OPENBARE WERKEN
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016
oktober 2012
Opdrachtgevers Project Titel rapport Status rapport
: : : :
Gemeente Smallingerland en Wetterskip Fryslân Waterplan 2013-2016 Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 Concept
Projectleider : Date de Vries Auteur : Date de Vries In samenwerking met : Hinke Grasman, Janco den Besten, Douwe de Haan, Ron van Wilpe Jolanda Alma, Auke Eelkema Datum
: 30 oktober 2012
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Inleiding Waterplan 2007-2011: een terugblik Samenhang met andere beleidsplannen Betrokkenheid bewoners en belangengroepen Grondwaterplan Watervisie Maatregelenprogramma
3 7 8 11 13 21 24
Bijlagen: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Projectbeschrijvingen Watersysteembeschrijving Viswatertypologie Resultaten bewonersenquête Resultaten grondwatermeetnet Verwerking ideeën uit klankbordgroep en bewonersenquête
2
28 49 52 54 58 73
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) 1. Inleiding Water is voor de één een bedreiging, voor de ander een vermaak. De beide kanten van het water hebben we in de winter van 2011-2012 ervaren. In december en januari was er in Smallingerland veel water in combinatie met een harde wind uit de verkeerde hoek. Dit resulteerde in een crisissituatie met hoog water. Op zo'n moment blijkt wel weer dat een goed doordacht watersysteem en de juiste mensen in het veld de beste combinatie is om het water in goede banen te leiden. De hele situatie rondom het hoge water liet ook het belang van een goed waterbeheer zien. Betere voorlichting is er bijna niet! Uiteraard ging niet alles goed en werd duidelijk waar het systeem verbeterd kan worden. Na de hoogwatersituatie kwam de vorst en konden er weer mooie schaatstochten worden gemaakt over het prachtige water in Smallingerland. Dan is het extra mooi als er veel aaneengesloten water is, zodat er weinig hoeft te worden gekluund. Zo geldt dat ook voor waterdieren als vissen en amfibieën. Barrières in het watersysteem, zoals stuwen, dammen, damwanden en beschoeiingen kunnen voor deze dieren behoorlijk hinderlijk zijn om verder te trekken. Het waterbeheer in Smallingerland kan middels de metafoor van de brug worden beschreven. Een brug verbindt de verschillende kanten van het water. Dat is de kern van het onlangs afgeronde en het in 2012 op te stellen waterplan. De verschillende beleidsterreinen moeten samenkomen in het waterplan. Daarnaast geeft een brug uitzicht over het water en daarmee een overzicht van wat er speelt. Onderzoek en overleg zijn belangrijk om een goed zicht op het water te houden. Een brug heeft pijlers als fundament. Zo is het ook met goed watermanagement en het waterplan. Het gaat om de fundamenten, de juiste bouwstenen. Een fundering met meerdere pijlers verdient de voorkeur vanuit de integraliteit. Hoe meer pijlers het waterplan ondersteunen, hoe groter het draagvlak en hoe breder de scope van het waterplan. De pijlers van het waterplan zijn: leefbaarheid, beleving, ecologie en voorlichting.
Leefbaarheid ten aanzien van water en de omgeving is van groot belang. Het gaat bij deze pijler om het voorkomen van natte tuinen en parken. We willen zo lang mogelijk van onze leefomgeving genieten. We zien graag water met een goede uitstraling die past bij de omgeving. Water willen we zo lang mogelijk vasthouden op de plek waar het regenwater valt (zie bijlage 2: Watersysteembeschrijving). Projecten uit het vorige waterplan die goed aansluiten bij de pijler leefbaarheid zijn o.a. de grondwateroverlastaanpak, het baggerplan 2011-2020 en de aanleg van de wateras en de nieuwe vijvers in de Bouwen (zie foto volgende pagina). 3
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012)
Ecologie is nauw verbonden met het leven in het water. Waterplanten, vissen, amfibieën en macrofauna zijn goede indicatoren voor de waterkwaliteit. Het ecologische waterbeheer in Smallingerland is daarom gebaseerd op de viswatertypologie (zie bijlage 3). Wanneer het waterleven verstoord is, is dat ook te zien in het water. Daarmee is ecologie ook nauw verbonden met de pijlers leefbaarheid en beleving. Het Groen- en waterplan de Wiken, natuurvriendelijke oevers in de Singels (zie foto) en de aanpak van de ecologische zone in de Drait zijn projecten uit het vorige waterplan die goed passen binnen dit thema.
Beleving van het mooie water in Smallingerland is van groot belang. Zo zijn een hengeltje uitgooien, met de boot varen of met water spelen populair. Projecten uit het waterplan die de beleving van water vergroten, zijn de aanleg van de waterspeelvoorziening in het Drachtster centrum (zie foto volgende pagina) en de uitbreiding van de hengelsportmogelijkheden. 4
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012)
Voorlichting is nodig om een brug te kunnen slaan naar de toekomst. Goed waterbeheer is nodig voor nu en vooral ook voor toekomstige generaties. Niet alleen de uitgevoerde projecten zijn van belang, maar ook hoe bewoners en toekomstige bewoners (schoolkinderen) omgaan met water. Door goede voorlichting te geven over bijvoorbeeld het gebruik van natuurvriendelijke onkruidbestrijding en de omgang met riool-, regen- en drinkwater kan veel worden bereikt. Acties uit het vorige waterplan die hier goed bij aansluiten, zijn de regentonactie, de waterkalender en de waterlessen met bijbehorende sponsoracties op basisscholen (zie foto hieronder).
Met deze pijlers kan de periode 2013-2016 voor wat betreft het waterbeheer in Smallingerland worden overbrugd. Een goed instrument hiervoor is de geactualiseerde watervisie en een nieuw maatregelenprogramma: het Gemeentelijk Waterplan 2013-2016. 5
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) Het waterplan werkt door in andere plannen! Op basis van de watervisie uit 2005 is destijds in 2007 het maatregelenprogramma geschreven. De watervisie is niet alleen van invloed geweest op het maatregelenprogramma van het waterplan. Er zijn ook andere ontwikkelingen in gang gezet of uitgevoerd mede op basis van de watervisie, zoals: -
Gebiedsontwikkeling rondom Oudega; Nieuwbouw in Boornbergum en Drachten (Burmania, Vrijburgh en Maartenswouden); Bedrijvenparken Noorderhogeweg en A7-Noord; De Nieuwe Marke bij Opeinde; Dorpsvernieuwingen Boornbergum en Rottevalle; Ecoduiker bij Nijtap; Vegetatiedaken op het tienercentrum in het Slingepark en op het verlaagde en goed zichtbare middengedeelte van het multifunctioneel centrum in de Bouwen; Herstructureringen de Bouwen en Noordoost; Meer aandacht voor ecologie bij baggeren en hekkelen; Baggeren van watergangen in combinatie met de aanleg van natuurvriendelijke oevers.
Doelstelling De doelstelling van het Gemeentelijk Waterplan 2013-2016 is: "Het afgeronde waterplan actualiseren (zowel visie als maatregelenprogramma), een grondwaterplan schrijven en daarnaast afstemming zoeken met andere beleidsplannen. Het waterplan dient een basis te zijn voor de voortzetting van het beleid op het gebied van duurzaam waterbeheer tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten." Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt teruggeblikt op het vorige waterplan. Alle belangrijke aan het waterplan gerelateerde wetgeving en beleidsplannen worden in hoofdstuk 3 beschreven. In hoofdstuk 4 wordt de betrokkenheid van bewoners, wijk- en dorpsraden en belangengroepen beschreven. Belangrijk onderdeel van dat hoofdstuk is de enquête die met succes onder de bewoners is gehouden. In bijlage 4 zijn de resultaten van de enquête uitgebreid te zien. In hoofdstuk 5 wordt het grondwaterplan beschreven. In bijlage 5 zijn de resultaten van het grondwatermeetnet te zien. In hoofdstuk 6 wordt de nieuwe watervisie beschreven aan de hand van de oplossingsrichtingen en de ontwerprichtlijnen voor de inrichting van de openbare ruimte. Achtergrondinformatie is te vinden in de bijlagen 2 en 3. Als naslagwerk wordt verwezen naar het rapport "Watersysteembeschrijving: achtergronddocument bij Smelne's Wetterwrâld, een gemeenschappelijke visie op het waterbeheer in Smallingerland" (Witteveen & Bos, juni 2005). Dit rapport heeft na afronding van het rapport "Gemeentelijk waterplan 2013-2016" nog steeds de status naslagwerk. Op basis van de watervisie en het grondwaterplan wordt een nieuw maatregelenprogramma voorgesteld in hoofdstuk 7. De bijbehorende projectbeschrijvingen zijn te vinden in bijlage 1.
6
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) 2. Waterplan 2007-2011: een terugblik In 2005 werd de watervisie vastgesteld door het waterschap en de gemeente en in 2007 het maatregelenprogramma 2008-2011. Samen vormen deze documenten het waterplan. Hieronder worden in tabellen de afgeronde projecten per pijler beschreven. Leefbaarheid Aanpak grondwateroverlast Grondwaterplan
De grondwateroverlast is opgelost op 20 plekken (parkjes, speelveldjes) door middel van drainage en grondverbetering. De notitie van het grondwaterplan is niet meegewogen in het GRP. Vanuit het bestuur is aangegeven dat er nader onderzoek moet worden gedaan naar het grondwaterbeheer. Als beleidsinstrument is het grondwatermeetnet opgezet met 38 peilbuizen. Inventarisatie De notitie is afgerond. De komende jaren worden bij alle mogelijkheden ontwikkelingen de mogelijkheden voor de toepassing van vegetatiedaken vegetatiedaken meegewogen. Op de bestuursvleugel van het gemeentehuis is een sedumdak aangelegd. Aanleg wateras en In de Bouwen zijn de wateras aan het Burefen en de nieuwe vijvers vijvers de Bouwen aan de M.L. Kingsingel gerealiseerd. De wateras is een nieuwe open waterverbinding tussen het Reidingpark en het hoofdwatersysteem. Actualisatie diffuse De notitie is afgerond. Het beleid rondom milieuvriendelijke bronnenbeleid onkruidbestrijding wordt voortgezet en er wordt in de Breeduit aandacht besteed aan het terugdringen van diffuse bronnen1. Baggeren Veenhoop- De hoofdwatergang met een lengte van 4,8 km is door het Smalle Ee waterschap gebaggerd. Baggerprogramma Er is een inschatting gemaakt van de kosten en hoeveelheden voor 2011-2020 het baggeren in de periode 2011-2020. In de periode 2012-2015 worden de kosten van grondwaterregulerende en regenwaterbergende wateren meegenomen in de rioolheffing. In de periode 2016-2020 worden een aantal toeristische vaarwegen (Oudegaastervaart, Grietmansrak en Kromme Ee) gebaggerd. Ecologie Programma van eisen ecologisch waterbeheer Groen- en waterplan de Wiken
Natuuroevers Venen/ Singels/Noordoost Passeerbaar maken ecologische zone de Drait Verbeteren waterkwaliteit Opeinde Onderzoek Blauwe Dobbe
Er wordt al op veel plekken ecologisch onderhoud toegepast. Dit is in een notitie vastgelegd. De notitie is uitgangspunt bij de overdracht stedelijk waterbeheer. Er zijn 130 bomen gekapt en er zijn 80 teruggeplant. Over een lengte van 1,6 km is de walbeschoeiing verwijderd en de oevers zijn grotendeels natuurvriendelijk ingericht door flauwe taluds te graven. De waterberging is met circa 1 ha vergroot. Er is 1 km natuurvriendelijke oever aangelegd. In de oevers zijn waterplanten of kokosmatten met waterplanten aangebracht. Er is 150 m natuuroever aangelegd en drie amfibieënpoelen. De route naar de ecoduiker is verbeterd. De ecoduiker is aan de bovenkant open gemaakt, waardoor de duiker lichter is vanbinnen met als gevolg een betere passeerbaarheid. Er zijn in Opeinde twee duikers (Ø 250 mm) aangelegd om de doorstroming te bevorderen. Uit onderzoek blijkt dat de waterkwaliteit, ecologie en het waterprofiel toereikend zijn.
1
Diffuse bronnen zijn verontreinigingen die indirect in het oppervlaktewater of grondwater belanden, zoals vanuit de landbouw, de bebouwde omgeving (o.a. bestrijdingsmiddelen), het wegverkeer en de recreatievaart
7
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) Het Groen- en Waterplan de Wiken (zie foto) is een goed voorbeeld van een project dat een mooie combinatie is van de pijlers leefbaarheid, ecologie en beleving.
