Hoe werkt het plassen normaal? De blaas lijkt op een ballon, die groter en kleiner kan worden afhankelijk van de hoeveelheid vocht die erin zit. Aan het uiteinde van de blaas zitten de sluitspieren (kinderen noemen het de deurtjes) die de plasbuis afsluiten. De plasbuis kan zonder moeite afgesloten blijven tot er een geschikte plaats en tijd is om te plassen. Tijdens het plassen, trekt de blaas samen en de sluitspier en de plasbuis ontspannen zich.
Hoe werkt het plassen normaal? Niet trainbare plasklachten Trainbare plasklachten Wat is functionele incontinentie? Drangincontinentie Incontinentie door verkeerd plassen en/of slecht voelen Wat is stressincontinentie? Wat is incontinentie door uitstel? Wat kan er aan gedaan worden? Eenvoudige tips voor thuis Thuis trainen Tenslotte
2 3 3 3 4 5
Wanneer de blaas zich vult met urine wordt op een gegeven moment de maximale inhoud bereikt. De maximale inhoud van de blaas is groter naarmate het kind ouder wordt. Een kind van 4 jaar heeft maximaal 140 tot 180 ml in de blaas, een kind van 8 jaar wel 250 tot 300 ml.
5 6 7 8 9 9
Wanneer de blaas ‘vol’ is, krijg het kind het gevoel dat het moet plassen. Dat noemen we aandrang. In de normale situatie is dat gevoel van aandrang niet zo sterk dat het kind naar een wc moet rennen. Er kan rustig een wc worden opgezocht. Als de blaas nog niet zo heel vol is, kan het gevoel van aandrang ook weer verdwijnen. De aandrang komt dan na een tijdje, als de blaas nog voller is geworden, weer terug.
Zindelijk worden is een leerproces dat normaal gesproken grotendeels vanzelf gaat. Als een kind van vijf jaar of ouder nog regelmatig nat is, blaasontstekingen houdt en/of moeite heeft om te plassen, wordt dit leerproces verstoord. Dit kan meestal verholpen worden met medicijnen of door een operatie of door een training. In deze folder worden alleen plasproblemen overdag uitgelegd waar met een training iets aan te doen is.
1 Kinderen met plasklachten - die overdag nat zijn
2
Niet trainbare plasklachten
Drangincontinentie
Wanneer kinderen nat zijn, noemt men dit incontinentie. Kinderen met
Kinderen met drangincontinentie hebben meestal een aandrangprobleem. Door
incontinentie zijn nat omdat hun blaas of hun sluitspier (de spier waarmee de
krampen van de blaas hebben ze vaak plotselinge drang om te plassen. Ze
plas opgehouden wordt) niet goed functioneert. Daardoor verliezen ze onvrijwillig
gaan veel naar het toilet en plassen kleine beetjes. Een uur of zelfs eerder nadat
steeds kleine beetjes plas.
ze geplast hebben, kunnen ze alweer nodig moeten. Het is een kwestie van
Soms ontstaat incontinentie door een aangeboren afwijking van de blaas- of
afknijpen tot er een toilet gevonden is. Omdat het ophouden van de plas met de
sluitspier (anatomische incontinentie). Het kan ook zijn dat opdrachten van het
sluitspier niet altijd lukt, gebruiken de kinderen speciale ‘ophoudmanieren’. Vaak
zenuwstelsel naar de sluitspier niet doorkomen. De bediening van de spieren is
gaat een kind wiebelen, of hurken met één hak tussen de billen of het kruist de
dan verstoord (neurologische incontinentie). In beide gevallen is er een
benen in een poging de plas op te houden. Het plassen zelf gaat op de gewone
lichamelijke oorzaak voor de plasproblemen.
manier: door de sluitspier te ontspannen en in één keer de blaas leeg te
Deze twee vormen van incontinentie zijn over het algemeen niet trainbaar en
plassen. Soms blijft er nog wel wat urine achter in de blaas omdat de kringspier
worden door de specialist (uroloog, veelal in een academisch ziekenhuis)
alweer sluit voordat de blaas leeg is. We noemen dit probleem een overactieve
behandeld en vallen daarom buiten deze folder.
blaas. Voor kinderen met zo’n overactieve (eigenwijze) blaas is het heel moeilijk om de plas op te houden en droog te blijven. Deze kinderen hebben dus in veel
Trainbare plasklachten
gevallen regelmatig een natte (onder)broek.
Het komt echter ook voor dat de samenwerking tussen blaas en sluitspier niet
Andere kinderen hebben vaak urineweginfecties of hebben ze gehad. Bij al deze
goed is. Het kind heeft de spieren niet goed onder controle. Dit wordt functionele
kinderen zit het probleem uitsluitend in de onbeheersbare aandrang; niet in de
incontinentie genoemd.
manier van het plassen.
