OPENLUCHTZWEMBAD, ABDIJKAAI 9, KORTRIJK UITBATING CAFETARIA vastgesteld door de gemeenteraad Geert Hillaert stadssecretaris
Vincent Van Quickenborne burgemeester
opgemaakt door de directie communicatie en recht Yves Vanneste directeur communicatie en recht
PROCEDURE
DATUM
OPENBAAR
01/03/13
DIRECTIE FACILITY Grote Markt 54 – 8500 Kortrijk
TER INFORMATIE
voorwerp van de opdracht: uitbating van de cafetaria van het Openluchtzwembad, Abdijkaai 9, Kortrijk opdrachtgevend bestuur: stadsbestuur Kortrijk wijze waarop de opdracht wordt gegund: openbare aanbesteding opening van de inschrijvingen: ADRES:
stad Kortrijk vergaderzaal directie facility Grote Markt 54 (ingang kant Papenstraat – 2e verdieping) 8500 Kortrijk
DATUM:
12 april 2013
UUR:
11.45 uur
VOORZITTER:
mevrouw Martine Rollez, administratief medewerker directie facility
--------------------------------------------------------------------------------------------------------De inschrijvingen worden ter zitting afgegeven op bovengenoemde plaats en uur - ofwel met de post aangetekend verstuurd naar bovengenoemd adres, ten laatste 5 kalenderdagen vóór de opening van de inschrijvingen. De inschrijvingen worden onder dubbel gesloten omslag afgegeven of verstuurd met vermelding: −
op de binnenomslag: "uitbating cafetaria Openluchtzwembad Abdijkaai"
−
op de buitenomslag: " Offerte”
LASTENKOHIER BETREFFENDE DE UITBATING VAN DE CAFETARIA BIJ HET STEDELIJK ZWEMBAD ABDIJKAAI TE KORTRIJK. I. VOORWERP EN TOEWIJZING VAN DE CONCESSIE Artikel 1 De concessie heeft tot doel het in vergunning geven van de uitbating van het cafetaria in het stedelijk zwembad Abdijkaai te Kortrijk. Het cafetaria bestaat uit een schenkzaal en een overdekt terras. Een bierberging is voorzien in de kelder. Een beknopte plaatsbeschrijving wordt opgemaakt in samenspraak tussen stad en concessiehouder. II. PRIJS VAN DE CONCESSIE Artikel 2 Het ingezonden aanbod zal het bedrag (concessieprijs) vermelden dat de inschrijver zich verbindt jaarlijks te betalen gedurende de gehele duur van de concessie, met dien verstande dat dit bedrag gekoppeld is aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, zoals hierna bepaald. De minimale instelprijs wordt vastgesteld op een (1) euro. Dit bedrag is te verhogen met de btw. Dit bedrag is trimesterieel betaalbaar en telkens voor een vierde (1/4) vooraf te betalen op de eerste dag van iedere trimester (01 mei, 01 augustus, 01 november, 01 februari), door storting op rekeningnummer 000-0019263-57 van de stad Kortrijk, met vermelding van de reden van betaling. De concessieprijs wordt jaarlijks geïndexeerd op de verjaardag van de inwerkingtreding van de concessieovereenkomst, zijnde op 01 mei en dit op basis van de hiernavolgende formule: Nieuwe concessieprijs = basisconcessieprijs x nieuw gezondheidsindexcijfer aanvangsgezondheidsindexcijfer legende + de basisconcessieprijs = het aangenomen bedrag van de bieding. + het aanvangsgezondheidsindexcijfer = het gezondheidsindexcijfer van de maand die voorafgaat aan de maand van het sluiten van de concessieovereenkomst; + het nieuw gezondheidsindexcijfer = het gezondheidsindexcijfer van de maand die voorafgaat aan de maand van de aanpassing van de concessieprijs. Opmerking Indien het gezondheidsindexcijfer van regeringswege wordt opgeheven, zal de jaarlijkse indexering gebeuren op basis van het gewone indexcijfer van de consumptieprijzen. III. DUUR VAN DE CONCESSIE Artikel 3 Deze concessie wordt toegestaan voor een ondeelbare periode van negen (9) achtereenvolgende jaren, beginnende op 01 mei 2013 en eindigende op 30 april 2022, zonder dat stilzwijgende verlenging van de concessie mogelijk is. Zowel de stad als de concessiehouder hebben evenwel het recht de lopende concessieovereenkomst te beëindigen op het einde van het derde (3e) jaar (dus per 30 april 2016) of op het einde van het zesde (6e) jaar (dus per 30 april 2019), mits de andere partij (naar gelang het geval dus de stad of de concessiehouder) hiervan in kennis te stellen bij middel van een aangetekende brief, ten minste drie (3) maanden voor de beëindiging van de lopende periode van drie (3) jaar. De stad kan bovendien altijd eenzijdig de concessieovereenkomst beëindigen mits de concessiehouder hiervan in kennis te stellen bij aangetekende brief ten minste een (1) jaar vooraf, wanneer de exploitatie van het zwembad wordt stopgezet. De beëindiging van de concessie, zoals voorzien in dit artikel, geeft geen recht op schadevergoeding in hoofde van een partij. De stad kan wel altijd schadevergoeding vorderen van de concessiehouder voor schade aan ter beschikking gestelde infrastructuur, in de breedste betekenis van het woord.
