Pijler Nummer 6 - juni / juli 2013
Vijf jaar Dienstencentrum Re-integratie Paresto-team oogst lof bij bezoek koningspaar Stormloop op nieuwe master NLDA
3
Colofon
Inhoudsopgave
Van de commandant
6 Mijn werkplek
Constante factor
Pijler is een uitgave van het Commando DienstenCentra, geproduceerd door het Dienstencentrum Defensiemedia. Hoofdredactie Dave Coenen Eindredactie Jopke Rozenberg-van Lisdonk & Jack Oosthoek Vormgeving Grafische Dienst, Audiovisuele Dienst Defensie, Den Haag Druk Deltahage, Den Haag Oplage: 10.000 Redactieadres: Dienstencentrum Defensiemedia
Majoor Marije Parlevliet van Bureau Bijzondere Medische Beoordelingen keurt militairen die om medische redenen al zes maanden buitenspel staan. Een enorme verantwoordelijkheid, per slot van rekening beslist zij hoe het met iemand in de toekomst verder moet.
8 Open dagen
Het CDC gaf zowel voor als achter de schermen van de Luchtmacht- en Marinedagen volop acte de présence. Over plannen, samenwerken en een interactief publieksprogramma.
11 Paresto 'scoort' bij koninklijk bezoek
Met zelfontwikkelde delicatessen verwende het Paresto-team van de Luitenant-generaal Bestkazerne de gasten van het nieuwe koningspaar tijdens de provincietour.
12 Nieuwe Masterclass NLDA slaat aan
Begin september start de Nederlandse Defensieacademie een masterclass Militaire Wetenschappen voor militairen en burgerpersoneel en voor belangstellenden van buiten Defensie. Het aantal inschrijvingen rijst de pan uit.
Kalvermarkt 38 2511 CB Den Haag Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon: 070 318 70 42 / 06 22 41 28 91
16 Welkom FABK
Begin juni zwaaide de poort van het nieuwe Financieel Administratie- en Beheerskantoor (FABK) feestelijk open. Gesprek met de eerste commandant van de nieuwe CDC-eenheid, kolonel Rob Janssen.
email:
[email protected]
En verder: Redactionele bijdragen van: Dave Coenen (Communicatie CDC), Suzan van der Weij (Divisie Vastgoed en Beveiliging), Cynthia den Blanken (Divisie Defensie Gezondheidszorg Organisatie), Wouter Kalkman (Divisie Facilitair & Logistiek), Petra Huijser (Divisie Personeel & Organisatie Defensie), Ferry Robbers (Nederlandse Defensie Academie).
3 Voorwoord commandant CDC, vice-admiraal Erik Kopp. 4 Kort Nieuws. Nieuwe CDC-commandant per 16 september, Defensie ondertekent Green Deal en sportapp voor VeVa-leerlingen. 10 Integer Geregeld. Nevenactiviteiten, mogen ze wel of niet? 18 Op Uitzending. Luitenant-kolonel Coen van den Berg van de afdeling Gedragswetenschappen bericht over zijn ervaringen als militair adviseur in Afghanistan.
Overname van artikelen en foto’s is toegestaan na overleg met de redactie en onder bronvermelding. Aan artikelen
20 Foto van de maand. Mariniers in opperste concentratie vlak voor een actie, gefotografeerd door sergeant-majoor Gerben van Es.
kunnen geen rechten worden ontleend. De
Voorpagina
inhoud van de Pijler weerspiegelt niet noodzakelijk de mening van het Ministerie van Defensie. De redactie behoudt zich het recht voor om ingezonden artikelen in te korten, niet, gedeeltelijk of gewijzigd te plaatsen. Adreswijzigingen: Via intranet: P&O Selfservice
Pijler
Tijdens het bezoek van het koningspaar en hun gasten aan de Luitenant-generaal Bestkazerne verzorgde Paresto culinaire hoogstandjes. Drie koks bereidden ruim duizend hapjes en circa honderdvijftig lunchgerechten.
Nummer 6 - juni / juli 2013
Vijf jaar Dienstencentrum Re-integratie Paresto-team oogst lof bij bezoek koningspaar Stormloop op nieuwe master NLDA
Foto: Fons Strijbosch (AVDD).
“Niets duurt voort, behalve verandering”, zei de Griekse filosoof Heraclitus al rond 500 voor Christus. Op de dag dat ik u een mail stuurde waarin ik mijn opvolger bekend maakte, stuurde de minister van Defensie een brief naar de Kamer over de hoofdlijnen van de toekomst van de krijgsmacht. Als commandant van het CDC heb ik de reorganisatie naar aanleiding van de beleidsbrief uit 2011 uitgevoerd. De nieuwe commandant CDC, Leonard Kok, treedt aan in de wetenschap dat ook hij aan de vooravond van een nieuwe bezuiniging staat. Kortom, we leven in een tijd waarin het feit dat we veranderen een constante factor is. Dit noemde ik ook al in een eerder voorwoord. De reden dat ik het hier toch nog een keer wil benoemen is de volgende. Verandering is een gegeven, het is aan de persoon om hierop in te spelen. En dat vraagt iets van u. Misschien koos u voor zekerheid, toen u besloot ambtenaar bij Defensie te worden. Voor mij persoonlijk was Defensie, en in het bijzonder de marine, een bewuste keuze waar ik in 1975 voor koos. Nu, 38 jaar later, kan ik zeggen dat ik het grootste deel van mijn leven in de vertrouwde omgeving van Defensie heb mogen werken. Maar de tijden veranderen. Weinig is meer zeker. Bent u van een jongere generatie, dan is het al lang niet meer vanzelfsprekend dat u bij Defensie uw pensioengerechtigde leeftijd haalt. Ook al ligt u ‘goed in de markt’ en hebt u ‘bewezen diensten’: door reorganisaties kunt u toch uw baan bij Defensie verliezen. En dat gebeurt zowel binnen als buiten deze organisatie.
Veranderingen hoeven echter niet altijd slecht te zijn, ze bieden ook kansen. Dat bewijst bijvoorbeeld de komst van het nieuwe Financieel Administratieen Beheerkantoor. Op pagina 16 leest u hoe ze in Eygelshoven getroffen werden door gedwongen ontslag. Maar door de komst van nieuwe technieken zet het CDC wel een efficiënt financieel administratie- en beheerkantoor neer. Een ander voorbeeld van een positieve verandering is de komst van een masterclass bij
de Nederlandse Defensie Academie (NLDA). Op pagina 12 kunt u lezen dat de NLDA haar grenzen verlegt op onderwijsgebied. Door kwaliteit te bieden en te kijken naar nieuwe doelgroepen. Terug naar u. Als ik u, als vertrekkend commandant, alvast een advies mag geven: zorg goed voor uzelf. Zorg ervoor dat u als werknemer waardevol bent en blijft, blijf uzelf ontwikkelen. Blijf ondanks alle veranderingen weerbaar en plezier beleven aan uw werk. Het helpt daarbij ook wanneer u zo nu en dan even uit uw werkomgeving stapt en op vakantie gaat. Velen van u gaan binnenkort met zomerverlof. Ik wens u rust en ruimte toe.
