OVERBRUGGINGSZORG versie augustus 2011
Achmea Zorgkantoren
Inleiding Per 1 augustus 2011 is de overbruggingsnotitie aangepast. Landelijk is AZR 3.0 uitgevoerd. Hierdoor zijn er een aantal veranderingen in de overbruggingszorg. Onder andere het aanvragen van overbruggingszorg is gewijzigd. Daarnaast zijn er verschillende nieuwe statussen in AZR en is de term regelzorg nieuw. Deze veranderingen zijn verwerkt in deze overbruggingsnotitie. Uitgangspunt van het Achmea Zorgkantoor is dat iedere verzekerde de zorg krijgt waarvoor hij of zij is geïndiceerd. Als dat niet gelijk mogelijk is, wordt overbruggingszorg ingezet. Deze notitie maakt duidelijk wat er van een zorgaanbieder verwacht wordt en maakt helder welke ruimte de zorgaanbieder heeft om overbruggingszorg in te zetten. Hoofdstuk 1 geeft het uitgangspunt weer. Ook staat hier de gehanteerde definitie en de voorwaarden voor overbruggingszorg. Hoofdstuk 2 behandelt de praktische uitwerking hiervan voor alle sectoren van de AWBZ. In hoofdstuk 3 wordt uitgelegd welke overbruggingszorg aangevraagd kan worden. Tot slot staan er in hoofdstuk 4 de specifieke afspraken over de verschillende sectoren. De lijst met verklaringen van gebruikte afkortingen en de gecomprimeerde vertaaltabellen zijn als bijlagen bijgevoegd.
Juli 2011 Achmea Zorgkantoor
2
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1: Overbruggingszorg 1.1 Uitgangspunt van zorginzet bij overbruggingszorg 1.2 Wanneer overbruggingszorg
4 4 4
Hoofdstuk 2: Uitwerking overbruggingszorg AWBZ-breed 2.1 Procedure voor de inzet van overbruggingszorg 2.2 Welke overbruggingszorg en hoelang 2.3 Uitzonderingen
6 6 6 7
Hoofdstuk 3: aanvragen van overbruggingszorg 3.1 De rekenmodule 3.2 Transferzorg 3.3 Regelzorg
8 8 8 9
Hoofdstuk 4: Specifieke afspraken overbruggingszorg 4.1 Aanvullende afspraken voor GZ 4.2 Specifieke afspraken per ZZP pakket 4.3 Inzet BH-GRP of BG-GRP bij een ZZP9
10 10 10
Bijlage 1: Verklaring gebruikte afkortingen Bijlage 2 Gecomprimeerde CVZ vertaaltabellen
12 13
3
Hoofdstuk 1: Overbruggingszorg Overbruggingszorg is zorg die wordt ingezet in afwachting van realisatie van geïndiceerde zorg en die niet volledig overeenkomt met de geïndiceerde zorg. 1.1 Uitgangspunt van zorginzet bij overbruggingszorg Het Achmea Zorgkantoor volgt de landelijke afspraken die in ZN-verband (Zorgverzekeraars Nederland) zijn gemaakt over het organiseren van overbruggingszorg vanaf het moment dat het CIZ in zorgzwaartepakketten (ZZP) indiceert. De belangrijkste landelijke afspraken voor overbruggingszorg zijn als volgt: • Elk ZZP heeft een gemiddelde bandbreedte, waar vanuit we werken; • Waar nodig geeft het zorgkantoor tijdens overbrugging ruimte voor extra zorg. Het zorgkantoor staat dan toe dat de zorgaanbieder de functies en klassen bovengemiddeld invult, met uitloop naar de bovenkant van de bandbreedte van de klasse; • Die uitloop geldt voor een tijdelijke en begrensde periode (afgeleid van wachttijden) en is niet bedoeld voor langdurige zorg thuis met een ZZP. Naast de landelijke afspraken heeft Achmea een aantal specifieke afspraken voor de overbruggingszorg. Deze worden in hoofdstuk 4 van deze notitie beschreven. De notitie overbruggingszorg is geschreven voor de verzekerden in de Achmea regio´s en voor de door Achmea gecontracteerde zorgaanbieders. De specifieke afspraken met Achmea kunnen alleen worden toegekend aan de zorgaanbieders waar Achmea een contract mee heeft. Uitgangspunt van zorginzet is altijd een door het CIZ afgegeven indicatiebesluit. Dit indicatiebesluit wordt volgens de voorkeur van de verzekerde toegewezen aan een zorgaanbieder. Als de zorgvraag van de verzekerde in overeenstemming is met de toelating van de voorkeurzorgaanbieder is deze dossierhouder. De voorkeurzorgaanbieder is verantwoordelijk voor het leveren van zorg die volgt uit het indicatiebesluit en overeenkomt met de afspraken met het zorgkantoor. Leidend daarbij zijn de in de betreffende regio gemaakte productieafspraken met het zorgkantoor, waarin de zorgprestaties zijn opgenomen. 