Overzicht van het toestel
Netkabel met stekker Draadbeugel Papiersteun Papiertoevoerklep
Papierbreedteadapter
Bedieningspaneel Kaart voor snelkiesnummers Hoorn
Symbolen op het display
FINE f / PHOTO F geeft aan of u verzend of kopiëert met een hogere resolutie of met grijstinten. Als geen van beide symbolen wordt weergegeven, dan is de standaardresolutie gekozen. Druk op FINE/PHOTO om de resolutie te wijzigen. h is zichtbaar als het geheugen faxen bevat. E geeft het vulpeil van de patroon weer. I verschijnt, wanneer u tijdens een gesprek nog een oproep of meerdere oproepen heeft ontvangen (afhankelijk van uw telefoonmaatschappij). S/M/U Drie verschillende symbolen op het display tonen de huidige bedieningsmodus aan. U kunt de gewenste bedieningsmodus selecteren aan de hand van de U-toets.
Toekenning van de toetsen
w tweemaal kort drukken: afdruk van de bedieningsinstructies voor de belangrijkste functies met verwijzingen naar extra Hulp-pagina’s; drukken en ingedrukt houden (twee seconden): afdruk van een “Installatie Hulp”-gids / om de automatische installatie van uw faxtoestel en extra apparatuur te starten u om in het functiemenu te bladeren / om de geluidssterkte te veranderen / beweging op het display MENU/OK om functies op te roepen / om ingevoerde data te bevestigen
Indicatielampje
U om de modus te wisselen. Kort drukken: om te kiezen tussen de modi S en M; drukken en ingedrukt houden (twee seconden): om de modus U te selecteren
m kort drukken: voor verkort kiezen van een nummer; drukken en ingedrukt houden (twee seconden): om een telefoonnummer op te slaan
COPY kort drukken: start het enkelvoudig kopiëren; drukken en ingedrukt houden (twee seconden): meervoudig kopiëren
PP kort drukken: om de laatste vijf gekozen nummers te herhalen; drukken en ingedrukt houden (twee seconden): om de lijst van bellers te bekijken
SNELKIES-toetsen A-G: kort drukken: om het naamregister op te roepen; drukken en ingedrukt houden (twee seconden): om een naam op te slaan
START kort drukken: start uw faxtransmissie; drukken en ingedrukt houden (twee seconden): om snel toegang te hebben tot de faxverslagen
R kort drukken: voor speciale functies, b.v. voor het gebruik samen met een interne telefooncentrale (bij een moderne aansluiting om naar een ander gesprek te schakelen) en om diverse functies te gebruiken die uw dienstverlener aanbiedt; drukken en ingedrukt houden (twee seconden): pauzeren tijdens het kiezen
FINE f / PHOTO F om met een hogere resolutie te zenden en te kopiëren (f – voor tekst en grafieken; F – voor foto’s) STOP om functies te stoppen / document uittrekken C om te wissen
l om te kiezen met de hoorn op de haak
Veiligheidsinstructies Gelieve alle waarschuwingen en instructies door te nemen en ze nauwgezet op te volgen. Zorg ervoor dat het apparaat veilig en stabiel op een vlak en horizontaal oppervlak staat (geen onderlegsel zoals tapijten, enz.). Mocht het faxtoestel vallen, dan kan het beschadigd raken en/of mensen verwonden, vooral kleine kinderen. Omdat zich een documentenuitvoer aan de voorzijde van het apparaat bevindt, mogen er geen voorwerpen voor het apparaat worden geplaatst.
Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen in het faxtoestel terechtkomen, anders bestaat er gevaar op elektrische schokken of andere verwondingen en ernstige schade aan het faxtoestel. Mocht er toevallig toch vloeistof in het faxtoestel terechtkomen, dient u meteen de stekker uit het stopcontact te halen en het faxtoestel weg te brengen voor een grondig onderzoek. Indien er een breuk in het display ontstaat, kan er een matig irriterende vloeistof uitstromen. Vermijd huid- en oogcontact. Raak nooit telefoon- of stroomkabels aan die niet geïsoleerd zijn of waarvan de isolatie beschadigd is, behalve als de telefoonkabel niet is aangesloten op de telefoonlijn en/of als de stroomkabel niet is aangesloten op het elektriciteitsnet. Uw faxtoestel werd getest in overeenstemming met de normen EN 60950 of IEC 60950 en mag enkel gebruikt worden op telefoon- en elektriciteitsaansluitingen die voldoen aan deze normen. . Stel nooit uw faxtoestel bloot aan regen of enige andere vorm van vocht, dit om het risico op elektrische schokken of brand .te vermijden.
Zet het apparaat niet in direct zonlicht, in de buurt van een radio- of televisietoestel, verwarming of airconditioning en zorg ervoor dat het apparaat niet in aanraking komt met stof, water of chemische middelen. Zorg ervoor dat de lucht vrij rond het faxtoestel kan circuleren. Gebruik het faxtoestel niet in gesloten dozen, kasten, meubels, enz. Dek nooit het faxtoestel af (tafelkleden, papier, enz.). Plaats het faxtoestel niet op bedden, tafelkleden, kussens, sofa’s, tapijten of andere zachte oppervlakken, omwille van het gevaar op oververhitting en bijgevolg op brand. Sluit nooit de telefoon- of de stroomkabel aan in vochtige ruimten, behalve als de stopcontacten speciaal ontworpen zijn voor vochtige omstandigheden. Raak nooit de voedingsstekker, het stopcontact of de telefoonstekker aan met natte handen. Mocht de behuizing, en in het bijzonder de stroomkabels van het faxtoestel beschadigd raken, haalt u de stekker uit het stopcontact en neemt u contact op met u uw service center. De behuizing van uw faxtoestel mag enkel geopend worden door erkend servicepersoneel. Plaats het faxtoestel op een vlak oppervlak en zorg voor een minimum afstand van 10 cm tussen het faxtoestel en andere apparaten en voorwerpen. Als u een draadloze telefoon samen met uw faxtoestel wilt aansluiten, houdt u dan ten minste 15 cm afstand tussen beide apparaten. Anders kunnen er akoestische storingen optreden. Zorg ervoor dat de kabels veilig liggen (gevaar van struikelen, schade aan het snoer of aan het faxtoestel). Haal zowel de telefoon- als de voedingsstekker uit het stopcontact voor u het faxtoesteloppervlak schoonmaakt. Gebruik nooit vloeibare of gasvormige schoonmaakmiddelen (spuitbussen, schurende middelen, poetsmiddelen,…).
4
Bij onweer haalt u zowel de telefoon- als de voedingsstekker uit het stopcontact. Als u het faxtoestel niet kunt uitschakelen, gebruikt u het gewoon niet en telefoneert u ook niet, omwille van het gevaar op blikseminslag en/of schade aan het toestel. Wanneer de stroom uitvalt, kunt u geen gebruik meer maken van telefoon of fax. Het faxapparaat is uitsluitend voor gebruik in het desbetreffende land van verkoop gefabriceerd. Het voldoet aan de bepalingen van de telefoonmaatschappijen aldaar.
Inhoud Installatie ........................... 6
Fax .................................... 16
Verpakking .................................................................................. 6 Aansluiting .................................................................................. 6 Patroon plaatsen ........................................................................ 7 Plaatsen van papier .................................................................... 7 Papier verwijderen ..................................................................... 8 Andere apparatuur aansluiten .................................................. 8 Installatie Hulp ........................................................................... 9 Aansluiting op ISDN ................................................................ 9 Aansluiting op telefooncentrale ............................................... 9 Computeraansluiting* ............................................................. 10
Documenten invoeren ............................................................ 16 Faxen .......................................................................................... 16 Een fax ontvangen ................................................................... 16 Rondzenden .............................................................................. 16 Resolutie .................................................................................... 17 Verzendrapport – foutrapport ............................................... 17 Transmissie – Intercontinentalfunctie .................................. 17 Compressie van het formaat .................................................. 17 Faxjournaal ............................................................................... 17 Afroep van faxen ..................................................................... 18 Verzenden op afroep ............................................................... 18 Later versturen ......................................................................... 18
Basisinstellingen .............. 11 HELP-functie ........................................................................... 11 Tijd en datum ........................................................................... 11 Nummer invoeren ................................................................... 11 Naam invoeren ......................................................................... 11 Correctie .................................................................................... 11 Taal in de display ...................................................................... 11 Belsignaaltypes ......................................................................... 11 Volume ...................................................................................... 12 Contrast ..................................................................................... 12 Belgedrag ................................................................................... 12 Antwoordapparaat ................................................................... 13
Telefoon ........................... 14 Opbellen .................................................................................... 14 Nummer herhalen .................................................................... 14 Snelkies A–G ............................................................................ 14 Telefoongids m ...................................................................... 14 Groep ........................................................................................ 15 Nummerweergave .................................................................... 15
Kopiëren – scannen – drukken ............................ 19 Kopiëren ................................................................................... 19 Scannen* ................................................................................... 19 Printen in kleur* ....................................................................... 20
Tips&Trucs....................... 21 Verbruiksartikelen .................................................................... 21 Papierstoring ............................................................................. 21 Documentenstoring ................................................................. 21 Patroon wisselen ...................................................................... 21 Easylink ..................................................................................... 22 Service code .............................................................................. 22 Instructies voor onderhoud ................................................... 22 Nieuw patroon ......................................................................... 23 Storingen ................................................................................... 24
Appendix.......................... 27 Functielijst ................................................................................. 27 Technische specificaties .......................................................... 27 Glossarium ................................................................................ 28 Garantie ..................................................................................... 29 Verklaring van overeenstemming .......................................... 30
Index................................. 31
* alleen voor apparaten met pc-interface
5
Installatie Verpakking Controleer of de volgende onderdelen zich in de verpakking bevinden:
Installatiehulp
Handleiding
Inktpatroon (zwart)
Papiersteun Hoorn
Krulsnoer voor hoorn Fax
Netsnoer met stekker
De hoorn op de fax
Telefoonkabel met stekker
Kaart voor snelkiesnummers Cd-rom voor de aansluiting op een computer (alleen voor apparaten met pc-interface)
Aansluiting Gelieve alle waarschuwingen en instructies door te nemen en ze nauwgezet op te volgen.
Op het telefoonnet Sluit de telefoonkabel aan de onderkant van het apparaat aan op de aansluiting met LINE. Sluit de telefoonstekker vervolgens op een telefoonstopcontact aan. Steek de kabel in de daartoe bestemde gleuf.
6
Steek het ene uiteinde van het krulsnoer in het aansluitpunt op de hoorn, het andere uiteinde van het krulsnoer in het aansluitpunt met het “hoorn”-symbool aan de onderzijde van het apparaat. Draai het apparaat weer om en druk het in de speciaal daartoe bestemde kabelsleuf.
Netaansluiting
Patroon plaatsen Voordat u documenten kunt ontvangen of kopiëren, moet er een inktpatroon in de fax worden geplaatst. Daarom werd bij uw apparaat een gratis patroon voor enkele proefafdrukken bijgeleverd.
