ENGELS
Vertaling NEDERLANDS INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING 520
INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING 520
ANALYTICAL PROCEDURES
CIJFERANALYSES
(Effective for audits of financial statements for periods beginning on or after December 15, 2009)
(Van toepassing op controles van financiële overzichten over verslagperioden die op of na 15 december 2009 aanvangen)
CONTENTS
INHOUDSOPGAVE Paragraph
Paragraaf
Introduction
Inleiding
Scope of this ISA 1
Toepassingsgebied van deze ISA
1
Effective Date 2
Ingangsdatum
2
Objectives 3
Doelstellingen
3
Definition 4
Definitie
4
Requirements
Vereisten
Substantive Analytical Procedures 5
Gegevensgerichte cijferanalyses
5
Analytical Procedures that Assist When Forming an Overall Conclusion 6
Cijferanalyses als hulpmiddel bij het trekken van een algehele conclusie
6
Investigating Results of Analytical Procedures 7
Het onderzoeken van resultaten van cijferanalyses 7
Application and Other Explanatory Material
Toepassingsgerichte en overige verklarende teksten
Definition of Analytical Procedures A3
Page 1 of 11
A1-
Definitie van cijferanalyses
A1-A3
ENGELS
Vertaling NEDERLANDS
Substantive Analytical Procedures A16
A4-
Gegevensgerichte cijferanalyses
Analytical Procedures that Assist When Forming an Overall Conclusion A19
A17-
Cijferanalyses als hulpmiddel bij het trekken van een algehele conclusie
Investigating Results of Analytical Procedures A21
A20-
Het onderzoeken van resultaten van cijferanalyses
A4-A16
A17-A19
A20-A21
International Standard on Auditing (ISA) 520, “Analytical Procedures” should be read in conjunction with ISA 200, “Overall Objectives of the Independent Auditor and the Conduct of an Audit in Accordance with International Standards on Auditing.”
International Standard on Auditing (ISA) 520, “Cijferanalyses”, moet worden gelezen in samenhang met ISA 200, “Algehele doelstellingen van de onafhankelijke auditor, alsmede het uitvoeren van een controle overeenkomstig de International Standards on Auditing”.
Introduction
Inleiding
Scope of this ISA
Toepassingsgebied van deze ISA
1.
This International Standard on Auditing (ISA) deals with the auditor’s use of analytical procedures as substantive procedures (“substantive analytical procedures”). It also deals with the auditor’s responsibility to perform analytical procedures near the end of the audit that assist the auditor when forming an overall conclusion on the financial statements. ISA 3151 deals with the use of analytical procedures as risk assessment procedures. ISA 330 includes requirements and guidance regarding the nature, timing and extent of audit procedures in response to assessed risks; these audit procedures may include substantive analytical procedures.2
Effective Date
1
1.
Deze International Standard on Auditing (ISA) behandelt het gebruikmaken door de auditor van cijferanalyses als gegevensgerichte controlescontroles (“gegevensgerichte cijferanalyses”). Deze standaard behandelt tevens de verantwoordelijkheid van de auditor om nabij het einde van de controle cijferanalyses te verrichten die hem helpen een algehele conclusie te trekken over de financiële overzichten. ISA 3153 behandelt het gebruik van cijferanalyses als risico-inschattingswerkzaamheden. In ISA 330 zijn vereisten en leidraden opgenomen met betrekking tot de aard, timing en omvang van controlewerkzaamheden om in te spelen op ingeschatte risico’s; deze controlewerkzaamheden kunnen gegevensgerichte cijferanalyses omvatten 4.
Ingangsdatum
ISA 315, “Identifying and Assessing the Risks of Material Misstatement through Understanding the Entity and Its Environment,” paragraphs 6(b).
2
ISA 330, “The Auditor’s Reponses to Assessed Risks,” paragraphs 6 and 18.
3
ISA 315 “Risico’s op een afwijking van materieel belang identificeren en inschatten door inzicht te verwerven in de entiteit en haar omgeving”, paragraaf 6(b).
4
ISA 330 “Inspelen door de auditor op ingeschatte risico’s”, de paragrafen 6 en 18.
Page 2 of 11
ENGELS 1.
Vertaling NEDERLANDS This ISA is effective for audits of financial statements for periods beginning on or after December 15, 2009.
Objectives 2.
Doelstellingen
The objectives of the auditor are:
2.