1.2 Wanneer overbruggingszorg Overbruggingszorg is mogelijk als de verzekerde voldoet aan alle onderstaande voorwaarden: • Verzekerde woont in één van de Achmea Zorgkantoorregio´s, te weten Drenthe, Flevoland, Kennemerland, Rotterdam, Zaanstreek-Waterland, Zwolle; • Verzekerde heeft een geldig indicatiebesluit; • Verzekerde woont nog thuis; 1 • Verzekerde wil zorg ontvangen van een door een zorgkantoor gecontracteerde zorgaanbieder en staat op de wachtlijst van de zorgaanbieder van voorkeur met een wens tot opname; • Verzekerde kan de geïndiceerde verblijfszorg niet ontvangen omdat er een wachtlijst is bij de voorkeurzorgaanbieder; • Verzekerde kan/ wil de geïndiceerde zorg thuis niet ontvangen middels het Volledig Pakket Thuis. 1
In het kader van deze overbruggingszorgnotitie is er geen sprake van overbruggingszorg wanneer een cliënt verblijft in een intramurale setting en aanvullende zorg krijgt.
4
Het protocol overbruggingszorg is niet van toepassing op: - Verzekerden die buiten de Achmea Zorgkantoorregio´s wonen en wachten op plaatsing bij een zorgaanbieder in een Achmea Zorgkantoorregio. Deze verzekerden zijn aangewezen op overbruggingszorgafspraken in hun eigen zorgkantoorregio.
5
Hoofdstuk 2: Uitwerking overbruggingszorg AWBZ-breed 2.1 Procedure voor de inzet van overbruggingszorg De zorgaanbieder neemt binnen vijf werkdagen na het toewijzen van het indicatiebesluit contact op met de betreffende verzekerde. Indien de zorgaanbieder niet in staat is de geïndiceerde zorg in te vullen, dan heeft deze de verantwoordelijkheid om overbruggingszorg samen te stellen voor de verzekerde 2. Indien er reeds zorg wordt verleend door een andere zorgaanbieder, dan neemt de zorgaanbieder contact op met reeds leverende zorgaanbieder. In afstemming met de verzekerde wordt vastgesteld wie welke overbruggingszorg zal verlenen. (zie ook overeenkomst 2011) De zorgaanbieder is verantwoordelijk voor het inzetten van zorg indien de aangevraagde functies binnen de bandbreedte van het ZZP vallen. Hij kan hiervoor als hulpmiddel de rekenmodule gebruiken. De overbruggingszorg wordt aangevraagd middels aanvraag aangepaste zorgtoewijzing op het berichtenverkeer. De zorg wordt beoordeeld door afdeling Zorgtoewijzing. Is deze akkoord, dan ontvangt u de zorgtoewijzingen voor de aangevraagde zorg. De voorkeurzorgaanbieder, de dossierhouder, is eindverantwoordelijk voor de geleverde zorg en de communicatie daarover met de verzekerde conform de overeenkomst met het zorgkantoor en de daarbinnen gemaakte productieafspraken. De zorgaanbieder die de overbruggingszorg levert, houdt contact over de verzekerde met de zorgaanbieder van eerste voorkeur. De zorgaanbieder die overbruggingszorg levert is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de geleverde zorg. 2.2 Welke overbruggingszorg en hoelang De in het ZZP aangegeven uitloop kan worden ingezet in de thuissituatie als de gemiddeld geïndiceerde zorgtijd tekort schiet. De uitloop is afgeleid van de optelsom van de bovenwaarden van de klassen (zie de rekenmodule op de website www.achmeazorgkantoor.nl/zorgaanbieders bij Zorgtoewijzing). De inzet van uitloopuren in de overbruggingsperiode is de verantwoordelijkheid van zowel de dossierhouder als de zorgaanbieder die overbruggingszorg levert. Wanneer de noodzaak van het gebruik van de uitloopuren evident is, dan kan de zorgaanbieder deze ruimte gebruiken. De zorgaanbieder vraagt de zorg via de aanvraag aangepaste zorgtoewijzing via het berichtenberkeer aan. Afdeling Zorgtoewijzing beoordeelt deze aanvraag.De uitloopuren kunnen voor drie maanden worden ingezet, met mogelijk één keer een verlenging van drie maanden. Is de inzet akkoord, dan worden de zorgtoewijzingen toegewezen. Daarnaast verantwoordt de zorgaanbieder de ingezette zorg in het cliëntdossier van de verzekerde. Verzekerden met overbruggingszorg boven de gemiddelde ZZP-tijd moeten als urgent bovenaan de wachtlijst van de voorkeurzorgaanbieder komen. Binnen zes maanden dient opname gerealiseerd te zijn. De voorkeurszorgaanbieder behoudt hiermee de inspanningsverplichting om binnen drie maanden een opnameplaats te realiseren.
