Docentenboek Versie augustus 2010
Inhoudsopgave 1. Inleiding ..............................................................................................................................4 2. LINK2 Technologie in één oogopslag ..................................................................................5 3. Opzet LINK2 ........................................................................................................................6 3.1. Domein ........................................................................................................................6 3.2. Thema’s .......................................................................................................................6 3.3. Boxen ...........................................................................................................................6 3.4. Praktijkoefeningen.......................................................................................................6 3.5. Boxboekje ....................................................................................................................7 3.6. Dossier .........................................................................................................................7 4. Werken in de LINK2 omgeving............................................................................................8 4.1. Een soepele start .........................................................................................................8 4.5.1. Introductie LINK2...................................................................................................8 4.5.2. Startbox .................................................................................................................8 4.2. Statussymbolen ...........................................................................................................8 4.3. Feedback op antwoorden en resultaten......................................................................8 4.4. Sturing in praktijkoefeningen ......................................................................................9 4.5. PDA (persoonlijke digitale assistent) ...........................................................................9 4.6. Bestanden opslaan ................................................................................................... 10 4.7. Snel doorgaan ........................................................................................................... 10 5. Docentenfaciliteiten ........................................................................................................ 11 5.1. Thema’s en boxen klaarzetten.................................................................................. 11 5.2. Iconen docentenportaal ........................................................................................... 11 5.3. Docententoelichtingen ............................................................................................. 11 5.4. Antwoorden en voorbeelduitwerkingen .................................................................. 12 5.5. Statusoverzicht ......................................................................................................... 12 5.5.1. Groepoverzicht ................................................................................................... 13 5.5.2. Digitale resultaten inzien.................................................................................... 14 5.5.3. Leerlingenportaal overnemen ............................................................................ 15 5.5.4. Taken opnieuw vrijgeven.................................................................................... 15 6. Sector-‐, beroepen-‐ en opleidingenoriëntatie .................................................................. 16 6.1. Macrostructuur (thema’s) ........................................................................................ 16 6.1.1. Thema: Drie vakgebieden................................................................................... 16 6.1.2. Thema: Kies je vakgebied ................................................................................... 16 6.1.3. Thema: Mijn vakgebied ...................................................................................... 16 6.2. Microstructuur (in iedere box) ................................................................................. 18 7. Beoordeling...................................................................................................................... 19 7.1. Beoordelingsinstrumenten ....................................................................................... 19 7.1.1. Boxniveau (Begin hier)........................................................................................ 20 7.1.2. Praktijkoefeningen (Begin hier, Aan het werk en Rond af)................................. 20 7.1.3. Onderwerpen ..................................................................................................... 20 2
Docentenboek LINK2 Technologie – versie augustus 2010
7.1.4. Boxniveau (Rond af) ........................................................................................... 21 7.2. Afsluitende beoordeling ........................................................................................... 21 7.2.1. Productbeoordeling............................................................................................ 22 7.2.2. Procesbeoordeling.............................................................................................. 22 7.2.3. Eindbeoordeling ................................................................................................. 24 7.2.4. Beoordeling van kennis ...................................................................................... 25 7.2.5. Ter afsluiting....................................................................................................... 26
3
Docentenboek LINK2 Technologie – versie augustus 2010
1. Inleiding De methode LINK2 Technologie biedt competentiegerichte leermiddelen, waarbij de uit te voeren taken centraal staan in een beroepssituatie binnen de sectoren Techniek, Zorg & welzijn en/of Economie. Hoe leerlingen kennis en vaardigheden aanleren en waar zij deze moeten toepassen, wordt uitgelegd in deze docentenhandleiding. Het tweede hoofdstuk geeft een overzicht van de beschikbare docentenmaterialen en helpfuncties en waar zij in de methode te vinden zijn. Hoofdstuk 3 gaat over de opzet van LINK2. LINK2 is een complete, digitale methode waarin leerlingen online werken aan vragen en opdrachten. Hoofdstuk 4 behandelt de manier waarop leerlingen werken in de LINK2 omgeving. De onderdelen die voor u als docent van belang zijn voor de begeleiding van uw leerlingen, staan centraal in hoofdstuk 5. LINK2 Technologie is een vak waarin sector-‐, beroepen-‐ en opleidingenoriëntatie de basis vormt. Hoofdstuk 6 gaat hier verder op in. Het laatste hoofdstuk staat stil bij de verschillende beoordelingsinstrumenten van LINK2. Om de leesbaarheid te vergroten, duiden we de leerling en de docent in dit docentenboek consequent als mannelijk aan. Overal waar hij/hem/zijn gebruikt is, wordt tevens zij/haar/haar bedoeld.
4
Docentenboek LINK2 Technologie – versie augustus 2010
2. LINK2 Technologie in één oogopslag In LINK2 zijn verschillende docentenmaterialen verwerkt. Een uitgangspunt van de methode is (docenten)materialen aan te bieden op de plaats waar ze nodig zijn. Dit zijn de volgende materialen: 1. Dit docentenboek (zie het Inhoudsoverzicht) 2. Boxboekje (zie § 3.5) 3. Digitale leeromgeving: portaal a. Overzicht van thema’s en boxen b. Startbox (zie § 4.1.3) c. Statusoverzicht (zie § 5.4) d. Website www.link2.nu met onder andere: • Navigatie demo, in deze demo ziet u hoe u door de methode navigeert • een overzicht van de beschikbare thema’s en boxen; • handleiding EduPoort; • een overzicht van de dekking van de eindtermen. 4. Digitale leeromgeving: Domein (zie § 3.1) a. Toelichting (zie § 5.2) met onder andere een Introductie LINK2 (in PowerPoint) een eindtermenoverzicht, een werkplekkenoverzicht, een PowerPoint LINK2 te gebruiken voor een open dag en een verwijzing naar de website www.link2.nu. b. Statusoverzicht thema 5. Digitale leeromgeving: thema (zie § 3.2) a. Toelichting met onder andere organisatorische tips en aanwijzingen b. Docententoelichtingen en antwoorden op diverse plaatsen (zie § 5.2 en 5.3) c. Statusoverzicht box 6. Digitale leeromgeving: box (zie § 3.3) a. Toelichting met onder andere: • Boxboekje; • Schema box met een overzicht van de onderdelen en de inhoud daarvan; • Samenwerking en routing box (schema voor groepsindeling en volgorde van werken); • Productbeoordeling Box (eisen voor de eindproducten van de projectgroepen); • Procesmonitor Box (algemene competenties waarop u de individuele leerling beoordeelt); • Eindbeoordeling Box (weging van product-‐ en procesbeoordeling). b. Antwoorden en docententoelichtingen op diverse plaatsen c. Statusoverzicht van een praktijkoefening d. Onderwerpen: antwoorden en docententoelichtingen op diverse plaatsen 7. Digitale leeromgeving: praktijkoefeningen (zie § 3.4) a. Toelichting met onder andere organisatorische tips en aanwijzingen b. Antwoorden en docententoelichtingen op diverse plaatsen 8. Digitale leeromgeving: onderwerpen Antwoorden en docententoelichtingen op diverse plaatsen
5
Docentenboek LINK2 Technologie – versie augustus 2010
3. Opzet LINK2 LINK2 Technologie heeft een gelaagde opzet. In de navigatie demo op www.link2.nu ziet u hoe LINK2 is opgezet. Tijdens het werken in LINK2 krijgen leerlingen te maken met overstijgende thema’s, boxen en praktijkoefeningen.