Er bestaat ook nog stressincontinentie. Deze vorm van incontinentie ontstaat door het tekort schieten van de sluitspier en komt bij kinderen niet vaak voor. Tenslotte bestaat er nog incontinentie door uitstel. In deze folder wordt op deze drie begrippen ingegaan. Wat is functionele incontinentie? Het verkeerd gebruiken van blaas- en sluitspieren noemen we functionele incontinentie. Er bestaan twee vormen van functionele incontinentie, namelijk: • Drangincontinentie • Incontinentie door verkeerd plassen en/of slecht voelen
3 Kinderen met plasklachten - die overdag nat zijn
4
Incontinentie door verkeerd plassen en/of slecht voelen
Wat is incontinentie door uitstel?
Kinderen kunnen ook een verkeerde manier van plassen ontwikkelen of medisch
Er zijn kinderen die af en toe nat zijn terwijl lichamelijk alles normaal werkt. Ze
gezegd “dysfunctional voiding” hebben. Zij houden de sluitspier en
kunnen goed plassen en voelen aandrang maar toch plassen ze soms in hun
bekkenbodemspieren constant gespannen. Niet alleen als ze aandrang hebben
broek. We noemen dit incontinentie door uitstellen. Het kind reageert niet op
maar ook tussendoor. De blaas trekt wel samen maar daar letten ze niet op. Ze
signalen van de blaas, gaat weinig uit zichzelf naar het toilet, gunt zichzelf geen
hebben geleerd de signalen van de blaas te negeren. Ze houden hun
tijd om naar het toilet te gaan en doet meestal een hele plas ineens in de broek.
sluitspieren gewoon de hele tijd strak om ongelukjes te voorkomen. Je kunt
Sommige kinderen zijn gewoon zindelijk geweest en krijgen deze klachten pas
zeggen dat ze voortdurend de noodrem gebruiken. Daardoor lukt het niet meer
later, andere kinderen zijn nog nooit een aantal weken achter elkaar droog
om de sluitspier tijdens het plassen te ontspannen. Veel kinderen gaan dan
geweest. Ongeveer de helft van deze kinderen heeft ook andere
buikdruk gebruiken en proberen de blaas met de buikspieren leeg te duwen.
zindelijkheidsproblemen, zoals bedplassen (enuresis nocturna) en broekpoepen
Meestal komt de plas dan in kleine beetjes. Hun blaasinhoud is dikwijls groter
(encopresis). Eén van de opvallende bijkomende verschijnselen bij veel van
dan normaal en de blaasspier is minder krachtig. Deze kinderen herkennen
deze kinderen, is het drukke gedrag (hyperactiviteit). Ze zijn snel afgeleid en
plasaandrang vaak niet meer en gaan te weinig plassen. Omdat het constant
kunnen zich moeilijk concentreren. Op school hebben ze bijvoorbeeld moeite
ophouden eigenlijk te veel is gevraagd van de sluitspier, verliezen deze kinderen
met het afmaken van opdrachtjes en thuis zijn ze met veel dingen tegelijk bezig.
regelmatig een beetje urine, zowel overdag als ’s nachts. Er is zo ook een grote
Ze hebben moeite met stilzitten en springen van de hak op de tak. Kenmerkend
kans op een urineweginfectie omdat er vrijwel altijd urine achterblijft in de blaas.
zijn bovendien hun impulsiviteit en spontaniteit.
Als deze verkeerde wijze van plassen lang blijft bestaan, kan het kind een ‘niet actieve blaas’ ontwikkelen. Op den duur kan de dikke darm ook last krijgen van dit eindeloze ophouden. Het kind kan kleine beetjes ontlasting verliezen doordat het leegmaken van de darm (poepen) in de war is geraakt. Door het vol zitten van de darmen voelt het kind de aandrang voor urine ook minder goed. Wat is stressincontinentie? Weer andere kinderen zijn nat omdat er sprake is van ‘stressincontinentie’. Dit ontstaat door het tekortschieten van de sluitspier. Er is urineverlies in kleine hoeveelheden dat alleen voorkomt als de druk in de buik plotseling toeneemt zoals bij hoesten, niezen, persen, springen, plotselinge bewegingen en sporten. Deze vorm van incontinentie heeft niets te maken met verhoogde geestelijke stress maar met een verhoogde druk (in Engels = stress) in de buikholte. Het komt erg weinig voor bij kinderen en meestal in combinatie met drangincontinentie.
5 Kinderen met plasklachten - die overdag nat zijn
6
Wat kan er aan gedaan worden?
Eenvoudige tips voor thuis
Er zijn verschillende manieren om deze plasproblemen op te lossen.
Voor alle kinderen is het belangrijk dat ze goed plassen zodat de blaas in één
Als uw kind last heeft van blaasontstekingen is het allereerst belangrijk dat deze
keer leeg komt. Sommige kinderen spannen de sluitspieren aan (‘duwen de
behandeld worden. De arts geeft vaak eerst medicijnen (antibiotica). Nieuwe
deurtjes dicht’) tijdens het plassen, waardoor niet alle plas eruit komt. Daarom is
infecties kunnen met een lage dosis antibiotica, die uw kind langere tijd achter
het belangrijk dat uw kind goed op het toilet zit:
elkaar gebruikt (onderhoudsdosering), worden voorkomen.
