12
Prestaties 2014
“Als je van mening verschilt, zorg dan dat het geen meningsverschil wordt”
13 2014 in vogelvlucht Aan de hand van de zeven strategische doelstellingen van ASVZ wordt onderstaand een indruk gegeven van de activiteiten in 2014.
3.1 Passende, betaalbare zorg, dienstverlening en behandeling bieden, die aansluit op de wensen van individuele cliënten Jaarplan 2014: Samen, de uitdaging aan! Het thema van het jaarplan 2014 is: Samen, de uitdaging aan! Samen betekent de verbinding leggen tussen cliënt, ouders, vrijwilligers, collega’s, gemeenten en andere externe partijen, om zo de dienstverlening zo optimaal mogelijk vorm te geven. Tijdens de teamleidersconferenties, waarbij de raad van bestuur jaarlijks in gesprek gaat met alle teamleiders, zijn speerpunten genoemd voor het jaar 2014. Andere speerpunten komen voort uit ontwikkelingen die vanuit de ondersteunende diensten zijn gestart of zijn ontstaan naar aanleiding van de politieke ontwikkelingen en wettelijke kaders. Het afgelopen jaar is onder andere extra aandacht besteed aan het maken van afspraken met de betrokkenen uit het sociaal netwerk van de cliënten, voor ondersteuning bij de zorg- en dienstverlening en de realisatie van interne wijkgerichte samenwerking tussen verblijf, ambulant en dagbesteding. Tevens is ingezet op een bezuiniging op exploitatie, onder andere door scherpere inkoop van goederen en diensten en efficiënter roosteren.
Innovatief zorgaanbod Naar aanleiding van het door ASVZ ontwikkelde Triple-C behandelmodel is in 2014 gewerkt aan een werk-, leer- en trainingsboek Triple-C. Een eerste schets van het boek is eind 2014 gereed, medio 2015 wordt het boek in druk genomen. Het door ASVZ ontwikkelde spel ‘Weten, vergeten en.. begeleiden’ heeft een tweede plaats behaald bij de VGN Gehandicaptenzorgprijs 2014 voor het beste praktijkproduct. Door Tranzo, de Academische Werkplaats Leven met een Verstandelijke Beperking, wordt onderzoek gedaan naar de effectiviteit van Triple-C. Een medewerker van ASVZ is hier gedetacheerd als promotie-onderzoeker.
Controle op kwaliteit van zorg door IGZ Binnen ASVZ is een grote meldingsbereidheid. We zijn er ons van bewust dat melden alleen niet voldoende is. We melden om ook te kunnen verbeteren. In onderstaand figuur (1) ziet u het verloop van de meldingen over de jaren heen. Voor het eerst in jaren is er geen relevante toename in het aantal incident meldingen. In figuur 2 ziet u de meldingen verdeeld over de ernst categorieën. Meer dan 70% van de meldingen zijn meldingen zonder letsel. Er werden 21 meldingen gedaan van incidenten met een meerdaagse opname en/of blijvend letsel (D-meldingen); vergelijkbaar met 2013 (19 D-meldingen). Het aantal incidentmeldingen waarbij een arts werd geraadpleegd en/of er sprake was van verzuim van een medewerker (C-meldingen) daalde licht van 502 in 2013 (2,2% van alle incidentmeldingen) naar 477 in 2014 (2,0% van alle incidentmeldingen). Om het leren van incidenten te stimuleren hebben de 50 locaties met veel meldingen een training gehad rondom het ‘analyseren en verbeteren n.a.v. incidenten’. Ook zijn alle managers primaire zorg en orthopedagogen geschoold. Bij 63% van de C-meldingen is er een analyse gemaakt en zijn er verbeteracties gedefinieerd om te komen tot een structurele verbetering van de kwaliteit van zorg. Daarnaast heeft de MIP-commissie 16 incident-onderzoeken uitgevoerd. Zeven van deze onderzoeken zijn ook aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) gemeld. Om organisatiebreed te leren van deze incidenten worden de bevindingen besproken in het managementoverleg en het overleg tussen orthopedagogen en artsen. Ook worden de verbeterpunten op intranet geplaatst zodat alle medewerkers hiervan kunnen leren.
