Privé gebruik auto
BTW: Privégebruik auto Wijzigingen met betrekking tot de verwerking van het privé gebruik auto voor de BTW per 1 juli 2011. vanaf 1 juli 2011
Smit en de Wolf • Scheveningseweg 10 • 2517 KT • Den Haag • 070 356 07 95 • www.smitwolf.nl
Met ingang van 1 juli 2011 zijn de regels voor de BTW-correctie privégebruik auto van de zaak gewijzigd. Dit betekent dat over de eerste helft van 2011 de oude regels nog worden toegepast en over de tweede helft van 2011 de nieuwe regels. Vanaf 1 januari 2012 gelden alleen nog de nieuwe regels.
De nieuwe regels zijn te danken aan een recente uitspraak van de Rechtbank Haarlem. In deze uitspraak oordeelde de Rechtbank dat het onderscheid dat de staatssecretaris in zijn beleid maakt door bij de BTW-correctie aansluiting te zoeken bij de bijtelling voor de inkomsten- en loonbelasting, voor de BTW niet relevant is. Volgens de rechtbank is hierdoor sprake van begunstigend beleid voor gebruikers van milieuvriendelijke auto’s ten opzichte van gebruikers van andere auto’s, terwijl, aldus de rechtbank, alle auto’s als gelijke gevallen moeten worden gezien. De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat alle belastingplichtigen zich kunnen beroepen op dit begunstigende beleid: ergo toepassing van het meest gunstige correctiepercentage, wat in het ergste geval (althans vanuit de optiek van de fiscus) kan betekenen 0%, waardoor er überhaupt geen BTW-correctieheffing meer plaatsvindt.
Vanwege deze enorme potentiële gevolgen voor de schatkist – de staatssecretaris kan er niet op vertrouwen dat de hogere rechter de uitspraak van de rechtbank zal weerspreken – wordt de BTW– correctie losgekoppeld van het inkomsten- en loonbelastingforfait, waardoor er toch BTW-heffing over het privégebruik auto blijft plaatsvinden.
Tot 1 juli 2011: BTW-aftrekcorrectie privégebruik auto De ondernemer die een zakelijke auto mede voor privédoeleinden gebruikt brengt de BTW op de kosten van aanschaf, gebruik en onderhoud in aftrek voor zover hij belaste prestaties verricht. Vervolgens corrigeert de ondernemer deze aftrek in het laatste tijdvak van het boekjaar met een bedrag van 12% x IB-bijtelling. Het percentage van 12 wordt naar evenredigheid verlaagd indien de BTW-ondernemer de BTW op de kosten van aanschaf, gebruik en onderhoud niet volledig in aftrek kon brengen vanwege het verrichten van vrijgestelde prestaties. Indien een zakelijke auto zonder BTW is aangeschaft of indien een privéauto voor bedrijfsdoeleinden wordt gebruikt, is goedgekeurd dat volstaan wordt met een aftrekcorrectie van 25% van de BTW op de kosten van gebruik en onderhoud.
Strijd met standstillbepaling De Hoge Raad heeft aan het Hof van Justitie van de EU prejudiciële vragen gesteld over de (on)verbindendheid van de BTW-aftrekcorrectie voor eenmansondernemers. De Hoge Raad is van oordeel dat een forfaitaire correctie van de aftrek (door aansluiting bij de IB-bijtelling) mogelijk is, maar twijfelt over de vraag of de aftrekcorrectie in overeenstemming is met de zogenoemde “standstillbepaling”. De Hoge Raad vraagt in voornoemd arrest aan het Hof van Justitie van de EU of de wijzigingen van het heffingspercentage en de (hoogte van de) IB-bijtelling in overeenstemming zijn met het gemeenschapsrecht (thans unierecht). Indien het hof deze vraag ontkennend beantwoordt, vraagt de Hoge Raad tevens aan het Hof wat de consequentie hiervan is. Moet de aftrekcorrectie volledig buiten toepassing worden gelaten of dient de aftrekcorrectie toegepast te worden voor zover die niet in strijd is met de standstillbepaling? Het Hof moet in deze prejudiciële procedure nog arrest wijzen.