Erik Kopp Vice-admiraal Commandant CDC
4
5
Kort & Krachtig Eerste boek in nieuwe reeks over Tachtigjarige Oorlog
Leonard Kok nieuwe commandant CDC Leonard Kok (49) is benoemd tot commandant van het Commando DienstenCentra. Hij volgt vice-admiraal Erik Kopp op die met functioneel leeftijdsontslag gaat. Kok begint op maandag 16 september. De commandooverdracht volgt in oktober. De nieuwe commandant CDC werkte de afgelopen jaren voor de gemeente Den Haag als algemeen directeur van de dienst Stedelijke Ontwikkeling. Eerder was hij onder meer plaatsvervangend secretarisgeneraal bij het Ministerie van Justitie en
directeur van de directie Begrotingszaken van het Ministerie van Financiën. Kok is niet onbekend met Defensie. Hij vervulde in de periode 1988-1989 zijn militaire dienstplicht als aspirant-reserve officier bij de Koninklijke Marechaussee. Leonard Kok is getrouwd en vader van drie dochters.
Het boek ‘De Tachtigjarige Oorlog’ is begin juni verschenen. Het is het eerste boek uit de reeks, getiteld Militaire Geschiedenis van Nederland. Die is bestemd voor een breed publiek en beschijft de historie van de Nederlandse krijgsmacht in Europa en overzee. ‘De Tachtigjarige Oorlog’, onder redactie van prof. dr. Petra Groen van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH), markeert niet alleen het ontstaan van Nederland, het was ook het begin van de Nederlandse militaire geschiedenis. Het boek gaat over het militaire raadsel van de
Republiek der Verenigde Nederlanden. Toen in 1568 in de Nederlandse gewesten een opstand uitbrak tegen de Spaanse koning, was niet te voorzien dat deze zou uitmonden in de scheuring van de Nederlanden. Alleen de noordelijke gewesten wisten zich militair staande te houden. Zij vormden een onafhankelijke Republiek die steeds beter opgewassen was tegen het machtige Spanje. De zesdelige serie biedt de laatste inzichten op dit gebied, aangevuld met talloze prenten, foto’s en kaarten.
Defensie ondertekent ‘Green Deal’
Informatici Defensie op zoek naar kandidaten scriptieprijs
Het CDC heeft namens het Ministerie van Defensie de ‘Green Deal’ ondertekend. Dat gebeurde op 10 juni, de Dag van Duurzaam GWW (Grond-, Weg- en Waterbouw). Ook de ministeries van Infrastructuur en Milieu en Rijkswaterstaat, Economische Zaken en zeventien andere partijen waaronder Prorail, tekenden op de Kromhoutkazerne de ‘Green Deal’.
De Vereniging Informatici Defensie (VID) reikt jaarlijks de 'René Olthuis scriptieprijs' uit. Dit is een aanmoedigingsprijs voor een schrijver die in zijn scriptie, publicatie of artikel een actueel vraagstuk behandelt binnen het IV- of ICT-vakgebied. De prijs bestaat onder andere uit een geldbedrag van 250 euro.
De organisatie daarvan was in handen van Agentschap NL, met ondersteuning van onder meer de Dienst Vastgoed Defensie. Het is de tweede keer dat deze dag werd georganiseerd. Commandant CDC viceadmiraal Erik Kopp verzorgde de afsluiting en ondertekende namens Defensie de deal. De Green Deal helpt bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheden bij het realiseren van duurzame initiatieven. Bijvoorbeeld op het gebied van energie, klimaat, water, grondstoffen, mobiliteit, biodiversiteit, biobased economy, bouw en voedsel.
In januari is tweede luitenant Jelle van Haaster als winnaar uitgeroepen. Hij behandelt in zijn scriptie het vraagstuk in hoeverre juridisch gezien militair mag worden ingegrepen op het gebruik van onder andere social media. Meedingen naar de prijs van 2014? Stuur je inzending digitaal naar:
[email protected]. Of per post, gericht aan VID, t.a.v. Commissie René Olthuisprijs, Doddendaal 17, 6715 JV Ede (Gld). De sluitingsdatum voor aanleveren is 1 november 2013.
Nieuwe sportapp traint jongeren voor baan bij Defensie Jongeren kunnen met een speciale smartphone-app gerichter trainen voor een baan bij Defensie. Minister Hennis lanceerde 16 mei de door Defensie ontwikkelde VeVaFit sportapp op haar ministerie. Hiermee kunnen leerlingen van de mbo-opleiding Veiligheid & Vakmanschap (VeVa) controleren of ze conditioneel op schema liggen voor een eerste militaire functie bij Defensie. Hardlopen, push-ups, sit-ups: het zijn standaardoefeningen voor een militair. Tijdens de mbo-opleiding Veiligheid & Vakmanschap (VeVa), die jongeren voorbereidt op een loopbaan bij Defensie, is er dan ook veel aandacht voor fysieke gesteldheid. Hoewel deze vijftien- en zestienjarige leerlingen over het algemeen redelijk fit zijn, zijn ze vaak onzeker over het halen van de verschillende conditieproeven tijdens de opleiding. Dit is één van de redenen waarom Defensie de sportapp heeft ontwikkeld. De applicatie bevat een muziekmix van twaalf minuten en de mogelijkheid behaalde prestaties te delen via social media. Downloaden (door Android- en iPhonegebruikers) kan via www.veva.nl/vevafit.
6
7
“Niet te geloven wat mensen soms meemaken” Mijn werkplek Elke maand komt in de Pijler een CDC’er aan het woord over zijn werk. Wat doet hij precies, wat maakt hij mee en wat zijn de aantrekkelijke kanten van zijn baan? Majoor Marije Parlevliet heeft als keuringsarts bij Bureau Bijzondere Medische Beoordelingen (BMB) op de Kromhout Kazerne in Utrecht een zware verantwoordelijkheid.
Parlevliet voelt zich in haar vertrouwensfunctie bij het BMB als een vis in het water. “Ik beschouw elke dag als een interessante puzzel. Elke keer wil ik de reden van een bepaalde aandoening weten. Daarvoor raadpleeg ik stapels medische literatuur en overleg veel met mijn collega’s. Zo verdiep ik mijn medische kennis verder. Ik vind het heerlijk om wat voor mensen te betekenen, hoe moeilijk dit soms is. Jammer alleen van alle administratie die aan mijn werk vastzit. Het liefst ben ik onder de mensen.” Tekst: Jack Oosthoek
Na haar uitzending en een periode als bedrijfsarts bij 43 Geneeskundige Compagnie, zocht Parlevliet in september 2012 bij Bureau Bijzondere Medische Beoordelingen naar een nieuwe uitdaging. En vond die daar. Bij BMB keurt Parlevliet militairen van alle krijgsmachtdelen die door lichamelijke of psychische klachten zes maanden uit de (operationele) running zijn.
Psychische klachten De problemen waar haar patiënten mee kampen zijn divers. Variërend van een ziekte, rugpijn, een onwillige knie, de gevolgen van een hartinfarct, neurologische aandoeningen, tot en met in een missie opgelopen verwondingen. Anderen worstelen met psychische klachten. Deze zijn vaak het gevolg van moeilijkheden thuis, op het werk of een uitzending, maar ook van nare gebeurtenissen in iemands jeugd, zoals een slechte relatie met de ouders. Problemen door een uitzending komen ook voor, omdat een avontuur in een crisisgebied er bij sommige militairen stevig inhakt, vertelt Parlevliet. Wat wil je ook met schietincidenten, raketaanvallen of incidenten met een bermbom. “Een uitzending kan een militair in zowel positieve als negatieve zin veranderen en kan leiden tot aanpassingsproblemen thuis”, stelt Parlevliet.