14
2400 2200 2000 1800 1600 1400 1200 1000 800 600 400 200 0
jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec
Aant al incident meldingen
Totaal aantal incidentmeldingen 2012 t/m 2014
2012
2013
2014
Figuur 1: totaal aantal incidentmeldingen (per maand) vanaf januari 2012.
% incidentmeldingen per ernstcategorie letsel A: Geen letsel
70% 60%
B: Psychisch of lichamelijk letsel
50% 40%
C: Huisarts of poli zorg nodig
30%
D: Meerdaagse opname ziekenhuis
20% 10% 0%
E: Overlijden jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec
% van t ot aal incident meldingen (excl Verzamelmeldingen)
80%
2012
2013
2014
Figuur 2: % meldingen per letsel-ernst categorie vanaf januari 2012. De lijnen van de D en E meldingen liggen over elkaar heen, en zijn daardoor niet goed zichtbaar.
15 Efficiënte werkprocessen Op ICT-gebied heeft 2014 voor een groot deel in het teken gestaan van de migratie naar het Carante Groep-breed vastgestelde Microsoft tenzij-scenario. Dit scenario houdt in dat in de basis gekozen wordt voor Microsoft-producten (Windows server, Exchange, SharePoint, enz.), waardoor integratie met andere systemen laagdrempeliger te realiseren is. Waar het oorspronkelijke product goed bevalt en integratie niet mogelijk is, wordt niet gekozen voor een Microsoft product. Nadat vorig jaar de basis voor de migratie was gelegd in de definitie- en ontwerpfase, heeft in 2014 de realisatie plaatsgevonden. De werkplek is voor alle gebruikers volledig virtueel geworden, waardoor ze op elke locatie (binnen ASVZ, Thuis en Mobiel) toegang hebben tot hun applicaties, bestanden. Om een actuele gebruikerservaring te geven en klaar te zijn voor toekomstige ontwikkelingen, is de nieuwe werkplek voorzien van de laatste versies van de Microsoft producten (Windows 8.1, Office 2013, SharePoint 2013, enz.) Het nieuwe SharePoint portaal is ter beschikking gekomen. In fase 1 zijn bestaande functionaliteiten zoals Intranet en Kwaliteitssysteem omgezet naar het nieuwe medewerkersportaal. Naast de genoemde hoofdprojecten zijn diverse vernieuwingen en uitbreidingen gerealiseerd. Ten aanzien van de uitluisterfunctionaliteit is verdere centralisatie en consolidatie verwezenlijkt. Daarnaast zijn meer doelgroepen voorzien van smartphones en in samenwerking met Carante Groep zijn de telefoniecontracten vernieuwd. De pilot Huis van de Toekomst heeft geleid naar een advies richting raad van bestuur, terwijl de pilotprojecten ITT (Internet, televisie en telefonie voor cliënten) en ASVZTV zich in de evaluatiefase bevinden. Ten aanzien van informatiebeveiliging is de certificering van NEN7510 succesvol gecontinueerd en heeft het datacenter enkele uitbreidingen gehad, waarmee de beschikbaarheid voor de toekomst is geborgd. Het aantal ICT-gerelateerde informatiebeveiligingsincidenten is ten opzichte van 2013 licht gestegen naar 30 incidenten.
3.2 Het meer en/of anders inzetten van vrijwilligers en mantelzorgers bij zorg en begeleiding aan de cliënt Ouders en verwanten, mantelzorgers en vrijwilligers spelen een grote rol in de begeleiding en ondersteuning van onze cliënten. De veranderingen in de zorg brengen met zich mee dat de rol van deze mensen in de toekomst nog belangrijker wordt. Zij kunnen glans aanbrengen in het leven van de cliënt.
Een goede afstemming met de begeleiding is hierin van belang. In 2014 heeft de raad van bestuur ouders en verwanten in vijf bijeenkomsten geïnformeerd over de veranderingen in de zorg. Het belang van een stevig sociaal netwerk is hier ook benadrukt. Het komende jaar zal hieraan verder aandacht besteed worden. Ook wordt gestart met een vrijwilligerscampagne. Er is een eerste opzet gemaakt voor een training voor medewerkers om met ouders of verwanten het gesprek te voeren over een intensievere inzet bij de zorg en dienstverlening. In het IP wordt een passage opgenomen om dit onderwerp jaarlijks een plaats te geven. De teamleider zal beschikking krijgen over een lijst met voor de groep belangrijke (welzijns)activiteiten, om de noodzakelijke hulp hierbij te kunnen organiseren.