De doelstellingen van de auditor zijn:
(a)
To obtain relevant and reliable audit evidence when using substantive analytical procedures; and
(a)
(b)
To design and perform analytical procedures near the end of the audit that assist the auditor when forming an overall conclusion as to whether the financial statements are consistent with the auditor’s understanding of the entity.
(b) het opzetten en uitvoeren van cijferanalyses op het einde van de controle die hem helpen een algehele conclusie te trekken over de vraag of de financiële overzichten consistent zijn met zijn inzicht in de entiteit.
Definition 3.
1. Deze ISA is van toepassing op controles van financiële overzichten over verslagperioden die op of na 15 december 2009 aanvangen.
het verkrijgen van relevante en betrouwbare controle-informatie bij het gebruik van gegevensgerichte cijferanalyses; en
Definitie
For the purposes of the ISAs, the term “analytical procedures” means evaluations of financial information through analysis of plausible relationships among both financial and non-financial data. Analytical procedures also encompass such investigation as is necessary of identified fluctuations or relationships that are inconsistent with other relevant information or that differ from expected values by a significant amount. (Ref: Para. A1-A3)
3.
Voor de toepassing van de ISA’s wordt onder de term “cijferanalyses” verstaan evaluaties van financiële informatie door analyse van plausibele relaties tussen zowel financiële als niet-financiële gegevens. Voor zover noodzakelijk worden bij cijferanalyses tevens geïdentificeerde fluctuaties of relaties onderzocht die inconsistent zijn met andere relevante informatie of die significant verschillen van de verwachte waarden. (Zie Par. A1-A3)
Requirements
Vereisten
Substantive Analytical Procedures
Gegevensgerichte cijferanalyses
4.
When designing and performing substantive analytical procedures, either alone or in combination with tests of details, as substantive procedures in accordance with ISA 330,5 the auditor shall: (Ref: Para. A4-A5) (a)
Determine the suitability of particular substantive analytical procedures for given assertions, taking account of the assessed risks of material misstatement and tests of details, if any, for these assertions; (Ref: Para. A6A11)
5
ISA 330, paragraph 18.
6
ISA 330, paragraaf 18.
Page 3 of 11
4.
Bij het opzetten en uitvoeren van gegevensgerichte cijferanalyses, alleen dan wel in combinatie met detailcontroles, als gegevensgerichte controlescontroles overeenkomstig ISA 3306 dient de auditor: (Zie Par.A4-A5) (a)
de geschiktheid van bepaalde gegevensgerichte cijferanalyses voor gegeven beweringen te bepalen, rekening houdend met de ingeschatte risico’s op een afwijking van materieel belang en met eventuele detailcontroles voor deze beweringen; (Zie Par. A6-A11)
ENGELS
Vertaling NEDERLANDS (b)
Evaluate the reliability of data from which the auditor’s expectation of recorded amounts or ratios is developed, taking account of source, comparability, and nature and relevance of information available, and controls over preparation; (Ref: Para. A12-A14)
(c)
Develop an expectation of recorded amounts or ratios and evaluate whether the expectation is sufficiently precise to identify a misstatement that, individually or when aggregated with other misstatements, may cause the financial statements to be materially misstated; and (Ref: Para. A15)
(d)
Determine the amount of any difference of recorded amounts from expected values that is acceptable without further investigation as required by paragraph 7. (Ref: Para. A16)
Analytical Procedures that Assist When Forming an Overall Conclusion 5.
The auditor shall design and perform analytical procedures near the end of the audit that assist the auditor when forming an overall conclusion as to whether the financial statements are consistent with the auditor’s understanding of the entity. (Ref: Para. A17-A19)
Investigating Results of Analytical Procedures 6.
If analytical procedures performed in accordance with this ISA identify fluctuations or relationships that are inconsistent with other relevant information or that differ from expected values by a significant amount, the auditor shall investigate such differences by:
(b)
de betrouwbaarheid van de gegevens waarop zijn verwachting ten aanzien van vastgelegde bedragen of verhoudingscijfers is gebouwd, te evalueren, rekening houdend met de bron, de vergelijkbaarheid en de aard en relevantie van de beschikbare informatie, alsmede met interne beheersingsmaatregelen met betrekking tot de opstelling van die informatie; (Zie Par. A12-A14)
(c)
een verwachting ten aanzien van vastgelegde bedragen of verhoudingscijfers op te bouwen, en te evalueren of die verwachting voldoende nauwkeurig is om een afwijking te kunnen identificeren die, afzonderlijk of gezamenlijk met andere afwijkingen, ertoe kan leiden dat de financiële overzichten een van materieel belang zijnde afwijking bevatten; en (Zie Par. A15)
(d)
een bedrag te bepalen van eventuele verschillen tussen de vastgelegde bedragen en de verwachte waarden aanvaardbaar zijn zonder verder onderzoek zoals vereist op grond van paragraaf 7. (Zie Par. A16)
Cijferanalyses als hulpmiddel bij het trekken van een algehele conclusie 5.