IV.UITBATINGSVOORWAARDEN WAARONDER DE CONCESSIE WORDT TOEGESTAAN. Artikel 4 De jaarlijkse periode van uitbating van het cafetaria is deze van het zwemseizoen, zoals dit zwemseizoen elk jaar eenzijdig wordt vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen, zonder verhaal in hoofde van de concessiehouder. De concessiehouder is ertoe verplicht het cafetaria open te houden op de dagen en uren waarop het zwembad toegankelijk is voor het publiek (behoudens bij slecht weer, in welk geval de concessiehouder in afwijking van de algemene verplichting en in overleg met de stad/vzw Sportplus snoep- en frisdrankautomaten moet plaatsen ), met dien verstande dat de concessiehouder het cafetaria in elk geval sluit uiterlijk een (1) uur na het uur waarop het zwemmen wordt beëindigd. De stad, zijnde in casu het college van burgemeester en schepenen, is er steeds toe gerechtigd om eenzijdig de minimum voorziene openingsuren (en dagen) van het zwembad te wijzigen. Alsdan zal de concessiehouder het cafetaria evenzeer openstellen voor het publiek, zonder uit hoofde hiervan enig recht op schadeloosstelling te kunnen laten gelden ten aanzien van de stad. Het niet naleven van voormelde elementaire verplichting naar opening toe rechtvaardigt steeds de toepassing van de artikels 20 en 21, infra. Artikel 5 De concessiehouder staat in, en dit volledig op eigen kosten en zonder dat de aansprakelijkheid van de stad in casu in het gedrang kan komen, voor de verkoop van gelijk welke dranken en dit met respect voor de ter zake toepasselijke wets- of verordeningsbepalingen, in de brede betekenis van het woord. Tevens staat de concessiehouder in, op dezelfde wijze als hiervoor bepaald, voor de verkoop van allerlei versnaperingen, onder de vorm van ijsroom, gebak, snoep, belegde broodjes, zonder dat deze opsomming als beperkend is te aanzien. Desgewenst mag dit uitgebreid worden met de verkoop van warme snacks zonder dat dit de hoofdactiviteit wordt en het oorspronkelijk karakter van het cafetaria in het gedrang wordt gebracht. Andere en bijkomende activiteiten moeten steeds tijdig schriftelijk aangevraagd worden aan de stad, zijnde het college van burgemeester en schepenen. De prijslijst van de te koop gestelde producten is op een ondubbelzinnige wijze de prijzen van deze producten vermeld en moet op een voor het publiek duidelijk zichtbare plaats aangebracht worden en verder conform de ter zake toepasselijke wetgeving. Alles wordt aangeboden tegen gebruikelijke, democratische prijzen. Artikel 6 De stad verleent aan de concessiehouder een exclusief recht tot verhandeling van drank, in de brede betekenis van het woord en versnaperingen binnen de geconcedeerde ruimtes, behoudens het bepaalde hierna. Artikel 7 De stad en de vzw Sportplus kunnen te allen tijde manifestaties, in de brede betekenis van het woord, organiseren in andere dan de geconcedeerde ruimtes (cafetaria). Naar aanleiding hiervan kunnen er maximaal drie maal per seizoen in deze andere ruimtes drank, in de brede betekenis van het woord en allerlei versnaperingen verhandeld worden door fysische personen en/of rechtspersonen die daartoe gemachtigd zijn door de stad of door de vzw Sportplus, zonder dat dit enige schade-eis kan wettigen in hoofde van de concessiehouder. Artikel 8 Ter aanvulling van datgene dat ter zake voorzien is in het als bijlage aangehechte lastenkohier betreffende de ingebruikgeving van stadseigendommen is de concessiehouder er te gehouden, op het vlak van de veiligheid, om alle nodige en nuttige maatregelen te nemen om de personen, aanwezig in de geconcedeerde ruimtes, te beschermen tegen brand, paniek en ontploffingen. Ingeval in de brandverzekering van de Stad op vraag van de concessiehouder een afstand van verhaal wordt voorzien ten voordele van de concessiehouder zal de bijpremie die hiervan het gevolg is door de concessiehouder op eerste verzoek daartoe terugbetaald worden aan de Stad. Artikel 9 De muziek in de cafetaria mag in geen geval hinderend zijn. De concessiehouder zorgt er steeds voor dat hij geen burenhinder/overlast, in de civielrechtelijke betekenis van het woord, veroorzaakt. Alle verplichtingen inzake Sabam en billijke vergoedingen zijn ten laste van de concessiehouder.
