Periodieke rapportage e 1 helft 2015 CO₂ prestaties
Rijssen, juli 2015 Auteur: L.J. Hoff Geaccodeerd door: M. Nijkamp Directeur
Inhoudsopgave 1. Inleiding
pagina 3
2. Organisatie 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
pagina 4 pagina 4 pagina 4 pagina 4 pagina 5 pagina 5 pagina 5 pagina 5
Rapporterende organisatie Verantwoordelijke persoon Organisatiegrenzen Bepaling klein, middel of groot bedrijf Historisch basisjaar Gerapporteerde periode Normalisering meetresultaten
3. Carbon Footprint-analyse 3.1 Grondslag van de analyse 3.2 Scope 1 en 2 CO₂ emissies 3.3 Projecten met CO₂ gunningsvoordeel 3.4 GHG verwijdering CO₂ emissie van verbranding biomassa 3.5 Directe en indirecte CO₂ emissies bij RGS 3.6 Uitzonderingen
pagina 6 pagina 7 pagina 7 pagina 7 pagina 7 pagina 7 pagina 10
4. Voortgang reductiedoelen, maatregelen en initatieven 4.1 Voortgang reductiedoelen 4.2 Voortgang maatregelen 4.3 Voortgang initiatieven
pagina 12 pagina 12 pagina 13 pagina 14
Footprint
Pagina 2
1. Inleiding De CO₂ prestatieladder is een instrument, ontwikkeld door ProRail, om bedrijven die deelnemen aan aanbestedingen te stimuleren tot CO₂ bewust handelen in de eigen bedrijfsvoering en bij de bedrijfsvoering van de projecten. De Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden &Ondernemen het beheer en eigenaarschap van de CO₂-Prestatieladder overgenomen van ProRail. De CO₂ prestatieladder kent verschillende niveaus, waarvan niveau 5 het hoogst haalbare is. RGS is in 2013 gecertificeerd voor niveau 3. In deze periodieke rapportage wordt gerapporteerd over de CO₂ footprint van de 1e helft van 2015. De voortgang van de reductiedoelstellingen wordt besproken. Het opstellen van de Periodieke rapportage is onderdeel van de stuurcyclus binnen het energiemanagementsysteem dat in het kader van de CO₂-Prestatieladder is ingevoerd. Deze stuurcyclus staat beschreven in het Energiemanagement Programma.
Footprint
Pagina 3
2. Organisatie 2.1
Rapporterende organisatie
De Rijssense Gebouwen Sloperij (RGS) is een allround bedrijf dat gespecialiseerd is in sloop, asbestsanering, bodemsanering, recycling, betonboren en –zagen en transport. RGS is een familiebedrijf en is in 1951 opgericht.
2.2
Verantwoordelijke persoon
De statutair verantwoordelijke persoon voor de rapporterende organisatie is mevrouw L.J. Hoff.
2.3
Organisatiegrenzen
In het GHG protocol wordt vermeld dat de operationel boundary bepaald moet worden. Voor RGS geldt dat 100% van de CO₂ uitstoot wordt meegenomen in de calculatie. RGS holding, de Rijssense Gebouwen Sloperij B.V., inclusief de RGS milieu B.V., wordt als gehele organisatie meegenomen.
RGS Holding
Rijssense Gebouwen Sloperij B.V.
RGS Milieu B.V.
Footprint
Pagina 4
2.4
Bepaling klein, middel of groot bedrijf
Het handboek CO₂ prestatieladder 3.0 vraagt om een bepaling van de bedrijfsgrootte bepaald aan de hand van de CO₂ uitstoot. Op basis van de CO₂ uitstoot (hoofdstuk 3) valt RGS onder de categorie klein.
