Ten geleide egin dit jaar was ik op bezoek bij Bonno van Dijk, de man die 38 jaar lang geschiedenis heeft gegeven op het Stedelijk Gymnasium. Voorafgaand aan mijn bezoek bladerde ik door een oud geschiedenisschrift. Pagina’s vol over de Slag bij Nieuwpoort, de Russische Revolutie, de val van de Muur. En, in het hoofdstuk over Haarlemse geschiedenis, bladzijden met straatnamen: Krocht, Verwulft, Anegang, Gasthuisvest. Toch lijken al die jaartallen en straatnamen te verbleken bij die ene datum en dat ene adres: 6 december 1389, het Prinsenhof. Afgelopen 6 december was het 620 jaar geleden dat de Latijnse School werd opgericht, die later naar het Prinsenhof zou verhuizen en zou uitgroeien tot het Stedelijk Gymnasium Haarlem.. Daarom staat dit nummer van de In Aeternum Mirabile Lectu in het teken van het 124e lustrum van de school. Zoals dat past bij mijlpalen is het een nummer geworden waarin we terugblikken en vooruitkijken.
B
Vooruitkijken naar een ongetwijfeld prachtige reünie op 11 en 12 juni 2010 en terugblikken op ingrijpende gebeurtenissen. Zo vertelde Bonno van Dijk dat Juul Bientjes was overleden, die van 1943 tot 1979 Duits heeft gedoceerd. Juul Bientjes, die al met pensioen was toen ik naar de brugklas ging – dus moest ik aan Bonno vragen wie zij was. ‘Zo gaat dat dus met iconen’, antwoordde hij geschokt. ‘Ze geraken in de vergetelheid.’ Elke generatie kent zijn eigen iconen – Bonno zelf is er ook een. En nu hij afgelopen zomer met pensioen is gegaan, blikken we in dit nummer met hem terug op zijn loopbaan. Verder staat de zesdaagse schoolweek weer even in de aandacht – het is in juni precies tien jaar geleden dat we ‘de zaterdag’ symbolisch ten grave droegen. Tegelijkertijd kijken we terug op tien prachtige edities van de In Aeternum Mirabile Lectu, voor het eerst verschenen bij het 610-jarig jubileum.
Hierbij wil ik de vertrekkende oude redactie, bestaande uit Mark Stuijt, Stan Katee, Coen Eggenkamp, Hanna de Bruin en Bonno van Dijk, dan ook hartelijk bedanken voor al hun werk. Ook zal ik de nieuwe redactie voorstellen: Jan Pieter van Lierop (eindexamen 1986), die, na studies Russisch en Communicatie, van zijn hobby zijn beroep maakte: hij is fotograaf. Hij is de link met de vorige redactie, waarvan hij drie jaar deel uitmaakte. Sebastiaan Capel (eindexamen 1993), sociaal geograaf en onlangs gekozen tot D66-raadslid in Amsterdam. Thomas de Veen (eindexamen 2005), student geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en jeugdboekenrecensent. Lex Weiler, docent klassieke talen op het Stedelijk Gymnasium. En ik, Gemma Venhuizen (eindexamenjaar 2003), net afgestudeerd als fysisch geograaf en werkzaam als wetenschapsjournalist. En zo beginnen we aan een nieuw decennium, met een nieuwe redactie en nieuwe rubrieken. De Blind Date bijvoorbeeld, waarin oude jaargenoten elkaar ontmoeten. Mocht u willen meewerken aan een rubriek, laat het ons horen – vanaf nu zijn we bereikbaar via het e-mailadres
[email protected]. Ook op de website www.inaeternum.nl kunt u ons door het jaar heen vinden met stukken die niet in de papieren IAML te lezen zijn o.a. De Klassieke Citaten. Bij het doorbladeren van oude schoolkranten vond ik er zowaar nog een van Juul Bientjes, uit 1974: ‘Dat zal je dun door de broek drentelen!’ Rest mij nog u veel plezier te wensen met deze lustrumeditie. Wie zich nog niet heeft aangemeld voor de reünie, zal na het lezen van dit nummer hopelijk direct tot actie overgaan! Gemma Venhuizen hoofdredacteur IAML
201 0
|
I N A ET ERN U M M I R A BI L E L E C TU
1
Inhoud Ten Geleide De nieuwe redactie stelt zich voor.
1
Inhoud
2
Van de rector, dissertaties
4
‘Dan stond ik op de radiator, verstopt achter de gordijnen...’ Interview Bonno van Dijk
6
In Memoriam voor De Zaterdag 11 Een ode aan de zaterdag op het Stedelijk, die 10 jaar geleden verdween. Uit de school geklapt Hoe reilt en zeilt het Stedelijk vandaag de dag? Een bijdrage van docent Just Bent.
12
Programma lustrum Een uitneembare bijdrage van het In Aeternum bestuur, met het programma, een toelichting daarop en inschrijfformulieren.
13
Blind date Twee oud-klasgenoten ontmoeten elkaar na lange tijd. Dit keer Tony van Wieringen en Marnix de Meij, beiden eindexamen 1986.
21
Brieven uit het buitenland In deze rubriek staat een oud-Stedelijker centraal, die op dit moment in het buitenland woont en werkt. In dit nummer aandacht voor Hans van Tuijll vanuit Oman.
24
In memoriam Juul Bientjes Een docent en een oud-leerling staan stil bij het overlijden van Juul Bientjes.
26
2 20 10
|
IN AETE RNU M MI RABILE L ECT U
In Aeternum Fonds Nicole Sol vertelt over het In Aeternum Fonds, dat dit jaar 20 jaar bestaat.
28
Social networks Het Stedelijk en Stedelijkers online
30
Mirabilia lectu De stand van de huidige schoolkrant: wat houdt de leerlingen in 2010 bezig?
32
2010
|
I N A E TE RN U M M I RA BI L E L EC T U
3
Van de rector Het Stedelijk Gymnasium Haarlem in de 21e eeuw Het eerste decennium van deze eeuw zit er al weer op, Het Stedelijk viert zijn 620-jarig bestaan. In de eerst tien van de jaren 2000 is er het een en ander veranderd aan de school: het leerlingenaantal is gestegen van 652 in 2000 tot 839 in 2010, het gebouw aan de Jacobijnestraat is aanzienlijk vergroot en verbouwd en in het laatste jaar vonden enkele aanpassingen plaats in het gebouw Prinsenhof. een van de leerlingen uit 2000 zit (gelukkig) nog op de school. Uit het docentencorps zijn veel oudgedienden gepensioneerd; onder hen mevrouw Broere (conrectrix, LO), de heren Van Dijk (geschiedenis) en Van Haard (oude talen), mevrouw De Jong (oude talen), de heren De Jongh (wiskunde), Krimp (oude talen), Mantel (wiskunde), Overweel (aardrijkskunde) en Riet (scheikunde), mevrouw Van Thiel (oude talen), mevrouw Tillema (Nederlands) en de heer Wiener (Engels). Hun plaatsen zijn ingenomen door jonge docenten. Zij kregen de zware, maar mooie taak het hoge niveau en de sfeer van de school in stand te houden.
G
Ouders en leerlingen uit Haarlem en omgeving weten dit niveau en deze sfeer te waarderen, blijkens de grote toestroom van leerlingen in de afgelopen jaren. Als eerste school in Haarlem was het Stedelijk twee jaar geleden gedwongen de toelating te beperken. Een rechtszaak, aangespannen
4 20 10
|
IN AETE RNU M MI RABILE L ECT U
door ouders wier kinderen waren uitgeloot, was het gevolg. De rechter bepaalde dat een plaats op het zelfstandig gymnasium niet kan worden afgedwongen, want de wet maakt alleen onderscheid tussen vmbo, havo en vwo. Zolang er nog plaatsen op een vwo-school beschikbaar zijn, is er wettelijk gezien ‘niets aan de hand’. Ons bestuur nam vervolgens het initiatief tot oprichting van een tweede gymnasium. Uitbreiding van de school was immers fysiek niet mogelijk en, met het oog op de gewenste kleinschaligheid, niet gewenst. Helaas bleek het, na grondig onderzoek, niet mogelijk een tweede school te stichten: de financiële last van zo’n operatie werd te zwaar bevonden. Met als gevolg dat dit jaar opnieuw kinderen voor het Stedelijk moesten worden uitgeloot. De gelukkigen die wel worden toegelaten kunnen ervan uitgaan, dat in het komende decennium alle docenten zich blijvend zullen inspannen hun een gymnasiale opleiding op niveau te geven. De klassieke talen blijven een wezenlijk deel van die opleiding vormen, hoe heftig de discussie over de oude talen in den lande ook moge zijn. In het komende decennium zal het docentencorps opnieuw de nodige personele wisselingen kennen doordat een aantal docenten de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Ik spreek de
Dissertaties wens uit, dat bij de reünie over 10 jaar de oudleerlingen in 2020 zullen constateren, dat niveau en sfeer op het Stedelijk Gymnasium Haarlem onveranderd hoog, respectievelijk goed zijn gebleven. Maar nu eerst op naar de reünie van dit jaar, op 12 juni. Dat het een mooie dag mag worden, waarop contacten hernieuwd en oude banden aangehaald worden. Maar vooral een dag waarop wij mogen constateren dat Het Stedelijk Gymnasium Haarlem ons allen, oud-leerlingen en (oud)docenten blijvend bindt.
Va n d e r e c t o r P.S.: een tip voor wie meer wil weten over wat er momenteel zo al speelt op school: bezoek de website www.stedelijkgymnasiumhaarlem.nl.
J. Olgers, rector
DISSERTATIES OUD-LEERLINGEN
Inge de Vries – Lim (eindexamen 1994)
Rehabilitation in Parkinson’s disease Strategies for cueing Vrije Universiteit Amsterdam, 19 mei 2009 Adriaan Otto Kraaijeveld (eindexamen 1997)
Identification of therapeutic targets in coronary artery disease (from patients to mice and back) Universiteit Leiden, 1 oktober 2009 Klarke-Berendina Boor (eindexamen 1996)
The clinical learning climate Vrije Universiteit Amsterdam, 23 oktober 2009
2010
|
I N A E TE RN U M M I RA BI L E L EC T U
5
B o n n o v a n D i j k : ‘ D a n s t o n d i k o p d e r a d i a t o r, v e r s t o p t a c h t e r d e g o r d i j n e n . . . ’
Afscheid van een geschiedschrijver Bonno van Dijk:‘Dan stond ik op de radiator, verstopt achter de gordijnen…’
te kunnen spreken. Maar ook op het Stedelijk stond Bonno te boek als voortreffelijk imitator. Als in de les de Slag van Waterloo werd behandeld, n mijn vergeelde geschiedenisschriftje uit de verscheen hij verkleed als Napoleon voor de klas; brugklas staat het nog te lezen, met blokletters bij een les over Caesar deed hij, slechts gehuld in op de binnenkant van de kaft toga en lauwerkrans, talloze meisjes in genoteerd: Quod licet Bonno, non katzwijm vallen. ‘Mijn meest succeslicet bovi. Wat is toegestaan aan volle act was toch wel Pan. Dan stond Bonno, is niet toegestaan aan het ik daar op de radiator in lokaal 4, met rund. ‘Bonno’ verwijst natuurlijk hoorntjes op mijn hoofd, verstopt achnaar niemand anders dan Bonno ter de gordijnen. Om vervolgens, als van Dijk, die op 3 juli 2009 na 37 de leerlingen eenmaal zaten, plotseling jaar stopte als geschiedenisleraar tevoorschijn te springen…’Toch bleef aan het Stedelijk. En de runderen? Bonno te midden van die imitaties Dat waren wij, de leerlingen. bovenal zichzelf. Of het nu als keizer of Meteen die eerste les al maakte hij als god was, Bonno zwaaide de scepter ons duidelijk wie aan het woord in lokaal 4. Wee degenen die zaten te zou zijn en wie moesten zwijgen. dagdromen of te smoezen in de klas – Bonno van Dijk aan het begin zonder pardon gooide Bonno etuis uit van zijn carriere Nu, bijna dertien jaar na dato, zit ik bij Bonno op het raam, meedogenloos scheurde hij een schrift de bank in zijn woning aan het Klein Heiligland. doormidden. Hij wist alles en zag alles; hij troonVandaag geen onverwachte overhoring, inclusief de op zijn bureaustoel als ware het de Olympus ‘actuele vraag’ over wat er gisteravond op het en was in staat om met donderende stem historijournaal te zien was. Vandaag ben ik opeens sche uitspraken te declameren of het jaartallen te degene die de vragen stelt. Gelukkig is het nog laten regenen. Het mag geen wonder heten dat altijd Bonno die het meest aan het woord is. Een Bonno vorig jaar op de door leerlingen gemaakte gesprek over bijna vier decennia geschiedenisles Godenkalender – ter ere van het 620-jarig jubibrengt tenslotte een stortvloed aan herinneringen leum – was afgebeeld. Als Ares, God van de teweeg. Oorlog.