2
Als de zorgaanbieder geen overbruggingszorg kan bieden en de verzekerde ontvangt nog geen overbruggingszorg, dan wordt de vraag voor overbruggingszorg bij Achmea Zorgtoewijzing neergelegd. Als er geen voorkeurszorgaanbieder is wijst Achmea Zorgtoewijzing overbruggingszorg per rankingslijst toe aan de verzekerde.
6
Als opname bij de zorgaanbieder van voorkeur binnen drie maanden (of in uitzonderlijke gevallen binnen zes maanden) niet mogelijk is, maar er wel een reële opnamemogelijkheid is bij een andere zorgaanbieder, moet de verzekerde daar tijdelijk worden opgenomen. Deze zorg is gelijkwaardig aan de geïndiceerde zorg en wordt transferzorg genoemd. Hierbij worden afspraken gemaakt tussen de zorgaanbieders en de verzekerde over terugplaatsing naar de voorkeurzorgaanbieder en de termijn tot opname bij de zorgaanbieder van voorkeur. De transferzorg kan voor een periode van vier maanden worden toegewezen. Binnen deze termijn wordt verwacht dat de cliënt bij de voorkeurzorgaanbieder opgenomen kan zijn. Verzekerden die niet opgenomen willen worden na de toegestane overbruggingsperiode, komen niet meer in aanmerking voor de uitloopuren binnen de geïndiceerde zorgtijd (of functies en klassen). Het is mogelijk dat de verzekerde, na een half jaar, zelf de extra tijd boven de gemiddelde zorgtijd inkoopt bij de zorgaanbieder. De zorgaanbieder informeert de verzekerde over de consequenties van zijn keuze. 2.3 Uitzonderingen In uitzonderlijke situaties kan in overleg met het zorgkantoor worden afgeweken van de in deze notitie beschreven overbruggingszorgafspraken. De zorg wordt via de aanvraag aangepaste zorgtoewijzing aangevraagd via het berichtenverkeer. Afdeling Zorgtoewijzing beoordeelt deze aanvraag. Is de aanvraag boven de uitloopuren, dan zal er contact met u worden gezocht voor een toelichting op het inzetten van deze zorg. We gaan er van uit dat u een vakkundige inschatting maakt bij het aanvragen van deze extra zorg. Bij akkoord worden de functies toegewezen. Achmea Zorgtoewijzing zal zich houden aan de landelijke termijn van twee dagen reactie tijd. Binnen deze twee dagen dient de aanvraag afgehandeld, dan wel contact te zijn geweest met de zorgaanbieder over de aangevraagde zorginzet te zijn. Als u als zorgaanbieder nog niet over bent op AZR 3.0, dan vraagt u de overbruggingszorg op de reguliere werkwijze aan met het mutatieformat via e-mail. Onderwerp van de e-mail is: ‘ ophoging boven uitloopuren’ en de naam en geboortedatum van de verzekerde. Inzetten van meer dan geïndiceerde zorg, is pas mogelijk na akkoord van Achmea Zorgtoewijzing. Deze zorg kan maximaal voor drie maanden ingezet en toegewezen worden en kan in uitzonderlijke situaties eenmaal worden verlengd tot zes maanden. De verzekerde dient als urgent bovenaan de wachtlijst geplaatst te worden. De voorkeurszorgaanbieder behoudt haar inspanningsverplichting om binnen drie maanden een opnameplaats te realiseren. De toestemming van Achmea Zorgtoewijzing voor de inzet van meer dan de geïndiceerde zorg, heeft geen invloed op de met het zorgkantoor overeengekomen productieafspraken. De zorgaanbieder is er verantwoordelijk voor dat de zorg past binnen de afspraken zoals vastgelegd in de overeenkomst.