Artikel 10 De concessiehouder zal er zorg voor dragen dat de uitbating van het cafetaria steeds zal gebeuren op een stijlvolle manier, met inachtneming van de nodige beleefdheid en zorgzaamheid naar het publiek toe. Hij zal tevens de nodige zorgzaamheid in acht nemen inzake presentatie en afwerking van de verkochte producten. Hiermede volgt hij het imagobeleid van de stad, dat door de stad als een belangrijke beleidsoptie wordt vooropgezet. Gegrond bevonden klachten hieromtrent van het publiek laten de stad toe de concessieovereenkomst te verbreken, zonder dat dit aanleiding kan geven tot een schadevordering in hoofde van de concessiehouder. Artikel 11 De concessiehouder zal als een goed huisvader zorgen voor de geconcedeerde ruimtes volgens de richtlijnen van de stad en zijn aangestelden. De concessiehouder, zal instaan voor essentiële taken die een direct verband hebben met de uitbating van het cafetaria, zoals onder meer inzake bediening en het openen en sluiten van deuren, het onderhoud van het cafetaria. V. INRICHTINGSWERKEN (INFRASTRUCTUUR) Artikel 12 De concessiehouder neemt er akte van dat de infrastructuur (met inbegrip van het meubilair), sensu lato, in het cafetaria (zie artikel 1 - voorwerp van de concessie) eigendom is van de stad. De eventuele vernieuwing van deze infrastructuur is volledig ten laste van de concessiehouder, zonder dat de stad uit dien hoofde kan verplicht worden tot enige (financiële) tussenkomst. De concessiehouder zal alsdan, vóór de uitvoering der werken, een ontwerp der voorgenomen werken ter goedkeuring voorleggen aan de stad, zijnde het college van burgemeester en schepenen. Het college van burgemeester en schepenen is er toe gerechtigd om aan alle voorgelegde ontwerpen de nodig geachte wijzigingen aan te brengen, zonder dat de concessiehouder hiertegen enig verhaal heeft of zonder dat dit een vordering tot schadevergoeding kan wettigen in hoofde van de concessiehouder. De concessiehouder verbindt er zich dan ook toe om bij de uitvoering der werken het eventueel door het college van burgemeester en schepenen aangepaste ontwerp integraal uit te voeren. Dit geeft in voorkomend geval aanleiding tot het opmaken van een bijvoegsel bij de plaatsbeschrijving. In elk geval voldoen alle uitgevoerde werken aan de voorschriften van vooreerst het algemeen reglement op de arbeidsbescherming (ARAB) en vervolgens het algemeen reglement op de elektrische installatie (AREI). Een keuringsverslag, afgeleverd door een ter zake erkend organisme, zal in voorkomend geval steeds onverwijld voorgelegd worden aan de stad. Bij de, al dan niet voortijdige, beëindiging van de concessieovereenkomst, door verloop van de vastgestelde periode, door toedoen van de stad of de concessiehouder, wordt deze nieuwe gerealiseerde/aangebrachte infrastructuur steeds kosteloos eigendom van de stad Kortrijk, bij wijze van natrekking. Artikel 13 De concessiehouder neemt er akte van en stemt er mede in dat hij er steeds onverwijld zorg moet voor dragen dat de cafetaria in overeenstemming is en blijft met de regelgeving tot het verbieden van roken in bepaalde openbare plaatsen en deze tot vaststelling van de voorwaarden waaraan gesloten plaatsen moeten voldoen waar voedingsmiddelen en/of dranken ter consumptie worden aangeboden en waar mag gerookt worden. De uitvoeringsontwerpen worden evenzeer onderworpen aan de voorafgaande (dus vóór de uitvoering ervan) goedkeuring van de stad, zijnde in casu het college van burgemeester en schepenen. Het college van burgemeester en schepenen is er toe gerechtigd om aan alle ontwerpen de nodig geachte wijzigingen aan te brengen, zonder dat de concessiehouder daartegen enig verhaal heeft of zonder dat dit een vordering tot schadevergoeding kan wettigen in hoofde van de concessiehouder. De concessiehouder verbindt er zich uitdrukkelijk toe om de (eventueel door de stad aangepaste) ontwerpen onverwijld integraal uit te voeren, onder toezicht van de stad. In elk geval zullen alle uitgevoerde werken dienen te voldoen aan de voorschriften van vooreerst het algemeen reglement op de arbeidsbescherming (ARAB) en vervolgens het algemeen reglement op de elektrische installatie (AREI). De concessiehouder zal een keuringsverslag voorleggen aan de stad, dat afgeleverd is door een ter zake erkend organisme. Iedere aanpassing van de infrastructuur geeft aanleiding tot de opmaak van een bijvoegsel bij de plaatsbeschrijving. Bij de al dan niet voortijdige beëindiging van de concessieovereenkomst, door verloop van de vastgestelde periode, door toedoen van de stad of de concessiehouder, wordt voormelde infrastructuur steeds eigendom van de stad Kortrijk, bij wijze van natrekking.