3.3 Het positioneren en verankeren van de zorg in de directe context van de lokale samenleving, zowel naar gemeenten als het bedrijfsleven Ambulant vs transitie en transformatie Wmo/ Jeugd en Beschermd Wonen Het jaar 2014 heeft voor Ambulant in het kader van de herziening van de stelsels Jeugd, Wmo en Beschermd Wonen in het teken gestaan van afspraken maken en afsluiten van overeenkomsten met diverse gemeentes. Eind 2014 was er sprake van 66 onderhanden zijnde aanbestedingen (in 114 gemeentes), lopende offertes en/of contracteringen. Met alle gemeentes waar ASVZ al werkte, is overeengekomen dat wij als een van de aanbieders dienstverlening bieden in het overgangsjaar 2015. De veranderingen in de extramurale zorg en bij Jeugd die op last van de overheid zijn doorgevoerd hebben geleid tot de inzet van diverse interne aanpassingen bij meerdere diensten en/of afdelingen. Voor alle betrokken afdelingen geldt dat één en ander gemeentespecifiek moet worden ingericht. Om een overzicht te hebben en houden van de afspraken per gemeente heeft ASVZ een digitaal Portaal Ambulant geopend. Het Portaal biedt toegang specifiek op gemeente en per stelsel tot de afspraken die hieromtrent gemaakt zijn. Er is een aparte toegang voor medewerkers, met een overzicht van alle relevante afspraken in het kader van de uitvoering, en een toegang voor managers en geautoriseerde medewerkers van ondersteunende diensten, met een overzicht van alle gemaakte afspraken.
16 Als gevolg van de transitie is er naast de financiële verschuiving van budgetten sprake van een verschuiving van formele zorg naar informele zorg- en dienstverlening. Professionele, resultaatgerichte inzet vindt plaats in een sterk veranderde, dynamische en concurrerende externe werkomgeving. Dit verlangt een andere, aangepaste werkwijze van medewerkers die betrokken zijn bij de transitie van een van de genoemde stelsels. Aan de transformatie van medewerkers is het afgelopen jaar veel aandacht besteed. Hierbij zijn kernwaarden benoemd als ondernemend, onderscheidend, flexibel, maatwerk, resultaat- en samenwerkingsgericht. Ook in 2015 zal verder gestalte gegeven worden aan dit veranderingsproces middels interne en externe scholing, opleiding op maat, coaching en werkbegeleiding. Voor wat betreft het stelsel Jeugd hebben de meest gemeentes ervoor gekozen de toegang te regelen via het Jeugdteam. In het geval een jeugdteam rechtspersoonlijkheid heeft, kunnen professionals vanuit instellingen worden uitgeleend bij de rechtspersoon. Als het jeugdteam geen rechtspersoonlijkheid heeft, blijven de professionals in dienst bij de instelling bij wie de gemeente hulp inkoopt. In de volgende werkgebieden zijn door ASVZ aan Jeugdteams professionals uitgeleend: Midden Holland, Rotterdam, Zuid Holland Zuid, West Brabant West.
3.4 Adequate en financieel haalbare huisvesting bieden aan individuele verblijfs- en dagactiviteitencliënten In het jaar 2014 is een groot deel van de nieuwbouw op de locatie Vincentius in Udenhout gerealiseerd. In juli zijn 70 cliënten verhuisd naar de vervangende huisvesting. In december konden nog eens 112 cliënten hun intrek nemen in de nieuwbouw. In de loop van 2014 is ook een nieuwe locatie voor 16 cliënten wonen en 55 cliënten dagbesteding gebouwd en opgeleverd in Dordrecht (Neptunuslaan). Deze ontwikkeling betekent voor veel cliënten een afname van reistijd van en naar de dagbestedingslocatie. Ook was het een relatief druk jaar met de start van meerdere ouderinitiatieven. De woningen voor de Stichting WISH in Poortugaal zijn dit jaar in gebruik genomen.
De toegang tot de Wmo is over het algemeen geregeld via een sociaal team of wijkteam. Voor wat betreft Beschermd Wonen is er een loket.