Diepgaand gesprek Waar de oorzaak ook ligt, aan de dokter de taak vast te stellen of de persoon in kwestie na zes maanden afwezigheid nog geschikt is voor de dienst. Dat doet Parlevliet aan de hand van een Individueel Geneeskundig Onderzoek (IGO) of een Militair Geneeskundig Onderzoek (MGO). Tijdens deze onderzoeken vindt een diepgaand gesprek plaats. Daarbij leeft Parlevliet zich zoveel mogelijk in de situatie in en zet haar oren wijd open. Wat speelt er? Welke signalen geeft de patiënt af? “Niet te
“Een uitzending kan een militair in zowel positieve als negatieve zin veranderen” geloven wat mensen soms meemaken. Dat maakt vaak grote indruk op me”, verzucht ze. Ook probeert Parlevliet het ijs te breken, want een keuring veroorzaakt bij een patiënt altijd spanning. Overigens draagt die tijdens het onderzoek eveneens verantwoordelijkheid. “Een patiënt moet zijn verhaal eerlijk vertellen, wat de meesten goed lukt”, vertelt Parlevliet. “Vaak is de
< Parlevliet krijgt soms ook Defensieburgers op bezoek die om wat dan ook voor reden buitenspel staan. Op de foto neemt ze de bloeddruk van één van hen op. Foto: Wim Salis (AVDD; geënsceneerde foto).
partner bij het gesprek aanwezig. Dat is prettig, die geeft vaak een beter beeld van de patiënt dan hijzelf. Het is moeilijk om goed naar jezelf te kijken.” Het vaststellen van de aard van een fysiek of mentaal probleem is vaak een taaie klus, legt Parlevliet uit. “Neem een missie: Geen enkele militair gaat die ‘blanco’ in. Bij knieproblemen denkt hij dat ze door het zware werk komen. Maar ze kunnen evengoed tijdens een voetbalwedstrijd in Nederland ontstaan zijn.”
Heel belangrijk En dan breekt het moment aan waarop Parlevliet de knoop doorhakt: geschikt of niet? In het eerste geval gaat de militair onder begeleiding van zijn bedrijfsarts weer aan de slag. Bij een afkeuring is het cruciaal om vast te stellen of de problemen door de dienst zijn ontstaan. Is dat het geval en moet iemand Defensie vaarwel zeggen? Dan komt hij
“Ik vind het heerlijk om wat voor mensen te betekenen” mogelijk in aanmerking voor een Militair Invaliditeitspensioen (MIP). “Zo krijgt hij als het ware iets terug voor zijn problemen, wat in psychologische zin heel belangrijk is”, weet Parlevliet. “Defensie erkent immers dat de problemen door de dienst komen, en niet door de persoon zelf.” Een afgekeurde militair wordt overgedragen aan het Dienstencentrum Re-integratie om daar op het ‘tweede spoor’ te re-integreren. Dat betekent dat wordt nagegaan of hij geschikt is voor een burgerfunctie binnen of buiten Defensie. Een casemanager helpt hem met solliciteren. Bijna overbodig te melden dat een afkeuring tot (heftige) emoties leidt. De toekomst van een militair in vaak hart en nieren ligt aan diggelen. Parlevliet vindt de ‘slecht nieuws’ gesprekken altijd moeilijk. “Ik beslis immers over het lot van mensen, wat als een enorme verantwoordelijkheid voelt. Aan de andere kant keurt BMB niemand zonder gegronde reden af en komt een afkeuring vaak niet onverwacht. De meeste patiënten voelen wel aan hoe het zit.”
Hartstikke mooi Parlevliet prijst de dag tijdens haar uitzending naar Afghanistan waarop ze van mening veranderde en haar artsenbestaan bij Defensie niet inruilde voor een baan in de burgermaatschappij. De saamhorigheid, het wijgevoel, het voor elkaar klaar staan: het maakte allemaal diepe indruk op haar. Dit vind je in de burgermaatschappij nergens, wist ze. Blijven dus. “Defensie is een hartstikke mooi bedrijf.”
8
9 voorbereidingen. Het FBD regelt de vierpersoonsslaapcabines voor de sporthal, een tentenkamp voor de bewaking en contracteert zes regionale hotels. Paresto zorgt voor het ontbijt, de lunchpakketten, het avondeten en de nachtvoedingen. Daarbij houdt de restaurantorganisatie rekening met geloofsovertuigingen en allergieën. Geen ham, wel kipfilet en voor enkelen een glutenvrije maaltijd. “Ik doe dit nu voor de derde keer en het is goed samenwerken met het CDC”, meldt Leenders.
“Ik help vooral ouders hun kinderen terugvinden, maar nooit andersom”
Projectofficier eerste luitenant Maarten Buitenhuis coördineert de inrichting van de DMO/CDC-tent op de open dagen. Foto: Hans Lebbe (AVDD).
CDC volop aanwezig op open dagen Defensie
Eerst aanpezen, dan genieten Het Commando DienstenCentra gaf ook dit jaar acte de présence op de open dagen van Defensie. Zowel voor als achter de schermen van de luchtmacht- en marinedagen waren de divisies ruim vertegenwoordigd. Daags voor de evenementen sprak Pijler met sleutelfiguren. Tekst: Jopke Rozenberg-van Lisdonk
“Het is eigenlijk alsmaar achter elkaar doorplannen,” zegt korporaal Roxanne van Velsen over het huisvesten van alle medewerkers en gastbemanningen van de Marinedagen. Twee maanden puzzelde de servicebaliemedewerkster van het Facilitair Bedrijf Defensie (FBD) bijna fulltime om honderden personen een slaapplek te geven. “We accommoderen iedereen op marinekazernes in Den Helder en dat heeft zo zijn beperkingen gezien de vaste bezetting. Ook de normale huisvestingsaanvragen in die periode gaan door, voor meerdaagse cursussen bijvoorbeeld. Ik moet echt prioriteiten stellen.”
Dat betekent soms een hoop geschuif in haar Excelsheet. “Een oud-collega die op uitnodiging alleen komt borrelen, kan ik bijvoorbeeld geen kamer beloven. Ook al komt hij van ver.”
Vijfduizend Eerste luitenant Ron Leenders van de vliegbasis Volkel weet er alles van. Hij is voorzitter van de werkgroep Facilitair Luchtmachtdagen, waarin onder meer de diverse CDC-divisies vertegenwoordigd zijn, en ziet de aantallen met de dag veranderen. Zo noteerde hij dit keer veertienhonderd slaapplaatsen en vijfduizend eters per dag. Leenders startte afgelopen september met zijn werkgroep de
Voor de eerste keer werkte hij met het nieuwe Vraag- en Aanbodsysteem van Facilitair en Logistiek. “Dat neemt veel taken uit handen, wat erg prettig is. Al zie ik ook nog redelijk wat verbeterpunten waar we samen aan moeten werken.”
Kabels en snoeren Op de open dagen zelf presenteert het CDC zich op interactieve wijze aan het publiek. Samen met de Defensie Materieel Organisatie delen de divisies een grote ‘ondersteunende dienstentent’. Projectofficier eerste luitenant Maarten Buitenhuis, CDC communicatieadviseur op de Nederlandse Defensie Academie (NLDA), coördineert de invulling van de tent. “Ik inventariseer wie er van het CDC meedoet en wat de wensen zijn. Dan regel ik onder meer de stands, tafels, televisieschermen en fotopanelen. Eigenlijk alles op de specifieke spullen na die de divisies willen presenteren.” Buitenhuis laat een door hem ingetekende plattegrond van de tent zien. “Ik moet de ruimte zo efficiënt en optimaal mogelijk indelen. Daarbij houd ik niet alleen rekening met de oppervlakte van iedere stand, maar let ik bijvoorbeeld ook op de stroompunten. Kabels en snoeren probeer ik zo kort mogelijk te houden.”