5 Plaats de patroon met de gekleurde kant naar voren en de contacten naar beneden in de houder. Wanneer u de patroon correct plaatst, hoort u een klik en is de pin in het midden vastgeklikt.
Wanneer de patroon leeg is, of wanneer er geen patroon in de fax zit, knippert het rode lampje v en verschijnt op het display: PATROON LEEG. Houd u zich aan de aanwijzingen op de verpakking van de patroon! 1
Open het bedieningspaneel door deze in het midden op te tillen. Wanneer u een zachte klik hoort, zit het paneel vast.
2 Klap de draadbeugel omhoog.
6 Sluit het apparaat door de documenteninvoer naar voren te klappen. Sluit daarna het bedieningspaneel.
7 Op het display verschijnt PATROON NIEUW: JA. Bevestig met OK. D Gebruik, om de beste kwaliteit te bereiken, uitsluitend originele patronen van het merk PHILIPS. Levering verbruiksartikelen: zie Tips&Trucs / Verbruiksartikelen).
Plaatsen van papier 3 Open het patroonvak door op de rechterbovenhoek van de documenteninvoer (symbool) te drukken en deze voorzichtig naar achteren te klappen.
Gebruik uitsluitend papier dat speciaal bedoeld is voor gebruik in inkjetprinters (standaardformaat A4 – 210×297 mm, 80 g/m²). Neem de gebruiksvoorschriften van de fabrikant in acht. v Voer nooit papier in terwijl het faxtoestel aan het afdrukken is! Gebruik geen papier dat al aan een zijde bedrukt is! In beide gevallen kan dit tot een papierstoring leiden. 1
Plaats de papiersteun in de daartoe bestemde gleuven achter het papierdoorvoermechanisme.
4 Neem de inktpatroon uit de verpakking en verwijder de beschermstrook.
v Let op dat u de inktopening en de contacten niet aanraakt!
7
2 Om te vermijden dat meerdere vellen ineens door het toestel gevoerd worden, waaiert u eerst de vellen uit en ordent u de stapel vervolgens op een vlak oppervlak alvorens ze in de papierdoorvoer te plaatsen.
Op hetzelfde telefoonstopcontact Wilt u andere telecommunicatieapparatuur op hetzelfde telefoonstopcontact aansluiten, dan dient u op de juiste volgorde van aansluiting te letten. Mogelijkheid 1
3 Klap de papierdoorvoerklep eerst zover mogelijk naar voren. Voer maximaal 100 A4-vellen (210×297mm, 80 g/ m²) in. Sluit de papierdoorvoerklep.
Mogelijkheid 2
Papier verwijderen
Mogelijkheid 3
Klap om het papier te verwijderen, de papierdoorvoerklep naar voren, verwijder het papier en sluit de papierdoorvoerklep.
Andere apparatuur aansluiten
Mogelijkheid 4
Behalve uw fax kunt u ook andere telecommunicatieapparatuur, zoals extra telefoontoestellen, draadloze handsets, een antwoordapparaat, een kostenteller of modems op een enkele telefoonlijn aansluiten. Indien u met uw fax gebruik wilt maken van speciale aanvullende mogelijkheden, kunt u met uw dealer contact opnemen. Uw fax mag niet parallel geschakeld worden met andere telecommunicatieapparatuur. Indien dit toch gebeurt, kan een goede werking van uw fax niet gegarandeerd worden.
8
Wanneer u faxen via een modem wilt ontvangen, moet u de fax instellen op ontvangst handm.
Installatie Hulp Met behulp van de Installatie Hulp wordt uw faxtoestel optimaal ingesteld. 1
Houd w twee seconden ingedrukt. Uw faxtoestel zal een pagina afdrukken. Neem nu deze pagina uit het faxtoestel en volg de aanwijzingen op die op deze pagina staan.
2 Met behulp van de Installatie Hulp en de toelichting in het display worden de instellingen nu een voor een afgevraagd, zoals uw telefoonnummer en uw naam. 3 Ten slotte vraagt uw apparaat om de tijd en datum in te voeren. Voer deze in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op OK.
Aansluiting op ISDN Uw faxapparaat is geen ISDN-fax (groep 4), maar een analoge fax (groep 3). Het apparaat kan dan ook niet direct op een ISDN-aansluiting worden aangesloten, maar u hebt hiervoor ofwel een (analoge) adapter of een ISDN-installatie met aansluitingen voor analoge eindstations nodig. Zie voor verdere informatie de handleiding van uw ISDN-installatie.
Aansluiting op telefooncentrale Telefooncentrales (PABX) worden in het algemeen gebruikt in grote bedrijven. Ook de steeds vaker door particulieren gebruikte ISDN-installaties zijn telefooncentrales. Om vanaf een aansluiting (extensie) van een dergelijke centrale verbinding te maken met het openbare telefoonnet, dient voorafgaand aan de nummerkeuze een code te worden ingetoetst om een buitenlijn te verkrijgen. 1
U kiest functie 15 door op MENU te drukken en vervolgens de cijfers 15 in te toetsen. Druk op OK.
2 Met u kunt u de modus interne telefooncentrale (PABX) kiezen. PABX:
NEE
PABX:
JA
3 Druk op OK. 4 Druk op de toets, die noodzakelijk is, om de buitenlijn te krijgen.
Deze buitenlijncode dient door de fabrikant te worden opgegeven). Dit is ofwel een 0 of een R (bij sommige installaties ook FLASH genoemd), maar kan ook een ander cijfer zijn. 5 Kies met u TEST: JA en druk op OK. Uw fax controleert nu of de buitenlijn bereikbaar is. Is dit het geval, dan verschijnt: TEST OK Is dit niet het geval, dan verschijnt: TEST NIET OK U dient nu de gegevens nogmaals in te typen. Verander het kiestype ofwel de toets voor de buitenlijn. Hebt u de juiste kiesmodus gekozen en het juiste nummer voor de buitenlijn, maar verschijnt in het display desondanks TEST NIET OK wis dan het nummer van de buitenlijn met C. D Als bij een telefooncentrale R als buitenlijncode is opgegeven en er desondanks geen kiestoon mogelijk blijkt, dan voldoet uw centrale niet aan de voorschriften. Aan het faxapparaat moeten in dat geval bepaalde technische instellingen worden gewijzigd. U kunt zich hiertoe tot onze telefonische klantenservice richten.
Computeraansluiting (alleen voor apparaten met pc-interface) Om uw apparaat in combinatie met de computer als printer en scanner te kunnen gebruiken, moet u het op de computer aansluiten en de meegeleverde software installeren. Vervolgens kunt u beschikken over uitvoerige on-line documentatie.
Vereisten Voor Windows® 98: Pentium® 133 MHz of hoger, ten minste 32 MB RAM Voor Windows® ME: Pentium® 166 MHz of hoger, ten minste 32 MB RAM Voor Windows® NT, 2000 of XP: Pentium® II of hoger, ten minste 64 MB RAM VGA-beeldscherm Parallele port: IEEE 1284 ECP D Gebruik a.u.b. alleen printer kabels die aan de norm IEEE 1284 voldoen en niet langer zijn dan 2 meter. D Voor de installatie moet er ongeveer 20 MB vrije ruimte op de harde schijf beschikbaar zijn.
9
Aansluiting 1
Controleer of de fax en de computer niet op de stroom zijn aangesloten.
2 Verwijder het klepje van de aansluitbus.
3 Steek de stekker van de printerkabel in de daarvoor bestemde plaats in de computer en de fax.
4 Sluit de fax weer op de stroom aan en zet de computer aan.
Software laden 1
Sluit alle programma’s op de computer af.
2 Leg de bijgeleverde installatie-cd in het cd-rom-station. 3 Start a.u.b. de programma setup.exe. Volg de aanwijzingen op het beeldscherm op. 4 Start na afloop van de installatie de computer opnieuw op.
10
Basisinstellingen Als u een overzicht wilt behouden van de fabrieksinstellingen van uw faxtoestel, raden wij u aan een functielijst af te drukken alvorens de instellingen te wijzigen. Druk driemaal op MENU.
Toets
Teken
0
spatie . - 0 + ? / : * % ! ( ) [ ] ”
1
1
Als u per ongeluk een verkeerde toets indrukt, druk dan zo vaak als nodig op STOP om weer naar de oorspronkelijke positie terug te keren. Heeft u een verkeerde letter of cijfer ingevoerd, dan kunt u de fout met u en C corrigeren.
2
ABC 2 abc ÄÅÆÇ äåæç
3
DEF 3 def
4
GHI 4 ghi
Als u uw persoonlijke instellingen wilt wissen, kunt u dit doen aan de hand van functie 45 Service code (zie hoofdstuk Tips en trucs / Service code).
5
JKL 5 jkl
6
MNO 6 mno ÑÖ ñö
7
PQRS 7 pqrs
8
TUV 8 tuv Üü
9
WXYZ 9 wxyz
HELP-functie Druk tweemaal op w. U krijgt een afdruk met uitleg over het gebruik van de belangrijkste functies. Op deze Hulp-pagina kunt u ook lezen hoe u nog meer Hulp-pagina’s voor bepaalde functies van het toestel kunt krijgen.
Tijd en datum 1
Kies functie 12, door op MENU, 12 en OK te drukken.
2 Voer nu via het toetsenbord de juiste tijd in (bijvoorbeeld: 09 15 voor 9:15 uur). Het toestel vraagt u dan automatisch de huidige datum in te voeren (bijvoorbeeld: 15 05 03 voor 15 mei 2003). 3 Druk op OK.
Nummer invoeren 1
3 Druk ter bevestiging op OK. D Uw naam en uw telefoonnummer worden bovenaan op elke pagina (de eerste 4 mm) afgedrukt samen met de datum, de tijd en het paginanummer.
Correctie Heeft u in functie 13 of 14 een verkeerde letter of cijfer ingevoerd, dan kunt u de fout zowel direct corrigeren als ook later. Indien u later correcties wilt aanbrengen, dient u de functies voor het intoetsen van nummers of namen opnieuw te kiezen. Plaats met u de cursor rechts naast het teken dat u wilt wissen. Druk op C. Het teken wordt gewist. Als u lang op C drukt (twee seconden), worden alle tekens gewist. Druk ter bevestiging op OK.
Taal in de display
Kies functie 13, door op MENU, 13 en OK te drukken.
Druk op MENU, 11 en vervolgens OK.
2 Voer uw telefoonnummer in.
1
(bijvoorbeeld: #31>6151... voor +31 6151... – gebruik # of * om de “+” te typen, met > typt u een spatie; max. 20 tekens).
2 Maak met behulp van u een keuze uit de mogelijke talen. 3 Druk ter bevestiging op OK.
3 Bevestig met OK.
Naam invoeren 1
Kies functie 14 door op MENU, 14 en OK te drukken.
