Persoonlijk Informatie Dossier Prostaatkanker: behandelingen
17358 (2 | januari 2016
5. Uw behandeling Actief volgen bij prostaatkanker Operatief verwijderen van de prostaat met behulp van Da Vincirobot via open procedure Uitwendige bestraling, eventueel in combinatie met adjuvante hormonale therapie Inwendige bestraling Hormonale therapie Cryotherapie
Actief volgen bij prostaatkanker Prostaatkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij oudere mannen. Doordat prostaatkanker tegenwoordig vaak in een vroeg stadium wordt ontdekt en meestal langzaam groeit, zal niet iedere patiënt eraan overlijden. In sommige gevallen groeit de prostaatkanker zelfs zo langzaam dat de patiënt helemaal geen klachten krijgt. Deze patiënten komen in aanmerking voor het Active Surveillance beleid (actief volgen). In dit hoofdstuk leest u hier meer over. Prostaatkanker is een langzaam groeiende kanker. Bij 30% van de mannen blijkt de tumor zelfs niet of nauwelijks te groeien en ook geen klachten te veroorzaken. Het is daarom niet altijd zinvol om prostaatkanker direct actief te behandelen.
Klachtenverlichtende behandeling (palliatieve zorg) Dit geldt voor: • oudere mannen met een zeer langzaam groeiende prostaatkanker zonder klachten. • mannen met een lage of stabiele PSA-waarde bij wie slechts in enkele biopten tumorcellen zijn gevonden en die verder gezond zijn.
‘
Als u en uw artsen na zorgvuldig overleg besluiten om (nog) niet direct actief te behandelen, wordt het verloop van uw ziekte nauwkeurig gevolgd met controleonderzoeken. Deze vorm van behandeling heet actief volgen. Dit houdt in dat de uroloog elke drie tot zes maanden een PSA-test bij u uitvoert, en soms een rectaal toucher herhaalt. Als de situatie langere tijd (twee jaar) stabiel blijft, kunnen de controles eens per zes maanden of eens per jaar plaatsvinden. Als de PSA- waarde toeneemt, krijgt u ongeveer eens per jaar ook een echografie en een biopsie. Als er
aanwijzingen zijn dat de tumor groeit, volgt meestal alsnog een curatieve behandeling (bestraling of operatie).
Operatief verwijderen van de prostaat (radicale prostatectomie)
Voordelen Het grote voordeel van actief volgen is dat zolang er niet tot behandeling wordt overgegaan er ook geen bijwerkingen zoals incontinentie (ongewild urine- en/ of ontlastingverlies) of impotentie (onvermogen om een erectie te krijgen of te behouden) kunnen optreden. Bovendien worden met actief volgen onnodige behandelingen voorkomen.
Als u prostaatkanker heeft en er zijn geen uitzaaiingen gevonden, dan kan de uroloog de hele prostaat met zaadblaasjes verwijderen. Ook wordt het eerste deel van de plasbuis verwijderd omdat deze door de prostaat loopt. Er wordt weer een nieuwe verbinding gemaakt tussen de blaas en het overgebleven deel van de plasbuis. De medische term voor deze operatie is een radicale prostatectomie. Als er wel uitzaaiingen zijn, komt u in aanmerking voor een andere behandeling.
Nadelen Wanneer u het besluit neemt het actief volgen beleid te volgen betekent dit dat u verder leeft met het feit dat u prostaatkanker heeft die nog niet wordt behandeld. Deze wetenschap kan voor sommige patiënten emotioneel belastend zijn.
De operatie kan op verschillende manieren worden uitgevoerd: • De radicale prostatectomie kan plaatsvinden via een kijkoperatie met behulp van een robot (Da Vincirobot). De opname duurt dan ongeveer 3dagen. • De open procedure. Dit is een operatie via een snede in de onderbuik. De opname duurt ongeveer 5- 7 dagen. De voorkeur gaat uit naar de operatie met behulp van een robot. Als dit om een bepaalde reden niet kan zal de uroloog dit met u bespreken.
