32
Opgroeien met fantasie, leven met cijfers “Ik zou graag alles willen zien in de wereld en alles willen leven in het Leven” (Louis Couperus) Grootvader Adolf was een verdienstelijk kunstschilder - Sint-Amandsberg vernoemde zelfs een straat naar hem – en vader Karel was de bedenker, ontwerper en producent van de autootjes en vliegtuigjes waarin miljoenen kinderen rondjes op de draaimolen maakten. Toch stapte (klein)zoon Herwig Baeyens niet in hun creatieve voetsporen. Hij koos voor het ogenschijnlijk weinig avontuurlijke beroep van ‘boekhouder’. Maar schijn bedriegt. Achter een weinig conventioneel uiterlijk gaat namelijk een al even onconventionele ziel schuil.
Herwig Baeyens
Tekst: Gerda Baeyens
33
Kunst en vermaak “Mijn grootouders hadden met zes jongens en zes meisjes, een ‘kroostrijk’ gezin zoals dat zo mooi heet, begint Herwig (Alaska Gent) aan het kleurrijke verhaal van zijn familie. Dat mijn grootvader de verantwoordelijkheid voor zijn gezin wist te combineren met de schilderkunst, was dus allesbehalve vanzelfsprekend. Niettemin heeft hij zich kunnen ontwikkelen tot een kunstschilder die al tijdens zijn leven exposeerde in Parijs. Hij trok ook geregeld naar Venetië en Amsterdam om er te schilderen. Dat hij de mogelijkheid had om dit te doen, was grotendeels te danken aan mijn grootmoeder. Het gezegde luidt dat achter elk groot man een sterke vrouw staat, wel, bij mijn grootouders was dat zeer zeker het geval. Daarnaast zorgde hun schildersbedrijf voor de reguliere gezinsinkomsten en met name het schilderen van kerken was een van de specialiteiten van het bedrijf. Mijn vader heeft als jongeman menige kerk geschilderd, lacht Herwig. Het was trouwens in een van die kerken dat hij mijn moeder leerde kennen en die ontmoeting in dit vrome kader resulteerde in een gezin met vier kinderen, waarvan ik de jongste ben.”
Autopède Blijkbaar was Karel net als zijn vader, voorzien van de nodige creatieve genen. Hij maakte namelijk voor zijn kinderen origineel speelgoed en vooral het miniatuurautootje dat hij voor zijn oudste zoontje maakte, zou het leven van miljoenen andere kinderen aangenaam veranderen. Het autootje vormde immers het begin van ‘Autopède’, het bedrijf van de familie Baeyens, dat al meer dan vijfenzestig jaar attributen voor draaimolens, vliegtuigmolens en andere kermisattracties produceert. “Een rondreizende kermisexploitant zag ons speelgoedautootje en vroeg vader of hij zoiets ook voor zijn draaimolen kon maken. Vader ging in op zijn verzoek en maakte het eerste kermisautootje. Er zouden er nog veel meer volgen, evenals vliegtuigjes, helikoptertjes, busjes, tankjes…. Je kunt het niet bedenken of mijn vader maakte het, althans voor zover het in metaal was. Paardjes bijvoorbeeld maakte hij niet, want die werden in die tijd gebeeldhouwd. Hij deed bovendien alles zelf; hij bedacht een ontwerp, tekende het uit en omdat hij een plaatslagerij in de garage had, zette hij ook alles eigenhandig in elkaar. Zelfs de miniemste details zoals de piepkleine mitrailleurs op de tankjes, waren van zijn hand.”
34
Honkvast De clientèle van Karel Baeyens beperkte zich na een tijdje niet tot de regionale foorkramers en zelfs niet tot de foor. Hele generaties meisjes van toen en nu zijn opgegroeid met ‘Tiny op de kermis’ maar dat de cover en tekeningen binnenin het album geïnspireerd waren op de Autopède-modellen, kom ik pas tijdens dit gesprek te weten. “Datzelfde jaar (Tiny op de kermis kwam uit in 1958) was er ook de expo in Brussel, gaat Herwig verder, en op verzoek van chocoladefabrikant ‘Victoria’ had mijn vader een miniatuurraket op de stand gemaakt. Wie chocolade kocht, mocht een ritje in de raket maken. Eigenlijk was mijn vader dus niet alleen creatief maar ook futuristisch, want op dat moment stond de ruimtevaart niet eens in de kinderschoenen. Pas drie jaar later zou de eerste man in de ruimte worden gelanceerd. Autopède werd steeds succesvoller en er kwamen zelfs klanten uit Amerika en Zuid-Afrika bij ons thuis; ik herinner me een Amerikaan die van die kleine plastieken soldaatjes voor mij meehad… Maar hoewel Autopède internationaal zaken deed, was mijn vader geen globetrotter. Integendeel, hij werkte het liefst van al thuis.”