Bij het verloop van de vastgestelde concessieperiode (9 jaar) wordt deze infrastructuur kosteloos eigendom van de stad Kortrijk. In geval de concessieovereenkomst vroegtijdig beëindigd wordt door toedoen van de concessiehouder, wordt deze infrastructuur evenzeer kosteloos eigendom van de stad Kortrijk. In geval de concessieovereenkomst vroegtijdig beëindigd wordt door toedoen van de stad, verbindt de stad er zich toe om een vergoeding te betalen aan de concessiehouder voor deze infrastructuur. Deze vergoeding wordt berekend op basis van de navolgende formule: kostprijs van de gerealiseerde (aangebrachte) infrastructuur x A B legende + kostprijs van de gerealiseerde (aangebrachte) infrastructuur = de kostprijs zoals hij blijkt uit de regelmatige offertes/facturen die door de concessiehouder worden neergelegd op het stadhuis, vóór de effectieve aanvang der werken; + A = de nog resterende jaren van de lopende concessieovereenkomst; + B = de totale looptijd van de concessieovereenkomst, zijnde negen (9) jaren. Deze vergoeding zal evenwel niet verschuldigd zijn door de stad in geval de vroegtijdige beëindiging het gevolg is van de ontbinding van de toegestane concessie door wanprestatie van de concessiehouder, zoals bepaald in infra. Artikel 14 De concessiehouder verplicht er zich toe om op eigen kosten alle ter beschikking gestelde lokalen volledig op te frissen binnen de drie maanden na aanvang der concessie en dit op een wijze die vooraf goedgekeurd werd door de stad, zijnde in casu het college van burgemeester en schepenen De concessiehouder verplicht er zich toe om alle meubilair in een permanente staat van netheid te houden en dagelijkse schoonmaak in geval van gebruik ervan is verplicht. Rekening houdend met de aanwezigheid van de peuterzone moeten de vloeren, ongeacht de weersomstandigheden (wind,...) steeds volledig vrij blijven van verpakkingsresten, servetten e.a. Het verplicht jaarlijks opfrissen van deze lokalen is eveneens volledig ten laste van de concessiehouder, evenals alle herstellings- en onderhoudswerken die te betitelen zijn als gewoon onderhoud. De concessiehouder verbindt er zich toe om tijdens de winterperiode de in concessie gegeven ruimten voldoende te verwarmen teneinde de vochthuishouding op peil te houden en vorstschade te voorkomen. De concessiehouder zal tevens de nodige voorzieningen treffen om verpakkingsresten (blikken, petflessen,...) op een reukvrije manier tijdens de week te stockeren. Voor de uitvoering van de in dit artikel omschreven onderhoudsplicht dient de concessiehouder zich te gedragen als een goed huisvader, in de civielrechtelijke betekenis van het woord. Artikel 15 In geval de concessiehouder opschriften en/of publiciteit, in de ruimste betekenis van het woord, wenst aan te brengen dient hij hiervoor de voorafgaande schriftelijke toestemming te bekomen van de stad, zijnde in casu het college van burgemeester en schepenen. Het college van burgemeester en schepenen is daarbij vrij om deze toestemming al of niet te verlenen, zonder dat dit enig recht op schadevergoeding kan wettigen in hoofde van de concessiehouder. De aangebrachte opschriften en/of publiciteit blijven in elk geval exclusief eigendom van de concessiehouder, die er dan ook, met uitsluiting van de stad, aansprakelijk voor is. In voorkomend geval is het verkrijgen van de nodige stedenbouwkundige vergunningen vereist. Artikel 16 Eventuele aansluitingen op het tv- en FM- kabeldistributienet zullen door de zorgen en op kosten van de concessiehouder uitgevoerd worden, die hiervoor de voorafgaande uitdrukkelijke en schriftelijke instemming dient te bekomen van de stad, zijnde in casu het college van burgemeester en schepenen.