I
‘Weet je wat mijn geheim is? Dat ik kan imiteren. En vooral ook dat ik dúrf te imiteren.’ Bonno merkt het terloops op, op een moment dat we het niet eens over zijn loopbaan hebben. Hij vertelt vol vuur over een vroegere vakantie in Scandinavië en refereert aan het gemak waarmee hij die talen kan nadoen zonder ze daadwerkelijk
6 20 10
|
IN AETE RNU M MI RABILE L ECT U
Zoals het een oorlogsgod betaamt, heeft Bonno tijdens zijn loopbaan ook enkele vijanden gemaakt. ‘Ik heb wel eens een meisje onder haar kont geschopt omdat ze luid pratend langs lokaal 4 liep, maar achteraf heb ik wel netjes mijn excuses gemaakt. En ik kreeg eens een kaart van een oud-leerlinge waarop geschreven was “Van Dijk,
B o n n o v a n D i j k : ‘ D a n s t o n d i k o p d e r a d i a t o r, v e r s t o p t a c h t e r d e g o r d i j n e n . . . ’
ik ben geschiedenis gaan studeren. Niet dankzij jou, maar ondanks jou.” Daar heb ik het dan toch wel moeilijk mee – iedere leraar wil uiteindelijk toch geliefd zijn.’ Dan: ‘Als je wil dat ik voor het echte psychiatergevoel languit op de bank ga liggen zeg je het maar!’ Een andere vete die hij zich herinnert is die met de vader van een oud-leerling. ‘Dat ging over de actuele vraag. Bij elke overhoring stelde ik een vraag over iets wat in het nieuws was gebeurd. Die vraag bedacht ik altijd ter plekke; je kon er een bonuspunt mee verdienen. Nu we het er toch over hebben…’ Bonno kijkt me even streng aan en koortsachtig probeer ik me het achtuurjournaal van gisteravond te herinneren. ‘…. Weet jij waar oud-VVD-leider Joris Voorhoeve gisteren het nieuws mee haalde?’ Ik stotter wat, word rood en breng het gesprek weer op de vete. Geen bonuspunten voor mij vandaag *.De vader in kwestie kon het niet hebben dat Bonno zijn actuele vraag naar een actualiteitenrubriek van die tijd vernoemde: de Tros-Actuavraag. ‘De beste man vond het onuitstaanbaar dat ik mijn overhoringen koppelde aan zo’n verwerpelijke omroep als de Tros. Hij was hevig teleurgesteld in me en heeft er zelfs de rector bijgehaald. Je begrijpt dat het mijn eer te na was om hem te vertellen dat ik al sinds mijn kindertijd een vervent VPRO-lid ben. Toen de VPRO 75 jaar bestond, plaatsten ze zelfs nog een foto van mij in hun jubileumuitgave, waarop ik in pofbroek poseerde naast mijn fiets. Die had ik namelijk als jongen helemaal volgeplakt met omslagen van het verenigingsblad Vrije Geluiden…’ Gelukkig krijgt Bonno van vroegere leerlingen vooral positieve berichten. ‘Bij sommigen ben ik zelfs nog bij hun afstudeerpresentatie aanwezig geweest. En ik ben ook genoeg oud-leerlingen
tegengekomen die zeiden “Van Dijk, eigenlijk snap ik het nu pas echt, waar je het al die jaren in de les over hebt gehad.” Je bent in feite nog veel te jong voor geschiedenis, op de middelbare school.’ En zo komen we over de jonge jaren van Bonno zelf te spreken. ‘Ik heb lopen schreien, mijn eerste dagen hier in Haarlem. Van eenzaamheid.’ Net verhuisd uit Utrecht, waar hij vanuit zijn studentenkamertje uitzicht had op de Dom, kwam Bonno in 1965 in Haarlem terecht. In de Cornelissteeg, om de hoek van zijn huidige adres. ‘Een prachtplek natuurlijk. Maar ik voelde me zo ongelooflijk alleen, ik kende helemaal niemand.’ En zo trok de jonge Bonno op zijn eerste zondag in Haarlem door de stad, ‘zodat ik tenminste de omgeving leerde kennen.’ Nietsvermoedend sloeg hij vanaf de Gedempte Oude Gracht de Jacobijnestraat in. ‘En toen zag ik opeens een leuk parkje, met een beeld en een tempeltje. Pas later hoorde ik dat het niet zomaar een parkje was, maar onderdeel van het Stedelijk Gymnasium. Toen vielen de schellen me van de ogen.’ Want Bonno was niet naar Haarlem gekomen om les te geven op het Stedelijk. ‘De eerste zeven jaar was ik verbonden aan het Kennemer Lyceum. Niets dan lof voor die school, overigens. Het bestuur heeft me alle vrijheid gegeven. Toen ik twee jaar naar de Verenigde Staten vertrok, om in Holland, Michigan geschiedenisles te geven, was dat prima – bij terugkomst mocht ik gewoon weer aan de slag op het Kennemer. Maar ja, het Stedelijk bleef trekken… En toen ik daar vervolgens een rondleiding kreeg, inclusief een kijkje op de bespinragde zolder, was ik verkocht.’ Niet veel later, in 1972, begon Bonno voor zeven uur per week les te geven op het Stedelijk. ‘Het was voor
2010
|
I N A E TE RN U M M I RA BI L E L EC T U
7
B o n n o v a n D i j k : ‘ D a n s t o n d i k o p d e r a d i a t o r, v e r s t o p t a c h t e r d e g o r d i j n e n . . . ’
het eerst in de historie van de school dat er twee docenten geschiedenis nodig waren.’ Aanvankelijk kon hij zijn aanstelling nog combineren met zijn lessen op het Kennemer, maar na drie jaar maakte hij de definitieve overstap. ‘En daar heb ik nooit spijt van gehad.’ De andere leraar geschiedenis op het Stedelijk Gymnasium was Jan Meilof-IJben. ‘Een geweldige man, die me nog geeft geholpen de wc-pot te schrobben na een van mijn verhuizingen.’ Hij was bovendien degene die Bonno in de jaren tachtig aanbood een tijdje in zijn caravan in het Overijsselse Reutum te logeren. ‘Ik was wat down in die tijd, het was net uit met mijn vriend en Jan zei dat ik er hoognodig tussenuit moest.’ Reutum beviel vervolgens zo goed, dat Bonno een aantal jaren later een huisje in Reutum kocht, dat hij nog altijd heeft. En natuurlijk was Meilof-IJben Bonno’s metgezel op de DDR-reizen, die ze samen vanaf 1978 organiseerden. ‘Ik heb geweldige herinneringen aan die reizen. Met vrijwilligers uit de zesde klassen gingen we een week naar de DDR; de eerste keren in de herfstvakantie, later tussen het eindexamen en de uitslag. Vijf dagen in Oost-Duitsland, de zesde dag in West-Berlijn. En dat hebben we tot aan de val van de Muur volgehouden.’ Van tevoren maakte Bonno zijn leerlingen duidelijk dat de DDR-reis ‘geen Romereis’ was. ‘Er waren geen terrasjes, het programma klopte nooit en we kregen goor eten: sudderlapjes met kool. Nouja, goor – ik eet zelf alles hoor.’ De reizen verliepen altijd fantastisch. Zelfs de keer net na de Tsjernobylramp, toen er uiteindelijk maar elf leerlingen meegingen – de anderen mochten niet van hun ouders of durfden niet. ‘Er werd tijdens die reizen nooit kattenkwaad uitgehaald. Zelfs de keer dat ik met vier leerlingen op een slaapzaal moest liggen viel uiteindelijk mee.
