HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING TWEEMAANDELIJKS APRIL/MEI 2005 NR 2
P308613
Prinses Mathilde bezoekt Verantw. Uitg.: Martine Van Dooren, Karmelietenstraat 15 – B-1000 Brussel - Afgiftekantoor Brussel X
Mali De Millenniumdoelstellingen in het Belgisch Parlement
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
© E. Silance
In dit nummer
D I M E N S I E3
HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Met prinses Mathilde in Mali
3
Vrouwen en kinderen eerst
Laureaat Internationale
10
Koning Boudewijnprijs voor Ontwikkelingswerk 2004-2005 Ousmane Sy, pionier decentralisatie in Mali
De Millenniumdoelstellingen
12
in het Belgische Parlement Alerte kinderen
14
Foto omslag: Mali: gierst oogsten is hard labeur. © IFAD/R.Faidutti
© ILO/P. Rocher
Trommelen voor vrede
© DGOS/T. Loncke
Editoriaal n Mali is sinds 1992 de democratie in volle ontwikkeling: er is een grondwet, er is een democratisch gekozen parlement, er zijn politieke partijen, er is persvrijheid, er is een rechtsstaat. Het eeuwenlang samenleven van verschillende bevolkingsgroepen binnen grote historische staatsverbanden maakt het land minder gevoelig voor etnische problemen. De Islam die de overgrote meerderheid van de bevolking aanhangt is in Mali zeer tolerant. Dankzij de decentralisatie krijgen de gemeenten stilaan meer autonomie en mogelijkheden om zelf het heft in handen te nemen. De Malinezen bouwen rustig verder aan een authentieke Afrikaanse democratie, economisch worden er voorzichtig successen geboekt. Het land is zelfvoorzienend voor een aantal essentiële voedingsproducten, het is na Egypte de tweede katoenproducent van Afrika. Goud is sinds enkele jaren het belangrijkste exportproduct, er is nu ook diamant gevonden, en binnenkort wordt er misschien zelfs petroleum aangeboord. Maar het is niet allemaal goud wat blinkt. Nog steeds één van de armste landen ter wereld zijnde, blijft Mali sterk aangewezen op buitenlandse hulp. In de Belgische ontwikkelingssamenwerking is het dan ook al meer dan twintig jaar een prioritaire partner. De Belgisch-Malinese programma’s en projecten sluiten aan bij het armoedebestrijdingsplan en het decentralisatieproces van Mali. Prinses Mathilde en minister van Ontwikkelingssamenwerking Armand De Decker zijn dit voorjaar ter plaatse poolshoogte gaan nemen van de stand van zaken. ■
I
De redactie
2
DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 02/2005
Humanitaire missie
© O.Polet
De Medina-markt in de hoofdstad Bamako. Dankzij een kleine lening kan deze weduwe sieraden verkopen en zo haar gezin onderhouden.
Met prinses Mathilde in Mali
Vrouwen en kinderen eerst In februari brachten prinses Mathilde en minister van Ontwikkelingssamenwerking Armand De Decker een driedaags bezoek aan Mali. Ze ontmoetten er naast de officiële gezagsdragers en in het bijzonder president Amadou Tounami Touré, ook traditionele chefs, doelgroepen van de Belgische ontwikkelingssamenwerking en uiteraard ook Belgische ontwikkelingswerkers. De verschillende terreinbezoeken stonden in het teken van de prioritaire beleidsthema’s van de Belgische ontwikkelingssamenwerking in Mali: onderwijs, gezondheid, versterking van de samenleving en decentralisatie, met speciale klemtoon op vrouwen en kinderen. Met deze missie wenst de prinses de aandacht te vestigen op het terreinwerk van de samenwerking waarbij armoedebestrijding centraal staat en zodoende kadert binnen de Millennium Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties. Armoedebestrijding is ook de algemene doelstelling van de Belgische ontwikkelingssamenwerking. Mali is één van de 18 bevoorrechte partnerlanden (*) van de Belgische samenwerking en kan rekenen op nieuwe projecten en programma’s voor een bedrag van 30 miljoen euro voor de periode 2004-2007.
DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 02/2005
3
Humanitaire missie
M
ali telt meer dan elf miljoen inwoners en is bijna 40 maal België. Het is het vierde armste land ter wereld. Ruim 60% van de bevolking leeft onder de armoededrempel met een inkomen van 0,50 euro per dag – het bruto nationaal inkomen per inwoner bedraagt ongeveer 300 US$ per jaar. De gemiddelde levensverwachting in ‘normale’ omstandigheden is 49 jaar. Dat is zonder aids gerekend, want zoals overal in de landen bezuiden de Sahara heeft de pandemie ook in Mali toegeslagen: 140.000 besmette personen, 12.000 doden per jaar ( ramingen 2003)
Aids heeft ook Mali in zijn greep
© IFAD/H.Wagner
In Hamdallaye, een volkswijk van de hoofdstad Bamako, brachten prinses Mathilde en minister De Decker de dag na hun aankomst een bezoek aan het Centre d’Accueil van het Hôpital Mère-Enfant, een opvangcentrum voor aids-patiënten, opgericht op initiatief van Lobbo Touré, echtgenote van de Malinese president en
gesteund door de Fondation pour l’Enfance en de ngo Plan Mali. In dit speciaal tehuis, dat in januari 2004 zijn deuren opende, worden 125 aids-patiënten verzorgd, onder wie 97 kinderen (de helft wezen) en 28 volwassenen. De zieken verblijven vier dagen ter plaatse, de tijd die nodig is om analyses te doen en een behandeling met aidsremmers te starten, en keren daarna terug naar huis waar ze hun behandeling voortzetten. De opvang en de zorgen in opvangcentrum zijn gratis. Dankzij de Belgische ontwikkelingssamenwerking zal het centrum onder meer een CD4 toestel kunnen aankopen. Dit toestel bepaalt of er al dan niet een antiretrovirale behandeling nodig is.