2 Voer uw naam (max. 32 tekens) met behulp van de cijfertoetsen in (bijvoorbeeld voor C drukt u driemaal 2). Met > springt de cursor één positie naar rechts. De volgende letters en speciale tekens zijn beschikbaar:
Belsignaaltypes U kunt uit tien verschillene belsignalen kiezen. 1
Druk op MENU, 44 en vervolgens op OK .
2 Kies met 0 tot en met 9 het gewenste signaal. 3 Druk ter bevestiging op OK.
11
Volume Belsignaal Het volume van het belsignaal kan in de wachtstand of tijdens het rinkelen worden gewijzigd. Opgelet: het ingestelde volume is verschillend voor de modi S en M (zie hoofdstuk Belgedrag). Met u verschijnt de huidige instelling gedurende drie seconden.
1
Timer U U kunt de omschakeling tussen dag S en nacht M inschakelen (in de fabriek is het apparaat ingesteld op S). Druk daarvoor ten minste twee seconden op U. Het symbool U verschijnt op het display. Voor het uitschakelen van de timer drukt u nogmaals ten minste 2 seconden op U. Het symbool U op het display verdwijnt. Wanneer u de tijden waarop het apparaat omschakelt van dag S naar nacht M wilt wijzigen: 1
Selecteert u functie 33. Druk hiervoor op MENU, 33 en OK.
2 Regel de geluidssterkte nu door opnieuw op u te drukken, net zolang totdat u de gewenste geluidssterkte heeft verkregen.
2 Voer de tijd in waarop uw faxtoestel automatisch moet omschakelen naar S (bijvoorbeeld: 08 00 voor 8:00 uur) en bevestigen met OK.
Luidspreker
3 Voer de tijd in waarop uw faxtoestel automatisch moet omschakelen naar M (bijvoorbeeld: 23 30 voor 23:30 uur) en bevestigen met OK.
Druk op l.
1
2 U kunt het volume veranderen, door u te drukken.
Modus SM instellen
3 Sluit af met STOP.
Menuonderdeel
Instelmogelijkheden
BELLEN TOTAAL:
0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7
BELLEN FAX:
0, 1, 2, 3, 4, 5, ONTVANGST HANDM.
BELVOLUME:
ZACHT, MIDDEL, LUID
Contrast In functie 47 kunt u de contrastkwaliteit (helderheid) voor zowel te kopiëren als te verzenden documenten instellen, bijvoorbeeld donkere foto’s of formulieren op gekleurd papier. 1 Druk op MENU, 47 en OK. 2 Met u kunt u uit drie mogelijkheden kiezen: CONTRAST: LAAG CONTRAST: MIDDEL CONTRAST: HOOG 3 Bevestig uw keuze met OK.
Belgedrag De ingebouwde faxschakelaar maakt het mogelijk te telefoneren of faxen op een enkele telefoonaansluiting met gebruik van extra apparatuur. Met de ingebouwde timer U maakt de faxschakelaar onderscheid tussen dag S en nacht M. Met de vooraf ingestelde waarden klinkt het faxapparaat overdag zowel bij fax- als telefoonoproepen. 's Nachts (van 22.00 tot 6.00 uur) worden faxen ontvangen zonder signaal en bij een telefoonoproep klinkt het faxapparaat met een verminderde geluidssterkte. U kunt deze instellingen ook wijzigen:
1
Om de instellingen voor S te wijzigen, selecteert u functie 31. Druk hiervoor op MENU, 31 en OK.
2 U kunt met u instellen hoe vaak de fax in totaal moet rinkelen voordat het apparaat automatisch op fax ontvangen schakelt. BELLEN TOTAAL: 5 3 Bevestig dit met OK. 4 Voer nu het aantal belsignalen in waarna de automatische faxschakelaar de oproep moet overnemen en faxen van telefoongesprekken moet scheiden. Vanaf dit moment hoort de beller weliswaar nog een licht gewijzigd belsignaal van uw faxtoestel, maar moet hij al wel telefoonkosten betalen. BELLEN FAX: 5 5 Bevestig dit met OK. 6 Met u stelt u in hoe luid het toestel bij ontvangst van een oproep moet rinkelen. BELVOLUME: LUID 7 Bevestig dit met OK. 8 Als u ook de modus M (nacht) wilt instellen, kiest u functie 32 (MENU 32 OK) en herhaalt u stap 2 t/m 7. D Als u geen faxen kunt ontvangen, hebt u mogelijk in beide gevallen het aantal belsignalen te hoog ingesteld (zie punt 2 en 4). Stel beide aantallen in op een waarde lager dan vijf.
12
D Als u naast het faxapparaat ook nog andere apparaten (telefoon, antwoordapparaat) wilt gebruiken die niet serieel worden aangesloten, kunt u de verhouding tussen het aantal belsignalen als volgt wijzigen: de andere apparaten rinkelen zo vaak als is ingesteld onder BELLEN FAX. Uw faxapparaat rinkelt zo vaak als is ingesteld onder BELLEN TOTAAL.
Speciale instellingen Stille faxontvangst Als u faxen direct wilt ontvangen, zonder dat het faxapparaat eerst rinkelt, moet u het aantal belsignalen bij BELLEN FAX op nul (0) zetten. Volledig stille werking Als u bijvoorbeeld ’s nachts niet gestoord wilt worden door binnenkomende gesprekken of faxen, kunt u beide belsignalen (BELLEN TOTAAL en BELLEN FAX) op nul (0) zetten. Dat wil zeggen dat het apparaat direct overschakelt op faxontvangst en niet rinkelt wanneer er een gesprek binnenkomt (de beller hoort een pieptoon). v Gesprekken kunnen bij deze instelling derhalve ook niet door een eventueel aangesloten extern antwoordapparaat worden beantwoord. Faxontvangst handmatig Als u ontvangst handm. kiest, worden faxen niet automatisch door het faxapparaat afgedrukt en moet u de faxontvangst activeren door op START te drukken. Dit kan nuttig zijn als u faxen bijvoorbeeld via de modem in de computer wilt ontvangen
Antwoordapparaat
Tips: De meldtekst van uw antwoordapparaat mag niet langer dan tien seconden zijn. Gebruik geen muziek in de meldtekst. Als uw faxapparaat problemen heeft met het herkennen van oude faxapparaten die geen herkenningssignaal vooruitsturen, zoals gebruikelijk bij nieuwere apparaten, moet u er in de meldtekst op wijzen dat de beller de faxontvangst kan starten door eerst op de toetsen * en 5 te drukken en vervolgens op START. Mocht de automatische faxontvangst niet mogelijk zijn, dan kunt u de ontvangst handmatig starten door op START te drukken. Als uw antwoordapparaat over een “spaarfunctie” beschikt (dat wil zeggen, een functie waarbij het aantal belsignalen verandert zodra er nieuwe berichten zijn ingesproken), dan kunt u deze functie het beste uitschakelen. Het kan zijn dat het antwoordapparaat niet alleen de binnengekomen berichten, maar ook faxoproepen telt. Bedenk dat de code voor het starten van de faxontvangst vanaf een andere telefoon (fabrieksinstelling * en 5) niet dezelfde is als die voor toegang op afstand. Dit om na te gaan of er nieuwe berichten zijn ingesproken. Indien noodzakelijk kan de code in functie 34 worden gewijzigd (zie Tips en Trucs / Easylink). Als uw antwoordapparaat de oproep aanneemt, maar uw faxtoestel niet stopt met rinkelen, probeer dan het antwoordapparaat serieel te installeren door het bijvoorbeeld op het EXT. TEL.-aansluitpunt van uw faxtoestel of op een serieel telefoonstopcontact aan te sluiten (zie hoofdstuk Installeren / Andere apparatuur aansluiten).
Sluit het antwoordapparaat aan zoals beschreven in het hoofdstuk Installeren / Andere apparatuur aansluiten.
Als uw antwoordapparaat geen oproepen kan aannemen, dan zal uw faxtoestel na het bij BELLEN TOTAAL ingestelde aantal belsignalen automatisch met de faxontvangst beginnen.
Een extern antwoordapparaat werkt het best wanneer u dit instelt op één of twee keer rinkelen. Om te voorkomen dat oproepen door de faxschakelaar automatisch worden overgenomen, dient u bij BELLEN TOTAAL en BELLEN FAX een aantal in te stellen dat ten minste twee belsignalen hoger is dan op uw externe antwoordapparaat.
Registreert uw externe antwoordapparaat faxsignalen terwijl uw faxtoestel geen faxen kan ontvangen, dan dient u de aansluiting van uw externe antwoordapparaat te controleren. Sluit het externe antwoordapparaat op het EXT. TEL.-aansluitpunt of op een serieel telefoonstopcontact aan (zie hoofdstuk Installeren / Andere apparatuur aansluiten).
Als u het externe antwoordapparaat hebt uitgeschakeld, worden oproepen automatisch door de faxschakelaar aangenomen (zie hoofdstuk Modus SM instellen). Instellingsvoorbeeld: Bellen antwoordapparaat
2
BELLEN FAX
4
BELLEN TOTAAL
4
13
Telefoon Opbellen 1
D Noteer de opgeslagen snelkiesnummers op de bijgeleverde kaart en leg de kaart en de kunststof afdekking in de verlaging naast de snelkiestoetsen.
Kies het gewenste nummer.
2 Neem de hoorn van de haak. D Wanneer u bij een opgelegde hoorn wilt kiezen, drukt u op l. D Een verkeerd ingetoetst cijfer kunt u wissen met de toets C voordat u de hoorn opneemt. D Met R kunt u gebruik maken van veel nieuwe telecomdiensten (wisselgesprek etc.). Voor verdere informatie verwijzen wij u naar uw telefoonmaatschappij.
Nummer herhalen U kunt de vijf laatst gekozen nummers opnieuw kiezen door op PP te drukken. Druk op PP.
1
2 Druk op u, tot het gewenste nummer op het display wordt weergegeven. U kunt het nummer bewerken door op OK te drukken en de gewenste wijziging aan te brengen.
Invoer verbeteren Roep de gewenste invoer op en druk vervolgens twee seconden lang op de betreffende snelkiestoets. Met u kunt u het foutieve teken selecteren. Druk op C. Het foutieve teken wordt gewist. Bevestig met OK. Invoer wissen Roep de gewenste invoer op en druk vervolgens op C. Bevestig met OK. Lijst met telefoonnummers Selecteer functie 42 (druk op MENU, 42 en OK) om een afdruk te maken van de door u opgeslagen nummers.
Telefoongids m
3 Neem de hoorn van de haak. D Met PP, u en C kunt u nummers uit het herkiesgeheugen wissen. Bevestig met OK.
Snelkies A–G Voor nummers die u vaak moet kiezen heeft u op uw fax snelkiestoetsen.
Nummers opslaan 1
Druk twee seconden op één van de snelkiestoetsen.
2 Voer de naam met behulp van de cijfertoetsen in. Met > springt de cursor één positie naar rechts. Druk daarna op OK. 3 Toets het telefoonnummer in dat u wilt programmeren, en druk op OK.
