RAAP-NOTITIE *nummer*
Plangebied Charles Eyckpark te Maastricht (dijkvak DWP.20-21) Gemeente Maastricht Archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek
Versie 6.62
Colofon Opdrachtgever: Waterschap Roer en Overmaas Titel: Plangebied Charles Eyckpark te Maastricht (dijkvak DWP.20-21), gemeente Maastricht; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek Status: conceptversie Datum: 3 september 2012 Auteur: ir. M.M. Peeters Projectcode: MAASL2 Bestandsnaam: NO*nummer*-MAASL2.doc Projectleider: ir. M.M. Peeters Projectmedewerkers: drs. M. Lipsch, M.H.P.M. Ruijters MA ARCHIS-vondstmeldingsnummers: niet van toepassing ARCHIS-waarnemingsnummers: niet van toepassing ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer: 53263 Bewaarplaats documentatie: RAAP Zuid-Nederland Autorisatie: drs. W. De Baere Bevoegd gezag: gemeente Maastricht
ISSN: 0925-6369
RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V. Leeuwenveldseweg 5b
telefoon: 0294-491 500
1382 LV W eesp
telefax: 0294-491 519
Postbus 5069
E-mail:
[email protected]
1380 GB W eesp
© RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V., 2012 RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V. aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen.
Versie 6.62
Plangebied Charles Eyckpark te Maastricht (dijkvak DWP.20-21), gemeente Maastricht; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek
Samenvatting In opdracht van Waterschap Roer en Overmaas heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V. een bureauonderzoek uitgevoerd in Plangebied Charles Eyckpark te Maastricht (dijkvak DWP.2021), gemeente Maastricht. Tijdens het bureauonderzoek zijn gegevens verzameld over de landschappelijke en archeologische context van het plangebied. Op basis van deze gegevens is vervolgens een gespecificeerde archeologische verwachting opgesteld. Speciale aandacht is gewijd aan de vestingwerken die in de directe nabijheid van het plangebied liggen. Volgens de archeologische monumentenkaart ligt het plangebied in een ‘terrein van hoge archeologische waarde’ (monumentnummer 16343). Het betreft de oude stadskern van Maastricht. In het plangebied zelf zijn geen archeologische resten bekend. Wel zijn in de zeer directe omgeving van het plangebied archeologische resten aangetroffen uit diverse archeologische perioden. Het betreft o.a. nederzettingsresten uit de IJzertijd, Romeinse tijd en Vroege Middeleeuwen, een waterput uit de Romeinse tijd, resten van begravingen uit de Vroege Middeleeuwen en pottenbakkersovens uit de Vroege Middeleeuwen. Daarnaast zijn delen van vestingwerken (en bijbehorende grachten) uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd opgegraven en in kaart gebracht. Op basis van landschappelijke en historische gegevens, in combinatie met de vele archeologische vindplaatsen in de directe omgeving, geldt voor het plangebied een hoge archeologische verwachting voor het aantreffen van archeologische nederzettingsresten en resten van begravingen vanaf de Prehistorie t/m de Nieuwe tijd. Tevens worden in het plangebied archeologische resten verwacht die gerelateerd zijn aan de vestingwerken (stadsmuur, ravelijn). Archeologische resten vanaf de prehistorie t/m de Vroege Middeleeuwen worden dieper in de ondergrond verwacht (vanaf circa 1,5 meter –Mv). Deze resten zijn omwille van deze diepte goed beschermd tegen latere verstoringen en kennen mogelijk dan ook een hoge gaafheid. Archeologische resten vanaf de Late Middeleeuwen worden nagenoeg aan maaiveld verwacht. Ze zijn daardoor kwetsbaar voor verstoringen. Met name fundamenten en dieper ingegraven grondsporen kunnen goed bewaard zijn gebleven. De resultaten van het onderzoek tonen aan dat in het plangebied mogelijk (behoudenswaardige) archeologische resten aanwezig zijn op 2 verschillende niveaus: vanaf maaiveld (Late Middeleeuwen t/m Nieuwe tijd) en vanaf circa 1,5 meter –Mv (Prehistorie t/m Vroege Middeleeuwen). De geplande werkzaamheden zijn dermate diep (tot circa 2 meter –Mv) dat beide niveaus worden geraakt. Archeologische resten die eventueel aanwezig zijn, zullen hierdoor verstoord/vernietigd worden. Indien planaanpassing niet mogelijk is, wordt aanbevolen een nader archeologisch onderzoek uit te laten voeren in de vorm van een archeologische begeleiding, conform het protocol proefsleuven.