Microkredieten op de markt in Bamako
Een Malinese vrouw baart gemiddeld zes tot zeven kinderen. Het land kent dan ook een grote bevolkingstoename: 2,9% per jaar (2002). Meer dan de helft van de bevolking is jonger dan 15 jaar.
4
De Belgische ontwikkelingssamenwerking ondersteunt in Mali via Belgische ngo’s enkele projecten rond microkrediet.Voor prinses Mathilde een geknipte gelegenheid om kennis te maken met de werking en de resultaten van deze kleine leningen voor kleine ondernemers. Zo financiert België via de ngo SOS-Faim een kredietlijn bij Kafo Jiginew (geldzolder), een microkredietagentschap dat jaarlijks zo’n 97.000 kleine leningen (soms niet meer dan 50 euro) verstrekt. Met zijn 186.000 leden is Kafo Jiginew de grootste spaar-en kredietkas van Mali. Geen betere plaats om te zien hoe het er in de praktijk aan toegaat dan de markt van Medina in Bamako. Daar zijn de voorbeelden legio. Een schoenhandeltje dat met behulp van een microkrediet van Kafo Jiginew werd opgezet, een weduwe die door hetzelfde systeem eenvoudige sieraden kan verkopen en zo haar negen kinderen naar school kan sturen, een huisvrouw die een naaimachine kan kopen om kleren te maken voor de mensen uit haar wijk…Allemaal voorbeelden die bewijzen dat microkredieten mensen, die tussen de plooien van de klassieke banken vallen, nieuwe kansen bieden om de vicieuze cirkel van de armoede te doorbreken.Vrouwen zijn daarbij een speciale doelgroep omdat microfinaciering in grote mate hun afhankelijkheid vermindert en hun economisch, sociaal-cultureel en ook politiek statuut versterkt.
DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 02/2005
felle bloedingen, onvruchtbaarheid en psycho-seksuele en psychologische trauma’s, om er maar enkele op te sommen…Het gebruik van ongesteriliseerde mesjes bij de ingreep kan ook leiden tot de spreiding van hiv/aids. De overheid probeert tegen de vrouwenbesnijdenis in te gaan, maar makkelijk is het niet.
Per boot trok de Belgische delegatie vervolgens naar N’Gomi, een eilandje op de Nigerstroom, om er waterwinMali wordt bijna helemaal ingepalmd door de woestijn. Een karavaan ningsprojecten die ons land op weg naar de zoutmijnen. Van Mopti naar steunt te bezoeken. In 2004 N’Gomi in de binnendelta van de Niger startte de Belgische ngo PROTOS met een project van het Mopti, aan de samenloop van de rivieren Niger en Bani, en op meer Belgisch Overlevingsfonds rond integraal waterbeheer in en rond dan 500 km van de hoofdstad is de vijfde stad van Mali en is een Mopti, samen met verschillende gemeenten en plaatselijke ngo’s. belangrijk economisch centrum. Mopti is gebouwd op drie eilanden die via dijken met elkaar verbonden zijn. In de haven is het altijd een drukte van belang van komende en gaande ‘pinassen’ (houten boten), volgeladen met handelswaar en passagiers. Deze boten vormen de enige verbinding tussen Mopti en het noorden van het land. Mopti wordt ook wel het ‘Venetië van West-Afrika’ genoemd, maar tussen de luxe van de Dogen-stad en de leem van de Sahel-stad is er een hemelsbreed verschil … In Mopti bezocht de Belgische delegatie drie medische centra waaraan België steun verleent in het kader van het nationaal gezondheidsprogramma in de regio. Prinses Mathilde sprak met en luisterde vooral naar de dagelijkse problemen van de vrouwen: zwangerschap, kinderzorg, poliovaccinaties, en vooral vrouwenbesnijdenis (cliterodectomie). Liefst 94 % van alle Malinese meisjes is besneden. Het is een keihard gevecht om met die barbaarse traditie komaf te maken. Ze wordt niet opgelegd door de Islam (de Koran maakt er geen melding van) die door 90% van de Malinese bevolking wordt beleden, maar heeft alles van doen met een eeuwenoude, diepgewortelde gewoonte. In het buurland Mauritanië bijvoorbeeld, eveneens een devoot moslimland, worden vrouwen niet besneden. In Mali is het voor oudere vrouwen een eer om een jong meisje te besnijden, en velen worden er ook toe opgeleid; voor anderen is het puur business, à rato van 5 euro per meisje. De ingreep gebeurt tussen het vierde en twaalfde levensjaar. De gezondheidsproblemen die deze praktijk met zich brengt zijn eindeloos: tetanusinfectie, urineverlies, fistels, cysten en abcessen, pijnlijke seksuele betrekkingen, problemen bij het baren,
© ILO/P. Rocher
Prinses Mathilde is een van de VN-gezanten van het Internationaal Jaar van het Microkrediet 2005. ‘Arme mensen willen geen liefdadigheid, ze willen gesteund worden in hun eigen economische activiteiten’, zei de prinses bij de lancering van het Internationaal Jaar bij de Verenigde Naties in New York. In maart jl. nam prinses Mathilde in het Egmontpaleis in Brussel deel aan een tweedaags seminarie over microfinanciering. Dit seminarie was georganiseerd door DGOS.
