Parijs
–
Nice
2014
“Pijn lijden is niet erg…..zolang het maar geen zeer doet. (citaat Theo Mossel tijdens Parijs-Nice 2007).
Inleiding. Zeven malloten tezamen, zo’n tien dagen lang, hoe verzin je het? Nou, dat verzinnen is niet zo moeilijk. Malloten, want ga maar na, in zeven zware etappes fietsen van Parijs naar Nice, ongeveer 1000 km de man en dan ook nog in de warmte en over bergen. Tja, sommige mensen zeggen dan dat er een steekje los zit. Misschien klopt dat ook wel, maar wat hebben wij dan genoten van dat losse steekje.
Ons dagmenu (Plat du jour). Inderdaad, fietsen. Na eerdere edities van dit gebeuren, in 2007 en 2009, toch nog maar een keertje besloten om het voor een derde keer te organiseren. Ik moet zeggen dat ik er geen spijt van heb, want wederom hebben wij genoten van prachtige routes, het mooi weer, het leveren van zware inspanningen en de heerlijke ontspanningen daarna. Een (1) lekke band en helaas beschadigingen aan de camper waren de enige minpunten van het evenement. De routes bestonden uit het beste van 2007 en 2009, aangevuld met een nieuw stuk, het laatste deel van de Route Napoleon. Iedere dag moest een behoorlijk aantal hoogtemeters worden overwonnen, variërend van 1100 op de eerste dag, tot 2500 tijdens de etappe van de Mont Ventoux. Tel daarbij op dat de eerste vier etappes qua lengte niet beneden de 160 km kwamen, dan….inderdaad, malloten. De hoofdrolspelers. Hennie Molenaar. De clubkampioen van 2013 had nog nooit in Frankrijk gefietst, nooit een berg over gereden. Wel, al deze onderwerpen heeft hij overwonnen en dat met hoogtevrees. De hoogtevrees schijnt ervoor gezorgd te hebben dat hij zo snel mogelijk over de helling, heuvel en berg wilde zijn, want bij iedere stijging verdween hij snel uit het oog. Beresterk dus. Daarnaast vond hij alle prachtig, behalve het Franse eten.
Jaap Jonk. Een echte oude rot in het Parijs-Nice vak., want hij was alle edities present. In de vorige verhaaltjes over Parijs-Nice werd verteld dat alles groot was bij Jaap. Nou, dat is niet veranderd. Zijn eetlust, zijn praatjes, zijn moppen, alles was groots en ook nog eens zijn doorzettingsvermogen. Wie krijgt het anders voor elkaar om met zijn gewicht en zijn RIHtank zelfs de Mont Ventoux op te komen? Ditmaal geen klagen gehoord over zijn snurken, waarschijnlijk omdat zijn kamergenoot net zo hard snurkte. Tom Lagerburg. Ook voor Tom was alles nieuw. Het fietsen in het buitenland, de bergen, het vliegen en ook nog eens zo lang alleen van huis. We hebben gemerkt dat hij het er daar soms best moeilijk mee had, maar we weten ook dat hij onwijs genoten heeft en dat hij het niet had willen missen. Ook Tom klom heel gemakkelijk en het moet gezegd, samen met Jaap Jonk, leek het af en toe wel op een aflevering van praatjesmakers. Gezellig dus. Jaap Visser. Ook Jaap was voor de derde maal mee. In de voorgaande twee afleveringen was hij telkens de chauffeur en begeleider, maar ditmaal wilde hij mee fietsen. Dat had tot gevolg dat iedereen twee keer een halve dag achter het stuur moest (7 man, 7 etappes en iedereen heeft dus iedere dag gefietst). Ook Jaap kunnen we gerust onder de krachtpatsers zetten. Trudo Koning. Zijn tweede deelname aan deze tocht en het ging veel beter dan in 2009. Alleen tijdens de beklimming van de Col de Rousset had hij last van een onwillige spier. De eerste dagen waren zwaar voor hem, maar daarna oogde het bij hem heel gemakkelijk, ook de Ventoux op. Soms liet hij zien dat het hem inderdaad makkelijk af ging en kon hij zelfs bij Hennie blijven. Deze ex-brandweerman test ook in de hotels regelmatig het brandalarm. Tijs de Waart. Beslist een levensgenieter. Ga maar na: als voorbereiding op Parijs-Nice verbleef hij een aantal weken in Portugal, uiteraard met de fiets mee. Twee weken na Parijs-Nice vertrokken hij en zijn vrouw voor vakantie. Zeer technisch aangelegd en is zelfs in staat om scheurtjes in carbon frames te repareren. Trots op zijn Garmin. Rob van der Plas. De opper malloot, die dit voor de derde keer heeft georganiseerd. Dankzij de goede afloop en het leuke team, waarbij iedereen bereid was om een handje te helpen, heeft Rob voldoening van zijn werkzaamheden. Hotels waren goed, het eten was (voor bijna iedereen) prima, de routes waren prachtig en alleen in Nice was het even zoeken. De eerste dag klimmen blijft voor hem altijd lastig, maar verder veel kopwerk verricht en na de eerste dag rustig maar goed door de bergen gekomen.
