Procedure Ongevalsbestrijding Gevaarlijke stoffen
Versie: 1.0, januari 2009
Versiebeheer Versie Versienr 0.01
Auteur H. Scholing
0.02 0.03 0.04 0.05 0.06 0.07 0.08 0.09 0.10 0.11 0.12 0.13 0.14 1.0
H. Scholing H. Scholing H. Scholing H. Scholing H. Scholing H. Scholing H. Scholing H. Scholing H.Scholing H.Scholing H.Scholing H. Scholing H. Scholing H. Scholing
Distributie Versienr 0.01 0.01 0.02 0.05 0.07 0.12 0.13 0.14 1.0 1.0
Datum 29-01-2008 29-01-2008 18-02-2008 23-04-2008 6-05-2008 6-08-2008 11-09-2008 27-01-2009 28-01-2009 12-02-2009
Documenteigenaar Vastgesteld door Datum vaststelling Geplande evaluatiedatum Digitale vindplaats
Opmerkingen Op basis van: Handboek OGS, Hulpverleningsregio Haaglanden, versie 2.0, maart 2003 Aanpassingen doorgevoerd na 1e lezing Naamgeving aangepast Wijzigingsvoorstel Geneeskundige procedure aangepast Wijzigingen doorgevoerd na 2e lezing en aanvullingen Wijzigingen na 3e lezing Invoegen afbeeldingen + tekstuele wijzigingen Wijzigingen doorgevoerd J. Kloppenburg Wijzigingen doorgevoerd L. Veeneman Wijzigingen doorgevoerd werkgroepoverleg Uitbreiden werkvoorschriften Tekstuele wijzigingen verbindingen Verwerken reactie Commissie Brandweerzorg Verwerken beslissing College van Commandanten Brandweer Definitieve eerste versie
Verspreid aan J. Kloppenburg (1e lezing) L. Veeneman (1e lezing – H17) Leden werkgroep OGS peloton P. Visser en J. Kloppenburg (2e lezing) L. Veeneman, P. Visser, J. Kloppenburg (3e lezing) Commissie Brandweerzorg College van Commandanten Brandweer J. Kloppenburg J. Kloppenburg Veiligheidsbureau (via L. Veeneman)
Henk Scholing Veiligheidsdirectie 6 april 2009 6 april 2012 M:/Brandweer/OGS-WVD/Procedures OGS
© 2009, Veiligheidsregio IJsselland Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Regionale Brandweer IJssel Vecht. Hoewel bij deze uitgave de uiterste zorg is nagestreefd, kan voor de aanwezigheid van eventuele (druk)fouten en onvolledigheden niet worden ingestaan en aanvaarden auteur(s) en redacteur(s) deswege geen aansprakelijkheid.
2
Procedures OGS
Inhoudsopgave
1
Organisatie- en commandostructuur
6
1.1
Algemeen
6
1.2
Klein OGS
6
1.3
Middel OGS
7
1.4
Groot OGS
8
1.5
Zeer Groot OGS
10
1.6
PC OGS
10
1.7
Ontsmetting
10
1.8
Beslissingscriteria
11
1.9
Inzet GHOR
11
1.10
De meetplanorganisatie
12
2
Meldingsprocedure
13
2.1
Algemeen
13
2.2
Incidentmelding
13
3
Alarmeringsprocedure
14
3.1
Klein OGS
14
3.2
Middel OGS
14
3.3
Groot OGS
14
3.4
Zeer Groot OGS
14
3.5
Alarmeringsvolgorde
14
4
Uitrukprocedure
16
5
Verbindingen
17
5.1
Kanaalverdeling
17
5.2
Klein, middel & (zeer) groot OGS
17
6
Opstelprocedure
18
6.1
Algemeen
18
6.2
Klein OGS
18
6.3
Middel OGS
18
6.4
Groot OGS
19
6.5
Zeer Groot OGS
20
6.6
Deco-container
21
6.7
OGS-2 Container
21
7
Aankleedprocedure
22
7.1
Algemeen
22
7.2
Beschermende kleding voor ontsmetting slachtoffers
22
7.3
Chemicaliënpak
22
7.4
Gaspak
22
8
Inzetprocedure
23
8.1
Algemeen
23
8.2
Klein OGS
23
8.3
Middel OGS
23
8.4
(Zeer) Groot OGS
23
9
Ontsmettingsprocedures
25
9.1
Algemeen
25
9.2
Taak Adviseur Gevaarlijke Stoffen (AGS)
25
9.3
Taak ontsmettingsleider (OSCAR)
25
9.4
Taak ontsmettingsteam
26
9.5
Noodontsmetting
27
10
Ontsmetting slachtoffers
28
10.1
Algemeen
28
10.2
Alarmering en aanrijroute
28
10.3
Eerste en tweede ambulance
28
10.4
Taak Officier van Dienst Geneeskundig (OvD-G)
28
10.5
Taak Gezondheidskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen (GAGS)
28
10.6
Taak Adviseur Gevaarlijke Stoffen (AGS)
29
10.7
Taak ontsmettingsleider (OSCAR)
29
4
Procedures OGS
11
Uitkleedprocedure
30
11.1
Algemeen
30
11.2
Beschermende kleding voor ontsmetting slachtoffers
30
11.3
Chemicaliënpak
30
11.4
Gaspak
30
12
Omkleed- en registratieprocedure
31
12.1
Omkleden
31
12.2
Plotting en registratie
31
13
Noodprocedure
32
13.1
Algemeen
32
14
Opruimprocedure
33
14.1
Algemeen
33
14.2
Verantwoordelijkheden
33
14.3
De Deco-container
33
14.4
De OGS-2 container
33
15
Nazorgprocedure
34
15.1
Algemeen
34
15.2
Ademlucht en personeelsregistratie
34
15.3
Personele nazorg
34
15.4
Nazorg materaal en materieel
34
16
Begrippenlijst
36
1
Organisatie- en commandostructuur
1.1
Algemeen
De begrippen en de commandostructuur zijn bij de Ongevallenbestrijding Gevaarlijke Stoffen (OGS) zoveel mogelijk hetzelfde als bij de brandbestrijding en hulpverlening gekozen. Met de goedkeuring en ingebruikname van de Procedures OGS hanteert de Brandweer Veiligheidsregio IJsselland de volgende termen: • • • •
Klein OGS Middel OGS Groot OGS Zeer groot OGS
(lokaal) (ontsmetting mogelijk) (inzet ogs-peloton mogelijk) (bijstand mogelijk)
“Klein OGS” is een inzet door één lokale tankautospuit en een HV. De lokale Officier van Dienst (OvD) bepaalt prioriteit en inzet naar middelen. De (Gezamenlijke Meldkamer Zwolle (GMZ) informeert de Adviseur Gevaarlijke Stoffen (AGS). De AGS volgt het incident via de portofoon en communiceert, indien noodzakelijk, op eigen initiatief met de lokale OvD. Het nader bericht “Middel OGS” volgt na inzet van de tweede (lokale) tankautospuit. Hierbij is sprake van een inzet in chemicaliënpak of standaard bluskleding door twee lokale tankautospuiten en op aanvraag ontsmetting door de DECO-tankautospuit en de DECO-container. Bij de inzet van een derde (lokale) tankautospuit is er sprake van “Groot OGS”. Hierbij is op aanvraag een inzet mogelijk van het OGS-peloton, bestaande uit 4 OGS-tankautospuiten. Bij de inzet van een vierde lokale tankautospuit is er sprake van “Zeer groot OGS”. Hierbij is op aanvraag bijstand van een buurregio mogelijk. Gezien de gevaren bij een OGS-inzet is het verstandig snel en groot genoeg op te schalen. De OvD past de hieronder vermelde criteria toe, na advies van de AGS. 1.2
Klein OGS
1.2.1 Algemeen Een Klein OGS-incident wordt afgehandeld door een lokale tankautospuit en bijgestaan door een HV. Elke gemeente dient zorg te dragen voor het beschikbaar hebben van voldoende middelen om een klein OGS-incident te kunnen bestrijden. De genoemde middelen zijn de minimaal noodzakelijke middelen. Vanzelfsprekend is verdere invulling of alarmering van aanvullende functionarissen een gemeentelijke verantwoordelijkheid. 1.2.2 Criteria Klein OGS Een “Klein OGS-incident” is een incident waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn en waarbij gezien de aard en omvang van het incident een beperkte inzet in chemicaliënpak(ken) mogelijk is. Ontsmetting van de ingezette chemicaliënpakdragers zal lokaal gebeuren. Er kan hier sprake zijn van inzet van twee lokale chemicaliënpakdragers gedurende in totaal 20 minuten, inclusief de tijd benodigd voor de ontsmetting.
De onderstaande criteria gelden bij een klein OGS-incident: • Inzet van maximaal twee lokale chemicaliënpakdragers • Ontsmetting op eenvoudige wijze • Inzettijd chemicaliënpakdragers maximaal 20 minuten
6
Procedures OGS
Minimaal benodigde mensen en middelen: • Lokale tankautospuit: 6 personen • HV: 2 personen • Middelen voor lokale ontsmetting (o.a. industriële zeep) • Lokale OvD (Officier van Dienst) • AGS (Adviseur Gevaarlijke Stoffen) (info) 1.2.3
Commandostructuur Klein OGS
Officier van Dienst
AGS (info)
Bevelvoerder lokale tankautospuit
1.3
Middel OGS
1.3.1 Algemeen Een Middel OGS-incident wordt afgehandeld door twee lokale tankautospuiten en één HV. Daarnaast kan op aanvraag één DECO-tankautospuit en de DECO-container (OGS-1, inclusief bediener Deco) als ondersteuning worden ingezet.