8 20 10
|
IN AETE RNU M MI RABILE L ECT U
Vooraf had ik hemel en aarde bewogen om een eigen kamer te krijgen, maar dat was niet gelukt. En toen ben ik elke ochtend gezellig gaan kletsen met de anderen – omdat ik thuis ’s ochtends nooit iemand had om tegen aan te praten. Vervolgens kreeg ik dan een kussen naar mijn hoofd gesmeten omdat het nog te vroeg was om op te staan, volgens de heren.’ Maar de Muur viel, de DDR-reizen stopten en de geschiedenis schreed voort. Veranderde Bonno’s manier van lesgeven ook in de loop der jaren? ‘Eigenlijk niet echt. Ik ben altijd streng geweest, heb gezorgd dat ik leerlingen verbaal de baas was. En dan luisterden ze wel; ze vonden het ook interessant, wat ik vertelde.’ Overwicht creëren is belangrijk, aldus Bonno. ‘Eén jaar heb ik dat niet gedaan, ben ik in de eerste les de popi-jopi gaan uithangen. En daar heb ik spijt van gekregen. Het is veel moeilijker om dan alsnog je positie te verwerven dan wanneer je dat vanaf het begin al doet. Gelukkig snelde mijn reputatie me ook altijd wel vooruit...’ In hogere klassen begonnen de leerlingen hun grenzen af te tasten. ‘Ze bleven luisteren, bleven beleefd, maar ontdekten dat ze ook met me konden lachen. Had ik de zesdeklassers verteld dat ze naar Jiskefet moesten kijken, riepen ze maandagochtend het eerste uur, terwijl ik in de deuropening van lokaal 4 stond, naar me: “He lullo, heb je nog geneukt?”.’ Het einde van de Koude Oorlog bracht naast het verdwijnen van de DDR-reizen nog een andere verandering met zich mee: het aantal leerlingen dat Russisch volgde bij Bonno. Zelf een groot Ruslandkenner – ‘Ik ben in Moskou oud-leerling Philippe Remarque nog eens gaan opzoeken toen hij daar correspondent was voor de Telegraaf’ – doceerde hij de taal jarenlang in lunchpauzes aan geïnteresseerde leerlingen. ‘Ik begon met een groep van 32 leerlin-
B o n n o v a n D i j k : ‘ D a n s t o n d i k o p d e r a d i a t o r, v e r s t o p t a c h t e r d e g o r d i j n e n . . . ’
gen, maar toen stortte de Sovjet-Unie in. Het vijandbeeld viel weg en daarmee ook het merendeel van de leerlingen – Rusland was niet spannend
Bonno van Dijk in zijn lokaal 4 in 1986
meer.’Toch is hij nog jarenlang Russisch blijven doceren. ‘Eén jaar zelfs op zaterdagmiddag na de laatste les, bij mij thuis. Zaten we hier na de les met zijn vijven om de eettafel.’ Aan de zaterdagen heeft Bonno sowieso goede herinneringen. ‘Ik gaf altijd op bij de rector dat ik graag op zaterdag lesgaf. Dan stond ik om kwart voor acht ’s ochtends bij de bakker in de Koningsstraat om mijn tarwe-roggebol te kopen en kwam ik oud-leerlingen tegen die net klaar waren met hun nachtdienst in het ziekenhuis. Heerlijk.’ De Koningsstraat – nagenoeg elke oud-leerling van Bonno zal hem weten te vinden, dankzij de speurtochten door de Haarlemse binnenstad die hij voor tweedeklassers organiseerde Waarom hechtte hij zo’n waarde aan die Haarlemlessen? ‘Die vraag heb ik vaak gekregen. Zelfs ouders kwamen verhaal bij me halen: “Het is toch voldoende als ze de weg naar de Hema weten?” Maar dat is
het hem nu juist – prima als ze gaan shoppen, als ze dan maar wel in hun achterhoofd hebben dat de Hema tegenover de Krocht ligt! Die speurtochten waren bedoeld om Haarlem te leren kennen. Omgevingsgeschiedenis, daar draait het allemaal om.’ Vormden de Haarlemlessen zijn favoriete onderdeel, of had hij nog andere terugkerende hoogtepunten? ‘Qua geschiedenis vormt de twintigste eeuw mijn favoriete periode. De Eerste en Tweede Wereldoorlog, de Koude Oorlog… Die DDR-reizen vormden eigenlijk ook een stukje omgevingsgeschiedenis. Communisme op 500 kilometer van je voordeur, dat kun je niet laten liggen. Tegenwoordig weten brugklassers niet eens meer wat communisme inhoudt.’ Bonno staat op om nog een nieuwe fles wijn te halen, en een sigaar. Her en der liggen stapeltjes boeken. ‘Ik ben net aan het opruimen. Weg met al die oude schoolboeken.’ En inderdaad zie ik nog een verdwaald exemplaar van Sprekend Verleden liggen. Niet dat Bonno de boeken vaak gebruikte – hij vertelde vrijwel alles uit zijn hoofd. Toen de Tweede Fase kwam, kreeg hij het even benauwd. ‘Ik ben heel zenuwachtig geweest over het vooruitzicht dat ik niets meer zelf mocht vertellen, maar dat viel gelukkig mee.’ Bonno ging door zoals vroeger, al veranderde hij in de loop der jaren wel eens wat. ‘Ik ben gestopt met het dictaatschrift, waarin leerlingen mijn zinnen letterlijk moesten opschrijven omdat ik dacht dat ze er zelf geen goede aantekeningen van zouden maken. En met die Haarlemspeurtochten stopte ik vanwege tijdgebrek, maar ik nam de leerlingen
2010
|
I N A E TE RN U M M I RA BI L E L EC T U
9
B o n n o v a n D i j k : ‘ D a n s t o n d i k o p d e r a d i a t o r, v e r s t o p t a c h t e r d e g o r d i j n e n . . . ’
wel nog mee naar het Verraderspad bij Spaarnwoude, waar een jongetje de weg naar Haarlem aan de Spanjaarden verraadde. En dan was er altijd wel een leerling die Spaarnwoude niet van Spaarndam wist te onderscheiden. Pissig werd ik daarvan.’ Bonno’s gezicht glundert als hij even later vertelt over het Amerikaanse verkiezingsontbijt dat een collega tijdens de laatste presidentsverkiezingen organiseerde. ‘Al die kinderen zaten vrijwillig op school naar Obama’s overwinning te kijken, met bagels en koffie. Om 6 uur ’s ochtends Je zag gewoon de liefde van de leerlingen voor hun school. Heel trots was ik daar op.’ Maar trots als hij was, Bonno mist de school niet sinds zijn pensioen. ‘Ik had van tevoren verwacht dat ik schreiend door het huis zou lopen. En ik schaam me dan ook dood om te zeggen dat ik de school eigenlijk niet mis. Ach ja. Over een paar jaar weten ze op het Stedelijk niet eens meer wie ik ben.’ Met oud-collega’s heeft hij nog behoorlijk wat contact. ‘Vrijdag ga ik bij oud-collega Nederlands Mieke Tillema eten. En met Leen-Jan van ‘t Hof (nu geschiedenisleraar op het Stedelijk) ben ik laatst nog naar de film geweest. En natuurlijk hebben we het genootschap Aan GeNe Zijde, met de secties Geschiedenis en Nederlands. Daarmee hebben we onder andere een rondleiding gehad door de toren van de Bavo en zijn we naar de Eerste Kamer geweest.’ Verder vult Bonno zijn dagen tegenwoordig met roeien, lezen en zijn bezigheden voor de archief- en bibliotheekcommissie van de Doopsgezinde Kerk. Ook gaat hij binnenkort met de oude redactie van In Aeternum Mirabile Lectu – waarvan hij sinds het vorige lustrum deel uitmaakte – naar zijn huisje
10 20 10
|
IN AE TER NUM MIR ABILE LEC TU
in Reutum. Wat hem betreft is dat voorlopig zijn laatste reünie. Wie hoopt hem op het lustrum van het Stedelijk tegen het lijf te lopen, heeft pech. ‘Ik haat reünies. Ik heb wel een goed geheugen, maar bij de gedachte honderden oud-leerlingen tegelijk te zien breekt me het angstzweet uit. Dan kan ik opeens niet meer op de juiste naam komen en denk ik “Ik weet nog waar je woonde en wat je vader voor werk deed, maar hoe je heet…” Nee, het is mooi geweest.’ En met die woorden is ook het moment gekomen om ons gesprek af te ronden. Na ruim drie uur herinneringen ophalen doet mijn hand pijn van het schrijven en staat mijn aantekeningenschrift nog voller geschreven dan na een geschiedenisles. Toch rest me nog een prangende vraag: waarom draagt Bonno geen stropdas meer? Ik weet nog hoe trots hij een keer de klas was binnengekomen met een Bugs-Bunnydas om zijn nek, gekregen van een oud-leerling. Al die jaren op het Stedelijk liep Bonno standaard rond in een colbertje – ‘Net als de vroegere conciërge; we werden regelmatig voor elkaar aangezien’ – maar vandaag zit hij op de bank in een trui. ‘Mijn strot kon het niet meer hebben, al die dassen. Ik kreeg ze niet meer dicht. Gelukkig heb ik twee wandelvriendinnen, met wie ik op maandag en zaterdag op stap ga. Met de ene ben ik nu het Zuiderzeepad aan het lopen. Ik moet toch wat aan afvallen denken…’ Ach, jasje of trui, het maakt niet uit. Bonno van Dijk heeft geschiedenis geschreven op het Stedelijk. Hem past alleen de toga. * Het goede antwoord: Voorhoeve is lid geworden van D66, omdat hij vindt dat de VVD te weinig in ontwikkelingshulp investeert. Gemma Venhuizen
In Memoriam voor de zaterdag († 24 juni 2000) Lieve zaterdag, Ik heb het geprobeerd – je te doen herleven Nog regelmatig zit ik in de winter Om 8 uur ’s ochtends op de fiets Terwijl heel Haarlem slaapt De sterren stralen in de Leidsevaart En aan de overzijde van de weg steekt Dezelfde krantenjongen als destijds Zijn hand op, maar het gewicht van een schooltas vol boeken ontbreekt. En mijn haar ruikt naar bier Lieve zaterdag, Ik heb het geprobeerd – je te doen herleven Rond half elf ’s ochtends stop ik soms Een stroopwafel in de magnetron. Eén minuut kijk ik door het raampje naar de stroop die smelt en de wafel die uitzet Als de negerzoen in de stolp die vacuüm trok Bij natuurkunde. Maar de wafel smaakt nooit Zoals die van het kraampje op de Grote Markt en als de Keukenwekker klinkt, denk ik verlangend aan de schoolbel Lieve zaterdag, Ik heb het geprobeerd – je te doen herleven Huilend schreed ik door de Hortus Een schep op mijn schouder, om te graven naar de plek Waar we je ter aarde bestelden, die droeve dag Tien jaar geleden, maar ik kon je niet vinden De beuk treurde, lokaal 4 lag er lusteloos bij Toen ben ik op de fiets gestapt en terug naar huis gegaan Langs Van der Pigge en de Paarlaarsteeg Om te slapen tot het zondag was Gemma Venhuizen
2010
|
IN A E TE RN U M M I RA B IL E L E C TU
11
Uit de school geklapt
Hoe reilt en zeilt het Stedelijk vandaag de dag? In deze nieuwe rubriek beschrijft docent wiskunde Just Bent het Stedelijk zoals het nu is en de veranderingen die de school de afgelopen tientallen jaren heeft doorgemaakt. eilen en zeilen heeft te maken met de gang van een schip. Staande in de gang van het Stedelijk, vlakbij lokaal 11 kijk ik weer eens naar de collage die daar hangt. Achter een glasplaat zijn kleine gebruiksvoorwerpen en vooral veel pasfoto’s opgeplakt. Die collage was vlak voordat ik op school kwam gemaakt. De foto’s zijn van leerlingen en docenten. De foto’s zijn vaak verschoten en de gezichten zijn slechts met moeite te herkennen. Van de docenten werkt nog maar een enkeling bij ons. Ik richt me tot de leerlingen die hun afbeelding 23 jaar geleden hebben laten opplakken en die kort daarna de school hebben verlaten om er wellicht straks bij de reünie weer voor de eerste keer terug te keren.
stond staan nu dure apparaten zelf bonen te malen en melk op te schuimen voor degenen die cappuccino of latte macchiato hebben ingetoetst.
R
Lokaal 11 was jullie computerlokaal, maar het enige wat daar nu nog aan herinnert is de met plaatstaal versterkte deur, die op last van de verzekering werd aangebracht om al die dure apparaten tegen diefstal te beschermen. In dit lokaal moest ik jullie het omgaan met het programma DATASTAT bijbrengen. Nu vind ik doorgaans nutteloze kennis nog wel vermakelijk, maar de amusementswaarde van DATASTAT was nog kleiner dan het nut ervan en dat was nul. Als we de gangkant volgen, tegen de klok in, zoals op een ijsbaan, dan komen we bij het voormalige lokaal 10. Het lokaal waar het altijd een beetje raar rook en waar niemand graag lesgaf omdat er onverschuifbare tweepersoons tafeltjes waren met de bekende gootsteentjes, die voor zover ik weet alleen maar dienden als opslagplaats voor klokhuizen, spiekbriefjes en pornografische lectuur. Arme Riet, die heeft hier de veertig beste jaren van zijn leven doorgebracht. Thans is lokaal 10 een docentenlounge, met fauteuils en leestafels in trendy kleuren. Waar ooit Riets zuurkast
12 20 10
|
IN AE TER NUM MIR ABILE LEC TU
Onze gang vervolgend komen we bij lokaal 12, waar de heer Mantel honderd jaar lang kwadraten afsplitste en liedjes zong over vader Jacob. Mantel had zo’n gezag dat jaren na zijn vertrek de door hem aangebrachte posters van Escher nog steeds aan de wand hingen omdat niemand ze durfde te verwijderen. Ach waar zijn die eikenhouten monumenten van docenten toch gebleven? Zo’n bulderende Bonno, een blaffende Van Haard, een woest meppende Krimp, De Duitse Dames, la Flothuis, rouwdouw Prins, … allemaal weg. Toch ben ik nog steeds niet de langstzittende. Van voor mijn tijd zijn: Baronner, Jansen, Leeman, Weiler, Bauduin, Hennink, Hoppenbrouwers, Ouwerkerk, Slagter, Sevenster, Spilker, en eigenlijk ook weer De Jongh, want die is tijdelijk terug. Ik ben dus nummer 13. Nog even geduld. Lokaal 13 was van Overweel; 14 was voor de i-klas, waar je maar één jaar in zat en dan vijf jaar mee gepest werd; 15 is het huidige computerlokaal en ondanks de flatscreens en het ontbreken van plaatstalen bescherming kom ik daar niet graag, bang om toch weer te moeten Datastatten. Dan verlaat ik de gang via de brandtrap, want mijn 500 woorden zijn al overschreden. Ik heb dus slechts de helft van één gang beschreven. De gang van het Stedelijk is hier en daar veranderd, maar hij zit er nog steeds in. Just Bent
belang dat je (elektronische) gegevens daar bekend zijn. Via bovengenoemde site kan je die kenbaar maken, want na afloop van het lustrum dragen we alle gegevens over aan de school.