Wat eet een militair? Paresto laat het zien. Foto: CDC communicatie.
Postorganisatie (MPO), Paresto en de Audiovisuele Dienst Defensie (AVDD). De NLDA presenteerde zich in de werving & selectietent. Bij het MRC Aardenburg konden bezoekers met de nieuwste revalidatieapparatuur in de vorm van een serious game hun balans oefenen. Of ze konden met behulp van een voetdruk plaatmeter hun voeten laten testen op afwijkingen en een eventueel advies krijgen voor steunzolen. Medewerkers van het revalidatiecentrum gaven daarnaast uitleg over de verschillende prothesen en hoe iemand daarmee kan leren leven. “Deze stand wordt vaak drukbezocht,” weet Yvonne van Ginkel van het MRC Aardenburg van voorgaande jaren. “Soms staan mensen zelfs in de rij voor de activiteiten.” Ada Laarakker van het FBD beaamt dat: “Jaarlijks hebben we een verhuisspel dat veel kinderen aantrekt. Dit jaar demonstreren we daarbij ook de elektrische traploper. Een apparaat op rupsbanden dat dozen en kastjes zelfstandig de trap op en af kan sjouwen. Nieuw dit jaar was het thema sleutels. Eén Defensielocatie kan wel twintigduizend sloten hebben. Sleutelmakers vertellen er alles over en laten bezoekers zelf een sleutel namaken met de sleutelmachine.”
Koud weer Dat het CDC ook voorziet in eerste levensbehoeften maakt Paresto duidelijk. In een vitrine lagen tal van veldrantsoenen uitgestald. Hoeveel calorieën heeft een militair op missie nodig, welke pakketten eet hij bij koud weer en hoe lang zijn de blikjes en zakjes eten houdbaar? Paresto vertelt bezoekers er alles over. Bij het goed beantwoorden van twee quizvragen over de rantsoenen kunnen ze zelfs een prijs winnen bij het rad van fortuin. Even achteroverleunen, uitrusten en intussen zien wat Defensie nog meer te bieden heeft? Dat kan in de filmzaal van de AVDD. Bezoekers zien er indrukwekkende filmpjes van marine, lucht- en landmacht. Maar ook het CDC komt in beeld. Wie zijn vrienden of oma een kaartje wil sturen om te vertellen hoe gaaf de open dagen zijn, kan dat gratis doen bij de stand van MPO.
Kinderen terugvinden Een week voor het open dagenspektakel losbarst, begint projectofficier Buitenhuis met de inrichting van de DMO/CDC-tent op de vliegbasis Volkel. Leveranciers van vloerbedekking, standbalies, stroom en fotopanelen rijden af en aan en vinden zelf hun weg in de tent aan de hand van de tekening die Buitenhuis ze toestuurt. Voor de duidelijkheid: Buitenhuis coördineert slechts tijdens deze lange opbouwdagen. “In de laatste weken is het flink aanpezen. Maar als het goed is, kan ik straks tijdens de open dagen genieten. Ik geef af en toe een rondleiding in de tent aan commandanten van de diverse onderdelen en aan zakenrelaties. Verder help ik vooral ouders hun kinderen terugvinden, maar nooit andersom. Die kinderen hebben het veel te druk met al het leuks dat er hier te beleven is.”
Serious game Dit jaar konden de bezoekers kennismaken met het FBD, het Militair Geneeskundig Logistiek Centrum, het Militair Revalidatie Centrum (MRC) Aardenburg, de Militaire
Het revalidatiecentrum geeft uitleg over de verschillende beenprothesen. Foto: CDC communicatie.
10
11 Integer geregeld
10
Elke maand stellen de Centrale Adviseurs Integriteit Defensie (CAID) een onderwerp over integriteit aan de kaak. De adviseurs zijn Liesbeth de Stoppelaar (momenteel waargenomen door Marlies Koonen), majoor Marcel Hendriksen, Jorien Gielen-Buurman en functionaris Integriteitsorg (fiz) mr. Nynke Wygman. Deze maand een artikel van Wygman over nevenwerkzaamheden.
Hoe ‘neven’ moeten nevenwerkzaamheden zijn? Defensiemedewerkers laten zich niet zomaar kisten. Bezuinigingen en reorganisaties of niet, de blik blijft bij velen vooruit gericht en we focussen ons op kansen. Ook de Hollandse handelsgeest zit bij velen diep geworteld.
Hondenkapsalon Wat dit met elkaar te maken heeft? Een stijging van nevenwerkzaamheden. Door een onzekere toekomst bij Defensie hebben steeds meer medewerkers een bijbaan of zetten naast hun reguliere baan een eigen bedrijf op. Als functionaris integriteitszorg (fiz) zie ik de meest uiteenlopende nevenwerkzaamheden voorbij komen: import van marmeren tegels van een familiebedrijf in Griekenland, een hondenkapsalon, het maken van rouwboeketten, verkopen van eigen schilderijen,
Bestkazerne in Vredepeel lunchlocatie tijdens provincietour
Paresto-koks halen hoog niveau bij koninklijk bezoek
Je collega heeft een bijbaan en rijdt een dure, grote auto. Je merkt dat hij regelmatig totaal onbereikbaar is. Ook is hij vaak niet op de werkplek waar hij volgens zijn agenda zou moeten zijn. Andere collega’s roddelen over dit gedrag, je chef weet van de situatie maar doet er blijkbaar niets mee. Wat doe je?
Commando DienstenCentra
Dilemmakaarten CDC coid.indd 11
25-06-13 11:49
schrijven van kinderboeken of juist boeken over ervaringen in missiegebieden, voorzitterschappen van de plaatselijke voetbalclub, bejaarden verzorgen, medische duikkeuringen verrichten, uitbaten van kroegen, beveiligen van evenementen, zelfgemaakte feestartikelen verkopen, huizen verkopen, aangiftes helpen opstellen voor buurtbewoners, enzovoorts.
gescheiden worden uitgevoerd van de functie bij Defensie. Dus als iemand folders uitdeelt op kantoor is dat niet handig. Wanneer iemand op de Defensiecomputer of in diensttijd zijn producten op Marktplaats zet, is dat uit den boze. En ook het telefoonnummer van een dienstmobiel vermelden op een extern visitekaartje is niet oké.
Uit den boze
Waarom is Defensie hier zo scherp op? Omdat belangenverstrengeling of alleen al de schijn ervan, oneerlijke concurrentie en imagoschade ongewenst zijn. Defensiemedewerkers zijn aangesteld als ambtenaar om de taken van Defensie uit te voeren met de middelen die ze daarvoor van de belastingbetaler hebben gekregen. Anders gezegd: we zijn dienaren van het volk. Dat klinkt zwaar en dat is het ook. Zodra wij ook maar de schijn wekken dat we die spullen voor onszelf of vrienden en familie gebruiken, of onze positie uitbuiten voor eigen gewin, dan bekijkt de buitenwacht dat met argusogen. Belangenverstrengeling kan plichtsverzuim opleveren. Daarvoor kan Defensie disciplinaire straffen opleggen of zelfs tot ontslag overgaan. Kortom, er zitten grenzen aan onze bewegingsvrijheid in ons privéleven. Dat is niet altijd even leuk. Integriteit betekent niet dat het altijd leuk voor ons zou moeten zijn. Maar ja, it comes with the job.