Advies: neem als eenmansondernemers en maten/firmanten in de BTW-aangifte over het laatste tijdvak van het boekjaar van 2011 het standpunt in dat de toepassing van art. 15 Uitv.Besch. OB tot en met 1 juli 2011 in strijd is met de standstillbepaling. Dit kunt u op twee manieren doen: bezwaar maken tegen de voldoening op aangifte van de (naar uw mening te hoge) BTW-correctie. Dit is de minst bewerkelijk route die onze voorkeur geniet. Of u kunt verzoeken om een naheffingsaanslag. In de laatste situatie neemt u dus niets op in de laatste BTW-aangifte over het kalenderjaar en verzoekt u middels een separaat schrijven om de naheffingsaanslag, waartegen u vervolgens binnen de daarvoor gestelde termijn bezwaar moet aantekenen. Ter zake van naheffingsaanslagen over de jaren vóór 2011 kunnen eenmansondernemers en maten/ firmanten op dezelfde grond bezwaar maken, uiteraard voor zover de bezwaartermijnen nog niet zijn verlopen.
Strijd met gelijkheidsbeginsel In de autobrief van de staatssecretaris die verscheen op 1 juni 2011 gaf de staatssecretaris aan dat hij de variatie in de hoogte van de BTW-aftrekcorrectie voor het privégebruik van de auto naar gelang de CO2-uitstoot van de auto niet langer een goede benadering vindt. Tevens gaf hij aan dat hij voornemens is om te bezien of er een zelfstandig BTW-forfait ingevoerd kan worden. Op dezelfde dag ging Rechtbank Haarlem een stap verder dan de staatssecretaris door te oordelen dat de hoogte van de aftrekcorrectie voor het privégebruik van de auto op grond van het gelijkheidsbeginsel niet mag verschillen naar gelang de CO2-uitstoot van de auto. Deze uitspraak betekent dat de BTWondernemer kan volstaan met de voldoening van 12% x de meest gunstige IB-bijtelling. Tot 2010 bedroeg de meest gunstige IB-bijtelling: 14% x cataloguswaarde. Vanaf 2010 geldt echter een nog gunstiger IB-bijtelling van 0% x cataloguswaarde voor auto s zonder CO2-uitstoot (elektrische auto’s).
Advies: neem in de BTW-aangifte over het laatste tijdvak van het boekjaar van 2011 het standpunt in dat voor het privégebruik van de auto door de BTW-ondernemer, maat/firmant en/of het personeel over het eerste halfjaar een BTW-aftrekcorrectie van 12% x 0% x cataloguswaarde verschuldigd is. Dit kunt u op de manieren doen als hiervoor reeds omschreven. Voor naheffingsaanslagen ingediend ter zake van boekjaren vóór 2011 dient in de nadere motivering het standpunt ingenomen te worden dat 12% x de meest gunstige IB-bijtelling verschuldigd is.
De nieuwe regels De nieuwe regels voor de BTW-correctie voor het privégebruik van een (bestel)auto van de zaak door personeel (en ondernemers/natuurlijke personen; er is onder het nieuwe systeem geen verschil meer tussen werknemers en ondernemers) zijn in beginsel als volgt: •
de BTW op de kosten met betrekking tot de auto kan in beginsel volledig worden afgetrokken;
•
indien de ondernemer geen vergoeding voor privégebruik van zijn personeel vraagt, is aan het einde van het jaar BTW verschuldigd over het daadwerkelijke privé-gebruik;
•
woon- werkverkeer wordt voor de BTW aangemerkt als privégebruik (let op, dit is anders dan voorheen het geval was);
•
ondernemers kunnen er voor kiezen een forfaitaire correctie toe te passen, zijnde een percentage van de catalogusprijs (is dus de prijs inclusief BPM en BTW), aldus hoeft er geen kilometeradministratie te worden bijgehouden;
•
er zullen maatregelen getroffen worden om te voorkomen dat de heffing van BTW-heffing over het privégebruik kan worden gefrustreerd door lage vergoedingen voor het privégebruik in rekening te brengen.
Werkelijk gebruik Onder het nieuwe systeem is het uitgangspunt dat er 19% BTW verschuldigd is over de feitelijke, met BTW belaste uitgaven voor het werkelijk privé-gebruik, voorzover de BTW op die uitgaven in eerste instantie volledig (of gedeeltelijk) is afgetrokken (privégebruik wordt belast als fictieve dienst). In het nieuwe systeem moet de ondernemer/werkgever daarom zowel de kosten per auto als het feitelijk privégebruik per werknemer bijhouden. In zijn besluit stelt de staatssecretaris met betrekking tot dit laatste dat dit dient te geschieden door middel van een sluitende kilometeradministratie.