© DGOS/T. Loncke
Humanitaire missie
Ook deze kleine steenbakkerij kon tot stand komen dankzij een microkrediet. In Mali is bouwen met leem een eeuwenoude kunst.
DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 02/2005
5
Humanitaire missie
Het betreft de bouw van 12 à 15 waterpunten per jaar (beschermde waterputten, grondwaterboringen met handpomp of uitbreidingen van het bestaande drinkwaternet van de stad Mopti) voor telkens ongeveer 500 mensen; de bouw van latrines, sterfputten en later grotere investeringen voor de sanering in de stad Mopti. Het project helpt ook mee aan de aanleg van geïrrigeerde rijstperimeters en dammetjes voor kleine meren voor de rijstproductie. Daarnaast voorziet het project in de vorming van de watergebruikers, 7 lokale ngo’s en 4 gemeentebesturen.
De dag van vandaag zijn de Malinese vrouwen beter vertegenwoordigd in het openbaar leven, maar in het dagelijks leven staan zij nog steeds in de schaduw van de mannen
© Wereldmediatheek/R.Thys
Water is een zeer kostbaar en zeldzaam goed in Mali dat overwegend uit woestijn en semi-woestijn bestaat. De rampzalige gevolgen voor mens en dier van de aanhoudende droogtes in de jaren 70 en 80 van de voorbije eeuw liggen nog vers in het geheugen van de Sahelbewoners. Zowel in goede als in slechte tijden is zorgen dat er water voor handen is alweer een corvee van de vrouw, overal in Afrika. ‘Mannen doen niks in het huishouden’ geldt dus ook voor Mali.
Een blik op de dagelijkse bezigheden van een Malinese vrouw op het platteland. Zij staat op om vijf uur ’s morgens en begint aan een lange dag zonder verpozing. Hout sprokkelen voor het vuur, water halen voor de keuken, vaak kilometers ver naar de markt gaan om groenten te verkopen of groenten te kopen die ze zelf niet kan kweken. En dan nog werken op het veld. Zonder hulp van hun dochters kunnen de moeders het niet klaren. Daarom gaan veel meisjes niet naar school.Want als ze naar school gaan, wie vervangt hen dan in het huishouden?
Mali, het tweede grootste land van West-Afrika, telt meer dan 11 miljoen inwoners. Ongeveer 10 % van de bevolking woont in en rond de hoofdstad Bamako. De bevolking is zeer verscheiden: voornamelijk Bambara, verder Malinke, Songhai, Peul,Touareg en Moren.
6
DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 02/2005
© E. Silance
Humanitaire missie
Prinses Mathilde gaat in Bankass de eerste steen leggen van een technische school die de werkgelegenheid en de economische ontwikkeling in de streek van Mopti zal moeten bevorderen.
De onderwijssector is een van de prioriteiten van de Belgische samenwerking in Mali.Onderwijs is hier, net zoals in andere ontwikkelingslanden, de spil van de menselijke ontwikkeling en een essentieel element in de strijd tegen de armoede.Tijdens de laatste dag van haar bezoek legde prinses Mathilde in Bankass de eerste steen van het Institut de Formation professionnelle dat door DGOS wordt gefinancierd. ‘De eerste steen is een drager van hoop en toekomst’, zei de prinses in haar gelegenheidstoespraak, daarbij nogmaals haar persoonlijk engagement voor kwaliteitsonderwijs, in het bijzonder voor meisjes, benadrukkend. ‘Eenmaal volwassen zal een meisje dat onderwijs genoten heeft bijdragen tot de ontwikkeling en tot het welzijn van haar kinderen, van haar familie en van haar gemeenschap’. Op het vlak van onderwijs boekt Mali langzaam maar zeker vooruitgang, wat niet wegneemt dat er nog enorme ongelijkheid bestaat tussen de verschillende regio’s van het land en tussen jongens en meisjes. De cijfers liegen er niet om: op het ogenblik kan amper 46% van de bevolking ouder dan 15 jaar lezen en schrij-
ven, waaronder 53% mannen en 39% vrouwen. Er zal dus nog veel water door de Nigerstroom moeten vloeien vooraleer Mali © E.Silance
De eerste steen draagt hoop en toekomst
‘Verbetering van de gezondheid van de moeders’, ‘Recht op onderwijs’, ‘Meisjes naar school’, ‘Een generatie zonder aids’. De boodschap aan prinses Mathilde en minister De Decker is duidelijk.
DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 02/2005
7
Humanitaire missie
© Wereldmediatheek/F.Raymakers
Amper 2 % van het land is geschikt voor het verbouwen van gewassen. De vruchtbaarste gronden liggen langs de Niger en de Bafing (Senegal) die op hun beurt zeer visrijk zijn. De Niger stroomt door Mali over een lengte van 1.700 km en de Bafing over 800 km.
tegen het jaar 2015 de 2de en 3de Millenniumdoelstelling zal bereiken, met name: basisonderwijs voor alle jongens en meisjes toegankelijk maken, en de ongelijke behandeling van mannen en vrouwen uitbannen. België ondersteunt het tienjarenprogramma inzake onderwijs in Mali, zowel het basisonderwijs als het technische en beroepsonderwijs, zoals het toekomstige Institut de Formation professionnelle in het stadje Bankass. Deze school wil jongeren uit het binnenland dezelfde opleidingskansen bieden als deze in de grote steden. Het betreft hier opleidingen in het kader van de lokale economie en in beroepen waar ook werkgelegenheid aan vastzit, zoals bijvoorbeeld landbouw en leerbewerking. Zodoende zou de school een
8
belangrijke motor kunnen worden van de economische ontwikkeling van deze afgelegen streek in het land van de Dogon.
‘Mathilde puissancy!’ De ‘Bandiagara-Falaise’ is een 200 kilometer lange en 300 meter hoge verweerde rotswand van zandsteen, parallel met de grens met Burkina Faso. Dit is het woongebied van de Dogon, een volk dat voor een groot deel nog de oude animistische tradities aanhangt. Voor prinses Mathilde, minister De Decker en de Belgische delegatie baadde het afscheid van Mali in het land van de Dogon zowel in een sfeer van eeuwenoude mysteries als in geraffineerde uitbundigheid van gemaskerde dansers en marionetten onder opzwe-
DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 02/2005
Humanitaire missie
pende trommelmuziek. De spectaculaire Dogon-maskerdansen zijn trouwens wereldberoemd. Sommige maskerdansen worden slechts eenmaal om de zestig jaar uitgevoerd tijdens de rituele feesten ‘sigui’ die het begin van een nieuwe generatie markeren (het eerstvolgende ritueel is in 2025). De hogon (animistische opperpriester) – die zich nooit vertoont – verwaardigde zich om van zijn rots te komen om prinses Mathilde te begroeten, iets wat sinds het bezoek twee jaar geleden van de gewezen Amerikaanse president Jimmy Carter niet meer gebeurd was. Handen werden niet gedrukt, want dat is taboe, wel werden blikken van verstandhouding en eerbied uitgewisseld.
Bambara ( na het Frans, de tweede belangrijkste taal): ‘Uit de komst van Mathilde putten wij de kracht om verder te doen’.
‘Mathilde puissancy!’ luidde de kreet waarmee de Belgische prinses overal in Mali door de bevolking onthaald werd.Vrij vertaald uit het
Enkele websites over Mali: www.info-matin.com; www.malipages.com; www.bamako-culture.org
Voor de prinses was Mali haar tweede bezoek aan Afrika in het kader van de Belgische ontwikkelingssamenwerking. Vorig jaar ■ bezocht zij projecten in Niger. Myriam De Winter (*) De andere bilaterale partnerlanden zijn: Algerije, Bolivia, Benin, Burundi, DR Congo, Ecuador, Marokko, Mozambique, Niger, Palestina, Peru, Rwanda, Senegal, Tanzania, Uganda,Vietnam, Zuid-Afrika.
In de korte tijdspanne konden prinses Mathilde en minister De Decker uiteraard niet alle Belgische projecten bezoeken. Daarom het nu volgend overzicht. De samenwerking tussen België en Mali dateert uit begin jaren 80. Ze heeft als hoofddoel bij te dragen tot de verbetering van de leefomstandigheden van de armsten via acties op het vlak van gezondheidszorg, plattelandsontwikkeling, onderwijs, decentralisatie en conflictpreventie.
© Protos
De Belgische ontwikkelingssamenwerking in Mali: een overzicht
Rijstteelt in Mopti, een project van het Belgisch Overlevingsfonds en de Belgische ngo Protos.
De samenwerking is volledig geïntegreerd in de armoedebestrijdingsstrategie (PRSP) van Mali en in een duurzaam en participatief ontwikkelingsproces. De gelijkheid tussen man en vrouw, sociale economie, de strijd tegen hiv/aids en het leefmilieu zijn de vier thema’s waarmee in al de samenwerkingsacties rekening wordt gehouden. De derde Belgisch-Malinese gemengde commissie (juni 2004) legt de grote lijnen vast van het indicatief samenwerkingsprogramma 20042007.Voor die periode trekt België 30 miljoen euro uit. De samenwerking loopt via vier kanalen: • de directe bilaterale samenwerking van Staat tot Staat is hoofdzakelijk gesitueerd in de regio’s Koulikoro, Gao, Tombouctou en Mopti. Het programma 2004-2007 concentreert zich op de volgende vier prioritaire sectoren: onderwijs, plattelandsontwikkeling en aanverwante sectoren, (tuinbouw en veeteelt), decentralisatie en conflictpreventie. De acties inzake gezondheidszorg en leefmilieu
zullen worden voortgezet. Daarnaast wordt ook nog steun verleend aan diverse andere multisectorale pogramma’s. De realisatie van de bilaterale samenwerking met de Belgische partnerlanden,dus ook met Mali, is sinds 2000 in handen van de Belgische Technische Coöperatie (BTC). Naast de uitvoering van het lopende programma, draagt de BTC ook bij aan de voorbereiding van nieuwe programma’s en projecten.
