Casinoplein 6 - 8500 Kortrijk
BURGERRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID PRIVE LEVEN ALGEMENE POLISVOORWAARDEN INHOUDSOPGAVE BEPALINGEN
2
VERPLICHTE MEDEDELINGEN
2
BURGERRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID
3
HOOFDSTUK 1
VOORWERP EN OMVANG VAN DE WAARBORG
3
ARTIKEL 1. ARTIKEL 2. ARTIKEL 3. ARTIKEL 4. ARTIKEL 5. ARTIKEL 6. ARTIKEL 7.
Verzekerden Derden Gewaarborgde bedragen, vrijstelling, indexering Territoriale geldigheid Omvang van de waarborg in sommige bijzondere gevallen Specifieke waarborgen OPTIE SUPER Uitsluitingen van algemene aard
3 4 4 4 4 7 7
HOOFDSTUK 2
ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
9
ARTIKEL 8. ARTIKEL 9. ARTIKEL 10. ARTIKEL 11. ARTIKEL 12. ARTIKEL 13. ARTIKEL 14. ARTIKEL 15. ARTIKEL 16. ARTIKEL 17. ARTIKEL 18. ARTIKEL 19. ARTIKEL 20. ARTIKEL 21. ARTIKEL 22. ARTIKEL 23.
Aanvang van de overeenkomst Duur van de overeenkomst Betaling van de premie Aanpassing van voorwaarden en tarief Opzegging van de overeenkomst Opzeggingswijze Beschrijving en wijziging van het risico Schadegevallen Eigen recht van de benadeelde derden Recht van verhaal van de maatschappij Subrogatie Beperking verhaal en subrogatie Verscheidene verzekeringnemers Overlijden van de verzekeringnemer Indexatie Woonplaats, kennisgeving, rechtsgebied
9 9 9 9 10 10 10 11 12 12 12 13 13 13 13 13 14
INLEIDING ARTIKEL 1. Voorwerp van de waarborg ARTIKEL 2. Omvang van de waarborg ARTIKEL 3. Onvermogen van de aansprakelijke derde ARTIKEL 4. Uitsluitingen ARTIKEL 5. Vrije keuze van advocaat en deskundige ARTIKEL 6. Objectiviteitsclausule ARTIKEL 7. Subrogatie ARTIKEL 8. Territoriale geldigheid
14 14 14 14 15 15 15 16 16
Ref. PR-13.02-05.2009
RECHTSBIJSTAND
—1—
BEPALINGEN
Voor de toepassing van deze polis wordt verstaan onder: — MAATSCHAPPIJ: NV PIETTE & PARTNERS Verzekeringsmaatschappij met maatschappelijke zetel in België te 8500 KORTRIJK, Casinoplein 6; verzekeringsonderneming toegelaten onder codenummer 1037 (K.B. van 05.02.1993 — B.S. van 26.02.1993). — VERZEKERINGNEMER: de onderschrijver van de overeenkomst.
VERPLICHTE MEDEDELINGEN KRACHTENS DE WET VAN 8 DECEMBER 1992 TOT BESCHERMING VAN DE PERSOON LIJKE LEVENSSFEER. Iedere persoon, over wie persoonsgegevens verzameld of geregistreerd worden in één of meer verwerkingen van de NV PIETTE & PARTNERS Verzekeringsmaatschappij, wordt van de volgende punten op de hoogte gebracht: a) krachtens de artikelen 4 en 9 De houder van het bestand is NV PIETTE & PARTNERS Verzekeringsmaatschappij, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is in België te 8500 KORTRIJK, Casinoplein 6. De gegevens worden verzameld of geregistreerd met als doel: de opname in het algemeen bestand; aanvaarding en evaluatie van de risico’s; uitgifte en beheer van verzekeringsovereenkomsten; de identificatie van de schadegevallen, de tussenpersoon en de betrokken partijen (verzekerde, begunstigde, enz.); statistische en commerciële doeleinden. Overeenkomstig het Koninklijk Besluit van 7 september 1993 heeft iedere persoon die zijn identiteit bewijst het recht om mededeling te krijgen van de hem betreffende gegevens uit het bestand. Vooraf dient een bedrag gestort van € 3,00 op rekening nummer 466-7194001-07 voor administratiekosten. Hij heeft tevens het recht om kosteloos onjuiste gegevens die hemzelf betreffen, te laten verbeteren en om de schrapping of het gebruiksverbod te verkrijgen van ieder persoonsgegeven dat, rekening houdend met het doel van de verwerking, onvolledig of niet ter zake dienend is. Dit geldt tevens voor gegevens die langer in het bestand zijn bewaard dan toegestaan of waarvan de bewaring verboden is. Om dit recht uit te oefenen, richt de persoon in kwestie een gedateerde en ondertekende aanvraag aan de dienst “Administratie” van de NV PIETTE & PARTNERS Verzekeringsmaatschappij. Bovendien mag hij het openbaar register van de geautomatiseerde verwerkingen van persoonsgegevens raadplegen, dat bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer gehouden wordt. b) krachtens artikel 7 De verzekerde geeft hierbij zijn bijzondere toestemming aan NV PIETTE & PARTNERS Verzekeringsmaatschappij, Casinoplein 6 te 8500 KORTRIJK, om de medische gegevens die op hem betrekking hebben, te verwerken met het oog op een vlot beheer van het dossier. Tevens stemt hij erin toe dat NV PIETTE & PARTNERS Verzekeringsmaatschappij deze medische gegevens, voor zover als nodig, doorgeeft aan een beoefenaar van de geneeskunde of aan diens medische ploeg. c) krachtens artikel 8 De verzekerde neemt er akte van dat gerechtelijke gegevens die op hem betrekking hebben eventueel rechtstreeks zullen verwerkt worden en hij ziet af van het recht, daarover, voor het begin van de verwerking, te worden ingelicht (K.B. van 7 februari 1995). KRACHTENS HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 22 NOVEMBER 1994 AANGAANDE DE CONTROLE OP DE VERZEKERINGSONDERNEMINGEN. Elke klacht met betrekking tot de overeenkomst kan ingediend worden bij de Ombudsman van de Verzekeringen, de Meeûsplantsoen, 35 te 1000 Brussel of bij de Commissie voor het Bank-, Financie-en Assurantiewezen, Congresstraat 12-14 te 1000 Brussel, onverminderd de mogelijkheid voor de verzekeringnemer een gerechtelijke procedure aan te spannen. Het Belgisch recht is van toepassing op deze overeenkomst.
—2—
BURGERRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID HOOFDSTUK 1.