7
Hoofdstuk 3: Aanvragen van overbruggingszorg Vanaf 1 augustus 2011 gaat het aanvragen van overbruggingszorg op een andere wijze. Daarom is er in deze notitie een hoofdstuk gewijd aan de vernieuwde werkwijze. Achmea Zorgtoewijzing kan akkoord gaan met het toewijzen vanaf de startdatum van het indicatiebesluit. Dit kan als de aanvraag binnen vijf werkdagen (dag één is toewijzingsdatum indicatiebesluit) na ontvangen van het indicatiebesluit per e -mail (tot 1 november 2011) of aanvraag aangepaste zorgtoewijzing wordt ingediend.
3.1
De rekenmodule
Vanaf 1 augustus gaat er, wanneer de verzekerde recht heeft op het wonen in een instelling, alleen maar een ZZP zorgtoewijzing uit in plaats van de extramurale functies met de functie verblijf. De zorgaanbieder (dossierhouder) neemt contact op met de cliënt en maakt zorgafspraken. Als de zorgaanbieder nog geen mogelijkheid heeft voor intramurale opname, kan deze met de cliënt een pakket samenstellen ter overbrugging. Kan de zorgaanbieder (dossierhouder) niet zelf de zorg leveren, dan overlegt hij dit met de verzekerde en wordt de zorg aan een ander zorgaanbieder toegewezen. Als er al zorg wordt geleverd, dan zoekt de dossierhouder contact met deze zorgaanbieder en maakt afspraken over de zorginzet. De dossierhouder vraagt de overbruggingszorg aan bij het zorgkantoor. Let op: De functies die worden aangevraagd, moeten overeenkomen met de daadwerkelijke zorg die geleverd wordt en passen binnen de bandbreedte van het ZZP. Achmea heeft een rekenmodule ontwikkeld, welke uitgaat van de gemiddelde waarden van de vertaalde functies van het betreffende geïndiceerde zorgzwaartepakket. U kunt als aanbieder deze rekenmodule ook gebruiken, zie www.achmeazorgkantoor.nl/zorgaanbieders bij Zorgtoewijzing. Zijn de aangevraagde functies binnen de bandbreedte van het ZZP, dan zijn deze akkoord en worden de zorgtoewijzingen verzonden aan de zorgaanbieder die de overbruggingszorg gaat leveren. Mochten deze uren hoger liggen dan de gemiddelde, maar nog wel binnen de bandbreedte, zal deze wel toegewezen worden, maar voor periode van drie maanden (zie ook 2.2 Welke overbruggingszorg en hoelang). Zodra de zorg boven de uitloopuren zit, wordt de aanvraag ter beoordeling bij een medewerker casuïstiek gelegd. Deze medewerker zoekt contact met de zorgaanbieder voor verdere toelichting op de aanvraag boven de uitloopuren. Pas als deze akkoord is kan de zorg gestart worden en zal er een zorgtoewijzing naar de zorgaanbieder worden verstuurd voor een maximale periode van 3 maanden.
3.2
Transferzorg
Transferzorg is zorg die geïndiceerd is (in de vorm van een zorgzwaartepakket(ZZP)) maar tijdelijk door een niet-voorkeuraanbieder volledig geleverd wordt. Zodra dit mogelijk is, wenst de verzekerde de zorg te ontvangen van de voorkeuraanbieder. In eerste instantie wordt de transferzorg voor vier maanden toegewezen en blijft de verzekerde actief wachtend op een plek bij de voorkeurzorgaanbieder. Na die vier maanden gaat de transferzorgaanbieder navraag doen bij de verzekerde of de verzekerde bij deze zorgaanbieder wil blijven of dat hij toch wil wachten op een plek bij zijn eerste voorkeuraanbieder.
8
Wanneer hij wil wachten op een plek bij de eerste voorkeurzorgaanbieder, mag de transfer zorg na die vier maanden tot het einde van het besluit toegewezen worden. Dit moet aangevraagd worden door de dossierhouder bij de afdeling Zorgtoewijzing. Wil de verzekerde niet meer wachten op een plek bij de eerste voorkeurzorgaanbieder, moet de transfer zorg omgezet worden naar reguliere zorg. Dit moet ook aangevraagd worden door de dossierhouder bij de afdeling Zorgtoewijzing.