Bij een Middel OGS-incident kan de DECO-tankautospuit zorgen voor de ontsmetting. De bevelvoerder van de DECO-tankautospuit zal dan optreden als ontsmettingsleider (OSCAR). Het gebruik van ontsmettingsmiddelen gebeurt op aanwijzing van de AGS, vanuit zijn rol als ontsmettingsdeskundige, in overleg met de Gezondheidskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen (GAGS). De feitelijke beslissingen worden genomen door de lokale Officier van Dienst. Bij een aanvraag voor de ontsmetting van (mogelijke) slachtoffers worden extra eenheden gealarmeerd: ambulances (aantal = aantal slachtoffers plus één), GAGS en minimaal GRIP-I. 1.3.2 Criteria Middel OGS Een Middel OGS-incident (met of zonder slachtoffers) is een incident waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn en maximaal één à twee slachtoffers. Gezien de aard van de gevaarlijke stoffen en de omvang van het incident is de inzet van de DECO-tankautospuit en de Deco-container (OGS-1, inclusief bediener Deco) noodzakelijk.
De onderstaande criteria gelden bij een Middel OGS-incident: • Inzet mogelijk van maximaal vier lokale chemicaliënpakdragers • Ontsmetting van ingezette chemicaliënpakdragers en één of twee slachtoffers door de DECOtankautospuit en de DECO-container • Inzettijd chemicaliënpakdragers maximaal 40 minuten Minimaal benodigde mensen en middelen: • Twee lokale tankautospuiten: 12 personen • HV: 2 personen
• •
Lokale OvD (Officier van Dienst) AGS (Adviseur Gevaarlijke Stoffen)
•
Extra bij ontsmetting pakdragers (op aanvraag) o GAGS (Gezondheidskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen) o DECO-tankautospuit: 6 personen o DECO-container (inclusief bediener deco)
•
Extra bij ontsmetting 1-2 slachtoffers (op aanvraag): o Eenheden ontsmetting pakdragers o Minimaal twee ambulances: 4 personen o Minimaal GRIP-I
1.3.3
Commandostructuur Middel OGS
Officier van Dienst
AGS
Bevelvoerders lokale tankautospuiten
1.4
Bevelvoerder DECO tankautospuit (OSCAR) op aanvraag
Groot OGS
1.4.1 Algemeen Een Groot OGS-incident wordt, onder leiding van de Officier van Dienst (OvD), op regionaal niveau afgehandeld. Er is sprake van inzet van drie lokale tankautospuiten en één HV. Daarnaast kan op aanvraag de DECO-tankautospuit en DECO-container (OGS-1, inclusief bediener Deco) of het OGSpeloton worden ingezet. Hiermee kan dus een inzettijd van één uur worden verkregen voor een gaspakof chemicaliënpakinzet.
Als een inzet in bluskleding of chemiepak nodig is zorgen de drie lokale tankautospuiten, op aanvraag, ondersteund door de DECO-tankautospuit, voor de inzet. Als een inzet in gaspak nodig, of bij ontsmetting van meerdere slachtoffers, zorgt het OGS-peloton bestaande uit vier OGS-tankautospuiten, twee OGS-containers en de DECO-tankautospuit voor de inzet. De bevelvoerder van de: - eerste OGS-tankautospuit zal optreden als inzetleider (LIMA); - tweede OGS-tankautospuit zal optreden als logistiek leider (LOGO); - DECO-tankautospuit zal optreden als ontsmettingsleider (OSCAR); - derde en vierde aankomende OGS-tankautospuit zullen de andere bevelvoerders assisteren. Bij een inzet van het OGS-peloton wordt er door de Pelotonscommandant OGS (PC OGS) leiding gegeven aan het OGS peloton inclusief het DECO-personeel. De lokale OvD zal leiding geven aan de tankautospuit(en) en de overige eenheden ter plaatse. Het gebruik van ontsmettingsmiddelen gebeurt op aanwijzingen van de AGS, vanuit zijn rol als ontsmettingsdeskundige, in overleg met de GAGS. Daarnaast zijn er mogelijk meerdere ambulances ter plaatse op basis van het aantal slachtoffers. Eventueel kan de meetplanorganisatie worden geactiveerd.
8
Procedures OGS
1.4.2 Criteria Groot OGS Een Groot OGS-incident is een incident waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn en maximaal tien slachtoffers. Gezien de aard van de gevaarlijke stoffen en de omvang van het incident is de inzet van het complete OGS-peloton mogelijk. Op aanvraag wordt er voor ontsmetting zorg gedragen door de DECOtankautospuit en de Deco-container (OGS-1, inclusief bediener deco) of een compleet OGS-peloton.
De onderstaande criteria gelden bij een groot-incident: • Inzet mogelijk van chemicaliën- of gaspak door vier OGS-tankautospuiten • Ontsmetting mogelijk van chemicaliën- of gaspakdragers door de DECO-tankautospuit en de DECO-container • Ontsmetting mogelijk van maximaal 10 slachtoffers • Inzettijd gaspakdragers maximaal één uur Minimaal benodigde mensen en middelen: • Drie lokale tankautospuiten: 18 personen • HV: 2 personen • Lokale OvD (Officier van Dienst) • AGS (Adviseur Gevaarlijke Stoffen) •
Extra bij ontsmetting pakdragers of 1-2 slachtoffers (op aanvraag, zie Middel OGS)
•
Extra bij inzet compleet OGS-peloton (op aanvraag): o PC OGS (pelotonscommandant OGS) o GAGS (Gezondheidskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen) o Vier OGS-tankautospuiten: 24 personen o DECO-tankautospuit: 6 personen o Deco-container (OGS-1, inclusief bediener deco) o OGS container (OGS-2)
•
Extra bij ontsmetting > 2 slachtoffers (op aanvraag): o Eenheden inzet OGS-peloton o Aantal ambulances is gelijk aan het aantal slachtoffers plus één o Minimaal GRIP-I
1.4.3
Commandostructuur Groot OGS
Officier van Dienst
AGS
PC OGS
BV lokale tankautospuiten
BV DECO TAS (OSCAR)
BV OGS TAS 1 (LIMA)
BV OGS TAS 2 (LOGO)
BV OGS TAS 3/4 (assistentie BV)
1.5
Zeer Groot OGS
1.5.1 Algemeen Een Zeer Groot OGS-incident wordt, onder leiding van de Officier van Dienst (OvD), op regionaal niveau afgehandeld. Er is sprake van inzet van vier lokale tankautospuiten en één HV. Daarnaast kan op aanvraag de DECO-tankautospuit en DECO-container (OGS-1, inclusief bediener Deco) of het OGSpeloton worden ingezet. Tevens is er de mogelijkheid voor inzet van interregionale bijstand van chemicaliën- of gaspakploegen en/of OGS-pelotons.
De afhandeling komt overeen met de afhandeling van een Groot OGS-incident. Ondersteuning, op aanvraag, van chemicaliën- of gaspakploegen kan via de GMZ worden verkregen vanuit de eigen regio of de buurregio’s. Eventuele bijstand komt de Veiligheidsregio IJsselland binnen via een uitgangsstelling en zal vanaf daar begeleid worden naar de plaats incident. Bij een NBC-incident en/of met grootschalige ontsmetting zal via de GMZ ondersteuning worden aangevraagd vanuit het dichtstbijzijnde NBC-steunpunt (VNOG locatie Zutphen). Uitgangsstellingen inkomend: Noord : parkeerplaats IJsselhallen, Rieteweg 4, Zwolle Oost : parkeerplaats Evenementenhal, Energieweg 2, Hardenberg Zuid : parkeerplaats Mercure Hotel, Deventerweg 121, Deventer West : brandweerkazerne, Jan Lighthartstraat 9, Kampen
(x=202000; y=502829) (x=238980; y=508600) (x=208955; y=472312) (x=190200; y=507500)
1.5.2 Criteria Zeer Groot OGS Conform een Groot OGS-incident (zie 1.4.2), de inzetduur, bij een gaspakinzet, is echter groter dan 1 uur. 1.5.3 Commandostructuur Zeer Groot OGS Conform Groot OGS-incident (zie 1.4.3).
1.6
PC OGS
De pelotonscommandant OGS wordt geleverd door de korpsen Steenwijkerland en Zwolle. Bij een Groot OGS-incident wordt er door de Pelotonscommandant OGS (PC OGS) leiding gegeven aan het OGS peloton inclusief het DECO-personeel. 1.7
Ontsmetting
1.7.1 Algemeen De ontsmetting van slachtoffers en pakdragers tijdens een OGS-incident wordt uitgevoerd door de chemicaliënpakdragers van de DECO-tankautospuit, eventueel ondersteund door de chemicaliënpakdragers van de OGS-tankautospuiten. 1.7.2 Criteria ontsmetting Bij een incident kan behoefte ontstaan aan meer dan eenvoudige besmetting. Dit staat op zich los van de benodigde inzetduur bij een incident of de aard van het incident.
De onderstaande criteria gelden bij ontsmetting: • Ontsmetting maximaal 30 minuten na inzet van eerste chemicaliënpakdragers • Ontsmetting maximaal 30 minuten na redding eerste slachtoffer Minimaal benodigde mensen en middelen (Middel OGS): • TS (lokale tankautospuit): 6 personen • HV: 2 personen • OvD (Officier van Dienst) • AGS (Adviseur Gevaarlijke Stoffen) • GAGS (Gezondheidskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen) • DECO-tankautospuit: 6 personen • DECO-container (inclusief bediener deco)
10
Procedures OGS
1.7.3 Commandostructuur ontsmetting Zie de commandostructuur bij Middel OGS. De DECO-tankautospuit die zorg draagt voor de ontsmetting staat onder bevel van de OvD. De AGS is als ontsmettingsdeskundige ter plaatse. Indien opgeschaald is tot Groot OGS of Zeer Groot OGS staat de DECO-tankautospuit onder bevel van de PC OGS.