De malloten Het vertrek op vrijdag 13 juni. Eind vorig jaar zijn de voorbereidingen gestart met het regelen van de hotels en vervolgens het maken van de routes. Om alle deelnemers in te lichten over Parijs-Nice en om goede afspraken te maken, hebben wij in mei een gezellige zondagmiddag gehad, waarbij ook de vrouwen aanwezig waren. Gelukkig was het een mooi voorjaar waardoor er vele fietskilometers getraind konden worden. Desondanks toch wel een tikje nerveus toen 13 juni aan het naderen was. Eigenlijk begon Parijs-Nice donderdag 12 juni al. Toen werd namelijk de camper geladen met de fietsen en bagage, waren de boodschappen gedaan en afspraken gemaakt voor de volgende dag. Omdat Rob en zijn drie reisgenoten, Hennie, Trudo en Tom, in de auto reden en Jaap (2x) en Tijs in de camper werd besloten om niet bij elkaar te blijven maar om twee stops te plannen waarbij we elkaar weer zouden ontmoeten: in Breda voor de koffie en na het begin van de tolweg, even voorbij Lille, voor de lunch. Het stoppen voor de koffie is gelukt, maar elkaar ontmoeten voor de lunch viel in het water. In de camper was een tomtom en…drie eigenwijze meerijders. Gevolg: niet rijden over Gent en Lille, maar via Brussel. Gevolg: de afgesproken lunchplaats in Noord Frankrijk is nooit bereikt door de camper. Bovendien kwamen ze in Parijs terecht, waardoor de camper maar liefst drie uur later in Melun was dan de auto. Desondanks mocht het de pret niet drukken, want in die tijd zijn de kamers geregeld in het hotel en zijn er afspraken gemaakt met het restaurant. Het eten was daar prima en genoeg en terug in het hotel is naar Spanje – Nederland gekeken…. Met dank aan de uitslag kon ParijsNice niet beter beginnen.
Zaterdag 14 juni: Melun – Montbard (183 km). Er was afgesproken om iedere dag om acht uur te vertrekken en dat was met name voor de eerste dagen van belang, gelet op de grote afstanden. Na twee uur fietsen was de koffiestop gepland in Pont sur Yonne, waar we hartelijk werden ontvangen in het plaatselijke cafeetje en veel aangesproken werden op ‘onze’ fantastische prestatie: winnen van Spanje. Tijdens deze stop werden ook brood, beleg en toetjes gekocht en dat deden we ook tijdens de koffiestop van alle dagen. Tot even voorbij Sens (73 km) was het wel wat druk op de weg, maar daarna liep de route via rustige D-weggetjes, zeer prettig om te rijden. Na zo’n 110 km was bij St Florentin de lunch op een groot parkeerplaats geregeld en werd gewisseld van chauffeur. Om even voor vijf uur waren we in Montbard, alwaar we eerst de fietsen moesten stallen en daarna konden toosten op een geslaagde eerste dag, waarin toch evengoed 1100 hoogtemeters moesten worden overwonnen. Het gemiddelde was prima: 27,5 km per uur. Zondag 15 juni: Montbard – Jayat (180 km). De tweede dag waren er verschillende landschappen te bewonderen en te bedwingen. De eerste 40 km langs de Brenne waren vlak en vervolgens bij het stuwmeer van Grosbois en Montagne begonnen de heuvels van de Morvan, wat ongeveer 65 kilometer lang duurde. De Morvan is goed te vergelijken met de Ardennen, maar dan droger. Na de Morvan daalden we naar Chalon sur Saonne, waar we onze enige pechgeval kregen, een lekke band bij Jaap Jonk. Het restant naar Jayat was nagenoeg vlak. In Jayat was een chambre d’hote geregeld voor de nacht. Een prachtig verblijf met mooie kamers. Maar, voor we naar de kamers gingen, op het terras weer het vocht aanvullen. Voor het avondeten moesten we drie kilometer verder zijn en hebben we een Italiaans restaurant aangedaan.
