PGO-kwartaal Driemaandelijks tijdschrift veertiende jaargang nr. 57 3de kwartaal 2004 uitgave van Inspectie PGO redactieadres: Protestants Godsdienstonderwijs Marsveldstraat 5 1050 Brussel redactieraad: leden van Stuurgroep Herman Aerts Gottlieb Blokland Christine Liagre Frank Rooze Johan Van den heuvel verantwoordelijke uitgever: Herman Aerts inspecteur-adviseur
Inhoud
Inhoud.............................................................................................................1 Van de redactie................................................................................................2 Sport en geloof................................................................................................3 Aandacht voor sport in de lessen PGO.............................................................5 Fair play wint...................................................................................................6 Een schitterende veldloop verstevigt de vriendschap ........................................7 Didactisch materiaal over sport ........................................................................7 Evangeliseren aan het volleybalnet? .................................................................8 Het competitie-element....................................................................................9 Een sportfilm...................................................................................................9 Een kritische kijk op topsport ........................................................................10 Doping in de sport .........................................................................................11 Slachtoffers in de sport ..................................................................................12 Sport, politiek en propaganda ........................................................................13 Paralympische spelen .....................................................................................14 De Stuurgroep...............................................................................................15 Adressen Stuurgroep 2004-2008 ...................................................................16 Familiale berichten.........................................................................................17 Een lied .........................................................................................................17
Het volgend nummer van PGO-kwartaal verschijnt rond de jaarwisseling. Gelieve uw kopijen en / of mededelingen voor 15 november over te maken. Indien mogelijk uw tekst via e-mail (
[email protected]) of op diskette bezorgen.
In ons volgend nummer zullen we aandacht schenken aan de actualiteit van de nieuwe bijbelvertaling. Welke informatie hieromtrent wil je graag met je collega's delen? Wat zijn eventueel je eerste ervaringen bij het gebruik ervan? We kijken uit naar jouw inbreng.
1
u PGO-kwartaal / 3
de
kwartaal 2004 / nummer 5 u
1
Van de redactie Beste collega's, Collega Johan Van den heuvel schreef onderstaande inleiding en heeft een heuse 'topprestatie' geleverd door dit nummer van menig artikel te voorzien. Na een zomer van ontspannende activiteit - of juist van inactiviteit? - en een ruim aanbod van sportmanifestaties in de media, mag er even kritisch geschreven worden over sport. In onze samenleving is slechts een beperkte groep direct betrokken bij topsport en dat geldt gelukkig ook voor de groep die verantwoordelijk is voor het soms storend randgebeuren. Een grotere groep, ook van onze leerlingen, kan nog gemoedelijk met de vrienden voetballen op een buurtpleintje of fietst naar de eigen sportclub. Dit zijn belangrijke gelegenheden voor sociaal contact en ontwikkeling van lichaam en persoonlijkheid. Dit geldt ook zo voor de volwassenen. Enerzijds vind ik het zelf ook prettig om lichaamsbeweging op te zoeken, anderzijds dwing ik me er soms toe wegens gezondheidsredenen. Soms vind ik het echter jammer om op zondagochtend meer wielertoeristen tegen te komen dan kerkbezoekers. In ieder geval: een sportief schooljaar toegewenst! Herman Aerts
Sport neem in het leven van veel mensen een belangrijke plaats in. Dat is niet alleen zo in deze tijd, reeds in 776 v.C. werden in Griekenland de olympische spelen gehouden. Sinds 1896 worden deze spelen om de 4 jaar op verschillende continenten georganiseerd. Naast die olympische spelen bestaan er tegenwoordig ook de Commenwealth-games en zowat elke sportdiscipline heeft haar WK, EK… Evenementen als de Tour de France, de Ronde van Vlaanderen, Wimbledon, Roland Garros, de Champions League, de UEFA-beker, de NBA play-offs, … trekken tienduizenden toeschouwers en houden miljoenen kijkers aan de buis gekluisterd. In de Bijbel vinden we geen verslag van de finale van het EK-voetbal of van de olympische marathon, maar Gods Woord gaat evenmin als aan de gemiddelde christen niet geheel voorbij aan de sport. Hoever kunnen christenen eigenlijk meegaan in de ‘sport-wereld’? Zitten er in sport (verborgen) verleiders, die de mens tot slaaf dreigen te maken (1 Kor. 6:12)? Johan Van den heuvel
2
u PGO-kwartaal / 3
de
kwartaal 2004 / nummer 5 u
2
Sport en geloof Sport heeft hele oude papieren. Reeds lang voor onze jaartelling, sinds 776 voor Christus, beoefenden de Griekse mannen worstelen, ring- en speerwerpen, atletiek, hard- en wedrennen. Sport en training hoorden voor de Grieken tot de belangrijkste dingen in het leven. Hun beeldhouwwerken getuigen daarvan. De spelen stonden in verband met religieuze aspecten van een vruchtbaarheidscultus. Antieke spelen en heidense offers waren onlosmakelijk met elkaar verbonden. Hun ideaal was de harmonieuze ontplooiing van de gehele mens naar lichaam en geest. Het hoogtepunt van de Griekse spelen was eens in de vier jaar in Olympia. Toen de olympische spelen al in de 8ste eeuw voor Christus gehouden werden, was dat ter ere van de oppergod Zeus. Religieuze ceremoniën en cultische praktijken hoorden daarbij. Via Griekenland kwamen de spelen in de Romeinse cultuur. Voor de Romeinen, een militair volk, kregen vooral de meer bloedige sporten als dieren- en gladiatorengevechten een grote populariteit. Romeinse magistraten waren zich ervan bewust dat verveling en onvrede tot revolutionaire onvrede zouden kunnen leiden en organiseerden ‘brood en spelen’ voor hun eigen veiligheid. In arena's en amfitheaters hebben ontelbare sporters, slaven, krijgsgevangenen, criminelen, christenen(!) en dieren onder het gejoel en het toeziend oog van duizenden het leven gelaten. Het indrukwekkende Colosseum in Rome kon tienduizenden toeschouwers bevatten en dankt zijn naam aan een kolossaal beeld van keizer Nero. Het boek en de film 'Ben Hur' geven een goede indruk van de antieke wagensport. Joden en later christenen keurden die spelen af omdat de Grieken naakt sportten en omwille van de excessen, de minachting voor de mens en de binding met heidense religie. De keizerlijke duim omhoog of omlaag maakte het verschil tussen leven en dood. In 393 verbood keizer Theodosius de Grote de olympische spelen omdat hij ze te heidens vond! In 1896 werden ze opnieuw in het leven geroepen, de initiatiefnemer was de Franse baron Coubertin. Zijn ideaal was eenheid en verbroedering door sport. De olympische eed, ingesteld in 1920, luidde dat men in de ware geest van sportiviteit zou deelnemen. Geen van de deelnemers mocht geld verdienen met sport, het moest gaan om ‘de glorie van de sport en de eer van de teams’. Sommigen waren van mening dat christelijke normen en waarden aangeleerd konden worden door sportbeoefening. De werkelijkheid bleek niet zo ideaal. Soms zijn de olympische spelen verworden tot een politiek schaakspel, waarvan de atleten de pionnen zijn. Op de tribunes hoor je naast de aanmoedigingen ook negatieve en discriminerende opmerkingen en slagans. Een kleine groepje ordeverstoorders en vandalen kost handen vol geld. ‘Voetbal is oorlog’ blijkt soms geen loos verzinsel te zijn op de groene grasmat en ook buiten het stadion. Winnen van Nederland geeft de Belgen het gevoel wereldkampioen te zijn. Nederland hoeft daarvoor alleen maar Duitsland te verslaan… Sport verbroedert niet alleen maar geeft soms ook aanleiding tot etnische conflicten. De grasmat is niet alleen de bakermat van sportiviteit maar geeft soms ook aanleiding tot agressie en geweld. Sommige christenen hebben een antipathie tegen sport in het algemeen en voetbal in het bijzonder. Laten we oppassen voor een dualistische opvatting waarin het lichamelijke wordt veracht en het geestelijke wordt verheven. Gods bedoeling is niet dat het lichaam, als vijand van de ziel, geknecht wordt in plaats van verzorgd. Wel is er volgens 1 Tim. 4:8 een duidelijke prioriteit.
