‘OUW GETÖG’
Auteur:
Henk Wessels
Fotografie:
Loet Visschers
Uitgave:
Heemkundekring Weerderheem
maart 2008
1. Inleiding We zitten aan de keuken tafel bij Jo en Coen Tegenbosch in Borkel en Schaft met koffie en vlaai. Mientje Kwinten, Loet Visschers en Henk Wessels zijn op bezoek o m het ouw getög (de oude werktuigen) van Coen te bekijken en te beschrijven. Na een korte aarzeling komt het gespek al snel op vroeger, over de tijd dat Jo en Coen nog een melkveebedrijf hadden met 100 koeien.
Jo en Coen Tegenbosch uit Borkel en Schaft Coen stop te in 1992 met melken, hij hield alleen wat jongvee aan. Een van de twee gro te stallen, de schuur, was groot genoeg om caravans in te bewaren, de eigenlijke koeienstal was er te laag voor. Coen begon zich te vervelen, hij moest wa t te doen hebben. Toen Nol Winters met werken stop te bracht hij Coen de eerste werktuigen van wat nu een enorme verzameling is: een 2 Heemkundekring Weerderheem Valkenswaard
maaimachine die door een paard getrokken werd, een speciale driekantige slijpsteen met een bak eronder en staand op hou ten poten en een Wanmeule (Wanmolen), een houten werktuig om het kaf van het koren te scheiden. Coen ging her en der kijken, hoorde iets en gaf af en toe een paar stuivers uit om aan zijn landbouwwerktuigen te komen. Tegenwoordig komt alles vanzelf naar hem toe, want ze weten hem te vinden als er ergens, vaak na een sterfgeval, spullen te voorschijn komen. De mensen kunnen de spullen niet kwijt en Coen vindt het zonde als het naar het stort gebracht wordt. Een grote zorg voor Coen is wat er gebeurt met alle spullen als hij er niet meer voor kan zorgen. Musea willen het niet en vrijwilligers kent hij niet die er met net zoveel zorg als hij voor willen zorgen. Hij wil al zijn spullen wel beschrijven, maar daar komt maar niks van. “Het is toch skon”, zeg t hij steeds weer en geeft daarmee goed weer hoe belangrijk hij zíjn erfgoed vindt. Dat mag toch niet verdwijnen! 2. Ploegen Coen is tro ts op al zijn ploegen. Een tiental oude ploegen staan in de gro te stal en de meeste affectie heeft hij met de Iman ts Wentelploeg uit 1948. Er staat een p rijskaartje bij: fl. 148. Erg veel geld voor die tijd. Hij heeft er zelf ook mee geploegd en laat zien hoe makkelijk je van schaar wisselt. Toch is het zwaar werk, want het paard trok dan wel de ploeg, de boer moest de ploeg recht houden om een mooie voor te krijgen, al lopend met een been in de geploegde voor en het andere op de nog te ploegen hogere grond. Hij heef t ook een wentelploeg uit 1920.
3 Heemkundekring Weerderheem Valkenswaard
Zijn oudste ploeg is van voor 1900. Hij zou nog graag een houten ploeg willen hebben, want deze is gro tendeels van ijzer.
De Imants Wentelploeg
De ploegenfabriek uit Reusel had het merk Imants. Op de fo to staat type 24 serienummer 1602. De grondlegger van Imants was de dorp smid van Reusel die reeds in 1885 begon met het vervaardigen van handgereedschappen voor de boeren en burgers in de omgeving. Kort daarna werden ook paardenploegen gemaakt die door de hoge kwaliteit de dorpssmid een goede reputa tie verschaften. In de zestiger jaren ging de mechanisatie van de landbouw in rasse schreden vooruit en de trekkerploeg deed na de oorlog zijn intrede. Vreemd genoeg ontwikkelde Imants geen eigen trekkerploeg, maar ging men onderdelen toeleveren aan andere ploegenfabrieken. 4 Heemkundekring Weerderheem Valkenswaard
De ouds te ploeg ui t ca 1870
Uit ‘Miniatuur landbouwgereedschap’: ‘ De eerste ploegen bestonden ui t een houten geraamte met een gebogen i jzeren plaat di e door paar den w erden getrokken en zo de grond omkeer den. Aan het ui tei nde w as een handgreep (s taart) gemaakt. Hi eraan kon de ploeg w orden vas tgehouden om te sturen en goed te ploegen. Later w erd de ploeg geheel van i jzer gemaakt om dat di t s terker w as en beter op di epte i n te stellen. Het w aren eenvoudi ge rondgaande paardenploegen. In de jaren 30 van de v ori ge eeuw w erd de w entelploeg gebrui kt. Di t w as als het w are een dubbel e ploeg met een omgekeer de schaar en op wi elen. Doordat m en de ploeg kon w entelen kon de ploeg steeds aan dezel fde kant van de akker bli jven. Op de kopakker w erd de ploeg gekanteld en omgedraai d en w erd w eer langs dezel fde kant van de akker teruggeploegd. 5 Heemkundekring Weerderheem Valkenswaard
De ploeg kon i n di epte w orden i ngesteld en w erd door een paar d getr okken. Als er di ep geploegd moest w orden w erden er tw ee paarden voor gespannen. Wentelploegen li epen vaster door het land en men hoefde ze bi jna ni et te s turen. Als het land geploegd w as, moest het zaai klaar gemaakt w orden. Di t gebeur de met de eg.’