Beleving Uitbreiding hengelsport Haalbaarheidsstudie vaarroutes
Aanleg waterspeelpark
Op 15 locaties is het visrecht overgedragen van de gemeente naar de hengelsportvereniging. De mogelijkheden voor de hengelsport in de stadswateren zijn hierdoor uitgebreid. Er zijn drie nieuwe kanoroutes onderzocht: de Alde Geau bij Oudega, de route Oudega-Nijega-De Tike-De Leijen en de route Rottevalle-Drachtercompagnie. De kosten, kansen en knelpunten zijn beschreven. Momenteel zijn er geen financiële mogelijkheden om het plan tot uitvoering te brengen. Er is een waterspeelvoorziening en een strandje met glijbaan aangelegd in Parkwijk de Singels.
Voorlichting Voorlichting en educatie scholen
Voorlichting aan bewoners
Acht scholen en totaal 1.200 kinderen hebben meegedaan aan de waterlessen en het bijbehorende sponsorevenement. Onderwerp van de waterlessen was het waterbeheer in Smallingerland en Gobabis. Tijdens de sponsorloop is geld ingezameld voor een sanitatieproject in de sloppenwijk van Gobabis. De waterlessen zijn gegeven door een medewerker van de gemeente. Er is een watermarkt gehouden waarbij informatie is verstrekt over het waterbeheer in de gemeente. Verder is er een succesvolle regentonactie gehouden waarbij 1.700 tonnen zijn verstrekt. Tijdens de regentonactie zijn 1.300 folders over waterbeheer uitgedeeld. Tenslotte zijn er 2.500 waterkalenders verstuurd naar huishoudens die tijdelijk overlast hebben van een waterproject.
Bij het opstellen van het waterplan in de periode 2005-2007 waren diverse medewerkers van de gemeente en het waterschap betrokken. Daarnaast zijn via twee bewonersavonden, een invulbonnenactie, een fotowedstrijd en een internetpanel de bewoners van Smallingerland betrokken bij het waterplan. Tenslotte is gebruik gemaakt van de kennis van een aantal organisaties: Provincie Fryslân, It Fryske Gea, DLG, Watersportverbond, Hengelsportvereniging Voorwaarts, VAC, LTO Noord en de Landinrichtingscommissie. 8
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) 3. Samenhang met andere beleidsplannen Sinds het vorige waterplan zijn er veel beleidsontwikkelingen en ontwikkelingen op het gebied van wetgeving geweest. Om inzicht te geven in de relaties tussen de belangrijkste watergerelateerde plannen en het gemeentelijk waterplan, is onderstaande figuur ter verduidelijking toegevoegd. Er worden drie verschillende categorieën plannen (gezamenlijk en de gemeente en het waterschap afzonderlijk) met verschillende kleuren aangegeven.
In het waterplan komen de watergerelateerde plannen samen en kunnen alle zaken op elkaar worden afgestemd. Plannen die een geringe invloed hebben op het waterplan, zijn niet in het schema opgenomen. De volgende beleidsontwikkelingen spelen sinds het vorige waterplan: Overdracht stedelijk waterbeheer Binnen de overdracht stedelijk waterbeheer wordt geregeld welke partijen het waterpeilbeheer en het onderhoud van watergangen in het bebouwd gebied gaan uitvoeren. In 2011 en 2012 is de inventarisatie van watergangen en kunstwerken (stuwen, gemalen, etc.) uitgevoerd die naar verwachting in het voorjaar van 2013 wordt afgerond. In het najaar van 2012 lopen er nog een aantal discussies over de uitgangspunten die naar verwachting begin 2013 zijn afgerond. De planning is om de overdracht van het stedelijk waterbeheer in 2013 vast te stellen. Bij de overdracht wordt ook gekeken naar de onderhoudstoestand van de kunstwerken en watergangen. Beleidsnota vis & ecologie: Deze reeds vastgestelde nota van het waterschap heeft gevolgen voor het onderhoud van vijvers en vaarwegen en het uitzetten van vissoorten. Zo schrijft deze beleidsnota o.a. voor dat er een visplan moet worden samengesteld voor Sportvisserij Fryslân en Wetterskip Fryslân. Op basis van dit visplan kunnen (beperkt) vissen worden uitgezet. Het uitzetten van graskarpers voor onderhoud, zoals in het recente verleden in Sportpark Splitting in Drachten is gedaan, zal in de toekomst op basis van deze beleidsnota niet meer kunnen plaatsvinden. Stappenplan KRW voor uitvoeringsplannen en projecten Binnen dit plan wordt beschreven hoe de komende jaren de KRW wordt geïmplementeerd in nieuwe en bestaande plannen van het waterschap.
9
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) Onderhoudsplan oeverbescherming en kademuren De inventarisatie van de hoeveelheden en kwaliteit van de oeverbescherming en kademuren is afgerond. Deze inventarisatie wordt uitgewerkt tot een vervangingsplan. Dit vervangingsplan biedt kansen om oevers anders in te richten. Bij vervanging van walbeschoeiingen kan worden gekozen voor vervanging van de walbeschoeiing door natuurvriendelijke oevers. Hiermee kan worden bespaard op de kosten van de aanleg en beheer van oevers en neemt de ecologische waterkwaliteit toe. Baggerplan 2011-2020 Er is een nieuw baggerplan 2011-2020 vastgesteld. Het baggeren van ontwaterende en regenwaterbergende wateren wordt gefinancierd uit het verbreed GRP. In 2014 moet daarover weer besluitvorming plaatsvinden. Het baggeren van vaarwegen valt niet binnen het GRP en moet per project worden bekeken. Baggerprojecten kunnen goed worden gecombineerd met andere werkzaamheden (boezemkadeprojecten, aanleg natuurvriendelijke oevers). Nota Duurzame Ontwikkeling Deze nota heeft een duidelijke link met het duurzame waterbeleid. Binnen de nota is veel aandacht voor de reductie van CO2. Met vegetatiedaken wordt bijvoorbeeld bespaard op verwarming (gas) en airconditioning (elektriciteit). Hierdoor wordt een CO2-reductie gehaald ten opzichte van conventionele daken. Door toiletten met regenwater door te spoelen wordt bespaard op rioolwaterzuivering en daarnaast ook op pompkosten. Op het gebied van wetgeving zijn een aantal ontwikkelingen van belang voor het waterplan: -
-
In 2008 hebben gemeenten een nieuwe wettelijke taak erbij gekregen: de zorg voor het grondwater. De grondwaterzorgplicht of grondwaterzorgtaak is een onderdeel van de gemeentelijke watertaken. De zorgplicht voor grondwater is dus een nieuwe wettelijke taak. Bij de vaststelling van het vorige verbrede GRP is al gekeken naar deze nieuwe taak. Er waren toen echter nog te weinig harde gegevens om goede uitspraken te doen. Zo was er net een start gemaakt met het grondwatermeetnet en daarom waren er nog te weinig gegevens beschikbaar. Daarom is destijds aangegeven om meer onderzoek te doen en in 2012 met een grondwaterplan te komen. In het kader van de Wet Gemeentelijke Watertaken moet op 31 december 2012 door de raad een grondwaterplan zijn vastgesteld. Het grondwaterplan is een onderdeel van het verbreed GRP. Maatregelen binnen het grondwaterplan kunnen worden gefinancierd uit de rioolheffing. Het gemeentelijk waterplan biedt een kans om integraal maatregelen in het grondwaterplan af te stemmen met ontwikkelingen op andere beleidsterreinen. Daarom is nu gekozen voor opname van het grondwaterplan in het rapport van het gemeentelijk waterplan. In de toekomst wordt het grondwaterplan onderdeel van de rapportage van het volgende verbrede GRP; De Waterwet is 22 december 2009 in werking getreden. In de Waterwet heeft de provincie de taak gekregen om normen en kaders te stellen voor de vaarwegen in de provincie en vaarwegbeheerders aan te wijzen bij verordening. Hierdoor wordt het vaarwegbeheer een wettelijk taak. Op 31 december 2012 moet het vaarwegbeheer geregeld zijn. Momenteel wordt onderzocht of het haalbaar en doelmatig is om alle nautisch beheer onder te brengen bij de provincie of ook een deel (de kleinere vaarwegen vanaf klasse Dm tot F) naar het waterschap.
10
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) 4. Betrokkenheid bewoners en belangengroepen Om tot een nieuwe watervisie en een maatregelenprogramma te komen, is het raadplegen en betrekken van bewoners, vertegenwoordigers van belangengroepen en collega's van groot belang. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe is gecommuniceerd en welke personen en organisaties zijn betrokken bij de totstandkoming van het nieuwe waterplan. In bijlage 6 is te zien welke ideeën uit klankbordgroep en bewonersenquête zijn verwerkt in het waterplan. Projectgroepoverleggen en raadplegen collega's De projectgroep wordt gevormd door medewerkers van het waterschap en de gemeente (disciplines water, riolering, groen en stedenbouw). In vier projectgroepoverleggen zijn projectideeën geformuleerd. Deze zijn door de projectgroep uitgewerkt tot een nieuwe watervisie en projectvoorstellen voor het maatregelenprogramma. De visie en het maatregelenprogramma zijn in concept door de projectgroep en een aantal collega's van verschillende disciplines (duurzaamheid, bouwzaken, communicatie, ruimte, recreatie, economische zaken, wijkbeheer, gebouwen, wateronderhoud, Regon, financiën, regiomanagement, brandweer en speelbeleid) beoordeeld. Raadplegen klankbordgroep Tweemaal in het traject hebben de leden van de klankbordgroep de gelegenheid gehad om mee te denken over plannen voor de periode 2013-2016. De volgende organisaties zijn geraadpleegd: Provincie Fryslân, Fryske Gea, DLG, Watersportverbond, Watersportvereniging Drachten-Veenhoop. Hengelsportvereniging Voorwaarts, VAC, LTO Noord en de Landinrichtingscommissie. De volgende zaken zijn aangedragen: -
Watersportvereniging Drachten-Veenhoop: Ondieptes in verschillende vaarwegen; Fryske Gea: Herstel van de Oksekop; Hengelsportvereniging Voorwaarts Drachten: Meer visplekken en uitzet vis.
Aan de Watersportvereniging Drachten-Veenhoop is gemeld dat de ondieptes niet worden aangepakt in het kader van het waterplan, omdat uit de meest recente peilingen van de provincie geen knelpunten naar voren zijn gekomen. De ontwikkelingen worden de komende jaren in de gaten gehouden. De door de hengelsportvereniging aangedragen ideeën worden meegenomen in het waterplan. Aan het Fryske Gea is gemeld dat we wel kansen zien voor het herstel van de Oksekop, maar dat er momenteel geen financiële middelen zijn om bij te dragen in het project. In de Oksekop worden waardevolle dotterbloemgraslanden bedreigd door inklinking van het gebied als gevolg van ontwatering van naastgelegen polder. Herstel is mogelijk door opbrengen van slib en vergroting van de invloed van het boezemwater. Zodoende wordt de negatieve invloed van wegzijging naar de omliggende diepe polders minder groot. De Oksekop is gelegen nabij de vaarweg De Veenhoop-Drachten ten noorden van de haven van Smalle Ee. Raadplegen bewoners Om de mening van de bewoners ten aanzien van het waterbeheer in de gemeente Smallingerland te peilen, is in het kader van het Gemeentelijk Waterplan 2013-2016 gekozen voor het houden van een bewonersenquête in april 2012. De enquête is aangekondigd via Breeduit, Twitter en Yammer. Totaal hebben er ruim 450 bewoners meegedaan: -
120 enquêtes ingevuld via internet; 330 enquêtes ingevuld via een papieren versie.