3
u PGO-kwartaal / 3
de
kwartaal 2004 / nummer 5 u
3
Sport en geloof Wat doet een christen als hij of zij een sporttalent blijkt te bezitten? Het zou inconsequent zijn als er andere maatstaven worden aangelegd dan voor talenten op intellectueel (cognitief), creatief (kunst) en sociaal-emotioneel (ondernemerschap) gebied. Is het niet goed om je talenten te gebruiken? Een intelligent of muzikaal kind blijkt in christelijk midden vaak minder weerstanden te ondervinden in zijn ontwikkeling, dan een kind dat (top)sporter wil worden. Waarom zou je van sport niet je beroep mogen maken en er dus aan verdienen? De standpuntbepaling over het werken op zondag speelt niet alleen in de sport maar ook in de gezondheidszorg, transport, media, ondernemerschap en niet te vergeten bij de geestelijke ambtsdragers die juist op zondag werken! Sommige gelovige sporters zullen God betrekken bij hun prestaties, anderen zullen vooral een geloofwaardige getuige willen zijn. Het is immers een positief getuigenis als je op een sportieve manier tegen je verlies blijkt te kunnen, een fair spel levert, samen weet te spelen en weet te relativeren. Er zijn waardevolle dingen in de sport te beleven! Je kan je er heerlijk in uitleven, je leert sportief te zijn, in een team te spelen (dus leren samenwerken), te volharden, je grenzen te verleggen, je lichaam gezond te houden en zelfbeheersing te ontwikkelen. Sport kan zowel de waardering van en de zorg voor het lichaam vergroten als forceren (om maar te kunnen scoren). We dienen te beseffen dat topsport zeer veel van het lichaam vergt, zodat intensieve medische en fysiotherapeutische begeleiding nodig zijn om te blijven presteren en ... gezond te blijven. Sport is ontspannende inspanning. Serieuze sportlui drinken en roken niet. Sporten mag dan niet zonder lichamelijke risico's zijn, te weinig lichaamsbeweging is wellicht nog schadelijker. Hoe staat het met je lichamelijke conditie? Dus als het even kan op de fiets naar school… Als je niet voldoende en tijdig weet te relativeren, kan sport tot een afgod worden. Moet alles wijken voor de sport? Waar zijn de 'grensrechters' eigenlijk…? Soms gaat het om het meedoen, soms om het goede spel, soms om het winnen en soms om de vette knikkers of de eer. Roem is vluchtig, wie gisteren nog bejubeld werd, wordt vandaag misschien vergeten en morgen verguisd. Sommige (top)sporters praten openlijk over hun geloof: Bernhard Langer (golf), Michael Chang (tennis), Pirmin Zurbriggen (skiën), Jonathan Edwards, Carl Lewis en Evelyn Ashford (atletiek), René & Henri Ruitenberg (schaatsen), Bert Konterman, Gavin Peacock en Wynton Rufer (voetbal), Derek Fisher (basketbal) Evander Holyfield (bokser)… Organisaties als ‘Athletes in Action’ en ‘SportQuest’ evangeliseren bij sportmanifestaties. Zo heeft Athletes in Action (waaronder 25 Belgen) samen met Griekse kerken net voor de Olympische spelen van Athene 2004 ‘clinics’ georganiseerd voor kinderen en jongeren. Volgende sporten werden gespeeld: volleybal, beach-volleybal, basketbal, streetdance, turnen, cheerleading, softbal, honkbal, voetbal, skateboarden en hockey. In de pauzes vertelden sporters door middel van drama wat Jezus Christus voor hen betekent. Johan Van den heuvel
4
u PGO-kwartaal / 3
de
kwartaal 2004 / nummer 5 u
4
Aandacht voor sport in de lessen PGO Het ligt misschien niet zo voor de hand: PGO en sport. Toch is sport voor veel van onze leerlingen vaak 'alles': ze willen geen training overslaan of geen match missen. Een groot deel van hun vrije tijd zijn ze te vinden bij hun sportvrienden of … voor de buis, sport aan het kijken. Hebben we hen in onze lessen in dit verband iets te zeggen? De term 'mens sana in corpore sano', een gezonde geest in een gezond lichaam, staat niet in de Schrift. Sport staat in de kerk vaak niet hoog aangeschreven. Al vlug komt men in dit verband aandragen met een tekst als 1 Tim. 4, 8: 'Training van het lichaam heeft slechts beperkte waarde, maar een godsdienstig leven is in alle opzichten waardevol.' Daarmee zetten we de hobby of de passie van veel leerlingen vlug in de categorie van 'niet al te best', 'liever niet'. Bovendien kent het christendom een lange traditie van minachting voor al wat met het lichaam en dus ook met sport te maken heeft: het 'vlees' was immers slecht, de 'geest' was goed. Zo mocht de streng gereformeerde 100 jaar geleden niet gaan zwemmen, want dat was iets voor het lichaam en dan nog - oh foei - in een kledij die het zondige lichaam veel te duidelijk liet uitkomen. Nee, de christen kon als vrijetijdsbesteding beter dammen of schaken, dat deed je tenminste niet met je lichaam, maar met je hoofd. En de meisjes moesten de vrije tijd doorbrengen met 'nuttige handwerken', alleen niet op zondag: dan alleen maar 'fraaie handwerken', anders was het 'werken'. Voor onze leerlingen uit het secundair is het absoluut nodig dat we hen duidelijk maken dat de tegenstelling bij Paulus 'vlees - geest' iets anders is dan de tegenstelling 'body - koppie' en dat de minachting voor het lichaam en dus ook voor de sport van daaruit niet vol te houden is. Dat is de basis voor een goede kijk op een gezond lichaam en op sport. Wie de evangelieverhalen leest, kan er niet omheen: Jezus was het er veel aan gelegen om mensen te genezen, een gezond lichaam te geven. Als de medische wetenschap hoe langer hoe meer vaststelt dat goed gedoseerde sportbeoefening gezond is, kunnen we dus niet tegen gezonde sportbeoefening zijn. In het leerplan lager onderwijs is er vanuit de bijbelverhalen zeker aandacht voor - dankbaarheid voor het leven en voor gezondheid; - goed ervoor zorgen dat je eigen lichaam gezond blijft; - weten en waarderen waar je zelf goed in bent en waar anderen goed in zijn. Van daaruit is de link naar gezonde sportbeoefening, al dan niet in competitieverband, makkelijk te leggen. Overigens: wist u dat er - na de topsportafdelingen