1.8
Beslissingscriteria
1.8.1 Algemeen De bepaling van het nader bericht wordt gemaakt aan de hand van het aantal taken dat door de lokale tankautospuit(en), de DECO-tankautospuit, het OGS-peloton of de interregionale bijstand dient te worden uitgevoerd.
Nader bericht
Inzet lokale eenheden
Extra mogelijk op aanvraag
Klein OGS Middel OGS Groot OGS
Lokale TAS, HV, OvD & AGS (info) 2 x lokale TAS, HV, OvD & AGS 3 x lokale TAS, HV, OvD & AGS
Zeer Groot OGS
4 x lokale TAS, HV, OvD & AGS
Ontsmetting pakdragers of slachtoffers Ontsmetting pakdragers of slachtoffers Inzet OGS-peloton Ontsmetting pakdragers of slachtoffers Inzet OGS-peloton Interregionale bijstand
Op aanvraag
Minimale OGS-status
Extra in te zetten eenheden
Ontsmetting pakdragers
Middel OGS
Ontsmetting 1-2- slachtoffers
Middel OGS
Inzet OGS-peloton
Groot OGS
Ontsmetting >2 slachtoffers
Groot OGS
Interregionale bijstand
Zeer groot OGS
GAGS, DECO-tankautospuit & DECOcontainer Eenheden ontsmetting pakdragers, minimaal twee ambulances & minimaal GRIP-I PC OGS, GAGS, vier OGS-tankautospuiten, DECO-tankautospuit, Deco-container (OGS1, inclusief bediener deco) & OGS container (OGS-2) Eenheden inzet OGS-peloton, aantal ambulances is gelijk aan het aantal slachtoffers plus één & minimaal GRIP-I OGS-pelotons buurregio’s en/of NBCsteunpuntregio’s
1.8.2 Bepaling type beschermende kleding De bepaling van het type pak waarin wordt opgetreden is afhankelijk van het scenario waarin de betrokken stofsoort(en), de schaal van het incident en de uit te voeren werkzaamheden de belangrijkste parameters vormen.
De lokale tankautospuit treedt op in bluskleding tenzij door de OvD (of bevelvoerder) wordt gekozen voor het chemicaliënpak. De keuze voor een inzet in gaspak is belangrijk en hierbij zal het advies van de AGS van zeer groot gewicht zijn. De feitelijke keuze ligt in handen van de OvD, na advies van de AGS. 1.9
Inzet GHOR
Vanaf de inzet van de DECO-tankautospuit of het complete OGS-peloton is ondersteuning van de geneeskundige kolom noodzakelijk. Het gebruik van ontsmettingsmiddelen gebeurt op aanwijzingen van de AGS, vanuit zijn rol als ontsmettingsdeskundige, in overleg (telefonisch) met de GAGS. De GAGS adviseert de OvD-G en/of het HS-GHOR en wordt aangestuurd door het HS-GHOR.
Bij ontsmetting van slachtoffers worden de ontsmetters van de brandweer (DECO-tankautospuit) bijgestaan door het personeel van de eerst aankomende ambulance. Het personeel van de eerst aankomende ambulance zorgt voor het stabiliseren van de slachtoffers voor- en tijdens de ontsmettingsprocedure. Het transport van de slachtoffers naar ziekenhuizen gebeurt door de tweede en volgende ambulances. Zolang de inzet (ontsmettingsprocedure) duurt blijft het personeel van de eerst aankomende ambulance in de warm-zone. De ambulances met de ontsmette slachtoffers vertrekken vanuit de cold-zone. De MKA geeft de ziekenhuizen een voorwaarschuwing. De GAGS informeert het ziekenhuis waar de slachtoffers naar toe worden getransporteerd over de aard van de besmetting. De MKA informeert het ziekenhuis over de omvang van het aantal (te verwachten) slachtoffers. 1.10
De meetplanorganisatie
Bij het vrijkomen of ontsnappen van gevaarlijke stoffen kan het noodzakelijk zijn de regionale meetplanorganisatie operationeel te maken. Dit geschiedt op verzoek van de (H)OvD of de AGS. De meetplanorganisatie wordt vanaf het Actiecentrum Brandweer (ACB) aangestuurd door de Meetplanleider (MPL). De meetploegen opereren zowel in het brongebied (één meetploeg) als in het effectgebied. De lokale en OGS-tankautospuiten opereren in het brongebied. Zie Handboek Waarschuwings- en Verkenningsdienst.
12
Procedures OGS
2
Meldingsprocedure
2.1
Algemeen
Bij een melding van een incident met gevaarlijke stoffen en/of slachtoffers is het van belang zo snel mogelijk betrouwbare en ter zake doende informatie te beschikken. Daarom is het belangrijk vast te leggen welke informatie de centralisten op de GMZ bij een melding met een incident met gevaarlijke stoffen dienen te verzamelen. Deze gegevens worden zo snel mogelijk aan de Officier van Dienst en de AGS doorgegeven, zo mogelijk per fax of e-mail. Bij het verzamelen van relevante informatie blijft het doel zo snel mogelijk tot een verantwoorde alarmering van de juiste eenheden te komen. Zo snel mogelijk na het vaststellen van de aard van het incident en de locatie dient derhalve gealarmeerd te worden. 2.2
Incidentmelding
Ter ondersteuning van de centralist bij de incidentmelding, is een meldingformulier beschikbaar. De centralist hanteert dit formulier zodra duidelijk is dat de melding een incident met gevaarlijke stoffen betreft. 2.2.1 Incidentverwerking Op basis van de verkregen informatie kan de centralist de incidentmelding verder verwerken. Hiervoor is het belangrijk om over de volgende onderwerpen nog meer informatie te verkrijgen:
• • •
Meteo (actueel, korte en lange termijn) Andere hulpverleningsdiensten Plotten van klachten
De gegevens kunnen ook op het meldingformulier worden ingevuld (zie ”Werkinstructies centralist”).
3
Alarmeringsprocedure
Naast de hieronder beschreven alarmeringen worden de andere hulpverleningsdiensten (Meldkamer Politie en MKA) door de Meldkamer Zwolle op de hoogte gebracht van aard en omvang van het incident, alsmede van een bovenwindse aanrijroute. 3.1
Klein OGS
Bij Klein OGS wordt één lokale tankautospuit, een HV, de lokale OvD en de AGS gealarmeerd. 3.2
Middel OGS
Na het nader bericht Middel OGS worden door de GMZ naast de aanwezige eenheden bij Klein OGS de AGS en een tweede lokale tankautospuit gealarmeerd. Bovendien zal de centralist vragen of er ontsmetting van pakdragers en/of slachtoffers noodzakelijk is. Als ontsmetting van pakdragers noodzakelijk is worden de DECO-tankautospuit, de DECO-container (inclusief bediener deco) en de GAGS gealarmeerd. Als ontsmetting van 1-2 slachtoffers noodzakelijk is worden tevens minimaal twee ambulances gealarmeerd. Bovendien wordt opgeschaald naar GRIP-I of hoger. 3.3
Groot OGS
Na het nader bericht Groot OGS worden door de GMZ naast de aanwezige eenheden bij Middel OGS een derde lokale tankautospuit gealarmeerd. Bovendien zal de centralist, naast de vragen bij Middel OGS, vragen of de inzet van een compleet OGS-peloton noodzakelijk is. De alarmering voor ontsmetting van pakdragers en/of 1-2 slachtoffers is gelijk aan de omschrijving in paragraaf 3.2 Middel OGS. Als de inzet van een compleet OGS-peloton noodzakelijk is worden vier OGStankautospuiten, de DECO-tankautospuit, de PC OGS, de GAGS de DECO-container en de OGScontainer gealarmeerd. De alarmering van de OGS-tankautospuiten is locatie afhankelijk en kan gevonden worden op de kaartjes in paragraaf 3.5. Als de ontsmetting van >2 slachtoffers noodzakelijk is worden tevens voldoende ambulances gealarmeerd. Bovendien wordt opgeschaald naar GRIP-I of hoger. 3.4
Zeer Groot OGS
Na het nader bericht Zeer groot OGS worden door de GMZ naast de aanwezige eenheden bij Groot OGS een vierde lokale tankautospuit gealarmeerd. Bovendien zal de centralist, naast de vragen bij Middel en Groot OGS, vragen of interregionale bijstand noodzakelijk is. De alarmering voor ontsmetting van pakdragers en/of slachtoffers en de inzet van een compleet OGSpeloton is gelijk aan de omschrijving in paragraaf 3.3 Groot OGS. Ondersteuning van chemicaliën- of gaspakploegen wordt door de GMZ verkregen vanuit de buurregio’s. De bijstand komt de Veiligheidsregio IJsselland binnen via een uitgangsstelling en zal vanaf daar worden begeleid naar de plaats incident. Ondersteuning voor NBC-incidenten of grootschalige ontsmetting wordt door de GMZ verkregen vanuit het NBC-steunpunt (VNOG locatie Zutphen). De bijstand komt de Veiligheidsregio IJsselland binnen via een uitgangsstelling en zal vanaf daar worden begeleid naar de plaats incident. 3.5
Alarmeringsvolgorde
De kaartjes van de Veiligheidsregio IJsselland geven aan welke vier OGS-tankautospuiten uit zullen rukken, afhankelijk van de locatie in de regio. Hierbij wordt uitgegaan van de kortste aanrijtijd. Bij het niet beschikbaar zijn van een OGS-tankautospuit zal direct de daarop volgende OGS-tankautospuit gealarmeerd worden.