De auditor dient op het einde van de controle cijferanalyses op te zetten en uit te voeren die hem helpen een algehele conclusie te trekken over de vraag of de financiële overzichten consistent zijn met zijn inzicht in de entiteit. (Zie Par. A17A19)
Het onderzoeken van resultaten van cijferanalyses 6.
Indien overeenkomstig deze ISA uitgevoerde cijferanalyses fluctuaties of relaties aan het licht brengen die inconsistent zijn met andere relevante informatie of die significant verschillen van de verwachte waarden, dient de auditor deze verschillen te onderzoeken door:
(a)
Inquiring of management and obtaining appropriate audit evidence relevant to management’s responses; and
(a)
navraag te doen bij het management en geschikte controle-informatie te verkrijgen die relevant is voor de antwoorden van het management; en
(b)
Performing other audit procedures as necessary in the circumstances. (Ref: Para. A20-A21)
(b)
andere controlewerkzaamheden te verrichten naargelang noodzakelijk in de gegeven omstandigheden. (Zie Par. A20-A21)
***
***
Application and Other Explanatory Material
Toepassingsgerichte en overige verklarende teksten
Definition of Analytical Procedures (Ref: Para. 4)
Definitie van cijferanalyses (Zie Par. 4)
Page 4 of 11
ENGELS
Vertaling NEDERLANDS
A1. Analytical procedures include the consideration of comparisons of the entity’s financial information with, for example:
A1. Cijferanalyses omvatten het overwegen van de financiële informatie van de entiteit in vergelijking met bijvoorbeeld:
Comparable information for prior periods.
Anticipated results of the entity, such as budgets or forecasts, or expectations of the auditor, such as an estimation of depreciation.
de verwachte resultaten van de entiteit, zoals budgetten of prognoses, dan wel de verwachtingen van de auditor, zoals een schatting van de afschrijving;
Similar industry information, such as a comparison of the entity’s ratio of sales to accounts receivable with industry averages or with other entities of comparable size in the same industry.
gelijksoortige branche-informatie, zoals een vergelijking van het verhoudingscijfer van de entiteit inzake verkopen en vorderingen met branchegemiddelden of met andere entiteiten van vergelijkbare omvang in dezelfde branche.
A2. Analytical procedures also include consideration of relationships, for example:
vergelijkbare informatie uit voorgaande verslagperioden;
A2. Cijferanalyses omvatten ook het overwegen van verbanden, bijvoorbeeld:
Among elements of financial information that would be expected to conform to a predictable pattern based on the entity’s experience, such as gross margin percentages.
tussen elementen van financiële informatie waarvan kan worden verwacht dat zij een voorspelbaar patroon volgen op basis van de ervaring van de entiteit, zoals brutomargepercentages;
Between financial information and relevant non-financial information, such as payroll costs to number of employees.
tussen financiële informatie en relevante niet-financiële informatie, zoals de loon- en salariskosten in vergelijking met het aantal werknemers.
A3. Various methods may be used to perform analytical procedures. These methods range from performing simple comparisons to performing complex analyses using advanced statistical techniques. Analytical procedures may be applied to consolidated financial statements, components and individual elements of information. Substantive Analytical Procedures (Ref: Para. 5)
A3. Cijferanalyses kunnen volgens verschillende methoden worden uitgevoerd. Deze methoden variëren van eenvoudige vergelijkingen tot complexe analyses met behulp van geavanceerde statistische technieken. Cijferanalyses kunnen worden toegepast op geconsolideerde financiële overzichten, groepsonderdelen en individuele informatieelementen. Gegevensgerichte cijferanalyses (Zie Par. 4)
A4. The auditor’s substantive procedures at the assertion level may be tests of details, substantive analytical procedures, or a combination of both. The decision about which audit procedures to perform, including whether to use substantive analytical procedures, is based on the auditor’s judgment about the expected effectiveness and efficiency of the available audit procedures to reduce audit risk at the assertion level to an acceptably low level.