De gevolgen van een radicale prostatectomie: • Erectieproblemen. Afhankelijk van de grootte en de plaats van de tumor is het vaak onvermijdelijk dat de zenuwen die zorgen voor een erectie, beschadigd worden. Dit betekent dat het niet altijd meer (goed) mogelijk is een erectie te krijgen. • Geen zaadlozingen. Dit wordt ook wel “droog klaarkomen”genoemd. U komt klaar met alle daarbij behorende gevoelens maar zonder zaadlozing. • Urineverlies (incontinentie). De eerste tijd na de operatie hebben veel mannen last van urineverlies. Meestal stopt dit na een paar maanden. Sommige mannen blijven er last van houden, vooral bij drukverhogende momenten zoals hoesten of zware dingen tillen. Het kan dan een oplossing zijn om incontinentiemateriaal te gebruiken. Volledige en blijvende urine-incontinentie komt bij ongeveer vijf procent van de mannen voor. Bij een radicale prostatectomie krijgt u begeleiding en advies van de bekkenbodemfysiotherapeut om incontinentie te behandelen en/of te voorkomen. Brochure In de brochure “Operatie voor het verwijderen van de prostaat” staat de ingreep uitgebreid beschreven. U kunt hierin lezen over de voorbereiding op de operatie en over de operatie zelf. Ook wordt de nazorg en leefregels beschreven.
Uitwendige bestraling (radiotherapie) bij prostaatkanker Een mogelijke behandeling bij prostaatkanker is radiotherapie. Dit wordt ook wel bestraling genoemd. Als bestraling voor u een mogelijkheid is kunt u voor een gesprek verwezen worden naar de radiotherapeut-oncoloog die u meer specifieke informatie hierover kan geven. Bij uitwendige bestraling wordt de prostaat uit verschillende richtingen bestraald. Door iedere dag een kleine hoeveelheid bestraling te geven, kan schade aan gezonde organen voorkomen worden. Dit betekent wel dat een patiënt gedurende een aantal weken dagelijks bestraald moet worden. De behandeling vindt poliklinisch plaats. Tijdelijke bijwerkingen zijn: vaker moeten plassen met een branderig gevoel en vaker aandrang voor ontlasting. En soms bloed en/of slijm bij de ontlasting. Bij uitwendige bestraling is de kans op impotentie kleiner dan na een operatie. Toch wordt na verloop van jaren een deel van de patiënten impotent. De kans op incontinentie is klein. Een deel van de patiënten heeft blijvend een frequentere stoelgang. Tijdens de behandeling bent u onder controle van de radiotherapeut-oncoloog van het Radiotherapeutisch Instituut Friesland (RIF). Als u lichamelijke klachten heeft kunt u die het beste met een medewerker van het RIF bespreken. Zij kunnen u adviseren en begeleiden in de behandeling van uw klachten. U kunt ook contact opnemen met uw eigen uroloog of de verpleegkundig consulent.
Meer informatie over bestraling vindt u op de site van het Radiologisch Instituut Friesland www.radiotherapiefriesland.nl Aanvullende hormoontherapie (adjuvante hormoontherapie) Afhankelijk van het stadium van de tumor en de agressiviteit bespreekt de uroloog of radiotherapeut-oncoloog hormoontherapie met u. Hormoontherapie kan als aanvullende behandeling rondom en na de bestraling worden gegeven. Deze combinatie van behandelingen is vooral geschikt voor patiënten met een gevorderde tumor (Gleason-score 7-10). De hormoontherapie krijgt u in de vorm van medicijnen (tabletten en/of injecties). Meer informatie over de hormoontherapie vindt u verderop in dit PID.
Inwendige bestraling (brachytherapie) bij prostaatkanker Een mogelijke behandeling bij prostaatkanker is inwendige bestraling, ook wel brachytherapie genoemd. Deze genezende behandeling is voor sommige patiënten geschikt, namelijk bij patiënten met een tumor in een vroeg stadium, lage PSA waarde (< 15) en een gleasonsomscore gelijk of lager dan 6. Voor meer informatie over deze behandeling verwijzen we u naar de website van het Radiotherapeutisch Instituut Friesland. Hier kunt u ook een folder vinden over deze ingreep. Tijdens de behandeling bent u onder controle van de radiotherapeut-oncoloog van het Radiotherapeutisch Instituut Friesland (RIF). Als u lichamelijke klachten heeft kunt u die het best met de radiotherapeut-oncoloog van het RIF bespreken. Hij/zij kan u adviseren en begeleiden in de behandeling van uw klachten. U kunt ook contact opnemen met uw eigen uroloog of de verpleegkundig consulent. Meer informatie over bestraling vindt u op de site van het Radiologisch Instituut Friesland www.radiotherapiefriesland.nl
Hormoontherapie bij prostaatkanker Als u prostaatkanker heeft, kunt u als aanvullende (adjuvante) behandeling in combinatie met de uitwendige radiotherapie of als klachtenverlichtende behandeling hormoontherapie krijgen. Op deze pagina leest u informatie over deze behandeling. Hormonen en prostaatkanker Hormonen zijn stoffen die het lichaam zelf maakt. Hormonen worden uitgescheiden in het bloed en beïnvloeden een aantal processen of organen in het lichaam. Een belangrijke groep hormonen zijn de geslachtshormonen. De groei van prostaatkankercellen wordt gestimuleerd door het mannelijke geslachtshormoon testosteron. Werking hormoontherapie Hormoontherapie is erop gericht de stimulerende werking van testosteron te stoppen. Het ontstaan en de woekering van kankercellen kan zo (tijdelijk) worden stop gezet. Het gevolg is dat de groei van de kankercellen wordt geremd, het aantal kankercellen afneemt en dat eventuele klachten verminderen. Adjuvante hormoon therapie Soms wordt hormonale therapie als aanvullende behandeling geadviseerd aan mannen met niet-uitgezaaide prostaatkanker. Door de hormonale therapie toe te voegen aan radiotherapie hoopt men de kans op uitzaaiingen of terugkeer van de ziekte te verkleinen.