14
Procedures OGS
4
Uitrukprocedure
Teneinde de uitrukkende eenheden niet door een eventueel ontsnappende gaswolk te laten verplaatsen plaatst de GMZ zo spoedig mogelijk een startmal, op basis van de windrichting en de incidentlocatie, zodat gekozen kan worden voor een bovenwindse aanrijroute. Eventueel op een ander incident ingezette (spring)bemanningen dienen zo snel mogelijk te worden afgelost en zich inzetbaar te melden voor de OGS-inzet. Bij het uitrukken naar een incident met gevaarlijke stoffen binnen het eigen verzorgingsgebied hanteren alle eenheden de regionale procedures, ook de aanvullende eenheden zoals de DECO-tankautospuit en OGS-tankautospuiten rukken volgens de regionale procedure uit. Alle eenheden begeven zich rechtstreeks naar de plaats incident.
16
Procedures OGS
5
Verbindingen
5.1
Kanaalverdeling
Voor de kanaalverdeling wordt verwezen naar de werkinstructies voor de centralisten. 5.2
Klein, middel & (zeer) groot OGS
De normale verbindingsprocedure is van kracht. De verbindingsschema’s zijn opgenomen in de werkinstructies voor de centralisten.
6
Opstelprocedure
6.1
Algemeen
Het incident dient bovenwinds te worden benaderd, de voertuigen worden op ruime afstand opgesteld en de opstellijn wordt gemarkeerd. De opstelplaats is de plaats waar de brandweer bij aankomst het materieel opstelt en waar het personeel ‘stand-by’ blijft staan. De opstelplaats bevindt zich ten minste 25 meter bovenwinds van de grens van het ongeval. De opstellijn is een duidelijk met lint, pilonnen of een ketting gemarkeerde lijn, op ten minste 25 meter bovenwinds van de grens van het ongeval. Het materieel staat opgesteld achter deze opstellijn. Deze lijn is bedoeld als fysieke barrière tussen het veilige en onveilige gebied. Er moet voor gezorgd worden dat er een goede bereikbaarheid gewaarborgd blijft voor het overbrengen van eventuele slachtoffers en het aanen afvoeren van materialen. 6.2
Klein OGS
De bevelvoerder geeft aan waar de opstellijn met lint, pilonnen of een ketting gemarkeerd moet worden. Dit is een belangrijke stap in het aangeven van een veilig en onveilig gebied. In een tweede nader bericht geeft de bevelvoerder aan de RAC de definitieve opstelplaats door, alsook de ernst van het ongeval, of er slachtoffers zijn en gevaren voor de omgeving.
Lokale Ontsmetting
TAS1 HV
Vloei stof
Windrichting
TAS HV OvD AGS (info)
lokale opstellijn min. 25m
Figuur: Opstelprocedure Klein OGS 6.3
Middel OGS
Idem als in paragraaf 6.2. Klein OGS. Bij Middel OGS kunnen op aanvraag eventueel de DECOtankautospuit, de Deco-container (OGS-1, met bediener Deco) en een aantal ambulances ter plaatse worden gevraagd. De gebiedsindeling van het incidentgebied gebeurt volgens de richtlijnen van Hot, Warm en Cold Zone. Tevens moet alvast rekening worden gehouden met de OGS-2 container van het OGS-peloton.
18
Procedures OGS
COLD Zone WARM Zone HOT Zone
TAS1 HV TAS2 DECOTAS
Vloeistof
AMBU2
Windrichting
AMBU1
TAS 2x HV OvD AGS DECO-TAS DECO-container
parkeerlijn 300m
DECOContainer
opstelgebied
definitieve opstellijn ca. 40m
Figuur Opstelprocedure Middel OGS 6.4
Groot OGS
Idem als paragraaf 6.3. Middel OGS. Bij Groot OGS komt er een derde lokale tankautospuit bij. Op aanvragen komen eventueel vier OGS-tankautospuiten en de OGS-2 container extra. Deze dienen voldoende werkruimte te hebben voor inzet van chemicaliën- of gaspakken en het opzetten van het ontsmettingsveld. Bij een Groot OGS-inzet wordt gewerkt in drie gebieden: parkeer-, opstel- en incidentgebied. Deze gebieden worden gescheiden door de parkeerlijn en de definitieve opstellijn. 6.4.1 Parkeerlijn Deze lijn ligt ongeveer 300 meter bovenwinds van het incident in de Cold Zone. Vanaf deze lijn wordt bepaald hoe de eenheden bij de opstellijn worden opgesteld. De parkeerplaats van de CoH-container is eveneens op ongeveer 300 meter van het incident. 6.4.2 Opstellijn Locatie op minimaal 25 meter bovenwinds van het incident en geeft de grens van de Warm en Hot Zone aan. Deze plaats is meestal gekozen door de lokale tankautospuit. Na het opstellen van de Decocontainer zal de definitieve opstellijn ongeveer 15 meter het schone gebied inschuiven. De definitieve opstellijn geeft de grens aan van de Cold- en Warm Zone aan.
De DECO-tankautospuit verzorgt de waterlevering van de Deco-container. Na het afzetten van de noodzakelijke haakarmbakken zet de bemanning deze voertuigen in het parkeergebied. De PC OGS en de AGS bevinden zich bij de definitieve opstellijn en stemmen acties af met de inzetleider (LIMA), de ontsmettingsleider (OSCAR) en de logistiek leider (LOGO). De lokale OvD bevindt zich ook bij de definitieve opstellijn en stemt acties af met de PC OGS en de lokale bevelvoerder(s). Ook hij wordt geadviseerd door de AGS.
TAS1 OGS-Container HV TAS2-3
COLD Zone WARM Zone HOT Zone
DECO-TAS OGS-TAS1-4 Vloeistof
AMBU2 e.v.
Windrichting
TAS 3x HV OvD AGS DECO-TAS DECO-container PC OGS OGS-TAS 4x OGS-container parkeerlijn 300m
AMBU1 DECOContainer
opstelgebied
definitieve opstellijn ca. 40m
Figuur Opstelprocedure (Zeer) Groot OGS 6.5
Zeer Groot OGS
Idem als paragraaf 6.4. Groot OGS. Bij Zeer groot OGS komt er een vierde lokale tankautospuit bij. Op aanvraagt komt eventueel één, of meerdere, OGS-peloton(s) van buurregio’s en/of het NBC-steunpunt ter plaatse voor bijstand. De opstelprocedure komt overeen met die bij Groot OGS, echter met de kanttekening dat er niet één, maar meerder Deco-containers en/of het materieel van het Landelijk NBC-Steunpunt ingezet moeten gaan worden. Voor het goed kunnen functioneren van de decontaminatie-unit van het Landelijk NBCsteunpunt is een ruimte van 30 x 10 meter nodig. Voor het goed kunnen functioneren van de bevoorradingscontainer van het Landelijk NBC-steunpunt is een ruimte van 5 x 10 meter. De definitieve opstellijn zal hierdoor nog verder in het schone gebied verplaatst worden. 6.5.1
NBC-Steunpuntregio VNOG
Indien bijstand of ondersteuning gewenst is vanuit het NBC-steunpunt, vindt dit plaats volgens de “Operationele samenwerking- en bijstandsafspraken inzet NBC-peloton NBC-steunpuntregio Veiligheidsregio Boord- en Oost-Gelderland”. Zie werkinstructies Centralist, Officier van Dienst en AGS. Hierin is ondermeer vastgelegd: De taken van de NBC-steunpuntregio VNOG zijn: • Primaire taak: grootschalige (burger)ontsmetting door middel van een door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ter beschikking gestelde ontsmettingscontainer. De NBCsteunpuntregio VNOG levert de bemensing van de ontsmettingscontainer; • Secundaire taak: het ondersteunen van redding, in chemiepak; • Tertiaire taak: het ondersteunen van de bronbestrijding, in chemiepak; • Specifieke kennis / middelen voor detecteren. De AGS van de NBC-steunpuntregio VNOG levert meetapparatuur, en meetploegen van de NBC-steunpuntregio VNOG voeren de metingen uit.
20
Procedures OGS
Bij een NBC-incident in een van de genoemde regio’s werken zij volgens de reguliere OGS-procedures, bijstandmechanismen, en opschalingprocedures. De operationele leiding overeenkomstig de regels van de betrokken regio kan bij een incident waarbij NBC-middelen zijn betrokken of het vermoeden daarvan, besluiten tot het inzetten van het NBC-peloton van de NBC-steunpuntregio VNOG. Indien gewenst kan een regio ook verzoeken om onderdelen van het NBC-peloton. De opkomsttijd van het NBC-peloton bedraagt maximaal 2 uur. Dit is de benodigde tijd tussen binnenkomst van de melding bij de Gemeenschappelijke Meldkamer Apeldoorn en de aankomst van het NBC-peloton op de uitgangsstelling van de bijstandvragende regio. Het NBC-peloton begeeft zich naar de door de bijstandvragende regio aangegeven uitgangsstelling. Begeleiding vanaf de uitgangsstelling naar de plaats incident wordt verzorgd door de bijstandvragende regio. Het NBC-peloton bestaat uit: • Een decontaminatie-unit (HAB); • Een bevoorradingscontainer (HAB); • Manschappenwagen; • OvD-voertuig; • AGS-voertuig. De bijstandvragende regio zorgt voor de volgende vrije en vlakke oppervlakten voor het opstellen en het goed kunnen functioneren van de containers: • Decontaminatie-unit: 30 x 10 meter • Bevoorradingscontainer: 5 x 10 meter 6.6
Deco-container
De Deco-container (OGS-1, inclusief bediener deco) wordt ingezet als er slachtoffers zijn en/of er ontsmetting noodzakelijk is van ingezette pakdragers. Bij gebruik van de Deco-container beschikt men over warm water en een beschutte en verwarmde uitkleedplaats. De Deco-container staat gestationeerd aan kazerne Zwolle (Marsweg). In de “Werkinstructies Deco-container” (bijlage) wordt de inhoud van de container beschreven. 6.7
OGS-2 Container
De OGS-2 container wordt ingezet als er sprake is van een inzet van het OGS-peloton. De OGS-2 container staat gestationeerd aan de kazerne Steenwijk. In de “Werkinstructie OGS-2 Container” (bijlage) wordt de inhoud van de container beschreven.