in SO - Kim Clijsters komt uit de topsportafdeling van KA Mortsel - nu ook in enkele basisscholen bescheiden projecten zijn opgestart om getalenteerde jonge sportertjes extra te begeleiden? In het secundair zullen we uiteraard dieper moeten graven. Thema's die daarbij, naast de hoger vermelde, ter sprake kunnen komen zijn: - een bijbelse kijk op het lichaam als geschenk van God, als 'tempel', dat we gezond moeten houden; - van daaruit aandacht en waardering voor gezonde sportbeoefening, zonder dit dadelijk te stellen als tegenover geestelijke groei; - kritisch nadenken over de mogelijkheden, maar ook de schaduwkanten van topsport; - kritisch nadenken over het gebruik van doping in de sport. Jaren geleden was er een werkgroepje om na te denken over hoe men in het onderwijs jongeren bewust kon maken van de gevaren van doping. Ik mocht deel uitmaken van dat bonte gezelschap van leerkrachten 5
u PGO-kwartaal / 3
de
kwartaal 2004 / nummer 5 u
5
Aandacht voor sport in de lessen PGO levensbeschouwelijke vakken en sportleerkrachten. De gedachte was: alle doping gebruikende sporters zijn via het onderwijs gepasseerd; daar moet men ze dus tijdig sensibiliseren zodat ze later als topsporters op tijd weten neen te zeggen. Het project is uiteindelijk op een sisser afgelopen. Je kan je trouwens afvragen of een geëngageerde sporter niet eerder naar z'n trainer en ploegarts zal luisteren dan zich te herinneren wat zijn godsdienstleraar hem heeft gezegd over doping. - kritisch nadenken over het mooie in sportprestaties, maar ook over het gevaar van overdreven verafgoding en hooliganisme; aandacht voor de veranderingen in het menselijk gedrag wanneer ze bijvoorbeeld in een supportersgroep zijn. Frank Rooze
Fair play wint Waarom ik aan sport doe? Als kleine jongen hield ik ervan om te voetballen en één van mijn vriendjes speelde bij een club. Ik vond het echt wel leuk en vroeg aan mijn ouders of ik ook in een ploeg mocht gaan voetballen! Ze speelden met mijn voeten… ik was nog maar zeven jaar en moest eerst de naam van mijn ploeg kunnen uitspreken! Dat kostte me heel wat moeite maar uiteindelijk lukt het me toch! Het was geweldig, ik kon me uitleven en dat samen met allemaal vrienden! Het is echt een zalig gevoel dat iedere jongere zou willen hebben! Ik ben nu ongeveer tien jaar ouder en geniet nog steeds van dat gevoel, dat is ook de reden waarom ik in een sportrichting zit! Het geeft me een gevoel van ontspanning maar ook van voldoening! Ik weet dat ik ergens goed in ben en dat er mensen achter me staan! Ik volg de sportrichting in het KTA Mol, dat betekent dat ik 14 uur per week 'praktijk' heb en 4 uur theorie sport. We hebben een afwisselend programma waarbij de meeste sporten worden beoefend. Ik geniet elke dag van het contact met andere jongeren in groep en individueel. Ik start mijn laatste jaar en weet nu al dat ik het sporten op school en mijn vrienden daar zal missen. Gelukkig heb ik dan nog de voetbalploeg waarbij ik speel. Fair play (=eerlijk spel) vind ik echt belangrijk. Als je naar een voetbalmatch kijkt, zie je vaak hoe de ene de andere onderuit haalt en de andere neemt dan revanche. Ik zorg er graag voor dat er vrede komt op het sportveld. Die vrede kan je gemakkelijk op school behouden, het zijn je vrienden waartegen je speelt. Persoonlijk heb ik het in een competitiewedstrijd al enkele keren meegemaakt dat de scheidsrechter naar me toe kwam en zei: "Je fair play is goed, dat zien we niet veel. Je bent een voorbeeld voor elke speler." Zo probeer ik positieve contacten te maken en bouw ik aan vriendschappen. Met de kerk deden we mee met een multicultureel voetbaltornooi door de stad georganiseerd. We kregen voor elke match een tien op tien voor fair play. Mensen waren verbaasd, de organisator vertelde me dat het de eerste keer was dat er niet gescholden werd op de tegenstanders en de eigen ploegmaats. Dat is prachtig. Als sporter wil ik heel graag winnen, maar eerlijk spelen is nog belangrijker. Eerlijkheid duurt het langst, ook in de sport! Johan Aerts, leerling 6LO/Sport
6
u PGO-kwartaal / 3
de
kwartaal 2004 / nummer 5 u
6
Een schitterende veldloop verstevigt de vriendschap Zo luidde het opschrift van een artikel uit het maandblad van de (VPKB) Hemelvaartkerk in Ronse, geschreven door de toenmalige voorganger, Ds. Dirk Van Wageningen. Op zaterdag 14 september 1996 had daar immers de vierde editie van de veldloop van de vriendschap plaatsgehad. Tien jaar na elkaar, van 1993 tot 2002, werd deze veldloop georganiseerd op initiatief van de plaatselijke Protestantse kerk. Deze jaarlijks weerkerende gebeurtenis kreeg een steeds grotere weerklank en waardering in de regio. Zelfs mensen van het schepencollege en een enkele keer ook de burgemeester mochten er worden verwelkomd. De Protestantse kerk van Ronse ligt in een buurt waar veel (vooral Marokkaanse) migranten wonen. In de periode voor de inrichting van de veldloop van de vriendschap waren er vaak problemen met jongeren uit de buurt. Ook de kerk kreeg af te rekenen met vandalisme. Om tot een betere verstandhouding te komen, besloten enkele mensen van de Hemelvaartkerk om een activiteit te organiseren waarbij zowel allochtonen als autochtonen konden worden betrokken. En waarom zou dat geen sportieve activiteit mogen zijn, een veldloop misschien? Meteen een schot in de roos, zo bleek! Al van bij de eerste editie, in 1993, waren er tal van deelnemers met een vreemd klinkende naam. Veel kinderen en jongeren uit de buurt schreven zich in. De volgende jaren steeg het aantal deelnemers gestaag, zodat men tot een gemiddelde van 175 deelnemers (van heel jong tot heel oud!) kwam. Marokkaanse deelnemers kwamen na afloop van de wedstrijd nog een glaasje drinken in de Protestantse kerk, men leerde er elkaar kennen en waarderen. Het deelnemen op zich werd belangrijker dan het winnen: lopen voor het plezier van de vriendschap! En het vandalisme, de rellen en problemen in de buurt verminderden! Voorwaar een mooi voorbeeld van christelijke getuigenis! Sport kan inderdaad christenen en niet-christenen bij elkaar brengen! Ooit mocht ik erbij zijn. En dat beeld van die twee dominees, die pastoordeken en die imam die samen naar de eindmeet spurtten zal me altijd bijblijven! Schitterend! Jammer dat er de laatste twee jaren geen vriendschapsveldloop meer heeft plaatsgevonden, dat vinden alle betrokkenen. Ook het stadsbestuur betreurt het, want zij willen niets liever dan een stad besturen waar een goede verstandhouding heerst onder de mensen. Maar de last van de organisatie van een steeds groter wordende manifestatie werd te zwaar…. Misschien komt er toch ooit nog een vervolg, wie weet?!? Christine Liagre