A4. De gegevensgerichte controles van de auditor op het niveau van beweringen kunnen bestaan uit detailcontroles, gegevensgerichte cijferanalyses of een combinatie van beide. De auditor baseert zijn beslissing over de te verrichten controlewerkzaamheden, met inbegrip van de vraag of hij gegevensgerichte cijferanalyses zal uitvoeren, op zijn oordeelsvorming inzake de verwachte effectiviteit en efficiëntie van de beschikbare controlewerkzaamheden die erop gericht zijn het controlerisico op het niveau van beweringen tot een aanvaardbaar laag niveau terug te brengen.
A5. The auditor may inquire of management as to the availability and reliability of information needed to apply substantive analytical procedures, and the results of any such analytical procedures performed by the entity. It may be effective to use analytical data prepared by management, provided the auditor is satisfied that such
A5. De auditor kan bij het management inlichtingen inwinnen over de beschikbaarheid en betrouwbaarheid van de informatie die noodzakelijk is om gegevensgerichte cijferanalyses uit te voeren, en naar de resultaten van eventueel door de entiteit uitgevoerde cijferanalyses. Het kan effectief zijn om gebruik te maken van door het management opgestelde analytische gegevens, op voorwaarde dat de auditor ervan
Page 5 of 11
ENGELS data is properly prepared. Suitability of Particular Analytical Procedures for Given Assertions (Ref: Para. 5(a))
Vertaling NEDERLANDS overtuigd is dat deze gegevens naar behoren zijn opgesteld. Geschiktheid van bepaalde cijferanalyses voor gegeven beweringen (Zie Par. 5(a))
A6. Substantive analytical procedures are generally more applicable to large volumes of transactions that tend to be predictable over time. The application of planned analytical procedures is based on the expectation that relationships among data exist and continue in the absence of known conditions to the contrary. However, the suitability of a particular analytical procedure will depend upon the auditor’s assessment of how effective it will be in detecting a misstatement that, individually or when aggregated with other misstatements, may cause the financial statements to be materially misstated.
A6. Gegevensgerichte cijferanalyses zijn over het algemeen beter toepasbaar op grote hoeveelheden van transacties die doorgaans voorspelbaar zijn in de tijd. Bij geplande cijferanalyses wordt uitgegaan van de verwachting dat er relaties tussen gegevens bestaan en dat deze blijven bestaan zolang het tegendeel niet is gebleken. De geschiktheid van een bepaalde cijferanalyse zal evenwel afhangen van de mate waarin de auditor die analyse effectief acht voor het detecteren van een afwijking die, afzonderlijk of gezamenlijk met andere afwijkingen, ertoe kan leiden dat de financiële overzichten een afwijking van materieel belang bevatten.
A7. In some cases, even an unsophisticated predictive model may be effective as an analytical procedure. For example, where an entity has a known number of employees at fixed rates of pay throughout the period, it may be possible for the auditor to use this data to estimate the total payroll costs for the period with a high degree of accuracy, thereby providing audit evidence for a significant item in the financial statements and reducing the need to perform tests of details on the payroll. The use of widely recognized trade ratios (such as profit margins for different types of retail entities) can often be used effectively in substantive analytical procedures to provide evidence to support the reasonableness of recorded amounts.
A7. In sommige gevallen kan zelfs een eenvoudig voorspellend model effectief zijn als cijferanalyse. Zo is het mogelijk dat de auditor, wanneer een entiteit een bekend aantal werknemers met een vaste vergoeding gedurende de verslagperiode heeft, deze gegevens gebruikt om met een hoge mate van nauwkeurigheid de totale loon- en salariskosten voor de verslagperiode te schatten, hetgeen hem controle-informatie voor een significant element in de financiële overzichten verschaft en de noodzaak beperkt om detailcontroles op de loon- en salariskosten uit te voeren. Bij gegevensgerichte cijferanalyses kan vaak effectief gebruik worden gemaakt van breed erkende handelsverhoudingscijfers (zoals winstmarges voor verschillende soorten entiteiten in de detailhandel) om informatie te verkrijgen die de redelijkheid van de vastgelegde bedragen onderbouwt.
A8. Different types of analytical procedures provide different levels of assurance. Analytical procedures involving, for example, the prediction of total rental income on a building divided into apartments, taking the rental rates, the number of apartments and vacancy rates into consideration, can provide persuasive evidence and may eliminate the need for further verification by means of tests of details, provided the elements are appropriately verified. In contrast, calculation and comparison of gross margin percentages as a means of confirming a revenue figure may provide less persuasive evidence, but may provide useful corroboration if used in combination with other audit procedures.