Een voorbeeld Een (bestel)auto is ter beschikking gesteld aan een werknemer die hier ook privé mee rijdt. De werkgever kan alle BTW op aanschaf, onderhoud en gebruik aftrekken (voor eigen auto’s als wel voor leaseauto’s, dat maakt niet uit). Over het (werkelijk) privégebruik moet BTW worden afgedragen.
Hiervoor moet een sluitende kilometeradministratie bijgehouden worden waaruit het privégebruik blijkt. Op grond van deze gegevens kan de (jaarlijkse) verhouding privé/zakelijk worden bepaald. Op basis van de gegevens wordt BTW over het privégebruik aangegeven. Hierbij spelen ook de herzieningsregels een rol. Voor roerende investeringsgoederen geldt een herzieningsperiode van 5 boekjaren. Deze periode begint in het jaar waarin de goederen, in casu de (bestel)auto in gebruik genomen wordt. Gedurende die tijd moet voor het privégebruik BTW betaald worden. Het boekjaar waarin de (bestel)auto, voor het eerst in gebruik genomen wordt, geldt altijd als een vol jaar. Na afloop van (en tijdens) de herzieningsperiode wordt nog wel BTW betaald over het deel van de kosten (gebruik, onderhoud, reparatie en dergelijke) dat onder het privégebruik valt.
Stel, er is een auto ter beschikking gesteld die gekocht is met een catalogus waarde van € 30.000, waarvan € 4.790 BTW. De jaarlijkse kosten van gebruik, onderhoud ed. zijn € 5.950, waarvan € 950 BTW. De aanschaf BTW is volledig afgetrokken. De auto wordt privé gebruikt en er wordt een kilometeradministratie bijgehouden waaruit jaarlijks blijkt dat 25% privé gereden wordt en dat het woon-werkverkeer 15% is (dit zijn nu ook privé-kilometers). Gedurende 5 jaar wordt jaarlijks (in de laatste aangifte van het jaar) voor privégebruik aangegeven: € 25.210 (€ 30.000 -/- € 4.790) / 5 = € 5.042 + € 5.000 = € 10.042 en hiervan 40% (is het privégebruik) is € 4.016. Hierover 19% BTW is € 763. Vanaf jaar 6 is alleen nog BTW verschuldigd over de jaarlijkse kosten en dit is alsdan in ons voorbeeld 40% van € 5.000 = € 2.000 * 19% = € 380.
Forfaitaire bijtelling In plaats van een correctie op basis van de werkelijk kilometers en dus in plaats van het bijhouden van een kilometeradministratie heeft de staatssecretaris goedgekeurd dat ook gekozen kan worden voor een forfaitaire bijtelling. Het privégebruik wordt dan vastgesteld op 2,7% van de catalogusprijs van de auto.
Stel, er is een auto ter beschikking gesteld met een catalogus waarde van € 30.000. De aanschaf BTW is volledig afgetrokken. De auto wordt privé gebruikt en er wordt geen kilometeradministratie bijgehouden. Voor het privégebruik wordt dan jaarlijks 2,7% x € 30.000 = € 810 BTW betaald. Deze BTW wordt aangegeven op de laatste aangifte van het jaar. Voor 2011 wordt deze regeling toegepast vanaf 1 juli 2011 tot en met 31 december 2011, dus de correctie is dan 184/365 x € 810 = € 408. De BTW voor de periode 1 januari 2011 tot en met 30 juni 2011 wordt aangegeven op basis van de oude regels.
Voor de praktijk lijkt de forfaitaire regeling wel zo makkelijk, zeker als men bedenkt dat anders per auto de kosten en per werknemer het privégebruik moet worden bijgehouden.
Privégebruik auto waarvoor tot 1 juli 2011 BTW-aftrekcorrectie is toegepast Eén van de punten waar de staatssecretaris gemakkelijk overheen lijkt te stappen is de vraag of ter zake van één auto zowel een BTW-aftrekcorrectie (tot 1 juli 2011) als een heffing over het privégebruik (vanaf 1 juli 2011) van toepassing kan zijn. Wij onderschrijven de opvatting van Advocaat-Generaal Sharpston die meent dat een heffing over het privégebruik en een aftrekuitsluiting verschillende systemen zijn die elkaar uitsluiten. Deze opvatting betekent naar onze mening dat het privégebruik van de auto óf volledig via de BTW-aftrekcorrectie dient plaats te vinden of volledig in de heffing over het privégebruik betrokken wordt.