De papieren versie die naar duizend aselect gekozen adressen is gestuurd, had een goede respons van 33%. Dat is zeer ruim boven het gemiddelde van 10%! Er is dus veel 11
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) belangstelling voor het waterbeheer in Smallingerland. De vragen van deze enquête en de uitgebreide resultaten zijn opgenomen in bijlage 4. Er hebben totaal 120 bewoners van de totaal 450 een open reactie gegeven. Met al deze bewoners is in april en mei contact geweest. Van de 120 suggesties heeft de projectgroep de zaken geselecteerd die worden meegewogen in het gemeentelijk waterplan. Problemen die eenvoudig en direct konden worden opgelost, zijn buiten deze selectie gehouden. Suggesties die buiten de taakvelden van het waterschap of de gemeente liggen, zijn doorgespeeld naar de verantwoordelijke organisaties. Zaken die enorme en maatschappelijk onverantwoorde kosten met zich meebrengen, zijn ook buiten de selectie gehouden. Hieronder de mee te nemen suggesties: -
-
Houdt bij een regentonactie rekening met bewoners met weinig geld; Aandacht voor de aanleg van natuurvriendelijke oevers in de ringsloot van de Trisken. De dam in het fietspad aan de Dorsvloer vervangen door een brug; Maalregimes van gemalen (met name nabij de Drait) afstemmen op droogteperiodes; Bij wijkgericht onderzoek ook geohydrologisch onderzoek doen; Bekijken of de waterpeilen in wijken de Singels en de Drait hoger kunnen; Dammen vervangen door bruggen en waterpartijen meer met elkaar verbinden om zo meer mogelijkheden voor varen en schaatsen te creëren; Meer voorlichting geven over: o Het verloop van de (regen)waterafvoer in Drachten; o Duurzaam waterbeheer in en rondom flats; o Bovengrondse afvoer van regenwater (o.a. aandacht voor gladde stoepen tijdens vorstperioden); o Tips voor kostenbesparing voor water en energie; o Bij bouwplannen vroegtijdig informatie over mogelijkheden voor regenwaterbenutting, vegetatiedaken en tuininrichting. Natuurvriendelijke oevers in de wijk de Drait; Koppel de hogedrukreiniger aan de regenton en spuit daarmee uw tegels schoon; Het uitzetten van zeelten; Eén of meerdere vissteigers bij de Drait;
De belangrijkste conclusies uit de meerkeuzevragen zijn: -
Draagvlak voor meer oppervlaktewater in de wijk; Draagvlak voor aanpak grondwateroverlast; Voorkeur voor natuurvriendelijke oevers; Weinig draagvlak voor aanleg van vegetatiedaken bij particulieren; Positieve houding ten opzichte van regenwaterbenutting; Draagvlak voor waterspelen; Communiceren kan het beste via Breeduit, waterlessen en waterkalenders; Draagvlak voor een tweede regentonactie.
Tenslotte kunnen de antwoorden op de grondwatergerelateerde vragen worden gebruikt als een klachtenregister op het gebied van grondwateroverlast. Een uitgebreide samenvatting van de resultaten van de enquête is te vinden in bijlage 4. Raadplegen dorps- en wijkraden In maart en april hebben alle dorpsraden en wijkraden via de mail de gelegenheid gehad om mee te denken over plannen voor de periode 2013-2016. Deze hebben gebruik gemaakt van de enquête om zaken aan te dragen en bewoners aangespoord om de enquête in te vullen.
12
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) 5. Grondwaterplan In 2008 hebben gemeenten een nieuwe wettelijke taak erbij gekregen: de zorg voor het grondwater. De grondwaterzorgplicht of grondwaterzorgtaak is een onderdeel van de gemeentelijke watertaken. De zorg voor grondwater is dus een nieuwe wettelijke taak. Bij de vaststelling van het verbrede GRP 2011-2015 is al gekeken naar deze nieuwe taak. Er waren toen echter nog te weinig harde gegevens om goede uitspraken te doen. Zo was er net een start gemaakt met het grondwatermeetnet en daarom waren er nog te weinig gegevens beschikbaar. Daarom is destijds aangegeven om meer onderzoek te doen en in 2012 met een grondwaterplan te komen.
In het kader van de Wet Gemeentelijke Watertaken moet op 31 december 2012 door de raad een grondwaterplan zijn vastgesteld. Het grondwaterplan is een onderdeel van het verbreed GRP. Maatregelen binnen het grondwaterplan kunnen worden gefinancierd uit de rioolheffing. Het gemeentelijk waterplan biedt een kans om integraal maatregelen in het grondwaterplan af te stemmen met ontwikkelingen op andere beleidsterreinen. Daarom is nu gekozen voor opname van het grondwaterplan in het rapport van het gemeentelijk waterplan. In de toekomst wordt het grondwaterplan onderdeel van de rapportage van het volgende verbrede GRP vanaf 2016. Aan het grondwaterplan liggen drie belangrijke gegevensbronnen ten grondslag: -
het grondwatermeetnet; gegevens uit de bewonersenquête en andere klachtenbronnen; gegevens uit grondwaterplannen van andere gemeenten (vooral de definitie van grondwater en de beleidskaders).
Hieronder wordt eerst ingegaan op de definitie van grondwateroverlast. Daarna wordt het grondwatermeetnet beschreven en worden kort de grondwaterspecifieke zaken uit de enquête opgesomd. Definitie grondwateroverlast Het begrip grondwateroverlast is het startpunt om te bepalen of er wel of niet maatregelen worden uitgevoerd om overlastsituaties aan te pakken. Wanneer spreken we echter van grondwateroverlast? Er is landelijk geen norm voor grondwateroverlast. Iedere gemeente kan 13
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) dit invullen op basis van eigen ambitie en lokale omstandigheden. Om te bepalen of er wel of niet sprake is van grondwateroverlast, zijn de volgende twee parameters van belang: -
de maximaal gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG); de maximale aaneengesloten periode waarin de maximaal gemiddeld hoogste grondwaterstand wordt overschreden (T).
Boven een bepaalde grondwaterstand zal er sprake zijn van overlast. Als de grondwaterstand beneden deze waarde is, mag worden aangenomen dat wegcunetten, tuinen en kruipruimtes voldoende droog zijn. Als de grondwaterstand tijdelijk hoger is, bijvoorbeeld enkele dagen, dan zal nog niet direct overlast worden ervaren. Daarom is het van belang om ook de periode van overschrijding van de maximaal toelaatbare grondwaterstand te bekijken. Er zijn inmiddels een aantal gemeenten die een vastgesteld grondwaterplan hebben. Deze grondwaterplannen zijn doorgenomen waarbij is gekeken naar de definitie van grondwateroverlast. De inventarisatie is te zien in de onderstaande tabel. Gemeente
Almelo Amersfoort Breda Gouda Hoogeveen Leeuwarden Ooststellingwerf Opsterland Tytsjerksteradiel Utrecht Weststellingwerf
GHG (meter minus maaiveld 0,5-0,9 0,5-0,9 0,5-0,7 0,6-0,7 0,8 0,5-0,7 0,5-0,7 0,5-0,9 0,3-0,7
T (d/j) 35 30
Bijzonderheden
Normen voor wegen/plantsoenen Normen voor wegen/plantsoenen Normen voor wegen Normen voor hele gebied Normen voor wegen/plantsoenen Geen aanvullende normen Geen grondwatermeetnet. Geen grondwatermeetnet. Geen grondwatermeetnet. Normen voor wegen/plantsoenen Minder dan 30 dagen water in kruipruimte. Enkele dagen natte tuinen.
Gemeente Groningen is bezig met een verbreed GRP en grondwaterplan. Daar zijn helaas nog geen grondwateroverlastdefinities vastgesteld. Daar wordt momenteel wel aan gewerkt. Gemiddeld spreken de meeste gemeenten van grondwateroverlast als de grondwaterstand wordt overschreden binnen een bandbreedte van 0,5 - 0,8 minus maaiveld. Veel gemeenten nemen niet de tijdsduur in ogenschouw. Alleen Hoogeveen en Weststellingwerf hebben hier een norm voor gedefinieerd. Deze bandbreedtes geven een beeld van hoe andere gemeenten het begrip grondwateroverlast hanteren. Kunnen we deze bandbreedtes hanteren voor Smallingerland? Deze vraag kunnen we niet direct bevestigend beantwoorden. Er moet namelijk ook worden gekeken naar de oorzaak van de grondwateroverlast. Veel voorkomende oorzaken van grondwateroverlast zijn: -
-
De aanwezigheid van slecht doorlatende keileem, klei of veen in de bodem. Op de slecht doorlatende laag blijft regenwater dat de grond intreedt tijdelijk staan. Zand heeft grotere doorlatendheden. In Smallingerland is op veel plaatsen helaas een slecht doorlatende keileemlaag aanwezig die lokaal sterk verschilt qua dikte. Hoe dikker de laag, des te langer blijft het grondwater staan boven de keileemlaag; Het ontbreken van ontwateringsvoorzieningen in de oudere wijken in combinatie met ondoorlatende bodemlagen leidt vaak tot grondwateroverlast. In Drachten hebben we ook een aantal oudere wijken waar weinig oppervlaktewater aanwezig is. Hoe minder ontwateringsvoorzieningen aanwezig zijn, des te hoger is de opbolling van de grondwaterspiegel.
14
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) Als op deze manier wordt gekeken naar vergelijkbare gemeenten, dan passen de gemeenten Hoogeveen, Leeuwarden, Ooststellingwerf, Opsterland, Tytsjerksteradiel, Utrecht en Weststellingwerf bij de Smallingerlandse situatie. Deze gemeenten hanteren gemiddeld een bandbreedte van 0,5 - 0,8 meter minus maaiveld. Twee van deze gemeenten hebben geen meetnet en hanteren geen normen. Als wordt gekeken naar landelijke handreikingen (Wareco, "Grondwaterplan Almelo") waarbinnen een geadviseerde grondwaterstand van 0,20 m onder de kruipruimtebodem wordt gehanteerd, dan worden de volgende adviezen gegeven (zie ook het onderstaande schema): de bovenkant van de vloerpeilen ligt tenminste 0,15 m boven het maaiveld en kruipruimtes zijn 0,50 m diep.
Bij een vloerdikte van 0,20 m resulteert dit in een hoogst toelaatbare grondwaterstand van 0,75 m minus maaiveld. Dit wordt in alle nieuwe plannen binnen Smallingerland al gehanteerd. In de oude wijken ligt dit anders. Daar zullen kruipruimtes deels gevuld kunnen zijn met grondwater. Mits er goede bouwkundige maatregelen zijn getroffen (vloer- en kruipruimte-isolatie), hoeft dit in geringe mate niet tot problemen te leiden. Een natte kruipruimte leidt dus niet direct tot overlast in woningen. In verband met de ligging van kabels en leidingen (boven de hoogst optredende grondwaterstand), opdooi en stabiliteitsverlies, wordt een hoogst toelaatbare grondwaterstand onder woonstraten van 0,70 meter beneden straatpeil gehanteerd. Dit toetsingscriterium mag tijdens natte perioden tijdelijk overschreden worden. Voor de hoogst toelaatbare grondwaterstand bij parkeerplaatsen wordt 0,50 meter beneden straatpeil aangehouden. Dit in verband met de ligging van kabels en leidingen, opdooi en stabiliteitsverlies, maar met een minder intensief gebruik dan openbare wegen. In verband met de benodigde bewortelingsdiepte van bomen en struiken bedraagt de gewenste maximale grondwaterstand in tuinen en plantsoenen 0,50 meter minus maaiveld. Daarnaast is het van belang dat de grondwaterstand weinig fluctueert. Als naar de voorgaande criteria (bandbreedtes andere gemeenten, de aanwezigheid van keileem, landelijke adviezen, problematiek rondom kruipruimtes) word gekeken, kan grondwateroverlast in Smallingerland als volgt worden gedefinieerd: -
Er is gedurende 2 maanden of langer een gemeten grondwaterstand hoger dan 0,5 m minus maaiveld in de peilbuizen van het grondwatermeetnet en; Er zijn klachten in het gebied vanuit de klachtenregistratie van de gemeente zelf of de bewonersenquête of de gemeente (wegbeheer, groenbeheer).
De maximaal toelaatbare grondwaterstand in onze gemeente ligt aan de onderkant van de bandbreedtes van de meeste gemeenten. Bij deze grondwaterstand is er sprake van de ondergrens voor drooglegging van plantsoenen, parken, tuinen en parkeerplaatsen. De grondwaterstand van 0,5 m minus maaiveld is hoger dan de ondergrens van 0,7 m minus maaiveld. De wegen in Smallingerland zijn echter voorzien van cunetdrainage. Zodoende is 15
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) het waarschijnlijk dat er bij deze grondwaterstand nog geen schade zal optreden aan wegen en nutsvoorzieningen. Bij de grondwaterstand van 0,50 m minus maaiveld kan tussen de 5 en 10 cm water in de kruipruimte komen te staan. Als dit een korte tijd het geval is, is er geen sprake van overlast. Gedurende langere perioden kan dit wel leiden tot overlast. Dit geldt ook voor de wegen. Daarom wordt een periode van 2 maanden geadviseerd. Aangezien op een locatie met een hoge gemeten waterstand niet altijd grondwateroverlast wordt ervaren, is een bevestiging vanuit de bewonersenquête (grondwaterklachten) ook van belang. Andersom geldt dat uiteraard ook: klachten die niet kunnen worden onderbouwd door een grondwatermeting, worden niet als grondwateroverlast gedefinieerd. Daarom wordt voorgesteld om een grondwateroverlastdefinitie te hanteren waarbij een maximaal toelaatbare grondwaterstand wordt overschreden in combinatie met een bevestiging vanuit de bevolking. Wanneer aan deze criteria wordt voldaan, worden maatregelen voorgesteld. Locaties die aan één van de criteria voldoen, zijn aandachtspunten. Maatregelen om grondwateroverlast op te lossen Als wordt gekozen voor het nemen van maatregelen om grondwateroverlast op te lossen, dienen de verschillende mogelijkheden te worden afgewogen. Daarbij is het van belang om de principes van grondwaterstroming te bekijken. Daarom wordt kort ingegaan op de grondwaterstroming in bebouwd gebied (zie onderstaande illustratie).