Het is mijn taak de commandant van het CDC te adviseren over de toelaatbaarheid van gemelde nevenwerkzaamheden. Ik kijk of er integriteitrisico’s kleven aan het uitoefenen van het dagelijks werk bij Defensie en de nevenwerkzaamheden. Daarbij let ik goed op of de nevenwerkzaamheden echt
Tekst: Jopke Rozenberg-van Lisdonk Foto’s: Fons Strijbosch (AVDD)
Tijdens de provincietour bezocht het nieuwe koningspaar de Luitenant-generaal Bestkazerne in Vredepeel.
Dienaren
Twijfel je of je nevenwerkzaamheden door de beugel kunnen, of dat je ze misschien zelfs formeel zou moeten melden? Bel of mail de FIZ voor advies. Mocht je naar aanleiding van dit stuk nog opmerkingen hebben? Stuur dan een mail naar
[email protected]. Het COID-team. V.l.n.r. Jorien Gielen-Buurman, Marlies Koonen (zij neemt Liesbeth de Stoppelaar waar), majoor Marcel Hendriksen en Nynke Wygman. Foto: Hans Lebbe. (AVDD)
Oranje prosecco, oranje petit fours en hapjes die zo luxe zijn dat ze canapés heten. Het Paresto-team van de Luitenantgeneraal Bestkazerne in Vredepeel haalde alles uit de kast om de gasten van het koningspaar op 12 juni culinair te verwennen. Ze oogstten veel lof van de bezoekers met hun zelfontwikkelde delicatessen.
Maar liefst zeven verschillende canapés en een drie-gangenlunch kregen de honderd gasten van koning Willem-Alexander en koningin Máxima op de Luitenant-generaal Bestkazerne voorgeschoteld. De kazerne, precies op de grens van Limburg en Noord-Brabant, was één van de ontmoetingsplaatsen tijdens de provincietour van het koningspaar.
Schrobbelèr De Paresto-koks serveerden een bijzonder smakelijke menu dat bol stond van de streekproducten. “De delegaties van beide provincies vonden het menu van een hoog niveau”, glunderde Jef Broeksteeg, assistent-manager van de plaatselijke Paresto.
De opdracht voor het Paresto-personeel luidde vooraf: stel een menu samen dat geïnspireerd is op regionale gerechten. Broeksteeg: “We begonnen gelijk met brainstormen en ontwikkelden negen nieuwe recepten: zeven canapés en twee hoofdgerechten. Zo combineerden we bijvoorbeeld zalm met Brabantse Schrobbelèr en wilde forel met Livar ham uit Limburg.” De meeste producten, zoals de kaas, asperges en het varkensvlees, kocht Paresto via de groothandel in bij plaatselijke boeren en slagers.
Geen hap Op de dag zelf draaide Paresto met drie koks achter de schermen en tien man bediening ervóór een dubbel zo grote bezetting als gebrui-
kelijk. Broeksteeg: “De combinatie van koninklijk bezoek, een strak tijdschema en het opereren vanuit een tent, vergt wat extra aandacht en dus personeel.” De gasten uit beide provincies, onder wie veel sporters, vrijwilligers, musici en ondernemers, stonden rondom chique aangeklede statafels bij het kazernemuseum. Volgens het draaiboek maakten de Oranjes aan iedere tafel een praatje.
“Praten met een mondvol is tenslotte onbeleefd” De enige restrictie die het protocol Paresto voorschreef was geen mensen te bedienen, in gesprek met het koningspaar. Want: praten met een mondvol is tenslotte onbeleefd. “De vorsten proefden dan ook geen hap van onze culinaire kunsten”, weet de assistent-manager. “Ze waren natuurlijk continu in gesprek.”
< De petit fours, voorzien van de provinciale logo’s.
12
13 Nieuwe masteropleiding aan NLDA lijkt schot in roos
“De mensen staan te trappelen” De krijgsmacht krijgt er een peloton bollebozen bij. In september begint aan de Faculteit Militaire Wetenschappen van de Nederlandse Defensieacademie (NLDA) de opleiding Military Strategic Studies, waaraan ook burgers kunnen meedoen. Sinds de publicatie van de wervingsadvertentie, regende het aanmeldingen uit alle uithoeken van Defensie en daarbuiten. Het niveau van de opleiding spreekt kennelijk behoorlijk aan, vermoedt opleidingscoördinator en universitair docent dr. Tom Bijlsma. “Ik ben een tevreden man.” Tekst: Jack Oosthoek
Tom Bijlsma en Annie Peeters, hoofd Onderwijsbureau van de Faculteit Militaire Wetenschappen van de NLDA (locatie Breda), waren de afgelopen maanden pauzeloos bezig met het regelen van de Master Military Stratgic Studies. Foto: sergeant 1 Dave de Vaal (AVDD).
Military Strategic Studies duurt circa twee jaar. De toelatingseisen liegen er niet om. Een kandidaat moet het diploma van de vierjarige opleiding aan het Koninklijke Instituut voor de Marine of de Koninklijke Militaire Academie (‘lang model’) hebben. Hij spreekt en schrijft Engels op een niveau waar je u tegen zegt en legt de test daarvoor probleemloos af. Op een internationale militaire staf gewerkt? Daar elke dag Engels gesproken of jarenlang in een Engelstalig gebied gewoond? Ook dan moet je aan de taaltest geloven. Een uitzondering geldt voor belangstellenden met een Engelstalige bachelor of masteropleiding. “Dan ben je capabel genoeg en kun je direct instromen”, vertelt Bijlsma.
Oude rotten Met deze eisen is de kous nog niet af. Geïnteresseerden in de master moeten zeker vijf jaar werkervaring hebben. De studie is dus niet bedoeld voor jonge militairen en cadetten of adelborsten. Wel voor (relatief ) oude rotten in het vak als kapiteins, majoors en oversten. “Je hebt met je poten in de modder gestaan en verschillende functies in de wereld van Defensie vervuld”, legt Bijlsma uit. Verder moet elke student toestemming van zijn commandant hebben om aan de master mee te doen. Hij moet zich één dag per week vrijmaken voor colleges op de KMA (vrijdag)
< De studenten van de Master worden elke vrijdag in de schoolbanken van de KMA verwacht. Foto: Fons Strijbosch (AVDD)
en is veel tijd kwijt aan zelfstudie. Bijlsma: “Je komt hier wat ‘halen’, een goede opleiding. In ruil daarvoor ‘breng’ je iets: de wil er voor te gaan en in eigen tijd te studeren. Het is ook de bedoeling dat je je eigen mening over de gebruikte literatuur en je ervaringen inbrengt.” De NLDA houdt rekening met militairen die tijdens de studie worden uitgezonden. De operationele inzet van de krijgsmacht gaat voor, weet oud-beroepsofficier Bijlsma uit ervaring. “Een uitgezonden student kan na terugkomst echter zo weer bij de colleges aansluiten. Zolang hij de zestig studiepunten maar haalt. Daarvoor heeft hij in totaal zes jaar de tijd. Anders ligt het als iemand meer dan twee van de tien vrijdagen (per module) mist. Dan mag je geen examen doen. Zo waarborgen we de kwaliteit.”