VOORWERP EN OMVANG VAN DE WAARBORG Overeenkomstig het Koninklijk Besluit van 12 januari 1984 tot vaststelling van de minimumgarantievoorwaarden, dekt de maatschappij, ten belope van de gewaarborgde bedragen, de burgerrechtelijke aansprakelijkheid die krachtens de artikelen 1382 tot 1386bis van het Burgerlijk Wetboek en gelijkaardige bepalingen van buitenlands recht kan ten laste vallen van de VERZEKERDEN, voor schade berokkend aan DERDEN in hoofde van het PRIVE LEVEN.
ARTIKEL 1.
Verzekerden OPTIE BASIS a) De verzekeringnemer voor zover hij zijn hoofdverblijf in België heeft (of in Duitsland indien hij lid is van het burgerlijk of militair personeel van de Belgische Strijdkrachten in Duitsland); b) De met hem samenwonende echtgenoot; hieronder wordt ook verstaan de levensgezel(lin) die met de verzekeringnemer een duurzaam gezin vormt; c) Alle bij de verzekeringnemer inwonende personen. De hoedanigheid van verzekerde geldt evenwel ook voor: — personen die om studieredenen buiten het hoofdverblijf van de verzekeringnemer verblijven; — de dienstplichtigen en gewetensbezwaarden voor zover respectievelijk de militaire overheid of de diensten en instellingen aan wie ze toegewezen zijn geen verantwoordelijkheid voor hun daden dragen; d) Het huispersoneel en de gezinshelp(st)ers wanneer zij handelen in privé-dienst van een verzekerde; e) De personen die, buiten elke beroepsbedrijvigheid, kosteloos of bezoldigd, belast zijn met de bewaking van de: — met de verzekeringnemer samenwonende kinderen; — in de waarborg opgenomen dieren die aan de verzekeringnemer toebehoren; telkens hun aansprakelijkheid ingevolge deze bewaking in het geding komt. OPTIE SUPER Worden eveneens als “verzekerden” beschouwd: — het huispersoneel en de gezinshelp(st)ers wanneer zij handelen in privé-dienst van een verzekerde, of in bijkomende orde ten dienste staan van een verzekerde vermeld in artikel 1.a) en b), die in zijn hoofdverblijfplaats een vrij beroep uitoefent; — de verzekerde kinderen wanneer zij tijdens de schoolvakantie of vrije tijd diensten verlenen aan derden, zelfs tegen bezoldiging; prestaties in het kader van een arbeidsovereenkomst blijven evenwel uitgesloten; — de minderjarige kinderen van derden die tijdelijk onder toezicht van de verzekerden staan, kosteloos of bezoldigd, maar buiten elke beroepsbedrijvigheid. Bovendien wordt artikel 1.c) gewijzigd als volgt: “Verzekerden” zijn: Alle bij de verzekeringnemer inwonende personen. De hoedanigheid van verzekerde geldt evenwel ook voor: — personen die om studie- of beroepsredenen buiten het hoofdverblijf van de verzekeringnemer verblijven; — de dienstplichtigen en gewetensbezwaarden voor zover respectievelijk de militaire overheid of de diensten en instellingen aan wie ze toegewezen zijn, geen verantwoordelijkheid voor hun daden dragen; — de niet-inwonende minderjarige kinderen van de verzekeringnemer en de met hem samenwonende echtgenoot, zolang zij zelf nog geen eigen gezin gevormd hebben of nog niet beschikken over een eigen inkomen. —3—
ARTIKEL 2.
Derden OPTIE BASIS Elke andere persoon dan de verzekerden bepaald in artikel 1.a), b), c) en d). Niettemin behouden de verzekerden zoals omschreven in artikel 1.d) hun hoedanigheid van derde wanneer het gaat om de vergoeding van hun lichamelijke schade. OPTIE SUPER Worden eveneens als “derden” beschouwd: — het huispersoneel en de gezinshelp(st)ers wanneer zij handelen in de privé-dienst van een verzekerde of in bijkomende orde ten dienste staan van een verzekerde vermeld in artikel 1.a) en b), die in zijn hoofdverblijfplaats een vrij beroep uitoefent; — de minderjarige kinderen van derden die tijdelijk onder toezicht van de verzekerden staan, kosteloos of bezoldigd, maar buiten elke beroepsbedrijvigheid.
ARTIKEL 3.
Gewaarborgde bedragen, vrijstelling, indexering a) Dekking wordt verleend voor: — lichamelijke schade, ten belope van € 12.500.000,00 per schadegeval; — stoffelijke schade, ten belope van € 1.875.000,00 per schadegeval. De dadingen met het Openbaar Ministerie, de gerechtelijke geldboeten, de minnelijke of administratieve schikkingen, alsook de kosten van strafvervolging vallen niet ten laste van de maatschappij; b) Een vrijstelling van € 123,95 per schadegeval wordt toegepast voor de stoffelijke schade; deze vrijstelling kan niet afgekocht noch verzekerd worden; c) De gewaarborgde bedragen en de vrijstelling zijn gekoppeld aan het indexcijfer der consumptieprijzen. Het basisindexcijfer is dit van december 1983, dit is 119.64 (op basis 100 in 1981). Het indexcijfer dat zal worden toegepast is dit van de maand die het schadegeval voorafgaat.
ARTIKEL 4.
Territoriale geldigheid OPTIE BASIS De verzekering geldt in al de landen van het geografisch Europa en in die welke aan de Middellandse Zee grenzen. OPTIE SUPER De verzekering geldt in de gehele wereld.
ARTIKEL 5.
Omvang van de waarborg in sommige bijzondere gevallen a) Dieren. OPTIE BASIS De verzekerden genieten de dekking voor de schade veroorzaakt door de huisdieren die hun toebehoren of waarover zij de bewaking hebben.