3. Slijpsteen Coen Tegenbosch laat zien hoe de driehoekige messen van de maaimachine geslepen werden. Daarvoor was de driekantige slijpmachine nodig anders konden de hoeken van het mes niet scherp gemaakt worden. Allemaal nauwkeurig handwerk. Het bijzondere aan dit exemplaar is da t het compleet is.
Dri ekanti ge sli jpsteen 6 Heemkundekring Weerderheem Valkenswaard
Coen Tegenbosch laat zi en hoe een m es geslepen w erd. 7 Heemkundekring Weerderheem Valkenswaard
In het begin restaureerde Coen veel, zoveel mogelijk met materiaal zoals het was bedoeld. Maar het werd teveel, want het is enorm veel werk: schuren, slijpen, lassen en verven. En altijd met ijzerverf, want zo was het oorspronkelijk ook gedaan. En ijzerverf is behoorlijk kostbaar. Coen zet nu alleen nog maar kleine dingen aan de werktuigen, een handvat of hij zet een plank vast. “Het is een hobby en mag ook niet te gek veel geld kosten”, zegt hij. 4. Klein spul Bij het binnenkomen in de grote stal hangen direct rechts aan de muur allerlei handwerktuigen. Krèbber (een schop die haaks op de steel staa t), een S tik, een pootstok, een bok (o m rieten daken te leggen), naalden (om draad te trekken voor het rietdekken), een kolenschöp, een schop om hou t te blèkken (te schillen), mestvorken en gaffels (een vork om hooi te steken). En veel zagen: een kortzaag (boomzaag), een keukenzaag (spanzaag), een zicht (korte zeis) in diverse maten met pikhaak en een haarhammer om de zicht te slijpen. Daaronder ligt nog veel klein spul op een houten bankschroef en op kastjes die ook weer vol liggen.
8 Heemkundekring Weerderheem Valkenswaard
Aan de muur veel handw erktui gen
Uit ‘Miniatuur landbouwgereedschap’: ‘ Met zi cht en pi khaak w erd het koren gemaai d. Men gi ng di kwi jls met een man of vi er ’ s morgens vroeg aan de slag. Als men dan het koren maai de, spi eren raapte, korenschov en bond en opzette, w as men bli j als er ’ s avonds een halve hectar e gedaan w as.’ Tussen de gesprekken door zien we een drimmel, een apparaat om balken mooi vierkant te maken en een stron tskup (een klein emmertje aan een steel). Een tweetal wasborden en Jo doet voor hoe vroeger de was werd gedaan. “Het was zwaar werk”, verzucht ze.
9 Heemkundekring Weerderheem Valkenswaard
Wasbord 10 Heemkundekring Weerderheem Valkenswaard
5. Driehoekige eg Coen loopt achter een prachtige maaimachine en komt terug met een driehoekige eg van voor 1900. Deze eg werd vooral gebruikt om wortels te eggen.
Dri ehoeki ge eg 11 Heemkundekring Weerderheem Valkenswaard
Uit ‘Miniatuur landbouwgereedschap’: ‘ De eerste houten eg bes tond ui t een raamw erk van houten balken voor zi en van houten pennen di e door de grond gi ngen. Deze maakten de klui ten fi jn en het geploegde land w at vlakker zodat het zaad op geli jke di epte kw am. Ook w erd de dri ehoek-eg w el gebrui kt. Deze had i n plaats van houten pennen nu i jzeren. Deze eg kan w at di eper en w erd ook v eel gebrui ktop het s toppelland om onkrui d-‘ pêi -nen’ los te tr ekken, zodat deze konden ui tdrogen. De eg w erd door een paard getrokken en de voerman li ep er achter om met één hand de teugels en met de andere hand een haak om de eg te li chten zodat hi j goed kon schudden.’ Coen vraagt zich tijdens ons bezoek vaak af hoe oud het werktuig precies is. Van sommige dingen weet hij het precies, omda t het ergens opstaa t. Zoals de mooie Wanmeule die van de fabriek van Boekel komt en stamt uit 1880. Het apparaat werd met de hand gedraaid en dan blies de opgewekte wind het kaf weg en aan de linkerkant kwam de ‘ Griezen’ , heel kleine graankorrels, eruit. Aan de rechterkan t hing een zak om het gewone graan op te vangen.