RAAP-notitie *nummer* / conceptversie, 3 september 2012
[3 ]
Plangebied Charles Eyckpark te Maastricht (dijkvak DWP.20-21), gemeente Maastricht; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek
1 Inleiding 1.1 Aanleiding Dit onderzoek nabij het Charles Eyckpark te Maastricht kadert in een groter onderzoek dat Waterschap Roer Waterschap momenteel in de Midden- en Zuid Limburg uitvoert. Het Waterschap heeft het voornemen om op 63 locaties gedeelten van de dijken en kades langs de Maas aan te passen, zodat deze voldoen aan de normen die door de Rijksoverheid hieraan gesteld worden (project Sluitstukken Maasdal). Ten behoeve van de maatregelen die genomen dienen te worden, vindt grondverzet plaats wat mogelijk tot een verstoring van eventuele archeologische resten zou kunnen leiden. In RAAP-adviesdocument 594 zijn de voorgenomen ingrepen afgewogen tegen het gemeentelijk beleid, om zo te bepalen of de ingrepen zijn vrijgesteld van archeologisch onderzoek of dat een archeologisch onderzoek voorafgaand aan de ingrepen dient plaats te vinden. Uit deze quickscan bleek dat dijkvak DWP.20-21 (Charles Eyckpark) binnen de historische kern van Maastricht ligt, nabij de oude stadsmuur. Geadviseerd werd om voor deze locatie een archeologisch bureauonderzoek uit te laten voeren (Ruijters, 2012). In dit rapport zijn de resultaten van dit bureauonderzoek beschreven.
1.2 Administratieve gegevens • Type onderzoek: een bureauonderzoek • bevoegde overheid: gemeente Maastricht • onderzoekskader: omgevingsvergunning • locatie (figuur 1): - naam plangebied: Plangebied Charles Eyckpark te Maastricht (dijkvak DWP.20-21) - provincie: Limburg - gemeente: Maastricht - plaats: Maastricht - toponiem: Charles Eyckpark / Céramiqueterrein - oppervlakte plangebied: 50 m² (het onderzoek beperkt zich tot de noordelijke 50 meter van het dijkvak DWP.20-21; de damwand beperkt zich namelijk tot dit deel van het gebied) - kaartblad topografische kaart Nederland 1:25.000: 61F - centrumcoördinaten (X/Y): 176962/317349 • ARCHIS-vondstmeldingsnummers: niet van toepassing • ARCHIS-waarnemingsnummers: niet van toepassing • ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer: 53263
RAAP-notitie *nummer* / conceptversie, 3 september 2012
[4 ]
Plangebied Charles Eyckpark te Maastricht (dijkvak DWP.20-21), gemeente Maastricht; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek
1.3 Onderzoeksvragen • Hoe ziet de geo(morfo)logische en/of bodemkundige opbouw van het plangebied eruit? • Welke gegevens met betrekking tot archeologische resten in het plangebied zijn reeds bekend? • Wat was het historisch landgebruik van het plangebied en wat is het landgebruik nu en wat is de invloed daarvan op de (verwachte) archeologie en (bodem)gaafheid? • Wat is de gespecificeerde verwachting ten aanzien van nog onbekende archeologische waarden in het gebied? • Zijn in het plangebied nog resten van de oude stadsmuur aanwezig? Zo ja, wat is daarvan de diepte, aard en omvang? • Wat is de invloed van het plaatsen van de damwand op eventuele archeologische resten? • Op welke wijze(n) kan bij de planuitvoering met archeologische resten worden omgegaan?
1.5 Randvoorwaarden Het onderzoek is uitgevoerd volgens de normen van de archeologische beroepsgroep (zie artikel 24 van het Besluit archeologische monumentenzorg). De Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA, versie 3.2), beheerd door de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB; www.sikb.nl), geldt in de praktijk als richtlijn. RAAP beschikt over een opgravingsvergunning, verleend door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
RAAP-notitie *nummer* / conceptversie, 3 september 2012
[5 ]
Plangebied Charles Eyckpark te Maastricht (dijkvak DWP.20-21), gemeente Maastricht; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek
2 Bureauonderzoek 2.1 Doelstelling en methode Het archeologisch bureauonderzoek dient om inzicht te krijgen in de archeologische resten die in het plangebied verwacht worden en – indien mogelijk – de mate van gaafheid daarvan. Speciale aandacht is gewijd aan de vestingwerken die in de directe nabijheid van het plangebied liggen. Om meer inzicht te krijgen in de genese van het landschap, de bodemopbouw en de sporen die het menselijk gebruik in de loop der tijd heeft achtergelaten zijn diverse bronnen geraadpleegd. Belangrijk voor deze studie betreffen de ‘Publications de la société historique et archéologique dans le Limbourg’, jaargangen 1991 t/m 1995 (LGOG, 1991; LGOG, 1992; LGOG, 1993 en LGOG, 1995). In deze publicaties staan de resultaten beschreven van de opgravingen nabij de Maaspuntweg/Céramiqueterrein, uitgevoerd door het Gemeentelijk Oudheidkundig Bodemonderzoek Maastricht (GOBM). Om meer inzicht te krijgen in de gaafheid (fysieke kwaliteit) van eventueel aanwezige archeologische resten zijn bovendien tekeningen van de restauratie in 1994 (van de kademuur ten zuiden van de Maaspunttoren) bestudeerd. Voor de geraadpleegde bronnen wordt verwezen naar de literatuurlijst. Zie tabel 1 voor de dateringen van de in deze notitie genoemde archeologische perioden.