3.1. Domein De eerste laag is het domein Technologie. Er zijn geen leerlingenopdrachten in het domein aanwezig, maar wel een aantal docentenmaterialen.
3.2. Thema’s Voor het domein Technologie zijn verschillende thema’s gedefinieerd. Alle thema’s in LINK2 zijn op dezelfde manier opgebouwd en bestaan uit Begin hier, een verwijzing naar de onderliggende laag boxen en Rond af. In de onderdelen Begin hier en Rond af van elk thema staat de leerling expliciet stil bij zijn oriëntatie-‐ en keuzeproces wat sectoren, beroepen en vervolgopleidingen betreft. De thema’s stroomlijnen de: • oriëntatie op en de keuze voor een sector, mogelijke beroepen en een vervolgopleiding. Zie hiervoor het hoofdstuk Sector-‐, beroepen-‐ en opleidingenoriëntatie; • stapsgewijze opbouw van kennis en vaardigheden. Deze vindt plaats in de onderwerpen. De onderwerpen die in een thema voorkomen, keren niet meer terug in latere thema’s. De inhoud wordt dan bekend verondersteld. (Zie hoofdstuk 7 Beoordeling.)
3.3. Boxen Binnen een thema zijn boxen gedefinieerd. In elke box staat een uit te voeren klus centraal in een beroepssituatie binnen de sectoren Techniek, Zorg & welzijn en/of Economie. LINK2 Technologie-‐boxen kennen een omvang van 24 lesuren en bestaan uit Begin hier, een verwijzing naar de onderliggende laag praktijkoefeningen, Rond af en verschillende onderwerpen met bronnen en ondersteunende oefeningen.
3.4. Praktijkoefeningen In een reeks praktijkoefeningen wordt de hoofdklus van de box uitgewerkt in deelklussen. Alle praktijkoefeningen in LINK2 zijn op dezelfde manier opgebouwd en bestaan uit Begin hier, Aan het werk en Rond af. De kennis en de vaardigheden die in de praktijkoefening toegepast moeten worden, kan de leerling aanleren in ondersteunende onderwerpen.
6
Docentenboek LINK2 Technologie – versie augustus 2010
3.5. Boxboekje LINK2 is een digitale methode, maar indien gewenst, kunt u gebruikmaken van het boxboekje, dat de leerling stuurt in het volgen van de juiste volgorde binnen de methode. Het boxboekje vindt u in de Snelstart van de box. Dit boxboekje is een zeer beknopte introductie op de box. Het geeft een overzicht van de onderdelen van het digitale lesmateriaal. Bovendien worden de resultaten/producten die de leerling moet opleveren, benoemd. Het boxboekje bevat tevens een formulier waarop u de voortgang van de leerling kunt bijhouden. Achtereenvolgens vindt u hier: • een overzicht van de onderdelen van de box; • een hoofdstuk per onderdeel; voor een box bestaat dat uit: o Begin hier; o voor elke praktijkoefening een apart hoofdstuk, waarop de te behalen resultaten zijn weergegeven; o Rond af; o onderwerpen (alle onderwerpen in één lijst). De formulieren hebben geen dwingende koppen. U kunt als docent dus zelf bepalen wat u de leerling op het formulier laat bijhouden. Enkele suggesties: • Als de leerling een planning heeft gemaakt voor de box, kan hij zijn deadlines invullen bij het overzicht van de onderdelen van de box. • De leerling kan de pagina’s per onderdeel gebruiken als checklist waarop hij afgeronde elementen afvinkt. • U kunt met een paraaf aangeven dat u het resultaat bekeken en goed bevonden hebt. • De leerling of de docent kan van tevoren aandachtspunten (die bijvoorbeeld geformuleerd zijn in het functioneringsgesprek ter afronding van de vorige box) opschrijven voor het uitwerken van een praktijkoefening. • U kunt uw oordeel onder aan de pagina noteren.
3.6. Dossier De leerling houdt per box een dossier bij. Dit is een A4-‐map waarin hij het volgende bewaart: • het boxboekje, waarin hij zijn voortgang bijhoudt; • zijn ‘papieren’ resultaten, zoals een planning of de resultaten van een opdracht; • de materialen die hij heeft verzameld tijdens het werken aan de opdrachten. De overige resultaten worden digitaal bewaard.
7
Docentenboek LINK2 Technologie – versie augustus 2010
4. Werken in de LINK2 omgeving In het vorige hoofdstuk hebt u gezien dat de LINK2 omgeving een gelaagde opzet kent. Leerlingen vinden alle taken, opdrachten, de te bestuderen bronnen en bijbehorende ondersteunende oefeningen in de digitale LINK2 omgeving. Hoe leerlingen hierin werken, staat in dit hoofdstuk centraal.
4.1. Een soepele start Voordat de leerlingen in een thema of box aan de slag gaan, kunt u ze laten zien dat er verschillende manieren zijn om te werken met LINK2. 4.5.1. Introductie LINK2 De navigatie demo toont hoe LINK2 werkt. Deze demo kunt u ook gebruiken voor de introductieles van LINK2 voor de leerlingen. 4.5.2. Startbox Er is een startbox waarmee de leerlingen kennismaken met o.a. de methode, de werkwijze en de navigatie. Deze box is voor iedere LINK2 gebruiker gratis beschikbaar vanuit de helpfunctie in het portaal: Help (kies voor Starten met LINK2). Hier vindt u ook de startwijzer. De startwijzer is een document waarmee leerlingen door de startbox worden geleid. Het is prettig deze voor aanvang voor al uw startende leerlingen te kopiëren.
4.2. Statussymbolen Van elke taak in LINK2 wordt de status bijgehouden. De status verandert door de handelingen van de leerling (toevoegen antwoorden, nakijken of gereed melden). De volgende statussen worden gehanteerd: • geen (grijs); • mee bezig (oranje); • nakijken (blauw); • gereed (groen). Ook de status van de gehele praktijkoefening, van de box en van een thema wordt bijgehouden in het themascherm.