In het geheugen van uw faxapparaat kunnen 50 nummers en namen voor een apparaat zonder een pc-interface worden opgeslagen en ca. 200 nummers en namen voor een apparaat met pc-interface. Het precieze aantal is afhankelijk van de ingevoerde gegevens.
Nummers opslaan 1
Druk twee seconden op m.
2 Voer uw naam met behulp van de cijfertoetsen in. Met > springt de cursor één positie naar rechts. Druk daarna op OK. 3 Voer een telefoonnummer in en bevestig dit met OK. D Ook tijdens een telefoongesprek kunt u nummers opslaan.
D Ook tijdens een telefoongesprek kunt u nummers opslaan.
Telefoongids gebruiken
Snelkies gebruiken
1
Druk op m.
Druk op de gewenste snelkiestoets. De opgeslagen naam of het telefoonnummer wordt op het display weergegeven. U kunt het nummer bewerken door op OK te drukken en de gewenste wijziging aan te brengen.
2 Blader met u of met de letters van de cijfertoetsen door de lijst. De opgeslagen naam of het opgeslagen telefoonnummer wordt op het display weergegeven. U kunt het nummer bewerken door op OK te drukken en de gewenste wijziging aan te brengen.
2 Neem de hoorn van de haak of, wanneer u een fax wilt verzenden, druk op START.
3 Neem de hoorn van de haak of, wanneer u een fax wilt verzenden, druk op START.
1
14
Invoer verbeteren Roep de gewenste invoer op en druk vervolgens twee seconden lang op m. Met u kunt u het foutieve teken selecteren. Druk op C. Het foutieve teken wordt gewist. Bevestig met OK. Invoer wissen Roep de gewenste invoer op en druk vervolgens op C. Bevestig met OK.
Nummer of gehele groep wissen 1
2 Selecteer m.b.v. u VERWIJDEREN? en bevestig met OK.
Lijst met telefoonnummers Selecteer functie 42 (druk op MENU, 42 en OK) om een afdruk te maken van de door u opgeslagen nummers.
Groep U kunt meerdere nummers uit uw telefoongids in groepen samenvoegen, bijv. om een fax aan meerdere personen tegelijkertijd te zenden.
Groep samenstellen 1
Selecteer functie 26 door op MENU, 26 en OK te drukken.
Roep functie 26 op en selecteer met u de gewenste groep van 1 tot 5. Druk op OK.
3 Selecteer met u een nummer of de gehele groep die u wilt wissen en druk op C. Selecteer met u of u de nummer of de gehele groep daadwerkelijk wilt wissen. Bevestig met OK en druk op STOP.
Nummerweergave (alleen in Nederland) Uw faxapparaat beschikt over de mogelijkheid de telefoonnummer van de beller aan te geven, nog vóór u de hoorn opneemt. Of u deze functie daadwerkelijk kunt gebruiken, hangt af van uw telefoonmaatschappij.
2 Selecteer m.b.v. u een groep van 1 tot 5 en druk op OK.
Wanneer u een oproep heeft ontvangen, verschijnt het symbool I op het display. De telefoonnummers van de laatste 10 ontvangen oproepen worden opgenomen in de lijst van bellers.
3 Selecteer m.b.v. u
1
TOEVOEGEN? en bevestig met OK. 4 Alle onder de snelkiesnummers en in de telefoongids opgeslagen nummers worden weergegeven. Selecteer met u het nummer dat u wilt opslaan en bevestig dit met OK. 5 Het opgeslagen nummer verschijnt in het display. Ga door tot alle gewenste nummers in de groep zijn opgeslagen. Om de invoer af te sluiten drukt u op STOP.
Groep doorzoeken 1
Om de lijst met bellers op te vragen, houdt u PP twee seconden lang ingedrukt.
2 Met u kunt u door de lijst bladeren. Nieuwe oproepmeldingen worden voorzien van “*”. 3 Om de getoonde abonnee terug te bellen, hoeft u slechts de hoorn van de haak te nemen. D Om een ingevoerd nummer te wissen, drukt u op C. Maak uw keuze met u en bevestig dit met OK. D Als u in functie 31 of 32 bellen fax op nul (0) heeft ingesteld, kan het telefoonnummer niet op uw externe telefoon worden weergegeven.
Om alle nummers in een groep te bekijken roept u functie 26 op en selecteert u met u de gewenste groep van 1 tot 5. Druk op OK.
2 Selecteer m.b.v. u BEKIJKEN? en bevestig met OK. 3 Met u kunt u ingevoerde nummers bekijken. Om de groep te verlaten drukt u op STOP.
15
Fax Schrijf duidelijk in een donkere kleur (zwart/donkerblauw, geen geel/oranje/lichtgroen). Hieronder vindt u de meest voorkomende oorzaken van storingen tijdens het faxen van documenten:
De transmissie begint. Als de verbinding niet meteen tot stand kan worden gebracht, wordt hetzelfde nummer na enige tijd automatisch opnieuw gekozen. Als u de verzending wilt afbreken, drukt u op STOP.
v Plaats geen pagina’ s in de documenteninvoer ... ... die nat of met correctievloeistof bedekt zijn; die vuil zijn of een te glad oppervlak hebben. ... die met een zacht potlood, verf, krijt of koolstift beschreven zijn. ... van kranten (drukinkt). ... met paperclips of nietjes! Verwijder deze vóór het versturen. ... die verkreukeld of gescheurd zijn. ... die met plakband of met lijm aan elkaar geplakt zijn, waarop zelfklevers werden bevestigt zoals “Post-It®” notes, of die te dun of te dik zijn. Documenten die kleiner zijn dan de opgegeven afmetingen kunnen vastlopen in het toestel.
Documenten invoeren 1
Om te vermijden dat meerdere pagina’ s ineens worden doorgevoerd, waaiert u eerst de vellen en ordent u de stapel vervolgens op een vlak oppervlak.
2 Neem de documenten (maximaal 20 zijden) en plaats de vellen losjes met de bedrukte zijde naar voren, in de documentdoorvoergleuf.
Een fax ontvangen Wanneer de instellingen door de faxschakelaar niet worden gewijzigd, dan worden faxen automatisch ontvangen. (Wanneer u een kleurenpatroon geplaatst heeft, moet u het afdrukken met START bevestigen of de patroon vooraf vervangen.) Wanneer u de hoorn opneemt van het faxapparaat en hoort dat het om een fax gaat, drukt u op START en legt u de hoorn weer neer. Bij een extra telefoon Wanneer u een extra aangesloten telefoon opneemt en merkt dat het om een fax gaat, drukt u op *5 en legt u de hoorn weer neer. Het faxapparaat ontvangt dan de fax. Fax ontvangen zonder papier Als het papierdoorvoermechanisme zonder papier komt te zitten, of als de patroon op is, zullen inkomende faxen in het geheugen geladen worden. (Geheugencapaciteit van het toestel zonder PC-interface ca 20 pagina’s, in het toestel met PCinterface ca. 100 pagina’s, gemeten met Slerexe-Letter.) Het symbool h verschijnt op het display om aan te geven dat het geheugen documenten bevat. Zodra papier en/of een patroon worden ingevoerd, drukt het faxtoestel automatisch alle in het geheugen ontvangen documenten af. Als een fax volledig werd afgedrukt, wordt ze automatisch uit het geheugen gewist. Als het afdrukproces onderbroken wordt, blijven alle faxen die niet volledig werden afgedrukt bewaard in het geheugen. Wanneer het geheugen vol is, kunnen er geen pagina’ s meer worden opgenomen. Het rood indicatielampje v knippert en op het display wordt de volgende melding weergegeven: GEHEUGEN VOL
Rondzenden Deze functie is met name erg handig wanneer u dezelfde fax aan meerdere personen wilt sturen (rondschrijven). 1 3 Open bij een documentenstoring de bedieningspaneel en verwijder het document.
Faxen 1
Kies het gewenste nummer.
2 U kunt een hogere resolutie kiezen met FINE/PHOTO. 3 Druk op START.
16
Leg het document met de bedrukte zijde naar boven in de documenteninvoer. Druk, voordat de verbinding tot stand wordt gebracht, op FINE/PHOTO, als u een betere beeldkwaliteit wilt kiezen.
2 Druk op MENU, 25 en vervolgens op OK. Het in de invoer geplaatste document wordt automatisch gescand en in het geheugen opgeslagen. 3 U heeft de volgende mogelijkheden om nummers in de ontvangerlijst in te voeren: voer ze in met het numerieke toetsenbord of selecteer een nummer/groep uit de telefoongids door op m en u te drukken.
4 Wanneer u de gewenste nummers heeft ingevoerd, drukt u op OK. De nummers worden in de ontvangerlijst ingevoerd. Daarna kunt u nog meer nummers aan de lijst toevoegen, totdat u maximaal 25 ontvangers hebt ingevoerd. 5 Druk op START om het document te verzenden. Het document wordt op volgorde naar alle ingevoerde personen verzonden.
Aan een groep rondzenden Naast de functie 25 kunt u ook met functie 26 (zie het hoofdstuk Telefoon/Groep) faxen aan een groep verzenden. De ontvangerlijst kan echter niet meer worden gewijzigd in functie 26! 1
Neem de documenten (maximaal 20 zijden) en plaats de vellen losjes met de bedrukte zijde naar voren, in de documentdoorvoergleuf.
Transmissie – Intercontinentalfunctie Uw faxapparaat past de overdrachtssnelheid automatisch aan de kwaliteit van de desbetreffende telefoonlijn aan. Met name bij verzending naar andere werelddelen kan dit proces meer tijd in beslag nemen. Is bekend dat de kwaliteit van de lijn slecht is, dan kunt u in functie 21 al bij voorbaat een langzamere overdrachtssnelheid kiezen, om de tijd en de telefoonkosten die met de automatische aanpassing gepaard zouden gaan, te besparen. 1
2 Kies met u en bevestig dit met OK.
Compressie van het formaat
2 Roep functie 26 op en selecteer met u de gewenste groep van 1 tot 5. Druk op OK. 3 Selecteer met u FAX VERZENDEN? en druk op START. Het document wordt op volgorde naar alle ingevoerde personen verzonden. D Mocht verzending naar een van de ontvangers niet mogelijk zijn, dan gaat uw toestel verder met de eerstvolgende in de lijst en doet ten slotte nog een poging tot verzending naar het desbetreffende nummer. Na de verzending wordt automatisch een verzendbericht afgedrukt.
Resolutie Wanneer u de beeldkwaliteit van uw faxapparaat wilt verbeteren, hebt u verder de beschikking over de opties FINE f (voor klein gedrukte teksten of tekeningen) en PHOTO F (voor foto’s en afbeeldingen). Met de toets FINE/PHOTO kunt u voor een van deze mogelijkheden kiezen. De gekozen optie wordt door een symbool op het display gemarkeerd. Na verzending van de fax of na 40 seconden, als de documentinvoeropening geen documenten bevat, wordt de standaardresolutie weer actief. De verzending duurt in FINE/PHOTOmodus langer.