Palliatieve hormoontherapie (klachtenverlichtende hormoontherapie) Hormoon therapie wordt meestal als klachtenverlichtende behandeling gegeven. Doel is dan om de ziekte te remmen en klachten te voorkomen of te verminderen. Er zijn twee mogelijkheden om de invloed van de geslachtshormonen op de groei van de tumorcellen te verkleinen: •
Orchidectomie; dit is een operatie waarbij het zaad- en hormoonproducerend weefsel wordt verwijderd (castratie). Hierdoor wordt de belangrijkste productiebron van het mannelijke geslachtshormoon weggenomen. Een deel van de zaadbal blijft zitten.
•
Hormoonpreparaten; een andere mogelijkheid om een castratie te bewerkstelligen, is het gebruik van bepaalde hormoonpreparaten (de LH-RH analogen). Deze medicijnen blokkeren de hormonen die vanuit de hersenen de zaadballen stimuleren tot productie van testosteron. Zo’n behandeling wordt wel een chemische castratie genoemd. De hormoonpreparaten worden via een onderhuidse injectie toegediend.
Bijwerkingen van de hormoontherapie zijn: • Minder zin in vrijen (libidoverlies) • Impotentie (door sterk verminderde productie testosteron) • Stemmingsveranderingen • Opvliegers, dat wil zeggen, aanvallen van roodheid, warm worden en zweterigheid • Verandering van lichaamsbeharing/lichaamsgewicht • Op langere termijn verhoogde kans op botontkalking (osteoporose)
• • •
Gewrichtsklachten Moeheid Soms lichte zwelling en/of pijnlijkheid van de borsten en tepels
Cryotherapie bij prostaatkanker Bij cryotherapie worden prostaatkankercellen vernietigd door ze te bevriezen. De behandeling is vooral geschikt voor patiënten die al bestraald zijn en die vermoedelijk opnieuw prostaatkanker hebben (recidief). Ook als u een niet-uitgezaaide prostaatkanker heeft en geen operatie kunt of wilt ondergaan, is cryotherapie misschien geschikt. Als u in aanmerking komt voor cryotherapie bespreekt uw uroloog dit met u. Deze behandeling wordt onder meer in het UMCG gegeven. Onder narcose worden een aantal naalden via het perineum (huid tussen anus en balzak) in de prostaat geplaatst waarna de naalden worden bevroren. Door de bevriezing van het weefsel die hierbij optreed wordt het prostaatweefsel gedood. Het is belangrijk dat u weet dat deze methode nog niet lang wordt uitgevoerd en daarom volgens velen tot de meer experimentele behandelingen wordt gerekend.
Klachtenverlichtende behandeling (palliatieve zorg) bij prostaatkanker
informatie over pijnbestrijding bij kanker kunt u vragen bij de verpleegkundig consulent.
Het is mogelijk dat uw prostaatkanker niet te genezen is. Dit betekent dat er geen behandelingen zijn die u kunnen genezen. Wel kunt u behandelingen krijgen die uw klachten verlichten. De medische naam voor deze zorg is palliatieve zorg. De uroloog informeert u over mogelijke palliatieve behandelingen.
Uitwendige bestraling Als u door uitzaaiingen pijn in de botten heeft kan de uroloog u adviseren deze plek te laten bestralen. Meestal kunt u de plek waar de pijn zit goed aanwijzen. Met een foto of botscan kan de plaats van de bestraling precies worden vastgesteld. De bestraling vermindert de aanwezige ontsteking en laat de tumor verschrompelen. Direct na de bestraling kunt u tijdelijk meer pijn hebben doordat er vocht ophoopt rond de tumor. Soms is er een aantal dagen extra pijnmedicatie nodig. Daarna neemt de pijn af. Dit effect is in veel gevallen langdurig.