3.3
Regelzorg
Regelzorg is de zorg die gedurende de regeltijd door de oude/huidige aanbieder conform de inhoud van het oude indicatiebesluit wordt geleverd. 3.3.1 In welke situatie is regelzorg van toepassing? Verzekerde ontvangt middels een extramurale indicatie zorg. Vervolgens wordt er door het CIZ een nieuwe indicatie afgegeven met een ZZP. De zorgaanbieder die heeft geleverd op de extramurale indicatie, ontvangt automatisch een intrekking met reden intrekking ‘regelzorg’. Dan heeft de zorgaanbieder die de extramurale zorg levert het recht om vijf dagen de zorg door te leveren conform het oude (extramurale) indicatiebesluit. 3.3.2 Hoe weet een zorgaanbieder dat regelzorg van toepassing is? In het intrekkingsbericht dat de extramurale zorgaanbieder ontvangt, is aan het kenmerk ‘regelzorg’ zichtbaar dat regelzorg van toepassing is. De oude zorgaanbieder heeft de garantie dat voor de regelzorg een zorgtoewijzing wordt afgegeven: conform de geleverde zorg, maar gebaseerd op het nieuwe IB. In het intrekkingsbericht is ook de AGB-code van de intramurale zorgaanbieder opgenomen; de extramurale aanbieder weet zodoende wie de dossierhouder van de cliënt is. 3.3.3 Hoe wordt regelzorg aangevraagd en toegewezen? Het is de verantwoordelijkheid van de dossierhouder om, in overleg met de extramurale aanbieder, via een aanvraag aangepaste zorgtoewijzing, de regelzorg bij het zorgkantoor aan te vragen. Regelzorg wordt gegarandeerd toegewezen voor een periode tot maximaal vijf dagen vanaf de datum toewijzing zorg AWBZ van de nieuwe zorgtoewijzing (mits passend binnen de geldigheidstermijn van het nieuwe indicatiebesluit). De datum toewijzing zorg AWBZ wordt als de eerste dag van deze vijf dagen gerekend. De regelzorg gaat in op de ingangsdatum van het nieuwe indicatiebesluit en eindigt op de dag waarop de verzekerde in zorg genomen wordt bij de nieuwe zorgaanbieder of de overbruggingszorg van start gaat (met een maximun van vijf dagen na toewijzen zorgtoewijzing).
9
Hoofdstuk 4: Specifieke afspraken overbruggingszorg Het in hoofdstuk 2 beschreven protocol Overbruggingszorg geldt voor alle sectoren. Op bepaalde onderdelen is overbruggingszorg specifiek uitgewerkt per sector. De specifieke afspraken zijn in dit hoofdstuk beschreven.
4.1 Aanvullende afspraken voor GZ 4.1.1 Inzet Verblijf Tijdelijk in afwachting van Verblijf Langdurig. Bij een indicatie voor langdurig verblijf ZZP kan ter overbrugging de functie Verblijf Tijdelijk, maximaal twee etmalen ingezet worden. Dit kan ook als een verzekerde (nog) niet opgenomen wil worden. Hierdoor wordt logeren in de weekenden en eventuele aanvullende vakantieplaatsingen mogelijk. De zorgaanbieder dient hiervoor per e-mail (mogelijk tot 1-112011) of via de aanvraag aangepaste zorgtoewijzing een verzoek in bij Achmea Zorgtoewijzing voor een zorgtoewijzing Verblijf Tijdelijk maximaal klasse 2. Bij uitzondering kan een Verblijf Tijdelijk klasse 3 worden toegekend. Dit wordt door een medewerker casuïstiek beoordeeld. Het volledige ZZP blijft toegewezen aan de voorkeurzorgaanbieder. De functie VB-TIJD wordt ter overbrugging toegewezen. Op het moment dat de verzekerde langdurig wordt opgenomen, verstuurt de zorgaanbieder een Melding Aanvang Zorg op het complete ZZP. De onderliggende functies die geleverd worden tijdens logeren (zoals PV, VP en BG-IND) dienen, als er twee zorgaanbieders zorg leveren, in overleg met de extramurale zorgaanbieder verdeeld te worden. Dit wordt vastgelegd in het zorgdossier van de verzekerde. De functies worden niet toegewezen aan de logeerzorgaanbieder, maar blijven in het bezit van de extramurale zorgaanbieder. 4.1.2 Inzet Behandeling Individueel (BH-IND) in afwachting van Verblijf met behandeling. Waar behandeling is geïndiceerd in combinatie met verblijf kan als overbruggingszorg Behandeling Individueel worden ingezet. BH-IND kan voor onderzoek en diagnostiek geleverd worden gericht op personen met chronische gezondheidsproblemen en beperkingen. Bij crisisinterventie kan BH-IND voor o.a. family first worden ingezet ter overbrugging. Deze zorg mag maximaal één jaar worden ingezet. De zorgaanbieder is zelf verantwoordelijk om binnen zijn productieafspraken met het zorgkantoor te blijven. Om Behandeling Individueel te leveren, dient men een zorgtoewijzing BH-IND aan te vragen bij Achmea Zorgtoewijzing. Deze aanvraag dient per e-mail (mogelijk tot 1-11-2011)of via de aanvraag aangepaste zorgtoewijzing aangeleverd te worden. Op deze toewijzing kan dan een bericht Melding Aanvang Zorg verstuurd worden. Het volledige ZZP zal toegewezen blijven aan de voorkeurszorgaanbieder. BH-IND loopt naast de overbruggingszorg die aangevraagd wordt via de rekenmodule. Op het moment dat de verzekerde wordt opgenomen, verstuurt de zorgaanbieder een Melding Aanvang Zorg op het volledige ZZP. De BH-IND moet beëindigd worden met een Melding Uit Zorg.