Maandag 16 juni: Jayat – Pont-en-Royans (175 km). De eigenares van de chambre d’hote had een prima ontbijt voor ons geregeld en na het afrekenen vertrokken we weer om acht uur. De eerste 85 km van deze etappe waren vlak en we kregen daar heel veel meertjes bij te zien. Na de lunch en de chauffeurswissel werd het zwaar. Een helling bij Badinieres van 10 % over drie kilometer ga je echt wel voelen. Het zwaartepunt zat echter op het einde. De laatste 40 kilometer de beklimming bij La Cote St Andre en naar St Marcellin (700 meter hoog), alvorens af te dalen naar een prachtig plaatsje, Pont en Royans. Dit ligt aan een riviertje, de Bourne, en je kunt zien dat het riviertje diepe kloven heeft gemaakt. Het hotel was best wel authentiek (oud dus) maar schoon en prima gegeten en gedronken. Na het avondeten langs de rivier gelopen en genoten van het plaatje. Dinsdag 17 juni: Pont-en-Royans – Vaison la Romaine (160 km). Wederom om acht uur vertrokken voor de eerste echte Alpen cols, te weten de Col de Rousset (1300 meter) en de Col de Premol (1000 meter). Het was ook de vierde dag en dus de laatste dag voor de rustdag (voor iedereen welkom). Direct vanuit Pont en Royans begon het eerste deel van de klim, dat op zo’n 750 meter hoogte eindigde bij een tunnel.
Daarna is het zo’n tien kilometer vlak om bij Chapelle en Vercors koffie te gaan drinken, de camper te voorzien van diesel en de boodschapjes te doen. Daarna kwam het tweede deel naar de top van de Rousset. Uiteraard Hennie als eerste boven, gevolgd door Tom. Vervolgens de geweldige afdaling van zo’n 32 kilometer naar Die, zie plaatje.
Tussen de Rousset en de Col de Premol was de lunch geregeld en werd er van chauffeur gewisseld. Iedereen volbracht deze klim op zijn manier. Op de top werd gewacht en toen de lange afdaling naar Remuzat. Vlakbij dit dorpje begon het vreselijk te onweren en te hagelen. Vlug een bushokje in en de camper ervoor gezet, zodat we beschut stonden. Daar hebben we zo’n drie kwartier moeten wachten alvorens wij besloten om verder te gaan. Het onweren was gestopt, maar het regende nog wel wat. Bovendien waren de wegen wit…… Ik heb zeker een kwartier lang bibberend op de fiets gezeten, waarbij ik nauwelijks controle had over mijn armspieren. Best wel lastig met fietsen. Nadat de regen was gestopt werd het gelukkig wel vlug warm en konden we de reis naar Vaison afmaken. Het hotel lag op een of twee opgestapelde Redoutjes en had een prachtig uitzicht over Vaison en…de Mont Ventoux. Daar de kamers weer geregeld en konden we proosten op de volgende dag, de rustdag. Woensdag 18 juni: de rustdag. We hadden afgesproken om niets af te spreken. Ik wilde naar Vaison, door de oude stad naar het centrum en daar koffie gaan drinken. Op Hennie na, die nam een echte ‘rust’-dag, ging iedereen mee naar Vaison. Maar voor die tijd werden de fietsen onderhanden genomen: schoongemaakt en gesmeerd. Bij terugkomst in het hotel vond als lunch bijvoeding plaats: biefstukken van Jaap en Jaap. Bijvoeding, inderdaad, want ’s avonds hebben we gewoon warm gegeten. Wel een kleine teleurstelling, want de Fransen zonden Nederland- Australië niet uit. Dus, werden we op de hoogte gehouden vanuit het thuisfront met smsjes tijdens het eten. Na het eten, net zoals de andere dagen, was het op tijd naar bed. Voor die tijd heb ik nog wel gevraagd of iemand pijntjes had, want ik zou mijzelf graag opofferen om mijn chauffeur plaats van de volgende dag (Mont Ventoux) af te staan. Zucht, niemand had pijntjes of wilde dat niet vertellen….. Donderdag 19 juni: Vaison la Romaine – Sault (95 km).