2.5
Historisch basisjaar
Door RGS zijn de eerste metingen in het kader van de ISO 14064 norm uitgevoerd over het kalenderjaar 2012. Dit jaar geldt derhalve als referentiejaar op basis waarvan de toe- of afname van de CO₂ emissie wordt vastgesteld. Er is sprake van aanpassingen aan het historisch jaar. Het dieselverbruik van het materieel is aangepast. De hoeveelheden zijn afwijkend door de optelling van het verbruik. De oorspronkelijke gegevens zijn handmatig verwerkt en bevatten enkele foute optellingen. Daarnaast was het benzine verbruik voor generatoren niet meegeteld. In de oorspronkelijke gegevens werd door het wagenpark en materieel 1403,2 ton CO₂ uitgestoten. Dit is gewijzigd in 1404,4 ton CO₂ uitstoot. Ook is er een wijziging in het propaanverbruik. Er werd gerekend met kilogrammen in plaats van liters. Hierdoor is geen 0,9 maar 1,8 ton CO₂ uitgestoten.
2.6
Gerapporteerde periode
Dit rapport is gebaseerd op de eerste helft van 2015. Het jaar 2012 is het basisjaar.
2.7
Normalisering meetresultaten
De omvang van de CO₂ emissies heeft een duidelijke correlatie met de omvang van de activiteiten die door RGS zijn uitgevoerd. Ten behoeve van een vergelijking van de emissie in het referentiejaar en die tijdens de gerapporteerde periode, is daarom een maatstaf bepaald op basis waarvan de meetresultaten kunnen worden genormaliseerd. Voor RGS is de omvang van de activiteiten te meten aan de gemaakte omzet. Dit wordt berekend in de hoeveelheid CO₂ uitstoot in tonnen per miljoen euro omzet.
Footprint
Pagina 5
3. Carbon Footprint-analyse 3.1
Grondslag van de analyse
Op basis van de vastgestelde operationele grenzen wordt de CO₂ uitstoot van de activiteiten van een organisatie geïdentificeerd. Bij de identificatie van emissies wordt, conform het Greenhouse Gas Protocol (GHG), onderscheid gemaakt tussen drie emissie bronnen (scopes). De drie bronnen zijn onderverdeeld in directe en indirecte missies. Scope 1: emissies of directe emissies. Dit zijn emissies door de eigen organisatie, zoals emissies door eigen gas gebruik (bij. gas boilers, warmtekrachtinstallaties en oven) en emissies door het eigen wagenpark. Scope 2: emissies of indirecte emissies. Dit zijn emissies ontstaan door de opwekking van elektriciteit die de organisatie gebruikt, zoals emissies door centrales die deze leveren. Scope 3: emissies of overige indirecte emissies. Dit zijn emissies als gevolg van de activiteiten van het bedrijf, maar komen voort uit bronnen die geen eigendom van het bedrijf zijn noch beheerd worden door het bedrijf. Voor certificering voor CO₂ prestatieladder trede 3 geldt dat alleen een identificatie van scope 1 en 2 voldoende is.
Footprint
Pagina 6
3.2
Scope 1 en 2 CO₂ emissies
Onder scope 1 zijn bij RGS de volgende CO₂ uitstoten ondergebracht: Brandstof verbruik van het eigen wagenpark Brandstof verbruik van het materieel (kranen, shovels, breker, generatoren) Verwarming kantoorpand (aardgas) Koelvloeistof airco’s (kranen en kantoorpand) Propaan verbruik voor snijbranden Onder scope 2 zijn bij RGS de volgende indirecte CO₂ uitstoten ondergebracht: Elektriciteitsverbruik van het kantoorpand Brandstof verbruik van zakelijke kilometers in privé auto’s
3.3
Projecten met CO₂ gunningsvoordeel
Er zijn in 2015 geen projecten met gunningsvoordeel geweest.
3.4
GHG verwijdering en CO₂ emissie van verbranding biomassa
Broeikasverwijdering door middel van binding van CO₂ vindt niet plaats bij RGS. Ook de verbranding van biomassa vindt niet plaats binnen RGS.