A8. Verschillende soorten cijferanalyses verschaffen verschillende niveaus van zekerheid. Cijferanalyses waarbij bijvoorbeeld de totale huuropbrengsten van een gebouw dat in appartementen is opgedeeld, worden voorspeld uitgaande van de huurbedragen, het aantal appartementen en de mate van leegstand, kunnen overtuigende controleinformatie verschaffen en de noodzaak van verdere verificatie door middel van detailcontroles wegnemen, op voorwaarde dat die elementen naar behoren worden geverifieerd. De berekening en bevestiging van brutomargepercentages ter bevestiging van een opbrengstcijfer zal daarentegen minder overtuigende controle-informatie verschaffen, maar kan wel bruikbare bevestiging verschaffen indien deze wordt gebruikt in combinatie met andere controlewerkzaamheden.
A9. The determination of the suitability of particular substantive analytical procedures is influenced by the nature of the assertion and the auditor’s assessment of the risk of material misstatement. For example, if controls over sales order processing are deficient, the auditor may place more reliance on tests of details rather than on substantive analytical procedures for assertions related to receivables.
A9. De bepaling van de geschiktheid van bepaalde gegevensgerichte cijferanalyses wordt beïnvloed door de aard van de bewering en de inschatting van de auditor met betrekking tot het risico op een afwijking van materieel belang. Indien bijvoorbeeld de interne beheersing over de verwerking van de verkooporders tekortschiet, kan de auditor voor beweringen die op vorderingen betrekking hebben, meer nadruk leggen op detailcontroles dan op gegevensgerichte cijferanalyses.
A10. Particular substantive analytical procedures may also be considered suitable when tests of details are performed on the same assertion. For example, when obtaining
A10. Bepaalde gegevensgerichte cijferanalyses kunnen mede als geschikt worden beschouwd wanneer detailcontroles op dezelfde bewering worden uitgevoerd. Zo is het mogelijk
Page 6 of 11
ENGELS audit evidence regarding the valuation assertion for accounts receivable balances, the auditor may apply analytical procedures to an aging of customers’ accounts in addition to performing tests of details on subsequent cash receipts to determine the collectability of the receivables.
Considerations Specific to Public Sector Entities A11. The relationships between individual financial statement items traditionally considered in the audit of business entities may not always be relevant in the audit of governments or other non-business public sector entities; for example, in many public sector entities there may be little direct relationship between revenue and expenditure. In addition, because expenditure on the acquisition of assets may not be capitalized, there may be no relationship between expenditures on, for example, inventories and fixed assets and the amount of those assets reported in the financial statements. Also, industry data or statistics for comparative purposes may not be available in the public sector. However, other relationships may be relevant, for example, variations in the cost per kilometer of road construction or the number of vehicles acquired compared with vehicles retired.
The Reliability of the Data (Ref: Para. 5(b)) A12. The reliability of data is influenced by its source and nature and is dependent on the circumstances under which it is obtained. Accordingly, the following are relevant when determining whether data is reliable for purposes of designing substantive analytical procedures: (a)
(Source of the information available. For example, information may be more reliable when it is obtained from independent sources outside the entity; 7
(b)
Comparability of the information available. For example, broad industry data may need to be supplemented to be comparable to that of an entity that produces and sells specialized products;
(c)
Nature and relevance of the information available. For example, whether budgets have been established as results to be expected rather than as goals to be achieved; and
7
ISA 500, “Audit Evidence,” paragraph A31.
8
ISA 500, “Controle-informatie”, paragraaf A31.
Page 7 of 11
Vertaling NEDERLANDS dat de auditor, wanneer hij controle-informatie in verband met de bewering over waardering van rekeningsaldi van vorderingen verkrijgt, cijferanalyses toepast op ouderdom van de vorderingen in aanvulling op het uitvoeren van detailcontroles daaropvolgende contante ontvangsten, teneinde de incasseerbaarheid van vorderingen te bepalen.