12 Heemkundekring Weerderheem Valkenswaard
Wanmeule 13 Heemkundekring Weerderheem Valkenswaard
Uit ‘Miniatuur landbouwgereedschap’: ‘ Als er voldoende koren gedors t w as moest er gew and w orden, d.w.z. de graankorrels moes ten ges chei den w orden van het kaf ( de hul zen van de korenar en). Vroeger gebeur de dat met de w an, een grote platte ronde mand. Men gi ng bui ten s taan i n een li chte bri es en wi erp het mengs el van graan en kaf om hoog i n de w i nd. Het li chter kaf w erd dan op een hoop geblazen, het zw aardere graan vi el terug op de w an. Kaf w erd gebrui kt als vulli ng van bedden. Later kw amen w anmolens of kafmolens w aari n kunstmati g een luchtstroom w erd opgew ekt. Deze w erden met de hand aangedr even; di t w as ni et het leuks te w erk, het stobber de (stofte) nogal erg.’ 6. Slagkar en hoogkar In de voormalige stal staan verschillende karren, zoals een slagkar, een tweewielige kar die kan kiepen. De burries van de kar steunen op een dam, een mooi gemaakte hou ten steun, zodat de kar bleef staan en het eenvoudiger was om het paard achteruit tu ssen de hou ten burries te zetten. In deze karren werden vooral mangelwortel (voederbiet) en èrpel (aardappelen) vervoerd. Een hoogkar die bijna even groot was als een slagkar, maar niet kon kiepen, werd meestal gebruikt voor transport van hooi en stro, niet gedorst g raan, hout en takkenbo ssen (Mu tsert). Onder de hoogkar hing dikwijls de zgn. Rosdoek. Dat was een stuk ju tezak da t met vier touwen onder de kar was bevestigd en waar de voerman zijn gereedschappen en proviand in bewaarde. Ook bij overlijden moest er dikwijls ingespannen worden om de overledenen naar de verharde weg te vervoeren. Dat moest met de hoogkar gebeuren. De voerman liep dan met de korte lijn naast het paardenhoofd. De stoet volgde achter de kar to t aan de verharde weg waar de lijkwagen wachtte. 14 Heemkundekring Weerderheem Valkenswaard
Slagkar onders teund door een dam
De spaken in de karwielen zijn met een schuine kant naar buiten gekeerd. Waarom was dat? In de zandwegen die door de karren bereden werden kwamen veel kuilen en gaten voor. Hierdoor schudde de kar of het rijtuig hevig heen en weer. De verticale klap die een wiel kreeg te verduren als het in een gat knalde was enorm. Door de schuine stand van de spaken stond de onderste spaak, die de grootste klap moest opvangen, dan nagenoeg verticaal in de kuil. En die stand is een spaak het sterkst.
15 Heemkundekring Weerderheem Valkenswaard
Met de Wiep (wip), een met de hand bediende hou ten krik, werd de kar opgetild om het karwiel van de as te schuiven om van nieuw smeervet te voorzien.
De Wi ep
16 Heemkundekring Weerderheem Valkenswaard
Een bi etenzaai machi entje ui t 1920
7. Zêi-mesjientje, snijbak en èrpeldurdrei-er Om voederbieten (maar ook de in dit deel van Brabant minder geteelde suikerbieten) te verbouwen werd in april het zaad uitgezaaid. Omdat maar een kleine hoeveelheid zaad nodig is en omda t het zaaiklaar gemaakte stuk land vlak moest blijven en niet met de gro te paardenvoeten ingetrap t mocht worden, werd een kleine met de hand geduwd machientje uitgevonden om het bietenzaad netjes in rechte rijtjes over het veld te verdelen. Dat was wel een hele kunst en het resultaa t was de hele zomer te zien.