VI. VERBRUIKSKOSTEN VAN WATER GAS EN ELEKTRICITEIT - KOSTEN VAN TELEFOON Artikel 17 Het elektriciteits, gas- en waterverbruik wordt aan de concessiehouder aangerekend volgens het werkelijk verbruik, gemeten bij middel van de respectievelijke tellers. Dit verbruik wordt gerekend aan de eenheidsprijs, zoals deze blijkt uit de facturen van de desbetreffende maatschappijen. De verrekening van de energie omvat de eenheidsprijzen, verhoogd met de taksen en andere kosten en toeslagen (distributiekosten e.d.). De tellerstand van het waterverbruik zal jaarlijks worden opgenomen voor de aanvang van het zwemseizoen. De elektriciteits- en gasmeters zullen maandelijks worden opgetekend. Er worden voorschotfacturen opgemaakt, gevolgd door een jaarlijkse verrekening. Alle telefoonkosten zijn ten laste van de concessiehouder. Bij analogie met de huurwetgeving is alle normaal onderhoud en klein herstel van de verwarmings-en andere toestellen ten laste van de concessiehouder. Het buitengewoon onderhoud en groot herstel is ten laste van de stad. VII. MORALITEITSVEREISTEN MET BETREKKING TOT DE UITBATER EN EVENTUELE AANGESTELDEN. Artikel 18 De concessiehouder is er toe gehouden om steeds de wetgeving, sensu lato, na te leven, betreffende de uitbating van drankslijterijen en hij dient alle vigerende en toekomstige politiereglementen nauwgezet na te leven. De concessiehouder dient, vóór de effectieve uitbating een aanvang neemt, een bewijs van goed zedelijk gedrag voor te leggen aan de Stad, dat sedert minder dan een maand afgegeven werd op zijn naam (zo hij zelf effectief optreedt in de hoedanigheid van uitbater). Moraliteitsveroordelingen die relevant zijn in functie van de uitbating van een cafetaria van een overheid zijn voldoende reden voor de stad, in casu het college van burgemeester en schepenen, om de concessie niet toe te wijzen aan de betrokken kandidaat of om de concessie te beëindigen ten nadele van de concessiehouder. Alle kosten, welke met het bovenstaande gepaard gaan, zijn volledig ten laste van de concessiehouder. Artikel 19 In functie van de uitbating van de cafetaria mag de concessiehouder zich, volledig op eigen kosten en op eigen risico, laten bijstaan door aangestelden. Deze aangestelden dienen evenwel steeds vooraf uitdrukkelijk aanvaard te worden door de stad, zijnde het college van burgemeester en schepenen. Dit geldt ook voor het inschakelen van jobstudenten e.a. Vooraleer deze aangestelden betrokken worden bij de effectieve uitbating van de cafetaria dienen ze een bewijs van goed zedelijk gedrag voor te leggen aan de stad, dat sedert minder dan een maand afgegeven werd op hun naam. Moraliteitsveroordelingen die relevant zijn in functie van de uitbating van een cafetaria van een overheid zijn voldoende reden voor de stad, in casu het college van burgemeester en schepenen, om voormelde aanvaarding te weigeren. De hiermede gepaard gaande kosten kunnen niet verhaald worden op de stad. VIII. WANPRESTATIE - SANCTIES Artikel 20 In geval de niet passende en/of tijdige naleving van enige bepaling van dit lastenkohier voor gevolg heeft dat de uitbating van de cafetaria in het gedrang komt zal de stad, zijnde in casu het college van burgemeester en schepenen, ambtshalve alle nodige en nuttige maatregelen nemen ten einde de uitbating van de cafetaria in optimale omstandigheden te blijven verzekeren en dit volledig op kosten van de nalatige concessiehouder.