7
Aankleedprocedure
7.1
Algemeen
Het aankleden van een chemicaliën- of gaspakdrager of ontsmetter vindt plaats volgens een bepaalde systematiek. Bij het elementair oefenen wordt ervoor gezorgd dat deze systematiek tot de direct uitvoerbare basisvaardigheden van de individuele chemicaliën- of gaspakdrager behoort. Het dragen van onderkleding is in alle gevallen op basis van fysiologische gronden verplicht. 7.2
Beschermende kleding voor ontsmetting slachtoffers
In de ”Werkinstructies OGS-peloton” is de aan- en uitkleedprocedure en de ontsmettingsprocedure voor beschermende kleding voor ontsmetting van slachtoffers opgenomen. Deze procedure is alleen van toepassing op de eerste ambulance en de DECO-tankautospuit. 7.3
Chemicaliënpak
In de “Werkinstructies OGS-peloton” is de aan- en uitkleedprocedure en de ontsmettingsprocedure voor chemicaliënpakken opgenomen. 7.4
Gaspak
In de “Werkinstructies OGS-peloton” is de aan- en uitkleedprocedure en de ontsmettingsprocedure voor gaspakken opgenomen. Deze procedure is alleen van toepassing op de OGS-tankautospuit.
22
Procedures OGS
8
Inzetprocedure
8.1
Algemeen
De inzetprocedure is er op gericht zo spoedig mogelijk en tegelijkertijd zo veilig mogelijk een totaalbeeld van de situatie te krijgen, eventuele reddingen uit te voeren en effectverminderende maatregelen te treffen. Kortom: verkennen, redden en stabiliseren. 8.2
Klein OGS
De inzet bij een Klein OGS is de verantwoordelijkheid van de lokale tankautospuit. Van groot belang is het dat bij een Klein OGS reeds zoveel als mogelijk en relevant wordt gewerkt volgens de inzetprocedure bij Middel- en Groot OGS. Hierdoor ontstaat eenduidigheid in het optreden, bovendien wordt de eventuele opschaling aanmerkelijk vereenvoudigd. De inzet wordt uitgevoerd onder leiding van de OvD. 8.3
Middel OGS
Bij Middel OGS wordt de inzet uitgebreid met een tweede lokale tankautospuit. Op aanvraag komen eenheden voor ontsmetting van slachtoffers en/of pakdragers extra ter plaatse. De opstelplaats is door de eerst aankomende eenheid gekozen. De opstellijn wordt bij aankomst van de DECO-tankautospuit verplaatst voor het opzetten van de DECO-container. De ontstane opstellijn (grens Warm en Cold Zone) wordt de definitieve opstellijn genoemd. De inzet wordt uitgevoerd onder leiding van de OvD, deze heeft de AGS ter beschikking als adviseur. Ter hoogte van de definitieve opstellijn vindt de briefing van de bevelvoerders en eventueel aanwezige OSCAR door de OvD plaats. 8.4
(Zeer) Groot OGS
8.4.1 Opstellijn De opstellijn (grens Hot en Warm Zone) is door de lokale tankautospuit gekozen 8.4.2 Plaatsing materieel en briefing inzet Ter hoogte van de definitieve opstellijn vindt de briefing van de bevelvoerders en eventueel aanwezige LIMA, OSCAR, LOGO en PC OGS plaats. Vervolgens starten de bevelvoerends met de hun toegewezen taken. 8.4.3 Verkenning Na het plaatsen van de definitieve opstellijn vindt een verkenning plaats door de lokale tankautospuit(en) in bluskleding of chemicaliënpak. Wanneer, bij een inzet van het OGS-peloton, de situatie nog niet (voldoende) verkend is door de lokale tankautospuit, kleden de verkenners van de OGS-tankautospuit zich in gaspak. Tenzij door de OvD, na overleg met de AGS, wordt aangegeven dat de verkenning in chemicaliënpak uitgevoerd kan worden. Het chemicaliënpak wordt gebruikt als de inzetsnelheid hoog moet zijn en de veiligheid van de drager gewaarborgd is met deze beschermende kleding.
Wanneer er gekozen wordt voor een chemicaliënpak houdt dit in dat de verkenners zeer duidelijke opdrachten moeten krijgen (dit geldt ook voor de inzet van de lokale tankautospuit): • Bovenwinds blijven en niet in een zichtbare wolk komen • Direct contact met de stof moet worden voorkomen • Explosiegevaarmeter mee • Slachtoffers eerst bovenwinds redden
Een gaspak als beschermende uitrusting voor de verkenners van de OGS-tankautospuit zou in dit geval een vertragende factor zijn. Er kunnen zich natuurlijk altijd bijzondere omstandigheden voordoen dat een gaspak ondanks deze vertragende factor toch noodzakelijk is. 8.4.4 Bevelvoering De (lokale) OvD is verantwoordelijk voor de directe bronbestrijding, hierbij ondersteund door de PC OGS (zie Commandostructuur 1.4.3.). De PC OGS wordt geassisteerd door de chauffeur/plotter van de derde of vierde OGS-tankautospuit.
De ontsmettingsleider (OSCAR) is afkomstig van de DECO-tankautospuit en draagt zorg voor de ontsmetting. De OSCAR zal in overleg met de PC OGS en de ontsmettingsdeskundige (AGS) zorg dragen voor de juiste procedure en middelen bij de ontsmetting. De OSCAR wordt geassisteerd door zijn chauffeur/plotter. De inzetleider (LIMA) is afkomstig van de eerste OGS–tankautospuit en zal in overleg met de PC OGS en de AGS zorg dragen voor de inzet van chemicaliën- en/of gaspakkenteams. De LIMA wordt geassisteerd door zijn chauffeur/plotter welke verantwoordelijk is voor de plotting en ademluchtregistratie van de ingezette en de stand-by ploegen. De logistiek leider (LOGO) is afkomstig van de tweede OGS-tankautospuit en zal in overleg met de PC OGS en de Adviseur Gevaarlijke Stoffen zorg dragen voor de aan- en afvoer van (besmette) spullen. De LOGO wordt geassisteerd door zijn chauffeur/plotter. De bevelvoerders van de derde en vierde OGS-tankautospuit assisteren, indien noodzakelijk, de LIMA, OSCAR en LOGO. 8.4.5 Eerste verkenning De verkenners hebben de opdracht om door middel van waarnemingen zoveel mogelijk informatie te vergaren over het aantal slachtoffers en de aard en omvang van het incident. 8.4.6 Redding Indien er sprake is van een (nood)redding wordt, door de verkenners, het aangetroffen slachtoffer zo mogelijk vervoerd naar de rand van de Hot Zone, zodat deze na het ontkleden en ontsmetten overgedragen kan worden aan de tweede ambulance.
Als een slachtoffer bekneld is en de bevrijding geruime tijd zal vergen, zou dit in kunnen houden dat de verkenners relatief langdurig met de gevaarlijke stof in aanraking zullen kunnen komen. In dit geval kan de OvD in overleg met de AGS beslissen de bevrijding te laten uitvoeren door een gaspakkenteam. 8.4.7 Bronbestrijding De bronbestrijding zal worden uitgevoerd in de voor de stof benodigde beschermende kleding. Deze zal door de OvD en de AGS aan de hand van de resistentietabel (zie “Werkinstructies OGS-peloton”) worden vastgesteld. De werkzaamheden zijn gericht op stabilisatie van de gevaarlijke situatie, zodanig dat verdere incidentbestrijding in een eenvoudiger soort beschermende kleding kan plaatsvinden.