Als in bovenstaande figuur de opbolling te hoog wordt, zal grondwateroverlast optreden. De opbolling (h) van de grondwaterspiegel is afhankelijk van een aantal factoren: -
de diepte en de dikte van de ondoorlatende laag; de doorlaatfactoren van de verschillende bodemlagen; de afstanden tussen de ontwateringsvoorzieningen (drainage, sloten).
De wet van Hooghoudt laat dit in een formule zien: met q k1, k2 h D L
q=
8k 2 Dh + 4 k1 h 2 L2
de intreesnelheid van regenwater in de bodem (m3/dag/ha) doorlaatfactoren voor respectievelijk bodemlaag boven en onder de ontwateringsvoorziening opbolling boven ontwateringsvoorziening afstand tussen ontwateringsvoorziening en ondoorlatende laag afstand tussen de ontwateringsvoorzieningen
Deze formule laat zien dat een grote afstand tussen de ontwateringsvoorzieningen (L) een lagere intreesnelheid van regenwater in de bodem (q) tot gevolg heeft en daarmee samenhangend een hoog grondwaterpeil (peil in ontwateringsvoorziening + h). Door het aanleggen van ontwateringsvoorzieningen als drainagebuizen, watergangen, infiltratiebuizen of infiltratiekratten wordt de opbolling (h) van de grondwaterspiegel (zie figuur) en daarmee samenhangend de ontwateringsdiepte verlaagd. Dit zal leiden tot minder grondwateroverlast.
16
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) In geval van grondwateroverlast kunnen een aantal maatregelen worden beschreven. Niet elke maatregel is overal gewenst. Kiezen voor de goedkoopste oplossing is niet altijd een goede oplossing als wordt gekeken naar de effectiviteit van de maatregel of bijvoorbeeld het beheer en onderhoud in de toekomst. Kosteneffectiviteit en financiële doelmatigheid zijn daarom belangrijke begrippen. Maatregelen zijn kosteneffectief en financieel doelmatig wanneer er een redelijke verhouding is tussen de mate van doelbereik en de mate van de kosten van de maatregelen. In de onderstaande tabel krijgen de verschillende maatregelen per criterium een score van zeer gunstig (++) tot zeer ongunstig (--). De scores zijn gebaseerd op ervaringen met eerdere projecten en ervaringen uit andere gemeenten. Deze tabel wordt gebruikt om per locatie de meest kosteneffectieve maatregel te formuleren. Kosten om grondwaterstand 30 cm te verlagen
Kosteneffectiviteit
Mogelijkheden regenwaterberging
Ruimtebeslag
Beheer en onderhoud
Kans op verstoppingen
Beleving
Toepassen van grondverbetering Drains en spoelputten aanleggen Graven van sloten en vijvers Aanleg infiltratiebuizen Aanleg infiltratiekrat
Effect verlaging grondwaterstand
Maatregel
+ ++ 0 0
+ 0 --
0 + -
-++ ++ +
++ ++ -++ ++
+ ++ 0 0
+ -++ 0 -
++ -
Bij drainagevoorzieningen dient nog te worden opgemerkt dat in Smallingerland ijzerrijk grondwater aanwezig is. Dit kan leiden tot verstoppingen in de drains. Dit is een belangrijk aandachtspunt bij het beheer. Tenslotte is de maatregel "afvoeren naar de riolering" buiten beschouwing gelaten, omdat er dan sprake is van het overbelasten van de riolering en onnodig verpompen en zuiveren van schoon water. Grondwatermeetnet In 2010 en 2011 zijn totaal 38 peilbuizen geplaatst in de kernen Boornbergum, De Tike, Drachten, Drachtstercompagnie, Houtigehage, Nijega, Opeinde, Oudega en Rottevalle. In Drachten zijn in alle woonwijken en bedrijventerreinen peilbuizen geplaatst (zie kaart).
17
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) Van iedere peilbuis zijn dagelijks de grondwaterhoogten ten opzichte NAP geregistreerd middels dataloggers. Om de drie maanden zijn deze dataloggers door het waterschap uitgelezen. Op de kaart zijn de meetlocaties te zien. De locaties zijn bepaald op basis van de volgende criteria: -
locaties waar geen open water in de buurt is; locaties waar grondwateroverlast recent is opgelost.
Eerder in dit hoofdstuk werd duidelijk dat ontwateringsvoorzieningen zoals watergangen van groot belang zijn voor een goede regulering van de grondwaterstand. Als veel watergangen aanwezig zijn met een goede ontwateringsdiepte zal er geen grondwateroverlast optreden. In kernen die gelegen zijn in het buitengebied en vaak in een gebied met veel watergangen, zal naar verwachting weinig grondwateroverlast optreden. Als er grondwateroverlast optreedt, zal naar het waterpeil in de sloten moeten worden gekeken en niet naar de aanleg van meer ontwaterende voorzieningen. Opname in het grondwatermeetnet van kernen die in een gebied met veel watergangen liggen is dus niet zinvol. Zo vallen kernen als De Veenhoop, Goëngahuizen, Kortehemmen en Smalle Ee buiten het grondwatermeetnet, omdat de grondwaterhoogte bijna volledig wordt beïnvloed door het oppervlaktewaterpeil van alle sloten in de kern. In het vorige waterplan zijn op een aantal locaties al grondwatermaatregelen getroffen. Om de effectiviteit van deze maatregelen te kunnen monitoren, zijn de locaties waar grondwateroverlast recent in het kader van het vorige waterplan zijn opgelost, meegenomen in het grondwatermeetnet. In bijlage 5 zijn de resultaten van het grondwatermeetnet te zien in de vorm van grafieken. De ten opzichte van NAP gemeten grondwaterstanden zijn omgerekend naar grondwaterstanden ten opzichte van maaiveld. Klachten uit de bewonersenquête Aangezien op een locatie met een hoge gemeten waterstand niet altijd grondwateroverlast wordt ervaren, is een bevestiging vanuit de bewonersenquête (grondwaterklachten) ook van belang. In de enquête onder 450 bewoners kwamen de volgende zaken naar voren: -
De meeste grondwateroverlast onder de geënquêteerden voor wat betreft tuinen vindt plaats in de Wiken, de Drait, de Trisken en Oudega; Voor wat betreft kruipruimtes zijn dat de Folgeren, de Trisken, de Wiken en de Drait; Volgens de geënquêteerden komt in de Trisken, de Drait en de Wiken grondwateroverlast in de parken en speeltuinen het meest voor; Verspreid over de hele gemeente komt op een aantal locaties lokale grondwateroverlast voor. Op sommige plekken gaat het om incidentele meldingen.
Conclusies Grondwaterplan De in bijlage 5 getoonde grondwaterstanden van het grondwatermeetnet, alsmede de verspreidingsgegevens uit de enquête (zie bijlage 4), liggen ten grondslag aan de conclusies. Daarbij is de eerder beschreven definitie van grondwateroverlast gehanteerd en zijn de gegevens uit de maatregelentabel op bladzijde 17 gebruikt. Daarnaast is ook gebruik gemaakt van neerslaggegevens die gedurende de meetperiode zijn verzameld. In de tabel op bladzijde 19 zijn per wijk en dorpskern de gegevens uit de enquête en het grondwatermeetnet naast elkaar gezet. De rode kleur geeft aan dat er grondwateroverlast is geconstateerd en groen dat er geen grondwateroverlast is geconstateerd. Voor wat betreft de meldingen uit de enquête is gekeken naar de spreiding van de meldingen. Komen er veel klachten verspreid over de wijk of het dorp voor, dan wordt de codering "rood" toegekend voor "wijk". Komen de klachten alleen op bepaalde locaties voor, dan wordt de codering "rood" toegekend voor "locatie". De gegevens vanuit de bewonersenquête geven geen 18
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) aanleiding om maatregelen te nemen. Zij dienen als bevestiging van resultaten uit het meetnet of als aandachtspunt. Wanneer meldingen uit de bewonersenquête niet overeenkomen met de metingen van het grondwatermeetnet, worden de meldingen als aandachtspunt aangemerkt (laatste kolom rood in tabel). De gegevens uit het grondwatermeetnet zijn bepalend voor het nemen van maatregelen. Als er bij meer dan één peilbuis grondwateroverlast wordt aangetroffen, kan worden gesproken van wijkgerichte grondwateroverlast en krijgt het onderdeel "wijk" code "rood". Er wordt dan als maatregel een wijkgericht waterplan voorgesteld. Als er bij één buis per wijk of de dorpen Rottevalle, Opeinde en Oudega een overschrijding van de grondwaterstand wordt geconstateerd, is er sprake van lokale grondwateroverlast. In de wijken en de genoemde dorpen met één peilbuis is het gebied te groot en daarmee de dekking van het grondwatermeetnet te gering, om conclusies te trekken ten aanzien van wijk- of dorpsgerichte grondwateroverlast. In deze gebieden kan dus alleen lokale grondwateroverlast worden aangetoond met het grondwatermeetnet. In geval van lokale grondwateroverlast op basis van het grondwatermeetnet wordt een lokale aanpak van de grondwateroverlast voorgesteld. Wijk/Dorp
Aantal
Noordoost Wiken Venen Bouwen Folgeren Burmania Vrijburgh Centrum Fennepark Trisken Drait Singels Swetten Himsterhout Drachtstervaart A7-Noord Industriehaven Kantorenpark Oudega Rottevalle De Wilgen Drachtercomp. De Veenhoop Goëngahuizen Boornbergum De Tike Opeinde Houtigehage Nijega Kortehemmen Smalle Ee
buizen 2 5 1 2 2 1 1 1 1 1 3 3 2 2 1 1 1 1 1 1 0 1 0 0 1 1 1 1 1 0 0
Wateroverlast Overlast Wijk(enquêtes) (meetnet) wijk lokaal wijk lokaal aanpak WP -
WP WP -
Lokale
Aandachts-
aanpak ZO C -
punt + + + + -
NW/ZO N ZO -
- = geen actie/aandachtspunt; + = wel aandachtspunt; WP = Wijkplan; ZO = zuidoost; C = centrum; NW = noordwest; N = noord; GB = project G. Boelenstraat
19
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) Per wijk of dorp is uit de tabel af te leiden of er maatregelen worden genomen. Dat kan grootschalig middels een wijkgericht waterplan (WP) als er sprake van grondwaterproblemen is in de wijk of het dorp op basis van de metingen uit het grondwatermeetnet en een bevestiging vanuit de bewonersenquête. Daarnaast kunnen er op locatieniveau een aantal overlastlocaties worden aangepakt waarbij de afkortingen duiden op het deel van de wijk. Is er geen grondwateroverlast volgens het meetnet, maar er zijn wel meldingen vanuit de enquête, dan wordt de wijk of het dorp aangemerkt als een aandachtspunt. Bij wijken en dorpen die vallen onder de categorie aandachtspunt kunnen in de toekomst peilbuizen worden bijgeplaatst om de situatie nauwkeuriger te monitoren. Samengevat: -
-
Waterplannen voor Folgeren, Drait en Drachtstercompagnie: binnen deze plannen worden structurele maatregelen beschreven om de grondwateroverlast wijkgericht aan te pakken. Maatregelen die hier bij passen zijn drainage en aanleg nieuwe watergangen; Lokale aanpak van grondwaterproblemen in de Wiken, Burmania, Trisken, Singels en Swetten door grondverbetering of beperkte aanleg drainage; Op de aandachtslocaties Noordoost, Fennepark en Himsterhout worden peilbuizen bijgeplaatst.