IX. BORGTOCHT Artikel 21 Tot zekerheid van de naleving van de bepalingen van dit lastenkohier en onder meer de betaling in voorkomend geval van alle kosten welke de stad moet maken bij toepassing van artikel 20, supra, zal de concessiehouder een borgstelling verrichten ten bedrage van duizend euro. Deze borgsom wordt gesteld door storting in speciën op een rekening op naam van de concessiehouder bij een erkende financiële instelling en dit binnen de maand na aanvang van de concessieovereenkomst. De verworven intrest op de waarborgsom wordt bij de hoofdsom gevoegd. De waarborg is terugbetaalbaar bij het einde van de concessie, mits schriftelijke toelating van de Stad en voor zover de concessiehouder aan al zijn verplichtingen heeft voldaan. Deze laatste voorwaarde zal door de concessiehouder bedongen dienen te worden bij de financiële instelling waarbij de rekening wordt geopend. Het bewijs daarvan wordt aan de stad voorgelegd. X. MODALITEITEN DIE VERBAND HOUDEN MET DE AANBESTEDING Artikel 22 De aanbieding voor de uitbating van het cafetaria moet op straffe van onontvankelijkheid gebeuren bij middel van het als bijlage 1 aangehechte inschrijvingsformulier en mag naar keuze van de inschrijver afgegeven worden op de openbare zitting tot het openen van de aanbiedingsschriften of rechtstreeks met de post, onder aangetekend schrijven, toegestuurd worden aan het college van burgemeester en schepenen te Kortrijk. De met de post toegestuurde inschrijvingen moeten verzonden worden onder dubbele omslag, ten laatste vijf kalenderdagen voor het openen der biedingen. De buitenste omslag mag de naam van de aanbieder of de firmanaam van de aanbiedende maatschappij niet kenbaar maken. De buitenste omslag zal melding maken van het woord "Offerte", de binnenste omslag zal slechts de melding dragen "Aanbieding voor het uitbaten van de cafetaria bij het stedelijk zwembad Abdijkaai" te Kortrijk. Het openen van de biedingen zal plaats hebben in de vergaderzaal van de directie facility, Grote Markt 54, 8500 Kortrijk, op 12 april 2013,om 11.45 uur. Artikel 23 Door en bij het deponeren van zijn aanbieding, erkent de inschrijver kennis genomen te hebben van het huidig lastenkohier. In geen geval en onder geen enkel voorwendsel zal hij een vordering tot schadevergoeding kunnen instellen tegen de stad, uit hoofde van onwetendheid of onbekendheid met betrekking tot de voorwaarden en bepalingen welke vervat zijn in het lastenkohier. XI. ALGEMEENHEDEN Artikel 24 De stad behoudt zich het recht voor om steeds veranderingswerken uit te voeren aan de geconcedeerde ruimtes, mits de totale geconcedeerde bruikbare oppervlakte met niet meer dan tien procent (10%) te verminderen. De stad behoudt zich evenzeer het recht voor om een andere bestemming te geven aan een of meer geconcedeerde ruimtes, mits een of meer gelijkwaardige ruimtes ter beschikking te stellen van de concessiehouder. Een sleutel van het cafetaria wordt voor noodgevallen onder gesloten omslag ter beschikking gesteld van de stad. Dieren worden niet toegelaten in het cafetaria. De concessiehouder verbindt er zich uitdrukkelijk toe om alle toegangsdeuren na sluiting van de cafetaria steeds op slot te doen. Alle schadegevallen welke een uitvloeisel zijn van de niet naleving van deze bepaling zijn volledig ten laste van de concessiehouder. Al deze gevallen kunnen geen eis tot schadevergoeding tegen de stad wettigen in hoofde van de concessiehouder. Artikel 25 Het als bijlage aangehechte lastenkohier betreffende de ingebruikgeving van stadseigendommen is van toepassing, voor zover het niet tegenstrijdig is met huidig lastenkohier.
Artikel 26 De toegestane concessie kan zonder de voorafgaande uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van de stad, zijnde in casu het college van burgemeester en schepenen, niet overgedragen worden aan derden. Overdracht zal evenwel door het college van burgemeester en schepenen steeds toegestaan worden in geval van ziekte van de concessiehouder die hem niet toelaat om de uitbating verder te zetten. Deze ziekte zal moeten bewezen worden aan de hand van een doktersattest. De kandidaat-overnemer moet wel voldoen aan alle voorwaarden van dit lastenkohier, in het bijzonder ook deze inzake de moraliteitsvereiste. In dit verband neemt de concessiehouder er akte van dat de concessie van rechtswege vervalt bij faillissement, kennelijk onvermogen of overlijden. Artikel 27 Een exemplaar van het lastenkohier zal door de concessiehouder en de Stad voor "ne varietur" ondertekend worden. Het heeft kracht van wet tussen beide partijen. Artikel 28 Alle zegelkosten, kosten van registratie enz., zijn ten laste van de concessiehouder. De concessiehouder neemt eveneens voor zijn rekening alle taksen, belastingen (inclusief de eventuele roerende voorheffing) en heffingen, welke ook hun oorsprong zij, in verband met deze concessie of exploitatie en zal deze in voorkomend geval op eerste verzoek daartoe terugbetalen aan de stad. Artikel 29 De stad, zijnde in casu het college van burgemeester en schepenen, houdt zich het recht voor, tussen de aanbiedingen deze uit te kiezen, welke hem onder alle opzichten de voordeligste schijnt en de meeste waarborgen biedt. De stad heeft het recht geen gevolg te geven aan de ingediende biedingen en een nieuwe oproep te laten uitschrijven . De stad heeft ook het recht zijn toewijzingsbeslissing te laten voorafgaan door een interview van kandidaten. Artikel 30 In geen geval kan de toegestane concessie gekwalificeerd worden als een handelshuur, waarop de desbetreffende wetgeving van toepassing is. Artikel 31 De toegestane concessie doet in geen enkel opzicht afbreuk aan de noodzaak, voor de concessiehouder, tot het bekomen van de vergunningen die voorgeschreven zijn door allerlei specifieke wetgevingen. Artikel 32 Voor zijn inwendige dienst moet de concessiehouder uitsluitend de Nederlandse taal gebruiken en bij betrekkingen met derden moet hij de wettelijke voorschriften op het gebruik der talen in bestuurszaken naleven.