Aan alle oud-leerlingen
Op het moment dat ik dit schrijf is het nog minder dan een maand tot aan de start van het 124-ste lustrum van onze onvolprezen school. Voor je het weet zijn die laatste weken ook voorbij en treffen we elkaar op het Prinsenhof.
Het In Aeternum bestuur begon al zo’n kleine 500 dagen geleden met het nadenken over de viering van dit lustrum, hetgeen zijn beslag heeft gekregen in het programma zoals dat er nu voor staat. Voor dat ik daar wat verder op in ga, wil ik graag de redactie van Mirabile Lectu bedanken voor de uitgebreide aandacht die in dit nummer aan het lustrum wordt besteed.
Zoals ook bij vorige gelegenheden, was het een grote toer om het adressenbestand van alle oud-leerlingen te actualiseren, temeer omdat we als bestuur van mening zijn dat de communicatie zich in toenemende mate elektronisch zou moeten afspelen. Dankzij de inzet van vele contactpersonen is het gelukt op dat gebied een inhaalslag te maken en beschikken we nu weer over een betrouwbaar bestand, in vele gevallen voorzien van een e-mailadres. Een eigen website om een ieder op de hoogte te houden van de ontwikkelingen en om je in te kunnen schrijven was ook een must: www.inaeternum.nl. Om ook in de toekomst verzekerd te zijn van de berichtgeving van de school is het van
Diezelfde contactpersonen hebben ons in een tweetal bijeenkomsten ook de nodige feedback gegeven ten aanzien van onze plannen (waar je inmiddels kennis van hebt kunnen nemen) die afzonderlijk worden besproken. Nieuw is natuurlijk dat we naast de hoofdschotel op zaterdag 12 juni een prachtig voorafje hebben in de vorm van de wijnproeverij op vrijdagavond 11 juni.
Nieuw zijn ook de locaties waar het lustrum zich afspeelt, want naast de beide gebouwen aan weerszijden van de Hortus, nemen we je ‘s middags mee naar de St. Bavo voor het LINOS-concert en verwachten we je ’s avonds in de Lichtfabriek, beide unieke Haarlemse locaties met een rijke geschiedenis. Ook nieuw in dat kader is dat er voor vervoer is gezorgd van de locatie van de Lichtfabriek naar Haarlem centrum en vice versa. Een niet onbelangrijk aspect in de organisatie is de ondersteuning van de school en ik maak graag van de gelegenheid gebruik om de schoolleiding te bedanken voor alle medewerking die we krijgen om er een prachtig feest van te maken. Het bestuur van In Aeternum is er klaar voor, maar we zijn pas tevreden als ook jij je hebt aangemeld. Honderden gingen je al voor, maar we kunnen er nog honderden bij hebben. Voor zover je dat nog niet hebt gedaan, nodig ik je dus van harte uit je NU in te schrijven. Ik wens je een onvergetelijk treffen met je klas- en schoolgenoten.
Quinten A. de Wijn Praeses In Aeternum
2010
|
IN A E TE RN U M M I RA B IL E L E C TU
13
Programma lustrum Vrijdag 11 juni 2010
Op vrijdagavond 11 juni worden de lustrum wijnen
gepresenteerd. Vanzelfsprekend is het op die avond
mogelijk om de lustrumwijn te proeven (en te bestellen). De avond wordt mogelijk gemaakt door de pro-
fessionele ondersteuning en enthousiaste inzet van ‘Best Dutch Importer’ Wijnkoperij Okhuysen.
Met zorg is een prachtige wijn gekozen van een
gerenommeerd domaine.
De wijnproeverij wordt gehouden in de aula van het
schoolgebouw aan de Jacobijnestraat 24.
Op het programma staat voorts een verbale “kracht-
meting” tussen een landelijk bekende senior oud-
leerling en enkele veel belovende junior oud-leerlin-
gen
Om organisatorische redenen is het noodzakelijk dat u zich voor deze avond aanmeldt via het inschrijfformulier dat op www.inaeternum.nl is te vinden. Op
pagina 19 vindt u meer informatie over de lustrum
wijn.
Wij hopen velen van u te mogen begroeten en het
wijnglas te heffen.
zaterdag 12 juni 2010
Op zaterdag 12 juni staat u een prachtige trip down
memory lane te wachten met veel momenten om bij te kletsen, herinneringen op te halen en te genieten
Vanaf half twee zult u zich weer in een oude ver-
trouwde setting bevinden en gaan we in onze oude
klassen aan de slag. Het maken van een klassefoto
staat ook op het programma. Als afsluiting heeft u de
keus tussen een schitterend Linos concert in de Bavo
of een rondleiding door Haarlem door deskundigen
op het gebied van de Haarlemse geschiedenis en
architectuur. Natuurlijk kunt u ook gewoon met uw
schoolgenoten Haarlem inlopen. Een kopje koffie bij
Brinkmann drinken of een loempia / stroopwafel op
de Grote Markt eten: de geneugten die Haarlem te
bieden heeft weet iedere Stedelijker natuurlijk blind
te vinden. Wij hebben er ontzettend veel zin in en
zien er naar uit u te verwelkomen op 12 juni. Het LINOS concert in de Bavo
De oplettende bezoeker vande site is het wellicht
opgevallen, maar het heeft er even naar uitgezien
dat het LINOS concert van het programma moest
worden geschrapt. Dit zou teleurstellend zijn
geweest juist omdat de Bavo als locatie en de toe-
stemming om het Müller-orgel te mogen bespelen
hoge verwachtingen schepten. Gelukkig hebben vol-
doende mensen zich gerealiseerd dat een lustrum
zonder LINOS ondenkbaar is en schoot een aantal
enthousiaste oud-LINOS-leden de organisatie te
hulp, zodat we alsnog een geweldig concert in het
vooruitzicht hebben. Voor het volledige programma
verwijs ik u naar de site, maar een aantal zaken mag
hier niet onvermeld blijven. Maar liefst vier oud-leer-
van die unieke sfeer rondom het Prinsenhof. Vanaf
lingen zullen als solist optreden: Boni Rietveld op
harte welkom. Voor de vroege vogels is dit het uitge-
orgel, Frans Robert Berkhout op fagot en Irene
bekijken. Ervaringsdeskundigen, namelijk de huidige
Maessen, eveneens oud-leerling, componeerde.
half 11 ‘s ochtends staat de koffie klaar en bent u van lezen moment om de nieuwbouw eens nader te
trompet, Jan Piet Knijff in meer dan één stuk op
Maessen als sopraan in het stuk dat haar zusje Sylvia
leerlingen, zullen u rond leiden. Om half één lunchen
Dankzij de organisatie van Jan Peter Dopheide kan
ning plaatsvindt om één uur.
aden. Als u dit leest heeft de eerste repetitie onder
we met z’n allen, waarna de feestelijke officiële ope-
eenieder tijdig zijn te spelen/zingen partij downlo-
leiding van dirigent Ed Wertwijn al plaatsgevonden. Het enthousiasme van orkest- en koorleden staat garant voor een geweldige uitvoering.
14 20 10
|
IN AE TER NUM MIR ABILE LEC TU
Programma lustrum Het feest in de Lichtfabriek
Een dag vol herinneringen kan alleen maar afgeslo-
ten worden met een spetterend feest dat voor elke
Vervoer en parkeren in Haarlem
Wanneer u per auto richting Haarlem komt om het
lustrum te vieren, zijn er onder andere parkeergele-
leeftijd wel iets speciaals heeft. Sinds een kleine 10
genheden in de Parkeergarages de Appelaar en de
catie de Lichtfabriek. In drie aparte zalen zullen ver-
Wilhelminastraat en bij het station. Het is ook moge-
jaar is Haarlem verrijkt met een schitterende feestloschillende mogelijkheden zijn om oud-klasgenoten
en -medeleerlingen te ontmoeten. Onderwijl meezingen bij een grandioze feestband Mustache; een
zevenkoppige band bestaande uit een sterk vocaal
duo en vijf muzikanten. Of geniet van de warme
geluiden van dj Gregor Salto (oud-leerling van het
Stedelijk) en zijn bandleden. Tot slot is er aan het
eind van de avond nog een surprise-act die menig-
een zal dwingen de dansvloer op te springen.
Natuurlijk is er ook gelegenheid om elkaar weer te
Kamp, de nieuwe parkeergarage aan de
lijk om uw auto al aan het begin van de dag te par-
keren bij de Lichtfabriek, waar ’s avonds het feest
losbarst. Tussen ongeveer 10.30uur en 12.30uur is
er een pendeldienst beschikbaar. Deze zal op aange-
geven tijdstippen tussen de Lichtfabriek en het cen-
trum van Haarlem heen en weer rijden. Aan het
begin van de avond zal er tussen ongeveer 19.30uur
en 21.00uur eveneens een pendeldienst op aange-
geven tijdstippen tussen het centrum van Haarlem
en de Lichtfabriek heen en weer rijden. Via de websi-
spreken in een rustigere omgeving onder genot van
te zal de planning van de bussen, de route naar de
prachtig sluitstuk te worden van een bijzondere dag.
vermeld.
een hapje en een drankje. Het feest belooft een
lichtfabriek en het aantal parkeerplaatsen worden
2010
|
I N A E TE RN U M M IR A BI L E L EC T U
15
Programma lustrum Vrijdag 11 juni 2010 20.00 - 23.00 Presentatie lustrumwijnen met aansluitend wijnproeverij. Tevens zal een debat plaatsvinden tussen een landelijk bekende senior oudleerling en enkele veel belovende junior oud-leerlingen. Locatie: Aula Jacobijnestraat. Zaterdag 12 juni 2010 10.30 - 13.00 Start, koffie, inloop op school, Prinsenhof en Hortus. 12.00 - 13.30 Mogelijkheid tot lunch 13.00 - 13.30 Officiële opening. 13.00 - 15.00 Programma PRINSENHOF inclusief lunch: ‘Back to school’, oud-leraren, talkshows en diversen. 15.00 - 17.00 Programma BAVO: Linos muziek uitvoering in de BAVO. Trumpet voluntary
Boni Rietveld
Clarke
Jan Piet Knijff
Mozart
Amicitialied
(koor, orkest, publiek)
Concert voor fagot en strijkorkest
Frans Robert Berkhout
Twee kerksonaten voor orgel en strijkorkest Koor: 6 Nocturno's (met strijkersbegeleiding) Rubaiyat,
Libiamo voor sopraan en orkest (arrangement Sylvia Maessen) Slavenkoor
17.00 - 20.00 20.00 - 02.00
16 20 10
|
Irene Maessen
Hoogeveen Vivaldi
Mozart
Sylvia Maessen
Irene Maessen
Verdi
(koor, orkest, publiek)
Verdi
Borrel en diner op eigen gelegenheid. Feest in de LICHTFABRIEK (www.lichtfabriek.nl) in alle zalen en gelegenheden om te dansen, te drinken en te praten.
IN AE TER NUM MIR ABILE LEC TU
inschrijfformulier lustrum
Ja, natuurlijk ik ben ik aanwezig op de reünie ter ere van het 124e lustrum van het Stedelijk Gymnasium Haarlem! Naam:
Eindexamenjaar: Adres:
Postcode:
Woonplaats:
Telefoonnummer: Email:
En wel op de volgende dagen: Vrijdag Zaterdag Zaterdag Zaterdag
11 juni 12 juni 12 juni 12 juni
(Wijnproeverij) (Reünie Prinsenhof & concert LINOS) (Feest in de Lichtfabriek) (Passepartout, 2 dagdelen)
Totaal
gratis € 37,50 € 27,50 € 55,€
Het aanmeldformulier kunt u ingevuld mailen naar
[email protected] of opsturen naar het Secretariaat Stichting In Aeternum, Bakenessergracht 95, 2011 JV Haarlem.