2.2 Geologie, geomorfologie en bodem Bij de Maaspunttoren, direct ten noorden van het plangebied, begint een lichte verhoging in het landschap, die zich in noordelijke richting langs de Maas uitstrekt. Op dit hoger gelegen stuk grond tussen de Maas en een oude Maasarm is het huidige Wyck ontstaan (LGOG, 1992; figuur 2). Volgens de Geomorfologische kaart is het plangebied niet gekarteerd vanwege de ligging binnen het stedelijk gebied. Via extrapololatie van de omringende gebieden kan worden afgeleid dat het plangebied op een (voormalige) rivierdalbodem ligt (codes T4 en T5). De Maasterrassen- en hellingklassenkaart sluit hierbij aan. Volgens deze kaart ligt het plangebied op de overgang van de Holocene riviervlakte (Holoceen: circa 9.700 jaar voor Chr. tot heden) naar het terras van Geistingen. Dit terras is aan het eind van de Laatste IJstijd (Late Dryas; circa 11050-9700 jaar voor Chr.) door de Maas gevormd (Staring Centrum/ RGD, 1989). Ook op de bodemkaart is het plangebied niet gekarteerd. Via extrapolatie kan worden afgeleid dat in het plangebied waarschijnlijk jonge rivierkleigronden (polder-/ooivaaggronden; codes Rn en Rd) voorkomen. Mogelijk ontbreken jonge afzettingen en komt direct aan het oppervlakte oude rivierklei voor (codes KRn en KRd; Staring Centrum, 1990).
RAAP-notitie *nummer* / conceptversie, 3 september 2012
[6 ]
Plangebied Charles Eyckpark te Maastricht (dijkvak DWP.20-21), gemeente Maastricht; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek
2.3 Archeologische gegevens • Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW; Deeben, 2008): voor het plangebied geldt een onbekende kans op het aantreffen van archeologische resten (het gebied is niet gekarteerd). • Gemeentelijke archeologische verwachting-//beleidskaart: de gemeente Maastricht heeft geen gemeentelijke verwachtings- of beleids(advies)kaart. • Bekende archeologische monumenten: volgens het ARCHeologisch Informatie Systeem (ARCHIS2) ligt het plangebied in een ‘terrein van hoge archeologische waarde’ (monumentnummer 16343). Het betreft de oude stadskern van Maastricht. • Bekende archeologische vindplaatsen: volgens het ARCHeologisch Informatie Systeem (ARCHIS2) is in een straal van 250 m rond het plangebied - en zich beperkend tot de rechter Maasoever - 1 archeologische vindplaats bekend. ARCHIS-waarnemingsnummer 32764 ligt op circa 200 meter ten noorden van het plangebied en betreft een huisplaats uit de Romeinse tijd. Er werden o.a. een Romeinse vloer, funderingsresten en een verniste deukbeker aangetroffen. • Eerder uitgevoerd onderzoek in de omgeving: in de directe omgeving van het plangebied zijn reeds diverse archeologische onderzoeken uitgevoerd. Meest relevant voor dit onderzoek betreffen de opgravingen nabij de Maaspuntweg/Céramiqueterrein, uitgevoerd door het Gemeentelijk Oudheidkundig Bodemonderzoek Maastricht (LGOG, 1991 t/m 1995). De onderzoeken richtten zich met name op de ontwikkeling van de vestingwerken in het zuidelijke deel van Wyck. De ontwikkeling van deze vestingwerken is in de volgende paragraaf uitgewerkt. Daarnaast zijn tijdens de opgravingen archeologische resten uit andere perioden en van andere complextypen aangetroffen. De vondstlocaties zijn geïnterpreteerd en vervolgens zo goed mogelijk in figuur 3 weergegeven. De belangrijkste vondsten zijn: o
3 afvalkuilen uit de IJzertijd;
o
Verspoeld materiaal uit de Romeinse tijd;
o
Stenen waterput uit (waarschijnlijk) de Romeinse tijd;
o
Kuil en greppel uit de Romeinse tijd;
o
2 of 3 kindergraven uit de Merovingische tijd (Vroege Middeleeuwen);
o
4 goed bewaarde Merovingische pottenbakkersovens;
o
Kuil met schervenmateriaal uit de Vroege Middeleeuwen;
o
Kuilen en vondsten uit de 11 tot 14 eeuw (in de buurt van hotel Maastricht;
e
e
exacte locatie onbekend).