• de indirecte bilaterale samenwerking, via medefinanciering van projecten van Belgische niet-gouvernementele organisaties:Autre Terre, het Fonds Ingrid Renard, Dokters van de Wereld, Oxfam, SOS Faim en Dierenartsen Zonder Grenzen. • het Belgisch Overlevingsfonds (BOF), een speciaal programma voor Afrika bezuiden de Sahara voor de verbetering van de voedselzekerheid en de gezondheid van de bevolking. Het BOF heeft momenteel verschillende projecten in Mali i.s.m. internationale organisaties (IFAD en UNCDF), de Belgische ngo’s PROTOS en Oxfam, en de BTC. • de multilaterale samenwerking, via de financiering van projecten van een zestal internationale organisaties en het Europees Ontwikkelingsfonds. Meer informatie vindt u in de (gratis) brochures ‘De Belgische ontwikkelingssamenwerking in Mali’ (
[email protected] of www.dgos.be) en ‘Belgische Technische Coöperatie in Mali’ (
[email protected] of www.btcctb.org).
DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 02/2005
9
De Belgische ontwikkelingssamenwerking in Mali
Laureaat Internationale Koning Boudewijnprijs voor Ontwikkelingswerk 2004-2005
Ousmane Sy, pionier decentralisatie in Mali Tijdens hun verblijf in Mali hadden prinses Mathilde en minister De Decker een onderhoud met Ousmane Sy (1949),laureaat van de de Internationale Koning Boudewijnprijs voor Ontwikkelingswerk 2004-2005. Ousmane Sy wordt beschouwd als het boegbeeld van de decentralisatie en de hervorming van het bestuur in zijn land, maar ook in de subregio van West-Afrika. Daar pleit hij ervoor dat de plaatselijk en nationaal doorgevoerde bestuurshervormingen gepaard zouden gaan met hervormingen op regionaal niveau. Lokale verankering en terugkeer naar diversiteit Bij aanvang van de decentralisatie telde Mali 19 stedelijke gemeenten. In 1998 waren het er al 703.Telkens werd de lokale bevolking nauw betrokken bij hun oprichting.Vandaag participeren een tiental partijen aan het overheidsbeleid en oefenen verantwoordelijkheid uit op verschillende niveaus : via de decentralisatie is er een politieke diversiteit gegroeid. Ousmane Sy vat samen waar het om gaat: ‘Decentralisatie versterkt het democratisch proces door zijn basis te verbreden en het op lokaal niveau te verankeren. Daarbij moet rekening worden gehouden met de lokale realiteit. Decentralisatie is ook een hefboom voor de lokale
© DGOS/T. Loncke
© DGOS/T. Loncke
O
usmane Sy is doctor in de economische en sociale ontwikkeling.Van 1987 tot 1993 was hij programmaverantwoordelijke van UNDP in Mali. Van 1993 tot 2000 leidde hij de ‘Missie voor decentralisatie en institutionele hervormingen’, in opdracht van de nieuwe democratische leiders. In 2000 trad hij als minister van Territoriale Administratie en Lokale Gemeenschappen toe tot de regering, wat hem de mogelijkheid biedt om het technische werk om te zetten in politieke acties. Hij was verantwoordelijk voor de presidentsverkiezingen in 2002. Inmiddels richtte hij ook een eigen centrum voor politieke en institutionele expertise in Afrika op: het CEPIA (
[email protected])
Elk jaar op 27 maart worden in Tombouctou de ‘Vredesvlammen’ gevierd.
In Tombouctou staan drie van de oudste moskeeën ter wereld. De islam in Mali staat bekend om zijn grote verdraagzaamheid.
10 DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 02/2005
De Belgische ontwikkelingssamenwerking in Mali
Prinses Mathilde en minister Armand De Decker ontmoeten in Bamako de Malinese laureaat Ousmane Sy.
economie omdat ze de besluitvormers dichter bij de lokale actoren brengt. (…) Voortaan zijn dit mensen uit de eigen streek, die niet langer door de centrale overheid worden benoemd. De lokale overheden kunnen voortaan ook in de eigen talen worden aangesproken. Decentralisatie betekende de erkenning van de taalkundige en culturele diversiteit.’ Het decentralisatieproject lag inderdaad aan de basis van de onderhandelingen met de rebellerende Touareg in het noorden van Mali. Het heeft ervoor gezorgd dat de eisen van deze bewegingen inzake de erkenning van hun bestaan ingewilligd werden.