Didactisch materiaal over sport Jouw leven en God, Handboek. Uitgeverij Medema, Vaassen (1992). Artikel Willen winnen: Sport en spel.(geschikt voor tieners) http://www.aia.com Dit is een Engelstalige site van "Athletes in action". http://www.sportswitnesses.nl.De naam zegt het al, maar het is een Nederlandse vereniging. Deze sites gaan over twee organisaties die inderdaad evangeliseren door middel van sport. Ze doen dit door teams samen te stellen en toernooien te organiseren. De tweede vereniging doet dit ook door amateursportevenementen. Hun sites zijn vooral interessant vanwege de standpunten die ze innemen. 7
u PGO-kwartaal / 3
de
kwartaal 2004 / nummer 5 u
7
Didactisch materiaal over sport http://www.ronduit.nl De site (van de EO) vind ik eigenlijk het beste. Er zijn allerlei artikelen op te vinden, ook over sport en geloof, waarop lezers kunnen antwoorden, antwoorden die er ook bij komen te staan. Dit lijkt mij heel geschikt als materiaal voor in de klas. "GIDS" vzw: "Geloof in de Sport" o.l.v. Jos Deraeve (0476-472857) Jos is een voetballer en richt voor kinderen en jongeren tot 18 jaar kampen in waar zij een stage kunnen doen voor voetbal, tennis, basketbal en andere sporten. Er zijn ook andere initiatieven zoals familiesportdagen. Er is nog geen website, maar wie meer inlichtingen wil, kan bellen op het bovenvermelde nummer. Gottlieb Blokland
Evangeliseren aan het volleybalnet? Toen we in Duitsland woonden, hoorden we over de actie 'Sportler ruft Sportler'. Die actie bestond erin dat christenen via de sport wilden getuigen van hun geloof. Zo werd bijvoorbeeld een volleybalploeg uitgenodigd voor een vriendschappelijke wedstrijd. Midden in de match werden opeens alle spelers aan het net geroepen; iedereen vroeg zich verbaasd af wat er gaande was; dan begon er iemand zomaar luidop te bidden om God te vragen om een goede wedstrijd, om fair play, om veel spelers die hun hart aan Jezus zouden geven en zo meer. Voor de niets vermoedende tegenspelers kwam dit op zijn zachtst gezegd erg bevreemdend over. Sommigen stoorde het erg en anderen ergerden zich blauw. Ik dacht: stel wij worden met onze jeugdgroep uitgenodigd voor een vriendschappelijke voetbalmatch door een Marokkaanse jeugdhuis in de buurt. We denken: leuk om op die manier jongeren met verschillende achtergrond met elkaar in contact te brengen en bestaande scheidingsmuren te doorbreken. Als er dan tijdens de match zou blijken dat niet gezonde ontspanning of integratie en bruggen bouwen via sport de bedoeling is, maar dat men onze jongeren duidelijk tot de islam wil bekeren, zouden wij ons dan niet echt genomen voelen? Als anderen ons zo behandelen, stoort ons dat. Mogen wij dan anderen hetzelfde aandoen? Jezus zei toch: 'Behandel de mensen zoals u door hen behandeld wilt worden. Want dat is waarom het gaat in de Wet en de Profeten.' Iets heel anders is het wanneer bij een sportdag een overtuigde gelovige de prijs voor fair play wint. Daarnaar gevraagd kan hij zeggen dat dat te maken heeft met zijn manier van leven vanuit zijn geloof. Dan geef je een getuigenis, niet alleen met woorden, maar eerst metterdaad. Trouwens: iedere overtuigde gelovige zou bij om het even welke sportwedstrijd de prijs voor fair play moeten halen. Frank Rooze
8
u PGO-kwartaal / 3
de
kwartaal 2004 / nummer 5 u
8
Het competitie-element Het wedstrijdelement in de sport zorgt wel eens voor discussie: is het onchristelijk om te genieten van een overwinning (op anderen) of om in zak en as te zitten na een nederlaag? Het competitieelement kan sporters aanzetten om zich in te zetten. Het beklemtoont het belang van teamwerk en leert leven met verlies. Anderzijds bestaat het risico dat het doel (resultaat) de middelen heiligt en dat de eigenwaarde geassocieerd wordt met winst of verlies. Twee voorbeelden die een gezond evenwicht in het competitie-element illustreren: v In de laatste minuut van de voetbalwedstrijd Everton - West Ham United (0-0) ving Paulo di Canio na een voorzet de bal op met beide handen omdat Everton-doelman Gerrard geblesseerd aan de rand van het strafschopgebied lag. In plaats van te scoren, greep hij sportief de bal zodat de gekwetste Everton-doelman medische verzorging kon krijgen. Sommigen keken vertwijfeld toe, terwijl anderen het gebaar loofden. v In de Spaanse competitie schoot Pedro Zamballa de bal opzettelijk naast een leeg doel omdat de doelman van de tegenpartij bewusteloos lag. Sommige toeschouwers applaudisseerden voor zijn sportiviteit, maar de meeste ‘eigen’ supporters veroordeelden zijn actie. Tolerantie (verdraagzaamheid) en fair play (sportiviteit) zijn wezenskenmerken van de sport. Beide begrippen hebben als basis: gelijkheid, wederzijds begrip en respect voor medespelers, tegenstanders, de scheidsrechter, enzovoorts. Helaas is niet iedereen in en rond de sport hiervan doordrongen. In de krant valt maar al te vaak te lezen dat sporters vanwege hun huidskleur worden gediscrimineerd en uitgescholden, dat sporters elkaar blesseren en dat toeschouwers met elkaar op de vuist gegaan. Deze gebeurtenissen werpen een schaduw op de sport.