In het Drachtster Centrum wordt nabij de Gauke Boelenstraat grondwateroverlast gemeten (peilbuis C1). De verwachting is echter dat met het rioleringsproject Gauke Boelenstraat deze overlast zal verminderen, omdat bewoners ook de kans krijgen om drainagewater aan te sluiten op de nieuwe regenwaterleiding. Daarom is deze locatie aangemerkt als aandachtspunt. In het Fennepark, Himsterhout en Noordoost wordt op enkele locaties grondwateroverlast gemeld, maar dit wordt niet bevestigd door het grondwatermeetnet. Dit zijn de aandachtslocaties die de komende jaren extra zullen worden gemonitoord. Verder valt bij de buizen in de Bouwen (DB8 en DB 16) op dat er in het begin een zeer hoge grondwaterstand is gemeten. Dit heeft te maken met de werkzaamheden die destijds in het gebied werden uitgevoerd. Door verdichting van de bodem zal waarschijnlijk tijdelijk een schijngrondwaterspiegel zijn opgetreden. De peilbuis op het bedrijvenpark A7-Noord laat eveneens hoge grondwaterstanden zien. Dit heeft ook te maken met (bouw)werkzaamheden ter plaatse. Tenslotte dient nog melding te worden gemaakt van de peilbuis RV1 in Rottevalle. De peilbuis laat grondwaterstanden dichtbij de grens van wateroverlast zien. Evaluatie grondwatermeet Er zijn 6 van 38 peilbuizen van het grondwatermeetnet die niet meer functioneren: -
De peilbuis in Oudega (O1) laat een afwijking zien van meer dan 5 cm; De peilbuis in de Venen (DV4) is sinds 22 juni 2011 buiten gebruik; De peilbuis in Maartenswouden (DW3) is sinds 9 februari 2012 buiten gebruik; De peilbuis in de Tike (T1) is sinds 23 november 2011 buiten gebruik; De peilbuis in Nijega (NIJ1) is sinds 7 maart 2012 buiten gebruik; De peilbuis in de Wiken (MPN-D3) is sinds 8 juni 2011 buiten gebruik.
De reden dat peilbuizen buiten gebruik zijn is dat er vaak sprake is van vandalisme (buizen vernielen of verwijderen). Er wordt voorgesteld om de zes niet goed functionerende peilbuizen in 2013 te vervangen. Deze peilbuizen dienen we de komende tijd extra in de gaten te houden. Verder worden op de drie eerder genoemde aandachtslocaties peilbuizen bijgeplaatst. Kortom, de komende jaren worden negen peilbuizen bijgeplaatst.
20
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) 6. De watervisie Inleiding In 2005 is een watervisie opgesteld en vastgesteld door de besturen van de gemeente en het waterschap. De watervisie is als uitgangspunt gebruikt bij alle nieuwe ruimtelijke plannen, waaronder nieuwbouwplannen en herstructureringsplannen. Verder is de watervisie toegepast bij alle onderhoudsplannen, waaronder het hekkelen en baggeren van wateren. Daarnaast is de watervisie het uitgangspunt geweest om in het kader van het waterplan een maatregelenprogramma vast te stellen. In 2012 wordt een waterplan opgesteld voor de periode 2013-2016. In de periode 2013-2016 krijgt de watervisie weer dezelfde status als in de periode 2005-2012. Door de projectgroep is de watervisie uit 2005 getoetst aan het huidige beleid en nieuwe ontwikkelingen. Er zijn een aantal oplossingsrichtingen samengevoegd. Daarnaast zijn de volgende oplossingsrichtingen geschrapt: a) Verbeteren afstemming beheer tussen gemeente en waterbeheerders; b) Verbeteren afstemming tussen beleid en uitvoering (binnen de organisaties); c) Dempingsaanvragen voor watergangen gezamenlijk behandelen. Middels een tweemaandelijks ambtelijk overleg en een halfjaarlijks bestuurlijk overleg tussen de gemeente en het waterschap is punt a al ondervangen. Punt b past beter binnen een breder kader. De watervisie is niet de juiste plek om dat te regelen. Door het invoeren van de watervergunning is punt c al ingevuld. Dempingsaanvragen gaan nu naar het waterschap en gemeenten ontvangen een afschrift. Op deze manier is er altijd een mogelijkheid om de dempingsaanvragen ook door de gemeentelijke afdelingen te laten bekijken.
Er worden nu vijf nieuwe oplossingsrichtingen geformuleerd: -
Bij nieuwe openbare gebouwen worden de platte daken voorzien van vegetatiedaken; De mogelijkheden van boezemlanden zoveel mogelijk benutten; Afwegen van het nut en de noodzaak van verhardingen; Maalregimes van gemalen afstemmen op droogteperiodes; Streven naar opheffen 2.000 brandkranen en gebruik oppervlaktewater voor blussen.
Hieronder worden alle oplossingsrichtingen en ontwerprichtlijnen beschreven. Met deze uitgangspunten wordt een brug naar de toekomst geslagen zodat toekomstige generaties ook nog van ons mooie water kunnen genieten. De watervisie is daarbij een toetsingskader bij alle nieuwe ruimtelijke plannen. 21
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) Oplossingsrichtingen Aan de hand van de vier brugpijlers worden de oplossingsrichtingen hieronder beschreven. Leefbaarheid: -
-
Regenwater zo lang mogelijk vasthouden door voldoende oppervlaktewater te realiseren of water vast te houden in de bodem of op vegetatiedaken; Zoveel mogelijk verhard oppervlak (op particulier terrein bovengronds) afkoppelen en op de riolering aangesloten sloten loskoppelen waarbij ook het nut en de noodzaak van verhardingen moet worden afgewogen; Baggeren conform baggerplan met daarbij aandacht voor hergebruik van baggerspecie; Grondwaterbeheer conform grondwaterplan met koppeling aan verbrede rioolheffing; Beperking oxidatie van veen door het niet verder verlagen van de waterstand; Voorkomen van waterverontreiniging door aanpak diffuse bronnen en puntbronnen; Maalregimes van gemalen afstemmen op droogteperiodes; Streven naar opheffen 2.000 brandkranen en gebruik oppervlaktewater voor blussen.
Beleving: -
Versterken mogelijkheden beroeps- en recreatievaart en het ontwikkelen van nieuwe vaarverbindingen als onderdeel van het provinciaal vaarnetwerk; Bij nieuwe plannen aandacht voor het recreatief gebruik van het water en de wateroever voor bijvoorbeeld waterspelen, varen, zwemmen en hengelsport; Versterken en behouden structuren van veenvaarten en wijken.
Ecologie: -
Ecologische inrichting en beheer van oppervlaktewater waarbij migratiebarrières voor waterdieren zoveel mogelijk worden voorkomen; Bij nieuwe openbare gebouwen of reconstructies van bestaande openbare gebouwen worden de platte daken voorzien van vegetatiedaken en/of zonnepanelen; Bij nieuwe openbare gebouwen of reconstructies van bestaande openbare gebouwen worden alle toiletten met regenwater doorgespoeld; De mogelijkheden van boezemlanden zoveel mogelijk benutten.
Voorlichting: -
De voorlichting ten aanzien van waterbeheer op scholen continueren; Voorlichting aan bewoners via de Breeduit en internet. 22
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) Ontwerprichtlijnen Naast de oplossingsrichtingen van de watervisie zijn in het kader van het programma van eisen voor de inrichting van de openbare ruimte ontwerprichtlijnen beschreven. Om nieuwe inrichtingsplannen en herstructureringen op een voor duurzaam waterbeheer goede manier in te richten, worden de volgende richtlijnen voor de inrichting van het water voorgesteld: -
-
-
-
-
Het voorkomen van watergangen met aan weerszijden particuliere eigendommen; Minimaal één zijde grenzend aan obstakelvrij openbaar gebied; Het benutten van bestaande laagtes als logische plek voor watergangen; Aanwezige kwel moet worden benut; Liever meerdere watergangen dan één of twee hele grote vijverpartijen. Dit zorgt voor een betere regulering van de grondwaterstand; Mogelijkheden creëren om oppervlaktewater te laten circuleren; Rekening houden met fluctuatie waterpeil 0,20 m - 0,30 m op basis van een natuurlijk peilverloop ('s winters hoge waterstanden en 's zomers lage waterstanden); Een gesloten waterkringloop toepassen: zo weinig mogelijk gebiedsvreemd water inlaten; Wateroppervlak ≥ 9% van het verharde oppervlak; Waterdiepte ≥ 1,0 m (rekening houden met flora en fauna); Bodembreedte ≥ 0,50 m; Breedte waterlijn ≥ 2,00 m in verband met voorkomen verlanding; Bij voorkeur oevers natuurlijk inrichten conform de volgende punten: - Talud oevers flauwer dan 1:5. De overgang van land naar water zo flauw mogelijk. Harde oevers bemoeilijken de migratie van dieren van land naar water en andersom; - Gebruik gebiedseigen waterplanten. Bij voorkeur een mengsel van waterplanten gebruiken en het inplanten van riet achterwege laten; - Diepe plekken (≥ 1,20 m) waar vissen tijdens vorstperioden kunnen overwinteren en bij hoge watertemperaturen de beschikking hebben over zuurstofrijk water; - Indien duikers en peilverschillen in watersystemen nodig zijn, werk dan zoveel mogelijk met ecoduikers en vistrappen om de migratie van waterdieren te handhaven. Bij voorkeur geen plasberm toepassen. Indien een plasberm wordt toegepast, breedte plasberm ≥ 1,50 m1, diepte plasberm ≤ 0,30 m; Obstakelvrije onderhoudsstroken: - Bij talud flauwer dan 1:5, breedte ≥ 2,50 m te rekenen vanaf waterlijn; - Bij talud steiler dan 1:5, breedte ≥ 2,50 m te rekenen vanaf insteek. Obstakelvrije onderhoudsstroken toepassen: - Waterbreedte ≤ 7,50 m, onderhoudsstrook aan 1 zijde; - Waterbreedte ≥ 7,50 m, onderhoudsstrook aan 2 zijden of voldoende laadplekken voor een maaiboot. Schouwstrook benutten als wandel- of fietspad (meervoudig ruimtegebruik); Indien onderhoudsstroken niet mogelijk of niet afdoend, kan maaiboot worden toegepast. In dat geval gelden de volgende uitgangspunten: - Waterbreedte ≥ 5,00 m (≥ 0,90 m diep in het midden); - Doorvaarthoogte bruggen en duikers ≥ 0,90 m; bij boezemwateren ≥ 1,20; - Vrije doorvaartbreedte bruggen, duikers ≥ 2,50 m; - Vermijden kleine eenheden; - Opnemen plekken om hekkelafval te lossen. Stuwen in ecologische zones uitrusten met vis- en faunapassages; Bij nieuwe wijken geen brandkranen meer laten aanbrengen en goed bereikbare bluswatervoorzieningen realiseren.
Daarnaast zijn er ook nog meer specifieke ontwerprichtlijnen voor riolering (huisaansluitingen, hoofdriolen, inspectieputten, kolken, putten, goten) wadi's en drainage. Voor deze ontwerprichtlijnen wordt verwezen naar het programma van eisen voor de inrichting van de openbare ruimte. 23
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) 7. Maatregelenprogramma Met de vier brugpijlers als fundament is nu een deel van de brug al gebouwd. De watervisie is beschreven in hoofdstuk 6 en het grondwaterplan in hoofdstuk 5. In dit hoofdstuk wordt het voorgestelde maatregelenprogramma beschreven. Aan de projectbeschrijvingen liggen vier communicatiemomenten ten grondslag: -
Projectgroepoverleggen; Raadplegen klankbordgroep; Raadplegen bewoners middels enquête; Raadplegen dorps- en wijkraden.
Daarnaast is gebruik gemaakt van kennis van medewerkers van het waterschap en de gemeente. Het grondwatermeetnet, het grondwaterplan en de watervisie vormen eveneens een belangrijke basis voor het maatregelenprogramma.