—4—
Blijft evenwel uit de waarborg gesloten, de schade veroorzaakt door: — rijpaarden (inclusief pony’s gebruikt als rijpaard), waarvan de verzekerde eigenaar is; — al dan niet getemde wilde dieren; — herten en hertachtigen. OPTIE SUPER Is eveneens verzekerd, de schade veroorzaakt: — door maximum twee pony’s, dienstig als rijpaard; — door herten en hertachtigen, indien deze dieren gehouden worden op een terrein met een wildomheining van minimum 2m20 hoogte; — aan gehuurde of ontleende paarden en hun tuig, respectievelijk ten belope van € 2.500,00 en € 625,00. Schade veroorzaakt door rijpaarden, waarvan de verzekerde eigenaar is, en door al dan niet getemde wilde dieren blijft evenwel uit de waarborg gesloten. b) Gebouwen en hun inhoud OPTIE BASIS De verzekerden genieten de dekking voor de schade veroorzaakt door: — het gebouw of het gedeelte van het gebouw dat door de verzekeringnemer als hoofdverblijf bewoond wordt, inbegrepen hun inboedel; — het gebouw of het gedeelte van het gebouw dat door de verzekerden bewoond wordt om studieredenen, inbegrepen hun inboedel; — de al dan niet aan voormelde gebouwen grenzende tuinen en de onbebouwde grondpercelen, die door de verzekerden enkel voor privé-doeleinden gebruikt worden, waarvan de gezamenlijke oppervlakte niet meer dan één hectare bedraagt. In het begrip “gebouw” zijn begrepen: binnenplaatsen, ingangen, afsluitingen en voetpaden (inbegrepen al wat de doorgang belemmert of het niet wegruimen van sneeuw, ijs, ijzel en vuilnis), de radio- of TV-antennes en vlaggenmasten van de verzekerde gebouwen. Is uit de waarborg gesloten, de schade veroorzaakt door: — de liften en goederenliften; — de gebouwen, ter gelegenheid van de opbouw, wederopbouw of de aanpassingswerken eraan. OPTIE SUPER De waarborg wordt uitgebreid tot: — het gebouw of het gedeelte van het gebouw dat door de verzekerden bewoond wordt om studie- of beroepsredenen, inbegrepen hun inboedel; — de al dan niet aangrenzende tuinen en de onbebouwde grondpercelen, die door de verzekerden enkel voor privé-doeleinden gebruikt worden, waarvan de gezamenlijke oppervlakte niet meer dan twee hectaren bedraagt; — de verzekeringnemer als eigenaar van het gebouw bestaande uit maximum drie appartementen, waarvan hij er één als hoofdverblijf bewoont en twee ervan verhuurt, met of zonder garage; — de goederen- en personenliften, geplaatst in het gebouw dat door de verzekeringnemer als hoofdverblijf bewoond wordt, op voorwaarde dat deze regelmatig worden nagezien in uitvoering van een onderhoudsovereenkomst met een terzake erkende instelling. Er is geen dekking indien de schade ontstaan is door eigen gebrek of slecht onderhoud. Indien de verzekeringnemer medeeigenaar is van het gebouw, is de waarborg beperkt tot zijn deel van mede-eigendom; — het gedeelte van het hoofdverblijf van de verzekeringnemer, dat door de verzekerde gebruikt wordt als kantoor of voor de uitoefening van een vrij beroep; —5—
— het gebouw, het gedeelte van het gebouw of de stacaravan, met inbegrip van de inboedel, waarvan de verzekerde eigenaar, huurder of bewoner is, en dat door hem gebruikt wordt als tweede verblijf of vakantieverblijf; — de garages voor privé-gebruik, ook wanneer zij geen deel uitmaken van de verzekerde gebouwen; — de schade veroorzaakt door de gebouwen ter gelegenheid van de opbouw, wederopbouw of de aanpassingswerken (inbegrepen de vergrotingswerken) eraan, indien het gaat om een gebouw dat bestemd is als hoofdverblijfplaats van de verzekeringnemer en voor zover deze werken de stabiliteit van het verzekerde gebouw of de aangrenzende gebouwen niet in het gedrang brengen. De al dan niet bebouwde onroerende goederen, niet verzekerd in artikel 5.b), zijn verzekerbaar mits betaling van een bijpremie. c) Verplaatsingen en vervoermiddelen OPTIE BASIS 1. De verzekerden zijn gedekt tijdens verplaatsingen, zelfs om beroepsredenen, onder andere gedaan als voetganger, eigenaar, houder of gebruiker van fietsen en andere rijwielen zonder motor, alsook als passagier van om het even welk voertuig (uitgezonderd de gevallen van aansprakelijkheid bepaald in de Belgische of buitenlandse wetgevingen betreffende de verplichte verzekering inzake motorrijtuigen); 2. Voor de landmotorrijtuigen die onderworpen zijn aan een bij wet verplichte verzekering, of spoorrijtuigen wordt slechts dekking verleend voor de schade veroorzaakt door verzekerden aan derden wanneer de verzekerden een soortgelijk voertuig besturen zonder de daartoe vereiste leeftijd te hebben bereikt en buiten medeweten van de ouders, van de personen die ze onder hun hoede hebben en van de houder van het voertuig; 3. Wordt uit de waarborg gesloten, de schade veroorzaakt door het gebruik van luchtvaartuigen die aan een verzekerde toebehoren of die door hem in huur genomen of gebruikt worden; 4. Wordt uit de waarborg gesloten, de schade veroorzaakt door het gebruik van zeilboten van meer dan 200 kg of motorboten die aan een verzekerde toebehoren of door hem gehuurd of gebruikt worden. OPTIE SUPER Is eveneens verzekerd: — de schade veroorzaakt door het gebruik van zeilboten tot max. 300 kg en motorbootjes tot max. 5 pk Din; — de schade veroorzaakt door verzekerden of kinderen van derden, waarvoor de verzekerden op dat ogenblik aansprakelijk zijn, die een motorrijtuig, onderworpen aan een bij wet verplichte verzekering, of een spoorrijtuig besturen of in beweging brengen zonder de daartoe wettelijk vereiste leeftijd te hebben bereikt, buiten medeweten van de ouders of de personen die ze onder hun hoede hebben. De persoonlijke aansprakelijkheid van de kinderen van derden blijft evenwel uit de waarborg gesloten. De schade aan het bestuurde voertuig is tevens verzekerd op voorwaarde dat de eigenaar en houder ervan een derde is; — de schade veroorzaakt door zelfrijdend tuinmaterieel (o.a. tractorgrasmaaier, motoculteur) dat dient voor privé-gebruik, is verzekerd voor zover dit materieel gebruikt wordt op een privé-terrein of in de onmiddellijke nabijheid ervan. d) Schade aangericht door vuur, brand, ontploffing of rook OPTIE BASIS Wordt uit de waarborg gesloten, de stoffelijke schade aangericht door vuur, brand, ontploffing of rook ingevolge vuur of een brand die ontstaat in of medegedeeld wordt door het gebouw waarvan de verzekerde eigenaar, huurder of bewoner is, met uitzondering evenwel van de schade veroorzaakt in hotels of gelijkaardige logementshuizen, door de verzekerden betrokken tijdens een tijdelijk of toevallig verblijf zowel om privé- als om beroepsredenen.
