzitter, op basis van de berechtingsrapporten van de door het bestuur aangewezen toezichthouders, de zaken aanhangig bij het tuchtgerecht. De volgende verordeningen van het Productschap MVO worden tuchtrechtelijk gehandhaafd: • Verordening MVO algemene bepalingen 2009 • Verordening MVO verstrekking gegevens intra- en extrahandel 2009 Belast met het toezicht op de naleving van deze verordeningen zijn twee medewerkers van de Interne Accountantsdienst van het Productschap Akkerbouw. Het Tuchtgerecht van het Productschap Akkerbouw is bevoegd over aangebrachte zaken te oordelen. Administratieve lasten Om de administratieve lasten die voortvloeien uit de verordeningen van het Productschap MVO tot een minimum te beperken, is in het verleden reeds zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij bestaande regelgeving (douane/CBS). Hierbij geschiedt de gegevensuitwisseling veelal op volledig geautomatiseerde wijze. Ten opzichte van de nulmeting in 2003 zijn de omstandigheden met betrekking tot de administratieve lasten nauwelijks gewijzigd. Dit betekent dat ultimo 2011 de administratieve lasten nog steeds op ongeveer € 54.000 per jaar worden geraamd.
Financiering Het productschap wordt volledig gefinancierd door de bedrijven in de oliën- en vettenketen en bestuurd door werkgevers en werknemers. Zij bepalen samen waar de prioriteiten in de keten liggen en welke activiteiten het productschap dient te ontplooien. De inkomsten van het productschap bedragen ongeveer € 2,3 miljoen en bestaan nagenoeg geheel uit heffingen die
54 | MVO
het productschap oplegt bij de productie respectievelijk de invoer van MVO-producten in Nederland. Met ingang van 1 januari 2010 is de hoogte van de (basis)heffing € 0,40 per 1000 kg voor producten met een 100% vetgehalte. Voor producten met een lager vetgehalte is het tarief daarvan afgeleid. Heffingen lager dan € 50,- per maand worden niet opgelegd. De lasten bedragen eveneens ongeveer € 2,3 miljoen. De voorzitters- en personeelskosten zijn met een aandeel van iets meer dan 60% de grootste kostenpost. De beleidsuitgaven zijn verantwoord onder financiële relaties en sectoractiviteiten. De beleidsuitgaven hebben een aandeel van circa 25-30% in de totale uitgaven. In bijlage 2 treft u het exploitatieoverzicht aan. De jaarrekening 2011 wordt separaat van het Jaarverslag vastgesteld en geeft een gedetailleerd overzicht van de grootte en samenstelling van het vermogen en van de baten en lasten gespecificeerd per hoofd- en subrubrieken. De volledige jaarrekening wordt geplaatst op het openbaar toegankelijke deel van de website (www.mvo.nl>Organisatie>Jaarverslagen>MVO-Jaarrekening).
Omvang van de reserves en beleggingsbeleid Op de balans per 31 december 2011 bedroeg het eigen vermogen ongeveer € 1,15 miljoen. Het eigen vermogen dient om eventuele exploitatietekorten van het productschap op te vangen. Het financiële beleid is de afgelopen jaren erop gericht geweest het eigen vermogen stapsgewijs terug te brengen tot een doelvermogen dat schommelt rond de € 1,0 miljoen. Voor de komende jaren wordt gestreefd naar een sluitende begroting waarin de structurele inkomsten en uitgaven min of meer met elkaar in evenwicht moeten zijn. In de vergadering van 11 november 2010 heeft het bestuur de uitgangspunten en doelstellingen van het reserve- en beleggingsbeleid vastgesteld in de vorm van een verordening. De volledige ‘Verordening Beleggingsbeleid Productschap MVO’ is te vinden op het openbaar toegankelijke deel van de website (www.mvo.nl>Organisatie>Financiering). Daarnaast is een bedrag van € 50.000 gereserveerd ter dekking van verplichtingen die voortvloeien uit de wachtgeldregelingen.