Rechtvaardige oorlog En uit welke vakken bestaat die master? Een greep uit het rijk gevulde programma: het functioneren van NAVO en Europese Unie binnen de internationale veiligheid. De betekenis van Defensie en wat haar wereldwijde inzet inhoudt. Welk geweldsmonopolie geldt er voor personeel in crisisgebieden? Hoe zit dit politiek? Hoe werkt überhaupt het internationale militair-politieke krachtenveld? Bestaat er zoiets als een ‘rechtvaardige oorlog’? Bijlsma denkt trouwens van wel.
“Een land kan uit democratisch oogpunt en met steun van andere naties een oorlog starten. Bijvoorbeeld als de tegenstander de democratie in eigen land niet respecteert, militair ingrijpen door het buitenland een oplossing biedt en eerdere initiatieven faalden. De inzet van het luchtwapen destijds in Bosnië-Herzegovina en in Servië was vanuit Europees perspectief bezien gerechtvaardigd.”
Menselijke aspecten Andere vakken in de master: Intelligence and Security. Een voorstel van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD). “Die wil dit onderwerp beter op de kaart zetten, bekeken vanuit een militaire context,” vertelt Bijlsma.
“Een uit te zenden student kan na terugkomst zo weer aansluiten” De studenten krijgen ook te maken met Military Management and Logistics. Waarin verschilt militair van civiel management, ook als het om logistieke operaties gaat? Hoe staat het met de menselijke aspecten van een missie? Hoe
14
15
functioneert bijvoorbeeld een F-16 vlieger onder stress? Wat is de invloed van militaire systemen op het brein van de militair? Hoe beïnvloeden ze het werk van een commandant? Die moet immers al zoveel informatie verteren. Alsof het allemaal nog niet genoeg is, krijgen de studenten nog drie zogeheten
Geen concurrent Military Strategic Studies is volgens docent Bijlsma geen concurrent van de Hogere Defensie Vorming (HDV). Dat komt door het verschil tussen beide opleidingen. De master heeft een wetenschappelijk niveau, terwijl de HDV een HBO-studie is, legt hij uit. “Daarnaast is de master niet, zoals de HDV, bedoeld als methode om kandidaten voor functies in hogere rangen te selecteren en te vormen. Er bestaat ook een overeenkomst tussen de master en de HDV. In beide gevallen doen buitenlandse officieren en studenten van buiten Defensie mee.
kernmodules voor de kiezen: War and Warfare, War, Defence & Society en Contemporary Security and Strategy. Voor zover dit al niet duidelijk was: in de Master Military Strategic Studies is het aanpoten. “Maar”, beklemtoont Bijlsma, “van studenten
Kosten Afgelopen februari startte een proef met de Master Military Strategic Studies. Die loopt tot eind 2014. De eerste officiële editie, die zoals gezegd begin september van start gaat, zit met circa veertig studenten bomvol. Onder hen ongeveer dertig militairen. “De mensen staan te trappelen”, weet Bijlsma. Defensiedeelnemers betalen geen inschrijfgeld en mogen de aan te schaffen boeken declareren. Studenten van buiten Defensie betalen ruim 1600 euro collegegeld per jaar, exclusief boeken.
Kapitein Ronald Gabriëls (rechts) wilde altijd al een academische opleiding volgen en krijgt daarvoor nu de kans. Foto: Fons Strijbosch (AVDD).
van dit niveau mag je verwachten dat ze de leerstof aankunnen. Bovendien krijgen ze de kans om in hun vaardigheden te investeren. Op haar beurt krijgt Defensie de beschikking over nog meer hoog opgeleidde professionals.”
”Geen tijd meer om thuis onkruid te wieden” Luitenant-kolonel Harm Hendriks (luchtmacht) doet mee aan de pilot van de master en put daar ‘veel energie’ uit. “De opleiding heeft een grote meerwaarde en sluit aan op de praktijk. Zakelijk en privé moet ik echter nieuwe prioriteiten stellen. Ik heb geen tijd meer om thuis het onkruid in de tuin te wieden.” Hendriks ervaart de studie als een welkome aanvulling op zijn jarenlange praktijkkennis van Defensie. “Ik hield me de afgelopen jaren veel bezig met het onderwerp Afghanistan. Door deze opleiding kijk ik met andere ogen naar dit land en de situatie daar. Ook leer ik veel over de verhoudingen tussen de landen van de NAVO. Ik weet alleen nog niet of ik met dit diploma verder kom in mijn loopbaan. De studie is nieuw waardoor Defensie waarschijnlijk nog niet weet welke waarde zij eraan moet toekennen.”
Meer informatie op
[email protected].
Voorbeeld Met de opleiding Military Strategic Studies volgt Defensie het voorbeeld van de NAVO-landen die veel investeren in de opleiding van hogere militairen. “Wij borduren daar op voort”, aldus Bijlsma, zelf bedrijfskundige. Bijlsma probeert ook andere ministeries te interesseren om hun personeel te laten meedoen, zoals Buitenlandse Zaken en Binnenlandse Zaken (politie). Ook non-gouvernementele organisaties als Artsen zonder Grenzen en het Rode Kruis zijn welkom. “Het zou mooi zijn als er in gezamenlijkheid wordt gestudeerd op de toekomst van Defensie. Dan kan Nederland de krijgsmacht nog strategischer inzetten.”
“Master past goed bij hedendaagse officier” “Ik heb geen academische opleiding, maar koesterde wel de ambitie om die te halen. In de master krijg ik daarvoor de kans. Die past goed bij de hedendaagse officier.” Kapitein Ronald Gabriëls (landmacht) voelt zich als student van Military Strategic Studies helemaal in zijn element. De deelnemer aan de pilot noemt de leerstof ‘heel interessant’. “Als je, zoals ik, de praktijk kent en een uitzending meemaakte, weet je aardig wat er in de wereld van Defensie te koop is. In deze master stop je je rugzak als het ware vol met wetenschappelijke kennis. Ook leer ik analytisch nadenken over het ‘product’ dat Defensie levert. Maar ook: hoe bestrijd je terrorisme? Welke redeneringen volgen de mensen die daar achter zitten.” Gabriëls moest wennen om weer in de schoolbanken te zitten. Hetzelfde geldt voor de leerstof: die is in het Engels. “Bovendien kost de opleiding veel tijd, wat mijn privéleven en werk behoorlijk beïnvloedt. Maar als je de master interessant vindt, valt dat allemaal wel weer mee.”
Luitenant-kolonel Harm Hendriks: “Opleiding sluit goed aan op de praktijk.” Foto: Fons Strijbosch (AVDD).
“Van studenten van dit niveau mag je verwachten dat ze het programma aankunnen” “Studielast zwaarder dan ik verwachtte” Kapitein Jeanette de Weert (landmacht) beschouwt Military Strategic Studies als een uitgelezen mogelijkheid om de studie Managementwetenschappen, die ze aan de Open Universiteit volgde, een vervolg te geven. Toen ze daar aan een masteropleiding wilde beginnen, gooide een uitzending roet in het eten. Door de altijd moeilijke combinatie van werken, studeren en een privéleven, besteedde De Weert tot nu toe onvoldoende aandacht aan de master. Ze worstelt met een achterstand en moet hertentamen doen. “De studielast is zwaarder dan ik verwachtte”, bekent De Weert. “Toch ben ik blij dat ik aan de master meedoe. Vooral de psychologische en sociologische kant van het werken bij Defensie interesseren me. Dat aspect zit in veel vakken verweven. Ik moet ‘doorstampen’ om het diploma te halen. Toch verwacht ik de eindstreep binnen de gestelde tijd te halen. Als het allemaal lukt, zet dit diploma me, denk ik, sterker in het operationele bedrijf van Defensie.” Kapitein Jeanette de Weert: "Ik moet 'doorstampen' om het diploma te halen." Foto: Fons Strijbosch (AVDD).