17 Heemkundekring Weerderheem Valkenswaard
Een sni jbak om stro kort te sni jden
Als in de winterperiode werd gedorst werd het stro ook gebruikt als dakstro, want veel boerderijen hadden geen rieten daken, maar daken van roggestro. Men ging dan ‘walm’ maken. Het stro werd in bussels geschud en uitgekamd in een speciale strokam en aan het einde netjes afgesneden in de snijbak. (zie foto) Aan de regenkant van de boerderij werd het dak ‘gedreven’, dat wil zeggen dat de arenkant van het stro het hoogst lag en men keek neer tegen de on derkant van het stro; tegen de afgesneden pijpjes. Deze kant van het dak kon heel dik worden. Oneffenheden in de dakconstruc tie werden hiermee weggewerkt door de bekwame dakdekker. Aan de andere kant kwam het minder nauw. Daar werd ‘gedekt’, da t wil zeggen: de aren wezen naar beneden en veel dikker dan 10 a 15 cm werd het dak hier niet. 18 Heemkundekring Weerderheem Valkenswaard
Een èr pel dur drei -er
Weegschaal (of Bascule)
19 Heemkundekring Weerderheem Valkenswaard
8. M aaimachine Een maaimachine had twee zitplaatsen, een voor de menner en de andere voor de aflegger. Deze man bediende met de voet een aflegbord en met de aflegstok maakte hij de schoven. Binders voorzagen de schoven met een beetje stro van een band en zo was het mogelijk om de schoven rechtop te zetten in groepen van zes of acht. Zo’n groep noemde men ook wel een ‘hoop’. Die konden zo narijpen en verder drogen voordat ze werden binnengehaald.
De SKURUP maai machi ne ui t 1947 De SKURUP maai machi ne i s het eerste w erktui g van Coen Tegenbosch dat hi j van Nol Wi nters heeft gekr egen.
20 Heemkundekring Weerderheem Valkenswaard
De Lanz maai machi ne
Uit ‘Miniatuur landbouwgereedschap’: Rond 1920 kw amen de eerste grasmaai machi nes di e w erden getrokken door een paar d. Het i s een tw eewi eli g stel met kammen op de wi elen di e voor de aandri jvi ng zorgen. In het mi dden bevi ndt zi ch een zw are gi eti jzeren tandw i elkast di e voor de ov erbr engi ng zorgt en vervolgens een excentri ek doet draai en di e een vi ngermes i n bew egi ng zet, zodat er mee gekni pt kan w orden en zo het gras gemaai d w ordt. Er zi t een stoel op voor de voerman di e het paar d en tevens de machi ne bedi ent.’
21 Heemkundekring Weerderheem Valkenswaard
9. De aanspanning van een paard Een paardentuig voor het trekken van werktuig met paard kan o.a. bestaan uit: * Gareel of haam: het halsstuk da t over het paard hangt. Een gareel is meestal van leer, als het van hout is noemt men het een haam. * Borsttuig: hiermee trekt het paard de kar. Het borsttuig zit met lange strengen verbonden aan de evenaar. * Hoofdstel; bestaa t uit bit, neusriem, bakstuk, keelriem, frontriem, lepel, oogkleppen en windveren. * Leidsels: lange teugels van touw die verbonden zijn met het bit. * Binnensingel: een brede band onder de buik van het paard die verbonden is met het gareel. * Evenaar: een kantelbare staaf waar de kettingen die het werktuig trekken aan vastzitten. De evenaar gaat in de bochten mee, zoda t de ploeg altijd evenredig wordt getrokken. De evenaar is met kettingen verbonden met het gareel.
22 Heemkundekring Weerderheem Valkenswaard
10. Mangel
Coen laat ons een mangel zien om grote vlakken, zoals lakens te strijken. Het was een luxe apparaat da t niet iedereen had. De wringer was voor de natte was en da t apparaat was wel in veel gezinnen aanwezig.
Een mangel om de lakens te s tri jken.
23 Heemkundekring Weerderheem Valkenswaard
11. Slot In de grote koei enstal van de fami li e Tegenbosch s taat te veel om hi er te behandelen. Het geeft erg goed w eer hoe de boer en i n het begi n van de vori ge eeuw hebben gew erkt. Dui deli jk i s dat de bouw ers van de w erktui gen met w ei ni g mi ddel en tot i ngeni euze i deeën kw amen. Met veel eenvoud, maar zeer door dacht w erd gezocht naar mi ddelen om het zw are boer enw erk te verli chten. Di e zoektocht gi ng gelei deli jk, maar techni sch steeds v erder. Het i s goed om di e ontwi kkeli ng te kunnen volgen door het oude te bew aren.
Enkel e bekende gezegden di e betr ekki ng hebben op landbouw w erktui gen:
De hand aan de ploeg slaan En de boer hi j ploegde voort
Met dank aan: Jo en Coen Tegenbosch Bert van Meijl Miniatuur landbouwgereedschap, geschreven door Bert van Meijl
24 Heemkundekring Weerderheem Valkenswaard