4.3. Feedback op antwoorden en resultaten De leerling beantwoordt vragen en werkt opdrachten uit op de computer. Hij uploadt resultaten (bijvoorbeeld een brief in Word of een PowerPoint-‐presentatie). Bij niet-‐digitale resultaten vult hij een toelichting in (het resultaat zelf bewaart hij in zijn dossier). Bij het invulveld toelichting kan hij aangeven waar hij het resultaat bewaard heeft. Aan het eind van een taak kan de leerling zijn antwoorden zelf nakijken. Als hij klikt op nakijken, krijgt de leerling feedback. Zijn antwoorden en resultaten worden bevroren: hij kan er dan niets meer aan veranderen. Zijn antwoorden worden (waar mogelijk) geautomatiseerd nagekeken.
8
Docentenboek LINK2 Technologie – versie augustus 2010
LINK2 kent een vaste aanpak rond feedback op antwoorden en resultaten. LINK2 is zo ingericht dat een antwoord dat ‘letterlijk’ overeenkomt met het voorbeeldantwoord, groen wordt. Antwoorden op open vragen worden oranje. Alle andere antwoorden worden rood. Dit betekent echter niet dat alléén een groen antwoord een goed antwoord is. Zeker bij een open vraag (bestaande uit een reeks woorden) of een invulvraag hoeft dit niet het geval te zijn. Het is aan te raden de leerlingen duidelijk te maken dat een rood antwoord niet direct fout hoeft te zijn, maar dat hij deze antwoorden tijdens het nakijken secuur moet vergelijken met het voorbeeldantwoord.
4.4. Sturing in praktijkoefeningen Als hij begint aan een praktijkoefening, kiest de leerling de mate van sturing. Dit doet hij in het tussenscherm van de praktijkoefening. Hij kan kiezen voor: • C weinig: alleen de opdrachten worden getoond; • B minder: in de opdrachten verschijnt een stappenplan (met letters aangegeven); • A veel: bij elke stap kan de leerling nog gedetailleerdere instructies krijgen door op het +-‐teken achter de stap te klikken. U spreekt met elke leerling apart af hoeveel sturing hij in een praktijkoefening krijgt. Het is de bedoeling dat de sturing in de loop van de methode afneemt, doordat de leerling steeds zelfstandiger gaat werken. U kunt er natuurlijk ook voor kiezen voor alle leerlingen dezelfde mate van sturing aan te houden. Als een leerling moeite heeft met de mate van sturing, kan hij deze, eventueel in overleg met u, tussentijds aanpassen.
4.5. PDA (persoonlijke digitale assistent) Tijdens het werken aan opdrachten speelt de PDA een belangrijke rol. Leerlingen ontvangen via de PDA een impuls in de vorm van bijvoorbeeld filmpjes, een notitie, een telefoonbericht of een binnengekomen poststuk. Bovendien biedt de PDA een (nagebootste) e-‐mail functie, met de mogelijkheid tot het maken en/ of beantwoorden van een e-‐mail.
9
Docentenboek LINK2 Technologie – versie augustus 2010
4.6. Bestanden opslaan LINK2 Technologie is een webbased methode. De leerling werkt online aan vragen en opdrachten. Vaak werkt hij echter ook aan bijvoorbeeld tekstbestanden, spreadsheets of technische tekeningen op zijn eigen computer of op het netwerk van de school. Als daar beginbestanden voor nodig zijn, kan de leerling deze vanuit de PDA in LINK2 downloaden. Waar deze bestanden op school (of thuis) opgeslagen worden, bepaalt de school. U moet de leerling daarvoor instructies geven. Het gaat daarbij veelal om een ‘tijdelijke’ opslag. De leerling kan zijn resultaten uit een praktijkoefening (bijvoorbeeld een brief in een Word-‐ bestand of een PowerPoint-‐presentatie) aan de opdracht toevoegen. Het door de leerling ontwikkelde resultaat kan via een upload weer worden toegevoegd aan LINK2. Er zit een maximum aan de te uploaden bestandsgrootte, namelijk: -‐ 2 Mb voor PowerPoint-‐presentaties en Design Pro-‐bestanden -‐ 1 Mb voor voor overige bestanden. Bij grotere bestanden krijgen de leerlingen een foutmelding te zien bij het uploaden. Deze beperking is aangebracht om overbelasting van de server te voorkomen. De leerlingen kunnen hun bestanden verkleinen via www.onlinezip.nl of met winzip/winrar. Foto’s kunnen worden verkleind met een beeldbewerkingsprogramma. Een leerling kan zijn resultaten natuurlijk ook afdrukken en de afdrukken opbergen in zijn dossier.
4.7. Snel doorgaan Het werk dat de leerlingen moeten verrichten in een thema, box of praktijkoefening beslaat altijd meerdere lesuren. Het zal regelmatig voorkomen dat de leerling op het einde van zijn les nog ergens mee bezig is. De leerling kan de taak waar hij mee bezig is markeren. Op deze manier kan hij de volgende keer met één klik op de knop ‘Snel doorgaan’ naar de taak waar hij mee bezig was. In een thema, box of praktijkoefening ziet de leerling dit symbool (de kleur van het symbool is afhankelijk van waar de leerling in aan het werk is, thema, box of praktijkoefening). Door op dit symbool te klikken, markeert de leerling waar hij gebleven is. Dit wordt op de volgende manier aangegeven . De volgende keer dat de leerling in LINK2 inlogt, hoeft hij alleen maar in het portaal op de menuoptie ‘Snel doorgaan’ te klikken. De gemarkeerde taak wordt dan meteen geopend en de leerling kan verder waar hij de vorige keer gebleven was.
10
Docentenboek LINK2 Technologie – versie augustus 2010
5. Docentenfaciliteiten In LINK2 zijn de materialen voor leerlingen en docenten met elkaar verweven. Beiden werken in dezelfde boxen en onderwerpen. Bent u ingelogd als docent, dan krijgt u echter meer te zien. De antwoorden op de vragen zijn direct zichtbaar, docententoelichtingen zijn zichtbaar en u kunt gebruikmaken van overzichten en opties die speciaal voor de docent zijn ontwikkeld. U heeft een docentenvoucher nodig om te kunnen inloggen als docent in LINK2. De docentenvoucher kunt u bestellen via de website www.link2.nu.