—6—
OPTIE SUPER De verzekering dekt eveneens de contractuele aansprakelijkheid, die op grond van de artikelen 1732 tot en met 1734 van het Burgerlijk Wetboek kan ten laste gelegd worden van de verzekerden bepaald bij artikel 1.a), b) en c), voor schade door vuur, brand, ontploffing, rook, water en glasbreuk, berokkend aan de gebouwen of gedeelten van gebouwen (daarin begrepen de inhoud) die aan derden toebehoren en in huur genomen worden met het oog op een buitenverblijf, privé- of familiefeesten voor een periode van maximum negentig opeenvolgende dagen per jaar. Het begrip “gebouw” omvat tevens de stacaravans en ziekenhuiskamers. Deze uitbreiding is beperkt tot hoogstens € 50.000,00 per schadegeval. ARTIKEL 6.
Specifieke waarborgen OPTIE SUPER a) Grondverschuiving De schade is gedekt wanneer de aansprakelijkheid van de verzekerden betrokken is in geval van stoffelijke schade veroorzaakt door grondverschuivingen. b) Burenhinder De verzekering wordt uitgebreid tot de burenhinder, die ten laste gelegd wordt van de verzekerde op grond van artikel 544 van het Burgerlijk Wetboek, voor zover de schade het gevolg is van een ongeval, d.w.z. een toevallige en plotselinge gebeurtenis die buiten de wil om van de verzekerde wordt veroorzaakt. c) Kosteloze hulpverlening Zelfs wanneer de personen, verzekerd door artikel 1.a), b) en c), niet aansprakelijk zijn, vergoedt de maatschappij de schade door derden geleden ingevolge hun deelneming, kosteloos en niet beroepshalve, aan het redden van deze verzekerde personen of hun goederen, die een onmiddellijk gevaar lopen. Deze waarborg geldt in de mate dat de schadelijders geen compensatie kunnen bekomen ten laste van een andere instelling of verzekering. Deze waarborg wordt verleend tot beloop van € 25.000,00 per schadegeval. d) Strafrechtelijke borgtocht Wanneer een verzekerde in het buitenland aangehouden wordt naar aanleiding van een gewaarborgd schadegeval en zijn vrijlating afhankelijk wordt gesteld van de betaling van een borgsom, verleent de maatschappij haar borg of schiet het vereiste bedrag voor tot beloop van € 12.500,00 per schadegeval. Zodra de bevoegde overheid aanvaardt de betaalde borgsom vrij te geven of de borgstelling door de maatschappij op te heffen, moet de verzekerde op vraag van de maatschappij alle formaliteiten vervullen die van hem gevergd kunnen worden voor de vrijgave of de opheffing. Wanneer de bevoegde overheid de borgsom, gestort door de maatschappij, geheel of gedeeltelijk verbeurd verklaart of aanwendt tot betaling van een geldboete, een strafrechtelijke dading of gerechtskosten in strafzaken, is de verzekerde gehouden de maatschappij, op haar eerste verzoek, terug te betalen.
ARTIKEL 7.
Uitsluitingen van algemene aard Onverminderd de bepalingen eigen aan sommige bijzondere gevallen, gepreciseerd in de artikelen 5 en 6, wordt uit de waarborg gesloten: a) de schade voortvloeiend uit de burgerrechtelijke aansprakelijkheid die onderworpen is aan een wettelijk verplicht gestelde verzekering (onder meer die bedoeld in de wetgeving op de verplichte verzekering inzake motorrijtuigen). Deze uitsluiting is evenwel niet van toepassing op de door artikel 6, §1, van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers verplicht gestelde verzekering voor burgerrechtelijke aansprakelijkheid; b) de schade voortvloeiend uit de persoonlijke burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekerde die opzettelijk een schadegeval veroorzaakt. Blijft evenwel gewaarborgd, de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekerden wanneer —7—
buiten hun weten de verzekerde minderjarige kinderen opzettelijk schade hebben toegebracht aan derden; c) de schade voortvloeiend uit de persoonlijke burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekerde die de leeftijd van 16 jaar bereikt heeft en die een schadegeval veroorzaakt als gevolg van grove schuld. Als “grove schuld” wordt beschouwd: — het zich bevinden in een staat van dronkenschap of in een gelijkaardige toestand veroorzaakt door het gebruik van andere producten dan alcoholische dranken; — het plegen van agressie op personen of het kwaadwillig beschadigen of ontvreemden van goederen; — weddenschappen, uitdagingen en onmiskenbare roekeloze daden; — het niet in acht nemen van de elementaire voorzorgsmaatregelen om schade te voorkomen; Blijft evenwel gewaarborgd, de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekerden wanneer buiten hun weten de verzekerde minderjarige kinderen in dergelijk geval schade aan derden hebben toegebracht; d) de stoffelijke schade veroorzaakt door grondverschuiving; e) de schade of verzwaring van schade veroorzaakt door: — wapens of tuigen die bestemd zijn om te ontploffen door structuurwijziging van de atoomkern; — elke nucleaire brandstof, elk radioactief product of alle radioactieve afval of door iedere bron van ioniserende straling en waarvoor de aansprakelijkheid uitsluitend berust bij de exploitant van een nucleaire installatie; Uitgesloten zijn ook, behoudens speciale overeenkomst, de schade of de verzwaring van de schade veroorzaakt door iedere bron van ioniserende straling (inzonderheid iedere radio-isotoop) die gebruikt wordt of bestemd is om gebruikt te worden buiten een nucleaire installatie en die de verzekerde of iedere persoon voor wie hij instaat, in eigendom, bewaring of gebruik heeft; f) de schade veroorzaakt door het beoefenen van de jacht alsook de wildschade; g) de schade veroorzaakt aan roerende en onroerende goederen en aan dieren die een verzekerde (al dan niet rechtmatig) onder zijn bewaking heeft; Deze uitsluiting doet geen afbreuk aan de toepassing van artikel 5. c) hiervoor vermeld; h) de schade voortvloeiend uit de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van een verzekerde wegens nietuitvoering, slechte uitvoering of vertraging bij de uitvoering van om het even welke contractuele verplichting.
—8—
HOOFDSTUK 2.
ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
ARTIKEL 8.
Aanvang van de overeenkomst De waarborg gaat in op de in de bijzondere voorwaarden aangegeven datum na ondertekening van de polis door beide partijen, maar ten vroegste na betaling van de eerste premie.
ARTIKEL 9.
Duur van de overeenkomst De overeenkomst is gesloten voor de duur van één jaar. Op de eindvervaldag wordt de overeenkomst van rechtswege vernieuwd voor achtereenvolgende periodes van één jaar, behoudens opzegging door de verzekeringnemer of de maatschappij. Deze opzegging dient te gebeuren ten minste drie maanden voor het verstrijken van de lopende periode bij een ter post aangetekende brief, bij deurwaardersexploot of door afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs. Het uur van de aanvang en de beëindiging van de overeenkomst is, bij overeenkomst, vastgesteld op 0 uur.