Een exporteerbaar model ? Voortbouwend op zijn ervaring stichtte Ousmane Sy met een aantal andere Afrikanen het netwerk ‘Goed bestuur in Afrika’. Het strekt zich momenteel uit over 14 West- en Midden-Afrikaanse landen. Veel Afrikaanse landen delen het gegeven dat een minderheid het beslissingsrecht en het beheer in handen heeft. Ze zitten in eenzelfde crisis die ontstaan is uit de centralisatie die ze overgeërfd hebben van de koloniale macht. Decentralisatie kan hiervoor een oplossing betekenen. Maar ze opent bijvoorbeeld automatisch een fundamenteel debat over de rol en de plaats van de traditionele overheden. Het is nu de beurt aan Afrika om antwoorden te vinden op deze vraag die al te vaak genegeerd is. Het netwerk ‘Goed bestuur in Afrika’ maakt de uitwisseling van lokale ervaringen zoals zij in verschillende West Afrikaanse landen werden
© O. Polet
beleefd mogelijk. Een aantal van deze experimenten zijn trouwens ouder dan de decentralisatie in Mali.Al snel werd het voor de deelnemers duidelijk dat de kwestie van het bestuur niet enkel de staten betreft, maar zich ook stelt op het vlak van de regionale integratie. De boodschap van Ousmane Sy is duidelijk: ‘Er is wel degelijk verandering mogelijk in Afrika, ondanks de negatieve beelden en berichten die al te vaak leiden tot een pessimistische visie op Afrika. Mijn hele werk en alles wat ik zeg is daarop gericht: aantonen dat verandering mogelijk is. Maar dan moeten wel enkele voorwaarden vervuld zijn, waaronder vooral decentralisatie, regionale integratie, en een beter bestuur die afgestemd zijn op de eigen belevingen van de Afrikanen, een belangrijke rol spelen’. De tweejaarlijkse Koning Boudewijnprijs voor Ontwikkelingswerk (150.000 euro), ingericht door de Raad van Beheer van de Koning Boudewijnstichting bekroont sinds 1980 het werk van personen en organisaties die zich inzetten voor de ontwikkeling van het Zuiden of voor de solidariteit tussen industrielanden en ontwikkelingslanden. De laureaten zijn actief op diverse terreinen: alfabetisering, opleiding van landbouwers, overdracht van technologie, nieuwe kredietformules, mensenrechten, eerlijke handel…De Prijs 20042005 wordt op 3 mei 2005 aan Dr. Ousmane Sy uitgereikt in het ■ Koninklijk Paleis in Brussel. Info: www.kbprize.org
DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 02/2005 11
De Millenniumdoelstellingen
© DGOS/D.Ardelean
De Millenniumdoelstellingen in het Belgisch Parlement De Millenniumdoelstellingen zijn een nooit geziene planetaire uitdaging om de armoede in de wereld te overwinnen. De verwezenlijking ervan vergt echter een zware en duurzame inspanning, zowel van het Noorden als van het Zuiden. Het aftellen voor de internationale top “Millenniumdoelstelling + 5 jaar” is begonnen. België van zijn kant is gestart met de eerste evaluaties en ziet hoe verschillende actoren zich mobiliseren. Het speelde zich af op 7 maart in het federale Parlement.
H
et gaat om een oude droom die het waard is om te worden waargemaakt… In 2000 verbonden 189 staats- en regeringsleiders zich er op de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties toe om de armoede in de wereld tegen 2015 te halveren. Ze legden daartoe acht doelstellingen vast, de “Millenniumontwikkelingsdoelstellingen” (MDG’s). Die gaan van basisonderwijs voor alle kinderen en de strijd tegen honger, aids en tropische ziekten tot de autonomie van vrouwen bevorderen en een mondiaal partnerschap voor ontwikkeling aangaan1.Vijf jaar later is er wel enige vooruitgang in bepaalde domeinen, maar is het resultaat toch onvoldoende. In het huidige tempo kan de armoede in Subsaharaans Afrika tegen… 2147 uitgeroeid zijn.
Toch zijn de MDG’s nog wel degelijk haalbaar, maar daarvoor zijn wel aanzienlijke en doelgerichte inspanningen nodig. Dat blijkt uit het rapport van Jeffrey Sachs, speciaal adviseur van de VN-secretarisgeneraal voor de MDG’s (zie vorige Dimensie 3). Zo zou de jaarlijkse hulp tot in 2015 met 50 miljard dollar moeten stijgen.Voor België betekent dit een verdubbeling van de hulp en een toename met 145 miljoen, 11 % per jaar, om de beloofde 0,7 % van het BNP te halen. Een uitdaging waarbij elke minuut telt, want iedere week raast er een stille “armoede-tsunami” over de ontwikkelingswereld. Het ogenblik is aangebroken voor een eerste internationale balans. Die komt er in september aanstaande, tijdens een wereldconferentie
1 Zie Dimensie-3 nr. 5 -2004
12 DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 02/2005
© DGOS/D. Ardelean
De Millenniumdoelstellingen
Eveline Herfkens, coördinator voor de Verenigde Naties van de mondiale sensibiliseringscampagne, houdt in het Belgisch Parlement een vurig pleidooi voor de bekendmaking aan de bevolking van de Millenniumdoelen.
bij de Verenigde Naties.Als voorbereiding daarop kwamen het federale Parlement, de Belgische Samenwerking, vertegenwoordigd door DGOS, de minister van Ontwikkelingssamenwerking, de BTC (Belgische Technische Coöperatie) en tal van ngo- en vakbondsverantwoordelijken samen in het Parlement om een evaluatie te maken en hun steun toe te zeggen aan de Millenniumdoelstellingen. Bij die gelegenheid werd het eerste vorderingsrapport van België voorgesteld over de achtste Millenniumdoelstelling inzake het mondiale partnerschap voor ontwikkeling.Alle ontwikkelingslanden en donors worden aangemoedigd om een dergelijk rapport op te stellen, want het is een belangrijk instrument om de geboekte vooruitgang te meten. Het rapport van België komt er na dat van Nederland, Denemarken en Noorwegen, plus een groot aantal ontwikkelingslanden. De bijzondere parlementaire commissie ‘Globalisering’ van haar kant ging na wat België al heeft ondernomen en nog moet ondernemen om zijn deel van het MDG-contract te vervullen. De intraparlementaire commissie, en in het bijzonder de afdeling van de Senaat die belast is met het thema “Millenniumdoelstellingen”, heeft de voorbije jaren al belangrijk werk geleverd. Zo hield ze hoorzittingen met prominente figuren uit de overheids- en privé-sector en de vakbondsen verenigingswereld. Deze zijn uitgemond in concrete aanbevelingen aan de regering. (www.senat.be) 2 Dit zijn maar enkele voorstellen in het Landau-rapport, geschreven in opdracht van Jacques Chirac voor de Club van Vier (Chili, Spanje, Brazilië en Frankrijk).