RAAP-notitie *nummer* / conceptversie, 3 september 2012
[7 ]
Plangebied Charles Eyckpark te Maastricht (dijkvak DWP.20-21), gemeente Maastricht; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek
2.4 Wyck en de vestingwerken Ontstaan van Wyck In de Romeinse tijd kreeg de Maasovergang bij Maastricht aan de westzijde een kleine versterking, een zogenaamd castellum. Dit zou later het historische hart van Maastricht gaan worden. Vermoedelijk bestond er ook een kleine versterking op de Wyckse oever. De resultaten van de opgravingen nabij het Céramiqueterrein lijken dit vermoeden te bevestigen (zie paragraaf 2.3). De Romeinse brug die momenteel niet meer bestaat verbond beide oevers met elkaar (Hermans en Wessels, 2005; LGOG, 1991 t/m 1995). e
e
In de Vroege Middeleeuwen (Merovingische periode; 6 en 7 eeuw) was Maastricht dankzij de aanwezigheid van bisschoppen een belangrijke stad. Ook Wyck werd tijdens de Merrovingische periode bewoond. Hiervan getuige de diverse vondsten uit deze periode, zoals de 4 merovingische pottenbakkersovens en de kindergraven die eveneens tijdens de opgravingen nabij het Céramiqueterrein werden aangetroffen (zie paragraaf 2.3) (Hermans en Wessels, 2005; LGOG, 1991 t/m 1995). e
De Sint-Martinuskerk van Wyck wordt het eerst genoemd in de tweede helft van de 9 eeuw. De kerk van Wyck (‘ecclesia in Wich’) en de inkomsten aldaar worden dan aan de kerk van Onzelieve-Vrouw geschonken. Een aantal straten uit Wyck dateert uit de daarop volgende eeuwen e
e
(10 /11 eeuw). Het betreft onder andere de Rechtstraat, die parallel loopt aan de Maas, en een aantal verbindingswegen met de Maas, loodrecht op de Rechtstraat (Hermans en Wessels, 2005).
De vestingwerken Uit de opgravingsgegevens van het Céramiqueterrein kan de ontwikkeling van de vestingwerken in het zuidelijk deel van Wyck grotendeels gereconstrueerd worden (LGOG 1991 t/m 1995). De resultaten van deze opgravingen zijn zo nauwkeurig mogelijk in figuur 3 weergegeven. De oudste resten van een Middeleeuwse omwalling zijn waarschijnlijk achter de bebouwing van de Hoogbrugstraat aangetroffen. Hier werden licht glooiende, opgeworpen leem- en grindlagen e
aangetroffen. De resten konden gedateerd worden in de 12 eeuw (figuur 3; nummer 7). De datering komt vrijwel overeen met de aanleg van de eerste wal op de westoever. Dit zou betekenen dat Maastricht en Wyck tussen 1160 en 1180 tegelijkertijd versterkt zijn (LGOG, 1993). Verder naar het zuiden is de eerste stadsmuur aangetroffen. Oorspronkelijk betrof het een opgeworpen wal van leem en grind. Vermoedelijk was de wal bovenop voorzien van een houten e
e
palissade. De wal is in de tweede helft van de 13 eeuw aangelegd. In de loop van de 14 eeuw is ter hoogte van de wal een muur opgetrokken (‘muur van 1318’). Van deze muur zijn alleen de poeren aangetroffen (figuur 3; nummer 1). Daarnaast is de voet van Hoge Maaspunttoren (ook ‘Lambrachtsrondeel’ genoemd), die ook uit deze periode dateert, behouden gebleven. De muur,
RAAP-notitie *nummer* / conceptversie, 3 september 2012
[8 ]
Plangebied Charles Eyckpark te Maastricht (dijkvak DWP.20-21), gemeente Maastricht; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek
die aan veldzijde werd omgeven door een gracht, heeft tot het midden van de 16 eeuw gefunctioneerd (LGOG, 1992, 1993 en 1995). Al eerder werd met de aanleg van een nieuwe wal en gracht buiten de oude stadsmuur een aanvang gemaakt. Op een afstand van 34 meter van de oude stadsmuur werden de onderste steene
lagen van een mergelstenen bemuring vastgesteld. Het zijn de resten van de 2 stadsmuur die aan het eind van de 15 eeuw is neergezet (figuur 3; nummer 2). Aan stadszijde was een brede aarden wal aanwezig. Aan de veldzijde lag een gracht (LGOG, 1992, 1993 en 1995). e
Tussen 1551 en 1579 werd aan de stadszijde (circa 12 meter ten noorden van de 2 stadsmuur) een nieuwe mergelstenen bemuring opgericht, een zogenaamde keermuur (figuur 3; nummer 3). De ruimte tussen de twee muren is vervolgens opgevuld met aarde. Na 1579 en vermoedelijk omstreeks 1598 werd de zwakke walmuur aan de veldzijde tot op het fundament gesloopt en werd buiten de restanten ervan een nieuwe muur opgemetseld. Deze muur had een dikte van ongeveer 3 meter (figuur 3; nummer 4). De keermuur, die pas enkele decennia bestond, werd gesloopt (LGOG, 1992, 1993 en 1995). De vestingwerken aan de zuidzijde van Wyck zijn na de zeventiende eeuw niet meer ingrijpend gewijzigd. Wel werden, zoals overal rondom Maastricht, in de zeventiende en achttiende eeuw buitenvestingwerken aangelegd. Het betreft vrij van de ommuring gelegen verschansingen op een hoekig grondplan. Ter hoogte van het plangebied verrees de ‘Ravelijn aan de Hooge maaspunt’ (1632-1640; figuur 4). Nog verder ten zuiden kwamen bastion De Rooy (1742) en bastion Randwijk (1742) tot stand (figuur 5) (Baalbergen, e.a. [red.]).