24
Procedures OGS
9
Ontsmettingsprocedures
9.1
Algemeen
De ontsmetting wordt verzorgd door het personeel van de DECO-tankautospuit. Als de DECO– tankautospuit (nog niet) ter plaatse is zal een noodontsmetting uitgevoerd, danwel voorbereid, worden door het personeel van de lokale tankautospuit. 9.2
Taak Adviseur Gevaarlijke Stoffen (AGS)
9.2.1
De AGS geeft zo snel mogelijk aan de ontsmettingsleider (OSCAR) aan welke ontsmettingsmiddelen moeten worden toegepast en in welke volgorde er moet worden ontsmet. 9.2.2
De AGS geeft aan de OSCAR aan, op welke wijze na de voltooide ontsmetting op een voldoende geslaagde ontsmetting kan worden gecontroleerd. 9.2.3
De AGS geeft aan de OSCAR aan, op welke wijze met mogelijke besmette materialen en materieel moet worden omgegaan. 9.3
Taak ontsmettingsleider (OSCAR)
9.3.1
De ontsmettingsleider (OSCAR) blijft gedurende de gehele inzet aan de veilige zijde van de opstellijn (cold zone) en houdt rekening met de eigen veiligheid gerelateerd aan: • Uitdampende kleding en uitrusting • Noodontsmetting • Resistentie problemen 9.3.2
De OSCAR houdt in de verschillende stadia van het ontsmettingsveld (Deco-container) contact met de OvD of PC OGS, de AGS, de bediener deco en het ontsmettingsteam. Hij voert de door de OvD of PC OGS en de AGS gegeven aanwijzingen zorgvuldig uit. 9.3.3
De OSCAR draagt, samen met de bediener deco, zorg voor het opzetten en opruimen van de Decocontainer. Hij geeft daartoe de nodige opdrachten aan het ontsmettingsteam. Na het plaatsen van de Deco-container meldt de OSCAR dit aan de OvD en PC OGS. 9.3.4
De OSCAR draagt er zorg voor dat de helpers zich volgens de aankleedprocedure aankleden en gebruik maken van de benodigde beschermende middelen. De OSCAR ziet toe op het tijdig aflossen en een juiste ontsmetting van de helpers en de ontsmetters. 9.3.5
Tevens geeft de OSCAR aanwijzingen omtrent de ontsmetting en het verblijf op de wachtplaats. Hij geeft de gaspakploeg opdracht de meerurenaansluiting aan te koppelen. 9.3.6
De OSCAR geeft aan de chemicaliën- of gaspakploeg tijdens de ontsmetting aanwijzing betreffende de wederzijdse ontsmetting met borstel en ontsmettingsmiddel. Daarbij let hij in het bijzonder op: • Rits en –afdichtingen • Handschoenen
• •
Zwaar besmette delen van het pak Schoeisel en profielen/loopvlakken
Hij bepaalt het moment waarop de volgende fase van de ontsmetting in kan gaan. 9.3.7
De OSCAR ziet er op toe dat door de helpers op voldoende intensieve manier wordt vastgesteld dat er sprake is van voldoende ontsmetting. 9.3.8
Indien de ontsmetting voldoende blijkt, geeft de OSCAR de helpers opdracht tot het afdrogen van de pakken en ziet toe op een correcte uitvoering. 9.3.9
De OSCAR geeft de helpers van de gaspakdragers opdracht de meerurenaansluiting af te koppelen. Vervolgens krijgen de chemicaliën- of gaspakdragers opdracht in de Deco-container te stappen om het pak te laten ontsmetten en vervolgens uit te trekken 9.3.10
De OSCAR kan, na overleg met de ontsmettingsdeskundige (AGS), bepalen dat er nadere persoonlijke ontsmetting van een personeelslid dient te worden uitgevoerd. Hij controleert de uitvoering hiervan. 9.3.11
De OSCAR geeft de helpers opdracht de gebruikte chemicaliën- of gaspakken in een overmaats vat of een plastic zak te deponeren. 9.3.12
De OSCAR wordt bij alle te vervullen taken bijgestaan door een plotter (chauffeur OGS-tankautospuit). 9.4
Taak ontsmettingsteam
9.4.1
Het ontsmettingsteam bouwt de Deco-container op, samen met de bediener deco) en houdt zich daarbij aan de aanwijzingen van de OSCAR. Na de inzet breekt het ontsmettingsteam de Deco-container ook weer af. 9.4.2
Het ontsmettingsteam zorgt ervoor dat de benodigde ontsmettingsmiddelen tijdig gereed zijn. Het team bereidt de voor de ontsmetting benodigde mengsels, één en ander op aanwijzingen van de OSCAR en de ontsmettingsdeskundige (AGS). 9.4.3
Het ontsmettingsteam ziet toe op en draagt bij aan een voldoende ontsmetting van de slachtoffers en het ingezette personeel. 9.4.4
Het ontsmettingsteam zal in een noodgeval de betrokken personeelsleden middels de noodontsmettingsprocedure ontsmetten. De noodprocedure is er op gericht een personeelslid zodanig te ontsmetten, dat hij/zij het pak kan verlaten, zonder gevaar voor zichzelf of derden. 9.4.5
Het ontsmettingsteam wordt bijgestaan door de bemanning van de eerst aankomende ambulance. Het ambulanceteam in de DECO-container draagt zorg voor de stabilisatie van het slachtoffer en het transport van het slachtoffer naar de gereedstaande tweede ambulance. 9.4.6
Het ontsmettingsteam kan, indien noodzakelijk, worden ondersteund door de chemicaliënpakdragers van de OGS-tankautospuiten.
26
Procedures OGS
9.5
Noodontsmetting
De noodontsmettingsprocedure wordt gebruikt als een chemicaliën- of gaspakdrager op snelle wijze, zonder een complete ontsmetting, het pak moet verlaten of indien de Deco-container nog niet aanwezig is. Er kunnen verschillende redenen zijn voor een noodontsmetting o.a. onwel worden van de pakdrager, beschadiging van het chemicaliën- of gaspak enz. De chemicaliën- of gaspakdrager wordt door het ontsmettingsteam ontsmet door afspoelen met een overmaat water (HD-straal) en eventueel gebruik makend van de aanwezige ontsmettingsmiddelen in de OGS-aanhanger. Na het afspoelen en ontsmetten wordt het chemicaliën- of gaspak geopend. Het openen kan gebeuren middels de ritssluiting of door het open snijden of knippen van het chemicaliën- of gaspak. De veiligheid van de pakdrager komt ook hier op de eerste plaats! Het ontsmettingsteam zorgt er voor dat de pakdrager op veilige wijze uit het chemicaliën- of gaspak kan komen of gehaald worden. Hierna kan de pakdrager ter controle overgedragen worden aan de ambulancedienst.
10
Ontsmetting slachtoffers
10.1
Algemeen
In dit hoofdstuk is de multidisciplinaire inzetprocedure voor de ontsmetting van slachtoffers beschreven. Voor meer informatie verwijst de GHOR naar o.a. de actuele procedures GHOR en het protocol Decontaminatie. 10.2
Alarmering en aanrijroute
Bij een incident met gevaarlijke stoffen, waarbij mogelijk sprake is van slachtoffers en/of vermisten, alarmeert de Meldkamer Ambulancezorg (MKA): • Ambulances (het aantal ambulances is gelijk aan het aantal (mogelijke) slachtoffers plus één • De Officier van Dienst Geneeskundig (OvD-G) • De Gezondheidskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen (GAGS) als adviseur van de OvD-G en/of het Hoofd Sectie GHOR • Het Hoofd Sectie GHOR (HS GHOR) De MKA vraagt de RAC de windrichting en de geadviseerde (bovenwindse) aanrijroute. De MKA stemt dit af met de geneeskundige eenheden. De MKA geeft het ziekenhuis / de ziekenhuizen een voorwaarschuwing. 10.3
Eerste en tweede ambulance
De eerste ambulance stelt zich op aanwijzingen van de brandweer op in de warm zone. Dit gebeurt conform de “Werkinstructie OGS-peloton”. De brandweer geeft het personeel van de eerste ambulance beschermende kleding. De eerste ambulance blijft in de warm zone. Het personeel van de eerste ambulance stabiliseert het slachtoffer en draagt het slachtoffer over aan de tweede ambulance. De tweede ambulance stelt zich op de grens van de warm- en cold-zone op (conform aanwijzingen van de brandweer). De tweede ambulance vervoert het geredde en ontsmette slachtoffer naar het ziekenhuis, draagt het slachtoffer over en keert (als nodig) terug naar de incidentlocatie. 10.4
Taak Officier van Dienst Geneeskundig (OvD-G)
De OvD-G: • Stuurt geneeskundige eenheden aan • Neemt deel aan het CoPI • Overlegt zonodig met de GAGS • Onderhoudt contacten met de MKA, ingezette ambulances, ziekenhuizen, HS GHOR, etc. • Voor overige taken wordt verwezen naar de Procedure GHOR 10.5
Taak Gezondheidskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen (GAGS)
De GAGS adviseert het HS GHOR en/of de OvD-G. Hij adviseert meestal telefonisch. Eventueel gaat de GAGS naar het RCC. De GAGS komt niet ter plaatse van het incident. De GAGS beoordeelt of er schade aan de gezondheid van bevolking en hulpverleners kan optreden (op korte en lange termijn) door directe of indirecte blootstelling aan vrijgekomen NBC-stoffen. Hij geeft een indicatie van het type en de ernst van gezondheidseffecten die bij (eventuele) blootstelling kunnen optreden. Ook adviseert hij over de te verwachten ontwikkeling van symptomen en klachten.
28
Procedures OGS
Contact met de GAGS verloopt voor de brandweer via de OvD-G of het HS-GHOR. De GAGS neemt vaak contact op met de AGS/MPL. 10.6
Taak Adviseur Gevaarlijke Stoffen (AGS)
De AGS geeft, na overleg met de GAGS, aan de OSCAR aan, op welke wijze eventuele slachtoffers kunnen worden ontsmet. En op welke wijze na de ontsmetting een, in relatie tot de mate van urgentie van behandeling/vervoer, op een voldoende ontsmetting kan worden gecontroleerd. Met name de veiligheid van het ambulancepersoneel is hierbij een belangrijk criterium. 10.7
Taak ontsmettingsleider (OSCAR)
De OSCAR geeft opdrachten aan de terugkerende chemicaliën- of gaspakploeg met betrekking tot een eventueel meegevoerd (besmet) slachtoffer.
11
Uitkleedprocedure
11.1
Algemeen
Het uitkleden van chemicaliën- of gaspakdragers vindt plaats volgens een bepaalde systematiek. Bij het elementair oefenen wordt er voor gezorgd dat deze systematiek tot de direct uitvoerbare basisvaardigheden van de individuele chemicaliën- of gaspakdrager behoort. 11.2
Beschermende kleding voor ontsmetting slachtoffers
In de “Werkinstructies OGS-peloton” is de aan- en uitkleedprocedure voor beschermende kleding voor ontsmetting van slachtoffers opgenomen. Deze procedure is alleen van toepassing voor de ambulances en de DECO-tankautospuit. 11.3
Chemicaliënpak
In de “Werkinstructies OGS-peloton” is de aan- en uitkleedprocedure voor chemicaliënpakken opgenomen. 11.4
Gaspak
In “Werkinstructies OGS-peloton” is de aan- uitkleedprocedure procedure is alleen van toepassing voor de OGS-tankautospuit.