Centraal in de debatten op 7 maart in het Parlement stond de 0,7 % van het BNP die België tegen 2010 wil besteden aan ontwikkelingssamenwerking. Het gaat hier om een belofte in de Millenniumverklaring die de Eerste Minister in 2002 bevestigde in Monterrey. Om dat doel te bereiken, moet het ontwikkelingsbudget sterk en blijvend verhoogd worden. Sommigen pleiten er in dit verband voor om te zoeken naar nieuwe, alternatieve en bijkomende financieringsmiddelen voor de officiële ontwikkelingshulp, zoals de belasting op financiële transacties en een belasting op kerosine2. Financieren is goed, maar er is ook doeltreffend gecoördineerde kwaliteitshulp nodig. Die vereist op zijn beurt een coherent beleid, ‘zodat de ene hand niet terugneemt wat de andere heeft gegeven’, zoals het geval is met de landbouwsubsidies of de schuldaflossing. De hulp moet ook gericht zijn op de Millenniumdoelstellingen. Dat is voor België grotendeels het geval, want ons land besteedt 60 % van zijn budget aan dit thema en werpt zich daarmee op als ‘leider’, aldus John Mc Arthur, manager van het Millenniumproject bij de Verenigde Naties.Al deze inspanningen zijn onmogelijk zonder de steun van de publieke opinie.Vandaar dat DGOS zich ertoe heeft verbonden om het grote publiek vertrouwd te maken met de uitdagingen van de ontwikkelingsssamenwerking. Naast de grote discussies mogen we niet vergeten dat het echte onderwerp de menselijke waardigheid is, zo besloot het Parlement. En dat er elke minuut elf kinderen sterven van de honger. Vandaar dat we in actie moeten schieten, want zoals Kofi Annan opmerkt: ■ ‘Armoede wacht niet’. EP
Brochures, documenten en campagnes die een must zijn voor al wie zich inzet voor de Millenniumdoelstellingen (*) - ‘Mondiaal partnerschap voor ontwikkeling’: eerste voortgangsrapport van België over Millenniumdoelstelling 8. - ‘De Belgische ontwikkelingssamenwerking en gelijke rechten voor vrouwen en mannen’. Beide brochures kunnen aangevraagd worden bij jeroen.franç
[email protected] - ‘De Belgische ontwikkelingssamenwerking neemt de uitdaging aan’, een uitgave van de BelgischeTechnische Coöperatie: www.btcctb.org Enkele campagnes - ‘Global call for action against poverty’, internationaal consortium van ngo’s, vakbonden, bedrijven en verenigingen (www.whiteband.org) - Campagne van de CIDSE, internationale koepel van katholieke ngo’s (www.cidse.org) - Campagne van de Verenigde Naties (www.millenniumcampaign.org) - Campagne ‘2015 – De tijd loopt’ 11.11.11, (www.11.be) - Campagne van de Britse ngo’s, (www.makepovertyhistory.org) (*)deze lijst is niet volledig
DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 02/2005 13
Alerte kinderen
De actualiteit leert het ons elke dag:geweld is een blijft een brandend probleem. Er gaat geen dag voorbij of we horen nieuws over een conflict tussen twee gemeenschappen, regeringsgeweld of een zoveelste moordaanslag. Hoe meer de media berichten over dergelijke gruweldaden, hoe minder gevoeliger we er voor worden. Ook al maken ze talloze slachtoffers, onder wie veel kinderen.