Voorgestelde projectenlijst en planning De projectgroep stelt voor om de projectenlijst en planning op de volgende pagina in overweging te nemen. De projectenlijst sluit aan bij de vier brugpijlers. In bijlage 1 (projectbeschrijvingen) worden de projecten beschreven. In de projectenlijst worden het projectnummer, de projectnaam, de kosten, de financier(s), de kostendekking en de jaarplanning genoemd. De projectnummers bestaan uit twee cijfers gescheiden door een stip. Het eerste cijfer is de pijler (1. Leefbaarheid, 2. Ecologie, 3. Beleving en 4. Voorlichting). Het tweede cijfer is het volgnummer binnen de pijler. Verder worden de kosten per participerende partij beschreven. De belangrijkste kostendragers zijn de gemeente, het waterschap en derden waaronder subsidieverstrekkers en organisaties uit de klankbordgroep. De kostendekking voor de kosten van de gemeente wordt met afkortingen weergegeven (WP = waterplan/algemene reserves, PR = projectbudget bedrijvenpark Nijtap, VR = verbrede rioolheffing en SP = speelbudget). Kosten die in geel zijn aangegeven, zijn al gedekt in gereserveerde middelen. In het rood zijn de kosten van de gemeente aangegeven en in blauw van het waterschap. 24
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012)
460
350
VR
110
-
1.2
Waterplan Folgeren
300
200
VR
100
-
1.3
Waterplan Venen
60
-
Waterplan Dr.Comp
70
VR VR VR
30
1.4
20 10 40
30
-
75 90
75 45
VR VR
45
-
30 -
30 WP -
-
-
100
50 WP VR
50
-
1.5 1.6 1.7
Grondwateraanpak Kunstwerkenkaart Berging/afvoer rioolsloten 1.8 Beperken verharding 1.9 Waterverbinding Bouwen-Singels 1.10 Duurzaam blussen 2.1 Natuurvriendelijke oevers aanleggen 2.2 2.3 2.4 2.5 3.1 3.2 4.1 4.2 4.3 4.4
80 40 WP 40 Natuuroevers/brug Trisken 160 160 WP Vegetatiedaken aanleggen 1.157 10 PR 828 229 Boppeste90 WP Noorderhogeweg Peilaanpassing Singels/Drait 20 10 WP Waterspeelplek 10 SP Folgeren 20 7 WP 13 Visplan 8 8 WP Waterlessen Ikonderzoekwater.nl 20 20 WP Regentonactie Voorlichting Breeduit Bruto totalen 2.650 1.175 1.233 242 Gereserveerd 1.297 240 828 229 Netto totalen 1.353 935 405 13 Gemeente: Nog te dekken kosten (totaal) Gemeente: Nog te dekken kosten verbrede rioolheffing Gemeente: Nog te dekken kosten binnen waterplan Wetterskip Fryslân: Nog te dekken kosten
10 10
Nog te dekken kosten door gemeente en waterschap in
Waterplan Drait
2016 (k€)
Nog te dekken kosten door gemeente en waterschap in 2015 (k€) Nog te dekken kosten door gemeente en waterschap in 2014 (k€) Nog te dekken kosten door gemeente en waterschap in 2013 (k€)
Kosten (k€) derden2
Kosten (k€) waterschap
Dekking gemeente
Aandeel gemeente (k€)
Totale Kosten (k€)
Projectnaam
Projectnummer 1.1
340 100
0 100 10 30 40 30 75 0 45 45 30 0
0
47
40 40 47
0 25 25 50
19
47
0
90
0 10 0 2 0 20 0
2 2 0
2 2 0
3 2 0
0
0
0
51 0 51 100
391 195 196 135
391 340 51 100
102 10 92 70
Er wordt voorgesteld om deze lijst van projecten te laten vaststellen door de besturen van het waterschap en de gemeente. De totale kosten van het programma bedragen € 2.650.000. De gemeente heeft € 240.000 van deze totale uitvoeringskosten gedekt middels bestaande projectbudgetten. Het waterschap heeft € 828.000 van deze totale uitvoeringskosten gedekt. 2
Provincie Fryslân, Rottevalster Compagnons, HSV Voorwaarts, Sportvisserij Nederland 25
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) Daarnaast hebben de Provincie Fryslân en Rottevalster Compagnons € 229.000 gereserveerd. Netto blijft er € 1.353.000 over waar dekking voor moet worden gevonden. Daarvan dient de gemeente een bedrag van € 935.000 aan kosten te dekken en het waterschap € 405.000. Daarnaast wordt uitgegaan van € 13.000 dekking van de nettokosten door derden (Fonds verbetering sportvismogelijkheden). Qua gemeentelijke dekking komen in aanmerking de algemene reserves en de verbrede rioolheffing: Onder de verbrede rioolheffing kunnen de volgende typen maatregelen gedekt worden: -
Aanleg waterpartijen voor de berging van regenwater; Aanleg waterpartijen voor de regulering van de grondwaterstand; Het draineren van terreinen om de grondwaterstand te reguleren; Het toepassen van grondverbetering om de grondwaterstand te reguleren.
Als wordt gekeken naar de typen maatregelen die in aanmerking komen voor dekking uit de verbrede rioolheffing, dan zou € 545.000 van de totale gemeentelijke kosten kunnen worden gedekt uit de verbrede rioolheffing. Het gaat dan vooral om de waterplannen voor de Drait, Folgeren en Drachtstercompagnie waarbinnen maatregelen worden getroffen om grondwateroverlast aan te pakken en regenwater te bergen. Daarnaast zouden kosten van de projecten “Berging/afvoer rioolsloten” en “Grondwateraanpak” ook kunnen worden gedekt uit de verbrede rioolheffing. De resterende € 390.000 zal op een andere wijze gedekt moeten worden. Daarom wordt voor de dekking van de gemeentelijke bijdrage het volgende voorgesteld: -
-
Voor de projecten die ten laste komen van het verbreed GRP wordt voorgesteld om dit te dekken uit de reserve riolering. Het gaat dan om de projecten die in 2014, 2015 en 2016 worden uitgevoerd voor een totaalbedrag van € 545.000. Dit zal in de concernrapportages terugkomen. In de besluitvorming rond het GRP in 2010 werd nog verwacht dat door toevoeging van de grondwaterprojecten het tarief voor de burgers zou moeten stijgen. Gelet op de opgebouwde reserve kunnen de diverse maatregelen echter worden uitgevoerd, zonder dat de riooltarieven behoeven te worden aangepast. Voor de projecten die niet uit het verbreed GRP gedekt kunnen worden, geldt dat: - projecten met een uitvoering in 2013 worden gedekt uit het restant van het uitvoeringsbudget van het Gemeentelijk Waterplan 2007-2011. De totale kosten bedragen hier € 51.000; - projecten met een uitvoering in de periode 2014-2016 zullen worden afgewogen in de Perspectiefnota 2014-2017. Het gaat in deze periode respectievelijk om de bedragen € 196.000, € 51.000 en € 92.000.
Van de totale programmakosten van € 2.650.000 dragen gemeente (44%) en waterschap (47%) de meeste kosten en daarnaast betalen andere partijen 9% van de kosten. Voor het aanbesteden van de projecten binnen het waterplan wordt gebruikt gemaakt van het bestaande aanbestedingsbeleid van de gemeente. Kostenverdeling waterschap-gemeente De kosten van de projecten worden voor het overgrote deel verdeeld tussen de gemeente en het waterschap. Het waterschap betaalt mee aan projecten waarbij het watersysteem wordt verbeterd op basis van de trits vasthouden-bergen-afvoeren. Werkzaamheden die hieronder vallen, zijn: voorbereidingswerkzaamheden, graven van watergangen, herprofileren van watergangen, verbreden watergangen, verbeteringen in het doorstroomprofiel van watergangen en de aanleg van duikers/kunstwerken. Bij projecten waarbij de bijdrage van het waterschap hoger is dan € 100.000 wordt bij de start van de uitvoering door het waterschap 26
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) een voorschot van 25% overgemaakt naar de gemeente. Na afloop van het project wordt afgerekend op basis van werkelijk gemaakte kosten. Bij de resterende projecten met een waterschapsbijdrage wordt ook na afloop van het project afgerekend op basis van de werkelijk gemaakte kosten. Een uitzondering op deze regels is het project Noorderhogeweg-Boppeste waarbij de gemeente na afloop een vaste bijdrage van € 100.000 in één keer overmaakt zonder naverrekening. Voor alle projecten die uitgevoerd worden met een partner geldt dat voor de start de kostenverdeling en andere financiële afspraken in een document worden vastgelegd. Wanneer dit afwijkt van hetgeen in het waterplan is vastgelegd, zal het project worden heroverwogen en opnieuw worden voorgelegd in een advies aan het college/raad, waterschapsbestuur of een eventueel ander bestuursorgaan, wanneer de kosten niet gedekt kunnen worden binnen de totale beschikbaar gestelde financiële kaders.
27
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012)
Bijlage 1: Projectbeschrijvingen: Projectnummer en projectnaam Brugpijlers Aanleiding
Doelstellingen
Synergie
Projectfasering
Betrokkenen
Maatregelen
Beleidskader(s) Procedures Projectperiode Personele inzet Gerelateerde werkzaamheden Kosten Kostendekking Kostenafrekening
Voorlichting/ Communicatie
1.1 Waterplan Drait Leefbaarheid, ecologie en beleving. Er is veel grondwateroverlast in de Drait. Dit blijkt uit de enquête en het grondwatermeetnet. De peilbuizen laten periodes langer dan 2 maanden zien met grondwaterstanden ondieper dan 0,5 m minus maaiveld en dus is er sprake van grondwateroverlast. Bij de enquête worden natte kruipruimtes en tuinen veel genoemd. Ruim 16% van de geënquêteerden meldt een natte kruipruimte in de zomer! Grondwaterproblemen kunnen worden opgelost door nieuwe watergangen aan te leggen en op een aantal locaties goed te draineren. De watergangen worden aangelegd met natuurvriendelijke oevers. Uit de enquête blijkt dat veel geënquêteerden (93%) natuurvriendelijke oevers prefereren boven harde oevers met beschoeiingen. Natuurlijke oevers bieden veel verschillende habitats voor planten en dieren. 1. De grondwaterstanden in de woonwijk de Drait mogen niet langer dan 2 maanden 0,5 m minus maaiveld bedragen; 2. Ruimte voor nieuw water voor regen- en grondwaterberging. 1. De gebruiksmogelijkheden van de groenstructuur nemen toe; 2. Meer en betere habitats voor planten en dieren; 3. Belevingswaarde van de wijk neemt toe. 1. Structuurvisie en ontwerptekening; 2. Flora- en faunaonderzoek en geohydrologisch onderzoek; 3. Bestek, vergunningen en aanbesteding; 4. Uitvoering. - Gemeente Smallingerland (trekker, fase 1-4); - Wetterskip Fryslân (fase 1-4); - Wijkraad (fase 1, 3 en 4). - Aanleg vijvers (met natuurvriendelijke oevers); - Draineren groenstructuren; - Verwijderen en aanbrengen bomen en beplanting. Wet gemeentelijke watertaken, KRW, Watervisie, Programma van eisen openbare ruimte, Grondwaterplan. - Betrekken wijk en terugkoppeling; - In geval van ontheffing flora- en faunawet extra proceduretijd. 1 januari 2014 - 31 december 2015. - Gemeente Smallingerland: 500 uren; - Wetterskip Fryslân: 150 uren. Onderhoud groen, onderhoud bestaande sloten, afkoppeling verharde oppervlakken in de Drait. Totale kosten: € 460.000. - Gemeente Smallingerland (verbrede rioolheffing): € 350.000; - Wetterskip Fryslân: € 110.000. Bij de start van de uitvoering maakt het waterschap een voorschot (25%) over aan de gemeente. Na afloop van het project wordt afgerekend op basis van werkelijk gemaakte kosten. Gedurende het planproces worden inloopavonden georganiseerd voor bewoners om ze te informeren over de ruimtelijke consequenties. Daarnaast worden bewoners middels de Breeduit geïnformeerd. Parallel worden gespreken gevoerd met de wijkraad.