Voor mij persoonlijk geen prettige aangelegenheid om anderen de Ventoux op te zien gaan en zelf achter het stuur te moeten plaatsnemen. Maar goed, ik ben deze puist al acht keer op gereden en heb aangeboden om dit traject als chauffeur voor mijn rekening te nemen. Ik had twee tussenstops geregeld en bij de eerste stop hoorde ik “je komt die Volendammers ook overal tegen”. Het was een Volendammer, de broer van Jaap Jonk en zijn vrouw, die in de buurt op vakantie waren. Jaap was ook de enige die tijd nam om even te stoppen. Hetzelfde geldt ook voor de tweede stop, bij Mont Serein, op 6 km van de top. Allemaal namen ze geen tijd om te stoppen en de reden…zie hieronder.
Hennie was in 1 uur en 40 minuten op de top, vijf minuten later gevolgd door Tom. Tijs deed er twee uur over, en daarna kwamen de Dakhaas en Trudo. Jaap Jonk was de laatste, maar die moest natuurlijk heel veel meesjouwen. Twee en een half uur, een prima prestatie voor rijder en fiets. Ton Jonk en zijn vrouw waren trots en bleven maar vertellen hoe zwaar het moest zijn. Na de afdaling was de koffiestop in Bedoin, boodschapjes gedaan en gewisseld van chauffeur. Het was ondertussen heel erg warm geworden. Het tweede deel van de dag ging door de Gorge de la Nesque, prachtig om te fietsen, bijna 25 kilometer lang met een constante stijgingspercentage van 2 a 3 procent. Daar ook de lunch gedaan en er werden veel foto’s genomen.
In Sault eerst op het bekende plein, met uitzicht op de Ventoux, de biertjes geproefd en we kwamen tot de conclusie dat daar niets mis mee was. Het hotel waar wij overnachtten was ten opzichte van vorige jaren erg opgeknapt. Misschien wel een beetje te goed, zelf met een brandalarm. Trudo had langdurig gedoucht en al deze warmte werd vastgehouden in de douchecel. Even buiten de douchecel, aan het plafond, hing het brandalarm. Toen Trudo de deur van de douchecel open deed, steeg de warmte naar het plafond en ja hoor….hotel op stelten. Vrijdag 20 juni: Sault – Aiguines (129 km). Zoals al was aangekondigd zou deze etappe door de lavendelvelden gaan. Keurig op tijd weer vertrokken voor de makkelijkste dag van de zeven fietsdagen. Eerst nog naar 900 meter klimmen, maar vanaf Banon via Forcalquier tot aan Valensole alleen maar naar beneden. Onderweg veel klaprozen en brem. Vanaf Valensole reden we over de zogenaamde lavendel-route en het was ook een prachtig gezicht, de bloeiende lavendel op de hoogvlakte. En dan ook nog de tijd nemen om daar te lunchen.
Na de lavendelvelden daalden we af naar het meer van Ste Croix, het stuwmeer waar de Verdon in uit komt. Prachtig blauw meer met strandjes en de ingang van de Gorge du Verdon in zicht. Natuurlijk weer de foto’s, alvorens we de klim naar Aiguines op 823 meter hoogte, konden inzetten. Het hotel heeft een prachtig uitzicht en we hebben daar een prima uurtje op het terras gezeten. Na het douchen nog even door het stadje gelopen en na het avondeten daar in een cafeetje een WK-wedstrijd gekeken, althans een halve wedstrijd. Zaterdag 21 juni: Aiguines – Nice (140 km). Wat is dat toch moeilijk…wakker worden, ontbijten en dat direct aan de bak moeten om de Gorge du Verdon in te komen. M.a.w. klimmen vanaf het hotel (823 meter hoog) naar het hoogste punt (Vaumalle, 1.180 meter). Maar wat word je geweldig beloond voor die inspanningen!