Er zijn verschillende huurcontracten voor kantoren beëindigd, met een verbetering van de overall exploitatie tot gevolg. In het kader van ‘financieel haalbare huisvesting’ zijn er verschillende huurcontracten van kantoren en dagbestedingslocaties opnieuw afgesloten met een lagere huurvergoeding en meer flexibeler looptijden.
Bij wijze van proef heeft ASVZ in diverse wijkteams door de inzet van een professional meegedraaid. In de meeste gemeentes zijn aanbieders in de genoemde teams niet vertegenwoordigd, maar wordt er gebruik gemaakt van onafhankelijke expertise zoals Maatschappelijk werk (Welzijn), MEE, GGD etc. Met de teams is er vanuit ASVZ contact gelegd of zijn er contactgegevens uitgewisseld. De eerste doorverwijzingen zijn inmiddels een feit.
Vanuit het onderwerp duurzaamheid zijn verschillende initiatieven opgestart. Te benoemen valt onder andere de aanleg van “groene” daken op de kantoorgebouwen op de Merwebolder en de zonnecollectoren op de nieuwbouwwoningen op het terrein Vincentius in Udenhout. Voor enkele projecten te Sliedrecht wordt nog onderzocht hoe het “groene” element hier specifiek kan worden ingevuld. In 2014 is intensief gewerkt aan de voorbereiding van een aantal nieuwe projecten: •• vervangende nieuwbouw Lombardijen, Hoogvliet en Arcadia •• vervangende nieuwbouw in de regio Dordrecht •• vervangende nieuwbouw in gemeente Gorinchem •• vervangende nieuwbouw in gemeente Schiedam •• vervangende nieuwbouw in gemeente Tilburg Er is een informatiesysteem in gebruik genomen waarmee via internet de woonlocaties van ASVZ en klantgerichte informatie over de uiteenlopende woonvormen teruggevonden kunnen worden.
17 3.5 Een positief of boven het landelijk benchmarkgemiddelde van cliënt tevredenheid vasthouden en continu werken aan tevredenheid van betrokkenen in het sociaal netwerk In november 2013 hebben we een cliëntenonderzoek & ouderraadpleging laten uitvoeren door Effectory. De totale respons was met 51,4% hoger dan de respons van 47,1% bij de meting in 2010. Hieronder een overzicht van de scores op algemene tevredenheid voor de verschillende groepen. Hoe tevreden zijn onze cliënten en hun ouders/verwanten?
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
60 50 40 30 20 10 0
Tevredenheid= %ja -%nee
Cliënten 75,5 74,1
De resultaten zijn besproken met de CCR, de SCR-verwanten en SCR-cliënten, de raad van toezicht en zijn tevens aan de orde gekomen in het managementoverleg, het beleidsoverleg, de stuurgroep kwaliteit en veiligheid en in sectoroverleggen. Teamleiders hebben de resultaten teruggekoppeld met cliënten, verwanten en medewerkers van de locatie. Bij de doelgroep LVG-cliënten die niet vrijwillig bij ons wonen, zien we de minste tevredenheid. Deels komt dit door de verwachtingen en wensen die cliënten hebben over wat ze graag zouden willen. Dit zijn niet altijd reële verwachtingen en het is belangrijk om hier over met cliënten in gesprek te gaan. De minst scorende locaties zijn actief gemonitord vanuit de organi satie op het inzetten van verbeteringen. Gekozen is om niet centraal verbeteringen uit te zetten, maar om dit lokaal, dicht bij de cliënt te doen. Dit is meer zichtbaar en er kan beter aangesloten worden op de individuele wensen. Daarnaast zijn alle teams aan de slag gegaan met de resultaten en is met name ingezet op een betere , structurele 100 communicatie met cliënt en ouders. 90 Cliënten De resultaten van deze ingezette acties volgen we organisatiebreed. 75,5 80 met Aandacht voor het netwerk, de communicatie ouders zal ook een prominente plek krijgen als speerpunt70 voor het jaar 2015. 74,1 73,4
83,3
88,8 75,1
73,4
80
76,4
96
87,6
37,3
Hoe lees je de resultaten? Deze score geeft weer hoe tevreden uw cliënten (ouders/verwanten) zijn. De totaalscore wordt berekend door het aantal positieve antwoorden (%Ja) te verminderen met het aantal negatieve antwoorden (%Nee). Het totaalbeeld wordt immers bepaald door de combinatie positieve en negatieve antwoorden. Hoe lees je de resultaten? Deze score geeft weer hoe tevreden uw cliënten (ouders/verwanten) zijn. De totaalscore wordt berekend door
37,3
Tevr
83,
18 Klachten cliënten De klachtencommissie ASVZ cliënten heeft in 2014 van cliënten of derden 43 klachten ontvangen. Na overleg met klager zijn 22 van deze klachten ter bemiddeling doorgestuurd naar de raad van bestuur. Bij 18 van deze klachten heeft een succesvolle bemiddeling plaatsgevonden, waarbij veelal de betreffende sectormanager betrokken is geweest. Een klacht is na een niet succesvolle bemiddeling alsnog via een zitting behandeld De klachtencommissie heeft acht klachten in een zitting behandeld, waarbij de klacht viermaal ongegrond, tweemaal gegrond en eenmaal deels gegrond/deels ongegrond is bevonden. Een klacht zal in 2015 verder worden behandeld. De klachten betroffen met name behandelaspecten en bejegening. ASVZ hecht veel waarde aan een goede afhandeling van iedere klacht.