30
voor gaspakken opgenomen. Deze
Procedures OGS
12
Omkleed- en registratieprocedure
12.1
Omkleden
Het omkleden behoort tot de basisvaardigheden van de chemicaliën- en gaspakdragers. Het ondersteunend personeel dient ervoor te zorgen dat de nodige kleding voor ingezet personeel aanwezig is. Na het omkleden dient het ingezette personeel zich bij de plotter te melden om het personeelsregistratieformulier verder in te vullen. Het ingezette personeel wordt na de registratie binnen één kwartier naar de dichtstbijzijnde brandweerkazerne overgebracht of wordt ter plaatse verzorgd. 12.2
Plotting en registratie
12.2.1 Algemeen De plotting en registratie van de in te zetten teams is van het allergrootste belang. De ademluchtregistratie waarborgt dat ingezet personeel niet zonder ademlucht komt. De registratie van de stof(fen) waarmee gewerkt is, is van belang in het kader van de personele nazorg en overigens ook een wettelijke verplichting. Het plotten en registreren valt onder de verantwoordelijkheid van de inzetleider (LIMA) en wordt uitgevoerd door de chauffeur van de eerste OGS-tankautospuit. Zie “Werkinstructies OGS-peloton”.
Naast plotting en registratie van het personeel, dient registratie van (mogelijk) met gevaarlijke stoffen besmet geraakte materialen plaats te vinden. Registratie van (mogelijk) met gevaarlijke stoffen besmet geraakte materialen valt onder de verantwoordelijkheid van de OSCAR en wordt uitgevoerd door de chauffeur van de DECO-tankautospuit. Zie “Werkinstructies OGS-peloton”. 12.2.2 Ademluchtregistratie De ademluchtregistratie vindt plaats op basis van: • De in het ademluchttoestel bij aanvang inzet aanwezige luchtvoorraad van minimaal 300 bar • Een gemiddeld luchtverbruik van 40 l/min • Terugkeer in het ontsmettingsveld (warm zone) ruim voordat het reservedrukwaarschuwingssignaal in werking treedt
Ten behoeve van de ademluchtregistratie worden de gegevens tijdens een inzet vastgelegd op een ademluchtregistratieformulier. In “Werkinstructies OGS-peloton” is een overzicht van het gebruikte formulier opgenomen. 12.2.3 Registratie besmette goederen Besmet materiaal en apparatuur wordt in principe in de warm zone ontsmet. Na het ontsmetten worden de goederen door de helpers in de plastic zakken of overmaatse- of bergingsvaten gedaan. Deze gevulde zakken en/of vaten worden voorzien van een ingevuld registratieformulier (zie “Werkinstructies OGSpeloton”). Het registratieformulier dient voor het aangeven van de mogelijke besmetting van het chemicaliën- of gaspak en kan ook gebruikt worden als registratieformulier voor het persoonlijk dossier van de pakdrager. Ook de ontsmetting van mogelijk besmet materiaal dient geregistreerd te worden door middel van een registratieformulier.
13
Noodprocedure
13.1
Algemeen
Onder een noodsituatie wordt een onverwachte gebeurtenis verstaan met (mogelijke) vergroting van het gevaar waarbij afgeweken moet worden van de standaardprocedures. Als algemene filosofie geldt hierbij dat het ingezette personeel teruggehaald wordt, er wordt hergestructureerd en opnieuw ingezet. De volgende noodsituaties worden onderscheiden: • scenario 1: het uitvallen van de communicatiemiddelen • scenario 2: plotselinge verergering van de lekkage • scenario 3: het ontstaan van brand c.q. het zich voordoen van een explosie • scenario 4: onvoldoende resistentie van het gaspak • scenario 5: gaspakdrager onwel/gewond/bekneld/in ademnood In geval van een noodsituatie geldt de volgende procedure: 1. de OvD, PC OGS en de AGS begeven zich onmiddellijk naar de inzetleider (LIMA) en vormen een nood-commando-team 2. er geldt een algehele radiostilte 3. de stand-by ploeg wordt inzetgereed gemaakt en gelijktijdig wordt een nieuw stand-by team geformeerd 4. de OvD-G en GAGS worden geïnformeerd 5. de DECO-container wordt gereed gemaakt voor een noodontsmetting 6. de HOvD wordt direct in kennis gesteld dat er een noodsituatie is 7. bij Klein OGS of Middel OGS opschalen naar Middel OGS respectievelijk Groot OGS Aangezien een noodsituatie gekenmerkt wordt door het feit dat niet meer gewerkt kan worden volgens de normale procedures, zijn geen pasklare oplossingen te formuleren voor de verschillende situaties. Scenario 3, 4 en 5 kunnen ook leiden tot een “bijna ongeval”. In de “Werkinstructies OGS-peloton” worden per scenario enige aandachtspunten gegeven die gelden naast de bovenstaande procedure.
32
Procedures OGS
14
Opruimprocedure
14.1
Algemeen
Al het materiaal dat voorbij de opstellijn is geweest, wordt als besmet beschouwd. Alleen de AGS kan het tegendeel vaststellen of (laten) bepalen. 14.2
Verantwoordelijkheden
14.2.1 Helpers Afhankelijk van de situatie dient te worden besloten welk personeel de ontsmetting van het materiaal en materieel gaat doen. De ontsmetting van materiaal is er op gericht dat het materiaal ter definitieve ontsmetting aan de dichtstbijzijnde werkplaats aan te kunnen bieden. Aldaar dient het materiaal zonder verdere persoonlijke bescherming ontsmet te kunnen worden. 14.2.2
• • 14.2.3
• • 14.2.4
• 14.2.5
• • 14.2.6
• •
Ontsmettingsleider (OSCAR) Draagt zorg voor het registreren van alle (ontsmette) personen Is verantwoordelijk voor de persoonsregistratie Logistiek Leider (LOGO) Heeft de feitelijke leiding tijdens de ontsmetting van materiaal en materieel Draagt zorg voor het registreren van alle materialen Inzetleider (LIMA) Is verantwoordelijk voor de ademluchtregistratie PC OGS Is verantwoordelijk voor de juiste afvoer van de materialen Is verantwoordelijk voor toezicht op ademlucht-, persoons- en materiaalregistratie Ontsmettingsdeskundige (AGS) Controleert op juiste en volledige ontsmetting van materialen en materieel, geeft zo nodig aanwijzingen Adviseert de PC OGS omtrent de afvoer van materialen
14.3
De Deco-container
De Deco-container wordt, samen met de bediener deco, opgeruimd en weer inzetgereed gemaakt. Het inzetgereed maken is, na daadwerkelijke inzet, pas aan de kazerne (Zwolle, Marsweg) mogelijk. 14.4
De OGS-2 container
De OGS-2 container wordt, samen met de chauffeur van het haakarmvoertuig, opgeruimd en weer inzetgereed gemaakt.
15
Nazorgprocedure
15.1
Algemeen
De nazorgprocedure vormt de overgang van het operationeel optreden naar de beheerssituatie. Hiertoe is het noodzakelijk dat informatie vanuit het operationeel optreden aan de beheersverantwoordelijke(n) wordt overgedragen. 15.2
Ademlucht en personeelsregistratie
De PC OGS is verantwoordelijk voor de correcte invulling van alle ademlucht- en personeelsregistratieformulieren. De registratieformulieren zijn opgenomen in ”Werkinstructies OGSpeloton”. • • • •
De gegevens worden door de op het formulier aangegeven functionarissen ingevuld. Het formulier kan gekopieerd worden voor het persoonlijk dossier van het personeelslid. Na ondertekening door betrokkenen, dient het formulier ter archivering doorgestuurd te worden naar de afdeling personeelszaken van het betreffende korps. De afdeling personeelszaken neemt het formulier op in het persoonlijk dossier van betrokkene.
15.3
Personele nazorg
15.3.1 Evaluatie Alle inzetten (Zeer) Groot OGS zullen door de zorg van de Veiligheidsregio IJsselland worden geëvalueerd. Daarbij zal het ingezette personeel, via de beheersorganisatie, worden betrokken. De evaluatie van Klein OGS en Middel OGS is een lokale verantwoordelijkheid. Door de Veiligheidsregio IJsselland zal erop worden aangedrongen hierbij betrokken te zijn. 15.3.2 Bedrijfsopvang De beheersorganisaties worden verantwoordelijk geacht voor de bedrijfsopvang. Door de Veiligheidregio IJsselland zal, indien nodig, de bedrijfsopvang worden gecoördineerd. 15.3.3 Rapportage De PC OGS is verantwoordelijk voor rapportage van inzetten Groot OGS en (Zeer) Groot OGS.
15.4
Nazorg materaal en materieel
15.4.1 Algemeen De PC OGS bepaalt op advies van de AGS de te nemen maatregelen voor verwerking van het ingezette materiaal en de ontsmetting van materieel. Ingezette chemicaliën- en gaspakken en de inzetpakken van de ontsmetters worden onderhouden in de dichtstbijzijnde werkplaats.
Het aangeboden materaal is in principe te ontsmetten zonder verder gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. De ontsmettingsdeskundige (AGS) kan eventueel anders bepalen en aanwijzingen geven. Voor een goede registratie en behandeling is een correct ingevuld registratieformulier van groot belang. Overig chemisch afval kan afgevoerd worden naar de ROVA. 15.4.2 Chemicaliën- en gaspakken Indien naar oordeel van de ontsmettingsdeskundige (AGS), na overleg met de leverancier, de pakken niet meer betrouwbaar zijn te reinigen, worden deze inclusief de bergingsvaten direct afgevoerd naar het Depot Klein Chemisch Afval (ROVA). Hierbij dienen de vaten te zijn voorzien van een registratieformulier om de inhoud kenbaar te maken. De HOvD, PC OGS en AGS worden direct op de hoogte gesteld van de verminderde inzetbaarheid van het OGS-peloton. Indien reiniging wel mogelijk is, worden de pakken in een overmaats vat of geschikte plastic zak overgebracht naar de dichtstbijzijnde kazerne.