10
4.2
Specifieke afspraken per ZZP pakket
SGLVG ,LVG VG, LG, ZG-auditief, ZG visueel en GGZ Verzekerde van 18 jaar en ouder: • Als de verzekerde de mogelijkheid heeft om te werken of een dagbesteding te volgen die niet door de AWBZ gefinancierd wordt, is het niet mogelijk om een BG-GRP te ontvangen. • Als de verzekerde niet de mogelijkheid heeft om te werken of een dagbesteding te volgen die niet door de AWBZ gefinancierd wordt en waarbij het noodzakelijk is dat deze dagbesteding volgt, mag er een functie BG-GRP aangevraagd worden, met een maximum van negen dagdelen. 4.3 Inzet BH-GRP of BG-GRP bij een ZZP9 De somatische dagbehandeling revalidatie wordt overgeheveld naar de Zorgverzekeringswet. De somatische dagbehandeling revalidatie wordt in 2011 geïndiceerd als BHGRP. Daarom is er besloten dat er ter overbrugging, of na intramurale opname bij een ZZP VV 9, een beperkte mogelijkheid is voor het inzetten van dagbehandeling en dagverzorging binnen de geldigheid van het indicatiebesluit. Onderstaand worden 3 situaties geschetst: Verzekerde gaat voor het eind van het indicatiebesluit (ZZP VV 9) met ontslag maar heeft nog wel somatische dagbehandeling, revalidatie nodig. Er is geen vervolgindicatie gesteld. Er is sprake van een gewijzigde cliëntsituatie. Voor deze cliënten adviseren wij een nieuw indicatiebesluit aan te vragen bij het CIZ. De aanbieder bewaart de bevestiging van de aanvraag. Wanneer het CIZ niet binnen twee weken de indicatie afgeeft, mag het verzoek voor BH-GRP verstuurd worden naar Achmea Zorgtoewijzing. Bij een verzoek voor BH-GRP, moet de bevestiging van de aanvraag voor de herindicatie toegevoegd worden. De BH-GRP wordt dan aangemaakt per datum die aangegeven is als startdatum indicatie in de aanvraag die verstuurd is naar het CIZ. (mits deze passend is binnen de bandbreedte) 2. Verzekerde gaat voor het eind van het indicatiebesluit ZZP VV 9 met ontslag. De verzekerde heeft aansluitend aan het ZZP een ander indicatiebesluit geïndiceerd gekregen. U beoordeelt dat de verzekerde nog somatische dagbehandeling revalidatie nodig heeft. U doet een verzoek per e-mail bij Achmea Zorgtoewijzing om BH-GRP aan te maken voor de somatische dagbehandeling binnen de geldigheid van het ZZP VV 9. Daarbij geeft u aan om hoeveel dagdelen per week dit gaat (max. 9 en akkoord middels de rekenmodule) en voor welke periode (max. eind ZZP 9) De startdatum van de functie BH-GRP zal één dag na de ontslagdatum toegewezen worden of op aanvraagdatum van de zorgaanbieder. De functie BH-GRP wordt niet met terugwerkende kracht toegewezen. U verantwoord in het zorgdossier van de verzekerde dat de verzekerde nog extramurale dagbehandeling dient te volgen. Bij de functie BHGRP wordt vervoer toegewezen. 3. Verzekerde gaat voor het eind van het indicatiebesluit ZZP VV 9 met ontslag. De verzekerde heeft aansluitend aan het ZZP een ander ZZP geïndiceerd gekregen. De verzekerde heeft geen somatische dagbehandeling revalidatie meer nodig, maar wil graag ter overbrugging gebruik maken van dagbesteding in afwachting tot zijn opname in een instelling. U vraagt per e-mail en volledig ingevuld mutatieformat bij Achmea Zorgtoewijzing de BG-GRP aan ter overbrugging. Deze wordt aangevraagd en toegewezen aan de hand van de rekenmodule. 1.