ARTIKEL 10.
Betaling van de premie De premie is een haalschuld, is jaarlijks en ondeelbaar. Zij is vooraf betaalbaar op aanbieding van het kwijtschrift of een vervaldagbericht en wordt verhoogd met de taksen op de verzekerings overeenkomsten en de opgelegde bijdragen. Indien de premie niet volledig betaald is binnen 15 dagen te rekenen vanaf de dag volgend op de dag van de betekening van het deurwaardersexploot of de afgifte bij de post van de aangetekende brief, houdende ingebrekestelling van de verzekeringnemer, wordt de waarborg onmiddellijk na het verstrijken van deze termijn geschorst. Indien de maatschappij haar verplichting tot het verlenen van dekking geschorst heeft, kan zij de overeenkomst opzeggen indien zij zich dat recht in de ingebrekestelling heeft voorbehouden; in dat geval wordt de opzegging van kracht na het verstrijken van ten minste 15 dagen te rekenen vanaf de eerste dag van de schorsing. Heeft de maatschappij zich de mogelijkheid om de overeenkomst op te zeggen niet voorbehouden in de ingebrekestelling, dan kan de opzegging slechts gebeuren mits een nieuwe aanmaning wordt gedaan. De maatschappij behoudt zich het recht voor om de premies op te eisen die tijdens de periode van de schorsing nog vervallen. Het recht van de maatschappij wordt evenwel beperkt tot de premies voor twee opeenvolgende jaren. De geschorste waarborg herneemt slechts zijn uitwerking om 0 uur de dag volgend op de integrale betaling van de vervallen premies, vermeerderd met de intresten en de kosten, op de zetel van de maatschappij.
ARTIKEL 11.
Aanpassing van voorwaarden en tarief Indien de maatschappij de verzekeringsvoorwaarden en haar tarief of enkel haar tarief wijzigt, past zij deze overeenkomst aan op de volgende jaarlijkse vervaldag. Zij stelt de verzekeringnemer van deze aanpassing in kennis minstens 90 dagen voor die vervaldag. De verzekeringnemer mag evenwel de overeenkomst opzeggen binnen 30 dagen na de kennisgeving van de aanpassing. Door deze opzegging eindigt de overeenkomst op de volgende jaarlijkse vervaldag. Indien de verzekeringnemer geen gebruik maakt van deze opzegmogelijkheid worden de nieuwe voorwaarden als aangenomen beschouwd. De in het vorig lid bepaalde opzegmogelijkheid bestaat niet wanneer de wijziging van het tarief of van de verzekeringsvoorwaarden voortvloeit uit een algemene aanpassing die door de bevoegde overheid wordt opgelegd en die, in de toepassing ervan, gelijk is voor alle maatschappijen.
—9—
ARTIKEL 12.
Opzegging van de overeenkomst De maatschappij kan de overeenkomst opzeggen: a) tegen het einde van elke verzekeringsperiode overeenkomstig artikel 9; b) in geval van opzettelijk verzwijgen of opzettelijk onjuist mededelen van gegevens betreffende het risico in de loop van de overeenkomst volgens de voorwaarden voorzien in artikel 14; c) in geval van onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist mededelen van gegevens betreffende het risico bij het sluiten van de overeenkomst en in geval van verzwaring van het risico, volgens de voorwaarden voorzien in artikel 14; d) in geval van niet-betaling van de premie overeenkomstig artikel 10; e) na schadegeval, maar uiterlijk één maand na de volledige uitbetaling of de weigering tot uitbetaling van de schadevergoeding; f) in geval van bedrieglijk niet nakomen door een verzekerde van zijn verplichtingen bij schadegeval; g) in geval van overlijden van de verzekeringnemer overeenkomstig artikel 20. De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen: a) tegen het einde van elke verzekeringsperiode overeenkomstig artikel 9; b) na schadegeval, maar uiterlijk één maand na de kennisgeving door de maatschappij van de uitbetaling of de weigering tot uitbetaling van de schadevergoeding; c) in geval van wijziging van de verzekeringsvoorwaarden en/of het tarief overeenkomstig artikel 11; d) in geval van vermindering van het risico, volgens de voorwaarden voorzien in artikel 14.
ARTIKEL 13.
Opzeggingswijze De opzegging geschiedt bij een ter post aangetekende brief, bij deurwaardersexploot of door afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs. Behoudens in de gevallen bedoeld in de artikelen 9, 10 en 11, gaat de opzegging in na het verstrijken van een termijn van één maand te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de datum van het ontvangstbewijs of, in het geval van een aangetekende brief, te rekenen van de dag volgend op de afgifte bij de post. De opzegging van de overeenkomst door de maatschappij, na aangifte van een schadegeval, wordt van kracht drie maanden na de dag van de betekening. Wanneer de verzekeringnemer, de verzekerde of de begunstigde één van zijn verplichtingen, ontstaan door het schadegeval, niet is nagekomen met de bedoeling de maatschappij te misleiden, wordt de opzegging evenwel van kracht één maand na de dag van de betekening ervan, op voorwaarde dat de maatschappij bij een onderzoeksrechter een klacht met burgerlijke partijstelling heeft ingediend tegen een van deze personen of hem voor het vonnisgerecht heeft gedagvaard, op basis van de artikelen 193, 196, 197, 496 of 510 tot 520 van het Strafwetboek.
ARTIKEL 14.
Beschrijving en wijziging van het risico a) Beschrijving van het risico 1. De verzekeringnemer is verplicht bij het sluiten van de overeenkomst alle hem bekende omstandigheden nauwkeurig mede te delen die hij redelijkerwijs moet beschouwen als gegevens die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van het risico door de maatschappij. Indien op sommige schriftelijke vragen van de maatschappij niet wordt geantwoord, bijvoorbeeld op de vragen in het verzekeringsvoorstel, en de maatschappij toch de overeenkomst heeft gesloten, kan zij zich, behalve in geval van bedrog, later niet meer op dat verzuim beroepen. Dit is eveneens het geval indien de maatschappij de overeenkomst zonder een behoorlijk ingevuld verzekeringsvoorstel heeft gesloten. 2. Wanneer het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist mededelen van gegevens over het risico de maatschappij misleidt bij de beoordeling van dat risico, is de overeenkomst nietig. De premies die vervallen zijn tot op het ogenblik waarop de maatschappij kennis heeft gekregen van het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist mededelen van gegevens, komen haar toe.