34
Procedures OGS
15.4.3 Ademluchttoestellen Gezien het ademluchttoestel en het gelaatsmasker in het chemicaliën- of gaspak gedragen wordt, kan het toestel op de normale wijze door de adembeschermingswerkplaats behandeld worden. In geval van twijfel of vervuiling van het toestel, laten beoordelen door de ontsmettingsdeskundige (AGS) en de toestellen in een geschikte plastic zak of overmaats vat naar de dichtstbijzijnde werkplaats voorzien van een registratieformulier 15.4.4 Portofoons Indien tijdens een inzet geen bijzonderheden zijn opgetreden, kunnen portofoons als normaal gebruikt zijnde worden behandeld. In geval van lichte vervuiling dient deze in overleg met de ontsmettingsdeskundige (AGS) ontsmet te worden. In geval van twijfel of ernstige vervuiling van de portofoon dient deze vernietigd te worden. In geval van een defecte portofoon, wordt deze in een geschikte plastic zak voorzien van een registratieformulier opgestuurd naar het RCB (Zwolle, Koggelaan). 15.4.5 Handdoeken De handdoeken worden in een gesloten plastic zak, voorzien van een registratieformulier, aan de kazerne Zwolle (Marsweg) aangeboden. Als reiniging niet meer mogelijk is worden de handdoeken naar het depot Klein Chemisch Afval (ROVA) gebracht. 15.4.6 Onderkleding De onderkleding kan ter reiniging aan een stomerij aangeboden worden. 15.4.7 Gereedschap De AGS bepaalt de te volgen werkwijze voor ontsmetting. 15.4.8 Slangen Gebruikte slangen worden op de plaats van het incident zodanig schoongemaakt dat normale reiniging in de slangenwerkplaats mogelijk is. Ter vermijding van misverstanden worden de slangen voorzien van een registratieformulier. 15.4.9 Materieel De AGS bepaalt de te volgen werkwijze voor ontsmetting.
16
Begrippenlijst
AGS
Adviseur Gevaarlijke Stoffen, treedt op als adviseur voor de lokale OvD en de PC OGS op het gebied van bronbestrijding, effectbestrijding en ontsmetting bij incidenten waar gevaarlijke stoffen bij betrokken zijn
Aanrijroute
De route van de kazerne / opstelplaats naar de plaats van het incident. De aanrijroute is zodanig gekozen dat zij bovenwinds gelegen is. De ingezette voertuigen komen in niet in aanraking met de eventueel vrijgekomen gassen of dampen van het incident
Brongebied
Het brongebied is het gebied waar de bron van het incident zich bevindt (hot zone)
Centralist
Medewerker van de Gemeenschappelijke Meldkamer Zwolle
Chemicaliënpakploeg
Een ploeg van twee mensen die gekleed zijn in chemicaliënpak
Deco-container
Een container die specifiek is ingericht voor de ontsmetting van slachtoffers en ingezet personeel bij een incident met gevaarlijke stoffen
Deco-tankautospuit
Uitrukvoertuig met een DECO bemanning, bestaande uit een bevelvoerder, 4 ontsmetters en een chauffeur/plotter.
Effectgebied
Het effectgebied is het benedenwindse gebied buiten het brongebied dat bij een incident betrokken is door het vrijkomen van gevaarlijke of overlast bezorgende stoffen
GAGS
Gezondheidskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen
Gaspakploeg
Een ploeg van twee mensen die gekleed zijn in een gaspak
GHOR
Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen
GMZ
Gemeenschappelijke Meldkamer Zwolle
HV
Hulpverleningsvoertuig
HOvD
Hoofdofficier van Dienst
HS-GHOR
Hoofd Sectie GHOR
Incidentgebied
Het incidentgebied is het brongebied én het effectgebied (hot zone)
Inzetduur
De tijd in minuten of uren dat er ingezet kan worden om een incident te stabiliseren of af te ronden
Inzetleider
De inzetleider is de bevelvoerder van de eerste OGS-tankautospuit en geeft leiding aan de chemicaliën- en gaspakdragers in het brongebied. Hij/zij is daarvoor opgeleid en zorgt voor het bijhouden van de vaardigheden
Inzettijd
De tijd in minuten dat een persoon ingezet kan worden voor het
36
Procedures OGS
uitvoeren van een verkenning of bronbestrijding. Deze tijd wordt meestal beperkt door de aanwezige hoeveelheid ademlucht en de te verrichten inspanning LOGO
De inzetleider is de bevelvoerder van de tweede OGStankautospuit en geeft leiding aan twee chemicaliënpakdragers. Hij/zij is verantwoordelijk voor de aan- en afvoer van (besmette) materialen, assisteert LIMA en OSCAR. Hij/zij is eventueel (tijdelijk) vervanger van LIMA , is daarvoor opgeleid en zorgt voor het bijhouden van de vaardigheden
LIMA
Zie inzetleider
MKA
Meldkamer Ambulancezorg
Meetplanorganisatie
De meetplanorganisatie bestaat uit een Meetplanleider en meerdere meetploegen. De meetploegen worden door de meetplanleider ingezet in het effectgebied om door metingen in lucht de concentratie van gevaarlijke gassen / dampen / stoffen te bepalen
Meetplanleider
De meetplanleider is de AGS van een naburige regio (Twente of VNOG) die meetploegen aanstuurt in het effectgebied
NBC incident
Een incident met nucleaire, biologische of chemische stoffen
NBC-steunpunt
Landelijk steunpunt voor ontsmetting van slachtoffers na een incident met Nucleaire, Biologische of Chemische stoffen
OGS
Ongevalsbestrijding Gevaarlijke Stoffen
OGS-aanhanger
Aanhangwagen gekoppeld aan een OGS-tankautospuit waarin zich de gaspakken, verbindingsmiddelen en overige materialen bevinden noodzakelijk voor een snelle inzet
OGS container
Een container die allerlei hulpmiddelen bevat die bij een inzet met gevaarlijke stoffen noodzakelijk kunnen zijn
OGS-tankautospuit
Uitrukvoertuig met een OGS bemanning, bestaande uit een bevelvoerder, 2 chemiepakdragers, 2 gaspakdragers en een chauffeur/plotter.
Ontsmettingsdeskundige
De AGS zal optreden als ontsmettingsdeskundige en aanwijzingen geven omtrent de te gebruiken ontsmettingsmethode en –middelen
Ontsmettingsleider
De ontsmettingsleider is de bevelvoerder van de DECOtankautospuit en geeft leiding aan het ontsmettingsteam in de Deco-container. Hij/zij is daarvoor opgeleid en zorgt voor het bijhouden van de vaardigheden.
Ontsmettingsteam
Het ontsmettingsteam bestaat uit twee brandweermensen (ontsmetters deco-tankautospuit) en het personeel van de eerste ambulance. Zij zijn werkzaam in de Deco-container. Zij zijn gekleed in speciale kleding voor de ontsmettingsploeg.
Opstelgebied
Het opstelgebied is het schone gebied (cold zone) voor de opstellijn waar de voertuigen geplaatst worden.
Opstellijn (definitief)
De lijn die de scheiding aangeeft tussen de Warm en de Cold Zone. Deze lijn ligt, in verband met het plaatsen van de deco-container, 15 meter bovenwinds van de voorlopige (lokale) opstellijn
Opstellijn (voorlopig, lokaal)
De opstellijn is de lijn die de scheiding aangeeft tussen (mogelijk) besmet gebied en schoon gebied minimaal 25 meter bovenwinds van het incident
Opstelplaats
De plaats waarop de brandweer bij aankomst het materieel opstelt en waar het personeel stand-by blijft staan. De opstelplaats bevindt zich tenminste 25 meter bovenwinds van de grens van het incident
Parkeerlijn
Deze lijn ligt ongeveer 300 meter bovenwinds van het incident in de Cold Zone
OSCAR
Zie ontsmettingsleider
OvD
Officier van Dienst (lokaal)
OvD-G
Officier van Dienst Geneeskundig
PC OGS
Pelotonscommandant Ongevalbestrijding Gevaarlijke Stoffen eenheid. Treedt op als leidinggevende van de OGStankautospuiten vanaf Groot OGS.
Parkeergebied
Het gebied dat aangewezen is voor het parkeren van voertuigen die niet direct deelnemen aan de bronbestrijding wordt het parkeergebied genoemd
Parkeerlijn
De parkeerlijn geeft de afscheiding van het parkeergebied aan ten opzichte van het inzetgebied.
Plotter
Een plotter is chauffeur van een OGS-tankautospuit of de DECOtankautospuit. Hij/zij assisteert PC OGS, LIMA, OSCAR of LOGO.
Stand-by ploeg
De stand-by ploeg zit in het schone gebied (Cold Zone) inzetgereed bij de inzet van chemicaliën- of gaspakdragers in besmet brongebied (hot zone). De stand-by ploeg moet in geval van nood direct hulp kunnen bieden aan de ingezette chemicaliën- of gaspakploeg
OGS-tankautospuit
Een eenheid bestaat uit de bemanning van één TAS, bestaande uit een bevelvoerder, twee chemicaliënpakdragers, twee gaspakdragers en een chauffeur
TAS
Tankautospuit (standaard uitgerust met 4 chemiepakken)
VNOG
Veiligheidsregio Noord en Oost Gelderland
Waarschuwings- en Verkenningsdienst
Specialisten die zijn opgeleid om in het effectgebied door metingen in lucht de concentratie van gevaarlijke gassen / dampen / stoffen te bepalen
Windrichting
De windrichting is de richting waaruit de wind waait. Een westenwind komt uit het westen en waait richting het oosten.
38