de de op de
Overwegingen die specifiek voor entiteiten in de publieke sector gelden [ A11. De relaties tussen individuele elementen in financiële overzichten die doorgaans bij de controle van bedrijven worden overwogen, zijn niet altijd relevant bij de controle van overheden of van andere niet-zakelijke entiteiten in de publieke sector; zo bestaat er bij vele entiteiten in de publieke sector vaak geen direct verband tussen opbrengsten en uitgaven. Ook is het mogelijk dat er, omdat de uitgaven voor het verwerven van activa mogelijk niet geactiveerd worden, geen verband bestaat tussen de uitgaven voor bijvoorbeeld voorraden en vaste activa en de in de financiële overzichten gerapporteerde bedragen voor deze activa. In de publieke sector kan het ook voorkomen dat er geen gegevens of statistieken op sectorniveau beschikbaar zijn voor vergelijkingsdoeleinden. Andere relaties kunnen daarentegen wel relevant zijn, zoals variaties in de kilometerkostprijs van wegenaanleg of het aantal aangekochte voertuigen in vergelijking met het aantal uit roulatie genomen voertuigen. De betrouwbaarheid van de gegevens (Zie: Par. 5(b)) A12. De betrouwbaarheid van de gegevens wordt beïnvloed door de bron en de aard van de gegevens en is afhankelijk van de omstandigheden waarin deze zijn verkregen. Dienovereenkomstig is het volgende relevant bij het bepalen of de gegevens betrouwbaar zijn voor het opzetten van gegevensgerichte cijferanalyses: (a) bron van de beschikbare informatie: informatie kan bijvoorbeeld betrouwbaarder zijn wanneer zij is verkregen vanuit onafhankelijke bronnen buiten de entiteit 8; (b) vergelijkbaarheid van de beschikbare informatie: sectorbrede gegevens kunnen eventueel moeten worden aangevuld om vergelijkbaar te zijn met die van een entiteit die gespecialiseerde producten vervaardigt en verkoopt; (c) aard en relevantie van de beschikbare informatie: bijvoorbeeld de vraag of budgetten zijn opgesteld als te verwachten resultaten dan wel als te bereiken doelen; en
ENGELS
Vertaling NEDERLANDS (d)
Controls over the preparation of the information that are designed to ensure its completeness, accuracy and validity. For example, controls over the preparation, review and maintenance of budgets.
(d) interne beheersingsmaatregelen met betrekking tot het opstellen van de informatie, die zijn opgezet om de volledigheid, nauwkeurigheid en geldigheid van die informatie te garanderen. Bijvoorbeeld: interne beheersingsmaatregelen met betrekking tot het opstellen, toetsen en beheren van budgetten.
A13. The auditor may consider testing the operating effectiveness of controls, if any, over the entity’s preparation of information used by the auditor in performing substantive analytical procedures in response to assessed risks. When such controls are effective, the auditor generally has greater confidence in the reliability of the information and, therefore, in the results of analytical procedures. The operating effectiveness of controls over non-financial information may often be tested in conjunction with other tests of controls. For example, in establishing controls over the processing of sales invoices, an entity may include controls over the recording of unit sales. In these circumstances, the auditor may test the operating effectiveness of controls over the recording of unit sales in conjunction with tests of the operating effectiveness of controls over the processing of sales invoices. Alternatively, the auditor may consider whether the information was subjected to audit testing. ISA 500 establishes requirements and provides guidance in determining the audit procedures to be performed on the information to be used for substantive analytical procedures.9
A13. De auditor kan overwegen om een toetsing te verrichten van de effectieve werking van eventuele interne beheersingsmaatregelen met betrekking tot de opstelling door de entiteit van informatie waarop hij gegevensgerichte cijferanalyses toepast om in te spelen op ingeschatte risico’s. Wanneer die interne beheersingsmaatregelen effectief zijn, heeft de auditor over het algemeen een groter vertrouwen in de betrouwbaarheid van de informatie en daarom ook in de resultaten van de cijferanalyses. De effectieve werking van interne beheersingsmaatregelen met betrekking tot niet-financiële informatie kan vaak worden getoetst in combinatie met andere toetsingen van interne beheersingsmaatregelenZo kan een entiteit bij het opzetten van interne beheersingsmaatregelen met betrekking tot de verwerking van de verkoopfacturen ook voorzien in interne beheersingsmaatregelen met betrekking tot de vastlegging van de verkochte eenheden. In deze omstandigheden kan de auditor de effectieve werking van de interne beheersingsmaatregelen met betrekking de vastlegging van de verkochte eenheden toetsen samen met de effectieve werking van de interne beheersingsmaatregelen voor de verwerking van de verkoopfacturen. Als alternatief kan de auditor overwegen of de informatie onderworpen werd aan detailcontroles. In ISA 500 zijn vereisten vastgesteld en worden leidraden gegeven om de uit te voeren controlewerkzaamheden te bepalen op 10 de informatie die voor gegevensgerichte cijferanalyses zal worden gebruikt .