• Laat uw kind rustig en ontspannen op het toilet zitten. Zorg ervoor dat de
Daarnaast is behandeling van de blaas zelf mogelijk. Medicijnen (bijvoorbeeld
bovenbenen horizontaal (recht) op het toiletbril rusten en de voeten op de grond
Dridase®) kunnen een kramperige blaas rustiger maken.
of een bankje staan (zie tekening). Let er op dat uw kind niet perst tijdens het
Meestal zijn medicijnen niet voldoende en moet er ook iets aan de oorzaak
plassen. De buik moet slap gehouden worden. Dit lukt het beste door zacht en
gedaan worden. Daarom wordt vaak een training geadviseerd.
rustig te fluiten, blazen of neuriën.
Dit kan bijvoorbeeld door kinderen te leren zelf de aandrang te herkennen en
• Als uw kind de plas te lang ophoudt, is er meer kans dat uw kind nat wordt of
daarop te reageren of de sluitspier te leren ontspannen tijden het plassen. De
de blaas niet meer leeg krijgt. Probeer uw kind zes tot zeven keer per dag te
blaasproblemen zijn pas opgelost als er sprake is van een goede
laten plassen. Dit lukt alleen als uw kind ook minimaal zeven keer per dag drinkt.
blaasontlediging en blaasbeheersing.
• Sommige kinderen krijgen medicijnen om de ontlasting (zie vorige pagina) te
Veel kinderen met blaasproblemen hebben ook moeite om dagelijks naar het
vergemakkelijken. Dat is vaak niet genoeg. Zorg dat uw kind zich de gewoonte
toilet te gaan voor ontlasting. Zij houden de ontlasting op of hebben problemen
aanleert om twee keer per dag na het eten vijf minuten op het toilet gaat zitten.
met de stoelgang door de aanspanning van de bekkenbodemspieren
Om verstopping te voorkomen is het ook belangrijk dat uw kind regelmatig drinkt
(obstipatie). Om de blaasproblemen de baas te worden, is het behandelen van
(1,5 liter per dag).
de obstipatie dus ook noodzakelijk. Dit kan met behulp van medicijnen en toiletinstructies. Deze worden ook tijdens de blaastraining gecontinueerd. Voordat een blaastraining gestart kan worden, kijkt de kinderarts of de darmen niet te vol zitten met ontlasting. Eventueel maakt de kinderarts nog een afspraak voor een buikfoto om te kijken hoeveel ontlasting er in de darmen zit.
7 Kinderen met plasklachten - die overdag nat zijn
8
Thuis trainen Kinderen trainen natuurlijk het liefst thuis. Tijdens bezoeken aan de Plaspoli krijgt het kind voorlichting over de functie van de blaas en de sluitspier. Ook leert het kind tijdens deze bezoeken hoe, wanneer en hoe vaak hij of zij moet plassen. Dit heeft als doel dat het kind zich een nieuw plaspatroon aanleert. Het aanleren van een nieuw plaspatroon lijkt gemakkelijk maar is voor kinderen vaak erg moeilijk. Uitleg en ondersteuning van de trainer kunnen de motivatie vergroten. Uw kind krijgt opdrachten mee naar huis. Hij of zij noteert zelf iedere dag het aantal plassen en zo nodig ook of hij of zij nat of droog is gebleven. U krijgt als ouder/verzorger de rol van enthousiaste supporter. Iedere avond beoordeelt u het resultaat van de opdracht(en) en bekrachtigt dit door bijvoorbeeld een sticker op de lijst te plakken of er een leuke opmerking bij te schrijven. Na een aantal weken moet uw kind terugkomen op de polikliniek om het resultaat te bespreken. Tussentijds vinden ook telefonische afspraken en/of mailcontacten plaats. Bij een goed resultaat kan de training langzaam afgebouwd worden. Bij positieve afronding van de training ontvangt uw kind een diploma. In sommige gevallen verbetert het plaspatroon weinig en blijft goed resultaat uit. Het kan zijn dat de training voor uw kind nog te moeilijk is of dat het voor uw kind niet het juiste moment is om met de training te starten. Er wordt dan in overleg met de kinderurotherapeute, de kinderarts, de ouder/verzorger en het kind besloten een pauze in te lassen. Tenslotte In het algemeen is het zo dat gedurende de training uw kind met kleine stapjes vooruit zal gaan. Soms kan uw kind een terugval hebben. Dit is heel gewoon! Denk maar aan topsport; daar wordt ook het ene moment een goede prestatie geleverd terwijl het de volgende dag weer minder gaat. Wel geldt altijd dat de kans op succes het grootst is als uw kind zelf gemotiveerd is.
9 Kinderen met plasklachten - die overdag nat zijn
10
11 Kinderen met plasklachten - die overdag nat zijn
12