Verzendrapport – foutrapport Uw faxapparaat kan na elk verzonden document een verzendrapport afdrukken, waarmee de ontvangst van uw document wordt bevestigd. Indien het zenden niet geheel gelukt is, krijgt u hiervan een foutrapport. U kunt het afdrukken van het verzendrapport in- en uitschakelen, een foutrapport wordt echter altijd afgedrukt. 1
Druk op MENU, 43 en vervolgens op OK.
2 Kies met u en bevestig dit met OK.
Druk op MENU, 21 en vervolgens op OK.
Om er zeker van te zijn dat de ontvangen faxen die iets langer dan het A4-formaat zijn toch op 1 pagina afgedrukt worden, worden deze pagina’ s lichtjes vertikaal verkleind. Als u dit niet wilt, dan kunt u de verkleining in functie 46 uitschakelen. 1
Druk op MENU, 46 en vervolgens op OK.
2 Kies met u en bevestig dit met OK.
Faxjournaal Het faxjournaal is een lijst van de laatste 10 ontvangen en verzonden faxen. 1
Druk op MENU, 41 en vervolgens op OK.
2 Kies met u of en wanneer het faxjournaal wordt afgedrukt (na elke verzending of na tien geslaagde transmissies). 3 Bevestig met OK.
Afroep van faxen Met behulp van deze functie kunnen documenten worden opgehaald die in de gebelde fax klaarliggen voor verzending.
Snel afroepen 1
Kies bij opgelegde hoorn het gewenste nummer
2 Houd START lang ingedrukt. Als u ook een subadres of een code wilt invoeren (zie hiertoe ook de volgende paragraaf Oproepen met code), voert u eerst het telefoonnummer in en sluit dit af met R. Sluit hier het gewenste subadres of de code direct op aan en houd vervolgens START lang ingedrukt. (bijvoorbeeld: 12345 R 17 R Code of 12345 RR Code).
17
Afroepen met code Als uw faxpartner een code heeft ingevoerd om de op te halen documenten te beschermen tegen onbevoegde toegang, doet u het volgende: Druk op MENU, 22 en vervolgens op OK.
1
2 Voer de code in en druk op OK. 3 Voer vervolgens het te kiezen nummer in en druk op START. Als dit niet mogelijk is, dan kunt u de desbetreffende faxen handmatig ophalen door de hoorn van de haak te nemen, het faxnummer te kiezen en op START te drukken.
Later versturen Als u gebruik wilt maken van goedkopere tarieven of als de ontvangende fax alleen op bepaalde tijden bereikbaar is, dan kunt u uw fax op een in te stellen tijdstip automatisch het bericht laten verzenden (binnen een tijdsbestek van 24 uur). 1
Druk op MENU, 24 en vervolgens op OK. Voer het tijdstip in waarop het document moet worden verzonden.
2 Druk op OK en voer het document in.
Verzenden op afroep U kunt een document klaar zetten om het vanuit uw fax op afroep te laten verzenden. 1
Plaats het document in de documenteninvoer.
3 Toets het gewenste faxnummer in en druk vervolgens op START. 4 Het faxapparaat is nu gereed voor verzending. U kunt echter nog steeds telefoongesprekken voeren. 5 Als u het geplaatste document verwijdert, is het apparaat niet langer gereed voor verzending. Schrijf duidelijk in een donkere kleur (zwart/donkerblauw, geen geel/oranje/lichtgroen). Hieronder vindt u de meest voorkomende oorzaken van storingen tijdens het faxen van documenten:
2 Wilt u het document tegen onbevoegd gebruik beschermen, druk hiertoe op MENU, 23, vervolgens op OK en voer een code in. Bevestig dit met OK. Iemand aan wie u de code heeft meegedeeld, kan het document nu ophalen. U kunt echter nog wel telefoongesprekken voeren wanneer deze functie is geactiveerd. 3 Zodra u het document verwijdert, wordt de werking onderbroken. D De oproepcodering werkt volgens de internationale ITUstandaard. Er zijn echter ook fabrikanten die andere coderingen gebruiken en daarom niet compatibel zijn. D Als u faxdocumenten naar faxdatabanken wilt sturen of daaruit wilt oproepen, dan kunt u bij sommige databanken het subadres direct aan het telefoonnummer toevoegen. Zo spaart u telefoonkosten. Geef eerst het telefoonnummer van de databank in en sluit af met R. Voeg dan het gewenste subadres eraan toe. Indien u niet zeker weet, of uw faxoproepdienst subadressen accepteerd, neem dan contact op met uw afroepdienstaanbieder.
18
v Plaats geen pagina’ s in de documenteninvoer ... ... die nat of met correctievloeistof bedekt zijn; die vuil zijn of een te glad oppervlak hebben.
Kopiëren – scannen – drukken ... die met een zacht potlood, verf, krijt of koolstift beschreven zijn. ... van kranten (drukinkt). ... met paperclips of nietjes! Verwijder deze vóór het versturen. ... die verkreukeld of gescheurd zijn. ... die met plakband of met lijm aan elkaar geplakt zijn, waarop zelfklevers werden bevestigt zoals “Post-It®” notes, of die te dun of te dik zijn.
D Het toestel leest de eerste pagina van het document in het geheugen in en begint te kopiëren. Automatisch sorteren is derhalve niet mogelijk! D U kunt het kopieerproces onderbreken door op STOP te drukken. D Als zich een papierstoring voordoet, de inktpatroon op is of er geen geheugenruimte meer beschikbaar is, wordt het kopieerproces automatisch afgebroken. D Als het document een papierstoring veroorzaakt, opent u het paneel en trekt u het vel er voorzichtig uit.
Kopiëren U kunt uw faxtoestel gebruiken om een origineel op papier te kopiëren. Standaard is resolutie f ingesteld. U kunt ook resolutie F selecteren (zie hoofdstuk Fax / Resolutie). 1
Scannen (alleen voor apparaten met pc-interface) 1
Leg het document in de documentinvoer.
Houd de eerste pagina van het document met de tekst naar voren. U kunt maximaal 20 pagina’s tegelijk invoeren.
2 U kunt de scanfunctie op twee manieren oproepen:
2 Kies de gewenste resolutie door te drukken op FINE/ PHOTO.
a Klik op het Linkfax-Pro-symbool in de hoek rechtsonder op uw beeldscherm. Selecteer in het menu dat nu verschijnt, de opdracht “Scan”.
a Als u het origineel slechts één keer wilt kopiëren, drukt u op COPY. Het toestel begint direct met kopiëren. b Als u het origineel meer dan één keer wilt kopiëren, drukt u lang op (minstens twee seconden) COPY. Op het display wordt het aantal kopieën weergegeven. Als u dit aantal wilt veranderen, geeft u het gewenste aantal via het numerieke toetsenbord in (maximaal 99). Druk op COPY. 3 Kies of u het document verkleind of vergroot wilt kopiëren.
b Open het grafische programma waarin u wilt scannen. Kies als bron de Linkfax-Pro-scanner-driver. 3 Het Linkfax-Pro-scanvenster wordt geopend.
ZOOM NORMAAL:1:1
4 U kunt met “Paginaweergave” een “Preview” opvragen. Hierin kunt u een deel van het document selecteren, dat moet worden gescand. In de preview kunt u ook de effecten van de verschillende instellingen proberen (bijv. filter, …).
VERKLEINEN:75
5 Kies de gewenste scaninstellingen.
VERKLEINEN:50
6 Wanneer het document uit meerdere pagina’s bestaat, klikt u op “Automatische documententoevoer”.
Hiervoor kunt u de volgende opties gebruiken: VERGROTEN:150
4 Kies met u de gewenste optie en bevestig uw keuze met OK.
7 Druk op de knop “Scan”. 8 Wanneer het scannen is beëindigd, verschijnt het document op uw beeldscherm. Het beeld kan nu worden opgeslagen. D Wanneer u op “Help” klikt, wordt de on-line helpfunctie geopend.
19
Printen in kleur (alleen voor apparaten met pc-interface)
Een inktpatroon met een andere kleur plaatsen U kunt ook documenten, die u in uw computer heeft opgeslagen, in kleur drukken. Daarvoor dient u de zwarte patroon te vervangen door een kleurenpatroon. 1
Volg punt 1–6 van de beschrijving onder “Patroon wisselen”.
2 Het apparaat maakt automatisch onderscheid tussen een kleurenpatroon en een zwarte patroon. Wanneer u voor het eerst een kleurenpatroon plaatst, verschijnt er op het display: PATR. NIEUW: JA Bevestig deze melding met OK. 3
Wanneer u de patroon reeds eerder heeft gebruikt, herkent het apparaat het vulpeil van de patroon automatisch.
D Wanneer er een kleurenpatroon is geplaatst, worden er geen faxen geprint, maar worden deze in het geheugen ingelezen. Op het display verschijnt: ZWARTE PATROON Vervang de patroon of druk op START, wanneer u de fax desondanks wilt afdrukken.
20
Vanuit de pc afdrukken Wanneer u de software correct heeft geïnstalleerd, is uw fax als standaardprinter ingesteld. U kunt nu vanuit ieder willekeurig programma via de fax printen. 1
U kunt de printerinstellingen voor de betreffende toepassing veranderen. Wanneer u een printopdracht geeft of de printerinstellingen kiest, verschijnt er een venster. Kies de knoppen voor de printerinstellingen en stel de gewenste veranderingen in.
2 In de systeembesturing kunt u de printerinstellingen voor alle toepassingen veranderen. Markeer de printer Linkfax Pro en voer onder “Bestand/Eigenschappen” de gewenste veranderingen door. 3 Onder “Bestand/Als standaard definiëren” kunt u vastleggen of u de fax als standaardprinter wilt gebruiken of niet. D Wanneer u de muiscursor langer dan drie seconden op een optie in het printervenster houdt, verschijnt er een korte toelichting. D Wanneer u met de rechter muisknop op een instellingsveld van het printervenster klikt, verschijnt de on-line helpfunctie bij dit onderwerp. D U kunt ook op “Help” klikken. Het on line helpoverzicht wordt dan geopend. D Het is niet mogelijk om voetnoten in kleur af te drukken.
Tips&Trucs Verbruiksartikelen
2 Open het patroonvak door op de rechterbovenhoek van de documenteninvoer te drukken en deze voorzichtig naar achteren te klappen.
U kunt direct onder het nummer eller 0800 023 07 11 (in Nederland) of 0800 485 88 (in België) bellen om verbruiksmateriaal te bestellen, zonder verzendkosten.
Papierstoring Open de papierdoorvoerklep. Trek het papier voorzichtig naar boven om dit te verwijderen. Sluit het paneel en druk op START.
3 Druk de pin in het midden van de houder naar voren.
Documentenstoring Open de bedieningspaneel. Trek het papier voorzichtig naar boven om dit te verwijderen. Sluit het paneel.