A14. The matters discussed in paragraphs A12(a)-A12(d) are relevant irrespective of whether the auditor performs substantive analytical procedures on the entity’s period end financial statements, or at an interim date and plans to perform substantive analytical procedures for the remaining period. ISA 330 establishes requirements and provides guidance on substantive procedures performed at an interim date.11
A14. De in de paragrafen A12(a)-A12(d) besproken aangelegenheden zijn relevant, ongeacht of de auditor gegevensgerichte cijferanalyses verricht op de financiële overzichten van de entiteit aan het einde van de verslagperiode dan wel op een tussentijdse datum en hij van plan is gegevensgerichte cijferanalyses te verrichten voor de resterende periode. In ISA 330 zijn vereisten vastgesteld en worden leidraden gegeven voor gegevensgerichte 12 controles die op een tussentijdse datum worden verricht .
Evaluation Whether the Expectation Is Sufficiently Precise (Ref: Para. 5(c)) A15. Matters relevant to the auditor’s evaluation of whether the expectation can be developed sufficiently precisely to identify a misstatement that, when aggregated
9
ISA 500, paragraph 10.
10
ISA 500, paragraaf 10.
11
ISA 330, paragraphs 22-23
12
ISA 330, de paragrafen 22-23.
Page 8 of 11
Evaluatie of de verwachting voldoende nauwkeurig is (Zie Par. 5(c)) A15. Wanneer de auditor evalueert of de verwachting op voldoende nauwkeurige wijze kan worden ontwikkeld voor het identificeren van een afwijking die, gezamenlijk met
ENGELS with other misstatements, may cause the financial statements to be materially misstated, include:
Vertaling NEDERLANDS andere afwijkingen, ertoe kan leiden dat de financiële overzichten een afwijking van materieel belang bevatten, zijn de volgende aangelegenheden relevant:
The accuracy with which the expected results of substantive analytical procedures can be predicted. For example, the auditor may expect greater consistency in comparing gross profit margins from one period to another than in comparing discretionary expenses, such as research or advertising.
de nauwkeurigheid waarmee de verwachte resultaten van gegevensgerichte cijferanalyses kunnen worden voorspeld. Zo kan de auditor verwachten dat de brutowinstmarges van opeenvolgende perioden nauwer samenhangen dan discretionaire uitgaven, zoals voor onderzoek of reclame;
The degree to which information can be disaggregated. For example, substantive analytical procedures may be more effective when applied to financial information on individual sections of an operation or to financial statements of components of a diversified entity, than when applied to the financial statements of the entity as a whole.
de mate waarin informatie kan worden uitgesplitst. Zo kunnen gegevensgerichte cijferanalyses effectiever zijn wanneer ze worden toegepast op financiële informatie over afzonderlijke gedeelten van een bedrijfsactiviteit of op financiële overzichten van groepsonderdelen van een gediversifieerde entiteit dan wanneer ze worden toegepast op de financiële overzichten van de entiteit als geheel;
The availability of the information, both financial and non-financial. For example, the auditor may consider whether financial information, such as budgets or forecasts, and non-financial information, such as the number of units produced or sold, is available to design substantive analytical procedures. If the information is available, the auditor may also consider the reliability of the information as discussed in paragraphs A12-A13 above.
de beschikbaarheid van zowel financiële als niet-financiële informatie. Zo kan de auditor overwegen of er financiële informatie, zoals budgetten of prognoses, en niet-financiële informatie, zoals het aantal geproduceerde of verkochte eenheden, beschikbaar is om gegevensgerichte cijferanalyses op te zetten. Indien de informatie beschikbaar is, kan de auditor tevens de betrouwbaarheid van de informatie overwegen zoals uiteengezet in de paragrafen A12 en A13 hierboven.
Amount of Difference of Recorded Amounts from Expected Values that Is Acceptable (Ref: Para. 5(d)) A16. The auditor’s determination of the amount of difference from the expectation that can be accepted without further investigation is influenced by materiality13 and the consistency with the desired level of assurance, taking account of the possibility that a misstatement, individually or when aggregated with other misstatements, may cause the financial statements to be materially misstated. ISA 330 requires the auditor to obtain more persuasive audit evidence the higher the auditor’s assessment of risk.14 Accordingly, as the assessed risk increases, the amount of difference considered acceptable without investigation decreases in order to achieve the desired level of persuasive evidence.15
13
ISA 320, “Materiality in Planning and Performing an Audit,” paragraph A13.