Jaarverslag 2011 Productschap MVO
Externe financiële relaties Deze kostenrubriek is bestemd voor de verantwoording van geldstromen naar organisaties die op basis van de SERrichtlijnen als gelieerde organisaties worden beschouwd. MVO verantwoordt onder deze rubriek de bijdrage aan het Voorlichtingsbureau MVO en de financiële bijdragen aan het Nederlands Normalisatie instituut (NEN). De bijdrage aan het Voorlichtingsbureau MVO voor 2011 is uitgekomen op circa € 90.322. De bijdrage aan het NEN bedroeg in 2011 € 30.737. De stichting Voorlichtingsbureau MVO heeft een eigen bestuur. De bestuursleden worden benoemd door: • het bestuur van de Vereniging van Nederlandse Fabrikanten van Eetbare Oliën en Vetten (VERNOF) • het bestuur van de Bond van Nederlandse Margarinefabrikanten (BNMF) • het bestuur van de Vereniging Verwerkers Slachtbijproducten (VVS) De voorzitter van het bestuur van het voorlichtingsbureau wordt benoemd door het dagelijks bestuur van het productschap. De VERNOF, de BNMF en de VVS zijn ook benoemingsgerechtigde organisaties in het bestuur van het Productschap MVO.
december 2011 waren – exclusief de voorzitter (0,4 fte) – 20 medewerkers (15,7 fte) in dienst van het productschap. Van hen waren 12 vrouwen (van wie 12 parttimers) en 8 mannen (van wie 4 parttimers). Totaal Vrouwen
Mannen
Productschap Full-time Part-time Full-time Part-time
Totaal in FTE
15,7
1
7,5
4
3,2
20
1
11
4
4
Aantal medewerkers in dienst
Voor een compleet overzicht van de organisatie per 31december 2011 wordt verwezen naar het organogram in bijlage 4.
Ziekteverzuim In 2011 kwam het ziekteverzuimcijfer (excl. zwangerschapsverlof) uit op 4,0 %. Het verzuim bij de mannen was 1,6 % en bij de vrouwen 5,7 %.
Het NEN is een niet-dragende organisatie waarmee een financiële relatie wordt onderhouden. Er is geen bestuurlijke verwevenheid. De volgende bestuursleden en functionarissen zijn gelieerd aan de ontvangers van financiële middelen: • de heer ir. F.A.G.M. Claassen, secretaris van het Productschap MVO en tevens voorzitter van de stichting Voorlichtingsbureau MVO • mevrouw mr. I. Tiesinga, plaatsvervangend bestuurslid namens de BNMF in het productschaps-bestuur, tevens secretaris van de BNMF, bestuurslid van de Stichting Voorlichtingsbureau MVO • de heer mr. M.A.D.M. Beerendonk, bestuurslid van de Vereniging van Nederlandse Destructoren (VND) en van de Vereniging Verwerkers Slachtbijproducten (VVS), tevens bestuurslid van de Stichting Voorlichtingsbureau MVO
Organisatie Gedurende het verslagjaar was de heer ir F.A.G.M. Claassen directeur/secretaris van het productschap. In 2011 zijn er geen personeelsmutaties geweest. Eind
MVO | 55
Bijlage 1
Overzicht verordeningen en besluiten Verordeningen en besluiten Jaarrekening 2010 Besluit rekening baten en lasten 2010 Besluit heroverweging Verordening 2011 Begroting 2012 en Meerjarenraming 2013-2014 Verordening Begroting 2012
vastgesteld dd. MVO Verordening 2009, Verstrekking gegevens intraen extrahandel Doel: Het productschap verkrijgt met deze verordening de 16.06.2011 beschikking over de Nederlandse handelsgegevens, die voor beleidsmatige doeleinden worden gebruikt. Tevens dienen de 16.06.2011 gegevens als basis voor het opleggen van heffingen. 16.06.2011 Reikwijdte: Ieder natuurlijke persoon en elke rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het productschap is ingesteld. 17.11.2011 Duur: De verordening is vastgesteld op 26 mei 2009 en zal 17.11.2011 volgens het schema van vierjaarlijkse heroverweging in 2013 worden heroverwogen.