Cliëntvertrouwenspersonen In 2014 hebben 126 personen een beroep gedaan op de cliëntvertrouwenspersonen van ASVZ. Hierbij ging het in 47% van de gevallen om 3 gesprekken of meer, 53% van de cliënten heeft minder dan 3 gesprekken gevoerd met één van de vertrouwenspersonen. De gesprekken betroffen veelal onvrede over de persoonlijke situatie, bejegening of vrijheidsbeperking. Eenmaal is gebruik gemaakt van een externe vertrouwenspersoon. Een positieve ontwikkeling is dat cliënten steeds vaker door hun begeleiders gewezen worden op het bestaan van de cliëntvertrouwenspersoon.
Ouderbijeenkomsten Om ouders te informeren over de veranderingen in de zorg en de hiermee samenhangende gevolgen, zijn bij ASVZ in 2014 een vijftal ouderbijeenkomsten gehouden in de regio’s Sliedrecht, Rotterdam en Udenhout. De raad van bestuur heeft in deze bijeenkomsten een toelichting gegeven en getracht vragen van ouders zo goed mogelijk te beantwoorden.
19 3.6 Vasthouden van bevlogenheid van medewerkers en positie binnen beste 25% van eigen sector in landelijk medewerkerstevredenheidsonderzoek Na bezoeken van de Inspectie voor de Gezondheidszorg, externe auditoren vanuit HKZ, zorgkantoren of andere externe partijen is er altijd een punt dat teruggekoppeld wordt: de professionaliteit en de betrokkenheid en bevlogenheid van onze medewerkers.
Hier zijn we enorm trots op! ASVZ bezet in 2014 de tiende plek in de lijst van Beste Werkgevers van Nederland (profit en non-profit, met meer dan 1000 medewerkers), op basis van de uitkomsten van het medewerkerstevredenheidsonderzoek eind 2013. De tevredenheidsscore was een 7,9. Hieronder zijn de behaalde scores op de hoofdonderwerpen van de vragenlijst en de score op de ‘algemene tevredenheid’ zichtbaar. De resultaten zijn besproken met de raad van toezicht, OR, CCR, sectormanagers, teamleiders en managers ondersteunende diensten. Gezien de hoge scores op alle onderwerpen, zijn er organisatiebreed geen verbeteracties afgesproken. Op de minst scorende locaties zijn intensievere verbeteracties vastgelegd door de sectormanager en teamleider. Hierbij moet gedacht worden aan intensievere coaching van teamleider, extra tijdelijke inzet rondom een cliënt om de werkdruk te verlagen en het bespreken van taakverdeling en taakvolwassenheid binnen een team.