Het totaalbedrag dient u over te maken op rekeningnummer 44.31.89.366 ten name van Stichting In Aeternum. Bij annulering na 12 mei 2010 zullen wij u geen inschrijfgeld meer restitueren. Ter bevestiging van uw inschrijving en betaling wordt er vijf cent terug gestort op uw rekening.
2010
|
I N A E TE RN U M M IRA B IL E L E C TU
17
l u s t r u m w i j n b e s t e l f o r m u l i e r ( ook te downloaden via www.internum.nl) Ja, ik maak graag gebruik van deze bijzondere aanbieding Lustrumwijnen Stedelijk Gymnasium en bestel hierbij (invullen aantal flessen) X Résidence Cour des Princes, 2008 rood (invullen aantal flessen) X Résidence Cour des Princes, 2009 wit (invullen aantal flessen) X Résidence Cour des Princes, 2009 rosé (franco thuis bezorgd vanaf 12 flessen) (bij een afname van 24 flessen totaal: een magnum rood (1,5 liter) cadeau) naam/voorletters (m/v*) adres postcode/plaats telefoonnummer e-mailadres
@
Invullen indien van toepassing: Ik wens mijn bestelling te ontvangen op: ma di wo do vr d.d. / /2010 Mocht ik niet thuis zijn dan: bij buren afgeven op nummer anders Alternatief afleveradres: Levering vanaf 12 juni 2010 Ik machtig Wijnkoperij Okhuysen om het bedrag van deze bestelling automatisch van mijn bankrekening af te schrijven. rekeningnummer datum / / 2010 handtekening Uw bestelformulier per email, telefoon en eventueel per fax naar:
18 20 10
|
IN AE TER NUM MIR ABILE LEC TU
Wijnkoperij Okhuysen Postbus 501 2003 RM Haarlem Email:
[email protected] Tel. 023-5312240 Fax: 023-5324815
I n V i n o Ve r i t a s … Het gerenommerde Haarlemse wijnhuis Okhuysen heeft al jaren een zeer goed contact met het bekende Domaine Montlobre in de Languedoc, waar Damien Michel de wijnmaker is. Als ervaren oenoloog weet Damien, die het vak ondermeer op Château Mouton-Rothschild in de vingers kreeg, het optimale uit de kwalitatief hoogstaande druiven te halen. Speciaal voor het lustrum van het Stedelijk Gymnasium selecteerden wij een aantal van zijn prachtige wijnen, een witte, een rosé en een rode, alle drie onder de naam “Résidence Cour des Princes”. 2008 Cabernet Sauvignon “Résidence Cour des Princes” . Deze bijzondere wijn is gemaakt van cabernet-sauvignon, met een beetje merlot van oude stokken. De kleur is diep donkerrood en heeft een overweldigende neus van zwarte bessen en toast van het hout. De smaak is rijp, met heerlijk fruit van bessen, kersen, pruimen en laurier, met daarbij een mooi accent van het hout, dat tot uitdrukking komt in chocola en toast. Daarnaast valt zijn complexiteit op, terwijl hij tegelijk een goede frisheid bezit, fluwelige tanninen en een prachtig lange afdronk. Een heel complete wijn, met bovendien bewaarpotentieel (tot 2015). 2009 Chardonnay-Viognier “Résidence Cour des Princes” Deze kakelverse blanc van het oogstjaar 2009 is een huwelijk tussen twee van de edelste witte druifsoorten, de chardonnay en de viognier. De wijn is een assemblage van verschillende vaten van het beste wat het domein te bieden heeft. De viognier geeft de wijn rijp
fruit, bloemen en honing, terwijl de chardonnay extra frisheid, structuur en mineraliteit toevoegt. Tezamen vormen de druiven een ideale eenheid. Een grandioze witte wijn vol sap en heerlijk fruit. 2009 Merlot rosé ( - Vin de Pays d’Oc) “Résidence Cour des Princes” Deze schaarse rosé werd hoofdzakelijk gemaakt van rijpe merlot, met een beetje grenache en syrah. De druiven weekten slechts één nachtje in het sap en zorgden ervoor dat de kleur van de wijn heel lichtroze is. Na de weking werden de druiven heel licht geperst om alleen het allerfijnste sap te laten gisten. De wijn bezit een vriendelijk rijp fruit, is lekker sappig en heeft uitstekende zuren. Wetenswaardigheden: - U kunt deze lustrumwijnen afnemen voor € 45,00 per doos van 6 flessen van één soort. (normale prijs: € 9,95 per fles) - U heeft hiermee een voordeel van € 14,70 per doos - Als u losse flessen bestelt, betaalt u € 8,25 per fles - In de prijs is een bedrag van € 0,75 begrepen voor het In Aeternum Fonds - Bij 24 flessen krijgt u een Magnum cadeau (ter waarde van € 22,50) - De wijnen bezorgen wij ook thuis, vanaf 12 flessen franco, bij minder dan 12 flessen wordt een aandeel verzendkosten van € 7,95 in rekening gebracht - Deze voorwaarden gelden voor zowel wit, rosé als rood. - De wijn is niet eerder beschikbaar dan vanaf het lustrum
2010
|
I N A E TE RN U M M IR A BI L E L EC T U
19
lustrum bestuur
Samenstelling bestuur Stichting In Aeternum Quinten A. de Wijn (examen 1961), Praeses en verantwoordelijk LINOS-concert Sanne Muijser (examen 1993), Abactis en verantwoordelijk avondprogramma 12 juni Casper de Nooijer (examen 1996), Quaestor Frederik Melchior (examen 1985), Vicarius en verantwoordelijk programma 11 juni Maléne Hemelaar (examen 1977), contactpersoon school en verantwoordelijk dagprogramma 12 juni Milou Le Grand (examen 2002), verantwoordelijk avondprogramma 12 juni en website Laura de Bruijne (examen 2002), verantwoordelijk dagprogramma 12 juni Marijn Takkenberg (examen 1996), website
20 20 10
|
IN AE TER NUM MIR ABILE LEC TU
Blind date
Stroopwafelkruimels op zaterdag Marnix de Meij en Tony van Wieringen deden in 1986 eindexamen en hebben elkaar sindsdien nooit meer gezien of gesproken. Hoog tijd om de twee, die op het Stedelijk een aantal jaren naast elkaar zaten, weer eens samen te brengen in het kader van de rubriek ‘Blind date’.
De ontmoeting klinkt formeel, maar is hartelijk: “Meneer van Wieringen!”, begint Marnix. “Meneer de Meij, dat is lang geleden!”, is het antwoord van Tony. En na enig rekenwerk blijkt hoe lang de twee klasgenoten elkaar niet hebben gezien: 24 jaar geleden deden ze eindexamen en ze zagen elkaar voor het laatst op een eindexamenfeest bij Ida Saveur. Marnix: “Ik zat in de organisatie van dat feest en weet nog dat ik het soms wel benauwd had als ik zag hoe het er aan toe ging. De ouders van Ida hadden hun statige huis in Bloemendaal beschikbaar gesteld voor het feest, maar ik vrees dat ze de gevolgen niet goed hadden ingeschat. Ik heb na het feest tot ‘s morgens vroeg geholpen met opruimen en toen bleek dat de schade gelukkig meeviel.” Marnix en Tony zaten de zes jaar van hun schooltijd op het Stedelijk bij elkaar in de klas en een paar jaar daarvan ook naast elkaar in de schoolbanken. En als je elkaar dan bijna 24 jaar niet hebt gesproken, ben je natuurlijk benieuwd hoe het de ander is vergaan. Tony begint.
Marnix (links) enTony (rechts) in 1985 tijdens een schooltrip naar Antwerpen
Leuk stuk, maar de stukken over hun loopbanen mogen van mij wel wat korter, dat kunnen ze ook zelf nog wel aan hun vrienden vertellen op de reunie. En haal misschien wat meer herinneringen aan school naar voren; die zijn toch altijd interessanter dan de huidige beslommeringen van de oud-leerlingen (zeker voor iedereen die hen niet heeft gekend). Ik heb rood gearceerd wat volgens mij evt weg kan, met geel heb ik veranderingen aangebracht. Ik zou het nog leuk vinden om te weten wie je als eerste hebt benaderd van de twee en waarom hij aan de ander moest denken (behalve vanwege het feit dat ze naast elkaar hebben gezeten).
“Al tijdens de laatste jaren op het Stedelijk wist ik dat ik dokter wilde worden, in de voetsporen van mijn vader. Ik werd in eerste instantie uitgeloot. Op advies van mijn moeder heb ik me toen aangemeld voor de studie rechten. Dat viel tegen, met name de massaliteit. De collegezalen puilden uit, de eerste colleges volgde ik vanaf de trappen! Gelukkig kreeg ik na drie weken het bericht dat ik was nageplaatst voor geneeskunde aan de UvA en ik ben toen enthousiast aan deze studie begonnen, die uiteindelijk 14 jaar heeft geduurd alvorens mijn specialisatie tot huisarts af te ronden. Na het behalen van het doctoraal geneeskunde en de co-schappen kwam ik als arts bij defensie terecht, om zo mijn dienstplicht te vervullen. Dat was een mooie tijd in de Harskamp op de Veluwe.
2010
|
IN A E TE RN U M M I RA B IL E L E C TU
21
Blind date Op deze basis werd serieus geoefend en met scherp geschoten, waardoor er altijd een uitgebreide artsenpost paraat moest zijn. Maar ik zat er ook tussen de dienstplichtige infanteristen, die al snel doorhadden dat ze niet mee hoefden te doen aan de lange marsen als ze vage klachten hadden over hun enkels of knieën. Ik heb heel wat enkels ingetaped in die tijd. Er waren natuurlijk ook serieuzere klachten bij de oudere beroepsmilitairen. Door de verscheidenheid aan pathologie is hier wel mijn interesse voor de huisartsgeneeskunde ontstaan. In 1997 ben ik gestart met de opleiding tot huisarts aan de Universiteit van Amsterdam. In 1999 ben ik getrouwd en na het afronden van mijn opleiding in 2000 heb ik eerst met mijn echtgenote drie maanden door Nepal, Tibet en India gereisd. Vervolgens kon ik als waarnemer aan de slag bij mijn voormalige opleider in Purmerend, die nu mijn werkgever werd en in 2003 zelfs mijn associé. Inmiddels bestieren wij een grote praktijk met zesduizend patiënten en acht man personeel, zodat ik naast huisarts inmiddels ook ondernemer ben geworden. Ik woon in Edam in een voormalig kaaspakhuis met mijn vrouw Maayke en onze kinderen Femke (6 jaar) en Daniël (4 jaar).” Het verhaal van Marnix begint exact hetzelfde als dat van Tony. “Ook ik wilde na mijn eindexamen geneeskunde gaan studeren en ook ik werd uitgeloot, maar ik had niet het geluk van Tony om toch nog toegelaten te worden. Ik heb toen getwijfeld over biologie, maar zag het niet zitten om daar verder mee te gaan als ik een jaar later weer zou worden uitgeloot voor geneeskunde, hetgeen ook gebeurde. Ik heb toen gekozen voor economie, waar ik overigens weinig collegezalen van binnen heb gezien: ik had het veel te druk met het studentenleven en mijn dispuut. Het studeren ging me echter gemakkelijk af en met vele zesjes ben ik in 1992 afgestudeerd. De arbeidsmarkt was toen erg slecht, maar ik ben na een aantal sollicitaties toch terecht gekomen op de economische stafafdeling van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Dat was een prachtige tijd. Ik werkte voor minister Melkert en zat daardoor dicht bij de ‘macht’. Hoewel Melkert een wat
22 20 10
|
IN AE TER NUM MIR ABILE LEC TU
softe uitstraling had, was het toch zeer inspirerend om voor hem te werken, bijvoorbeeld door zijn enorme dossierkennis. Op dit ministerie kwam ik erachter dat ik juridische kwesties erg interessant vond en ik ben toen begonnen aan de deeltijdstudie rechten. Tegelijkertijd wilde ik toch meer met mijn economische studie doen en ben ik overgestapt naar het ministerie van Economische Zaken, maar dat was geen succes. In 2000 ben ik met mijn vriendin Gusje (die ik had leren kennen bij SZW) een half jaar op wereldreis gegaan: Zuid-Amerika, NieuwZeeland, Australië en China. Bij terugkomst konden we weer aan de slag in onze oude functie. Ik ben toen vrij snel overgestapt naar de telecomtoezichthouder OPTA, waar ik me ging bezighouden met mededingingsrecht. In 2005 heb ik mijn studie rechten afgerond en daarna heb ik gesolliciteerd bij advocatenkantoor Van Doorne, waar ik nu nog werk. Ik heb het daar prima naar mijn zin, met name omdat ik het prettig vind om voor klanten te werken. dit heb ik bij de overheid toch wel gemist. Je moet als advocaat snel kunnen schakelen en dat houd je scherp. Ik woon nu in Heemstede met Gusje en onze drie kinderen Xanthe (7 jaar), Déanne (4 jaar) en Daem (bijna 2 jaar).” Zowel Tony als Marnix hebben goede herinnering aan hun tijd op het Stedelijk. Marnix: “Terugkijkend vond ik de sfeer inspirerend en niet dwingend. Daar bedoel ik mee dat iedereen zijn of haar plek binnen de school kon vinden. Je werd niet buitengesloten als je opvallend gekleed ging en er waren veel buitenschoolse activiteiten.” Tony: “Het was een knusse, overzichtelijke school. Ik hoop dat mijn kinderen zo’n school krijgen. Sterker nog, ik zou bij wijze van spreken bijna naar Haarlem verhuizen om ze de ervaring van het Stedelijk te kunnen geven.” Gevraagd naar bijzondere aspecten van de school herinneren Tony en Marnix zich de lessen op zaterdag (met de stroopwafelkruimels van de markt), de Rome-reis, de film die ze hebben gemaakt over de docenten (maar voor welke gelegenheid?) en het bijzondere docentencorps met
Blind date onder meer Vos (Frans), Van Katwijk (klassieke talen), Eekhout (biologie), Mantel (wiskunde) en Van Dijk (geschiedenis). Het was met name het intensieve contact met docenten tijdens de schooltijd dat beiden is bijgebleven. Marnix: “Dat was wel even een domper toen ik aan mijn studie begon. Grote groepen studenten en nauwelijks contact met degenen die college gaven.”