2.5 Huidige en toekomstige situatie Nadat Maastricht in 1867 formeel zijn status als vesting had verloren, werd vanaf 1868 in hoog tempo gewerkt aan de afbraak en het egaliseren van de vestingwerken. Funderingsresten bleven veelal wel behouden. In het laatste decennium van de negentiende eeuw werd een aantal middeleeuwse werken vrijwel van de grond af aan opnieuw opgebouwd, veelal in geromantiseerde bouwstijl, zoals de Maaspunttoren. Daarnaast werd een aantal middeleeuwse en vijftiende/zestiende eeuwse restanten in 1995 gerestaureerd (o.a. de muur tussen de toren aan de Hoge Maaspunt en de Recentoren). Ten oosten van de Hoge Maaspunttoren zijn de funderingsresten van de oude stadsmuur in een park opgenomen (Baalbergen, e.a. [red.]). Het plangebied zelf ligt direct ten zuiden van de gerestaureerde stadsomwalling/ommuring (figuur 3). Het plangebied is momenteel in gebruik als dijk. Over deze dijk loopt een voetgangers/fietspad. Dit pad wordt tijdelijk verwijderd en in de dijk wordt vervolgens een damwand geplaatst. Deze wand zal bovengronds niet zichtbaar zijn. Vervolgens wordt het pad weer aangelegd. Om de damwand aan te kunnen brengen zal worden ontgraven tot een diepte van circa 2 meter. De breedte van de ingreep bedraagt aan maaiveld circa 1 meter. De ingrepen zijn van dien aard, dat eventueel aanwezige archeologische resten worden bedreigd.
RAAP-notitie *nummer* / conceptversie, 3 september 2012
[9 ]
Plangebied Charles Eyckpark te Maastricht (dijkvak DWP.20-21), gemeente Maastricht; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek
3 Gespecificeerde archeologische verwachting Op basis van de verzamelde gegevens is het mogelijk een gespecificeerde archeologische verwachting op te stellen ten aanzien van aard, ouderdom, diepteligging en gaafheid (fysieke kwaliteit) van eventueel aanwezige archeologische resten in het plangebied.
3.1 Aard en ouderdom In het plangebied zelf zijn geen archeologische resten bekend. Wel zijn in de zeer directe omgeving van het plangebied archeologische resten aangetroffen uit diverse archeologische perioden.
Nederzettingen en grafvelden (prehistorie t/m Nieuwe tijd) Zoals reeds werd beschreven, is in de directe omgeving van het plangebied een groot aantal resten aangetroffen, gerelateerd aan nederzettingen: - afvalkuilen uit de IJzertijd (circa 100 meter ten noorden van plangebied) - huisplaats uit de Romeinse tijd (circa 200 meter ten noorden van plangebied) - kuil/greppel uit de Romeinse tijd (circa 40 meter ten noordoosten van plangebied) - waterput uit de Romeinse tijd (circa 30 meter ten noordoosten van plangebied) - kuil Vroege middeleeuwen (circa 40 meter ten noordoosten van plangebied) Daarnaast zijn een aantal graven (afstand circa 100 meter) en pottenbakkersovens (afstand circa 75 meter) uit de Merovingische periode (Vroege Middeleeuwen) opgegraven (figuur 3). Deze vondsten wijzen op (pre-)historische bewoning en begraving in de onmiddellijke omgeving van het plangebied. Op basis van deze gegevens geldt een hoge archeologische verwachting voor het aantreffen van archeologische resten die hieraan gerelateerd zijn.