28
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) Projectnummer en projectnaam Brugpijlers Aanleiding
Doelstellingen
Synergie
Projectfasering
Betrokkenen
Maatregelen
Beleidskader(s) Procedures Projectperiode Personele inzet Gerelateerde werkzaamheden Kosten Kostendekking
Kostenafrekening
Voorlichting/ Communicatie
1.2 Waterplan Folgeren Leefbaarheid, beleving en ecologie. Er is veel grondwateroverlast in de Folgeren en de groen- en waterstructuren tussen de huizen in de wijk zijn aan verbetering toe. Het beeld voor wat betreft de grondwateroverlast wordt door de bewoners via de enquête bevestigd. Er zijn veel klachten over natte kruipruimtes, parken en tuinen. Als naar de peilbuizen MPND1 en MPN-D2 uit het grondwatermeetnet wordt gekeken, valt vooral buis MPN-D1 op met lange periodes met grondwaterstanden boven de 0,5 m - maaiveld. Er is dus duidelijk sprake van grondwateroverlast. Verder is er aangegeven vanuit de wijk via de enquête dat er wensen zijn op het gebied van nieuwe waterpartijen. De betreffende locatie voor nieuwe waterpartijen (Rosarium) wordt ook door de cluster groenvoorziening aangedragen. Het opwaarderen van de bestaande slotenstructuren en het graven van nieuw oppervlaktewater zal resulteren in een betere beheersing van de grondwaterstand. 1. De grondwaterstanden in de Folgeren mogen niet langer dan 2 maanden 0,5 m minus maaiveld bedragen; 2. Ruimte voor nieuw water voor regen- en grondwaterberging. 1. Meer en betere habitats voor planten en dieren; 2. Een verbeterde groenstructuur; 3. Belevingswaarde van de wijk neemt toe. 1. Structuurvisie en ontwerptekening; 2. Onderzoeken (flora en fauna, bodemonderzoek); 3. Bestek, vergunningen en aanbesteding; 4. Uitvoering. - Gemeente Smallingerland (trekker, fase 1-4); - Wetterskip Fryslân (fase 1-4); - Wijkraad (fase 1, 3 en 4). - Bestaande sloten verbeteren; - Nieuwe watergangen graven; - Verwijderen en aanbrengen bomen en beplanting. Wet gemeentelijke watertaken, Watervisie, Programma van eisen openbare ruimte, Grondwaterplan. - Betrekken aanwonenden en terugkoppeling; - In geval van ontheffing flora- en faunawet extra proceduretijd. 1 januari 2013 - 31 december 2013. - Gemeente Smallingerland: 400 uren; - Wetterskip Fryslân: 50 uren. Onderhoud groen, onderhoud bestaande sloten, afkoppeling verharde oppervlakken in de Folgeren. Totale kosten: € 300.000. - Gemeente Smallingerland (verbrede rioolheffing: baggeren in 2013): € 200.000; - Wetterskip Fryslân: € 100.000. Bij de start van de uitvoering maakt het waterschap een voorschot (25%) over aan de gemeente. Na afloop van het project wordt afgerekend op basis van werkelijk gemaakte kosten. Bij de start van het project en gedurende het planproces wordt een inloopavond georganiseerd voor bewoners om ze te informeren over de ruimtelijke consequenties. Daarnaast worden bewoners middels de Breeduit geïnformeerd. Parallel worden gespreken gevoerd met de wijkraad en met de bewoners persoonlijk. 29
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) Projectnummer en projectnaam Brugpijlers Aanleiding
Doelstellingen
Synergie Projectfasering
Betrokkenen
Maatregelen Beleidskader(s) Procedures Projectperiode Personele inzet Gerelateerde werkzaamheden Kosten Kostendekking
Kostenafrekening Voorlichting/ Communicatie
1.3 Waterplan Venen Leefbaarheid, beleving en ecologie. Er is veel regenwateroverlast in de Venen. Vanaf 2013 worden er afkoppelprojecten in de Venen uitgevoerd. In de wijk is nauwelijks ruimte om nieuw water aan te leggen om dit afgekoppelde regenwater te bergen. Uit de enquête bleek echter wel dat er veel draagvlak is voor nieuwe waterpartijen (60% va de bewoners). Daarom lijkt het zinvol om een (deels) open waterstructuur in de Venen aan te leggen. Daarbij kan eventueel ook aandacht worden besteed aan een nieuwe oplossingsrichting als de zgn. waterpleinen3. Met aanvullende financiering van het waterschap en de bestaande financiële middelen binnen het GRP (€ 20.000 voor een waterstructuurplan de Venen) en een toevoeging uit de reserves van het GRP (€ 10.000) wordt voorgesteld om nieuw oppervlaktewater te realiseren in de Venen. Aangezien er uit het grondwatermeetnet en de bewonersenquête blijkt dat er geen grondwateroverlast optreedt, worden geen grondwatergerichte maatregelen getroffen. 1. Oplossen regenwateroverlast; 2. Realiseren nieuw oppervlaktewater (vijvers, grachten) en/of eventueel waterpleinen. 1. Belevingswaarde van de wijk neemt toe; 2. Water is zichtbaarder in de wijk. 1. Waterstructuurplan opstellen (door gemeente zelf); 2. Ontwerptekening en onderzoeken (flora/fauna, bodem); 3. Bestek, vergunningen en aanbesteding; 4. Uitvoering. - Gemeente Smallingerland (trekker, fase 1-4); - Wetterskip Fryslân (fase 1-4); - Wijkraad (fasen 1-4). Aanleg vijvers (circa 1.250 m2 ) en/of aanleg waterplein(en). Wet gemeentelijke watertaken, Watervisie, Programma van eisen openbare ruimte, Grondwaterplan, Gemeentelijk Rioleringsplan. Betrekken aanwonenden en terugkoppeling. 1 januari 2016 - 31 december 2016. - Gemeente Smallingerland: 300 uren; - Wetterskip Fryslân: 100 uren. Onderhoud groen, onderhoud bestaande sloten, onderhoud riolering, onderhoud wegen. Totale kosten: € 60.000. - Gemeente Smallingerland (verbrede rioolheffing): € 30.000, waarvan € 20.000 reeds is gereserveerd en € 10.000 uit de reserve wordt aangewend; - Wetterskip Fryslân: € 30.000. Na afloop van het project wordt afgerekend op basis van werkelijk gemaakte kosten. Tweemaal in het planproces wordt een inloopavond georganiseerd voor bewoners en de wijkraad om ze te informeren over de maatregelen en over de ruimtelijke consequenties. Daarnaast worden bewoners middels de Breeduit geïnformeerd.
3
Een waterplein is een nieuwe manier om in een dichtbebouwd gebied voor tijdelijke wateropvang te zorgen bij extreme regenbuien. Bij hevige regen wordt het regenwater gefaseerd op het waterplein opgevangen en zorgt het ervoor dat er in de wijk minder wateroverlast is. Het waterplein staat echter het grootste deel van het jaar leeg en is dan een bijzondere plek om elkaar te ontmoeten. 30
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) Projectnummer en projectnaam Brugpijlers Aanleiding
Doelstellingen
Projectfasering
Betrokkenen
Maatregelen
Beleidskader(s) Procedures Projectperiode Personele inzet Gerelateerde werkzaamheden Kosten Kostendekking Kostenafrekening Voorlichting/ Communicatie
1.4 Waterplan Drachtstercompagnie Leefbaarheid, beleving en ecologie. Uit het grondwatermeetnet blijkt dat er in Drachtstercompagnie grondwateroverlast optreedt. In peilbuis DCOM1 wordt gedurende 4 maanden een grondwaterstand gemeten hoger dan 0,5 m minus maaiveld. Volgens de grondwaterdefinitie is er dus sprake van grondwateroverlast. Verder wordt er via de enquête lokale grondwateroverlast gemeld. Er is dus een noodzaak om in Drachtstercompagnie gerichte maatregelen te treffen. Daartoe dienen wel de locaties bekend te zijn waar de grondwateroverlast speelt. Om daarachter te komen, worden gespreken gevoerd met dorpsbelangen. Verder speelt er een probleem rond een duiker onder de Smidswei. De duiker is een belangrijke verbinding tussen de schouwsloot ten noorden van de Tsjerkebuorren en de westelijke kant van het dorp. Deze 80 m lange duiker geeft al jaren problemen in dit afvoertraject. Door de duiker op enkele plekken te repareren (bijvoorbeeld door relinen) kan de duiker weer jaren mee. Maatregelen om de grondwateroverlast te beperken zijn bijvoorbeeld het opschonen en herprofileren van sloten en het draineren van enkele locaties. 1. De grondwaterstanden in Drachtstercompagnie mogen niet langer dan 2 maanden 0,5 m minus maaiveld bedragen; 2. Repareren duiker Smidswei. 1. Onderzoek in dorp naar de probleemlocaties en de oorzaken; 2. Ontwerptekening; 3. Onderzoeken (flora en fauna, bodemonderzoek); 4. Bestek, vergunningen en aanbesteding; 5. Uitvoering. - Gemeente Smallingerland (trekker, fase 1-5); - Wetterskip Fryslân (fase 1-5); - Dorpsbelangen (fase 1, 2, 4 en 5). - 1 km watergang herprofileren; - Drainage aanleggen (0,5 ha); - Repareren duiker onder Smidswei (80 m). Wet gemeentelijke watertaken, Watervisie, Programma van eisen openbare ruimte, Grondwaterplan. - Betrekken aanwonenden en terugkoppeling; - In geval van ontheffing flora- en faunawet extra proceduretijd. 1 januari 2014 - 31 december 2014. - Gemeente Smallingerland: 250 uren; - Wetterskip Fryslân: 50 uren. Onderhoud groen, onderhoud bestaande sloten. Totale kosten: € 70.000. - Gemeente Smallingerland (verbrede rioolheffing): € 40.000; - Wetterskip Fryslân: € 30.000. Na afloop van het project wordt afgerekend op basis van werkelijk gemaakte kosten. Bewoners worden middels de Breeduit geïnformeerd. Parallel worden gespreken gevoerd met dorpsbelangen en met de bewoners persoonlijk om de probleemlocaties in beeld te krijgen.
31
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) Projectnummer en projectnaam Brugpijlers Aanleiding
Doelstelling Projectfasering
Betrokkenen
Maatregelen Beleidskader(s) Procedures Projectperiode Personele inzet Gerelateerde werkzaamheden Kosten Kostendekking Kostenafrekening Voorlichting/ Communicatie
1.5 Grondwateraanpak Leefbaarheid, beleving en ecologie. Uit het grondwatermeetnet blijkt dat er lokale grondwaterproblemen in de Wiken, Burmania, Trisken, Singels en Swetten zijn. Deze grondwateroverlast kan worden aangepakt door grondverbetering of beperkte aanleg drainage. In de Swetten, de Wiken (Zuidoost) en de Singels (centraal, buis DSi2) valt op dat de grondwaterstand direct reageert op een neerslagpiek, wat vaak duidt op een ondiepe keileemlaag en daarmee samenhangend een (tijdelijke) schijngrondwaterspiegel. Vaak is grondverbetering (verbeteren toplaag en doorprikken keileemlaag) kosteneffectief de beste oplossing. De grondwaterstanden in de genoemde wijken mogen niet meer langer dan 2 maanden 0,5 m minus maaiveld bedragen. 1. Onderzoek in de wijk naar de probleemlocaties en de oorzaken; 2. Ontwerptekening; 3. Geohydrologisch onderzoek; 4. Bestek, vergunningen en aanbesteding; 5. Uitvoering. - Gemeente Smallingerland (trekker, fase 1-5); - Wetterskip Fryslân (fase 1-5); - Wijkraden (fase 1, 2, 4 en 5). - Drainage aanleggen (5 ha); - Grondverbetering (5 ha). Wet gemeentelijke watertaken, Watervisie, Programma van eisen openbare ruimte, Grondwaterplan. Betrekken aanwonenden en terugkoppeling. 1 januari 2014 - 31 december 2014. - Gemeente Smallingerland: 400 uren; - Wetterskip Fryslân: 50 uren. Onderhoud groen, onderhoud bestaande sloten Totale kosten: € 75.000. Gemeente Smallingerland (verbrede rioolheffing): € 75.000. Bewoners worden middels de Breeduit geïnformeerd.
32
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) Projectnummer en projectnaam Brugpijlers Aanleiding
Doelstelling
Projectfasering
Betrokkenen Maatregelen Beleidskader(s) Procedures Projectperiode Personele inzet Gerelateerde werkzaamheden Kosten Voorlichting/ Communicatie
1.6 Waterkunstwerkenkaart Leefbaarheid, voorlichting. Vaak blijkt dat de kennis over de precieze ligging van duikers, stuwen en gemalen met bijbehorende technische gegevens te kort schiet. In het verleden zijn verschillende externe bureaus aan het inventariseren geweest. Dit heeft geresulteerd in veel versnipperde informatie. Daarnaast is uit de inventarisatie in het kader van de overdracht stedelijk waterbeheer niet direct af te leiden hoe de werking en ligging van een kunstwerk is. Er is direct behoefte aan een goede en alle waterstructuren betreffende inventarisatie van alle kunstwerken. Een volledig beeld van de precieze ligging van duikers, stuwen en gemalen met bijbehorende technische gegevens vastleggen op een kaart en in een gegevensbestand. 1. Gesprek tussen werkvoorbereider waterschap en buitendienstmedewerkers voor uitwisseling ervaringskennis; 2. Gesprek tussen werkvoorbereider en de gegevensbeheerders van waterschap en gemeente; 3. Het maken van de waterkunstwerkenkaart; 4. Het vastleggen van duikers in rioolbeheer. - Wetterskip Fryslân (trekker, fase 1-4); - Gemeente Smallingerland (fase 1-4). Zie doelstellingen. Watervisie, Programma van eisen openbare ruimte. Geen. 1 januari 2013 - 31 december 2013. - Gemeente Smallingerland: 250 uren; - Wetterskip Fryslân: 350 uren. Overdracht stedelijk waterbeheer. Geen. Er is voortdurend contact nodig tussen de werkvoorbereider en de buitendienstmedewerkers om zoveel mogelijk praktijkkennis mee te nemen in het onderzoek.