Patroon wisselen Wanneer de patroon leeg is, of wanneer er geen patroon in de fax zit, knippert het rode lampje v en verschijnt op het display PATROON LEEG 1
4 Verwijder de patroon door deze schuin naar voren te trekken en naar boven toe te verwijderen. De patroon kan niet worden hergebruikt. Deze kan bij het huisvuil worden gedeponeerd.
5 Plaats de nieuwe patroon.
Open het bedieningspaneel door deze in het midden op te tillen. Wanneer u een zachte klik hoort, zit het paneel vast.
6 Sluit het apparaat door de documenteninvoer naar voren te klappen. Sluit daarna het bedieningspaneel.
21
7 Op het display verschijnt PATR. NIEUW: JA. Bevestig deze melding met OK. D Wanneer uw apparaat na het plaatsen van de nieuwe patroon niet automatisch vraagt of de teller gereset moet worden, kunt u dit in functie 49 doen (zie Nieuwe patroon). D De patroon kan niet worden bijgevult!
Easylink De functie Easylink komt van pas wanneer u andere apparaten gebruikt (bijv. draadloze telefoons), die op dezelfde telefoonlijn zijn aangesloten. De andere telefoons moeten daarvoor op toonkiezen zijn ingesteld. Wanneer bij uw telefoonaansluiting de instelling pulskiezen vereist is, moet u het andere apparaat kort omschakelen. Raadpleeg hiervoor de bedieningshandleiding bij het andere apparaat. Faxontvangst starten Wanneer u op het faxapparaat opneemt en u merkt dat het om een fax gaat (u hoort gepiep of een stilte), dan drukt u op START en legt u weer neer. De fax wordt ontvangen. Wanneer u een andere telefoon opneemt en u merkt dat het om een fax gaat, dan kunt u de faxontvangst starten: druk op *5 en leg neer. Het faxapparaat ontvangt de fax. Rinkelen onderbreken Wanneer u een andere telefoon opneemt en uw faxapparaat blijft rinkelen, dan betekent dat dat de andere telefoon parallel aangesloten is. U kunt het rinkelen van het faxapparaat onderbreken door op ** te drukken.
Als u tevreden bent met de gewijzigde fabrieksinstellingen, gebruikt u deze functie beter niet. Nadat u bepaalde of alle persoonlijke instellingen heeft gewist, voert u de procedure INSTALLATIE HULP opnieuw uit. Volgende codes zijn beschikbaar: Code Nº 7117 Deze code wist al uw wijzigingen aan de fabrieksinstellingen. Het faxtoestel zal dan precies op dezelfde manier reageren als bij de eerste installatie. Code Nº 7140 Als u deze code invoert, zullen al uw ingevoerde instellingen en gegevens gewist worden, behalve voor: •
ontvangen berichten
•
opgeslagen kortkiesnummers
•
opgeslagen nummers in de telefoongids
•
uw naam
•
uw nummer
Voorbeeld van gebruik van een service code: 1
2 Met u kunt u selecteren of u uw instellingen echt wilt wissen. Druk ter bevestiging op OK. Uw faxtoestel wordt terug ingesteld op de initiële configuratie.
Instructies voor onderhoud
Codes wijzigen Selecteer functie 34 door op MENU, 34 en OK te drukken. Voer twee verschillende codes in en bevestig beide codes met OK. Iedere code moet met een * of een # beginnen. D Let wel: de drie EASYLINK-codes moeten verschillend zijn. Anders verschijnt op het display CODE NIET OK v Verander de aangegeven EASYLINK-codes alleen, als het absoluut noodzakelijk is!
Service code Functie 45 Service code dient om bepaalde of alle wijzigingen aan de fabrieksinstellingen te wissen. Met deze functie kunt u uw toestel gedeeltelijk of volledig opnieuw configureren. Dit is vooral nuttig als u instellingen heeft gewijzigd, maar uw faxtoestel niet volgens de verwachtingen reageert. v Gebruik deze functie alleen als het absoluut noodzakelijk is!
22
Kies functie 45, door eerst op MENU, dan 45 en OK te drukken; typ de gewenste service code in (7117 of 7140). Druk op OK.
Voor u het faxtoestel opent, moet u ervoor zorgen dat u elektrisch ontladen bent, bv. door de metalen behuizing van een geaard toestel, een waterleiding of een radiator aan te raken.
Toestel schoonmaken Gebruik een zachte, pluisvrije doek dat u licht in alcohol (96%) gedrenkt heeft. U kunt ook gebruik maken van een speciale doek voor het reinigen van faxtoestellen. Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen in het toestel terechtkomen.
Scanner schoonmaken 1
Open het bedieningspaneel door deze in het midden op te tillen. Wanneer u een zachte klik hoort, zit het paneel vast.
2 Veeg met een doek licht over het scannerglas achter het paneel (A).
2 Maak ook de contacten van de houder op deze wijze schoon voordat u de patroon weer inzet.
3 Sluit daarna het bedieningspaneel.
Patroon schoonmaken en uitlijnen Wanneer de kwaliteit van de afgedrukte documenten te wensen overlaat, moet de patroon worden gereinigd. 1
Kies functie 48, door op MENU, 48 en OK te drukken.
2 Kies met u SCHOONMAKEN: JA.
Nieuw patroon Wanneer de inktpatroon leeg is en u een nieuwe plaatst, moet u de teller resetten. v Deze functie a.u.b. alleen gebruiken, wanneer u werkelijk een nieuwe patroon plaatst! 1
Kies functie 49, door op MENU, 49 en OK te drukken.
3 Bevestig de keuze met OK.
2 Kies met u PAT. NIEUW: JA.
4 Kies om de patroon uit te lijnen UITLIJNEN: JA
3 Druk op OK.
5 Druk op OK.
4 Kies met u, of u de teller werkelijk wilt resetten. Bevestig nogmaals met OK.
6 Het apparaat drukt een testpagina af met verschillende waarden. Voer met u de waarde in waarbij de lijnen congrueren. NWE. WAARDE: 8 7 Druk op OK. Wanneer de kwaliteit van de afgedrukte documenten ook hierna nog te wensen overlaat, moet de patroon handmatig worden gereinigd: 1
Neem de patroon uit de houder en reinig de contacten (A) met een droge, pluisvrije doek. Reinig de inktopening (B) door met een vochtige doek voorzichtig van boven naar beneden over de opening te strijken.
v Vermijd het de inktopening en/of de contacten met blote vingers direct aan te raken! D Zorg ervoor dat de patroon niet wordt blootgesteld aan trillingen, omdat de patroon hierdoor beschadigd raakt.
23
Storingen Problemen met faxen of drukken U of uw partner ontvangt een leeg vel papier.
De afzender heeft de achterkant van zijn blad gestuurd. Test het apparaat door een kopie te maken. Als de kopie foutvrij is, schort er iets aan het faxtoestel van de verzender. Breng het evt. naar de servicedienst.
De door u verzonden documenten zijn slecht leesbaar.
Wijzig de resolutie-instelling op F of f. Controleer het document of stel in functie 47 een hoger contrast in (zie hoofdstuk Basisinstellingen / Contrast). Test het apparaat door een kopie te maken. Als de kopie foutvrij is, schort er iets aan het faxtoestel van de verzender. Breng het evt. naar de servicedienst.
Het faxapparaat maakt zwarte strepen bij sturen of kopiëren.
Er zitten nog resten papier in het apparaat. Open de papiertoevoerklep en verwijder eventuele papierresten uit de papierinvoer. Maak de scanner met een doek schoon (zie Instructies voor onderhoud). Test het apparaat door een kopie te maken. Als de kopie foutvrij is, schort er iets aan het faxtoestel van de verzender. Breng het evt. naar de servicedienst.
Het faxapparaat maakt zwarte strepen bij ontvangen of kopiëren.
Kies SCHOONMAKEN: JA in functie 48.
Kopie is blanco.
Voer het document in met de beschreven kant naar boven. Breng het evt. naar de servicedienst.
De afdrukken komen niet zoals gewoonlijk aan de bovenzijde van de fax te voorschijn.
Open de papierdoorvoerklep en verwijder het papier uit de papierinvoer. Sluit de klep weer.
Het faxapparaat print zwarte pagina’s.
De printkop is oververhit. Brek u de verzending af: Druk op STOP. In de F- of f-Modus kunt u max. 20 pagina’s ontvangen, kopieren of printen.
Problemen met de verbinding Wanneer u wordt gebeld, hoort de beller een raar belsignaal.
24
Hiermee maakt het apparaat degene die u belt duidelijk dat zijn/haar oproep al is aangenomen door de automatische faxschakelaar die in het apparaat is ingebouwd. Volgens een voorschrift van de telefoonmaatschappij, bedoeld om de beller erop te wijzen dat deze al verbinding heeft en dus betaald. Wanneer u dit wilt voorkomen, verhoogt u in functie 31 of 32 het aantal belsignalen bij BELLEN FAX (zie hoofdstuk Basisinstellingen / Modus instellen.
Uw faxapparaat gaat een keer over, daarna is het kort stil, en dan rinkelt het weer.
U heeft zojuist ontdekt hoe de automatische faxschakelaar functioneert! Bij het eerste belsignaal neemt de faxschakelaar op. Wanneer de faxschakelaar heeft herkend dat het om een telefoongesprek gaat, rinkelt uw faxapparaat weer.
U kunt niet telefoneren en geen faxen ontvangen.
U heeft uw apparaat op een telefooncentrale aangesloten maar niet overeenkomstig ingesteld: Kies binnen functie 15 PABX: JA.
VERZENDFOUT Foutrapport
Probeer nogmaals te faxen. Verlaag de transmissiesnelheid (functie 21). Bel de ontvangende partij.
GEEN VERBINDING of HERHALEN MISLUKT
Probeer het later nog eens of wijs uw partner op een eventuele fout in de installatie.
GEEN AANSLUITING
Controleer uw aansluiting.
U neemt de hoorn van uw faxapparaat op en hoort geen kiestoon: geen kiestoon
Controleer de instelling via functie 15. Sluit de telefoonkabel aan op de aansluiting LINE aan de onderkant van het apparaat.
BEZET of faxen worden telkens onderbroken.
Probeer de fax handmatig te verzenden: Druk op l en kies het faxnummer. U hoort dat de verbinding wordt gemaakt. Heeft de ontvanger een antwoordapparaat ingeschakeld, wacht dan tot u na de meldtekst een pieptoon hoort. Druk nu op START.
U kunt geen faxen ontvangen.
Stel het totale aantal belsignalen resp. in functie 31 en 32 in op minder dan vijf.
Als u de hoorn opneemt hoort u niets of een piepend geluid.
Men probeert u een fax te sturen. Op het faxapparaat: Druk op START. Op een externe telefoon: druk * en 5 en hang de hoorn op.
Uw draadloze telefoon geeft geen kiestoon.
Probeert u of de draadloze telefoon zonder het faxapparaat functioneert door de draadloze telefoon direct op de telefoonstopcontact aan te sluiten. Wanneer u nog steeds geen verbinding heeft, controleert u dan of uw draadloze telefoon bij het basisstation aangemeld is. Voor verdere informatie verwijzen wij u naar de gebruiksaanwijzingen van uw draadloze telefoons te raadplegen.