Vestingwerken (Middeleeuwen t/m Nieuwe tijd) e
In het noorden wordt het plangebied ‘geraakt’ door de 2 Middeleeuwse stadsmuur. De eerste stadsmuur en mogelijk ook een voorganger hiervan, lagen wat noordelijker (figuur 3). Bovendien verrees rond 1632-1640 ter hoogte van het plangebied de ‘Ravelijn aan de Hooge maaspunt’ (figuur 4). Op basis van deze gegevens worden de volgende archeologische resten in het plangebied verwacht: e
e
- Resten van het oorspronkelijke aardlichaam van de 2 omwalling (15 eeuw) e
- Resten van de stadsgracht die de stadsmuur omringde (15 eeuw) - Resten van begravingen (deze vonden vaak buiten de omwalling/ommuring plaats) e
- Resten van de Ravelijn (17 eeuw) - Afvaldumps
RAAP-notitie *nummer* / conceptversie, 3 september 2012
[1 0 ]
Plangebied Charles Eyckpark te Maastricht (dijkvak DWP.20-21), gemeente Maastricht; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek
3.2 Diepteligging Uit de resultaten van de archeologische opgravingen nabij het Céramiqueterrein blijkt dat in de e
ondergrond een hard, ijzeroerhoudend kleilaagje aanwezig is dat zich omstreeks de 12 en 13
e
eeuw heeft gevormd. Er kan van worden uitgegaan dat het maaiveld zich zowel in de Late Prehistorie, de Romeinse als de vroegmiddeleeuwse periode zich niet veel beneden dit laagje bevonden heeft (op circa 1,5 à 2,5 meter –Mv). De diepte waarop het merendeel van de vondsten is aangetroffen, lijkt deze theorie te bevestigen (LGOG, 1991 t/m 1995). De vestingwerken en bijbehorende grachten uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd zijn vanaf 1868 grotendeels gesloopt en geëgaliseerd. De resten onder de grond werden veelal wel behouden (zie paragraaf 2.5). Dit betekent dat archeologische resten vanaf de Late Middeleeuwen vanaf maaiveld worden verwacht. Archeologische resten van vroegere perioden (prehistorie t/m Vroege Middeleeuwen) worden dieper in de ondergrond verwacht (vanaf circa 1,5 meter –Mv).
3.3 Fysieke kwaliteit Het loopvlak in de prehistorie t/m de Vroege Middeleeuwen bevond zich naar verwachting op enige diepte beneden huidig maaiveld (zie vorige paragraaf). Eventuele archeologische resten zijn zodoende goed beschermd tegen latere verstoringen en kennen mogelijk dan ook een hoge gaafheid. Restanten van de vestingwerken (en bijbehorende grachten) bevinden zich naar verwachting nagenoeg aan maaiveld en zijn daardoor kwetsbaar voor verstoringen. Met name fundamenten en dieper ingegraven grondsporen kunnen goed bewaard zijn gebleven. Het is vooralsnog onduidelijk in hoeverre de Maas eventuele archeologische lagen heeft verstoord/geërodeerd. Op voorhand werd verwacht dat de tekeningen van de restauratie in 1994 hierover meer duidelijkheid zouden kunnen verschaffen. De tekeningen geven hierin echter geen inzicht.
RAAP-notitie *nummer* / conceptversie, 3 september 2012
[1 1 ]
Plangebied Charles Eyckpark te Maastricht (dijkvak DWP.20-21), gemeente Maastricht; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek
4 Conclusies en aanbevelingen 4.1 Conclusies Op basis van landschappelijke en historische gegevens, in combinatie met de vele archeologische vindplaatsen in de directe omgeving, geldt voor het plangebied een hoge archeologische verwachting voor het aantreffen van archeologische nederzettingsresten en resten van begravingen vanaf de Prehistorie t/m de Nieuwe tijd. Tevens worden in het plangebied archeologische resten verwacht die gerelateerd zijn aan de vestingwerken (stadsmuur, ravelijn). Archeologische resten vanaf de prehistorie t/m de Vroege Middeleeuwen worden dieper in de ondergrond verwacht (vanaf circa 1,5 meter –Mv). Deze resten zijn omwille van deze diepte goed beschermd tegen latere verstoringen en kennen mogelijk dan ook een hoge gaafheid. Archeologische resten vanaf de Late Middeleeuwen worden vanaf het maaiveld verwacht. Ze zijn daardoor kwetsbaar voor verstoringen. Met name fundamenten en dieper ingegraven grondsporen kunnen goed bewaard zijn gebleven.