Tony (links) en Marnix (rechts) in 2010
Hoewel Marnix en Tony zes jaar bij elkaar in de klas hebben gezeten, waarvan een paar jaar naast elkaar, weten beiden eigenlijk niet meer hoe dat zo is gekomen. Tony: “In de eerste klas kenden we elkaar nog niet echt, maar toen zaten we wel allebei op dansles bij Schröder. Vanaf de vierde zaten we naast elkaar, volgens mij omdat we in een vast groepje van school naar huis in Haarlem-Zuid en
Heemstede fietsten.” Marnix: “Volgens mij werden we aan het begin van het schooljaar gewoon op een vaste plek gezet, waarbij we met z’n vieren (Tony, Marnix, Henk Jonker en Arjan Zwager) links achterin de klas terecht kwamen. Hoe dan ook: we hebben in ieder geval veel lol gehad die tijd!”. In de loop der jaren hebben Tony en Marnix niet tot nauwelijks contact gehouden met het Stedelijk. Tony: “Ik heb in 1989 nog wel meegewerkt aan het jubileumboek bij het 600-jarig bestaan van de school, maar daarna is het contact verloren gegaan.” Voor het komende lustrum is Tony contactpersoon van zijn eindexamenjaar, waardoor de contacten weer zijn aangehaald. Marnix heeft al die jaren wel contact gehouden met een kleine vriendenclub van het Stedelijk, waarmee hij één keer per jaar bijeen komt voor een etentje. “Op die manier ben ik redelijk op de hoogte gebleven van de ontwikkelingen van de school en mijn oudklasgenoten. Maar ik verheug me wel op het lustrum op 12 juni: het lijkt met leuk om ook de anderen weer eens te zien en te spreken.” Jan Pieter van Lierop
2010
|
IN A E TE RN U M M I RA B IL E L E C TU
23
Brieven uit het buitenland
Hans van Tuyll: een Stedelijker in …… Oman Een nieuwe rubriek in In Aeternum Mirabile Lectu laat Stedelijkers aan het woord die in het buitenland wonen. Deze eerste editie komt een Stedelijker uit Oman aan het woord. De meeste Nederlanders zijn niet heel bekend met dit land, gelegen op het Arabische schiereiland en grenzend aan SaudiArabië, de Verenigde Arabische Emiraten en Jemen. In januari 2007 is Hans van Tuyll (eindexamen 1993) met zijn gezin voor de oliemaatschappij Shell naar dit land verhuisd. ans van Tuyll is overigens niet de enige Stedelijker in Oman op dit moment. Een jaar voor zijn aankomst kwam Nathalie Reumer-Nordemann (eindexamen 1983) vanuit Zuid-Afrika aan in dit islamitische land waar haar man voor het Duitse Oiltanking werkt. Nathalie en Hans hebben samen met een aantal anderen twee jaar lang het Holland Comité gevormd. Dit comité organiseert allerlei activiteiten voor de Nederlandse gemeenschap in Oman. Tijdens een van de vergaderingen kwam het gesprek op middelbare scholen. Met verbazing en plezier kwamen ze er achter dat ze allebei op het Stedelijk hadden gezeten. Ondanks het verschil van ongeveer 10 jaar in eindexamen waren de verhalen over de school zeer herkenbaar: school op zaterdag, nog veel dezelfde leraren en leraressen, de Romereis, het toneel en vooral de knusheid. Ook Nathalie kijkt vanuit Oman met zeer veel plezier terug op haar schooltijd aan het Prinsenhof.
H
Hans heeft diep moeten nadenken of Oman wel eens voorbij is gekomen op het Stedelijk. Er was natuurlijk meer aandacht voor het oude Rome en Griekenland bij Latijn van de heer Krimp en Grieks van mevrouw de Jong. En van de geschiedenislessen van mevrouw Flothuis herinnert hij meer Egypte en Israel dan het inmiddels door Hans zo gewaardeerde Oman. Hoewel Oman een zeer oude historie kent met een link naar de zijderoute en de kolonisatiedrang van de Portugezen, is het pas onder de huidige Sultan Qaboos sinds 1970 in de vaart der volkeren mee
24 20 10
|
IN AE TER NUM MIR ABILE LEC TU
gegaan. “Uniek dat een land zonder scholen, verharde wegen en medische zorg zich zo snel en breed heeft ontwikkeld; ik vergelijk het met een sprong van de Middeleeuwen naar de moderne tijd in slechts 40 jaar.” In tegenstelling tot sommige buurlanden in het Midden-Oosten, zoals Dubai, komen expats in Oman continu in aanraking met de lokale gewoontes en gebruiken. De Omaanse collega’s van Hans zijn zeer welwillend om hun cultuur met buitenstaanders te delen. Door de oprechte gastvrijheid krijgt hij echt een kijkje binnenskamers en dit levert vaak grappige en hartverwarmende momenten op. Het verblijf van Hans en zijn gezin wordt hierdoor ontzettend interessant. Zo maakte hij een traditionele Omaanse bruiloft mee, met alle gevolgen van dien. “Toen een collega van mij afgelopen jaar ging trouwen nodigde hij mij samen met een aantal collega’s uit om zijn huwelijksdienst in de moskee bij te wonen. Een van mijn collega’s wist uit ervaring dat bij zo’n huwelijksdienst veel gasten worden uitgenodigd en dat de dienst makkelijk twee uur kan duren. En aangezien je tijdens de gehele dienst geacht wordt in kleermakerszit te zitten, wilden we een plaats tegen de muur innemen. Op die manier zouden we als onwennige Westerlingen nog ongezien van positie kunnen veranderen om de bloedsomloop wat te bevorderen. Met mijn bijna twee meter lengte was zou dat namelijk wel nodig zijn. Maar het verliep iets anders dan gepland….” “Na het avondgebed liepen we op onze sokken de ruimte in de moskee in en kwamen we erachter dat 750 man al een plaats hadden gevonden en dat er plekken vooraan op de eerste rij voor ons waren gereserveerd. Helaas kon ik nu niet meer ‘ongezien’ van positie veranderen; slapende benen en kramp waren het gevolg. Na de dienst werden hier dan ook uitgebreid grapjes over gemaakt door veel Omanieten bij de receptie: die lange houterige Hollanders.”
Brieven uit het buitenland Het viel Hans op dat veel gebruiken overeenkwamen met huwelijksdiensten in Nederland: het gezang, “in voor- en tegenspoed”, “ja, ik wil”, “een voorganger”, het delen van eten en een hele vrolijke en open receptie na afloop. Het grote verschil is dat de bruid en andere vrouwen niet aanwezig zijn bij de dienst in de moskee. Onderdeel van de formaliteiten is dat op dezelfde dag de bruid door de Iman van de moskee bij haar thuis drie keer wordt gevraagd of ze met de aanstaande
Naast de interessante cultuur heeft Oman ook een fantastische ongerepte natuur met uitgebreide woestijnen, grillige bergen, witte stranden met blauwe heldere zeeën waarnaar Hans en zijn gezin veel (kampeer)trips maken. Deze unieke combinatie van cultuur en natuur is niet onopgemerkt gebleven: het toerisme is inmiddels sterk in opkomst. En ook veel vrienden en familie maken gebruik van een verblijf bij Hans en Hilke om dit land te bezoeken. Zo kwamen meerdere Stedelijkers langs; afgelopen maart was dat Frans van der Veen (eindexamen 1993) nog met zijn vriendin. “Samen hebben we verhalen van het Stedelijk opgehaald en gepraat over de vele hechte vriendschappen met andere Stedelijkers die we koesteren. Dat deze vriendschappen de tand des tijd hebben doorstaan is bijzonder en zegt zeker iets over de goede tijd die we hebben gehad op het Stedelijk.“
De viering van het lustrum in juni 2010 moet Hans jammer genoeg aan zich voorbij laten gaan. “Speciaal voor het lustrum vanuit Oman overkomen, komt helaas niet uit. We hebben al andere vakantieplannen en door ons Hans vanTuyll tijdens een wandeling door het falajsysteem (waterhuishouding) van derde kindje dat eind maart is het dorpje Misfat geboren ben ik ook wat minder mobiel. De band met Haarlem is er zeker nog bruidegom wil trouwen; dit moet zij dan drie keer aangezien we een appartement in Haarlem hebvolmondig bevestigen. ben waar we tijdens de (te) hete Omaanse zomers wonen. In 2000 was ik er wel bij en als “Tijdens de huwelijksdienst voor de mannen in de deze reünie net zo leuk wordt, zal iedereen een moskee was mijn vrouw Hilke uitgenodigd om mooie dag beleven.” aanwezig te zijn op een uitgebreid feest voor de vrouwen; de mooiste jurken, heerlijk eten, veel cadeaus en opzwepende muziek maakten die avond een unieke ervaring.”