Als u op een andere telefoon de hoorn opneemt, hoort u op de achtergrond een beltoon.
Door twee keer te drukken op * kunt u het wachtsignaal resp. de meldtekst uitschakelen en het gesprek zonder storingen voeren (zie Easylink).
25
Uw extern antwoordapparaat registreert de faxsignalen, maar de faxen komen niet door.
Controleert u alstublieft de wijze van aansluiting, zoals beschreven in het hoofdstuk Installeren / Andere apparatuur.
TELEFOONTOESTEL
U bent nu een extra telefoon aan het gebruiken.
Onderhoud PATR. BIJNA LEEG
Schaft een nieuwe patroon aan. Levering van verbruiksartikelen: zie Verbruiksartikelen.
PAPIER CONTR.
Open de papierdoorvoerklep. Trek het papier voorzichtig naar boven om dit te verwijderen. Sluit het paneel en druk op START. Wanneer het papier op is, legt u er nieuw papier in en drukt u op START.
ORIGINEEL VAST.
Open de bedieningspaneel. Trek het papier voorzichtig naar boven om dit te verwijderen. Sluit het paneel.
ONJUISTE PATROON
Gebruik a.u.b. alleen de originele PHILIPS-patronen.
Als u een storing niet kunt opheffen met behulp van de aanwijzingen, volgt u de volgende stappen: 1
Trek de netstekker eruit.
2 Wacht minstens tien seconden en steek dan de netstekker weer in het stopcontact. 3 Indien de storing daarna weer optreedt, neem dan contact op met uw klantendienst. D Gelieve alle waarschuwingen en instructies door te nemen en ze nauwgezet op te volgen!
26
Appendix Functielijst Print een functielijst uit door 3 keer op MENU te drukken. 1 Instellingen Pagina 11 Taal instellen (kies de taal voor de displaytekst en rapporten) ............ 11 12 Tijd en datum (tijd en datum instellen) .................................................... 11 13 Uw telefoonnummer (voer uw telefoonnummer in) .......................................... 11 14 Uw naam (voer uw naam in) .............................................................. 11 15 Aansluittype (voor gebruik met een telefooncentrale instellen) .......... 9 2 Fax 21 Transmissie (versturen op halve snelheid) ........................................... 17 22 Afroepontvangst (het afroepen van een fax) ............................................... 18 23 Afroepverzending (faxdocumenten klaar zetten voor afroep) .................... 18 24 Later sturen (faxen worden later verzonden) ....................................... 18 25 Rondzenden (verzenden van faxen aan meerdere ontvangers) ......... 16, 17 26 Groep (Verschillende nummers als groep opslaan) .................. 15 3 Faxschakelaar 31 Dag (instellen van de modus S) ............................................ 12 32 Nacht (instellen van de modus M) ............................................. 12 33 Klok (instellen van de modus U) ............................................. 12 34 Easylink (codes in gebruik met extra telefoons) ........................... 22 4 Diversen 41 Faxjournaal (journaal van de laatste 10 faxdocumenten) .................. 17 42 Kieslijst (opgeslagen nummers worden geprint) .......................... 14 43 Verzendrapport (uitprinten van de verzendrapporten) ............................ 17 44 Keuze beltype (keuze tussen 10 belsignaaltypes) .................................... 11 45 Servicecode (persoonlijke instellingen wissen) .................................... 22 46 Verkleinen (ontvangen faxen worden vertikaal verkleind) .............. 17 47 Contrast (contrast instellen bij het kopiëren / faxen) ................................................................................... 12 48 Printkop reinigen (schoonmaken van de inktpatroon) ................................ 23 49 Nieuwe printkop (resetten van de teller) ....................................................... 23
Technische specificaties Compatibiliteit:
ITU-T groep 3
Soort aansluiting:
hoofd (PSTN) / neventoestel (PABX)
Flashtijden:
Buitenlijn (PSTN): 250 ms Neventoestel (PABX): 100 ms
Afmetingen invoerpapier: breedte: één document: meer dan één document:
148–217 mm 148–217 mm
lengte: één document: meer dan één document:
148–600 mm 148–297 mm
dikte: één document: meer dan één document:
0,06–0,12 mm 0,08–0,12 mm
Afdrukpapier:
speciaal papier voor inkjetprinters A4 210×297 mm, 80 g/m²
Papierinvoer:
max. 100 vellen (80g/m²)
Documenteninvoer:
max. 20 vellen (80 g/m²)
Max. leesbreedte:
210±1 mm
Resolutie:
horizontaal: 8 punten/mm (200 dpi) verticaal:
standaard 3,85 lijnen/mm FINE 7,7 lijnen/mm
Fotomodus:
64 grijstinten
Contrastregeling:
automatisch en handmatig
Kopiëren:
FINE- en PHOTO-drukkwaliteit
Data compressie:
MH, MR
Modulatie:
V29bis, V27ter, V21, V17
Transmissiesnelheid:
14k4/12000/9600/7200/4800/ 2400 bps
Snelkies:
7 nummers
Telefoongids:
ca. 50 (voor apparaten zonder pc-interface) of 200 nummers (voor apparaten met pc-interface)
Geluidsniveau:
in de wachtstand: < 30 dBA tijdens het kopieren: < 53 dBA
Printtechniek:
Bubble Inkjet zwart-wit of driekleurig (alleen voor apparaten zonder pc-interface)
Afmetingen (B×T×H): 372×293×198 mm zonder papiersteun
27
Gewicht:
ca. 3,8 kg
Stroomverbruik:
in de wachtstand: < 2 W bij het telefoneren: ca. 5 W zenden van een standaardbladzijde: ca. 20 W ontvangst van een standaardbladzijde: ca. 30 W
Netspanning: Toegelaten bedrijfsomgeving:
Aanbevolen bedrijfsomgeving bij gebruik:
220–240 V / 50–60 Hz temperatuur: 5–40 °C relatieve vochtigheid: 15–85 % RH zonder condensatie
temperatuur: 17–28 °C relatieve vochtigheid: 20–80% RH zonder condensatie
Aanbevolen bedrijfsomgeving in niet-aangesloten toestand (klaar voor gebruik met geladen inkt patroon en papier): temperatuur: 0–45 °C relatieve vochtigheid: 15–85 % RH zonder condensatie Emissie:
met EN 55022 klas B
Immuniteit:
met EN 55024
Faxgeheugen:
ca. 20 pagina’s/0,31 MB (voor apparaten zonder pc-interface) of 100 pagina’s/1,56 MB (voor apparaten met pc-interface) volgens Slerexe-Letter
SLEREXE-Letter:
Glossarium Afroepontvangst: Met behulp van deze functie kunnen documenten worden opgehaald die in een ander faxapparaat klaarliggen voor verzending. Document: De tekst die u per fax verzendt. DTMF: Dit staat voor de engelse uitdrukking “Dual Tone Multiple Frequency”. Met dit signaal kunt u de ontvangst van een fax starten via een extra telefoon die gebruik maakt van toonkiezen. Extra apparaat, extra telefoon: U kunt uw faxapparaat op één telefoonaansluiting gebruiken samen met extra apparaten zoals een telefoon, een antwoordapparaat e.d. Om interferentie te voorkomen, dient u enkele instellingen te wijzigen. Faxschakelaar, automatische en handmatige ontvangst: De faxschakelaar analyseert de binnenkomende gesprekken en stelt vast of het om een gewoon telefoontje of om een fax gaat. Wanneer u beide belsignalen op 0 hebt ingesteld, wordt een fax automatisch en zonder rinkelen ontvangen. Wanneer u het toestel op de handmatige modus hebt ingesteld, is de faxschakelaar niet actief en kunnen binnenkomende faxen alleen worden ontvangen door op START te drukken. Geheugen: In dit geheugen worden zowel berichten die op het ingebouwde antwoordapparaat zijn achtergelaten als niet afgedrukte faxen vastgelegd. Hook-Flash-Functie: Met de toets R kan gebruik worden gemaakt van een groot aantal nieuwe diensten van de aanbieder van telecommunicatiediensten. Identificatiecode: Bij vrijwel elk faxapparaat kunnen naam en nummer van de gebruiker worden ingevoerd. Deze identificatiecode wordt afgedrukt op het faxbericht en verschijnt tevens op het display bij de ontvangende partij. Inkjet: Printtechniek, waarbij de inkt uit een patroon wordt verhit en op het papier wordt aangebracht. ITU (International Telecommunications Union): de internationale telecommunicatie-unie van PTT’s uit alle landen die zich onder andere bezighoudt met het vastleggen van normen. Nummerweergave: Wanneer er een gesprek binnenkomt, wordt het telefoonnummer van de beller weergegeven. Papier: Standaard A4 paper 210×297 mm, 80 g/m² Parallel: Uw aansluiting is parallel als uw faxtoestel, wanneer u met een extra telefoon een gesprek voert, niet reageert zoals beschreven onder “serieel” (zie serieel). Polling: zie afroepontvangst. Pulskiezen: Dit is een verouderde manier van kiezen, waarbij aan elke cijfertoets een bepaalde aantal impulsen wordt toegekend. Serieel: Uw aansluiting is serieel als op het faxtoestel, wanneer u met een extra telefoon een gesprek voert, het rode indicatielampje knippert en op het display wordt telefoontoestel weergegeven (zie parallel).
28
Telefooncentrale (PABX), buitenlijncode: In alle grotere bedrijven zijn telefooncentrales gemeengoed. Zo’n centrale werkt als een intern telefoonnet. Om toegang te krijgen tot het openbare net moet een buitenlijncode gebruikt worden (meestal een 0).
•
schade, defecten of storingen die het gevolg zijn van:
-
verzuim het installatieproces correct uit te voeren of de gebruiksinstructies correct op te volgen;
-
een externe oorzaak (waaronder, maar niet beperkt tot, bliksem, brand, aardebevingen of waterschade van welke aard dan ook);
-
aanpassingen die aan het apparaat zijn gemaakt zonder schriftelijke toestemming van SAGEM Communication Austria GmbH,
-
verzuim of nalatigheid het apparaat te onderhouden of incorrect onderhoud;
-
ongeschikte gebruiksomstandigheden, met name ten aanzien van temperatuur en vochtigheid;
-
reparaties of onderhoud aan het apparaat door personen die hiertoe niet door SAGEM Communication Austria GmbH zijn geautoriseerd;
•
slijtage als gevolg van normaal dagelijks gebruik van het apparaat en de accessoires;
•
schade als gevolg van onvoldoende of slechte verpakking van het apparaat bij transport of verzending naar SAGEM Communication Austria GmbH;
•
levering van nieuwe softwareversies;
•
werk aan een apparaat of aanpassing of toevoeging van software zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van SAGEM Communication Austria GmbH;
•
storingen die niet het gevolg zijn van het apparaat of van de software die is geïnstalleerd op werkstations van gebruikers voor gebruik van het apparaat;
•
communicatieproblemen als gevolg van een ongeschikte omgeving, waaronder:
-
problemen betreffende toegang tot en/of verbinding met het internet, zoals onderbrekingen door toegangsnetwerken of storingen op de lijn die door de klant of zijn relatie wordt gebruikt;
-
overdrachtsstoringen (bijvoorbeeld slechte geografische dekking door radiozenders, storingen of slechte kwaliteit van de lijn);
-
storingen op het lokale netwerk (kabels, servers, werkstations) of storing op het overdrachtsnetwerk;
•
reguliere onderhoudswerkzaamheden (zoals gedefinieerd in de gebruikershandleiding die bij het apparaat is geleverd), evenals storingen die het gevolg zijn van uitgebleven onderhoudswerkzaamheden. Onderhoudskosten zijn altijd voor rekening van de klant.