4.2 Aanbevelingen De resultaten van het onderzoek tonen aan dat in het plangebied mogelijk (behoudenswaardige) archeologische resten aanwezig zijn op 2 verschillende niveaus: aan maaiveld en vanaf circa 1,5 meter –Mv. De geplande werkzaamheden zijn dermate diep (tot circa 2 meter –Mv) dat beide niveaus worden geraakt. Archeologische resten die eventueel aanwezig zijn, zullen hierdoor verstoord/vernietigd worden. Indien planaanpassing niet mogelijk is, wordt aanbevolen een nader archeologisch onderzoek uit te laten voeren in de vorm van een archeologische begeleiding, conform het protocol proefsleuven. Dit onderzoek kan uitsluitsel geven over de aan- of afwezigheid van archeologische resten. Tevens kan dit onderzoek meer inzicht geven in de aard, omvang, datering, diepteligging, gaafheid, conservering en waarde van deze archeologische resten. Een archeologische begeleiding wordt uitgevoerd conform een vooraf opgesteld Programma van Eisen (PvE). Het PvE dient te zijn goedgekeurd door de bevoegde overheid. Tot slot Dit rapport geeft (selectie)adviezen. Om deze te laten bekrachtigen in een selectiebesluit, kan contact worden opgenomen met de bevoegde overheid (gemeente Maastricht; dhr. G. Soeters). RAAP kan u daarbij assisteren.
RAAP-notitie *nummer* / conceptversie, 3 september 2012
[1 2 ]
Plangebied Charles Eyckpark te Maastricht (dijkvak DWP.20-21), gemeente Maastricht; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek
Indien behoud niet mogelijk is kan RAAP u ook adviseren over de mogelijkheden van een nader onderzoek en de daaraan gekoppelde kosten en doorlooptijd. Indien u vragen heeft kunt u contact opnemen met de projectleider van dit project, ir. M.M. Peeters 0495- 513555. Bij haar afwezigheid treedt dhr. De Baere op als contactpersoon. Beiden zijn bereikbaar via telefoonnummer 0495-513555.
RAAP-notitie *nummer* / conceptversie, 3 september 2012
[1 3 ]
Plangebied Charles Eyckpark te Maastricht (dijkvak DWP.20-21), gemeente Maastricht; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek
Literatuur Baalbergen, J., e.a. (red.), 1998. Atlas van historische vestingwerken in Nederland. Limburg. Stichting Menno van Coehoorn, Utrecht. Deeben, J.H.C. (red.), 2008. De Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW), derde generatie Rapportage Archeologische Monumentenzorg 155. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort (info: www.cultureelerfgoed.nl). Hermans, F. en L. Wessels (red), 2005. Historische atlas van Maastricht. 2000 jaar aan de Maas en Jeker. Uitgeverij Sun, Amsterdam. LGOG, 1991. Publications de la société historique et archéologique dans le Limbourg. Deel 127. Blz. 241-242. LGOG, 1991. LGOG, 1992. Publications de la société historique et archéologique dans le Limbourg. Deel 128. Blz. 259-283. LGOG, 1992. LGOG, 1993. Publications de la société historique et archéologique dans le Limbourg. Deel 129. Blz. 345-356. LGOG, 1993. LGOG, 1995. Publications de la société historique et archéologique dans le Limbourg. Deel 131. Blz. 211-216. LGOG, 1995. Ruijters, M.H.P.M., 2012. Sluitstukken Maasdal; gemeenten Roermond, Maasgouw, EchtSusteren, Sittard-Geleen,Stein, Meerssen, Maastricht en Eijsden-Margraten; een archeologische quickscan. RAAP-adviesdocument 594. RAAP Archeologisch Adviesbureau, Weesp. Staring Centrum/RGD, 1989. Geomorfologische kaart van Nederland. Schaal 1:50.000. Toelichting op kaartblad 59 Genk, 60 Sittard, 61 Maastricht, 62 Heerlen. Staring Centrum/RGD, Wageningen, Haarlem. Staring Centrum, 1990. Bodemkaart van Nederland, schaal 1:50.000. Toelichting bij kaartblad 61-62 West en Oost Maastricht-Heerlen. Staring Centrum, Wageningen.
Overzicht van figuren en tabellen Figuur 1.
Ligging plangebied (rood). Inzet: ligging in Nederland (ster).
Figuur 2.
Uitsnede Actueel Hoogtebestand Nederland. De globale ligging van het plangebied is met een rode lijn aangegeven (bron: www.ahn.nl).
Figuur 3.
Resultaten opgravingen Céramiqueterrein (LGOG, 1991 t/m 1995)
Figuur 4.
Plattegrond van Maastricht en Wyck in 1673. Nummer 10 betreft de ‘Ravelijn aan de Hooge Maaspunt’ (Baalbergen, J., e.a. [red.], 1998).
Figuur 5.
Plattegrond van Maastricht en Wyck na 1781. Nummer 15 betreft ‘bastion Randwijk en nummer 16 betreft ‘bastion De Rooy’ (Baalbergen, J., e.a. [red.], 1998).
Tabel 1.
Geologische en archeologische tijdschaal.