5.1. Thema’s en boxen klaarzetten Als docent heeft u toegang tot alle thema’s en boxen. De thema’s en boxen die u wilt gebruiken, dient u zelf klaar te zetten in uw portaal. Alle thema’s en boxen moeten apart klaargezet worden. Bij het klaarzetten van een box worden automatisch de bijbehorende praktijkoefeningen klaargezet. Om een thema of box klaar te zetten dient u eerst het domein klaar te zetten. Alle thema’s worden dan automatisch klaargezet. Ook de beschikbare boxen worden klaargezet. In de navigatie demo ziet u hoe dit werkt.
5.2. Iconen docentenportaal In uw docentenportaal ziet u de volgende iconen: Door hier op te klikken gaat u naar het groepoverzicht.
Door hier op te klikken opent u de docententoelichting behorende bij een thema, box of praktijkoefening. Door hier op te klikken zet u het betreffende onderdeel opnieuw klaar. Dit icoon geeft aan dat er een update van het betreffende onderdeel beschikbaar is. Door hier op te klikken wordt de nieuwe versie voor u klaargezet.
5.3. Docententoelichtingen Per thema, box en praktijkoefening is er een docententoelichting waarin u de benodigde informatie kunt vinden. Door op het icoon te klikken achter het betreffende onderdeel, opent u de docententoelichting. U sluit de docententoelichting door op het LINK2-‐logo te klikken. U keert dan weer terug naar uw portaal.
11
Docentenboek LINK2 Technologie – versie augustus 2010
In de docententoelichting vindt u informatie over een thema, box of praktijkoefening. Thema • Doel • Organisatie en voorbereiding • Observatietips m.b.t. beroepshouding • Materialen Box • Inhoud • Inzetbaarheid • Organisatie en voorbereiding • Aanknopingspunten bij de beoordeling • Formulieren zoals boxboekje, procesmonitor en productbeoordeling Praktijkoefening • Inhoud • Organisatie en voorbereiding • Overzicht van documenten die de leerling tijdens de praktijkoefening zal afdrukken. U kunt er voor kiezen deze documenten zelf af te drukken voor alle leerlingen. Als u de docententoelichting hebt gelezen, weet u wat er van u verwacht wordt voor de begeleiding van een box, praktijkoefening of thema. U kunt gericht op zoek gaan naar de gedetailleerde instructies in de docententoelichtingen. Zo hoeft u alle onderdelen als docent niet per se zelf minutieus door te nemen, voordat u de leerlingen kunt begeleiden in een thema, box of praktijkoefening. Ook kunt u docententoelichtingen tegenkomen bij een vraag, een uitleg of een bepaald onderdeel. Docententoelichtingen in een uitleg of een taak worden in een blauwe tekst en in een blauw kader weergegeven.
5.4. Antwoorden en voorbeelduitwerkingen Voor elke vraag en voor elk resultaat bevat LINK2 een voorbeeldantwoord of voorbeelduitwerking. De LINK2 omgeving toont docenten direct alle voorbeeldantwoorden en voorbeelduitwerkingen. Een leerling kan zijn eigen uitwerking pas vergelijken met het getoonde antwoord of resultaat wanneer hij kiest voor nakijken.
5.5. Statusoverzicht Vanuit het portaal (Mijn LINK2) kunt u als docent een statusoverzicht opvragen. Dit statusoverzicht geeft u een snelle indruk van de vorderingen van uw leerlingen in een thema, box of praktijkoefening. U kunt dit statusoverzicht via groepoverzicht benaderen. U kunt een groepoverzicht oproepen per domein, thema of box door op
12
te klikken.
Docentenboek LINK2 Technologie – versie augustus 2010
5.5.1. Groepoverzicht Voordat u gebruik kunt maken van Groepoverzicht, dient u eerst de groepen aan te maken. Om groepen aan te maken kiest u de docent optie Groepbeheer. Groepbeheer U heeft alle vrijheid in het samenstellen van de groepen. U kunt bijvoorbeeld samenstellen op leerjaar, klas, mentorgroep of groep die met elkaar samenwerkt. U kunt gedurende het schooljaar groepen verwijderen, nieuwe groepen aanmaken of leerlingen in meerdere groepen opnemen. Nadat u op ‘Groepbeheer’ heeft geklikt, ziet u dit scherm:
In de lijst met leerlingen staan alle LINK2-‐leerlingen met een Edupoort-‐account en geregistreerd op uw BRIN-‐code. Voor het aanmaken van een nieuwe groep volgt u de volgende stappen: 1. Klik op ‘Nieuw’. 2. Type de naam van de groep bij ‘Groep’. 3. Klik op ‘Bewaren’. 4. Klik op de leerling die u wilt toevoegen aan de groep en vervolgens op de knop <<. Dit doet u voor elke leerling die u wilt toevoegen aan de groep. 5. Verlaat ‘Groepbeheer’ door op het LINK2-‐logo te klikken. Nadat u de groepen heeft aangemaakt, kunt u gebruik maken van de functie ‘Groepoverzicht’.
13
Docentenboek LINK2 Technologie – versie augustus 2010
Groepoverzicht Nadat u heeft geklikt op de docentoptie Groepoverzicht, ziet u het volgende scherm:
U kunt op elk niveau ‘inzoomen’ op de resultaten en vorderingen van uw leerlingen. De volgende stappen tonen u de weg naar het meest gedetailleerde niveau (praktijkoefening). Hiervoor neemt u de volgende stappen: 1. Kies voor het domein ‘Technologie’. 2. Klik op ‘-‐>’ achter de domein naam en klik op het thema dat u wilt inzien. 3. Klik op ‘-‐>’ achter themanaam en klik op de box die u wilt inzien. 4. Klik op ‘-‐>’ achter de boxnaam en klik op de praktijkoefening die u wilt inzien. 5. Klik op de groep waarvan u de resultaten wilt inzien. 6. Klik op de knop verversen
om het gewenste overzicht te tonen op het scherm.
Een directe manier voor het oproepen van een groepoverzicht is via de knop betreffende box.
achter de
5.5.2. Digitale resultaten inzien U kunt de digitale resultaten van de leerlingen bekijken. De resultaten die u kunt inzien zijn: • de bestanden die door de leerling zijn geupload en ingevulde toelichtingen (bij papieren eindresultaten). Daarnaast vindt u de voorbeeldresultaten uit LINK2 die de leerling heeft moeten uploaden. • welke bronnen de leerlingen hebben bestudeerd en welke score ze hebben behaald voor de kennistest. De score van de kennistest is uitgedrukt in een percentage.