•
De garantie vervalt wanneer uw faxapparaat door het gebruik van niet orginele Philips inktpatronen beschadigt raakt.
Toonkiezen: Dit is de moderne manier van kiezen, waarbij aan elke cijfertoets en andere toon wordt toegekend.
Garantie Begin april 2002 heeft SAGEM SA de faxdivisie van PHILIPS overgenomen (zie www.fax.philips.com of www.sagem.com). SAGEM SA is nu de Europese nummer 1 op het gebied van faxdiensten en biedt een compleet assortiment aan faxterminals met internettoegang en SMS-functionaliteit, multifunctionele terminals en servers die voldoen aan de wensen van alle klanten, van particulieren tot multinationals. Neem contact op met uw dealer wanneer u aanspraak wilt maken op de garantie. U dient hierbij het aankoopbewijs te overleggen. Indien er storingen optreden, zal de dealer u adviseren hoe te handelen. Indien u het apparaat direct bij SAGEM Communication Austria GmbH hebt gekocht, gelden de volgende bepalingen: A Gedurende een periode van twaalf (12) maanden na de originele leverdatum van het apparaat, zal SAGEM Communication Austria GmbH in het geval van defecten aan het apparaat die te wijten zijn aan foutieve fabricage zorgdragen voor reparatie zonder de kosten voor arbeidsloon en vervangende onderdelen in rekening te brengen. Tijdens deze garantieperiode van twaalf maanden zal het defecte apparaat gratis worden gerepareerd. De transportkosten om het defecte apparaat te bezorgen bij het adres dat is verstrekt door de afdeling After Sales van SAGEM Communication Austria GmbH, zijn echter voor rekening van de klant. Het telefoonnummer van deze afdeling staat op de leverbon. Reparaties worden niet op de locatie van de klant uitgevoerd, tenzij de klant met SAGEM Communication Austria GmbH een onderhoudscontract heeft afgesloten waarin uitdrukkelijk wordt overeengekomen dat reparaties op locatie bij de klant worden uitgevoerd. De volgende bepaling geldt indien de klant het apparaat koopt voor zijn/haar bedrijf, vak of beroep. Tenzij uitdrukkelijk anders is vermeld in onderhavig Document, en zover de wet dit toestaat, geeft SAGEM Communication Austria GmbH geen service of garantie, direct of indirect, uit wettelijke bepalingen voortvloeiend of op andere wijze, in situaties die niet zijn beschreven in deze garantie en dientengevolge worden alle voorwaarden die door de wet zijn opgelegd bij deze uitgesloten. Deze garantie heeft geen invloed op de wettelijke rechten van de klant. B Uitsluitingen van garantie SAGEM Communication Austria GmbH zal niet aansprakelijk zijn voor garantie in het geval van:
29
C In de gevallen die zijn beschreven in sectie B, evenals na het verstrijken van de garantieperiode van twaalf maanden, dient de klant SAGEM Communication Austria GmbH een prijsopgave te vragen en dient hij/zij deze te accepteren en ermee in te stemmen de kosten genoemd in de prijsopgave te voldoen alvorens het apparaat naar SAGEM Communication Austria GmbH terug te sturen. De reparatie- en verzendkosten worden aan de klant in rekening gebracht. Bovenstaande bepalingen zijn van toepassing, tenzij schriftelijk anders overeengekomen met de klant. Indien een bepaling uit deze garantieverklaring geheel of gedeeltelijk ongeldig of onwettig is als gevolg van een wettelijke regel die van toepassing is op consumenten, voortvloeiend uit de nationale wetgeving, heeft deze ongeldigheid of onwettigheid geen invloed op de overige bepalingen of delen van deze garantieverklaring.
Verklaring van overeenstemming Wij, SAGEM Communication Austria GmbH Gutheil-Schoder-Gasse 17 A-1230 Wien, Österreich verklaren uitsluitend onder onze eigen verantwoording, dat het produkt Normaal-papier-fax PHILIPS IPF 325 waarnaar deze declaratie verwijst, aan de volgende normen of andere normatieve documenten voldoet: Veiligheid: EN 60950:2000 Elektromagnetische compatibiliteit: EN 55022:1998 Klasse B, EN 55024:1998 conform de bepalingen in de richtlijn 1999/5/EG over radiozendinstallaties en eindvoorzieningen voor telecommunicatie en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit. Wien, 2002-05-03 Nicolas DENIS Managing Director ===================================================================================== Wij, SAGEM Communication Austria GmbH Gutheil-Schoder-Gasse 17 A-1230 Wien, Österreich verklaren uitsluitend onder onze eigen verantwoording, dat het produkt Normaal-papier-fax PHILIPS IPF 355 waarnaar deze declaratie verwijst, aan de volgende normen of andere normatieve documenten voldoet: Veiligheid: EN 60950:2000 Elektromagnetische compatibiliteit: EN 55022:1998 Klasse B, EN 55024:1998 conform de bepalingen in de richtlijn 1999/5/EG over radiozendinstallaties en eindvoorzieningen voor telecommunicatie en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit. Wien, 2002-05-03 Nicolas DENIS Managing Director
30
Index A aansluiten 6 andere apparatuur 8 PC 10 aansluiting 27 afmetingen 27, 28 afroep 18 afroepontvangst 28 andere apparatuur 8 antwoordapparaat 13
B basisinstellingen 11 bedieningspaneel 2 bedrijfsomgeving 28 beeldscherm 10 belgedrag 12 belsignaal types 11 volume 11 buitenlijncode 29
C C 3, 14 code 18 compatibiliteit 27, 30 compressie 17 computer 9 conformiteit 30 contrast 12 COPY 3, 19 correctie 11
D dag 12 data compressie 27 datum 11 display 2 document 16, 28 invoeren 16 storing 21 draadbeugel 2 drukken 19 in kleur 20 pc 20 DTMF 28
E elektromagnetische compatibiliteit 30 emissie 28 EXT. TEL. 13 extra apparaat 12, 28 fax ontvangen 16
F fax 16 verzenden 16
faxgeheugen 28 faxjournaal 17 faxschakelaar 12, 13, 16, 28 FINE 2, 3, 16 flashtijden 27 formaat 17 foutrapport 17 functieslijst 26
G garantie 29 geheugen 2, 16, 28 geluidsniveau 27 gewicht 28 glossarium 28 groep 15
H HELP-functie 11 herhalen 14 herkenningssignaal 13 Hook-Flash-Functie 28 hoorn 2, 6, 14 hulp 9
I i 3 identificatiecode 28 immuniteit 28 indicatielampje 3 inkjet 28 inktpatroon 20 installatie 6 installatie Hulp 9 instellingen 11 intercontinentalfunctie 17 ISDN 9 ITU 28
K kaart voor snelkiesnummers 2, 14 kabel printer 10 kleur 20 kopiëren 19
L laden 10 later versturen 18 leeg 21 Lijst met telefoonnummers 15 lijst met telefoonnummers 14 Linkfax-Pro 19 luidspreker
volume 12
rondzenden 16
M
S
meldtekst 13 MENU 3 modulatie 27 muziek 13
samenstellen groep 15 scannen 19 serieel 28 SLEREXE 28 snelkies 14 software 10 spaarfunctie 13 START 3, 16, 18 stille faxontvangst 12 stille werking 13 STOP 3, 16 stroomverbruik 28
N naam invoeren 11 nacht 12 netkabel 2 netspanning 28 nummer herhalen 14 invoeren 11 opslaan 14 nummerweergave 15, 28
O OK 3 ontvangen 16 ontvangst 28 opslaan nummers 14 overdrachtssnelheid 17
P PABX 27, 29 papier 28 plaatsen 7 storing 21 verwijderen 8 papierbreedteadapter 2 papiersteun 2 papiertoevoerklep 2 parallel 28 parallele port 10 patroon 21, 28 leeg 21 plaatsen 7 PC drukken 20 Pentium 10 PHOTO 2, 3, 16 polling 28 port 10 printen in kleur 20 pc 20 printer kabel 10 printtechniek 27 pulskiezen 28
T taal 11 technische specificaties 27 telefoon 14 telefooncentrale 9, 29 telefoongids 14 temperatuur 28 tijd 11 timer 12 toetsen 3 toonkiezen 29 transmissie 17 transmissiesnelheid 27
V veiligheid 4, 30 verbeteren 14 verbruiksartikelen 21 verklaring van overeenstemming 30 verzendrapport 17 volume 11
W wachtstand 27 Windows 10 wisselgesprek 14 wissen 14, 15
Z zonder papier 16
R R 3, 14, 18 resolutie 17, 19, 27
31
http://www.fax.philips.com Internet keyword: Philips Fax E-mail:
[email protected] België Tel.: 070 233 431 Fax: 070 233 435 Nederlands Tel.: 0900 7676 760 Fax: 0900 7676 761
Het CE merk bevestigt dat de machine voldoet aan de betreffende richtlijnen van de Europese Unie. Neem bij problemen in eerste instantie contact op met de leverancier van het apparaat. Dit product is bestemd voor gebruik aan een openbare geschakelde telefoonnetwerk (PSTN) en voor gebruik in het op het typeplaatje op de verpakking en aan de onderzijde van het toestel aangeduide land. Gebruik in andere landen kan leiden tot foutief functioneren van het toestel. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het technische servicecenter in uw land. Deze gebruiksaanwijzing is gedrukt op chloorvrij gebleekt kringlooppapier en voldoet aan de hoogste eisen met betrekking tot de milieubescherming. De kartonnen verpakking en het karton dat uw toestel aan de zijkanten beschermt, zijn vervaardigd uit papierafval en kunnen gerecycleerd worden als papierafval; in overeenstemming met de specifieke eisen van uw land, gooit u de plastic folie hetzij als recyclage-afval, hetzij als normale afval weg. Deze elektronische apparatuur bevat recyclebaar materiaal. Aan het einde van de levenscyclus van het apparaat, informeert u zo nodig naar de eisen inzake recycling van uw eigen land. Wijzigingen voorbehouden.
5103 506 1894.2
BE/NL
(SJ2PP)
Copyright © 2002 Sagem Communication Austria GmbH