Van kracht zijnde verordeningen
MVO Verordening 2009, Administratieve Heffingen Doel: Het opleggen van heffingen op hetzij de invoer van oliën en vetten en van vet-/oliehoudende producten, hetzij op de productie van MVO Verordening 2002, Eetbare oliën en vetten ruwe oliën en vetten. Doel: De verordening beoogt een verbod te realiseren op aflevering van bepaalde spijsoliën en -vetten en voorschiften Reikwijdte: Ieder natuurlijke persoon en elke rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het productschap geven omtrent benamingen. Reikwijdte: De verordening geldt voor elke ondernemer die is ingesteld. Duur: Deze verordening is op 1 januari 2009 in werking bepaalde producten op de markt brengt. getreden en heeft geen einddatum. Op 21 januari 2010 zijn Duur: De verordening is vastgesteld op 23 mei 2002, is in de van toepassing zijnde tarieven middels een wijzigings2008 verlengd. verordening aangepast (wijziging I). In de vergadering van 16 juni 2011 is er een Besluit heroverweging van deze verordening genomen. Het Productschap MVO kent de volgende verordeningen:
MVO Verordening 2009, Algemene Bepalingen Doel: De verordening geeft algemene bepalingen en voorschriften omtrent het voeren van administratie, het naleven van inzage daarin en het verstrekken van gegevens door de bedrijven aan het productschap. Tevens dienen de gegevens als basis voor het opleggen van heffingen. Reikwijdte: Ieder natuurlijke persoon en elke rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het productschap is ingesteld. Duur: De verordening is vastgesteld op 26 mei 2009 en zal volgens het schema van vierjaarlijkse heroverweging in 2013 worden heroverwogen.
56 | MVO
Jaarverslag 2011 Productschap MVO
Bijlage 2
Financiën De volledige jaarrekening is te vinden op het openbare deel van de MVO-website: www.mvo.nl>Organisatie> Jaarverslagen>MVO-Jaarrekening. De Jaarrekening 2011 zal separaat door het bestuur in de geplande vergadering van 14 juni 2012 worden vastgesteld. De resultaten 2011 zoals weergegeven in het onderstaande exploitatieoverzicht en in de balans zijn derhalve voorlopig.
Exploitatieoverzicht in euro’s
Jaarrekening 2010
Begroting 2011
Jaarrekening 2011
1. 1.1 1.2 1.3
Baten Administratieve heffing 2.213.213 2.310.000 Rente-inkomsten 8.124 10.000 Overige baten 13.462 15.000
2.301.275 5.628 16.243
Totaal Baten
2.335.000
2.323.146
2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.6 2.7
Lasten Voorzitters- en personeelskosten 1.306.479 1.353.000 Reis-, verblijfs- en repr.kosten 61.976 63.000 Huisvestingskosten 91.289 105.000 Bureaukosten 119.632 138.000 Vergaderkosten 22.792 25.000 Financiële relaties/ sectoractiviteiten 572.556 613.000 Diensten door derden 62.335 50.000 Overige lasten 8.877 10.000
1.385.519 62.670 91.093 134.912 14.640 482.013 62.993 8.553
Totaal Lasten
3.