Deze resultaten ontvouwt u door op een + teken achter de naam van de leerling te klikken. 14
Docentenboek LINK2 Technologie – versie augustus 2010
5.5.3. Leerlingenportaal overnemen Het statusoverzicht geeft u op een meer ‘globale’ wijze informatie. U hebt als docent in LINK2 ook toegang tot het portaal van de leerling. U kunt dus tot in detail zien wat een leerling heeft gedaan. Elk antwoord, elke opdracht en elke taak die de leerling heeft doorlopen, kunt u bekijken. U kunt het portaal van de leerling overnemen door op de status (het bolletje) van een bepaalde taak te klikken in Groepoverzicht. 5.5.4. Taken opnieuw vrijgeven Voor leerlingen die opdrachten niet goed hebben gemaakt of nog niet helemaal hebben begrepen, biedt LINK2 docenten de mogelijkheid een taak vrij te geven. Met het vrijgeven heft u de blokkade op die ontstaat wanneer een leerling kiest voor nakijken, zodat een leerling weer verder kan. De door de leerling ingevulde antwoorden blijven bewaard. Elke nagekeken en/of gereed gemelde taak kan door u als docent worden vrijgegeven. Hiervoor gaat u vanuit het statusoverzicht naar het portaal van de betreffende leerling.
Ook kunt u vanuit het statusoverzicht de kennistoets opnieuw vrijgeven dan wel verwijderen, of een nieuwe toets klaarzetten.
15
Docentenboek LINK2 Technologie – versie augustus 2010
6. Sector-‐, beroepen-‐ en opleidingenoriëntatie De makers van LINK2 Technologie zien het vak Technologie als volgt: • De leerlingen maken kennis met de sectoren Techniek, Economie en Zorg & welzijn. • Dat doen ze op de eerste plaats door het uitvoeren van concrete, beroepsgerelateerde werkzaamheden in practica en projecten. • Het doel hiervan is primair dat ze een gemotiveerde keus kunnen maken voor hun vervolgopleiding. Dit uitgangspunt krijgt op verschillende manieren gestalte in de methode.
6.1. Macrostructuur (thema’s) De oriëntatie op en de keuze voor een sector, mogelijke beroepen en een vervolgopleiding worden als volgt door de thema’s gestroomlijnd. 6.1.1. Thema: Drie vakgebieden Het thema Drie vakgebieden (eerste helft leerjaar 3) bestaat uit drie intersectorale boxen. De leerlingen doorlopen steeds een deel van elke box: óf de route Economie, óf de route Techniek, óf de route Zorg & welzijn. In elke box volgen ze een andere route, zodat ze in dit thema kennismaken met alle drie de sectoren. 6.1.2. Thema: Kies je vakgebied Het thema Kies je vakgebied (tweede helft leerjaar 3) omvat ook drie intersectorale boxen. De opzet is dezelfde als in het eerste thema, maar de leerlingen kiezen in overleg met de docent zelf hun routes. Een leerling die al (vrij) zeker van zijn sectorkeuze is, kan nu drie keer de route van zijn sector kiezen. Een leerling die nog geen keuze kan maken, kan opnieuw drie keer een andere route volgen. Er is ook een tussenweg mogelijk: tweemaal de route van één sector en eenmaal de route van een andere sector. 6.1.3. Thema: Mijn vakgebied Het thema Mijn vakgebied (leerjaar 4) bestaat uit drie thema’s naar keuze, namelijk Mijn vakgebied: Economie, Mijn vakgebied: Techniek en Mijn vakgebied: Zorg & welzijn. Deze thema’s bestaan elk uit vier sectorale boxen, die altijd in hun geheel gewijd zijn aan respectievelijk een economiesetting, een technieksetting en een zorg & welzijnsetting. (Intersectorale boxen zouden in leerjaar 4 niet praktisch zijn. Het kan immers voorkomen dat sommige sectoren door weinig of geen leerlingen gekozen worden. De andere sectoren moeten hiervan niet afhankelijk zijn.) Aan het begin van leerjaar 4 kiest de leerling een sector (óf Techniek, óf Economie, óf Zorg & welzijn). Vanaf dat moment werkt hij toe naar het schoolexamen voor het vak Technologie. De keuze die de leerling maakt voor een van deze thema’s, heeft overigens nog geen consequenties voor zijn vervolgopleiding. In elke box van het vierde leerjaar wordt ingezoomd op een vakrichting binnen de gekozen sector, bijvoorbeeld Bouwtechniek.
16
Docentenboek LINK2 Technologie – versie augustus 2010
De macrostructuur van de methode ziet er schematisch zo uit.
Leerjaar 3 De leerling volgt in de eerste drie boxen steeds een andere route. In de laatste drie boxen is hij vrij in zijn routekeuze. In de vierde box oriënteert hij zich op de mogelijkheden in zijn eigen regio.
Leerjaar 4 De leerling volgt óf vier boxen Economie, óf vier boxen Zorg & welzijn, óf vier boxen Techniek.
In de thema’s Kies je vakgebied en Mijn vakgebied is één box bovendien steeds gewijd aan sector-‐, beroepen-‐ en/of opleidingenoriëntatie in de eigen regio. De leerlingen komen daadwerkelijk in contact met mensen die in ‘hun’ sector werken, zoeken uit hoe het zit met de werkgelegenheid in ‘hun’ sector binnen de eigen regio, zoeken (in het kader van een door hen georganiseerde miniconferentie op school) uit welke vervolgopleidingen er in de eigen regio bestaan, enzovoort. De methode biedt nadrukkelijk aanknopingspunten voor integratie met het dekenaat. Het lesprogramma voor leerjaar 4 biedt daarvoor dan ook ruimte (het is niet helemaal vol gepland met lessen). 17
Docentenboek LINK2 Technologie – versie augustus 2010
6.2. Microstructuur (in iedere box) Misschien wel de belangrijkste kennismaking met werkzaamheden in de drie sectoren vindt plaats in de praktijkoefeningen en de daarbij behorende onderwerpen. Daarbij bouwen de leerlingen niet in de eerste plaats specifieke beroepskennis en beroepsvaardigheden op, maar krijgen ze vooral al doende een beeld van het werken in een bepaalde sector. De leerlingen werken aan casussen (practica met een fictieve setting) of aan projecten (echte klussen in en rond de eigen school). Zo moet de leerling in het kader van een economieopdracht bijvoorbeeld uitzoeken wat de mogelijkheden zijn voor de beveiliging van een openingsmanifestatie waarbij prominente gasten aanwezig zijn. Daarbij ontdekt hij welke vormen van beveiliging er bestaan, en dus wat het werk van een beveiligingsmedewerker inhoudt. In de praktijkoefeningen zijn met name de werkplekken belangrijk. Ook hier geldt: leren door doen. Verder werkt de leerling aan de opbouw van zijn algemene competenties (zelfstandig werken, sociale vaardigheden, samenwerken, informatie verwerken, beroepshouding, enzovoort). Daarbij komen accentverschillen tussen de sectoren naar voren: rekenvaardigheid en computergebruik in de techniek (Techniek) en de administratie (Economie), sociale vaardigheden in de omgang met cliënten (Zorg & welzijn) of klanten (Economie). Ook leert de leerling omgaan met de cultuurverschillen tussen de sectoren. Daarbij worden traditionele opvattingen over mannen-‐ en vrouwenberoepen ter discussie gesteld. Elke box eindigt met een onderdeel Rond af. Dit heeft een aantal vaste ingrediënten, waaronder: • terugkijken op de box, waarbij de leerling nagaat wat hem meer of minder aansprak in de werkzaamheden die hij heeft verricht en welke werkzaamheden hem beter of minder goed liggen; • vooruit kijken naar de eigen toekomst. Hierbij verdiept de leerling zich onder meer in aspecten van bepaalde beroepen in het verlengde van hetgeen hij in de box is tegengekomen. Ook gaat hij bij zichzelf na wat hij uit de box kan opsteken voor zijn eigen oriëntatie-‐ en keuzeproces. Terwijl de leerling in de praktijkoefeningen veel samenwerkt met medeleerlingen, doet hij het onderdeel Rond af individueel, begeleid door zijn docent en eventueel zijn mentor.
