Personages HV 1 Auteur
VO-content
Laatst gewijzigd
21 July 2015
Licentie
CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie
Webadres
http://maken.wikiwijs.nl/52544
Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, vergelijkt, maakt en deelt. Stel zo voor iedere onderwijssituatie de optimale leermiddelenmix samen.
Inhoudsopgave Vooraf Leerdoelen Eindproduct-Beoordeling Werkwijze
Aan de slag Stap1 Stap2 Stap3 Stap4 (1) Stap4 (2) Stap5 Stap6 Extra - havo en vwo (1) Extra - havo en vwo (2)
Over dit lesmateriaal
Pagina 1
Personages HV 1
Vooraf Leerdoelen
In deze opdracht ga je meer leren over personages in boeken. Aan het eind van deze les: Weet je wat de functie van een personage in een boek kan zijn. Begrijp je dat een personage verschillende eigenschappen kan hebben. Kun je zelf een personage bedenken voor een boek.
Eindproduct-Beoordeling
Eindproduct
Schrijf een kort verhaal (ongeveer 400 woorden) op het werkblad. Er moeten vier personages in het verhaal voorkomen. Van drie personages krijg je een omschrijving. Je bedenkt er zelf een nieuw personage erbij. Beoordeling
Pagina 2
Personages HV 1
Je docent beoordeelt het verhaal op de volgende punten: Je hebt gebruik gemaakt van de drie gegeven personages en je hebt in het verhaal de verschillende eigenschappen van de personen een rol laten spelen. Je hebt een nieuw personage gebruikt met eigen karaktereigenschappen en een eigen rol in het verhaal. Het verhaal is goed geschreven en bevat niet te veel fouten. Het verhaal sluit goed aan op het begin en loopt op een bepaalde manier af. Het verhaal is op een goede manier in alinea's verdeeld.
Werkwijze
Groepsgrootte
Je werkt alleen, maar laat waar nodig je werk beoordelen door een klasgenoot. Benodigdheden Een computer met een internetverbinding. Tijd Je hebt twee lesuren nodig.
Pagina 3
Personages HV 1
Aan de slag Stap1
Bestudeer uit de Kennisbank Nederlands het volgende onderwerp: Fictie: Personages Beantwoord nu de volgende vraag. 1. Welke van de volgende kenmerken passen bij een hoofdpersoon? Kruis alle juiste antwoorden aan. Zoek van de vetgedrukte woorden eventueel eerst de betekenis op. Het karakter verandert niet in de loop van het verhaal. Je komt ook gevoelens en gedachten van deze persoon te weten. Het personage verandert door gebeurtenissen in het verhaal. Dit personage gedraagt zich stereotiep. Dit personage kan een karikatuur zijn. Dit personage heeft een complex karakter. Heb je dezelfde antwoorden aangekruist als je buurman/buurvrouw? Bespreek de verschillen.
Stap2
Lees onderstaande tekst en beantwoord dan de vragen. Hoofdpersonen en bijfiguren De volgende ochtend was Arthur al vroeg op. Hij had die nacht slecht geslapen. Waarom wist hij niet precies. Was het misschien omdat de leraar Engels gisteren weer zo sarcastisch had gekeken toen
Pagina 4
Personages HV 1
hij de repetitiecijfers oplas, met een vette 3 voor hem? Of speelde het gesprek van gisteren met Marieke door zijn hoofd? Arthur voelde zich verward als hij aan haar dacht. Terwijl hij twee jaar geleden toch helemaal niet in de war was, als hij met haar en de andere buurtkinderen ging voetballen op het veldje. Wat wilde ze nu precies van hem? Hij werd een beetje boos op zichzelf en ging snel douchen en ontbijten. Daar ging de bel. Voor de deur stond buurman Harrison met die eeuwige opgewekte grijns op zijn bolle rode gezicht. “Hee maatje Arthur!” begon hij. Zonder het te willen reageerde Arthur een beetje chagrijnig: “Ik moet zo naar school...” De buurman begon een grappig en onbegrijpelijk verhaal te vertellen over een pakje dat per ongeluk bij hen bezorgd zou zijn. Om alles nog erger te maken, hoorde Arthur achter zich Carly gillen om haar pop (die hij gisteren onder haar bed had verstopt). “Wacht even, ik roep mijn moeder erbij,” mompelde hij. Maar dat was al niet meer nodig. “Goedemorgen buurman, wat een verrassing op dit vroege uur!” hoorde hij haar opgewekte stem al achter zich. Beantwoord nu de volgende vragen. 1. Zijn de volgende personen hoofdpersonen of bijfiguren? de leraar Engels Arthur buurman Harrison moeder 2. Welk personage zou zich in het verhaal kunnen ontwikkelen als tweede hoofdfiguur? Marieke Carly Vergelijk je antwoorden met de antwoorden van een klasgenoot.