Exploitatieresultaat
2.234.799
2.245.936
2.357.000
2.242.393
- 11.137
- 22.000
80.753
MVO | 57
Balans in euro’s 31 december 2010 31 december 2011 ACTIVA Vaste activa Inventaris 125.598 82.040 Telefooncentrale 5.756 3.361 Automatiseringsmiddelen 6.824 63.926 Vlottende activa Vorderingen op korte termijn Effecten Liquide middelen Totaal activa
138.178
149.327
857.096 101.958 491.405
752.876 100.003 563.279
1.588.637
1.565.485
31 december 2010
31 december 2011
PASSIVA Eigen vermogen Algemene Reserve
1.069.715
1.150.468
1.069.715
1.150.468
Voorzieningen Wachtgeldverplichtingen 72.508 49.114 72.508
49.114
Vlottende passiva Niet opgenomen vakantiedagen Kortlopende schulden
45.229 401.185
61.939 303.964
446.414
365.903
Totaal passiva
1.588.637
1.565.485
58 | MVO
Jaarverslag 2011 Productschap MVO
Bijlage 3
Samenstelling bestuur Ondernemersorganisaties
Werknemersorganisaties
Oliefabricage, olieraffinaderij, spijsolie en hardingsindustrie Vereniging van Nederlandse Fabrikanten van Eetbare Oliën en Vetten (VERNOF) Lid: A.C. van der Klauw Plv. L. Favre Lid: R.A. Macnack* Plv. lid: H. Kant
CNV BedrijvenBond Lid: R.J. Gijsen* en als 2e lid F. van der Veen Plv. lid: A. Bruggeman FNV Bondgenoten Lid: vacature
Margarine industrie Bond van Nederlandse Margarinefabrikanten (BNMF) Lid: R.M. Prince* Plv. lid: mw. I. Tiesinga
FNV Bondgenoten Lid: vacature
Industrie van dierlijke vetten Vereniging Verwerkers Slachtbijproducten (VVS) Lid: S.J. Ten Kate Plv. lid: G. Borgesius Vereniging van Nederlandse Destructoren (VND) Lid: M.A.D.M. Beerendonk Plv. lid: D. Kloosterboer Technische sector Nederlandse Vereniging Diervoederindustrie (Nevedi) Lid: H.W.C.M. Flipsen Plv. lid: L. Vogel Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) Lid: R. de Oude Plv. lid: vacature Groothandel en tussenpersonen Netherlands Oils, Fats and Oilseeds Trade Association (NOFOTA) Lid: H. Ensing* Plv. lid: mw. E.J. Jaspers Detailhandel Vereniging Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) Lid: M.J.B. Jansen Plv. lid: mw. M.B.E. Somhorst***
**
FNV Bondgenoten Lid: vacature De Unie Lid: E. Staal Plv. lid: vacature
FNV Bondgenoten Lid: vacature
FNV Bondgenoten/CNV BedrijvenBond Lid: geen lid benoemd
FNV Bondgenoten Lid: vacature
FNV Bondgenoten/Dienstenbond CNV Lid: R.C. Roelofse Plv. lid: G. Rijzinga
* tevens lid van het dagelijks bestuur ** de nevenfuncties van de bestuursleden zijn terug te vinden op de website www.mvo.nl (>organisatie>bestuur) *** tot 1 mei 2011
MVO | 59
Bijlage 4
Organogram voorzitter Wim Oosterhuis
secretariaat Philippine van Asch
directeur/ secretaris Frans Claassen
staf
Marieke Leegwater
Duurzame grondstoffenvoorziening en productie
markt en duurzaamheid
voeding
unitmanager Karlijn van Lierop
unitmanager Claudia Oomen
publicatie en content manager Saskia Tulp
Kwaliteit en voedselveiligheid Diervoederveiligheid
Handelspolitiek en biotechnologie
Marktonderzoek en statistiek
Voeding en gezondheid Activiteiten Voorlichtingsbureau MVO
Dierlijke vetten Sociale activiteiten
Jean-Philippe v.d. Zwaluw
Frans Köster Jos van Leeuwen
Nicole Vervaet
Henry Pouw
Marjolein van der Drift
Arnold de Groot
Jolanda van Roon
Janneke van der Bijl
60 | MVO
Annette Klomp
Wetenschappelijk specialist Voeding en gezondheid
Biobrandstoffen, energie en milieu