3.5
Directe en indirecte CO₂ emissies bij RGS
3.5.1 Scope 1 directe emissie eerste helft 2015 Energie drager
Hoeveelheid
CO₂ parameter
Wagenpark en materieel Kranen
Diesel
124910 l
3135 g CO₂/liter brandstof
Vrachtwagens Bedrijfsauto’s Bedrijfsbussen Shovel Onbekend Generatoren
Diesel Diesel Diesel Diesel Diesel Benzine
24146 l 6974 l 28626 l 4148 l 993 l 236 l
3135 g CO₂/liter brandstof 3135 g CO₂/liter brandstof 3135 g CO₂/liter brandstof 3135 g CO₂/liter brandstof 3135 g CO₂/liter brandstof 2780 g CO₂/liter brandstof Totaal
Verwarming kantoor Kantoorpand
Aardgas
4904 m3*
1825 g CO₂/ Nm³ brandstof
8,9
Koelvloeistof R134A Koelvloeistof
0 gram
1430 kg CO₂ /kg
0
0 gram
2090 kg CO₂ /kg
0
Airco’s Airco’s materieel Airco’s kantoor
Footprint
CO₂ emissie in ton 391,6 75,7 21,9 89,7 13,0 3,1 0,7 595,7
Pagina 7
R410 A Overig Snijbranden
Propaan
319 l
1530 g CO₂/liter brandstof
0,5
TOTAAL SCOPE 1
605,1
3.5.2 Scope 2 indirecte emissie eerste helft 2015
Verwarming kantoor Kantoorpand
Privé auto’s voor zakelijk verkeer Personenauto
Energie drager
Hoeveelheid
CO₂ parameter
CO₂ emissie in ton
Elektriciteit
19936 kWh*
300 g CO₂/kiloWattuur
6,0
Brandstof type niet bekend
0
210 g CO₂/voertuigkm
0
TOTAAL SCOPE 2
6,0
Alle verbruiken zijn omgerekend naar CO₂ emissies met behulp van de conversiefactoren van het handboek CO₂ prestatieladder 2.2. Voor het verbruik van brandstof, elektriciteit- en aardgas, propaan en koudemiddelen is gebruik gemaakt van facturen. 3.5.5 Analyse scope 1 en 2 emissies De CO₂ emissie uitstoot bij RGS in de eerste helft van 2015 was 611 ton. Helaas is dit hoger dan vorig jaar, maar nog altijd lager dan het basisjaar. De grootste emissie wordt veroorzaakt door het wagenpark en materieel. Het brandstofverbruik van het wagenpark was weer hoger ten opzichte van 2014. Dit komt grotendeels door het type werkzaamheden. In 2015 waren er meer totaalsloop projecten, waardoor meer brandstof wordt verbruikt. In 2014 waren er veel renovatiewerken. Bij dit type werken wordt minder groot materieel ingezet. Ook is de omzet wat lager dan de eerste helft van 2014.
Footprint
Pagina 8
In onderstaande grafieken is te zien dat RGS wat meer absolute uitstoot heeft dan in 2014. De relatieve uitstoot is hoger doordat de omzet minder is ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar.
Absolute CO2 uitstoot
Ton CO2
1800,0 1600,0
2012 (1e helft)
1400,0
2012 (2e helft)
1200,0
2012 (totaal)
1000,0
2013 (1e helft)
800,0
2013 (2e helft)
600,0 400,0
2013 (totaal)
200,0
2014 (1e helft)
0,0
2014 (2e helft) Wagenpark en materieel
Relatieve CO2 uitstoot 350,0
Ton CO2
2012 (1e helft) 300,0
2012 (2e helft)
250,0
2012 (totaal) 2013 (1e helft)
200,0
2013 (2e helft) 150,0
2013 (totaal)
100,0
2014 (1e helft) 2014 (2e helft)
50,0
2014 (totaal)
0,0 CO2 uitstoot wagenpark en materieel per miljoen euro omzet
2015 (1e helft)
Figuren 1.1 en 1.2 absolute en relatieve CO₂ uitstoot in tonnages van het wagenpark en materieel
Footprint
Pagina 9
Wat opvalt in de overige categorieën is dat het aardgas verbruik en het elektra verbruik is toegenomen. Een verklaring voor het aardgas verbruik is de koudere lente en het aannemen van een werkplaatschef (eind 2014) waardoor de werkplaats vaker verwarmd moet worden. Het aannemen van de werkplaatschef heeft ook gevolgen voor het elektra verbruik. Hij gebruikt een redelijke hoeveelheid elektriciteit. 30