De palliatieve zorg die hier beschreven staat is onder andere gericht op het bestrijden van pijn bij prostaatkanker. Die pijn wordt meestal veroorzaakt door uitzaaiingen in het skelet. Als uw pijnklachten toenemen zijn onderstaande behandelingen mogelijk: • Pijnstilling • Uitwendige bestraling • Radioactieve isotopenbehandelingen (bijvoorbeeld Strontium, Samarium) • Chemotherapie • Bifosfonaten • Bloedtransfusie Pijnstilling De ervaring is dat een goede pijnstiller u kan helpen om het leven wat dragelijker te maken. Het is belangrijk een pijnbehandeling te vinden die uw pijn onderdrukt en zo weinig mogelijk bijwerkingen geeft. Pijnstillers werken het best wanneer hiervan steeds een bepaalde hoeveelheid in het bloed aanwezig is. U hoeft niet bang te zijn om verslaafd te raken aan pijnstillers. Ook hoeft u het slikken van pijnstillers niet uit te stellen uit angst dat ze dan niet meer voldoende helpen als de pijn toeneemt. Meer
Meer informatie over bestraling vindt u op de site van het Radiologisch Instituut Friesland (RIF) www.radiotherapiefriesland.nl Radioactieve isotopen pijnbehandeling Als er op meerdere plaatsen in uw lichaam uitzaaiingen in het skelet zijn kan de uroloog u een behandeling met een radioactief isotoop adviseren. Bijvoorbeeld een behandeling met Strontium of Samarium. Deze middelen worden met een injectie of infuus door uw lichaam verspreid. Het radioactieve middel hoopt zich op in de uitzaaiingen die hierdoor worden vernietigd. Direct na de behandeling neemt de pijn meestal toe. Dit kan een tot twee weken duren. Daarna geeft de behandeling vaak enige tijd een vermindering van de pijnklachten. Deze behandeling kan de aanmaak van bloedlichaampjes verstoren. Dit kan leiden tot bloedarmoede, infecties of bloedingen. Vandaar dat uw bloed regelmatig wordt gecontroleerd.
Chemotherapie Chemotherapie is de behandeling van kanker met celdodende of celdelingremmende medicijnen. Deze medicijnen worden cytostatica genoemd. Er zijn verschillende soorten cytostatica, elk met een eigen werking. De medicijnen kunnen op verschillende manieren worden toegediend, bijvoorbeeld per infuus, als tablet of per injectie. Via het bloed verspreiden zij zich door uw lichaam en kunnen op vrijwel alle plaatsen kankercellen bereiken. Pas sinds enkele jaren komen sommige patiënten met uitgezaaide prostaatkanker, bij wie hormoonbehandeling geen effect (meer) heeft, in aanmerking voor chemotherapie. Als de behandeling aanslaat, leidt dat tot een iets langere levensduur en een betere kwaliteit van leven. Of u in aanmerking komt voor deze palliatieve behandeling kunt u het beste bespreken met uw uroloog. Bifosfonaten Als de tumor is uitgezaaid naar de botten, kan het skelet verzwakken. Dit kan pijn veroorzaken en de kans op botbreuken neemt toe. Bifosfonaten zijn stoffen die dit proces kunnen vertragen, doordat zij de verzwakking van het skelet kunnen tegengaan. Deze medicijnen worden via een infuus gegeven, tijdens een korte opname. Meestal duurt het toedienen twee of drie uur. Daarna kunt u weer naar huis. Het ontvangen van bloed (bloedtransfusie) Als prostaatkanker zich in het lichaam uitzaait, dan tast het vooral de botten aan. Dit betekent dat de botstructuur zwakker wordt. Ook wordt op sommige plaatsen de aanmaak van (rode)bloedcellen minder. De meest voorkomende klacht die hierdoor ontstaat is bloedarmoede (anemie).
Als u bloedarmoede heeft, kunt u klachten hebben als: • vermoeidheid • kortademigheid • hartkloppingen • bleekheid in het gezicht • koud gevoel Als u deze klachten heeft, kan de huisarts of de uroloog uw bloed controleren. Als er sprake is van bloedarmoede kan de arts u doorsturen naar de verpleegafdeling Urologie voor een bloedtransfusie. U ontvangt dan een hoeveelheid donorbloed. Hierdoor wordt u een dag en soms ook een nacht opgenomen. Na de bloedtransfusie voelt u zich vaak wat beter. Het effect van een bloedtransfusie is tijdelijk. In de praktijk betekent dit dat na een aantal weken tot een maand het aantal rode bloedcellen weer zal dalen. U kunt meerdere bloedtransfusies achter elkaar ontvangen.