Frank Bergmans
secretariaat Jacqueline Tegelaar
unitmanager Theo Vrancken
Henriëtte Grooten
Jaarverslag 2011 Productschap MVO
Bijlage 5
MVO Publicaties Algemeen
Frequentie
Doelgroep(en)
MVO Jaarverslag MVO Magazine Databank Productinfo
Jaar 2-wekelijks Doorlopend
1,2 1,2 1,2
Voeding en Gezondheid MVO-Nieuwsbrief Voeding en Gezondheid Maand MVO-Nieuwsbrief “Literature Releases on Fats and Health” Maand Nieuwsbrief Vette Feiten Kwartaal
1,2 1,2 1,2
Voorlichtingsbureau MVO Ter Perse Diëtisten Kwartaal Ter Perse Jeugdgezondheidszorg Kwartaal
2 2
Kwaliteit en Voedselveiligheid MVO Newsletter Quality and Food Safety 6 x per jaar
1
Arbeid MVO/HPA Nieuwsbrief Arbeid 5 x per jaar MVO Nieuwsbrief Arbeid en Scholing 4 x per jaar
1,2 1,2
Handelspolitiek en plantaardige biotechnologie MVO-Newsletter Trade Policy and Biotechnology ca. 50 x per jaar Database Market Access Doorlopend
1,3 1,3
Duurzame ontwikkeling MVO-Nieuwsbrief Energie en Milieu 3-maandelijks MVO-Nieuwsbrief Biobrandstoffen 2-wekelijks MVO-Newsletter Sustainable Agriculture 6 x per jaar
1,2 1,2 1
Dierlijke vetten MVO-Nieuwsbrief Wetgeving Dierlijk Vet Maand MVO-Nieuwsbrief Dierlijk vet Ca. 3 x per jaar
1,2 1,2
Marktonderzoek MVO Maandoverzicht Nederlandse handelscijfers Maand Statistisch Jaarboek Jaar Quick Scans Export Markets ca. 3x per jaar Database Trade Information EU and other countries Doorlopend Excel-publicatie Database EU-handelsgegevens 2 x per jaar Database Price Information Doorlopend EU Trade Review Jaar MVO marktanalyse oliën en vetten voor biotransportbrandstoffen Jaar Factsheets (Palm oil, Soy, Rapeseed) Jaar MVO Newsletter Market Information 4 - 6 x jaar
1,3 1,3 1,3 1,3 1,3 1,3 1,3 1,2 1,2 1
Doelgroepen: 1=MVO-bedrijven 2=externe stakeholders 3=betalende abonnees
MVO | 61
Bijlage 6
Afstemming en overleg Algemeen • College van Voorzitters Productschappen • Secretarissenoverleg Productschappen MVO-werkgroepen en ad hoc werkgroepen • Werkgroep Voeding en Gezondheid • Werkgroep Food/Feed Quality and Safety • Werkgroep Energie-efficiencyverbetering • Werkgroep Arbeid en Scholing • Werkgroep Duurzame Ontwikkeling • Werkgroep Feed/GMP+ • Werkgroep Marktinformatie • Ad hoc werkgroep Carbon Footprint • Ad hoc werkgroep pesticiden • Ad hoc werkgroep cursus oliën en vetten • Ad hoc werkgroepen MVO Routekaart • Procesbeheersing • Innovaties scheidingstechnologie • Biobased economy • Ad hoc werkgroep samengestelde vetten
Werk-, projectgroepen of Task Force met externe stakeholders (op initiatief van MVO opgericht) en overlegorganen waarin het productschap participeert Voeding en Gezondheid • Projectgroep Verantwoord Frituren in de horeca • ROW deskundigen Overleg Etikettering van Levensmiddelen • ROW deskundigen Overleg Gezondheidsbevorderende Levensmiddelen: toevoeging microvoedingsstoffen (verrijking)
62 | MVO