18
Docentenboek LINK2 Technologie – versie augustus 2010
7. Beoordeling Dit hoofdstuk beschrijft kort welke beoordelingsinstrumenten de methode bevat. Bovendien worden suggesties gegeven voor het gebruik ervan. Zo dienen sommige instrumenten bijvoorbeeld als feedback voor de leerling. Andere helpen de docent om zicht te krijgen op de voortgang en vorderingen in het leerproces of maken deel uit van de eindbeoordeling. Als voorbeeld gebruiken we hier een box als een te beoordelen eenheid. Vooraf willen we benadrukken: • dat de docent vrij is alle beoordelingsinstrumenten naar eigen inzicht te gebruiken voor de begeleiding en beoordeling van zijn leerlingen; • dat de beoordelingsinstrumenten in LINK2 Technologie alleen gericht zijn op het geven van informatie. Het geven van een oordeel laten we bewust aan de docent over.
7.1. Beoordelingsinstrumenten De digitale leeromgeving van LINK2 Technologie biedt verschillende beoordelingsinstrumenten voor de leerlingen en de docent. U kunt deze inzetten: • als bron van informatie bij de begeleiding en bewaking van het leerproces; • als aanknopingspunt voor een onderwijsleergesprek; • om de (inhoudelijke) voortgang van de leerling te bewaken; • om te bepalen welke mate van sturing wenselijk is in de volgende praktijkoefening. Box
Praktijk-‐ oefeningen (5.1.2)
Onderdeel Begin hier (5.1.1) Begin hier
Taken Over deze box Afspraken maken Bereid het werk voor
Aan het werk
Verschillende taken
Rond af
Onderwerpen (5.1.3)
Bronnen
Oefeningen Rond af (5.1.4)
Box
Is alles af? Is het resultaat goed? Opruimen Verwerkingsvragen Kennistest (incl. monde-‐ ling door docent te stellen controlevragen) Verwerkingsvragen Resultaten Terugkijken Vooruit kijken
Beoordelingsinstrumenten Afspraken procesbeoordeling (individueel) Observeren beroepshouding Controleren antwoorden (optie) Controleren producteisen Observeren beroepshouding Beoordelen producten Kwantitatieve check (door leerlingen zelf) Kwalitatieve check (door leerlingen zelf)
Controleren antwoorden (optioneel) Controleren antwoorden (optioneel) Controleren resultaten (optioneel) Beoordelen proces (individueel)
Bij de begeleiding en bewaking van het leerproces kunt u zelf bepalen hoe intensief u de antwoorden en resultaten bekijkt. Naarmate de leerling beter in staat is zijn werk te controleren, adviseren we de (inhoudelijke) voortgang van de leerling globaler te volgen. Houd de status bij van de onderdelen die de leerling doorloopt. De status van een taak (geen, bezig, nakijken, gereed) kunt u aflezen uit de digitale leeromgeving.
19
Docentenboek LINK2 Technologie – versie augustus 2010
7.1.1. Boxniveau (Begin hier) De leerling begint elke box met de taken van Begin hier. In deze taken geeft de leerling antwoord op de vragen: • Wat is de opdracht/casus? • Uit welke onderdelen bestaat de box? • Welke onderdelen ga ik doen? • Welke competenties ga ik verbeteren? In Begin hier kan de leerling zijn werk nakijken, maar ook zal hij zo nu en dan de docent om feedback vragen. Bekijk (eventueel) de antwoorden (en resultaten) van de leerling bij Begin hier van de box. Begin hier is zo opgebouwd dat de leerling soms input van de docent nodig heeft over de gekozen aanpak of gemaakte planning. De leerling beantwoordt daarnaast ook enkele oriënterende vragen. 7.1.2. Praktijkoefeningen (Begin hier, Aan het werk en Rond af) Elke praktijkoefening kent de onderdelen Begin hier, Aan het werk en Rond af. • Bekijk (eventueel) de antwoorden (en resultaten) van de leerling bij Begin hier van de praktijkoefening. Ook in de praktijkoefeningen is Begin hier zo opgebouwd dat de leerling soms automatisch feedback vraagt aan de docent over de gekozen aanpak of gemaakte planning. De leerling beantwoordt ook enkele vragen. • Bekijk (steekproefsgewijs) de resultaten van de leerling in het onderdeel Aan het werk van de praktijkoefening. De te realiseren resultaten staan per praktijkoefening in het boxboekje. U kunt daarin bijhouden welke resultaten op welk moment opgeleverd moeten zijn. De resultaten zelf zijn te vinden in de digitale leeromgeving van de leerling, maar natuurlijk ook in het statusoverzicht van de docent. • Bekijk Rond af van elke praktijkoefening. In de taken Is alles af? en Is het resultaat goed? ziet u hoe de leerling de praktijkoefening doorlopen en ervaren heeft. 7.1.3. Onderwerpen In de onderwerpen kan de leerling zijn eigen kennis beoordelen. Elk onderwerp bevat een Kennistest met vragen waarbij de leerling direct feedback krijgt op zijn antwoorden. Deze kennistest is bedoeld als een puur diagnostische toets. Dit geeft de leerling inzicht in hoeverre hij de bron begrepen heeft. In de startpagina van de bron kan de leerling zelf een status geven aan de bron, om aan te geven in hoeverre hij denkt deze begrepen te hebben. Als docent kunt u, vanuit het statusoverzicht, deze ‘statussymbolen’ ook bekijken.