14
ISA 330, paragraph 7(b).
15
ISA 330, paragraph A19.
16
ISA 320, “Materialiteit bij de planning en uitvoering van een controle”, paragraaf A13.
17
ISA 330, paragraaf 7(b).
Page 9 of 11
Aanvaardbaar verschil tussen vastgelegde bedragen en verwachte waarden (Zie Par. 5(d))
A16. Wanneer de auditor bepaalt welke mate van verschil met de verwachting aanvaardbaar is zonder verder onderzoek, houdt hij rekening met materialiteit16 en verenigbaarheid met het gewenste niveau van zekerheid, omdat een afwijking, afzonderlijk of gezamenlijk met andere afwijkingen, ertoe kan leiden dat de financiële overzichten een afwijking van materieel belang bevatten. Overeenkomstig ISA 330 wordt van de auditor vereist dat hij meer overtuigende controle-informatie verkrijgt naarmate hij het risico hoger inschat17. Dienovereenkomstig wordt het verschil dat zonder onderzoek als aanvaardbaar wordt beschouwd, kleiner naarmate het ingeschatte risico hoger wordt,
ENGELS
Vertaling NEDERLANDS teneinde het gewenste niveau van overtuigende controle-informatie te bereiken
Analytical Procedures that Assist When Forming an Overall Conclusion (Ref: Para. 6)
19 20
.
Cijferanalyses als hulpmiddel bij het trekken van een algehele conclusie (Zie Par. 6)
A17. The conclusions drawn from the results of analytical procedures designed and performed in accordance with paragraph 6 are intended to corroborate conclusions formed during the audit of individual components or elements of the financial statements. This assists the auditor to draw reasonable conclusions on which to base the auditor’s opinion.
A17. De conclusies uit de resultaten van de overeenkomstig paragraaf 6 opgezette en uitgevoerde cijferanalyses zijn bedoeld als bevestiging van conclusies die bij de controle van afzonderlijke groepsonderdelen of elementen van de financiële overzichten zijn gevormd. Zij vormen een hulpmiddel voor de auditor om redelijke conclusies te trekken waarop hij zijn oordeel kan baseren.
A18. The results of such analytical procedures may identify a previously unrecognized risk of material misstatement. In such circumstances, ISA 315 requires the auditor to revise the auditor’s assessment of the risks of material misstatement and modify the further planned audit procedures accordingly. 19
A18. De resultaten van dergelijke cijferanalyses kunnen een niet eerder geïdentificeerd risico op een afwijking van materieel belang aan het licht brengen. In dergelijke omstandigheden wordt van de auditor vereist dat hij overeenkomstig ISA 315 zijn inschatting van de risico’s op een afwijking van materieel belang bijstelt en de verdere 20 geplande controlewerkzaamheden daarop afstemt .
A19. The analytical procedures performed in accordance with paragraph 6 may be similar to those that would be used as risk assessment procedures.
A19. De overeenkomstig paragraaf 6 verrichte cijferanalyses kunnen vergelijkbaar zijn met die welke als risico-inschattingswerkzaamheden zouden worden gebruikt.
Investigating Results of Analytical Procedures (Ref: Para. 7)
18
18
Het onderzoeken van resultaten van cijferanalyses (Zie Par.7)
A20. Audit evidence relevant to management’s responses may be obtained by evaluating those responses taking into account the auditor’s understanding of the entity and its environment, and with other audit evidence obtained during the course of the audit.
A20. Controle-informatie die relevant is voor de door het management gegeven antwoorden, kan worden verkregen door deze antwoorden te evalueren in het licht van het inzicht dat de auditor in de entiteit en haar omgeving heeft verworven, en van andere controleinformatie die in de loop van de controle werd verkregen.
A21. The need to perform other audit procedures may arise when, for example, management is unable to provide an explanation, or the explanation, together with the audit evidence obtained relevant to management’s response, is not considered adequate.
A21. Het kan noodzakelijk zijn om andere controlewerkzaamheden uit te voeren, bijvoorbeeld wanneer het management niet in staat is een uitleg te verstrekken, of wanneer de uitleg, samen met de verkregen controle-informatie die relevant is voor het antwoord van het management, niet als adequaat wordt beschouwd.
ISA 330, paragraaf A19. ISA 315, paragraph 31. ISA 315, paragraaf 31.
Page 10 of 11
Page 11 of 11