RAAP-notitie *nummer* / conceptversie, 3 september 2012
[1 4 ]
Plangebied Charles Eyckpark te Maastricht (dijkvak DWP.20-21), gemeente Maastricht; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek
Geologische perioden Tijdvak
Chronozone
Archeologische perioden Datering
Datering
Tijdperk
Nieuwste tijd (=Nieuwe tijd C) Laat Subatlanticum
Nieuwe tijd
B
- 1650
A
- 1500
Laat - 1150 na Chr.
Vol
Merovingisch laat
Laat
Romeinse tijd
Holoceen
Karolingisch Merovingisch vroeg
Vroeg Subatlanticum
Midden Vroeg
-0
Laat
IJzertijd
- 450 voor Chr.
Midden Vroeg Laat
Bronstijd
Subboreaal
Midden Vroeg Laat
Neolithicum
- 3700
(N ieuwe Steentijd)
Laat Glaciaal
Preboreaal Late Dryas Allerød Vroege Dryas Bølling
Laat Midden
Denekamp
Mesolithicum
- 8700
(M idden Steentijd)
Midden Vroeg
- 9700
- 900 - 725 - 525 - 450 - 270 - 70 na Chr. - 15 voor Chr. - 250 - 500 - 800 - 1100 - 1800 - 2000 - 2850 - 4200 - 4900/5300 - 6450 - 8640 - 9700
- 11.050 - 11.500
Laat
- 12.000
- 12.500
Jong B
- 12.500 - 13.500 - 30.500
- 16.000
Jong A - 35.000
Hengelo - 60.000
Vroeg
Weichselien Pleniglaciaal
Vroegste Dryas
Laat
- 7300
Prehistorie
Boreaal
Moershoofd
Paleolithicum - 71.000
Vroeg Glaciaal
Pleistoceen
Midden Vroeg
Atlanticum
- 1250 - 1050
Ottoons
Vroeg
Middeleeuwen
- 1795
(O ude Steentijd)
Odderade Midden Brørup - 114.000
Eemien Saalien II Oostermeer Saalien I Belvedère/Holsteinien Glaciaal x Holsteinien
- 126.000 - 236.000 - 241.000
- 250.000
- 322.000 - 336.000
Oud
- 384.000 - 416.000
Elsterien 463.000
tabel1_standaard_GeoBioArcheo_RAAP_2010
Tabel 1. Geologische en archeologische tijdschaal.
RAAP-notitie *nummer* / conceptversie, 3 september 2012
[1 5 ]
177000
177500
318000
318000
176500
MAASTRICHT MAASTRICHT
317500
317500
Vrijthof
317000
Wyck
317000
Museum
Kennedybrug
8 8 176500
177000
Figuur 1. Ligging plangebied (paarse lijn); inzet: ligging in Nederland (ster).
177500
Figuur 2. Uitsnede Actueel Hoogtebestand Nederland. De globale ligging van het plangebied is met een rode lijn aangegeven (bron: www.ahn.nl).
176900
177000
176950
177050
177150
177100
177200
legenda 317550
317550
3 afvalkuilen uit de IJzertijd huisplaats uit de Romeinse tijd (ARCHIS-waarnemingsnummer 32764) kuil/greppel uit de Romeinse tijd
Hoogbrugstraat Hoogbrugstraat
waterput uit de Romeinse tijd verspoeld materiaal uit de Romeinse tijd
77
pottenbakkersoven uit de Vroege middeleeuwen
317450
317450
317500
317500
HHooggee BBaarraakk kkeenn
graven uit de Vroege Middeleeuwen
66
kuil uit de Vroege middeleeuwen
1
1e stadsmuur (14e eeuw)
2
2e stadsmuur (eind 15e eeuw)
3
keermuur 2e stadsmuur (1551-1579)
4
nieuwe buitenmuur 2e stadsmuur (eind 16e eeuw)
5
Parmabastion (1598)
6
stadsmuur 1722
7
wal/gracht 12e eeuw resultaten opgraving in Jaarboek 1995 resultaten opgraving in Jaarboek 1993 plangebied
317400
317400
11 11 33 Hoge Hoge 11 Maaspunttoren Maaspunttoren
22 33
22
22 22
22 55 317350
317350
44 44 22 Recentoren Recentoren
0
176900
25
50
m
1:1500
ML1/maasl2_ml
317300
317300
44
176950
177000
177050
Figuur 3. Resultaten opgravingen Céramiqueterrein (LGOG 1991 t/m 1995)
177100
177150
177200
2012
Figuur 4. Plattegrond van Maastricht en Wyck in 1673. Nummer 10 betreft de 'Ravelijn aan de Hooge Maaspunt' (Baalbergen, J., e.a. [red.], 1998).
Figuur 5. Plattegrond van Maastricht en Wyck na 1781. Nummer 15 betreft 'bastion Randwijk en nummer 16 betreft 'bastion De Rooy' (Baalbergen, J., e.a. [red.], 1998).