Een sportfilm Chariots of Fire (1981) is het waargebeurde verhaal van Eric Liddell en Harold Abrahams die, ondanks grote persoonlijke obstakels, olympisch goud behaalden op de olympische spelen van Parijs in 1924. Liddell, een toegewijd christen die God wilde dienen als zendeling in China, wilde, ondanks druk van het olympisch comité, zijn kwalificatiewedstrijd niet lopen omdat die op een zondag plaatsvond. Uiteindelijk werd een compromis gevonden. Hij liep de 400 meter in plaats van de 100 meter. Tijdens de wedstrijd hield Eric Liddell een papiertje in de vuist geklemd met daarop de tekst van 1 Sam. 2:30 ‘Want wie Mij eren, zal Ik eren, maar wie Mij versmaden, zullen gering geacht worden.’ De grote concurrent Abrahams, een jood, werd geconfronteerd met antisemitisme. Hij liep om zich een plaats te verwerven in de samenleving van het Engelse Cambridge. Zijn zelfwaardegevoel was afhankelijk van zijn atletiekprestaties. In tegenstelling met andere ‘sportfilms’ die zich beperken tot sportieve en/of biografische elementen, gaat Chariots of Fire dieper in op de relatie tussen sport en geloof. De film behandelt de vraag of beide mannen in hun sportbeoefening door hun geloof opgebouwd of belemmerd werden. Welke prioriteiten vraagt het leven en waar haalt men zijn levensvreugde? Abrahams geloofsovertuiging leidde tot verwerping door zijn vrienden. Liddells principiële houding stuitte op veel onbegrip. Hij wou alleen lopen tot Gods eer. Ook vandaag de dag speelt de vraag over de verhouding tussen sport en geloof nog een belangrijke rol. Johan Van den heuvel 9
u PGO-kwartaal / 3
de
kwartaal 2004 / nummer 5 u
9
Een kritische kijk op topsport Topclubs staan naast andere multinationals op de beurs, spelerscontracten worden verbroken en sporters verhuizen voor astronomische bedragen naar andere teams of sponsors. Teams worden opgekocht door miljardairs, die over hun nieuwe speeltje naar eigen goeddunken beschikken. Topsporters verdienen in enkele jaren meer dan de meeste mensen met een lange carrière in een ‘gewoon’ beroep. De keerzijde van die medaille is de mensenhandel in ‘zwarte parels’, erg jonge spelers uit Afrika en Zuid-Amerika die door voetbalmakelaars naar Europa gelokt worden met een toeristenvisum en grootse beloften. Een aantal van hen kunnen zich wel in de kijker spelen, maar verdienen een minimumloon. Velen ‘maken’ het niet en worden aan hun lot overgelaten: ze belanden in de illegaliteit of pseudo-illegaliteit. Opvallend is het semi-religieuze taalgebruik van de sportverslaggevers. Beker- en medaillewinnaars worden als ‘goden’ aanbeden. Ze behalen hun overwinningen in tempels (vb. Gelredome in Arnhem). Het alternatieve beeld: sporters worden beschouwd als de moderne gladiatoren in de ArenA – ze leveren een strijd op leven en dood. Ze worden lyrisch beschreven als ‘helden’, ‘monumenten van de sport’, ‘iconen’, ‘keizers’… Bij terugkeer in eigen land of gemeente worden ze in een praalstoet van limousines rondgereden, vergelijkbaar met de triomfantelijke intocht in Rome na een glorieuze overwinning van een Romeinse veldheer. Ter vergelijking: toen de Ark van het Verbond naar Jeruzalem gebracht werd, stond de heerlijkheid van God centraal, toen Jezus Jeruzalem binnenreed, deed Hij dat op een ezel… De media benadrukken deze tot de verbeelding sprekende wereld door een overaanbod aan sportuitzendingen. Zowat alle ‘belangrijke’ sportgebeurtenissen worden rechtstreeks uitgezonden en omkaderd met talkshows en voor- en nabeschouwingen en ook nog eens herhaald of samengevat. Afgelopen zomer kreeg de sportzender Eurosport er met Sporza een tijdelijke (?) concurrent bij. De pers licht ons in over allerlei privézaken van sportvedetten… alles met een hoog emotie-gehalte wordt als relevante informatie verkocht… Tegelijk kan menig grootverdiener in de sport het gewicht van de weelde en de bekendheid moeilijk dragen. Marco Pantani en Diego Maradona zijn daarvan bekende, maar zeker niet de enige voorbeelden. De commercialisering van de (top)sport houdt een aantal gevaren in. Gokkantoren – legaal en illegaal – hebben al heel wat mensen in ernstige problemen gebracht. Sportieve merkkleding is vooral in bij de jeugd. Sport verschaft veel werk, denken we maar aan managers, technici, medici, zakenlui, juristen, journalisten, drukkers, horecapersoneel en vervoerders. De uitwerking van de economische krachten strookt niet altijd met een aantal elementaire karakteristieken van de sport. Een Vlaams voorbeeld daarvan is de commotie rond het al dan niet deelnemen van Kim Clijsters aan de Olympische spelen, veroorzaakt door sponsorbelangen. Terwijl de aandacht van 'de bakker op de hoek' uitgaat naar een lokale sportclub, gaat die van kapitaalkrachtige sponsors voornamelijk uit naar topsporters. Solidariteit is niet vanzelfsprekend in een meer en meer door economische krachten geregeerde topsport. Op een 'normale' economische markt is dat een gegeven. De producent die het beste product aanbiedt, zal uiteindelijk ook het grootste marktaandeel behalen. In de sport ligt dat anders. Een wezenlijk kenmerk van het product dat sportclubs aanbieden, is de sportieve competitie tussen de clubs. Dat kenmerk bestaat bij de gratie van een evenwicht in de sportieve verhoudingen tussen de clubs. Die komen onder druk te staan als de populairste clubs economisch sterker worden, want die zullen op den duur ook sportief sterker worden. Prestatiedrang en invloed van economie en media kunnen de weg naar hulpmiddelen verkorten. Johan Van den heuvel
10
u PGO-kwartaal / 3
de
kwartaal 2004 / nummer 5 u
10
Doping in de sport Doping is al zo oud als de sport zelf. In de Oudheid gebruikten de Grieken magische kruiden om hun prestaties te bevorderen. Het gebruik van doping is verboden omdat het niet past in de gedachte van 'fair play' en omdat het de gezondheid kan schaden. De stoffen die verboden zijn, staan op de dopinglijst van het Internationaal Olympisch Comité. Overigens zijn ook middelen om dopinggebruik te maskeren, meestal verboden. Op de lijst staan ook middelen die gewoon bij de drogist te koop zijn of door een arts kunnen worden voorgeschreven. Anabole steroïden zijn één van de meest gebruikte dopingsoorten. Ze zijn afgeleid van het mannelijk geslachtshormoon testosteron. Zij vergroten de spiermassa en -kracht en worden daarom vooral gebruikt door krachtsporters, zoals gewichtheffers en bodybuilders, maar ook door duursporters die veel spierkracht verrichten. De laatste paar jaar zijn in de atletiekwereld nogal wat sporters betrapt op het gebruik van nandrolon. Ook dit is een anabool steroïd dat vaak gebruikt wordt in voedingssupplementen. Die supplementen zijn in een aantal landen vrij te koop. Anabolen zijn niet onschuldig. Er kunnen nogal