Stap3
Een voorbeeld van een klassiek jeugdboek is Arendsoog. Op de website van de digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren kun je een hoofdstuk uit één van de boeken van Arendsoog vinden: XIV De Overval op de Postwagen - bron J. Nowee, Arendsoog. Lees het hoofdstuk eerst helemaal door en beantwoord dan de volgende drie vragen: Geef twee voorbeelden uit dit hoofdstuk waaruit blijkt dat Arendsoog de echte hoofdpersoon is
Pagina 5
Personages HV 1
van dit boek. Witte Veder is samen met Arendsoog een hoofdpersoon, maar hij heeft wel bepaalde kenmerken van een bijpersoon. Welke? Noem twee typische bijpersonen in dit hoofdstuk. Laat je antwoorden op de drie vragen zien aan een klasgenoot. Bekijk ook zijn antwoorden. Hebben jullie dezelfde antwoorden? Bespreek eventuele verschillen.
Stap4 (1) Eigenschappen van personages Kijk goed naar de foto’s. Stel je voor: dit zijn personages in een film of tv-serie. Welke eigenschappen passen bij hen? Kies uit: slim - bang - lief - gefrustreerd - vrolijk - gemeen
Heb jij bij de zes foto's dezelfde zes eigenschappen gezet als je buurman/buurvrouw? Lees verder op pagina 2.
Stap4 (2) Eigenschappen van personages Kijk nog eens goed naar de foto’s. Je ziet nog zes andere eigenschappen. Welke eigenschap past bij welke foto? Kies uit: rustig - nerveus - schattig - wanhopig - zelfverzekerd - schichtig
Vergelijk ook nu jouw antwoorden met de antwoorden van je buurman/buurvrouw?
Stap5
Pagina 6
Personages HV 1
Herkenbare personages
Soms lijkt een personage in een boek of film wel een beetje op jezelf. Hij of zij is herkenbaar voor jou. Een schrijver doet dat vaak expres. Op die manier kun je beter begrijpen waarom een personage bepaalde dingen doet. Want je kent hem een beetje, als jezelf. Welke eigenschappen heb jij? Bedenk twee of drie dieren waarmee jij jezelf zou willen vergelijken. Zet achter elk dier de eigenschap, die je bedoelt. Voorbeeld: vos - slim Maak ook een avatar van jezelf op de website: www.doppelme.com Kopieer je avatar (rechtsklikken / kopieer afbeelding) en gebruik hem om de voorkant van een boek te ontwerpen, waarin jij het belangrijkste personage bent. Bedenk ook een leuke titel voor dat boek en zet de titel ook op de voorkant.
Stap6
Schrijfopdracht
Je gaat een verhaal schrijven van ongeveer 400 woorden. In het verhaal komen de volgende drie personages voor:
Pagina 7
Personages HV 1
Henk Hafkamp: de inbreker. Hij is nogal onhandig en gespannen, maar toch ook erg gevoelig. Freddy Admiraal: de burgemeester. Hij is humoristisch, zorgzaam en gastvrij. Keetje Admiraal: de vrouw van de burgemeester. Zij is dapper, roekeloos en bazig. Bedenk zelf nog een vierde personage met een duidelijk karakter. Begin het verhaal zo: 'Met trillende handen schoof Freddy het raam van de burgemeesterswoning nog verder open. Achter hem...' Gebruik je fantasie. Bedenk ook een titel voor je verhaal. Kijk nog eens bij Vooraf-Beoordeling of je alles goed hebt gedaan. Klaar? Laat je verhaal beoordelen door je docent.
Extra - havo en vwo (1)
Keuzeopdrachten
1. HV Ga op Leesplein.nl naar de tips voor niveau 3. Zoek bij de boekentips drie voorbeelden van hoofdpersonen. Noem van elke hoofdpersoon enkele kenmerken die echt bij een hoofdpersoon passen. 2. HV Zoek op internet foto's van mensen. Jong, oud, opvallend, onopvallend, alleen, samen... Kies vier foto's die je fantasie op gang brengen: Wat voor karakter is dit? In welk verhaal zou deze persoon een rol kunnen spelen? Wat heeft deze persoon meegemaakt? In wat voor soort boek zou deze persoon een rol kunnen spelen? Zorg voor een document met foto's en beschrijvingen. Je kunt de opdracht nog leuker maken door samen met een klasgenoot enkele foto's te kiezen waarbij je allebei een verschillende beschrijving bedenkt, en daarna te vergelijken. Kijk op pagina 2 voor een oefening voor VWO.
Extra - havo en vwo (2)
Pagina 8
Personages HV 1
3. VWO
Zoek op internet naar voorbeelden van Griekse en Romeinse mythen, sagen of legenden waarin stereotiepe karakters voorkomen. Beschrijf zes van deze stereotiepen. Maak duidelijk waarom je dit een stereotiep karakter vindt. Vermeld steeds je bron. TIP: Veel mooie verhalen kun je vinden op www.beleven.org
Pagina 9
Personages HV 1
Over dit lesmateriaal Colofon Auteur
VO-content
Laatst gewijzigd
21 July 2015 om 10:17
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Leerniveau
VWO 2; HAVO 1; VWO 1; HAVO 2;
Leerinhoud en doelen Nederlands; Begrippenlijst en taalverzorging; Literatuur; Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Trefwoorden
rearrangeerbare
Pagina 10
Personages HV 1