ALGEMENE GEBRUIKSVOORWAARDEN TOEPASSELIJK OP STADSEIGENDOMMEN 1. De gebruiker verklaart het eigendom in goede staat van onderhoud te hebben ontvangen om het in dezelfde staat te houden en af te leveren; bij gebreke aan deze laatste bepaling te voldoen, zal de stad, op kosten van de gebruiker, de nodige herstellingswerken doen uitvoeren. 2. De gebruiksvergoeding is betaalbaar in de stadskas, op de vervaldagen aangeduid in het gebruikscontract. In geval van niet-betaling of bij overtreding van een enkele der gebruiksvoorwaarden, mag de stad het gebruikscontract opzeggen, door het zenden van een eenvoudig bericht. 3. Het is de gebruiker uitdrukkelijk verboden, zonder voorafgaande en schriftelijke toelating van de stad: a. veranderingen toe te brengen aan de binnenverdeling van het ingebruik genomen stadseigendom; b. veranderingen toe te brengen aan de bestemming van het gebruikte goed; c. zijn gebruiksrecht aan derde personen geheel of gedeeltelijk af te staan; d. duiven te houden in het gebruikte eigendom. 4. De kosten voor gas-, elektriciteit- en stadswaterverbruik zijn ten laste van de gebruiker, evenals die voor het huren van water-, gas- en elektriciteitsmeters; de gebruiker moet te dien einde, rechtstreeks en zonder stadstussenkomst, met de vergunninghebbende maatschappijen zulke schikkingen voor het leveren van water, gas en elektriciteit treffen, als nodig zal blijken. 5. De gebruiker moet bij de stadskas, ter verzekering van de trouwe naleving der gebruiksvoorwaarden, een borgtocht storten gelijk aan een kwartaal gebruiksvergoeding hetzij in geld, dat geen intrest zal afwerpen. Deze borgtocht zal steeds op eerste aanzoek van het college van burgemeester en schepenen dienen aangevuld tot een bedrag gelijk aan de waarde berekend volgens gezegde koers. Indien het bedrag van de borgtocht niet hoger is dan twaalf euro en vijftig cent (12,50 euro), is de gebruiker gehouden ze in geld te storten. De borgtocht wordt, bij het beëindigen of opzeggen van het gebruik, teruggegeven indien de gebruiker al zijn verplichtingen stipt heeft nageleefd. Het storten van de borgtocht doet geen afbreuk aan het privilegie van de stad-eigenares. 6. De gebruiker zal de nodige maatregelen treffen om het eigendom voor brandgevaar te behouden. Bovendien zal hij gehouden wezen zijn verantwoordelijkheid, ingeval van brand, steeds ten volle te doen verzekeren. Hij moet insgelijks de spiegelruiten tegen beschadiging en vernieling doen verzekeren. Hij is gehouden een afschrift van de verzekeringspolissen aan de stad te overhandigen en haar, telkens zij het verlangt, de kwitanties der verzekeringspremies voor te leggen; in de polis "Brand" moeten de volgende bepalingen worden ingelast: a. ”In geval van brand verbindt zich de verzekeringsmaatschappij de op grond der verzekerde waarde vastgestelde schadevergoeding algeheel aan de stad Kortrijk uit te betalen, als eigenares in wier voordeel het gebruiksgevaar gedekt is, zonder dat de stad, handelend als openbaar bestuur, kan verplicht worden het schadebedrag voor heropbouwing of herstel aan te wenden"; b. "De verzekeringsmaatschappij verbindt zich insgelijks de stad Kortrijk te verwittigen in geval de premie niet zou betaald worden door de gebruiker en onderhavige polis zal slechts kunnen vernietigd worden EEN MAAND na kennisgeving ervan, bij aangetekend schrijven, door de verzekeringsmaatschappij tot de stad Kortrijk te richten". 7. De stad mag te allen tijde het eigendom door haar afgevaardigden doen nazien. 