11
Bijlage 1 Verklaring gebruikte afkortingen ZN CIZ ZZP ZTW AZR GZ VG LG GGZ WSW
Zorgverzekeraars Nederland Centrum Indicatiestelling Zorg Zorgzwaartepakket Zorgtoewijzing AWBZ-brede Zorgregistratie Gehandicapten Zorg Verstandelijk Gehandicapten Lichamelijk Gehandicapten Geestelijke Gezondheids Zorg Wet Sociale Werkvoorziening
12
Bijlage 2 Gecomprimeerde CVZ vertaaltabellen
2.1 Gecomprimeerde vertaaltabel ZZP’s V&V {ongewijzigd tov. versie 3.0}
2.1
ZZP’s V&V 1VV
Gecomprimeerde vertaaltabel ZZP’s V&V Zorg Tijd ZZP
(uren) 3
- 5
Gem. omvang
PV
VP
BG-ind
BG-gr
BH VB
(kl.)
(kl.)
(kl.)
j/n
(j/n)
obv F/K (uren)
Pg/som
1
0
2
N
N
4,5
Grondslag
Uitloop (uren) 6,5
2VV
5,5 - 7,5
Pg/som
3
0
1
N
N
7
9,5
3VV
9,5 - 11,5
Som
4
1
1
N
J
11
13,5
4VV
Pg/som
3
1
3
N
J
12,5
15,5
5VV
11
16,5 - 20
- 13,5
Pg
3
2
4
N
J
17
20,5
6VV
16,5 - 20
Som
4
2
3
N
J
17
20,5
Pg/som
4
2
5
N
J
23
26,5
7VV
20
8VV
24,5 - 29,5
Som
5
3
5
N
J
28,5
32,5
9VV
18 - 22
Pg/som
4
2
4
N
J
20
23,5
26,5 – 32,5
Pg/som
6
4
3
N
J
28,5
32,5
10VV
- 24,5
Tabel 1: gecomprimeerde vertaaltabel Verpleging en Verzorging op basis van de ZZP’s Verpleging en verzorging 2011
13
2.2 ZZP’s GGZ 1GGZ B 2GGZ B 3GGZ B
Gecomprimeerde vertaaltabel ZZP’s GGZ Zorg Tijd ZZP 4,5 - 6,5 (7,5 - 9,5) 9,5 - 11,5 (12
- 14,5)
10,5 - 13 (13,5 - 16,5)
Grond slag
PV (kl.)
VP (kl.)
BG-ind (kl.)
BG-gr j/n
Omvang BG-gr
BH VB (j/n)
Psy
1
0
3
j/n
4
J
Psy
1
0
4
j/n
4
J
Psy
1
0
5
j/n
4
J
4GGZ B
13 (16
- 15,5 - 19,5)
Psy
3
1
4
j/n
4
J
5GGZ B
14 (17
- 17,5 - 21)
Psy
2
1
5
j/n
5
J
Psy
4
2
5
j/n
4
J
Psy
3
2
7
j/n
5
J
Psy
1
3
j/n
4
N
Psy
1
4
j/n
4
N
Psy
1
5
j/n
4
N
6GGZ B 7GGZ B 1GGZ C 2GGZ C 3GGZ C
19,5 - 24 (22,5
- 27,5)
27,5 - 33,5 (32,5 - 39,5) 3,5
-
(6,5
- 8,5)
8,5
- 10,5
(11
- 13,5)
9,5 (12,5
5,5
- 12 - 15)
4GGZ C
12 - 15 (15 - 18,5)
Psy
3
1
4
j/n
4
N
5GGZ C
13,5 - 16,5 (16,5 - 20 )
Psy
2
1
5
j/n
5
N
Psy
4
2
4
j/n
4
N
6GGZ C
17,5 - 21,5 (20,5 - 25,5)
Gem. omvang obv F/K
Uitloop
7
9,5
(10)
(13)
10
12,5
(12,5)
(15,5)
13
15,5
(16)
(19)
15,5
18,5
(18,5)
(22)
16
18,5
(20)
(22,5)
23
26,5
(27)
(30,5)
26,5
30,5
(33)
(37,5)
6,5
9
(9,5)
(12)
9,5
12
(12)
(14,5)
12,5
15
(15,5)
(18)
15,5
18,5
(18,5)
(22)
16
18,5
(20)
(22,5)
20
23,5
(24)
(27,5)
Tabel 2: gecomprimeerde vertaaltabel Geestelijke Gezondheidszorg op basis van de ZZP’s Geestelijke Gezondheidszorg 2011
14
2.3
Gecomprimeerde vertaaltabel ZZP’s GZ
ZZP’s GZ
Zorg Tijd ZZP
BG-ind (kl.)