16
17 Nieuw Financieel Administratie- en Beheerkantoor (FABK) waakt over het geld
De rekenmeesters van Defensie
aanspreekpunt”, vertelt hoofd Bedrijfsvoering Leon Hendrikx. “Elk team helpt het defensieonderdeel bij zaken die te maken hebben met het financiële deel van een behoeftestelling, tot en met de betaling. De accountmanagers weten de weg, hebben de contacten en zorgen voor een soepele afhandeling. Een duidelijk winstpunt ten opzichte van vroeger.” Een ander voordeel van de nieuwe situatie is dat het FABK betrokken wordt bij de behoeftestelling. “We zitten vooraan in het traject”, constateert Janssen tevreden. “Daardoor kunnen we vanaf het begin de dossieropbouw ondersteunen en onvolkomenheden voorkomen. Daar heb je later profijt van, omdat het hele proces sneller en efficiënter wordt.”
Ketenregisseur
De accountmanagers zijn het primaire aanspreekpunt voor de defensieonderdelen.
Of het gaat om nieuw kantoormeubilair, een versnelde aanschaf van Bushmasters voor een missie, of de drukkosten van de Pijler: alles waar een factuur aan te pas komt, passeert de bureaus van het Financieel Administratie- en Beheerkantoor (FABK). Een begin juni opgerichte CDC-eenheid, waar ‘digitaal’ steeds meer het papier vervangt. Daardoor bestaat elk moment inzicht in alle stappen: van behoeftestelling tot betaling. Tekst: Leo de Rooij Foto’s: Bart Nijs Fotografie
FABK-commandant Rob Janssen: “Samen met defensieonderdelen bouwen aan nieuwe organisatie.”
Praten over het FABK is praten in getallen. Dat blijkt als kolonel Rob Janssen (KLu), commandant FABK en tevens waarnemend commandant van de Divisie Facilitair & Logistiek, kort de ontstaansgeschiedenis van de eenheid schetst. “We komen voort uit het Financieel Dienstencentrum. Dat zat verdeeld over zes locaties (Eygelshoven, Utrecht, Den Haag, Den Helder, Woensdrecht en Assen) en delen van de control-organisatie van de defensieonderdelen. Nu bestaan er nog maar twee: Utrecht en Eygelshoven. Bij de reorganisatie gingen we terug van bijna 400 VTE’en naar 236, waarvan 65 tijdelijk. Een stevige efficiëntieoperatie dus.”
Het FABK houdt zich bezig met het geld van Defensie. De medewerkers kunnen worden gezien als de rekenmeesters van de krijgsmacht. Facturen (circa 240.000 per jaar), controle daarvan en de betalingen: die worden gedaan door 100 medewerkers in Eygelshoven. In Utrecht (130 personeelsleden) bevinden zich de bedrijfsvoering, het kas- en rekeningbeheer, het relatie- en verplichtingenbeheer, onder wie de accountmanagers, en de fiscale en douane-eenheid.
Dat is mede te danken aan het vervangen van papier door digitaal. Hendrikx: “We werken tegenwoordig met FIDOK, wat staat voor Financiële Documentatie en Ketenondersteuning. Dat is een manier van organiseren van de workflow, waarmee we als FABK als ketenregisseur kunnen optreden. FIDOK biedt ons tevens de mogelijkheid van track & trace. Dat betekent dat we op ieder
moment inzicht hebben in alle stappen van het proces. We kunnen dus steeds precies zien hoever het met een aanvraag staat. En ook waar en bij wie die zich bevindt, of er al besteld is en of er nog moet worden betaald.”
Bouwen aan toekomst De totstandkoming van het FABK is niet zonder slag of stoot verlopen, weten Janssen en Hendrikx. “Voor veel mensen was de reorganisatie pijnlijk. Het merendeel van het personeel, werkzaam in Assen, Woensdrecht en Den Helder, is herplaatsingkandidaat. Ze zagen het niet zitten om in Utrecht of Eygelshoven aan de slag te gaan. Verder is de manier van werken écht veranderd. Daarin maakten we grote slagen. De uitdaging als management is om het vertrek van kennis en expertise op te vangen en te bouwen aan een nieuwe organisatie en een werkwijze die ‘stáán’. Daarin worden we aan alle kanten gesteund: de medewerkers die bleven zijn super gemotiveerd, de medezeggenschapsraad werkt goed mee. IVENT benoem ik graag apart. Dat vervult een sleutelrol bij de digitalisering van de workflow en doet dat perfect. Met de inspanningen van iedereen is het FABK straks een kanjer van een ketenregisseur!”
Thea de Gier: Hagenees in Utrecht ”Na 25 jaar in Den Haag te hebben gewerkt, moest ik mijn werk voor Defensie voortzetten in Utrecht. Daar heb ik redelijk mijn draai kunnen vinden en werkte anderhalf jaar bij CDC/Ondersteuningsgroep Kabinet/Divisie Facilitair en Logistiek/Financieel en Informatie. Ik was bij deze bedrijfsgroep vooral verantwoordelijk voor het financieel afhandelen van het werk van het Dienstencentrum Internationale Ondersteuning (DCIOD). Op 3 juni begon ik als boekhouder bij het nieuwe FABK. Dit brengt zeker veranderingen mee in mijn werk. Zoals gezegd, werken we hier met het workflow management systeem Financiële Documentatie en Ketenondersteuning. Ik maakte deel uit van het testteam. De financieel administratieve werkzaamheden, zoals behoeftestellingen, voorafgaande financiële toetsingen en het vastleggen daarvan in het financieel administratie systeem, deden de operationele commando´s eerst zelf. Nu loopt dit hele proces via FIDOK. De grootste verandering is dat ik niet meer voor een bepaald bedrijf werk, maar dat ik als het ware met alle bedrijven van Defensie zaken doe. Ik zie het als een uitdaging om in het nieuwe opgerichte FABK mijn diensten te verrichten.”
Michel Vink: Nu continuïteit “Ik werk binnen het FABK als projectbeheerder bij de DFDE (Defensie Fiscale en Douane-Eenheid). Ook zit ik in de tijdelijke personeelsvertegenwoordiging. Ik woon in Krimpen aan de Lek en reis dagelijks met de trein naar Utrecht. Na een baan in de Rotterdamse haven, begon ik in 2008 bij de DFDE in Den Haag, dat toen nog bij het Financieel Dienstencentrum hoorde. Zonder de negatieve gevolgen van de reorganisatie te vergeten, denk ik dat de oprichting van het FABK resulteert in een effectieve organisatie. Veel staat of valt met continuïteit. Het is te hopen dat er op korte termijn niet weer - ingrijpend - wordt gereorganiseerd.”
Soepele afhandeling “Alle zeven defensieonderdelen, plus de Commandant der Strijdkrachten, hebben een eigen team van accountmanagers als Het FABK is open. Commandant CDC vice-admiraal Eric Kopp en secretaris-generaal Erik Akerboom van Defensie, onthullen het bord met daarop de naam van de nieuweling. Foto: CDC.