20
Docentenboek LINK2 Technologie – versie augustus 2010
Sommige onderwerpen bevatten bovendien een onderdeel Oefenen. Hierin oefent de leerling de desbetreffende vaardigheden. Behalve opdrachten zijn er vaak ook vragen, waarbij de leerling eveneens direct (per taak) feedback op zijn antwoorden krijgt. In Laat maar zien controleert de leerling of hij de betreffende vaardigheden beheerst. U kunt bekijken wat de leerling gedaan heeft in de onderwerpen. Als er een onderdeel Oefenen beschikbaar is, vormt de taak Laat maar zien hiervoor een goed startpunt. Deze taak kan de leerling steeds opnieuw klaarzetten. 7.1.4. Boxniveau (Rond af) In de taken van Rond af kijkt de leerling terug op wat hij heeft gedaan en kijkt hij vooruit naar de volgende box. Centraal staat de competentieontwikkeling van de leerling. In de taken van Rond af geeft de leerling antwoord op de vragen: • Wat vond ik leuk/interessant? • Welke competenties heb ik verbeterd? • Welke competenties ga ik in de volgende box verbeteren? Bovendien bevat elke Rond af een individuele oriëntatie op sectoren, beroepen en/of vervolgopleidingen. Daarbij gaat de leerling na waar zijn interesses en talenten liggen. In Rond af van elke box kan de leerling zijn werk nakijken (en zal hij zo nu en dan de docent om feedback vragen). U kunt de antwoorden en resultaten van de leerling bij Rond af van de box gebruiken als input voor een functioneringsgesprek.
7.2. Afsluitende beoordeling LINK2 Technologie is een competentiegerichte methode. Het beoordelen van leerlingen vergt dan ook meer dan het beoordelen van zijn kennis. De afsluitende beoordeling richt zich op de: • productbeoordeling van de eindresultaten van de praktijkoefeningen per box; • procesbeoordeling gericht op algemene competenties per box (planning en manier van werken, sociaal-‐communicatieve competenties, enzovoort). Hierbij speelt het functioneringsgesprek een centrale rol. Beide beoordelingen leveren samen de eindbeoordeling van een box op. In de digitale leeromgeving van LINK2 Technologie zijn voorbeeldantwoorden opgenomen. Waar mogelijk worden antwoorden automatisch gecontroleerd. Maar daar komen nooit ‘oordelen’ uit rollen. LINK2 Technologie biedt op verschillende gebieden informatie over het functioneren van de leerling. U weegt de resultaten en komt tot een oordeel. U bepaalt in hoeverre opdrachten meer of minder meetellen in de productbeoordeling en hoe zwaar u de procesbeoordeling meeneemt in de eindbeoordeling. Eventuele aanvullende informatie over de beoordeling kunt u vinden in de Toelichting van een box of praktijkoefening. Het is essentieel dat de leerling aan het begin van de box weet waarop u hem beoordeelt en hoe u de verschillende onderdelen zult meten. Zo krijgt de leerling als het ware een taakomschrijving en weet hij wat er van hem verwacht wordt.
21
Docentenboek LINK2 Technologie – versie augustus 2010
7.2.1. Productbeoordeling De boxen van LINK2 Technologie bevatten vijf (in leerjaar 3) of drie (in leerjaar 4) praktijkoefeningen. In elke praktijkoefening levert de leerling een aantal producten op. Deze zijn opgesomd in het boxboekje en in het formulier Productbeoordeling. Praktijkoefening 2a (T) twee leerlingen
Praktijkoefening 1 zes leerlingen Praktijkoefening 2b (Z) twee leerlingen Praktijkoefening 3 zes leerlingen
Praktijkoefening 2c (E) twee leerlingen
U kunt het formulier Productbeoordeling van de box gebruiken bij het beoordelen van de resultaten. Bovendien bevat Rond af van elke praktijkoefening: • een checklist in de taak Is alles af? waarmee de leerling controleert of alle taken (gezamenlijk) zijn afgehandeld; • de taak Is het resultaat goed? Deze taak bevat een reeks open vragen waarmee de leerling de kwaliteit van het resultaat controleert. Er zijn verschillende manieren om de eindresultaten te beoordelen. U als docent maakt hierin uw eigen keuze. Ons advies is de producten/resultaten per team te beoordelen en het proces per individuele leerling. In de praktijk hebben zowel het proces als het product dezelfde weging. Uiteraard bent u vrij om hier een eigen keuze in te maken. U kunt ervoor kiezen meerdere technieken toe te passen en het gemiddelde hiervan als eindcijfer voor de productbeoordeling toe te kennen. 7.2.2. Procesbeoordeling Bij de beoordeling is het proces belangrijk. De leerling moet inzicht gaan krijgen in zijn eigen leerproces, dus reflecteren op zijn eigen leervaardigheden. Waar stond de leerling aan het begin? Waar staat hij op het eind? En heeft hij tussendoor stappen gezet? De leerling werkt aan zijn persoonlijke ontwikkeling, zijn (beroeps)houding en het functioneren binnen een beroepssituatie. Het kan hier om algemene houdingselementen gaan (op tijd komen, netjes werken en dergelijke), maar ook om specifieke sociaal-‐communicatieve competenties. De volgende elementen uit LINK2 Technologie kunnen bij de beoordeling een rol spelen: 1. In Begin hier van de box oriënteert de leerling zich op de box en maakt hij afspraken en een planning (in overleg met de docent). Hier vult de leerling in overleg met zijn docent het formulier Procesmonitor Box per box in. U vindt dit formulier in de Toelichting van iedere box. Dit is het startpunt van het leerproces met betrekking tot de leervaardigheden in de box. 2. In elke praktijkoefening staat de leerling in Begin hier stil bij zijn plan van aanpak. 3. In Rond af van de box beantwoordt de leerling vragen in de taken Terugkijken en Vooruit kijken. In deze taken reflecteert de leerling expliciet op zijn leervaardigheden. Dat gebeurt onder andere aan de hand van het formulier Procesmonitor Box en − in principe, afhankelijk van de beschikbare tijd − in een functioneringsgesprek. Het formulier kan daarbij door zowel de leerling als de docent worden ingevuld en vormt een uitgangspunt voor het functioneringsgesprek. Dit is het eindpunt van het leerproces met betrekking tot leervaardigheden in de box. 22
Docentenboek LINK2 Technologie – versie augustus 2010