• ROW deskundigen Overleg Productwetgeving Levensmiddelen: additieven, enzymen, aroma’s • ROW deskundigen Overleg Gezondheidsbevorderende Levensmiddelen: voedings- en gezondheidsclaims • Fediol ad hoc Group Nutrition and Health • Stuurgroep Kies Gezond Vet • Stuurgroep Kies Gezond Vet aandachtsgroep kinderen • PPO-overleg (overleg voorlichtingsbureaus in de PBOsector) • Productschappencommissie Levensmiddelen Wetgeving (PLW) • FEDIOL product safety and consumer affairs working group (SAFCO) • CWBV: vergadering van de Commissie Warenwetgeving (BNMF) • Redactieraad Ter Perse Jeugdgezondheidszorg • Tijdelijke projectgroepen ‘Frituurvet – Recyclehet!’ Duurzame ontwikkeling • Task Force Duurzame Soja ( Of wil je deze ook hier boven plaatsen bij andere Task Forces?) • Task Force Duurzame Palmolie • Roundtable on Sustainable Palm Oil (RSPO) • RSPO Working Group Trade and Traceability • RSPO Working Group Communication and Claims • RSPO Claims Approval Committee • RSPO Working Group RED • Commissie Duurzame Biobrandstoffen (Commissie Corbey) • Round Table on Responsible Soy Association (RTRS) • Round Table on Responsible Soy – Criteria Development Group • RTRS Working Group Traceability and Market Claim • RTRS Working Group RED
Jaarverslag 2011 Productschap MVO
• • • • • • • • • • • • • • • • •
FEDIOL Ad Hoc Group Sustainability FEDIOL Ad Hoc Group Industry & Environment Platform Energiebesparing (MJA) MJA Agendacommissie Duurzaamheidsoverleg Productschappen Regulier overleg Productschappen Duurzaam Inkopen Overleggroep Energie (OGE) Brancheoverleg Stoffen VNO/NCW werkgroep Vluchtige Organische Stoffen VNO/NCW werkgroep Afvalstoffen Branchegroep Vluchtige Organische Stoffen LNV Projectgroep Partnerschap Palmolie PDV Werkgroep Carbon Footprint CIAA ad hoc group EU Waste Directive Fediol ad hoc group REACH and ETS Ketenoverleg vloeibare biobrandstoffen NEN normcommissie vloeibare en gasvormige brandstoffen, smeermiddelen en verwante producten • NEN normcommissie biobased products Handelspolitiek en Plantaardige Biotechnologie • ‘Multilateraalbedrijfslevenoverleg’, Directie Industrie en Handel van EL&I • FEDIOL GM ad hoc group • Standing Committee on the Food Chain and Animal Health (SCoFCAH), section Genetically Modified food and feed • Informatieplatform Groene Biotechnologei (IGB) • Productschappencommissie Levensmiddelen Wetgeving (PLW) • ROW Deskundigoverleg Biotechnologie Levensmiddelen (DBL)
Kwaliteit en Voedselveiligheid • Secretarissenoverleg diervoedersector • Productschappen Commissie Levensmiddelenwetgeving (PLW) • International Expert Committee (IEC) van GMP+ International • NEN normcommissie Plantaardige en dierlijke oliën en vetten • NEN Beleidscommissie Landbouw en levensmiddelen • CEN normcommissie Oliën en vetten • LNV Stakeholdersoverleg Diervoeders • ISO commissie Oliën en vetten • ISO commissie Oliezaden en oliezadenmelen • Codex Committee Fats and Oils • ROW deskundigen Overleg Hygiëne Levensmiddelen • ROW deskundigen Overleg Productwetgeving Levensmiddelen - Contaminanten • FEDIOL Feed and Food Safety Standards Sub Working Group • FEDIOL Contaminants and Pesticides Sub Working Group • EFIP European Feed Ingredients Platform • Technical Committee EFISC European Feed Ingredients Safety Certification Arbeid • Werkgroep Verankering Arbeid • Afdeling Arbeid (gezamenlijke afdeling HPA/PA/PDV/ PW/MVO) • Adviescommissie Sociale aangelegenheden
MVO | 63
Uitgave van het Productschap Margarine, Vetten en Oliën, mei 2012 Ontwerp Monter, Amsterdam Druk drukkerij Tesink, Zutphen
64 | MVO
Productschap Margarine, Vetten en Oliën Postbus 3095 | 2280 GB Rijswijk | Nederland Tel: +31 (0) 70 319 51 95 e-mail
[email protected] | www.mvo.nl