18
19
“Tot nu toe deed ik geen onplezierige ervaringen op”
International Security and Assistance Force (ISAF), de Joint Staff van ISAF), de NAVO Trainingsmissie in Afghanistan (NTMA) en Afghan National Security Forces (ANSF). Ik ben op het UNAMA-hoofdkwartier ingedeeld bij Team ANSF. Ik probeer een beeld te krijgen van de ontwikkelingen van deze strijdkrachten en dat te ‘vertalen’ in advies. Verder bezoek ik regelmatig het Afghaanse Ministerie van Defensie en bestuurders en eenheidscommandanten in de regio."
Hoe bevalt uw werk?
Op uitzending In deze rubriek staat een militair of burger van het Commando DienstenCentra centraal die naar het buitenland is of was uitgezonden, of daarvoor op de nominatie staat. Dit keer luitenant-kolonel dr. Coen van den Berg, senior onderzoeker bij het Dienstencentrum Gedragswetenschappen. Hij werkt als militair adviseur bij de Military Advisory Unit (MAU) van United Nations Assistance Mission Afghanistan (UNAMA) in Kaboel. Tekst: Jack Oosthoek Foto: archief Coen van den Berg
Wat is de taak van United Nations Assistance Mission? “UNAMA is de enige politieke missie onder de vlag van het Department of Peacekeeping Missions van de Verenigde Naties. Het hoofd van UNAMA, de Slowaak Jan Kubiš, is special representative van de secretaris-generaal Ban-Ki moon van de VN. De leden van UNAMA adviseren de regering van Afghanistan over de opbouw van het land tot een zelfstandige, soevereine staat. Daarin staan adequaat bestuur, ondersteuning van verkiezingen, mensenrechten en aandacht voor rechten van vrouwen, kinderen en minderheden voorop.”
Wat houdt de baan van militair adviseur bij UNAMA in? “Het adviseren van de leiding van UNAMA over militaire ontwikkelingen en de relatie met veiligheid. Verder help ik UNAMA bij het onderhouden van contacten met relevante militaire partners. Zoals de
“Goed. Ik vind het prettig om tijdens fieldtrips Afghaanse partners van UNAMA te bezoeken. Dan verdiep ik me in operationele planning, logistieke problemen, werving en selectie van Afghaanse militairen en hun opleiding en training. Dat maakt dat ik buiten de poort van mijn compound kom en relatief veel van het leven in Afghanistan zie.”
Hoe is de situatie op het kamp waar u werkt? “Op UNOCA, het VN-kamp aan Jalalabad Road, hebben we de luxe van een eigen appartement, een tuin met rozen en een supermarkt. Mijn werkterrein ligt op een ander kamp, de Green Zone op de Bravo compound van de VN. Door mijn gescheiden werk- en verblijfplek rijd ik dagelijks door Kaboel. Afhankelijk van de verkeerssituatie, kost dat
“Het provinciaal bestuur geniet nog niet het vertrouwen van de bevolking” twintig minuten tot een uur. Kaboel is een levendige stad met op werkdagen véél verkeer, met de Toyota Corolla in de hoofdrol. Op veel wegen rijdt het verkeer vier rijen dik, op voor Hollandse begrippen twee rijstroken. Onder bepaalde omstandigheden doen we, net als ander VN-personeel, onderweg boodschappen. De winkeliers zijn heel vriendelijk, belangrijk in een land waar de scheiding tussen internationals en de Afghaanse bevolking groot is. Aan de andere kant is op het UNOCA-kamp alles aanwezig. Zoals een Afghaanse groentewinkel, een sportzaal, een Afghaans restaurant met prima kebab of andere maaltijden, en een social center waar regelmatig activiteiten zijn. VN-collega’s werken soms meer dan zeven jaar op dit kamp. Dan heb je faciliteiten nodig om een privéleven te hebben.”
Wat is uw meest interessante ervaring tot nu toe? “Mijn bezoeken aan Afghaanse eenheden en het overleg met Afghaanse partners. Dat zijn gelegenheden bij uitstek om rechtstreeks met gouverneurs of commandanten te spreken en uitspraken
< Luitenant-kolonel Coen van den Berg (helm in de hand) mag in Afghanistan graag fieldtrips afleggen aan de Afghaanse partners van UNAMA.
te vergelijken met eigen waarnemingen. Zo bezocht ik onlangs de provincies Jawzjan en Faryab. In de hoofdstad van Faryab spraken we met de gouverneur en alle militaire commandanten over de veiligheidssituatie en de samenwerking tussen bestuur, leger en politie. Dan ben je een dag op een plek waar de veiligheid nog bevochten moet worden. Vooral politieposten in districten die ver van de provinciehoofdsteden afliggen, krijgen vaak aanvallen te verduren. Daardoor geniet het (provinciaal) bestuur nog
“In Afghanistan woedde de laatste tweehonderd jaar 125 jaar oorlog” niet het vertrouwen van de bevolking. Dat komt ook door het verleden. In Afghanistan woedde de laatste 200 jaar 125 jaar oorlog, de laatste 35 jaar zelfs constant. Het vertrouwen van de bevolking in het bestuur wordt er daardoor niet groter op... De macht lijkt vooral te zijn gebaseerd op persoonlijke contacten en verwantschap met de eigen bevolkingsgroep. In de grote steden is het redelijk veilig. Er staan scholen, er is economische bedrijvigheid. De presidentsverkiezingen op 5 april 2014 dienen als graadmeter voor het vertrouwen van de bevolking in het landsbestuur. De VN werken hard om ze te laten doorgaan en vooral om ze eerlijk te laten verlopen.”
Aan welke gebeurtenis bewaart u minder plezierige herinneringen? “Tot nu toe deed ik geen onplezierige ervaringen op. Uiteraard sta ik regelmatig stil bij de veiligheidssituatie. Dat doe ik vooral in uren, zoals onlangs, waarop ik ‘vast’ zit op de Bravo compound en op een kilometer afstand explosies en geweervuur hoor. In dit geval kwam dat van een aanslag op het kantoor van de International Organization for Migration. Helaas gaan de aanslagen nog steeds door.”
Welke lessen leerde u tot nu toe in Kaboel? “Ik blijf me verdiepen in wat mensen beweegt om jaren in Afghanistan te werken en wat de bevolking op de been houdt. Ook leer ik hoe belangrijk goede relaties met Afghaanse militairen, VN-personeel en militairen van landen die troepen leveren aan ISAF, zijn. Onderling respect en actief luisteren wegen voor mij zwaar in zakelijke relaties. Ik doe een dappere poging om dari te leren, de in het noorden van Afghanistan meest gesproken taal. Dit is de sleutel om mensen beter te begrijpen en me in Kaboel vertrouwder te voelen.”
Foto van de maand De fotografen van de Audiovisuele Dienst Defensie (AVDD) maken elke maand in binnen- en buitenland talloze foto’s. Hoewel de meeste beelden van prima kwaliteit zijn, halen ze niet allemaal de publiciteit. De rubriek Foto van de Maand schenkt aandacht aan een opvallend shot dat anders in de anonimiteit was verdwenen. Dit keer een foto van sergeant-majoor Gerben van
Es, gemaakt tijdens een demonstratie van het Korps Mariniers op de Marinedagen dit jaar in Den Helder. Van Es: “Tien seconden voordat de klep van het landingsvaartuig open ging, maakte ik deze foto. De mariniers waren in opperste concentratie. En dat zie je terug in de gezichtsuitdrukkingen. Prachtig als je dat vast kunt leggen.”