— 10 —
3. Wanneer het verzwijgen of het onjuist mededelen van gegevens niet opzettelijk geschiedt, stelt de maatschappij, binnen de termijn van één maand te rekenen van de dag waarop zij van het verzwijgen of van het onjuist mededelen van gegevens kennis heeft gekregen, voor de overeenkomst te wijzigen met uitwerking op de dag waarop zij kennis heeft gekregen van het verzwijgen of van het onjuist mededelen van gegevens. Indien het voorstel tot wijziging van de overeenkomst door de verzekeringnemer wordt geweigerd of indien, na het verstrijken van de termijn van één maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet aanvaard wordt, kan de maatschappij de overeenkomst opzeggen binnen de 15 dagen. Niettemin kan de maatschappij, indien zij het bewijs levert dat zij het risico nooit zou hebben verzekerd, de overeenkomst opzeggen binnen de termijn van één maand te rekenen van de dag waarop zij van het verzwijgen of het onjuist mededelen van gegevens kennis heeft gekregen. b) Wijziging van het risico In de loop van de overeenkomst heeft de verzekeringnemer de verplichting om, onder de voorwaarden van artikel 14.a) de nieuwe omstandigheden of de wijzigingen van de omstandigheden aan te geven die van die aard zijn om een aanmerkelijke en blijvende verzwaring van het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet, te bewerkstelligen. 1. Wanneer het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet, zo verzwaard is dat de maatschappij, indien die verzwaring bij het sluiten van de overeenkomst had bestaan, onder andere voorwaarden zou hebben verzekerd, moet zij binnen een termijn van één maand, te rekenen vanaf de dag waarop zij van de verzwaring kennis heeft gekregen, de wijziging van de overeenkomst voorstellen met terugwerkende kracht tot de dag van de verzwaring. Indien het voorstel tot wijziging van de overeenkomst door de verzekeringnemer wordt geweigerd of indien, bij het verstrijken van een termijn van één maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet wordt aanvaard, kan de maatschappij de overeenkomst opzeggen binnen de 15 dagen. Indien de maatschappij het bewijs levert dat zij het verzwaarde risico in geen geval zou hebben verzekerd, kan zij de overeenkomst opzeggen binnen een termijn van één maand te rekenen vanaf de dag waarop zij kennis heeft gekregen van de verzwaring. 2. Wanneer, in de loop van de overeenkomst, het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet, aanzienlijk en blijvend verminderd is en wel zo dat de maatschappij, indien die vermindering bij het sluiten van de overeenkomst had bestaan, onder andere voorwaarden zou hebben verzekerd, staat zij een overeenkomstige vermindering van de premie toe vanaf de dag waarop zij van de vermindering van het risico kennis heeft gekregen. Indien de contractanten het over de nieuwe premie niet eens worden binnen één maand na de aanvraag tot vermindering door de verzekeringnemer, kan deze laatste de overeenkomst opzeggen. ARTIKEL 15.
Schadegevallen a) Verplichtingen van de verzekeringnemer en de verzekerden Ten allen tijde moeten de verzekeringnemer en de verzekerden alle dringende en redelijke maatregelen nemen om de schadegevallen te voorkomen. Bij schadegeval moeten de verzekeringnemer en de verzekerden: 1. alle dringende en redelijke maatregelen treffen om de schade te voorkomen en te beperken; 2. het schadegeval onmiddellijk schriftelijk bij de maatschappij aangeven en dit uiterlijk binnen de acht dagen te rekenen van de dag waarop het schadegeval zich voordeed of, in geval van overmacht, zo snel als redelijkerwijze mogelijk is; 3. de maatschappij alle juiste, volledige en nuttige inlichtingen verstrekken en haar alle bewijsstukken en alle documenten in verband met het schadegeval overmaken; 4. alle richtlijnen van de maatschappij volgen en alle stappen ondernemen die door haar worden gevraagd;
— 11 —
5. alle gerechtelijke en buitengerechtelijke akten binnen de 48 uur na hun betekening aan de maatschappij overmaken, op de zittingen verschijnen, zich onderwerpen aan alle onderzoeksmaatregelen bevolen door de rechtbank en alle rechtsplegingshandelingen vervullen die door de maatschappij worden gevraagd; 6. zich onthouden van elke erkenning van aansprakelijkheid, van elke transactie, van elke vaststelling van schade, van elke betaling of belofte tot schadevergoeding. Het louter erkennen van de feiten of het verschaffen van eerste materiële hulp of medische bijstand worden evenwel niet aanzien als een erkenning van aansprakelijkheid. Indien de verzekerde een van deze verplichtingen niet nakomt, kan de maatschappij haar prestaties verminderen of terugvorderen in de mate waarin zij, door de tekortkoming van de verzekerde, nadeel heeft geleden, tenzij de verzekerde één van zijn verplichtingen met bedrieglijk opzet niet heeft nageleefd, in welk geval de maatschappij haar waarborg kan weigeren. b) Verplichtingen van de maatschappij Vanaf het ogenblik dat de maatschappij tot het geven van dekking is gehouden en voor zover deze wordt ingeroepen, is zij verplicht zich achter de verzekerde te stellen binnen de grenzen van de dekking. Ten aanzien van de burgerrechtelijke belangen en in zover de belangen van de maatschappij en van de verzekerde samenvallen, heeft de maatschappij het recht om, in de plaats van de verzekerde, de vordering van de benadeelde te bestrijden. De maatschappij kan deze laatste vergoeden indien daartoe grond bestaat. De tussenkomst van de maatschappij houdt geen enkele erkenning in van aansprakelijkheid vanwege de verzekerde en zij mag hem ook geen nadeel berokkenen. ARTIKEL 16.
Eigen recht van de benadeelde derden De benadeelde derden beschikken over een eigen recht tegen de maatschappij. De maatschappij kan slechts de excepties, de nietigheid en het verval van recht voortvloeiend uit de wet of de overeenkomst tegenwerpen aan de benadeelde persoon voor zover deze hun oorzaak vinden in een feit dat het schadegeval voorafgaat.
ARTIKEL 17.
Recht van verhaal van de maatschappij Wanneer de maatschappij gehouden is ten aanzien van een benadeelde derde, heeft zij, behoudens iedere andere mogelijke vordering waarover zij beschikt, een recht van verhaal tegen de verzekeringnemer en indien daartoe grond bestaat tegen de verzekerde die niet de verzekeringnemer is, in de mate dat zij, krachtens de wet of de overeenkomst, haar prestaties had kunnen weigeren of verminderen.
ARTIKEL 18.