8. Alle binnenherstellingen en alle hoegenaamde binnenwerken van onderhoud, daarin begrepen de schilder- en behangerswerken, het vernieuwen van gebroken of gebarsten ruiten, het onderhoud der pompen en waterkranen, zijn voor rekening van de gebruiker; deze heeft insgelijks het vegen der schouwen, reinigen der schepputten en waterlopen en ruimen van de beerputten te bekostigen. De gebruiker zal bij vriesweer de waterleidingen ledigen en afdekken en de afsluitkranen gesloten houden om het bevriezen te voorkomen. Hij is verantwoordelijk voor de schade die de vorst, door zijn nalatigheid, zou veroorzaken aan de pompbuizen, de water- en gasleiding of -meters. 9. Het eigendom wordt in gebruik gegeven in de staat waarin het zich bevindt met alle heersende en lijdende, zichtbare en onzichtbare rechten en dienstbaarheden; des verkiezende zal de gebruiker de ene mogen ten nutte maken en zich aan de andere onttrekken; dit alles op eigen kosten en gevaar, zonder tussenkomst noch verantwoordelijkheid vanwege de stad-eigenares. De gebruiker zal van de geburen geen dienstbaarheid of moeilijkheid verdragen, zonder deze onmiddellijk aan de stad bekend te maken, op straf van persoonlijke verantwoordelijkheid.
10. De gebruiker zal gedogen dat de stad de door haar nodig geoordeelde werken van grove herstellingen aan het in gebruik gegeven eigendom uitvoert in de loop van de gebruikstermijn, zonder dat hij enige schadevergoeding mag eisen, zelfs wanneer deze werken meer dan veertig dagen mochten duren. 11. Het is de gebruiker niet toegelaten enig uithangbord of opschrift tegen de gevel van het gebruikt eigendom te plaatsen of te laten plaatsen, zonder voorafgaande en schriftelijke toelating van de stad. Deze behoudt zich het recht voor de vorm en de grootte van het uithangbord of opschrift aan te duiden, alsook de aan te wenden materialen en de plaats waar het dient vastgehecht. 12. De gebruiker die opvangdraden voor radio-uitzendingen wenst te plaatsen op het dak of dergelijke draden willen bevestigen tegen het eigendom moeten vooraf de schriftelijke toelating inwinnen van de stad-eigenares; zij moeten zich gedragen naar al de onderrichtingen die hun desaangaande door de bevoegde diensten zullen verstrekt worden; de stad heeft het vermogen de toelating te allen tijde in te trekken zonder dat de vergunninghebbers aanspraak kunnen maken op vergoeding vanwelke aard ook, zij zijn uitsluitend verantwoordelijk voor alle schade die het gevolg is van het plaatsen, het bestaan en wegnemen van de opvangdraden. 13. De gebruiker zal, indien het geval zich voordoet, aan de bevoegde overheid de toelating aanvragen betreffende de handel, de nijverheid of het beroep, welke hij zinnens is uit te oefenen in het gebruikt eigendom. De stad verstaat te dezer zake enkel te handelen in hoedanigheid van eigenares van het eigendom en niets te waarborgen wat betreft het uitoefenen der rechten van de stad, handelend als bestuurlijke macht. 14. De gebruiker is verplicht het eigendom, drie maand voor dat hij het verlaat, door middel van een plakbericht te huur te laten aankondigen en het te laten bezichtigen door alle liefhebbers welke zich daartoe zullen aanbieden op dagen en uren door de stad vast te stellen en dit tenminste drie dagen per week en drie uren per dag, zonder dat hij uit dien hoofde van de stad enige schadevergoeding kan vergen. Hetzelfde zal plaats hebben te alle tijde, ingeval van verkoop in het openbaar of uit de hand. 15. Bij het eindigen of opzeggen van het gebruiksrecht, zal de stad de keuze hebben ofwel de gebruiker te verplichten het eigendom in zijn oorspronkelijke staat te herstellen, ofwel zonder vergoeding, de veranderingen te behouden welke door hem mochten uitgevoerd zijn. 16. Uit welken hoofde het ook zij zal de gebruiker geen schadeloosstelling kunnen eisen van de stad Kortrijk, tijdens of na het eindigen van het gebruiksrecht. 17. De gebruiker machtigt de stad om op zijn kosten en perijkel te handelen indien hij nalatig bleef in het stipt naleven van een der opgelegde voorwaarden.