20 Klachten medewerkers De klachtencommissie ASVZ medewerkers heeft in 2014 geen klachten ontvangen.
PO&O ontwikkelingen Door de veranderingen in de zorg en de daarmee gepaard gaande noodzakelijke bezuinigingen, vraagt ASVZ meer flexibiliteit van medewerkers. In 2014 is ASVZ gestart met twee maatregelen die hierbij van belang zijn: 1. Het terugdringen van de overcapaciteit: Onder overcapaciteit verstaat ASVZ budgetoverschrijding ten gevolge van te hoge loonkosten. De overcapaciteit wordt veroorzaakt doordat er minder inkomsten zijn bij een gelijk blijvend aantal medewerkers. Dit betekent dat ASVZ genoodzaakt is om het aantal medewerkers te laten afnemen. In 2014 zijn we hier mee gestart door tijdelijke dienstverbanden niet te verlengen en de extra inzet, zogenaamde meeruren, te beperken.
ven van alle functiebeschrijvingen, waarbij overgegaan wordt van een taakgerichte beschrijving naar een resultaatgerichte beschrijving. Hiermee realiseert ASVZ meer regelmogelijkheden voor medewerkers en wordt creativiteit gestimuleerd. In het verlengde hiervan worden medewerkers met behulp van instrumenten zoals e-learning meer medeverantwoordelijk voor het op peil houden van eigen vaardigheden. In het kader van duurzame inzetbaarheid van medewerkers zijn in 2014 door PO&O verschillende instrumenten ontwikkeld waaronder trainingen voor specifieke doelgroepen. Vermeldingswaardig is dat in 2014 demotiebeleid is ontwikkeld als onderdeel van duurzame inzetbaarheid.
Medewerkersbijeenkomsten Om de medewerkers te informeren over de komende veranderingen in de zorg, heeft ASVZ in 2014 een zestal bijeenkomsten georganiseerd. Daarnaast zijn vier bijeenkomsten voor ambulante medewerkers gehouden. In deze bijeenkomsten hebben de raad van bestuur en de OR een toelichting gegeven en konden medewerkers hun vragen stellen.
2. Het creëren van vaste- en flexibele capaciteit: Met de vaste- en flexibele capaciteit wil ASVZ bewerkstelligen dat met de beschikbare personele middelen efficiënter wordt omgaan. In 2014 zijn onder verantwoordelijkheid van de stuurgroep verzuim een aantal interventies ingezet om de doelstelling, het verzuimpercentage van ASVZ op 5% te laten uitkomen, te bereiken. We zijn hierin geslaagd, waarmee het verzuimpercentage van ASVZ over het jaar 2014 gelijk is aan het landelijke gemiddelde verzuimpercentage in de branche. De visie van ASVZ op verzuim is ontwikkeld in samenwerking met Falke & Verbaan. Binnen deze visie heeft de direct leidinggevende de regierol en is tevens casemanager. In 2014 is PO&O gestart met een pilot waarin de rol van casemanager gericht op het proces, zoals vastgelegd in de Wet Poortwachter, niet langer ingevuld wordt door de direct leidinggevende. Hiermee zijn er meer garanties dat het proces optimaal bewaakt wordt en worden de direct leidinggevenden, die bij ASVZ meewerkend zijn, ontlast. In 2015 zal de pilot geëvalueerd worden. Vooruitlopend op één van de speerpunten voor 2015, het versterken van het veiligheidsbewustzijn van medewerkers, is PO&O in 2014 gestart met een pilot waarin de wettelijk verplichte risico-inventarisatie en evaluatie (RI/E) vorm krijgt middels groepsinterviews, in plaats van een digitale vragenlijst. In 2015 wordt deze pilot geëvalueerd. Wettelijke en maatschappelijke ontwikkelingen hebben invloed op de rol van medewerkers met betrekking tot het betrekken van het sociaal netwerk van cliënten bij het invullen van zorgvragen. In de geformuleerde speerpunten voor 2015 is hier aandacht voor. Vooruitlopend hierop is PO&O in 2014 begonnen met het herschrij-
Teamleidersconferenties Jaarlijks gaat de raad van bestuur in een tweedaagse sessie in gesprek met alle meewerkend teamleiders en sectormanagers. Belangrijke ontwikkelingen en prestaties worden besproken. Zo leveren teamleiders mede input voor de ontwikkelrichting van de organisatie, zowel op lange als op kortere termijn. Onderwerpen die in 2014 aan de orde zijn gekomen, zijn onder andere ouderparticipatie en medicatieverstrekking.