Advies: maak in het laatste tijdvak van het kalenderjaar 2011 bezwaar tegen de voldoening van de heffing over het privégebruik van een auto ter zake waarvan voor de periode tot 1 juli 2011 reeds een BTW-aftrekcorrectie vanwege privégebruik heeft plaatsgevonden.
Woon-werkverkeer Woon-werkverkeer geldt voor de BTW thans -anders dan in de inkomstenbelasting- in beginsel als privégebruik. Dit geldt overigens niet alleen voor personeel, maar ook voor BTW-ondernemers. Hierop bestaat echter een uitzondering indien het vanwege de bijzondere behoeften van de onderneming nodig is dat de werkgever zorgt voor het woon-werkverkeer. Hiervan is sprake indien alleen de werkgever passend vervoer kan verstrekken of de plaats van de tewerkstelling niet vaststaat. De verplichting om zorg te dragen voor het woon-werkverkeer op basis van een CAO is echter onvoldoende.
Advies: ga na of de bedrijfsbelangen van de werkgever vorderen dat laatstgenoemde zorgt voor het woon-werkverkeer. Indien hiervan sprake is, is het woon-werkverkeer vanaf 1 juli 2011 uitgezonderd van de heffing over het privégebruik van de (bedrijfs)auto.
In dit schrijven zijn wij ingegaan op de situatie tot 1 juli 2011 en daarna. Op basis van het voorgaande bevelen wij BTW-ondernemers aan om het volgende te doen: •
Maak in 2011 bezwaar tegen de voldoening of de naheffingsaanslag ter zake van de BTWaftrekcorrectie voor het privégebruik van de auto door de eenmansondernemer, de maat/firmant en het personeel in de laatste aangifte van het boekjaar op grond van strijd met de standstillbepaling en strijd met het gelijkheidsbeginsel;
•
Check of het woon-werkverkeer na 1 juli 2011 vanwege de bijzondere behoeften van de onderneming mogelijk niet als privégebruik kwalificeert; en/of
•
Maak bezwaar tegen de voldoening van de heffing over het privégebruik in het laatste tijdvak van het kalenderjaar 2011 indien en voor zover ter zake van het privégebruik van de auto tot 1 juli 2011 reeds een aftrekcorrectie heeft plaatsgevonden.
-000-
Bijlage: schema heffing over privégebruik auto (vanaf 1 juli 2011)
Schema heffing over privégebruik auto Leasetermijn/aanschaf Bestanddelen
Diensten
Goederen
Fortfaire correctie
Op grond van Doorverkoop
Claimen op aangifte
Eenmansondernemer BTW-auto
Margeauto
1. op de zaak
BTW aftrekbaar
BTW aftrekbaar
BTW aftrekbaar
BTW aftrekbaar
2,7% x catalogusprijs (incl. BTW en BPM)
Besluit Stas *1)
belast
eenmanszaak
2. privé, etikettering zakelijk
BTW aftrekbaar
BTW aftrekbaar
BTW aftrekbaar
BTW aftrekbaar
2,7% x catalogusprijs (incl. BTW en BPM)
Besluit Stas *1)
belast
eenmanszaak (via kap.rek.)
3. privé, etikettering privé
BTW niet aftrekbaar
BTW niet aftrekbaar
BTW pro rata aftrekbaar
BTW pro rata aftrekbaar
n.n.b.
niet belast
eenmanszaak (via kap.rek.)
4. op de zaak
BTW aftrekbaar/ n.v.t.
BTW aftrekbaar
BTW pro rata aftrekbaar
BTW pro rata aftrekbaar
n.n.b. *2)
belast, tenzij naar privé *3)
eenmanszaak
5. privé, etikettering zakelijk
BTW aftrekbaar/ n.v.t.
BTW aftrekbaar
BTW pro rata aftrekbaar
BTW pro rata aftrekbaar
n.n.b. *2)
belast, tenzij naar privé *3)
eenmanszaak (via kap.rek.)
6. privé, etikettering privé
BTW niet aftrekbaar/n.v.t.
BTW niet aftrekbaar
BTW pro rata aftrekbaar
BTW pro rata aftrekbaar
n.n.b. *2)
niet belast
eenmanszaak (via kap.rek.)
V.o.f./maatschap of firmant/maat BTW-auto
Margeauto
1. op de v.o.f./maatschap
BTW aftrekbaar
BTW aftrekbaar
BTW aftrekbaar
BTW aftrekbaar
2,7% x catalogusprijs (incl. BTW en BPM)
2. privé
BTW niet aftrekbaar
BTW niet aftrekbaar
BTW pro rata aftrekbaar
BTW pro rata aftrekbaar
n.n.b.