BG-gr j/n
1LVG
12,5 - 15,5
Vg
1
6
J
1
J
16
18,5
2LVG
17 - 21
Vg
1
7
J
1
J
19,5
22,5
3LVG
22 - 27
Vg
2
7
J
1
J
21,5
24,5
4LVG
27 - 33
Vg
3
7
J
2
J
25,5
29
5LVG
27 - 33
Vg
3
7
J
2
J
25,5
29
1SGLVG
35,5 - 43,5
Vg
3
7
J
3
J
27,5
31
Vg
1
3
j/n
9
N
Vg
1
4
j/n
9
N
Vg
1
5
j/n
9
1VG 2VG 3VG
5- 7 (10 – 12) 7,5 - 9,5 (12,5 - 15 ) 10,5 - 13 (15 - 18,5 )
Grond- PV Slag (kl.)
VP (kl.)
Omvang BG- BH VB Gem. omvang gr (j/n) obv F/K
4VG
12,5 - 15,5 (17 - 21)
Vg
2
0
5
j/n
9
5VG
16 - 20 (22 - 27 )
Vg
3
1
5
j/n
9
6VG
15 - 18,5 (21 - 26)
Vg
1
7
j/n
9
Vg
3
0
7
j/n
9
7VG
20,5 - 25 (30,5 - 37)
J
Uitloop
6,5
9
(11,5)
(14)
9,5 (14,5)
12 (17)
12,5
15
(17,5)
(20)
J
15 (20)
17,5 (23)
J
18,5 (25,5)
21,5 (29)
J
19 (25)
22 (28)
J
27,5 (39,5)
23 (30)
26,5 (34)
8VG
20 – 24,5 (26 – 32)
Vg
5
2
4
j/n
9
1LG
8,5 - 10,5 (14 - 17)
Lg
2
0
3
j/n
7
N
9 (14,5)
11,5 (17,5)
2LG
13 - 15,5 (17,5 - 21,5)
Lg
3
0
4
j/n
7
N
14,5 (20)
17,5 (23,5)
Lg
4
0
3
j/n
7
J
14,5
17,5
(20)
(23,5)
Lg
4
0
4
j/n
7
3LG 4LG
12,5 - 15,5 (18 - 22) 15 - 18,5 (19,5 - 24)
5LG
18,5 - 23 (24 - 29)
Lg
6
2
3
j/n
7
6LG
21 - 25,5 (25,5 - 31,5)
Lg
6
2
3
j/n
7
Lg
5
2
5
j/n
7
Zg
1
3
j/n
9
7LG
1ZGvis 2ZGvis
23 - 28,5 (27 - 33,5) 5,5 - 7 (11 - 14,5 ) 10,5 - 12,5 (15 - 18)
Zg
2
4
j/n
9
J
24 (36)
J
17,5
20,5
(23)
(26,5)
J
23 (28,5)
26,5 (32,5)
J
23 (28,5)
26,5 (32,5)
J
N N
26
29,5
(30,5)
(34,5)
6,5
9
(12,5)
(15)
11,5 (16,5)
14 (19)
15
ZZP’s
Zorg
Grond-
PV
VP
BG-ind
BG-gr
GZ
Tijd ZZP
Slag
(kl.)
(kl.)
(kl.)
j/n
gr
3ZGvis
14,5 - 18 (19 - 23,5 )
Zg
2
1
5
j/n
9
Zg
4
2
5
j/n
9
Zg
4
2
6
j/n
9
Zg
1
5
j/n
9
4ZGvis 5ZGvis
1ZGaud
20
- 24
(26 - 31,5) 22,5 - 27,5 (28,5 - 35 )
11 - 13,5 (17,5 - 21,5)
Omvang BG- BH VB Gem. omvang
2ZGaud
26 - 31,5 (34 - 42 )
Zg
4
2
7
j/n
9
3ZGaud
31 - 37,5 (40,4 - 49,5)
Zg
5
3
7
j/n
9
4ZGaud
18,5 - 23 (25 - 31)
Zg
2
7
j/n
9
Uitloop
(j/n)
obv F/K
J
16 (21)
18,5 (24)
J J
J
23
26,5
(30)
(34)
26 (33)
29,5 (37)
12 ,5
15
(19,5)
(22)
J
29,5 (38,5)
33,5 (42,5)
J
35 (47)
39,5 (51,5)
J
21 (28)
24 (31)
Tabel 3: gecomprimeerde vertaaltabel Gehandicaptenzorg op basis van de ZZP’s gehandicaptenzorg 2011
16