Gorge du Verdon Prachtige uitzichten, van een grote hoogte in de gorge en naar het meer. Door het vele kijken, foto’s nemen en het pittige parkoers hadden we pas na 2,5 uur de koffiepauze in Comps sur Artuby, 38 km van Aiguines Op deze laatste dag ook nog wat klimwerk: Col de Clavel (1100 meter), Col de Valferriere en Pas de la Faye. De laatste twee klimmetjes zijn onderdeel van de route Napoleon, voordat je in Grasse aankomt. Wat dan volgt is het laatste deel van Parijs-Nice: de aankomst in Villeneuve Plage om vandaar uit langs de boulevard (op een frans fietspad, dus gevaarlijk) te finishen op de beroemde Boulevard des Anglais.
In die Kalverstraat van Nice hebben we heerlijk na zitten genieten (eten, drinken mensen kijken, napraten) van een prachtige belevenis. Nog een stuk voetbal gekeken en daarna weer naar het hotel.
Zondag 22 en maandag 23 juni. ’s Morgens kwamen we tot de ontdekking dat een ruitje van de camper was ingeslagen. Men is ook in de camper geweest maar…niets gestolen. Misschien maar goed dat we de fietsen op de kamer hadden gestald. Om kwart voor acht werden Hennie, Tom, Tijs en Trudo opgehaald met een taxi. Zij stonden om half twaalf op Schiphol. Jaap, Jaap en Rob vertrokken om acht uur voor de lange reis naar Melun. Jaap J heeft het meest gereden en werd tussentijds afgelost door Rob. Nog voor zes uur waren we in Melun, de reis was lang maar ging voorspoedig. Maandag met de auto en de camper gezamenlijk op naar Charles de Gaulle-vliegveld en toen ieder voor zich naar Volendam.
Meningen van de malloten (ongecensureerd). Hennie Molenaar. Ik sprak met Rob op het jaarfeest 2013 over de eerdere editie van Parijs-Nice en met de gemaakte foto’s van deze edities te zien op de laptop van Jaap Jonk was ik meteen om. Ik vroeg aan Rob, mocht hij ooit nog een keer Parijs-Nice organiseren, dat ik dan graag mee zou gaan. In november kreeg ik een mailtje, Rob had toestemming van Emmy om de tocht nog een keer te rijden. Ik heb meteen gereageerd op de mail dat ik graag mee zou gaan. Twee weken in spanning gezeten toen kwam het antwoord: ik mocht mee. Het aftellen was begonnen, nog een half jaar en we gaan. Ik heb deze tijd gebruikt om keihard te trainen. Toen was het zover: vrijdag 13 juni zijn we naar Parijs vertrokken en op zaterdag 14 juni zijn we begonnen om in 7 etappes naar Nice te fietsen. Ik zal het kort houden. Elke dag was weer een belevenis, schitterende routes dwars door Frankrijk, met als hoogtepunt (letterlijk) de beklimming van de Mont Vertoux op 19 juni en de rit door de Gorge du Verdon, dat was een rit door een ansichtkaart, een belevenis die ik nooit meer zal vergeten. Op zaterdag 21 juni kwamen we aan in Nice. Tot slot wil ik de hele ploeg, Rob van der Plas, Jaap Dakhaas, Jaap Jonk, Tijs de Waart, Trudo Koning en Tom Lagerburg bedanken voor de goede samenwerking en gezelligheid tijdens ons fietsavontuur. Jaap Jonk. Voor de derde keer Parijs-Nice…. De herfst is onstuimig, de winter onvoorspelbaar, de lente ontspruit, de zomer uitbundig…omarmt, zwoel, grandioos mooi, is zacht, overweldigend en mild. Parijs-Nice heeft dit allemaal in één. Ik dank alle deelnemers voor de goede verstandhouding, saamhorigheid en samenspraak, want dat maakt een onderneming als deze geslaagd. Trudo Koning. Parijs-Nice 2009 was al de mooiste tocht ooit gemaakt en Rob ging er nog een keer voor. Natuurlijk wou ik mee en ik wist dat de eerste drie dagen zo goed als vlak maar toch zijn tol konden eisen , drie keer 180 km dat is in Nederland al zwaar, dus de vierde dag kapot op de Col de Rousset. Moest weer de bus in, nou ja, ik mocht toch s`middags in de camper. Ik moest in de middag rijden in de camper en eigenlijk wou iedereen we: regen hagel en onweer,je zal er in fietsen moeten.