O
ntwikkelingssamenwerking heeft als taak armoede te bestrijden en de gelijkheid en waardigheid van alle mannen, vrouwen en kinderen overal ter wereld te bevorderen. Om daartoe te komen zijn vrede, veiligheid en welzijn noodzakelijke voorwaarden
ls Tromme
de voor vre
ffel, rom Roffel, ro orlog dom! no e wij vind at is fijn, n ,d !” e en te zij “Peac om sam k u le , is n het spele rienden Met je v es delen. all est, ook nog ag en geen gep la p st! e e g b n n Gee p zij t leven o rond, e h is n da het grond. liegen in Vogels v n op de e ip ru k en streven, ? hagediss iet naar n r e te leven e w ndschap ie Zouden r v in ieren wij, om als d de trommelen re ij, v e n in ee r Voor d wingend s , d j! n li e s rb dan supe elkaar e wereld ar. dan is d t de handen in lijk geba a la en duide s e is e d Klas 4 vre len voor t groot en klein tromme tap s t r a a splein Op 21 m naar het dorp th toren re s in Naza ven de rust ver e n: n a re o a ten h We g ening la , m rk e e z n w o en n we de make rk!” re v n a v “ ste , taan we -10 jaar) samen s las 4 (9 k n a v n erlinge en de le Juf Tina Nazareth Groepsgedicht rijs Eerste P
© DGOS/D.Ardelean
Trommelen voor vrede
In dit verband steunt de Belgische ontwikkelingssamenwerking in ons land een reeks sensibiliseringsprojecten, zoals ‘Trommels voor Vrede’. De Werelddag voor Kinderpoëzie organiseert sinds 2000 de ‘Trommels voor Vrede’ onder de hoge bescherming van Koningin Fabiola, de UNESCO, Toots Thielemans en wijlen Peter Ustinov, buitengewoon ambassadeur van UNICEF. De actie sluit aan bij VN-resolutie 53/25, die de jaren 2001-2010 uitroept tot ‘Internationaal Decennium voor een Cultuur van Vrede en Geweldloosheid voor de kinderen over de hele wereld’. De actie verloopt in drie fasen en wil de boodschap uitdragen dat kinderen vanaf hun jongste leeftijd kunnen meebouwen aan een vredevolle wereld. 21 maart 2005 :Trommelen voor de vrede, eerst in de straten van Ukkel en daarna in het Belgisch Parlement.
14 DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 02/2005
Alerte kinderen
Het is namelijk essentieel dat ze niet gewoon passieve toeschouwers zijn, maar kun afkeer voor geweld en hun behoefte aan veiligheid actief kunnen uiten. Iedereen kan in zijn woonplaats aan de actie deelnemen. Ze vereist geen bijzondere middelen, alleen de wil om zich samen in te zetten voor een betere wereld. In de eerste fase van het project wordt er nagedacht over het thema geweld, zowel geweld in de wereld als op school en in het gezin. Kinderen, aangespoord door hun leerkrachten, worden uitgenodigd om in de media en in hun woorden en daden na te gaan wat er allemaal tot geweld kan leiden en wat integendeel de vrede kan bevorderen. Vervolgens brengen ze hun waarnemingen en de gevoelens die ze daarbij hebben, onder woorden. Daarbij worden zij aangemoedigd om hun ideeën uit te drukken en in poëzie te gieten. Door de rijkdom van de poëzie te ontdekken, vinden ze een nieuw uitdrukkingsmiddel om ons aan te spreken. En om hun boodschap zo ver mogelijk te laten weerklinken, worden de deelnemers opgeroepen om ieder jaar op 21 maart samen te komen op het marktplein van hun dorp of stad en er van 11u30 tot 12u. te trommelen. Met dit gezamenlijke tijdstip wordt een universele dimensie gegeven aan de talrijke lokale activiteiten die georganiseerd worden in het kader van ‘Trommels voor Vrede’ . Didactische hulpmiddelen vindt u op de website www.drumsforpeace.org
Oproep tot de kinderen Omdat elke mens uniek is en het daarom belangrijk is dat iedereen zich kan uiten, worden kinderen uit de hele wereld uitgenodigd om hun verlangen kenbaar te maken naar een meer solidaire wereld met minder geweld en meer respect voor verschillen. Vandaar de vraag om zich op 21 maart 2006 van 11.30 u. tot 12.00 u. te verzamelen op het marktplein van hun stad of dorp. Als actie voor en door kinderen vergt TROMMELS VOOR VREDE geen financiële investeringen. Ze vereist van volwassenen goede wil, enthousiasme en de wil om actief mee te bouwen aan een geweldloze vredescultuur. Hebt u interesse voor het initiatief? Neem dan gerust contact op met Werelddag voor Kinderpoëzie, Poëzie Centrum, Vrijdagmarkt 36, 9000 Gent. Tel. 09/225.22.25. E-mail:
[email protected]
■
© DGOS/D.Ardelean
DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 02/2005 15
‘De Belgische ontwikkelingssamenwerking neemt de uitdaging aan 8 projecten van de Belgische Technische Coöperatie om de Millennium Ontwikkelingsdoelstellingen te halen’ (Nederlands, Frans, Engels, Spaans) – gratis Pdf-versie: www.btcctb.org e-mail:
[email protected] BTC – Communicatie, Hoogstraat 147, 1000 Brussel
‘Mondiaal partnerschap voor ontwikkeling Millennium Ontwikkelingsdoelstelling 8 voortgangsrapport van België 2004’ (Nederlands, Frans, Engels) - gratis Pdf-versie: www.dgos.be e-mail:
[email protected] Directie Pers en Communicatie (P&C3), Karmelietenstraat 15 1000 Brussel
D I M E N S I E3
HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Tweemaandelijks Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking (DGOS)
Verantwoordelijke uitgever: Martine Van Dooren directeur-generaal Redactie: DGOS- Directie Sensibiliseringsprogramma’s Karmelietenstraat 15 B -1000 Brussel Tel.: 02/519 08 81 - Fax: 02/519 05 44 E-mail:
[email protected] www.diplomatie.be Hoofdredacteur Myriam De Winter Layout en productie: www.inextremis.be
De artikels geven niet noodzakelijk het officiële standpunt weer van DGOS of van de Belgische regering. Overname van de artikels is toegestaan mits bronvermelding en een kopie voor de redactie. Dimensie 3 verschijnt 5 X per jaar Abonnement: gratis in België en in het buitenland
Gedrukt op chloorvrij papier