Subrogatie De maatschappij, die de schadevergoeding betaald heeft, treedt ten belope van het bedrag van die vergoeding in de rechten en rechtsvorderingen van de verzekerde of de begunstigde tegen de aansprakelijke derden. Overeenkomstig het vergoedingsbeginsel moeten de kosten gerecupereerd ten laste van derden en de rechtsplegingsvergoeding, terugbetaald worden aan de maatschappij. Indien, door toedoen van de verzekerde of de begunstigde, de indeplaatsstelling geen gevolg kan hebben ten voordele van de maatschappij, kan deze van hem de terugbetaling vorderen van de betaalde schadevergoeding in de mate van het geleden nadeel. De indeplaatsstelling mag de verzekerde of de begunstigde, die slechts gedeeltelijk vergoed is, niet benadelen. In dat geval kan hij zijn rechten uitoefenen voor hetgeen hem nog verschuldigd is, bij voorrang boven de maatschappij. De maatschappij heeft geen verhaal op de bloedverwanten in de rechte opgaande of nederdalende lijn, de echtgenoot of de aanverwanten in de rechte lijn van de verzekerde, noch op de bij hem inwonende personen, zijn gasten en zijn huispersoneel, behoudens kwaad opzet. De maatschappij kan evenwel verhaal uitoefenen op de hierboven vermelde personen, voor zover hun aansprakelijkheid daadwerkelijk door een verzekeringsovereenkomst is gedekt. — 12 —
ARTIKEL 19.
Beperking verhaal en subrogatie Wanneer het in de artikelen 17 en 18 voorziene recht van verhaal en subrogatierecht van de maatschappij gericht is tegen een verzekerde die minderjarig was op het ogenblik van de gebeurtenis die aanleiding heeft gegeven tot de schade, wordt het beperkt tot de netto-uitgaven (de door de maatschappij uitbetaalde schadevergoedingen in hoofdsom, alsmede de gerechtskosten en intresten, verminderd met de gerecupereerde bedragen). Bovendien wordt het maximumbedrag van de subrogatie of het verhaal bepaald als volgt : - indien de netto-uitgaven niet hoger zijn dan 11.000,00 EUR kan de subrogatie of het verhaal integraal worden uitgeoefend; - indien de netto-uitgaven hoger zijn dan 11.000,00 EUR, wordt dit laatste bedrag verhoogd met de helft van het gedeelte dat het bedrag van 11.000,00 EUR overschrijdt; - de subrogatie of het verhaal bedraagt maximum 31.000,00 EUR.
ARTIKEL 20.
Verscheidene verzekeringnemers Indien er verscheidene verzekeringnemers zijn, zijn zij hoofdelijk en ondeelbaar gebonden en iedere mededeling van de maatschappij tot één van hen gericht, is geldig ten opzichte van allen.
ARTIKEL 21.
Overlijden van de verzekeringnemer In geval van overlijden van de verzekeringnemer blijft de overeenkomst voortbestaan ten voordele van de erfgenamen, die verplicht zijn de premies te betalen. De overeenkomst kan evenwel opgezegd worden: — door de maatschappij binnen de drie maanden vanaf de dag dat zij kennis kreeg van het overlijden; — door de erfgenamen binnen drie maanden en veertig dagen na het overlijden.
ARTIKEL 22.
Indexatie De handelspremie, die vastgesteld is voor het deel van de overeenkomst dat overeenstemt met de minimumgarantievoorwaarden opgelegd door het K.B. van 12 januari 1984, schommelt op de jaarlijkse vervaldag van de premie op basis van de verhouding tussen: a) het indexcijfer van de consumptieprijzen, dat wordt vastgesteld door het Ministerie van Economische Zaken (of ieder ander indexcijfer dat dit Ministerie ervoor in de plaats zou stellen), voor de maand december van het jaar dat de jaarlijkse vervaldag van de premie voorafgaat (jaar n-1), en b) het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand december van het jaar dat het onder a) hiervoor bedoelde jaar voorafgaat (n-2). Deze schommeling zal worden vastgesteld bij ministeriële beslissing.
ARTIKEL 23.
Woonplaats, kennisgeving, rechtsgebied De woonplaats van beide partijen wordt in rechte gekozen: die van de maatschappij op haar maatschappelijke zetel, die van de verzekeringnemer op zijn adres, aangeduid in de bijzondere voorwaarden of op het adres dat hij later aan de maatschappij opgeeft. Om geldig te zijn, dienen alle mededelingen aan de maatschappij gericht te worden aan haar maatschappelijke zetel. De berichten bestemd voor de verzekeringnemer worden geldig overgemaakt op zijn officieel door de maatschappij laatstgekende woonplaats. Alle betwistingen in verband met de verplichtingen van de partijen en de uitvoering van de overeenkomst behoren tot de bevoegdheid van de Belgische hoven en rechtbanken.
— 13 —
RECHTSBIJSTAND INLEIDING De algemene en bijzondere voorwaarden van de afdeling “Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid” van onderhavige polis zijn van toepassing in de mate waarin ze niet onverenigbaar zijn met de hiernavermelde bepalingen. ARTIKEL 1.
Voorwerp van de waarborg Binnen de perken van de verzekerde risico’s waarborgt de maatschappij de betaling van de noodzakelijke erelonen en kosten voor onderzoek, expertise en procedure, om: a) de strafrechtelijke verdediging van de verzekerde waar te nemen wanneer hij, naar aanleiding van een schadegeval dat onder de waarborgen van de afdeling “Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid” van onderhavige polis valt, vervolgd wordt wegens: — inbreuk op de wetten en openbare reglementen, — onvrijwillige doodslag of onvrijwillige slagen en verwondingen; b) verhaal uit te oefenen, in der minne of voor het gerecht, buiten elke overeenkomst om, tegen de aansprakelijke derden, voor een schadegeval, dat onder de waarborgen van de afdeling “Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid” van onderhavige polis valt en lichamelijke of materiële schade veroorzaakt aan een verzekerde, vermeld in artikel 1.a), b) en c); c) vergoeding te bekomen voor de verzekerde, vermeld in artikel 1.a), b) en c), op basis van artikel 29bis van de Wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, van alle schade, met uitzondering van de stoffelijke schade, veroorzaakt aan die verzekerde bij een verkeersongeval waarbij een motorrijtuig betrokken is en voortvloeiend uit lichamelijke letsels of het overlijden.
ARTIKEL 2.
Omvang van de waarborg De maatschappij neemt de kosten van verdediging en verhaal op zich ten belope van € 12.500,00 per schadegeval. De kosten van afkoop van vervolging, boeten en opdeciemen vallen niet ten laste van de maatschappij. Bij ontoereikendheid van het verzekerd bedrag bepaalt de verzekeringnemer de voorrang die aan iedere verzekerde moet worden verleend.