Woensdag rustdag die had iedereen nodig en voetbal kijken: aus-ned en dan wordt die wedstrijd niet uitgezonden in Frankrijk??? Dan de Mont Ventoux ik heb genoten van het uitzicht dat kan als je rustig aan doet 2u 10 min en in ongeveer 30 min beneden. Dankzij mijn bryton zie je de bochten aankomen, max 74 km Daarna als toetje de Gorge de la Nesque, wat een natuur…… schitterend. Vrijdag lavendel velden en een afdaling naar het mooie blauwe meer en dan naar het hotel halverwege de berg en weer 30 graden. Zaterdag weer in de camper door de Gorge du Verdon. In Nice bijna net als vijf jaar terug even de weg kwijt maar allemaal heel in het hotel je rijd toch maar effe 1100 km met z`n zevenen. Rob, er zijn geen woorden voor…. Bedankt. Tijs de Waart. Toen bekend gemaakt werd dat er een Parijs – Nice georganiseerd ging worden heb ik in goed overleg met m’n vrouw besloten me aan te melden. Gelukkig was ik op tijd want er waren nog wel een aantal liefhebbers. In de winter zijn we lekker naar Algarve in zuid Portugal gegaan en daar heb ik bij een lekker temperatuurtje redelijk wat kilometers kunnen maken. Vanaf begin april hebben we nogal mazzel gehad met het weer zodat we veel tochten hebben kunnen maken dus kilometers in de benen. Dertien juni was het zover, dus op naar Melun om daar de volgende dag te starten. Deze rit gaat van Melun naar Montbard over 185 Km en is redelijk vlak. In Frankrijk is niets vlak dus ook in deze rit zaten 1090 hoogtemeters, lekker om alvast te wennen. Montbard is een klein stadje met zoals wel meer in Frankrijk weinig mensen op straat. Het eten in het hotel was prima, we zijn moe en gingen dus op tijd naar bed. Fietsdag twee ging van Montbard naar Jayat. Het was mijn beurt om de middag te rijden en dat was ook wel leuk. Vlak voor Jayat reden we door een klein dorpje met een standbeeld van een grote kip aan de kant van de weg. In m’n beste Frans en met gebaren heb ik staan te praten met een bejaarde Fransman die me allerlei dingen over die kip probeerde te vertellen. Tot 90 km is de rit klimmerig tot maximaal 560mtr en in totaal zo’n 1620 hoogtemeters. Dag 3 bracht ons van Jayat naar Pont en Royans 180 km met 1545 hoogtemeters. Pont en Royans is een prachtig plaatsje wat we zeker nog een keer gaan bezoeken. Dag 4 ging van Pont en Royans naar Vaison la Romaine. Deze rit is zwaar over de Col de Rousset, deze is circa 1300 mtr hoog. en heeft een fantastische afdaling met heel veel haarspeld bochten. Na ongeveer 100 km over de Col de Premol (1000mtr) en dan dalen over ca 60 km naar Vaison. Jammer dat we in dit deel een onweersbui kregen te verwerken met hagel. De temperatuur daalde behoorlijk en ik moet zeggen dat ik me niet kan herinneren dat ik het eerder zo koud heb gehad. Gelukkig werd het na een km of 5 weer droog en werden we weer wat warmer dus snel door naar Vaison waar het hotel tegen de berg was gelegen. Op de rustdag hebben we een rondje gemaakt door de oude stad en via een stop op een terras naar het Theatre Romain waar nog steeds optredens gedaan worden. Terug bij het hotel hebben Jaap D en Jaap J heerlijke biefstukken gebakken welke we met een lekker biertje erbij genuttigd hebben. Donderdag is het dan zover dat we de kale berg, de Mont Ventoux, moesten bedwingen. Eerst rustig aan naar Malaucene en dan los op de berg. We waren van plan om een aantal stops te maken in de klim maar als je lekker gaat dan moet je niet stoppen en gewoon doortrappen naar de top. Als je dan na ruim 2 uur boven bent dan geeft dat toch een kick. In de afdaling even stoppen bij Tommy en bij Chalet Reynard en dan snel door naar Bedoin. Op de weg allemaal bekende namen uit de Tour de France. Vanuit Bedoin naar Mormoiron en dan via Villes sur Auzon naar de Gorge de La Nesque, een weg lang een ravijn met een schitterend uitzicht zowel naar beneden als opzij. Het hoogste punt hier is zo’n 700 mtr en daarna door naar Sault. Het aantal hoogte meters deze dag is ca 2370 mtr. Vrijdag reden we van Sault naar Aiguines in du Verdon. Via prachtige gebieden met lavendel velden, bos en bergen komen we bij het meer van Verdon. Hier wordt door heel veel mensen heel veel genoten van het prachtige blauwe water, het zwemmen in het meer, de strandjes en