wat bijwerkingen ontstaan, zoals een verhoogde kans op hart- en vaatziekten, leverfunctiestoornissen, depressies en groeistoornissen bij jongeren. Tegenwoordig is EPO ook een veel gebruikt doping in de sport. EPO is een afkorting van erytropoietine. Deze doping stimuleert de aanmaak van rode bloedcellen die de zuurstoftransporteurs zijn. Verhoging van het aantal rode bloedcellen geeft meer zuurstof in de spieren en laat deze beter functioneren. EPO verhoogt de slijtage van de aders. Creatine is strikt genomen geen doping. Het staat niet op de dopinglijst, al is er een discussie gaande om creatine op te nemen. Het is een lichaamseigen stof die ervoor zorgt dat de spieren zich sneller kunnen herstellen. Het heeft vooral effect bij sporten met een intervalbelasting, zoals voetbal of hockey, omdat je dan gebruik maakt van de herstellende werking. Voor duursporten heeft het weinig zin. Creatine heeft als bijwerking dat je zwaarder wordt. Over eventuele schadelijke gevolgen ervan op lange termijn is nog weinig bekend. Naast middelen bestaan er ook methoden om sportprestaties te bevorderen. De bekendste is het toedienen van bloed of bloedcellen. Daarbij is het bloed vaak in een eerder stadium afgetapt. Er wordt meer zuurstof naar de spieren gebracht wanneer de atleet de rode bloedlichaampjes weer toegediend krijgt. Hierdoor presteert de spiermassa langer en beter. Een voorbeeld van een atleet die in de jaren zeventig en tachtig veel profijt heeft gehaald uit bloedtoediening, is de Finse lange-afstandsloper Lasse Viren. Farmacologische, chemische en fysieke manipulatie zijn verboden. In gewoon Nederlands: het in de maling nemen van de controleurs. Daarbij moet gedacht worden aan het afgeven van oude of andermans urine bij de dopingcontrole of het toevoegen van maskerende stoffen aan de afgegeven urine. Zo zou de Ierse zwemster Michelle Smith haar plasje met alcohol besprenkeld hebben waardoor het urinemonster onbruikbaar werd. Het laatste verboden middel is genetische doping, ook wel celdoping genoemd. Tot op heden zijn er nog geen (gevallen van) genetisch verbeterde atleten bekend, maar gezien de stormachtige ontwikkelingen in de genetica mag dit in de nabije toekomst als realiteit worden verwacht. Dopinggebruik vind je terug in alle sporten, zowel in topsport als op recreatief niveau. Over de mate waarin doping georganiseerd gebruikt wordt (door teams), doen allerlei geruchten de ronde. Johan Van den heuvel
11
u PGO-kwartaal / 3
de
kwartaal 2004 / nummer 5 u
11
Slachtoffers in de sport Miklós Fehér, een 25-voudig Hongaars voetbalinternational, overleed op 25 januari 2004 tijdens een voetbalwedstrijd tussen de Portugese ploegen Benfica Lissabon en Vitória Guimarães. Benfica had net gescoord en Fehér had dit doelpunt volgens de scheidsrechter te langdurig gevierd en ontving hierdoor een gele kaart. Net nadat hij deze kaart ontving, ging hij onderuit door een hart- en ademhalingsstilstand. Hulp kon niet meer baten voor de 24-jarige spits. De wedstrijd werd vijftien minuten onderbroken … en verder afgewerkt. The game(s) must go on… hadden we dat al niet eerder meegemaakt? Munchen in ’72, Brussel in ’86… Uit autopsie bleek dat Fehér een natuurlijke dood was gestorven. In de zomer van 2003 overleed op identiek dezelfde manier de Kameroense speler Marc-Vivien Foé in Lyon tijdens de Continentale Beker. Voetbal... het is niet altijd een feest. Enkele maanden na het ‘incident’ met Fehér werd bij Benfica Lissabon ook het 18-jarige talent Bruno Baião getroffen door een hartaanval. De speler ging na de training op café met enkele ploegmaats en stortte daar plotseling in elkaar. Hij overleed later in het ziekenhuis. Nog dit voorjaar bleek de Kameroenees Patrick Julius Ebanda van het Oekraïnse Arsenal Kiev hartproblemen te hebben. Hij vreest dat die het gevolg zijn van verboden substanties die de club hem toedient. Eerder dit jaar overleden twee spelers van Arsenal Kiev aan hartproblemen. Ebanda verklaarde dat de teamdokters hem twee dagen voor elke wedstrijd negen pillen deden nemen… Fadiga (vroeger bij Club Brugge) en Kanu (Arsenal)… hebben hun spelersloopbaan moeten onderbreken wegens… hartproblemen. Hartproblemen zijn één van de meest voorkomende symptomen bij doping, meer bepaald bij het gebruik van steroïden. Begin 2004 is de Vlaamse wielerbelofte Johan Sermon aan een hartaanval overleden. Ex-wielrenner Philippe Gaumont spreekt van gestructureerde doping in de wielersport. Het weigeren van stimulerende middelen betekent ontslag. De kans om betrapt te worden is zeer klein. ‘Elke renner weet dat EPO na drie dagen niet meer opspoorbaar is, maar het effect tien dagen doorwerkt. Je weet dus precies wanneer je moet stoppen.’ Gaumont won in 1992 bij de Olympische Spelen in Barcelona de bronzen medaille op de ploegentijdrit. Supernaïef was hij naar eigen zeggen: ‘Ik had nooit gedacht dat ik me in de mobilhome van de ploeg moest laten inspuiten.’ Voor de tijdrit trok de ploegarts de gordijnen dicht om zijn werk te beginnen: een spuit fonzylane om de bloedvaten en aders te verwijden zodat het bloed sneller kon stromen, een cafeïne-injectie om hem op te peppen, een theostat-pilletje om hem beter te laten ademhalen en notropyl voor de concentratie. Volgens Gaumont is de pakkans zo klein omdat sommige middelen, zoals groeihormonen, gewoonweg niet op te sporen zijn. Maar er zijn legio andere methoden waarmee renners en artsen de dopingcontroles omzeilen. Zoals de ‘medische indicatie’. Renners laten zich door specialisten medicijnen voorschrijven die verboden producten bevatten, onder het voorwendsel dat ze een medisch probleem hebben. De verboden producten kunnen dan plotseling ‘legaal’ gebruikt worden… Onverwachte dopingcontroles bestaan in het wielrennen niet, aldus Gaumont. Er wordt alleen gecontroleerd tijdens trainingsstages en gedurende de koersen. Renners en ploegartsen kunnen tot op de dag nauwkeurig plannen of er risico bestaat dat een renner bij de dopingcontrole tegen de lamp loopt. In Vlaanderen weten we ondertussen dat onverwachte huiszoekingsbevelen kunnen leiden tot het vinden van ‘wespen’ en ‘gesneden broden’… Problematisch is dat betrapte dopinggebruikers soms de handen boven het hoofd worden gehouden. Enkele weken nadat Marco Pantani overleed, werd de renner overal 'heilig' verklaard. In sommige rittenwedstijden zou ‘zijn’ rugnummer nooit meer gedragen worden. Spelers van het Nederlandse elftal werden na vaststelling van dopinggebruik nauwelijks gestraft… iedereen moet blijkbaar zijn plaats kennen in het milieu… De bestrijders van dopinggebruik kennen wellicht ook vijanden binnen de sportbonden. Johan Van den heuvel
12
u PGO-kwartaal / 3
de
kwartaal 2004 / nummer 5 u
12