2010
|
IN A E TE RN U M M I RA B IL E L E C TU
25
In Memoriam Juul Bientjes Eigenlijk had boven dit herdenkingsartikel “Juffrouw Bientjes” moeten staan. Immers, dit blad is een blad voor oud-leerlingen. Oud-leerlingen die ooit leerlingen waren. Leerlingen zeiden “Juffrouw Bientjes”, ook als ze bij haar thuis platen met Goethes Faust mochten komen beluisteren. uul Bientjes was in Sitoebondo, het meest oostelijke stukje van de noordkust van Java, geboren. Nederlands-Indië dus. In 1915. Ze had op het Johan van Oldenbarnevelt Gymnasium in Amersfoort gezeten en had daarna in Amsterdam Duits gestudeerd op wat toen de Gemeente Universiteit heette. Ook had ze aan geschiedenis gedacht als studie. Die historische belangstelling bleek later uit het proefschrift waarop ze in 1967 promoveerde: Holland und der Holländer im Urteil Deutscher Reisender 14001800. Haar eerste lessen gaf ze in Zwolle. Vandaar reisde ze met de stoomtrein naar Coevorden, naar haar andere school. Later kwam ze daar ook te wonen. In 1943 verhuisde ze naar Haarlem. Ze had een betrekking gekregen op de Meisjes-HBS in de Tempeliersstraat en op het Stedelijk Gymnasium. Op onze school bleef ze tot haar pensionering in 1979 (samen met historicus Jan Meilof IJben). Ze werd een begrip. Een icoon.
J
Rijzig van gestalte schreed ze van de leraarskamer – toen nog wat nu de administratie is – naar haar lokaal 21. In mijn mythologielessen in de eerste klas verwees ik naar haar als gelijkend op de godin Pallas Athene. Slechts schild en helm ontbraken. In die leraarskamer was ze de zon. Geïnteresseerd in en vriendelijk voor alle collega’s, ook de jongere. Haar interessesferen waren onder andere de politiek en de actualiteit. En literatuur natuurlijk. Niet “begeleiding” van leerlingen, een sedert de jaren zestig opkomend fenomeen. Daar had ze niets mee. Ze gaf Duits. En daarmee uit. Wellicht is die begeleidingsplicht wel de reden geweest waarom ze in de jaren zeventig haar conrectoraat neerlegde. Eenmaal de deur van 21 achter zich gesloten heb-
26 20 10
|
IN AE TER NUM MIR ABILE LEC TU
bend, was ze de baas. Schwere Wörter: “Der Richter sah dass er mit einem abgefeimten Schurke zu tun hatte”, “Machen Sie sich auf das schlimmste gefasst, sagte der Arzt”, “Haben Sie Ihre Mangel an Kohlen schon gedeckt?” En rijtjes. Klassikaal opzeggen. De school trilde op haar grondvesten. En wie niet oplette, kon een bordenwisser naar z’n kop krijgen. En terugbrengen natuurlijk. Naar het bureau op het podium (je had nog podiums). “Ik ben een heks,” zei ze tegen de klas. De klas wist wel beter. Haar leerlingen beminden haar. Velen bezochten haar later thuis. Eerst op het Kenaupark, waar ze met haar moeder woonde die ze verzorgde. Later in haar flat op de Veldzigtlaan. En nog later in haar kamer in Verzorgingshuis Wildhoef. Velen schreven haar ook brieven en kaarten, vooral ter gelegenheid van blijde gebeurtenissen als huwelijken en geboortes. Juffrouw Bientjes hield er een heel systeem van bij. Sommige oud-leerlingen kregen boeken van haar, toen ze aan het opruimen was. Trouw was ze ook jegens Linos, het voormalige schoolorkest, waar ze erelid van was. Trouw jegens háár waren collega’s die haar tot op het laatst in Wildhoef opzochten. Maar hoogtepunt van de week was de zondag. Dan belde ze met haar (enige) zuster. In Nieuw-Zeeland. Haar gezondheid nam af. Enkele weken voor haar dood bezocht ik haar, samen met Alle Hoekema, haar oud-leerling, mijn vriend en roeimaat. Ze lag te bed. Alle en ik moesten haar beloven op haar crematie tegen de aanwezigen te zeggen dat ze zoveel van iedereen hield en zoveel warmte ontvangen had. Ze praatte heel nuchter over haar sterven dat ze de laatste weken geduldig en tevreden afwachtte. En relativerend, met een zekere humor en zonder een spoor van angst zei ze: “Ik ga het zwarte gat in.” Juul Bientjes overleed op 15 juli 2009. Bonno van Dijk
In Memoriam Juul Bientjes
Guten Morgen liebe Kinder! o begroette juffrouw Bientjes haar leerlingen als zij de klas in kwam, waarna wij haar groet in koor dienden te beantwoorden: Guten Morgen liebes Fräulein! Bientjes. Oerdegelijk gekleed, in een grijsgetinte jurk, met bijbehorend stevig schoeisel. Passend bij iemand die je in deze tijd wellicht ‘geaard’ zou noemen. Net zo degelijk en onveranderlijk was haar manier van lesgeven. De Mammoetwet nam zij voor kennisgeving aan. Rijtjes stampen, dat was en bleef de basis. An, auf, hinter, neben….Hardop, allemaal tegelijk. Mit, nach, nebst, samt…Zij gaf het tempo aan. Sloeg met een liniaal op haar bureau. Wij moesten met de vlakke hand op het tafeltje meedoen. Heerlijk dat we gewoon nog rijtjes mochten leren, verzuchtte een klasgenoot onlangs. Resultaat: we kunnen ze nog dromen!
Z
Bientjes, niet alleen mopperend op de moderne lesmethoden, maar ook op de voortschrijdende techniek. Haar geworstel met de bandrecorder. Als het gelukt was het apparaat aan de praat te krijgen, liet zij ons gedichten en liederen horen. Heine, Schiller, Schubert. Zin voor zin moesten we uitpluizen. Ze toonde ons nog meer op cultureel gebied, nam ons mee naar een uitvoering van de Matthäus- Passion. De boekenlijst. Ze hield niet van Kafka, zo ging het verhaal. Goede reden om Kafka op je lijst te zetten, dan kreeg je over dat boek geen vragen. Bientjes, humoristisch en nieuwsgierig naar hoe het ons later zou vergaan. Ze hoopte dat wij nog twee keer contact met haar zouden opnemen, door middel van een briefkaart met voorgeschreven tekst. Als je schreef ‘Liebes Fräulein, der Mond ist voll‘ dan wist ze dat je de ware gevonden had. Kwamen je kinderen in de puberteit terecht en had je heel wat met ze te stellen, volgende kaartje: ‘Liebes Fräulein, es ist so weit‘. Dan hoopte ze dat wij eindelijk begrepen, wat de docenten hadden doorgemaakt op school. Na haar pensionering kreeg ze regelmatig bezoek van oud-leerlingen, en ongetwijfeld ontving ze stapels briefkaarten! Ook onderhield ze langduri-
Guten Morgen liebe Kinder! ge vriendschappen met ouders van leerlingen. Ze leefde eenvoudig ,op materieel gebied stelde ze weinig eisen. Weliswaar reed ze auto, maar veel belang aan type of kleur hechtte ze niet. Ze vertelde eens smakelijk hoe ze een nieuwe auto per telefoon besteld had, zonder zich in de details te verdiepen. Tot haar verrassing werd enkele weken later een knalgeel exemplaar voor haar deur afgeleverd. Op latere leeftijd verhuisde ze, min of meer noodgedwongen, naar een verzorgingshuis in Bloemendaal. Daar schikte ze zich vrijwel meteen in, nuchter als ze was. Vorig jaar bezocht ik haar in Wildhoef, samen met mijn jongste broer. Dit was een paar weken voor haar overlijden. We gaven haar een boeketje bloemen uit de tuin van mijn ouders, met wie zij bevriend was en die kortgeleden waren overleden. Ze had onlangs te horen gekregen dat ze niet lang meer zou leven , het was haar aan te zien dat ze ernstig ziek was. Toch had ze de moeite genomen om op te staan en zich aan te kleden. We spraken wat met elkaar, niet te lang. Op de achtergrond klonk klassieke muziek, een verzorgster van Wildhoef bleef in haar buurt. Ze zei dat ze zich overvallen voelde door haar ziekte, maar leek het naderend einde wel te kunnen accepteren. Toen wij afscheid namen vroegen we, of we nog iets voor haar konden betekenen. Daarop zei ze het volgende: “ Groet alle oud-leerlingen namens mij, en zeg hen dat ik heb genoten van het lesgeven ! “ Dit kwam werkelijk uit de grond van haar hart. Juul Bientjes, lerares Duits. Niet het meest populaire vak, zeker niet vlak na de oorlog. Desondanks heeft zij, door haar manier van lesgeven en door haar persoonlijkheid ,velen grote liefde voor de Duitse taal bijgebracht. Een onvergetelijke docent.Vielen Dank, liebes Fräulein! Ineke de Groof (eindexamen 1976) Met dank aan mijn klasgenoten, die hun herinneringen zorgvuldig voor mij beschreven en op die manier een belangrijke bijdrage leverden aan dit in memoriam . Het laatste klassikale optreden voor een bijzondere docent!
2010
|
IN A E TE RN U M M I RA B IL E L E C TU
27
I n A e t e r n u m Fo n d s
Twintig jaar In Aeternum Fonds Ter gelegenheid van het 600-jarig bestaan van het Stedelijk Gymnasium is in 1990 het In Aeternum Fonds opgericht. Het vermogen van het fonds bestaat uit giften van oud-leerlingen. Onlangs heeft het In Aeternum Fonds een wedstrijd uitgeschreven, waarbij de winnaar een geldbedrag kan winnen van 1500 euro, te besteden aan een bijzondere cursus of een project.Voorzitter Nicole Sol beschrijft de stand van zaken. ij de lustrumviering in de zomer van 1990 werd het fonds als lustrumcadeau aan de school geschonken. Het vermogen bedraagt op dit moment iets meer dan 80 duizend euro. Ingevolge de statuten van het fonds reikt het bestuur jaarlijks uit de baten van het fonds aan individuele leerlingen of aan groepjes leerlingen de In Aeternum Prijs uit.
B
De In Aeternum Prijs wordt uitgereikt ter verwerkelijking van bijzondere prestaties door leerlingen op cultureel, wetenschappelijk, sociaal of sportief gebied. Het gaat uitdrukkelijk om prestaties dóór leerlingen vóór leerlingen: de winnaars dienen hun prestaties in een of andere vorm met de andere leerlingen te delen. De eerste tien jaar was deze opzet een groot succes. Veel leerlingen kwamen met prachtige ideeën. Uit bijna 200 aanvragen heeft het toenmalige bestuur 33 aanvragen gehonoreerd. Zo kwam er een startsubsidie voor de schoolradio en werd er een masterclass schilderen georganiseerd in Frankrijk. Een van de mooiste prijzen werd uitgereikt in 1998 aan leerlingen die een driedaagse MUN-conferentie wilden organiseren. Inmiddels
28 20 10
|
IN AE TER NUM MIR ABILE LEC TU
is de Haarlem MUN uitgegroeid tot een gerenommeerde, internationale conferentie, die jaarlijks plaatsvindt. Helaas, na tien jaar was de nieuwigheid er een beetje af. In 2001 kwamen er weliswaar nog veel aanvragen binnen, maar die werden door het toenmalige bestuur niet gehonoreerd. De jaren daarna zijn enkele initiatieven van groepen leerlingen nog wel gesubsidieerd, maar De In Aeternum Prijs dreigde, ondanks alle inspanningen van het bestuur, toch een zachte dood te sterven. In 2007 is besloten de opzet te veranderen. Het bestuur van het fonds bestaat nu uit docenten, terwijl oorspronkelijk statutair was vastgelegd dat oud-leerlingen, leerlingen, docenten en ouders zitting zouden moeten hebben in het bestuur. Achtergrond van deze wijziging is, dat docenten dichter staan bij wat leeft onder de leerlingen en actiever kunnen inspelen op dat wat leeft. Een eerste initiatief was een schoolfilm, gemaakt door en voor leerlingen, met een bescheiden rol voor enkele docenten, dit alles onder leiding van oud-leerling Bart Westerlaken. De bedoeling was de première van de film te laten plaatsvinden bij de opening van het lustrumjaar op 6 december 2009 en natuurlijk ook de film te laten zien tijdens de reünistendag op 12 juni 2010. Het project werd echter zo groot, dat het uiteindelijk niet uitvoerbaar bleek. Stiekem hopen we, dat de film ooit nog gemaakt zal worden. Maar het was een leerzame ervaring: projecten hebben de grootste kans van slagen als ze klein worden gehouden en er niet al te veel spelers in het spel zijn.