Absolute CO2 uitstoot
25
2012 (2e helft) 2012 (totaal)
20 ton CO2
2012 (1e helft)
2013 (1e helft) 2013 (2e helft)
15
2013 (totaal) 10
2014 (1e helft) 2014 (2e helft)
5
2014 (totaal) 2015 (1e helft)
0 Kantoor (aardgas) 3,0
Airco’s
Overig
Kantoor (elektra)
Relatieve CO2 uitstoot 2012 (1e helft)
2,5
2012 (2e helft) Ton CO2
2,0
2012 (totaal) 2013 (1e helft)
1,5
2013 (2e helft) 2013 (totaal)
1,0
2014 (1e helft) 0,5
2014 (2e helft) 2014 (totaal)
0,0 CO2 uitstoot per miljoen CO2 uitstoot per miljoen CO2 uitstoot per miljoen euro omzet airo's euro omzet overig euro omzet kantoor elektra
2015 (1e helft)
Figuren 1.3 en 1.4 absolute en relatieve CO₂ uitstoot in tonnages van de overige categorieën
3.6
Uitzonderingen en onzekerheden
Vliegreizen voor zakelijke doeleinden vallen onder de CO₂ prestatieladder. Door RGS zijn in 2015 geen zakelijke vliegkilometers gemaakt. In de kantoorpanden en kranen zijn airco installaties geïnstalleerd. Dit koudemiddel zit in een gesloten systeem. Jaarlijks zal bepaald worden of het systeem bijgevuld dient te worden. Deze “verliezen” worden meegenomen in de CO₂ uitstoot. In de eerste helft van 2015 zijn de airco’s op de kantoorlocatie niet gecontroleerd. Dit gebeurt in de tweede helft van 2015.
Footprint
Pagina 10
De airco’s op de kranen zijn in de tweede helft van 2015 niet bijgevuld. Deze controle gebeurt aan de hand van de registraties van Oude Hendriksman en Hitatchi. Deze emissie inventaris is niet door een CI geverifieerd. Alle resultaten moeten altijd geïnterpreteerd worden met een bepaalde onzekerheidsmarge, maar op basis van de gegevens zoals in dit rapport weergegeven kunnen we stellen dat deze marges klein zijn. 1. Zakelijke kilometers gemaakt met privé auto’s van medewerkers is minimaal. Deze gegevens zijn niet meegenomen in de berekening. 2. RGS huurt een office in een bedrijfsverzamelgebouw. Het energieverbruik van deze unit is niet bekend. De huurprijs is een all-in prijs. 3. Het propaanverbruik wordt gefactureerd op kilogrammen. De omrekenfactor naar liters is als volgt: 1 kg wordt gedeeld door 0,51.
Footprint
Pagina 11
4. Voortgang reductiedoelen, maatregelen en initiatieven 4.1
Voortgang doelstellingen
Algemene doelstelling De algemene doelstelling is het reduceren van 2% minder CO₂ uitstoot per miljoen euro omzet in 2015 ten opzichte van 2012. Dit gaat erg goed. In de eerste helft van 2015 is er maar liefst 28% minder CO₂ uitgestoten ten opzichte van 2012. 350 300
Ton CO2
250 200
CO₂ uitstoot per miljoen euro omzet bedrijfs breed
150 100 50 0
Doelstelling
Ton CO2
Doelstelling scope 1 De doelstelling voor scope 1 is 2% minder ton CO₂ uitstoot per miljoen euro omzet in 2015. Deze doelstelling heeft betrekking op het dieselverbruik van het wagenpark en materieel. Dit gaat ook erg goed. In de eerste helft van 2015 is er maar liefst 29% minder CO₂ uitgestoten ten opzichte van 2012. 350 300 250 200 150 100 50 0
CO₂ uitstoot per miljoen euro omzet in scope 1
Doelstelling
Footprint
Pagina 12
Doelstelling scope 2 De doelstelling voor scope 2 is 1% minder ton CO₂ uitstoot in 2015. Deze doelstelling heeft betrekking op het elektriciteitsverbruik van het kantoor. Deze doelstelling verloopt goed. Er is 10% minder CO₂ uitgestoten ten opzichte van 2012. 3 2,5 Ton CO2
2 1,5 1 0,5
CO₂ uitstoot per miljoen euro omzet in scope 2 Doelstelling
0