3.7 Een structureel positief exploitatieresultaat, om kwaliteitsborging op lange termijn te kunnen waarborgen ASVZ heeft de afgelopen jaren gezorgd voor een stabiele basis voor de primaire zorg waar, wanneer noodzakelijk, weloverwogen financiële ingrepen kunnen plaatsvinden om de continuïteit van de organisatie te kunnen waarborgen. De landelijke ontwikkelingen worden hiertoe nauwlettend gevolgd: WLZ, Wmo, jeugdzorg, behandeling, scheiden wonen-zorg en verdere extramuralisering; het is slechts een greep uit de afgelopen jaren. De interne beheersing sluit hier direct op aan: voorafgaand
21 aan het jaar 2014 is de begroting opgesteld met een voordeling exploitatieresultaat van 2,0% oftewel 4,8 miljoen. Gedurende het jaar 2014 is op diverse deelgebieden naast de reguliere beheersingsmaatregelen in de P&C cyclus, door de ondersteunende dienst F&I extra aandacht besteed aan bedrijfswaardeberekening op niveau van kleinste kasstroom genererende eenheid (niveau waarop zowel de inkomsten als uitgaven toe te rekenen zijn), fraude en functiescheiding, inkoop, integraal dashboard, integraal risicomanagement, NIC en NHC. Tevens is een update van de business case ten behoeve van het aantrekken van extra geborgde leningen gemaakt. Door bovenstaand geschetst behoedzaam integraal financieel beleid kent ASVZ al jaren een positief resultaat en zijn voorzieningen getroffen om nadelige schommelingen van dit bedrijfsresultaat in de toekomst te kunnen ondervangen. ASVZ sluit het jaar 2014 af met een positief resultaat van 6,3 miljoen. Dit resultaat maakt dat de resultaatratio1 in 2014 2,5% is. Dit percentage ligt in lijn met eerdere resultaatratio’s en ligt naar verwachting tevens iets boven dat van branchegenoten. Het Eigen Vermogen komt met het behaalde resultaat ultimo 2014 uit op 90,3 miljoen en de vermogensratio2 groeit daardoor naar 35,9% (33,6% in 2013). 1
resultaatratio = resultaat boekjaar / totale opbrengsten
2
vermogensratio = eigen vermogen / totale opbrengsten
Het kasstroomoverzicht uit de jaarrekening laat een toename van de beschikbare liquide middelen zien. Liquiditeit geeft de mate aan waarin de kort lopende schulden afgelost kunnen worden met de vlottende activa. De sterk positieve operationele kasstroom van 16,3 miljoen wordt met name veroorzaakt door het positieve resultaat en de, mede naar aanleiding van het verkrijgen van borging door het WfZ, afgesloten leningen. De in 2013 gestarte en in 2014 doorlopende investeringen, leiden tot een negatieve investeringskasstroom van 18,4 miljoen. Er zijn per saldo leningen aangetrokken, hierdoor komt de financieringskasstroom op 20,2 miljoen uit. Het sturen op kasstromen wordt de komende jaren relevanter, de decentralisering van de zorg naar lokale overheden zal een hoger beslag op het werkkapitaal leggen. Het saldo liquide middelen bedraagt ultimo 2014 ruim 33,6 miljoen. Daarnaast heeft ASVZ ongebruikte kredietfaciliteiten beschikbaar van € 40,0 miljoen, waarvan 15,0 miljoen voor werkkapitaal. ASVZ wil de geplande investeringen op huisvesting zoveel als mogelijk lang en geborgd gefinancierd laten worden, zodat de resterende financiële ruimte voldoende is om onverhoopte tegenvallers op te vangen. Hiertoe is in 2014 een update van de business case gestuurd naar zowel WfZ als huisbankier. In de maandelijkse liquiditeitsprognose worden de ontwikkelingen nauwlettend gevolgd. In zowel de uitgebreide treasurycommissie als de financiële commissie van de raad van toezicht wordt de liquiditeitsprognose doorgenomen.
De solvabiliteit van ASVZ is licht afgenomen van 40,1% in 2013 naar 38,1% in 2014. De solvabiliteit geeft de mate aan waarin ASVZ ook op langere termijn aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen; 38,1% is sterk boven het sectorgemiddelde. ASVZ voldoet hiermee tevens aan het door haar huisbankier gestelde convenantpercentage.