Sport, politiek en propaganda De Olympische spelen zijn meer dan eens gebruikt voor politieke doeleinden of voor propaganda door organisatoren, deelnemende landen, individuele sporters en buitenstaanders, die profiteren van de massale media-aandacht. Een overzichtje: 1916 Berlijn 1920 Antwerpen 1936 Berlijn
afgelast vanwege WO-I Oostenrijk, Bulgarije, Duitsland, Hongarije en Turkije vanwege hun rol in WO-I geweerd OS aan Duitsland toegewezen om de toenmalige republiek zijn plek tussen de Europese naties te geven. De nazi's hadden de macht inmiddels stevig in handen en om dit aan de wereld te tonen, hebben ze de Spelen zorgvuldig geregisseerd. Oproepen van joden in diverse landen om de Spelen te boycotten haalden niets uit 1940 Tokyo Japan werd ontheven van zijn opdracht de Spelen te organiseren na hun inval in China 1940 winterspelen afgelast na de Duitse inval in Polen GarmischPartenkirchen 1940 zomerspelen afgelast wegens de Russische inval in Finland Helsinki 1944 Londen door WO-II ook geen olympisch jaar 1948 Londen geen uitnodiging voor de verliezers van de oorlog, Duitsland en Japan. Voor het eerst doen communistische landen mee 1952 Helsinki de Taiwanese delegatie trekt zich van de spelen terug omdat de Volksrepubliek China wordt toegelaten. Duitsland doet overigens weer mee. Voor het eerst is ook de USSR van de partij 1956 Melbourne Egypte, Irak en Libanon boycotten de Spelen vanwege Israel's inval in de Sinaïwoestijn. China doet niet mee omdat het olympisch comité van Taiwan nog steeds is erkend (was het vier jaar geleden in 1952 niet andersom?). Nederland, Spanje en Zwitserland nemen geen deel vanwege de Russische inval in Hongarije. Hongarije en de Sovjet Unie nemen zelf wel deel 1960 Rome Vanaf 1960 is het voor lange tijd gedaan met de Zuid-Afrikaanse deelname 1968 Mexico Oost-Duitsland er voor het eerst bij als zelfstandig deelnemer. Verder vallen vooral de Amerikaanse atleten Tommie Smith en John Carlos, beiden hardlopers, op met hun black power-protest 1972 München Leden van de Palestijnse verzetsgroep Zwarte September dringen het Olympisch dorp binnen. Ze schieten twee Israëlische atleten dood en nemen er elf in gijzeling. Ze eisen vrijlating van 200 Palestijnse activisten die in Israël gevangen zitten. Die eis wordt niet ingewilligd. Als de terroristen een vliegtuig eisen om met de gijzelaars naar Egypte te vliegen, stemt de Duitse regering daar mee in. Politiemensen op het vliegveld van München bereiden een reddingsactie voor. Als de terroristen met hun gijzelaars in een helikopter op het vliegveld aankomen, worden ze overvallen. Bij de actie komen negen gijzelaars, vijf terroristen en één agent om het leven. Na een dag van rouw worden de spelen hervat. Onder druk van 27 Afrikaanse landen wordt Rhodesië niet toegelaten wegens de apartheidspolitiek van dat land 1976 Montreal Nieuw-Zeeland heeft het gewaagd zijn rugbyteam naar Zuid-Afrika te laten gaan om daar, ondanks de internationale boycot van dat land, te spelen. Diverse landen vragen vervolgens het IOC om Nieuw-Zeeland van deelname aan de spelen van Montreal uit te sluiten. Als het IOC daar niet op ingaat (rugby is geen olympische sport) laten 24 Afrikaanse deelnemers het afweten. Overigens mogen Zuid-Afrika en Rhodesië nog steeds niet deelnemen
1980 Moskou
13
geboycot door de Verenigde Staten omdat Russische troepen de Afghaanse grens hebben u PGO-kwartaal / 3
de
kwartaal 2004 / nummer 5 u
13
1984 Los Angeles 1988 Seoul 1992 Barcelona 2000 Syndey
overschreden. Hoewel de Australische regering de boycot steunt, mogen Australische sportmensen zelf bepalen of ze deelnemen Vier jaar later nemen de Russen en 13 andere communistische landen wraak als Los Angeles de Spelen organiseert. Zij houden hun atleten thuis, onder andere omdat de Amerikanen de Olympische gedachte geweld aandoen door de Spelen voor commercieel gewin te gebruiken Alleen Noord-Korea, nog steeds in oorlog met het gastland Zuid-Korea, Cuba, Ethiopië en Nicaragua boycotten de Spelen van Seoul het jaar van de Zuid-Afrikaanse terugkeer. Voor het eerst sinds het land door het IOC in 1960 in de ban werd gedaan, nemen er weer Zuid-Afrikaanse atleten deel aan de Spelen DeAboriginals gebruiken de Spelen in Sydney om de aandacht van de wereld te trekken en de Australische regering onder druk te zetten. Een oproep aan Aboriginal sportmensen om niet deel te nemen heeft weinig weerklank gevonden. Johan Van den heuvel
Paralympische spelen In 1948 organiseerde Sir Ludwig Guttman een sportwedstrijd in Engeland voor veteranen uit WOII die een rugletsel hadden. Vier jaar later deden ook sporters uit Nederland mee aan deze spelen. Het internationale evenement, dat nu de Paralympische spelen heet, was geboren. In Rome werden in 1960, direct na afloop van de Olympische spelen, de eerste spelen onder de noemer 'paralympische spelen' gehouden. Vierhonderd sporters uit 23 landen streden tegen elkaar in acht sporten. Tegenwoordig is het een sportevenement voor atleten uit zes verschillende groepen handicaps.De nadruk ligt op het feit wat de spelers wèl kunnen, in plaats van op wat ze niet kunnen. Het aantal atleten dat meedoet, is erg gegroeid sinds de begindagen, van 400 atleten in Rome in 1960 tot 3195 tijdens de spelen in Atlanta in 1996. In 1976 werden de eerste Paralympische Winterspelen georganiseerd in Zweden. De Paralympische spelen worden in hetzelfde jaar gehouden als de Olympische spelen en sinds 1988 worden ze ook in dezelfde plaats gehouden. Vanaf 2012 wordt het verplicht voor de stad die de Olympische spelen organiseert om ook de Paralympische spelen te organiseren. Drie weken na de Olympische spelen in Athene vinden de twaalfde Paralympics plaats. Een sportief hoogtepunt waaraan alleen de beste atleten ter wereld deelnemen, die allen zeer strenge selectiecriteria gehaald hebben. Athene verwacht 4000 atleten uit 135 landen. De atleten zullen in 18 sporten uitkomen: boogschieten, atletiek, basketbal, boccia, wielrennen, paardrijden, schermen, voetbal, judo, powerlifting, rolstoelrugby, zeilen, schietsport, zwemmen, tafeltennis, tennis, goalbal en volleybal. Afhankelijk van de aard van hun handicap komen de atleten in vijf verschillende categorieën uit: hersenverlamden, geamputeerden, visueel gehandicapten, rolstoelatleten en 'de anderen'. In de verschillende handicap-klassen worden verder nog een aantal subklassen onderscheiden. Deze classificatie heeft als doel atleten met dezelfde mogelijkheden met elkaar te laten sporten. Johan Van den heuvel
14
u PGO-kwartaal / 3
de
kwartaal 2004 / nummer 5 u
14