de fantastische uitzichten, helemaal top. Vanaf het meer moeten we nog een klim maken van ca 7 km naar het hotel en dan bij een zeer aangename temperatuur een heerlijk biertje op het terras. Zaterdag meteen een klim van ca 7 km naar 1200 mtr en dan een afdaling langs de rand van de Gorge du Verdon wat qua uitzichten wel een van de mooiste is wat ik ooit gezien heb in de bergen. Dan richting de kust naar de boulevard in Nice. Het fietsen langs de boulevard is redelijk link met badgasten die geen rekening met je houden maar het is gelukkig allemaal goed gegaan. We sluiten de dag af met een heerlijk dinertje en een biertje in een voetbal café waar een wk wedstrijd te zien was. Als ik terug kijk naar deze week dan kan ik zeggen dat het een geweldige belevenis is geweest. De diversiteit aan verschillende landstreken is over deze afstand enorm. Het heeft mijn verwachting overtroffen, mede ook door de andere deelnemers Trudo Koning, Jaap Jonk, Jaap Visser, Hennie Molenaar, Tom Lagerburg en Rob van der Plas. De organisatie door Rob verdient een tien, waarvoor dank. Jaap Visser (Dakhaas) Ik kan me de dag nog goed herinneren dat Rob aan mij vroeg of ik zin had om Parijs Nice te fietsen, Ik heb gelijk ja gezegd, want Rob had te kennen gegeven dat we om de beurt te gaan rijden met de camper en dat vond ik een heel goed idee. Hoe mooi is het niet om met iemand op stap te gaan die alles in de puntjes regelt. Ikzelf heb Parijs-Nice tweemaal als volger gedaan en dat was ook best leuk om te doen, ik had zelfs niet verwacht dat het ook leuk kon zijn. Zodoende wist ik waar ik aan begon met fietsen. Het is op de fiets natuurlijk veel leuker dan in de auto, je beleeft het op de fiets veel intenser. Zo dacht ik zelf: ‘kan aardig een bergje op fietsen’, maar… Henny en Tom daar was geen raad voor en niet te vergeten Tijs, die kan er ook nog wat van. Ik heb genoten van de hele mooie tocht die Rob heeft uitgezet en elke avond gaf hij een briefing wat we de volgende dag konden verwachten. Het enige waar ik altijd op stuit is dat ik niet met de groep uit kan eten en dat vind ik zeer jammer, maar daar is al genoeg over gesproken. Groet van Jaap vanuit het mooie Luxemburg en op weg naar het mooie Franse land. Tom Lagerburg. Nog nooit over echte bergen gefietst en dat wel heel graag willen. Nog nooit 11 dagen van huis en zonder Annie en dat niet graag willen. Beslis dan maar eens of je wel of niet mee gaat naar Frankrijk met je fietsmaten. Uiteindelijk heeft Annie de knoop doorgehakt met de opmerking “als je over echte bergen wilt fietsen dan niet met “vreemden”, dan het liefst met je eigen fietsmaten, met jullie (Rob, Thijs, Jaap en Jaap, Trudo en Henny) dus! En zo is het gekomen, op naar Frankrijk, op naar de Mont Ventoux en op naar Nice. O ja! Vijf dagen voor vertrek een gescheurd frame, alles leek in duigen te vallen! Maar gelukkig, dank zij de inzet van Jeroen Koning en de snelle service van Giant (garantie en nieuw frame) had ik een uur voor het inladen van de bus een “nieuwe” fiets. Alleen had ik er nog geen meter op gereden en dat is best spannende aan het begin van ParijsNice. Gelukkig is alles met de fiets goed gegaan, alles bleef heel en goed functioneren. Zowel berg op als berg af gaf de fiets geen krimp en ook op die paar vlakke kilometers gedroeg de “nieuwe” zich voorbeeldig.