De wereld als schouwtoneel “Wat dat betreft, lijk ik niet op hem, zegt Herwig, zelf reis ik namelijk heel graag. Mijn eerste grote reis dateert van 1973, toen ik samen met mijn broer naar Griekenland reed. In die tijd was zo’n autotocht een waar avontuur en die onconventionele manier van reizen had mij meteen te pakken. Ook met mijn vrouw heb ik vaak lange reizen gemaakt. Een onvergetelijke reis? (Herwig denkt even na over de vraag.) Nieuw-Zeeland beviel ons zo goed dat mijn vrouw zelfs wilde immigreren… en Machu Pichu. Daar zijn we met het hele gezin naartoe getrokken naar aanleiding van mijn vijftigste verjaardag (2000). Dat was echt een belevenis, want behalve de vlucht hadden we weinig vooraf geregeld. Zelf je tocht uitstippelen en een land of cultuur ontdekken, vind ik mooier dan gebaande wegen te bewandelen. Dat laatste geldt trouwens zowel in letterlijke als figuurlijke zin, glimlacht Herwig. Ik ben niet echt een groepsmens; ik maak graag mijn eigen keuzes. Dat is altijd zo geweest…. Wellicht is dat ook de reden waarom ik er nooit als een traditionele boekhouder in maatpak heb uitgezien. Eigenlijk was ik dus gewoon mijn tijd voorop, lacht Herwig breeduit.’
‘Ik loop niet met de massa mee’
35
‘Waarom niet boekhouden?’ De link tussen Herwig en ‘boekhouden’ lijkt op het eerste gezicht moeilijk te doorgronden. Wat maakte dit vak zo aantrekkelijk voor een vrijgevochten iemand als Herwig? En voelde hij niet de lokroep van het familiebedrijf met de wondere wereld van miniatuurauto’s en dergelijke? “Na mijn humaniora wist ik niet goed wat ik wilde, antwoordt Herwig. Mijn broer werkte al in het familiebedrijf en ik vond twee broers in een en hetzelfde bedrijf niet echt aangewezen. Dat mijn toekomst niet bij Autopède lag, was voor mij een uitgemaakte zaak. Maar wat moest het dan wel worden…? Een vriend waarmee ik muziek maakte – hij speelde gitaar en ik drums in een schoolvoorstelling – koos voor een boekhoudkundige opleiding. ‘Waarom doe jij dat ook niet?’, vroeg zijn vader (die hoofdcontroleur van de belastingen in Gent was). Ja waarom niet, dacht ik zelf ook. En zodoende volgde ik samen met die vriend de niet-universitaire hogere opleiding ‘boekhouden’”.
De mens achter de cijfers “Mijn vader was bevriend met Emiel Rombaut (de vader van Patrick Rombaut, Alaska Gent) en na een gesprek met Rombaut senior mocht ik op zijn kantoor beginnen. 15 november 1972 was mijn eerste werkdag. Van meet af aan trok dit werk mij aan. Het brengt je namelijk in contact met zoveel verschillende mensen en elk van hen heeft een eigen verhaal. Ik weet dat de boekhouder met name vroeger, het imago van ‘saaie piet’ had en in de ogen van velen, dag in dag uit ondergedompeld zat in dorre materie. Maar niets is minder waar. Ik heb de meest diverse dossiers behandeld en zowel een bijenverkoper als een filatelist als klant gehad. Door bezig te zijn met hun cijfers, leer je ook iets over hun beroep. Precies dit menselijke aspect vind ik zo interessant aan dit vak. Het eerste dossier dat ik ter behandeling kreeg, was van
‘Het leven is een risico’
Carlos De Tremmerie, een toenmalige grimeur bij de BRT; ik vond het ontzettend boeiend om via zijn aangifte, kennis te maken met die wereld. Ik ben altijd geboeid geweest door wat mensen doen. Inmiddels zit ik bijna veertig jaar in het vak en in die tijd heb ik logischerwijs veel zien veranderen. Ik heb vader Rombaut gekend; heb vervolgens zoon Patrick gevolgd toen die zijn kantoor begon; ik heb goede en minder goede tijden gekend; ik heb vennoten zien komen en gaan, klanten zien evolueren, maar de liefde voor het vak is nooit minder geworden. Als ik mijn leven kon overdoen, zou ik denk ik dezelfde keuzes maken. Trouwens ‘had ik maar…’ zet geen zoden aan de dijk. Het leven is nu eenmaal een risico. Je neemt elke dag opnieuw beslissingen,
‘Ik had geen betere keuze kunnen maken’
sommige zijn de juiste, andere zijn minder gelukkige… Bovendien heb je op bepaalde zaken geen vat; de plaats waar je wieg staat bijvoorbeeld, bepaalt veel in het leven. Ook de vrienden die je maakt en de keuze van je partner sturen je leven. Wat dat laatste betreft, kan ik in elk geval stellen dat ik geen betere keuze had kunnen maken.”
36
Later… Inmiddels begint de pensioengerechtigde leeftijd langzaamaan te lonken. Een aantrekkelijk vooruitzicht? “Een ding is zeker: met vier kinderen, twee kleinkinderen en een hoop interesses, ben ik niet bang dat de verveling zal toeslaan. Ik speel muziek, lees graag, ben graag bezig in de tuin… Misschien ga ik wel bijen houden want die diertjes fascineren me. Reizen met mijn vrouw, staat ook op het programma, met name Alaska staat op het verlanglijstje en neen, dit is geen grapje. Maar het belangrijkste is uiteraard gezond te blijven, besluit Herwig filosofisch.”