Besluit Stas *1)
belast
v.o.f./maatschap
niet belast
v.o.f./maatschap (via kap.rek.)
3. op de v.o.f./maatschap
BTW pro rata aftrekbaar/n.v.t.
BTW aftrekbaar
BTW pro rata aftrekbaar
BTW pro rata aftrekbaar
n.n.b. *2)
belast, tenzij naar privé *3)
v.o.f./maatschap
4. privé
BTW pro rata aftrekbaar/n.v.t.
BTW niet aftrekbaar
BTW pro rata aftrekbaar
BTW pro rata aftrekbaar
n.n.b. *2)
niet belast
v.o.f./maatschap (via kap.rek.)
1. TBS, met normale eigen bijdrage
BTW aftrekbaar
BTW aftrekbaar
BTW aftrekbaar
BTW aftrekbaar
2,7% x catalogusprijs (incl. BTW en BPM)
Besluit Stas *1)
belast
werkgever
2. TBS, met te lage eigen bijdrage
BTW aftrekbaar
BTW aftrekbaar
BTW aftrekbaar
BTW aftrekbaar
2,7% x catalogusprijs (incl. BTW en BPM)
Besluit Stas *4)
belast
werkgever
3. TBS, zonder eigen bijdrage
BTW aftrekbaar
BTW aftrekbaar
BTW aftrekbaar
BTW aftrekbaar
2,7% x catalogusprijs (incl. BTW en BPM)
Besluit Stas *1)
belast
werkgever
4. TBS, met eigen bijdrage
BTW aftrekbaar/n.v.t.
BTW aftrekbaar
BTW pro rata aftrekbaar
BTW pro rata aftrekbaar
n.n.b. *2)
belast
werkgever
5. TBS, zonder eigen bijdrage
BTW aftrekbaar/n.v.t.
BTW aftrekbaar
BTW pro rata aftrekbaar
BTW pro rata aftrekbaar
n.n.b. *2)
belast
werkgever
Personeel BTW-auto
Margeauto
LET OP: * Het uitgangspunt is dat de BTW-ondernemer over de werkelijke kosten excl. BTW voor het privégebruik van de auto 19% BTW voldoet (art. 4, lid 2 jo. Art. 8 lid 7 Wet OB 1968 jo. Art. 5-a Uitv. Besch. OB 1968). Dit vereist een sluitende kilometeradministratie. * Uit de eigen bijdrage voor privégebruik door personeel (incl. DGA) is 19% BTW verschuldigd. Het komt ons redelijk voor dat deze BTW in mindering komt op de te betalen BTW ter zake van de heffing over het privégebruik van de auto, maar dit is (nog) niet bevestigd. * Voor de BTW geldt woon-werkverkeer anders dan in de IB/LB als privégebruik. Hierop bestaat slechts een uitzondering indien het bedrijfsbelang vordert dat de werkgever hiervoor zorgdraagt. * Pro rata-aftrek houdt in dat de BTW op de kosten aftrekbaar is naar rato van het aftrekgerechtigde (zakelijke)gebruik. De BTW is dus niet aftrekbaar voor zover de auto voor privédoeleinden wordt gebruikt. * Een bestanddeel is een goed dat na installatie zijn fysieke en economische eigenschappen verliest en leidt tot een duurzame waardevermeerdering van de auto, zoals het inbouwen van een airco. * Met leasetermijn wordt in het kader van dit schema uitsluitend gedoeld op de lease die voor de BTW-heffing als een dienst kwalificeert, zoals operational lease. * Indien een maat/firmant een eigen bijdrage betaalt aan de v.o.f./maatschap -hetgeen in de praktijk niet veel zal voorkomen- gelden dezelfde regels als voor het personeel dat een eigen bijdrage betaalt.
*1)
Besluit van 29 juni 2011, nummer BLKB2011/1233M.
*2)
Het Ministerie van Financiën heeft aangegeven dat voor deze situatie nog een regeling getroffen wordt. De inhoud van deze regeling is nog niet bekend.
*3)
Artikel 3, lid 3, onderdeel a Wet OB 1968.
*4)
In de wet uitwerking autobrief is aangekomdigd dat de staatssecretaris deze goedkeuring in een besluit zal opnemen.