En dan Parijs-Nice in zeven etappes en een rustdag. Wat een belevenis, wat een afwisseling en wat was het anders dan ik me vooraf had ingebeeld. Vlak is helemaal niet vlak of Limburg moet vlak zijn zonder dat ik dat weet. Ook de bergen leken hoger en de afdalingen langer dat ik met had voorgesteld. De afgronden waren veel dieper dan Rob me had verteld, alleen kon ik het niet nameten! Het klimmen ging goed en het afdalen eigenlijk ook wel , hoewel ik dat gevoel “tijdens enkele afdalingen” beslist niet had. Maar één dingen is zeker “het was mooi en indrukwekkend”! De eerste paar dagen vielen voor mij mee. De eerst en derde dag een halve etappe in de camper maakten het fietsen een stuk makkelijker juist in die lange etappes. (Vooraf zag ik erg op tegen het rijden met de camper maar dat is heel erg mee gevallen! Twee maal een halve etappe in de camper, dus toch alle dagen fietsen, een geweldige regeling!) Maar dan de tweede helft van de reis als vermoeidheid, heimwee en hoogte-(of eigenlijk diepte-)vrees een rol gaan spelen. Toen werd het af en toe moeilijk, dan vergeet je af en toe te genieten van al het moois dat je tegen komt. En mooi en indrukwekkend was het. De beklimmingen gingen goed en wat een geweldig mooie afdaling van de Col de Rousset. De rustdag was echt nodig maar voor mij een dag die niet in het teken stond van Parijs-Nice en fietsen en dus, helemaal fout, je overgeven aan vermoeidheid en verlangen naar huis. Na de rustdag ging het weer beter. De beklimming van de Mont Ventoux, de prachtige afdaling en de rit door de Gorge de la Nesque kosten zoveel inspanning en het uitzicht was zo indrukwekkend dat ik geen tijd had om ………. En dan de dag door de lavendel velden. Niet alleen heel mooi om te zien maar nog veel mooier om op je trouwdag (45 jr. getrouwd) midden in de lavendel op de foto te gaan. En als je dan naar “thuis” belt om dat te vertellen en je hoort dat er ook thuis bloemen staan van de “Parijs-Nice gangers” dan geeft dat met een traantje en een glimlach een heel goed gevoel! Mannen, BEDANKT!!!!!! En dan de Gorges du Verdon. Wat moet ik daar van zeggen of schrijven. Daar gaat ie toch maar. Geweldig mooi, indrukwekkend en heel blij dat ik het heb meegemaakt, maar nooit meer op de fiets! Zo hoog en zo diep, ik had het, met name bij het afdalen, af en toe niet meer. Ook de laatste etappe was heel mooi en je nadert de finish. Goed te doen als je een dag later met een noodgang, met het vliegtuig, weer naar huis kan. En dan nog iets wat het voor mij een beetje moeilijk maakte. Een week lang in één bed met Jaap Jonk (gelukkig alleen ’s nachts). Achteraf is het meegevallen, het was goed te doen! Slechts één keer heb ik zijn hand, zij het heel kort, gevoeld. Hij dacht dat ik aan de andere kant lag en hij was op zoek naar zijn klokje op het nachtkasje (zei hij). Ondanks enkele negatieve ervaringen was Parijs-Nice 2014 voor mij een geweldig! Een rit die ik voor geen goud had willen missen. Absoluut geen spijt dat ik ben meegegaan. Maar als ik ooit nog eens over bergen ga fietsen dan niet meer zo lang van huis.