ARTIKEL 3.
Onvermogen van de aansprakelijke derde Indien de verzekerde schade leed die de maatschappij krachtens de waarborg “Rechtsbijstand” van onderhavige polis gehouden is terug te vorderen van de aansprakelijke derde en het vast staat dat deze geïdentificeerde aansprakelijke derde onvermogend is, waarborgt de maatschappij, tot beloop van € 6.250,00 per schadegeval, aan de verzekerde de betaling van de vergoeding die voor rekening van die derde komt en dit in de mate dat geen enkel openbaar of privé-organisme ervan schuldenaar kan worden verklaard. Bij ontoereikendheid van het verzekerd bedrag zullen de verzekeringnemer, zijn echtgenoot en hun kinderen voorrang hebben op de andere verzekerden.
— 14 —
ARTIKEL 4.
Uitsluitingen De maatschappij is niet verplicht: — gerechtelijk verhaal uit te oefenen wanneer het bedrag van de door verzekerde geleden schade in hoofdsom geen € 123,95, geïndexeerd overeenkomstig artikel 3.c) van de algemene polisvoorwaarden, bedraagt; — een rechtsgeding in te spannen of verhaal uit te oefenen, indien uit de ingewonnen inlichtingen blijkt dat: — de aansprakelijke derde onvermogend is; — de vordering voorbarig is of geen ernstige kans op slagen biedt of wanneer de geformuleerde voorstellen tot minnelijke regeling billijk geacht worden; — verdere tussenkomst te verlenen voor geschillen die dienen voorgelegd te worden aan het Hof van Cassatie wanneer het terug te vorderen bedrag in hoofdsom minder dan € 1.250,00, geïndexeerd overeenkomstig artikel 3.c) van de Algemene Polisvoorwaarden, bedraagt; — enige tussenkomst te verlenen in de gevallen van uitsluiting, voorzien in artikel 7 van de algemene polisvoorwaarden.
ARTIKEL 5.
Vrije keuze van advocaat en deskundige a) Vooraleer een advocaat of deskundige aangesteld wordt, heeft de maatschappij het recht de belangen van de verzekerde waar te nemen door zelf eerst te streven naar een minnelijke regeling van het schadegeval. Wanneer geen minnelijke regeling kan bekomen worden en tot een gerechtelijke of administratieve procedure moet worden overgegaan, is de verzekerde vrij in de keuze van een advocaat of van iedere andere persoon die de vereiste kwalificaties heeft krachtens de op de procedure toepasselijke wet, om zijn belangen te verdedigen, te vertegenwoordigen of te behartigen. b) Telkens er zich een belangenconflict met de maatschappij voordoet, is de verzekerde vrij in de keuze van advocaat of, zo hij er de voorkeur aan geeft, van iedere andere persoon die de vereiste kwalificaties heeft krachtens de op de procedure toepasselijke wet, om zijn belangen te verdedigen, te vertegenwoordigen of te behartigen. Geschillen omtrent de dekking worden niet beschouwd als belangenconflicten. In geval van gerechtelijke procedure of expertise in het buitenland dient de verzekerde zelf in te staan voor de bijkomende kosten en honoraria die voortvloeien uit de keuze van een advocaat en/of deskundige, die zijn beroep uitoefent in een ander gerechtelijk district dan datgene waar de opdracht moet worden uitgevoerd. Wanneer de verzekerde verandert van advocaat (of gelijkgestelde) of deskundige, zal de maatschappij slechts gehouden zijn de kosten die voortvloeien uit de tussenkomst van de aanvankelijk gekozen advocaat of deskundige ten laste te nemen. Deze bepaling geldt niet in de gevallen waarin de verzekerde, buiten zijn wil om, gedwongen wordt een andere advocaat of deskundige te nemen.
ARTIKEL 6.
Objectiviteitsclausule De verzekerde heeft het recht een advocaat van zijn keuze te raadplegen, onverminderd de mogelijkheid om een rechtsvordering in te stellen, bij verschil van mening met de maatschappij over de gedragslijn die zal worden gevolgd voor de regeling van het schadegeval en na bekendmaking door de maatschappij van haar standpunt of van haar weigering om de stelling van de verzekerde te volgen. Zo de advocaat het standpunt van de maatschappij bevestigt, wordt aan de verzekerde de helft terugbetaald van de kosten en honoraria van deze raadpleging. Indien tegen het advies van deze advocaat de verzekerde, op zijn kosten, een procedure begint en een beter resultaat bekomt dan hetgeen hij zou hebben bekomen indien hij het standpunt van de maatschappij zou hebben gevolgd, is de maatschappij, die de stelling van de verzekerde niet heeft willen volgen, gehouden haar waarborg te verlenen en de kosten van de raadpleging terug te betalen die ten laste van de verzekerde zouden zijn gebleven.
— 15 —
Indien de geraadpleegde advocaat de stelling van de verzekerde bevestigt, is de maatschappij, ongeacht de afloop van de procedure, ertoe gehouden haar waarborg te verlenen met inbegrip van de kosten en de honoraria van de raadpleging. De kosten voortspruitend uit de toepassing van dit artikel maken deel uit van het verzekerd bedrag, vermeld in artikel 2, dat in geen geval mag overschreden worden. ARTIKEL 7.
Subrogatie Overeenkomstig de bepalingen van artikel 41 van de Landswet dd. 25 juni 1992 is de maatschappij, tot beloop van alle aan de verzekerde uitgekeerde vergoedingen en kosten, in de plaats gesteld in de rechten en rechtsvorderingen van de verzekerde tegenover iedere aansprakelijke derde, diens verzekeraar of enige andere persoon of instantie. Dit recht wordt evenwel slechts uitgeoefend in de mate dat de verzekerde achteraf integrale schadeloosstelling bekomen heeft. Overeenkomstig het vergoedingsbeginsel moeten de kosten gerecupereerd ten laste van derden en de rechtsplegingsvergoeding, terugbetaald worden aan de maatschappij. Bij terugvordering van de door verzekerde geleden schade, komt de gebeurlijk gerecupereerde rechtsplegingsvergoeding of gelijkaardige vergoeding naar buitenlands recht toe aan de maatschappij. Overeenkomstig het vergoedingsbeginsel moeten de kosten gerecupereerd ten laste van derden en de rechtsplegingsvergoeding, terugbetaald worden aan de maatschappij.
ARTIKEL 8.
Territoriale geldigheid Deze verzekering Rechtsbijstand geldt in de landen waar de verzekering Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid van deze polis geldt.
— 16 —