I n A e t e r n u m Fo n d s
Afgelopen schooljaar is voor het eerst weer een In Aeternum Prijs uitgereikt, aan een groep vierdeklassers die onder leiding van CKV-docent Marc Le Mair een Stedelijk Gymnasium-kalender hebben gemaakt. Op de kalender prijken elf docenten en een conciërge, die als goden en godinnen van de Olympus staan afgebeeld. De kalender is op 6 december 2009 als lustrumcadeau aan alle leerlingen van de school gegeven (er zijn nog een paar kalenders beschikbaar voor heel hebberige oud-leerlingen). Volgend schooljaar gaat een groep leerlingen onder begeleiding van docent Giacomo Garulli een musical opvoeren. Voor dit bijzondere initiatief zal het fonds een bijdrage reserveren, in de hoop dat er een nieuwe traditie zal ontstaan: elk jaar een Stedelijk-musical. En wat gebeurt er nu? Het In Aeternum Fonds heeft een wedstrijd uitgeschreven, waarbij de winnaar een geldbedrag kan winnen van 1500 euro, te besteden aan een bijzondere cursus of een pro-
ject. Dit moet uitmonden in een voorstelling, een tentoonstelling of een ander evenement in de school. Mogelijke onderwerpen zijn fotografie, film, ruimtelijke kunst, dans en muziek zonder stekkers. Leerlingen kunnen hun plannen indienen bij het bestuur; uit de inzendingen wordt door een deskundige jury een aantal kanshebbers geselecteerd, die onder professionele begeleiding van kunstenaars hun presentaties zullen voorbereiden. Eind april kiest de jury tijdens een openbare avond, waar alle kanshebbers zich in een of andere vorm presenteren, de uiteindelijke winnaar. Wij hopen dat de oud-leerlingen, die immers de In Aeternum Prijs mogelijk hebben gemaakt, in juni ook kunnen zien wat de wedstrijd heeft opgeleverd. Nicole Sol voorzitter In Aeternum Fonds
2010
|
IN A E TE RN U M M IR A BI L E L EC T U
29
Social networks
Het Stedelijk en Stedelijkers online et leukste van een reünie, zoals de onze op 12 juni, is het na tijden weerzien van oude klas- en schoolgenoten. Horen waar iemand mee bezig is, momenteel woont, werkt of gewoon herinneringen ophalen aan de school, daar gaat het om op zo’n dag. Waar in het verleden de reünie de enige gelegenheid was om
H
op de hoogte te blijven van oud-schoolgenoten en de school op dit moment, biedt het internet inmiddels een continue mogelijkheid daartoe. Wat is er zoal te vinden over het Stedelijk en Stedelijkers online? Helaas was de site www.hetstedelijk.nl kennelijk al geclaimd, want op die manier praten leerlingen en oud-leerlingen altijd over de school. Op www.stedelijkgymnasiumhaarlem.nl is het standbeeld in de Hortus meteen een herkenningspunt voor iedereen. De site geeft allerhande informatie over de school op dit moment. Maar oud-leerlingen zijn natuurlijk meer geïnteresseerd in het verleden en daarom klikken zij snel door naar www.inaeternum.nl, de officiële Lustrum-site. Hier is alle informatie te vinden over de viering
30 20 10
|
IN AE TER NUM MIR ABILE LEC TU
van ons 620-jarig bestaan en in de toekomst zal deze site als plek voor oud-leerlingen beschikbaar blijven, bijvoorbeeld om de In Aeternum Mirabile Lectu nog eens na te lezen. Maar het echte ontmoeten en op de hoogte blijven van elkaar gebeurt volop op de vele netwerk- of “socialmedia”-websites. Het Stedelijk is daarop dan ook goed vertegenwoordigd. Op Hyves, de grootste social-media site van Nederland, zijn veel Stedelijkers te vinden, vooral huidige leerlingen of jonge oud-leerlingen. Er is dan ook een Stedelijk-hyve, waar naast beheerder Wouter Lasonder nog 1521 Hyvers lid van zijn als (oud)leerlingen. Bovendien zijn er nog vele andere groepen (‘hyves’) actief, bijvoorbeeld van specifieke klassen, van de schoolreizen naar Griekenland en Rome, maar ook Amicitia Iuncti heeft een eigen plek en sommige leraren hebben zelfs een eigen fanclub……… Ook Facebook, dat meer internationaal gericht is, heeft een eigen Stedelijk-groep. Hier zijn wel aanzienlijk minder (oud)leerlingen op te vinden dan op Hyves: 282. Het internationale aspect van Facebook blijkt wel direct: de beheerder van de groep, Jorien Veenhoven, studeert viool aan het Royal College of Music in Londen. Foto’s van onder meer rector Joop Olgers met lauwerkrans, een verklede leraar Just Bent op het balkon en het
Social networks
Prinsenhof in de sneeuw brengen direct de herinneringen aan school terug voor oud-leerlingen achter de computer.
de tijd op het Stedelijk. En veel Stedelijkers zijn uitgevlogen over de wereld, zoals ook elders in deze Mirabile Lectu is te lezen.
”Wat doe je tegenwoordig?”, dat is vaak de eerste vraag die je zelf stelt of die aan je gesteld wordt op een reünie. Voor sommige mensen is dat dan ook de reden om nooit naar een reünie te gaan. Deze
Beeld werkt nog beter dan woorden, dat geldt ook op het Net. Zo is de foto van een oud-klasgenoot van twintig jaar geleden eigenlijk ook leuker dan te weten wat hij of zij nu voor werk doet. En filmpjes zijn dan natuurlijk helemaal leuk. Op You Tube zijn genoeg filmpjes van en over het Stedelijk te bekijken, vooral leuk om een beeld te krijgen van de school nu.
vraag kan inmiddels overbodig zijn, want nu bestaat er LinkedIn. Op deze zakelijke netwerksite laat iedereen zien waar iemand werkt en heeft gewerkt, welke opleiding is gevolgd en allerlei andere informatie. Even de naam van een oudklasgenoot intikken en je ziet het allemaal direct! Op LinkedIn bestaat een eigen Stedelijk-groep met 390 leden. Hier kunnen berichten worden uitgewisseld, oproepen geplaatst en andere belangwekkende informatie gedeeld. Zo werd de informatie over het lustrum en de reünie ook verspreid via LinkedIn. Een snelle ronde langs oud-leerlingen levert veel bankiers, consultants en artsen op, maar er zitten ook genoeg minder voor de hand liggende beroepen tussen, zoals raadsadviseur van de Minister-President, een dansdramaturg en een violiste. Opvallend is dat er veel creatieve beroepen voorkomen, vast een direct gevolg van
Zo blijkt uit de trailer van de Romereis 2008 dat er weinig verandert aan deze traditie in de loop der jaren. Met de zoekopdracht “Stedelijk Gymnasium Haarlem” zijn ook optredens tijdens Open Podia, examenstunts en korte filmpjes te vinden. Het hoogtepunt is de film van bijna tien minuten over de opening van het nieuwe gebouw in 2008: “Bonno’s 5”, met als onvermijdelijke hoofdrolspeler Bonno van Dijk. Er is dus een wereld aan Stedelijk en Stedelijkers te vinden op het Net; veel meer dan op een reünie verteld, vertoond en besproken kan worden. Je zou bijna gaan denken dat zo’n reünie dan ook helemaal niet meer nodig is. Maar face-to-face met een drankje in de hand is uiteindelijk toch veel leuker dan achter de computer, zo zal ook op 12 juni blijken. In de periode tussen reünies en voor degenen die er niet bij kunnen zijn, daarvoor heeft het Net genoeg te bieden. Daar kunnen Stedelijkers met elkaar in contact komen én blijven en het Stedelijk van nu in de gaten houden. Sebastiaan Capel
2010
|
IN A E TE RN U M M I RA B IL E L E C TU
31
Mirabilia lectu
Mirabilia lectu:de stand van de schoolkrant mdat de school een traditie kent op het gebied van ‘de schoolkrant’, is het, zeker voor degenen die de school hebben verlaten, aardig om te weten hoe deze traditie wordt voortgezet. De regelmaat van verschijnen is groot, het aantal nummers per schooljaar noodzakelijkerwijze beperkt. Toch geeft een schoolkrant een mooi kijkje op wat leeft in de stormachtige hoofden van de leerling, althans in dat van de leerlingen in de redactie. In het exemplaar dat eind 2009 is verschenen (maar liefst 35 pagina’s A4 met een kunstzinnige tekening op het voorblad), wordt door de veelkoppige redactie het thema alfa/beta aangeprezen, onder meer in de vorm van een middeleeuws ridderverhaal met een apocalyptisch einde: ridder Betarius delft het onderspit tegen ridder Alforimus. Niet zo vreemd op een school waar zoveel talen onderwezen en de wiskunde slechts in vier varianten wordt aangeboden. In andere artikeltjes en zelfs praktische opdrachten wordt de stand in de strijd tussen alfa’s en beta’s weer gelijkgetrokken. Een talige kwestie wordt ook besproken in een artikel over tweetalig onderwijs, zoals dat op een aantal scholen in Haarlem in praktijk wordt gebracht: vakken anders dan Engels worden in de Engelse taal gegeven; leraren hebben hiervoor een aparte cursus moeten volgen. Het Stedelijk gaat zijn eigen gang en heeft het Cambridge Engels binnen de muren gehaald, waardoor de kwaliteit nog hoger lijkt te worden. Naast deze zeer ernstige, maar speels gebrachte onderwerpen duikt in dit bolwerk van rationaliteit toch de onvermijdelijke horoscoop op met alle komende en gaande vriendjes en vriendinnetjes, maar ook met waarschuwingen voor bepaalde docenten in de komende periode.
O
32 20 10
|
IN AE TER NUM MIR ABILE LEC TU
Altijd mooi is natuurlijk een verslag van het Ardennenkamp, dat al sinds jaren op het programma van de derdeklassers staat. Volstrekt willekeurig enige citaten: ‘Gelukkig, het is te eten. Ik hoef gelukkig niet af te wassen, dus kan ik gelijk weer gaan pokeren.‘ ‘Na tien keer vast te zijn gelopen heb ik eindelijk M. en P. in het vizier. Ik zal ze eens laten zien wat “nat” betekent.‘ ‘Het pokeren begint nu wel saai te worden. Ik denk dat ik maar ga slapen.‘ ‘Nu al 4 uur gelopen en we zijn er nog steeds niet. Nu begrijp ik wat B. bedoelde met “en dan verder lopen”.‘ ‘Terug in de bus naar huis; kan ik eindelijk lekker slapen.‘ Een informatief artikel geeft een verslag van een bezoek aan Nijmegen: een schoolkranten-persconferentie over nanotechnologie. Na een bezoek aan enkele laboratoria kunnen de twee redactrices hun zelfbedachte vragen kwijt op de persconferentie: een originele vorm van reclame maken voor je vak. In kort bestek worden het wezen, voordelen en beperkingen van deze technologie uit de doeken gedaan. In een ouder nummer trof ik adviezen aan voor eersteklassers, uiteraard gegeven door al geheel en al doorgewinterde tweedeklassers. Voor iedereen waren er spiek- en fraudetips te lezen, waarvan sommige toegespitst waren op bepaalde typen leraren of op bepaalde vakken. Uit de ingezonden verhalen blijkt wel dat leerlingen op papier heel anders uit de hoek komen, dan zoals ze in de klas functioneren. Dat komt natuurlijk doordat het papier veilig is en niet meteen wat terugzegt. Bovendien hebben veel docenten een tunnelblik en zien ze vaak niet de altijd aanwezige, maar niet altijd zichtbare andere kant van de medaille. Lex Weiler