De Stuurgroep Alweer een jaar voorbij!! Met nieuwe energie beginnen we aan een nieuw en hopelijk prima jaar voor ons protestants godsdienstonderwijs. Als stuurgroep hebben wij er ontzettend veel zin in om onze activiteiten weer aan te vangen. Onze vergaderdata voor het nieuwe schooljaar zijn zoals gewoonlijk op woensdagnamiddag: 6 oktober, 24 november, 26 januari, 23 maart en 25 mei. Als we terugzien op het jaar dat achter ons ligt, stelt zich natuurlijk de vraag waar we mee bezig zijn geweest. Samen met de inspectie is er een studiedag SO georganiseerd met als onderwerp allochtonen in de klas. Op 1 en 8 maart waren we allemaal in het Hendrik Consciencegebouw te gast om diverse sprekers en collega’s over hun ervaringen te beluisteren. Het onderwerp was heel actueel en ook al had je toen nog geen leerlingen van andere culturen in je klas, het kan dit jaar al wél zo zijn. Gezichtspunten waren divers en gaven aanleiding tot enig rumoer in de zaal. Maar diversiteit was juist de opzet. De studiedagen LO stonden dan weer in het teken van de nieuwe leerplannen LO. Na een moeilijke start (het kost best wat inzet om jezelf in te passen in de structuur van dit nieuwe leerplan) komen er zeer veel positieve reacties. Ook zijn er (opnieuw) regionale werkgroepen aan het ontstaan: samen lessen voorbereiden in je eigen regio, dat kan voor ieder zeer vruchtbaar zijn!! Dit jaar hebben jullie voor het laatst de folders in het bekende ontwerp en kleur ontvangen. We werken aan een nieuwe folder die niet zoveel jaren meegaat (dus in beperkte oplage zodat we bij de tijd blijven en sneller kunnen veranderen), meer eigentijds, aantrekkelijker voor leerlingen, informatief voor de ouders. Het is de bedoeling dat deze nieuwe folders voor het volgende schooljaar beschikbaar zijn (2005-2006). Ook trachten we folders te maken in verschillende talen: naast het Frans, Engels en Duits, werken we aan een vertaling in het Spaans, Russisch, Angolees en Assyrisch. Johan is actief voor de web-site van het PGO. Je bijdragen zijn zeer welkom. Als je ideeën hebt voor lessen of interessant materiaal dat je wilt delen met collega’s, neem contact op met Johan Van den heuvel:
[email protected]. We merkten dat de leerplancommissie SO zeer actief is geweest met het uitwerken van modules voor het BSO. Dit zijn korte lesmomenten over zeer gevarieerde onderwerpen. Vorig schooljaar zijn er een groot aantal afgewerkt en nu klaar voor gebruik. Ook is er gewerkt aan een nieuw opzet voor de eerste graad SO, die hard aan vernieuwing toe is. We zoeken nog steeds collega’s die onze PGO stand willen bevolken op hoogtijdagen. Zoals je weet zijn we het afgelopen jaar met een stand aanwezig geweest op 1 en 11 november in Antwerpen/Berchem, op de Bijbeldag van 1 mei en het Pinksterweekend in de Hoge Rielen, Kasterlee. Vanuit het Comité is men het er over eens dat een presentatie van het PGO op dagen waar veel potentiële leerlingen (en hun ouders) komen, waardevol en noodzakelijk is. Dat vereist een professionele stand. We zijn goed op weg een aantrekkelijke en informatieve stand in te richten, maar het kan nog beter. Wie is creatief en wil meewerken in een team ter voorbereiding van deze dagen in het komend jaar? Er zijn nieuwe leden gekozen voor de Stuurgroep van 2004-2008. Er waren 92 geldige stemmen uitgebracht. Uit evangelische kringen zijn verkozen: Eric Rutten voor LO, Johan Van den heuvel voor SO en als reserve LO en SO Ann Van Garsse. Uit pinksterkringen zijn verkozen: Lieve Moortgat voor LO, Rudy Van Biervliet reserve voor LO, Samuël Bossers voor SO, David Thierfeldt reserve SO. Uit VPKB-kringen zijn verkozen: Christine Liagre voor LO, Mireille Hauspie reserve voor LO, Margreet de Boer voor SO, Peter Van Vaerenbergh reserve voor SO. Hieronder volgt de volledige lijst met adressen en e-mails. Alle medewerking is welkom, ideeën en suggesties zien we graag tegemoet!! Namens de stuurgroep Margreet de Boer.
15
u PGO-kwartaal / 3
de
kwartaal 2004 / nummer 5 u
15
Adressen Stuurgroep 2004-2008 Effectieven
Vervanger
Rutten Eric Molenstraat 18 8560 Wevelgem 056 / 41.73.53
[email protected]
Evangelisch / L.O.
Van den heuvel Johan Alverbergstraat 21 3500 Hasselt 011 / 87.42.41
[email protected]
Evangelisch / S.O.
Van Garsse Ann (L.O. en S.O.) Stationsstraat 15 1601 Ruisbroek 02 / 377.07.83
[email protected]
Moortgat Lieve Pinksteren / L.O. Dalenborchstraat 6 B.201 2800 Mechelen 015 / 41.14.68 (tel. en fax)
[email protected]
Rudy Van Biervliet Vierbunder 1 1800 Vilvoorde 02 / 2523684
[email protected]
Bossers Samuël Zoetebeemd 1 1700 Dilbeek 02 / 582.67.59
[email protected]
Pinksteren / S.O.
Thierfeldt David Tennislaan 9 2400 Mol 014 / 81.12.34
[email protected]
Liagre Christine Meersstraat 71 9000 Gent 09 / 221.15.06
[email protected]
VPKB / L.O.
Mireille Hauspie Wilderstraat 54 9400 Appelterre 054 / 32.92.65
[email protected]
de Boer Margreet VPKB / S.O. Kleine Duddegemstraat 4 9051 Afsnee 09 / 220.43.66
[email protected]
16
u PGO-kwartaal / 3
Van Vaerenbergh Peter Justus Lipiusstraat 46 (/0201) 3000 Leuven 016 / 22.38.35
[email protected]
de
kwartaal 2004 / nummer 5 u
16
Familiale berichten Geboorte Collega Erwin Van Den Branden meldde ons de geboorte van hun tweede kindje: Helena Lisette Lieve werd op 11 juni 2004 geboren. Van harte proficiat en zegen toegewenst. Overlijden Collega Jeanett Funk meldde ons het overlijden op 24 april 2004 van haar moeder, mevrouw Ada van der Sluis. Collega Glenda Goblet meldde ons het overlijden op 9 mei 2004 van haar grootmoeder, Magdalena Meyers, geboren op 19-12-1905. Collega Agnes Jonckheere meldde ons het overlijden op 2 augustus 2004 van haar moeder, mevrouw Maria De Graeve, geboren op 2 februari 1922. Collega Bert Hunink meldde ons het overlijden van zijn vader, de heer Cornelis Hunink, geboren op 19 december 1922. Onze oprechte deelneming aan onze collega's en hun families bij dit verlies. Met pensioen Maarten den Boer, uit Maaseik, is in april met pensioen gegaan. We wensen hem vele zorgeloze jaren van welverdiende rust.
Een lied Ik loop de wedloop die voor mij ligt door een wolk van getuigen omgeven. Met mijn ogen alleen op Jezus gericht, in de wedloop van het leven.
in de wedloop van het leven. En ik weet dat Hij gestorven is aan het kruis om mijn zonde te vergeven. Dit geloof is mijn getuigenis in de wedloop van het leven.
Refrein: Hij is mijn hoop, mijn kracht, mijn zekerheid, Hij wijst mij de weg die ik moet gaan. Hij is mijn rots en geeft standvastigheid; Jezus is het doel van mijn bestaan.
U bent mijn hoop, mijn kracht, mijn zekerheid, U wijst mij de weg die ik moet gaan. U bent mijn rots en geeft standvastigheid. Ja, U bent het doel van mijn bestaan. (2x)
Hij geeft volharding om door te gaan in de strijd die het leven ons kan geven. Hij heeft zelf ook de pijn en moeite doorstaan
17
u PGO-kwartaal / 3
Lied 564 uit de bundel 'Opwekking' Hebreeën 12:1-2 Tekst en muziek: Marcel Zimmer
de
kwartaal 2004 / nummer 5 u
17