4. In verschillende praktijkoefeningen komen situaties voor (werkoverleg, presentaties, enzovoort) waarin u de beroepshouding van de leerling kunt observeren. 5. In verschillende boxen zijn extra opdrachten verwerkt met betrekking tot de competenties die in deze box centraal staan. Zie hiervoor de competentietabel op de volgende pagina. Er zijn verschillende manieren om het leerproces van leerlingen te beoordelen. Wij geven graag enkele suggesties. U bepaalt zelf hoe u dit op uw school organiseert. • Functioneringsgesprek In het functioneringsgesprek aan het eind van iedere box staat de leerling stil bij de opbouw van zijn competenties. Daarbij kan hij zaken toelichten (bijvoorbeeld uit zijn dossier en/of om inzicht aan te tonen). Verder laat hij sociaal-‐communicatieve vaardigheden zien tijdens het gesprek, die u mede kunt beoordelen. In de praktijk zal het niet mogelijk zijn om voor elke box met elke leerling apart een functioneringsgesprek te voeren. Wij adviseren u dit gesprek wel minimaal twee keer per jaar te houden en daarin aandachtspunten uit de verschillende doorlopen boxen de revue te laten passeren. Als er veel tijd verstrijkt tussen de afronding van de boxen en het functioneringsgesprek, kunt u besluiten de eindbeoordeling van de box los van het functioneringsgesprek te geven, onder meer op basis van het ingevulde formulier Procesmonitor Box. Voor het functioneringsgesprek geeft u dan een aparte beoordeling. In de opeenvolgende functioneringsgesprekken krijgen leerling en docent een beeld van de voortgang in het leerproces en wordt samen vooruitgekeken naar het vervolg van het leerproces. Het formuleren van concrete nieuwe leerdoelen is daarin een belangrijke eerste stap. • Competenties door de boxen heen U stelt zelf voorafgaand aan de box het normgedrag vast en vertelt de leerling aan het begin van de box waarop hij beoordeeld zal worden. De leerling doorloopt in totaal tien boxen. Het formulier Procesmonitor Box kent tien competenties, die zijn onderverdeeld in specifieke, meetbare criteria. U kunt in elke box twee competenties centraal stellen waarop alle leerlingen beoordeeld worden (zie onderstaande tabel). Het kan de betrokkenheid van de leerlingen verhogen door hen zelf ook één of twee competenties te laten kiezen waaraan ze in een box willen werken.
23
Docentenboek LINK2 Technologie – versie augustus 2010
Leerjaar
Box 1 2 3
3 4 5 6 1 2 4 3 4
•
Competenties voor alle leerlingen Zelfstandig werken Informatie verwerven en verwerken Verantwoordelijkheid nemen Samenwerken Presenteren Discussiëren Beroepshouding Rekening houden met anderen Voor jezelf opkomen Zelfstandig leren Zelfstandig werken Informatie verwerven en verwerken Verantwoordelijkheid nemen Samenwerken Presenteren Discussiëren Beroepshouding Rekening houden met anderen Voor jezelf opkomen Zelfstandig leren
Extra opdrachten Efficiënt vergaderen Feedback geven en ontvangen Voor jezelf opkomen Samenvatten Projecten leiden Je houding in een bedrijf Onderhandelen
Kwantificering In het formulier Procesmonitor Box en het formulier Productbeoordeling Box kan het beheersingsniveau van de competenties op een vijfpuntsschaal worden gescoord. Deze schaal gaat uit van meetbaar normgedrag. De vijf punten staan voor: 1. ver onder de norm; 2. onder de norm; 3. normgedrag; 4. boven de norm; 5. ver boven de norm.
Door het gebruik van de vijfpuntsschaal kunt u eventueel een cijferbeoordeling hanteren. Normgedrag kunt u dan het cijfer 6 toekennen. In de praktijk hechten scholen evenveel waarde aan het cijfer voor het product als aan het cijfer voor het proces. 7.2.3. Eindbeoordeling In de Toelichting van elke box vindt u het formulier Eindbeoordeling Box. Dit is een Word-‐ document dat u naar eigen inzicht kunt aanpassen. Op dit formulier kunt u onder meer aangeven hoe zwaar u product(en) en proces weegt in de eindbeoordeling. Zijn alle onderdelen even belangrijk of telt een bepaald onderdeel zwaarder?
24
Docentenboek LINK2 Technologie – versie augustus 2010
7.2.4. Beoordeling van kennis Vanuit de competentiegerichte didactiek kan gesteld worden dat in de productbeoordeling impliciet kennis en vaardigheden worden meegenomen. Beoordeeld wordt immers of de leerling zijn kennis en vaardigheden in een beroepsgerelateerde situatie effectief kan inzetten. Mocht u de kennis van de leerling meer expliciet willen beoordelen, dan kunt u denken aan de volgende mogelijkheden: 1. Bekijk de Kennistest bij de verschillende onderwerpen. Deze test is echter primair bedoeld als zelftest voor de leerling (beheers ik dit, zodat ik het nu kan toepassen in de praktijkoefening?) en is daardoor minder geschikt voor het vellen van een eindoordeel over de door de leerling opgedane kennis. 2. Stel in het functioneringsgesprek aanvullende inzicht-‐ en kennisvragen. 3. Bied een aanvullende kennistoets aan in of buiten de box. Gedacht kan worden aan functionele taal-‐, reken-‐ en computervaardigheden en/of aan zaken die in de minitoetsen op het (centraal) schriftelijk en praktisch examen aan bod komen.
25
Docentenboek LINK2 Technologie – versie augustus 2010
7.2.5. Ter afsluiting Werkplekken: In het werkplekkenoverzicht (te vinden in het domein) is per box middels neutrale benamingen aangegeven hoe de outillagelijst van het Platform Technologie wordt afgedekt. We hanteren neutrale benamingen omdat de leveranciers voor het vak Technologie verschillende invullingen voor bepaalde werkplekken bieden. Mocht u precies willen weten welke invulling een leverancier biedt voor een te gebruiken werkplek, dan kunt u hiervoor terecht op de websites van de leveranciers van de werkplekken voor het vak Technologie: •
Brink Techniek B.V.: http://www.brinktechniek.nl/index.php
•
WIA Educational: http://www.wiaeducational.com
•
TEC / CAD College: http://www.cadcollege.nl
•
Edutec: http://www.edutec.nl/default.htm
•
CAAP: http://www.caap.nl/paginas
LINK2 en de aansluiting op het CSPE en het schoolexamen Hiervoor verwijzen wij u naar het eindtermenoverzicht dat u kunt downloaden in het domein. Examenprogramma’s: Voor het examenprogramma van het vak Technologie verwijzen wij u naar: http://www.examenblad.nl/ Overige informatie Voor overige informatie over het vak Technologie kunt u terecht bij het Platform Technologie: http://www.platformtechnologie.nl/home.html
26
Docentenboek LINK2 Technologie – versie augustus 2010