4.2
Voortgang maatregelen
Deze paragraaf beschrijft de voortgang van de maatregelen die in 2012 tot 2015 genomen worden om de reductiedoelstellingen te behalen. Medewerkers aanspreken op hun gedrag Medewerkers zijn diverse keren aangesproken op hun rijgedrag tijdens werkplekinspecties, met name op het aan laten staan van de kranen tijdens werkoverleggen en pauzes. Cursus het nieuwe rijden aanbieden aan het personeel Medewerkers zijn voorgelicht over het nieuwe rijden door een extern bureau. Bandenspanning van de bedrijfsbussen controleren. Maandelijks tijdens de toolbox wordt de bandenspanning van de bedrijfsbussen gecontroleerd. Niet elke maand heeft deze controle plaats gevonden. De verantwoordelijke is hierop aangesproken. Alle bedrijfsbussen vervangen door bussen met emissiestandaard euro 5. In 2015 is er 1 bus aangeschaft met emissiestandaard euro 5. Alle inhuurkranen beschikken minstens over TIER3 motor. Er zijn alleen kranen gehuurd met minimaal TIER3 motor. Alle kranen vervangen door kranen met TIER4 motor. In 2013 en 2014 is een kraan met TIER3 vervangen door een kraan met TIER4 motor. De isolatie van het kantoorpand wordt verbeterd om het aardgasverbruik te verminderen. De isolatie van het kantoorpand is verbeterd.
Er wordt een gasleiding naar de bronwaterinstallatie gelegd, zodat deze ruimte niet meer langer elektrisch verwarmd hoeft te worden.
Footprint
Pagina 13
De gasleiding naar de bronwaterinstallatie is gelegd. Er zijn alleen problemen met het afpersen van de leiding. Dit wordt in augustus 2015 opgelost. Nieuwe maatregelen: Besparing brandstofverbruik van kranen. Voorlichting van PON over energiezuinig omgaan met materieel.
4.3 Voortgang initiatieven 1. Nieuwe Initiatief: samenwerking containerbakjes. RGS heeft in oktober 2014 een samenwerking gesloten met een landelijk opererend bedrijf wat betreft het leveren, wisselen en ophalen van containerbakjes. In de samenwerkingsovereenkomst is besloten dat RGS alle bakjes in een straal van 30 km rondom Rijssen voor haar rekening neemt. Alle aanvragen buiten de straal van 30 km worden door de andere partij afgehandeld. Dit bedrijf heeft een landelijke dekking en kan hierdoor efficiënter plannen. Voor de samenwerking reed RGS bij wijze van het hele land door voor één bakje. Dit kon efficiënter, daarom is ook gezocht naar een samenwerking. In het derde kwartaal reed RGS gemiddeld 117 km voor een bakje, na de samenwerking ging dit naar 40 km per bakje. Een aanzienlijke efficiency verbetering. Door deze samenwerking draagt RGS haar steentje bij aan het terugdringen van de CO2 uitstoot.
Kwartaal
Gereden km
Aantal geplaatste/gewisselde/ opgehaalde bakjes
Gemiddeld gereden km per bakje
3e kwartaal 2014
13088
112
117
4e kwartaal 2014
9266
232
40
1e kwartaal 2015
8390
221
38
Aantal km
Gemiddeld gereden km per bakje 140 120 100 80 60 40 20 0
Gemiddeld gereden km per bakje
3e kwartaal 2014 4e kwartaal 2014 1e kwartaal 2015
Footprint
Pagina 14
2. Branche initiatief VERAS De KAM coördinator van RGS neemt deel aan het branche initiatief van de VERAS. In november 2014 is de eerste bijeenkomst geweest en in april 2015 de tweede bijeenkomst. Er wordt onderzocht hoe er CO2 reductie op kan treden in het sloopproces. Elke deelnemer heeft zijn of haar ideeën op papier gezet en in september 2015 worden de uitkomsten besproken.
Footprint
Pagina 15