33
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) Projectnummer en projectnaam Brugpijlers Aanleiding
Doelstelling(en) Projectfasering
Betrokkenen Maatregelen Beleidskader(s)
Procedures Projectperiode Personele inzet Gerelateerde werkzaamheden Kosten Kostendekking Kostenafrekening
Voorlichting/ Communicatie
1.7 Berging en afvoer rioolsloten Leefbaarheid, ecologie. Er zijn een aantal sloten in de gemeente die zijn gekoppeld aan de riolering. Het overtollige slootwater wordt geloosd op de riolering. Het peilbeheer van de sloten is dus gekoppeld aan de drempelhoogte van de inlaatvoorziening in de riolering. Dit slootwater moet allemaal worden verpompt, kan verderop in het systeem resulteren in riooloverstorten en het slootwater moet vervolgens in de rioolwaterzuivering weer worden gezuiverd. Deze situaties zijn enkele decennia terug gerealiseerd en passen niet meer binnen het moderne duurzame waterbeheer waarbij de tritsen voor waterkwantiteit (vasthouden-bergen-afvoeren) en waterkwaliteit (schoonhouden-scheiden-zuiveren) worden nagestreefd. Voor het watersysteem is het beter om het water vast te houden op de plek waar het valt en daarna pas te bergen. Door direct af te voeren naar de riolering wordt daar niet aan bijgedragen. Maatregelen om de rioolsloten los te koppelen van het riool, van meer berging te voorzien en aan te koppelen op bestaand oppervlaktewater, sluiten goed aan bij de trits vasthouden-bergen-afvoeren. Verder wordt op deze manier de waterstroom qua kwaliteit zoveel mogelijk gescheiden bij de bron wat goed aansluit bij de trits voor waterkwaliteit. Sloten loskoppelen van de riolering en aansluiten op oppervlaktewater of een regenwaterleiding. 1. Inventariseren binnen gemeente op welke locaties sloten op de riolering zijn aangesloten; 2. Plan maken om sloten los te koppelen; 3. Prijs opvragen bij aannemers en opdracht verstrekken; 4. Uitvoering. - Gemeente Smallingerland (trekker, fase 1-4); - Wetterskip Fryslân (fase 1-4). - Aanleg nieuwe of verbreden/verlengen bestaande watergangen; - Aanleg duikers of RWA-leidingen om sloten te verbinden. Wet gemeentelijke watertaken, Watervisie, Programma van eisen openbare ruimte, Grondwaterplan, Gemeentelijk Rioleringsplan, Wegbeheer. Betrekken aanwonenden en terugkoppeling. 1 januari 2014 - 31 december 2014. - Gemeente Smallingerland: 150 uren; - Wetterskip Fryslân: 100 uren. Afkoppelprojecten, wegbeheer, rioolbeheer, peilbeheer watergangen. Totale kosten: € 90.000. - Gemeente Smallingerland (verbrede rioolheffing): € 45.000; - Wetterskip Fryslân: € 45.000. Bij de start van de uitvoering maakt het waterschap een voorschot (25%) over aan de gemeente. Na afloop van het project wordt afgerekend op basis van werkelijk gemaakte kosten. Werkzaamheden op locatie worden gemeld aan bewoners middels brieven en via Breeduit.
34
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) Projectnummer en projectnaam Brugpijlers Aanleiding
Doelstellingen Synergie
Projectfasering
Betrokkenen Maatregelen Beleidskader(s) Procedures Projectperiode Personele inzet Gerelateerde werkzaamheden Kosten Kostendekking Kostenafrekening Voorlichting/ Communicatie
1.8 Beperken verhardingen Leefbaarheid, beleving en ecologie. In Drachten en de dorpen zijn hier en daar stukken verhardingen die niet meer worden gebruikt of niet meer functioneel zijn. Deze stukken verharding zouden we kunnen verwijderen en daarna kunnen vervangen door een mooie groene inrichting. Dit heeft veel voordelen. De omgeving wordt groener, er vindt minder opwarming plaats, de afvoer van regenwater wordt vertraagd en er vindt minder afvoer van regenwater via het riool naar de waterzuivering plaats. 1. Afvoer van regenwater vertragen; 2. Minder afvoer van regenwater naar de rioolwaterzuivering. 1. Een groenere en meer prettige leefomgeving; 2. Mindere opwarming van de woonwijken; 3. Meer en betere leefgebieden voor planten en dieren. 1. Inventariseren locaties niet functionele verharding; 2. Plan maken om verharding te vervangen door groen; 3. Prijs opvragen bij aannemers en opdracht verstrekken; 4. Uitvoering. - Gemeente Smallingerland (trekker, fase 1-4); - Wetterskip Fryslân (fase 1-4). Niet functionele verharding (1.500 m2) uit de openbare ruimte verwijderen en vervangen door groen. Watervisie, Programma van eisen openbare ruimte, Grondwaterplan, Gemeentelijk Rioleringsplan, Wegbeheer Betrekken aanwonenden en terugkoppeling. 1 januari 2014 - 31 december 2014. - Gemeente Smallingerland: 100 uren; - Wetterskip Fryslân: 10 uren. Afkoppelprojecten, wegbeheer, rioolbeheer. Totale kosten: € 30.000. Gemeente Smallingerland: € 30.000. Verwijderen van verharding wordt in overleg gedaan met de clusters verkeer en wijkbeheer en daarnaast met de omwonenden.
35
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) Projectnummer en projectnaam Brugpijlers Aanleiding
1.9 Waterverbinding Bouwen-Singels Leefbaarheid, beleving en ecologie. De watersystemen van de Bouwen en de Singels zijn verbonden middels een slecht te onderhouden lange duiker van 300 m die ook nog deels onder huizen doorloopt. Deze duiker is op termijn aan vervanging toe en is nu een knelpunt in de afvoer tussen de beide watersystemen. Verder zijn er afkoppelambities in de Singels en de Bouwen. Er zijn verschillende mogelijkheden om de duiker te vervangen: -
-
Doelstelling
Projectfasering
Betrokkenen Maatregelen
Beleidskader(s) Procedures Projectperiode Personele inzet Gerelateerde werkzaamheden Kosten Kostendekking Kostenafrekening Voorlichting/ Communicatie
de duiker op de huidige plek vervangen; de oude duiker verwijderen (of laten zitten in combinatie met volstorten oude duiker) en op een ander plek een nieuwe duikerverbinding aanleggen; de huidige duiker repareren; een (deels) open waterstructuur aanleggen.
Binnen dit project wordt binnen de gemeente een onderzoek ingesteld naar de mogelijke oplossingen en gekeken naar de ruimtelijke en civieltechnische inpassing van een eventuele open waterstructuur. Er wordt een ontwerp gemaakt en een bijbehorende kostenraming. De kostenraming en het ontwerp worden na 2016 voorgelegd aan het college en de raad. Onderzoek naar de mogelijkheden van de vervanging van de bestaande duiker en de ruimtelijke en technische inpassing en de kosten van een verbeterde waterstructuur tussen de Bouwen en de Singels. 1. Beschrijven wensen waterhuishouding en stedenbouw; 2. Ruimtelijke toets; 3. Stedenbouwkundig en civieltechnisch ontwerp; 4. Kostenraming; 5. Plan en kostenraming voorleggen aan college en raad. - Gemeente Smallingerland (trekker, fase 1-5); - Wetterskip Fryslân (fase 1-5). - Ontwerp; - Kostenraming; - Advies aan college en raad. Wet gemeentelijke watertaken, Watervisie, Programma van eisen openbare ruimte, Grondwaterplan, Gemeentelijk Rioleringsplan. Betrekken aanwonenden en terugkoppeling. 1 januari 2015 - 31 december 2016. - Gemeente Smallingerland: 200 uren; - Wetterskip Fryslân: 75 uren. Afkoppeling verharde oppervlakken in de Bouwen en de Singels. Het ontwerp en de kostenraming worden ter besluitvorming voorgelegd aan het college en de raad. Pas als er concreet een ontwerp is die past binnen de openbare ruimte en als er zicht is op de financiering van de werkzaamheden, wordt extern gecommuniceerd naar wijkraden en omwonenden.
36
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) Projectnummer en projectnaam Brugpijlers Aanleiding
Doelstelling Synergie Projectfasering
Betrokkenen Maatregelen Beleidskader(s) Procedures Projectperiode Personele inzet Gerelateerde werkzaamheden Kosten en dekking Communicatie
1.10 Duurzaam blussen Leefbaarheid en ecologie. In Smallingerland zijn 2.000 brandkranen aanwezig die niet bij iedere brand goed bereikbaar zijn. Deze brandkranen worden gehuurd van Vitens voor € 45.000. Verder wordt er per jaar ongeveer 5.000 m3 drinkwater gebruikt voor bluswater. De kosten om de brandkranen te gebruiken, bedragen dus € 50.000 per jaar. Het laten vervallen van de brandkranen en overstappen op het gebruik van oppervlaktewater, zou dus een flinke besparing kunnen opleveren op zowel kosten als drinkwater. Er moet echter wel rekening worden gehouden met het aanschaffen en afschrijven van een extra tankauto voor € 30.000. Verder moet er € 700 per brandkraan worden betaald voor de verwijdering. Daarnaast moet er, afgaande op een afschrijvingstermijn van 50 jaren, een afkoopsom worden betaald voor het contractueel te vroeg verwijderen van de brandkraan. Voor een 5 jaar oude kraan bedraagt de afkoopsom ongeveer € 250 en voor een 40 jaar oude kraan ongeveer € 50. Tenslotte mogen er maximaal 3 kranen per jaar kosteloos worden afgesloten. Alle brandkranen in één keer verwijderen zou een hoge kostenpost met zich meebrengen. Daarom is het verstandig om in een plan uit te werken in welk tempo de brandkranen worden verwijderd en waar afnamepunten voor oppervlaktewater aanwezig moeten zijn. Per 1 januari 2014 gaat de gemeentelijk brandweer over in een regionale brandweer. Het beheer van de blusvoorzieningen blijft echter een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Dit plan kan daarom intern door de gemeente worden uitgewerkt. Aandachtspunten zijn: de waterkwaliteit, bereikbaarheid van het oppervlaktewater, ecologische doelstellingen oppervlaktewater, andere gebruiksfuncties en de beschikbaarheid van alternatieven. Drinkwater als bluswater vervangen door oppervlaktewater. 1. Beter bereikbare afnamepunten voor bluswater; 2. Lager gebruik van drinkwater. 1. Inventariseren mogelijkheden voor afname bluswater uit het oppervlaktewater en het afsluiten van brandkranen; 2. Maken tekening met afnamepunten oppervlaktewater en te verwijderen brandkranen; 3. Maken planning en kostenraming; 4. Bespreken planning en kostenraming en aanpassen tekening; 5. Financiering/begroting regelen op basis van plan. - Gemeente Smallingerland (trekker, fase 1-5); - Wetterskip Fryslân (fase 1-5). Onderzoek naar verwijdering brandkranen en mogelijkheden voor gebruik oppervlaktewater voor bluswerkzaamheden. Watervisie, Programma van eisen openbare ruimte, Nota Duurzame Ontwikkeling. 1 januari 2014 - 31 december 2014. - Gemeente Smallingerland: 100 uren; - Wetterskip Fryslân: 20 uren. Onderhoud watergangen en groen. Publicatie van de uitkomsten van het onderzoek in de Breeduit. 37
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) Projectnummer en projectnaam Brugpijlers Aanleiding
Doelstellingen
Synergie Projectfasering
Betrokkenen
Maatregelen
Beleidskader(s) Procedures Projectperiode Personele inzet Gerelateerde werkzaamheden Kosten Kostendekking
Kostenafrekening Voorlichting
2.1 Natuurvriendelijke oevers aanleggen Ecologie, leefbaarheid en beleving. Binnen de oudere woonwijken is te weinig berging in het watersysteem. Een uitbreiding van de bergingscapaciteit van het oppervlaktewater is daar gewenst. Verder zijn de oevers in deze wijken vaak steil en/of met walbeschoeiing uitgevoerd. Voor de waterberging en de natuurlijke overgang van land naar water zijn natuurlijke oevers beter. Uit de enquête blijkt dat veel bewoners (93%) graag natuurlijke oevers zien. Uit een eerste verkenning in het kader van het gemeentelijke onderhoudsplan voor o.a. walbeschoeiing blijkt dat de walbeschoeiing op een aantal locaties aan vervanging toe is. Voor de locaties Hunze/Noorderhogeweg, Rien en Burmanialaan is € 40.000 geraamd om de walbeschoeiing op korte termijn deels te vervangen door nieuwe beschoeiing. Op de lange termijn kost vervanging een veelvoud hiervan. Door de aanleg van natuurlijke oevers neemt de bergingscapaciteit van het oppervlaktewater in bestaande wijken toe en neemt de natuur- en belevingswaarde toe. Door natuurvriendelijke oevers te graven neemt de waterberging gemiddeld met 5 m2 per strekkende meter toe. Hierdoor neemt ook de berging van regenwater toe en zodoende kan een deel van de kosten worden gekoppeld aan de rioolheffing. 1. Uitbreiden bergingscapaciteit van het oppervlaktewater; 2. Natuurlijke overgang tussen land en water realiseren; 3. Verbeteren waterkwaliteit door aanleg natuurlijke oevers. Opwaardering van de leefomgeving doordat de waterpartijen een uitstraling krijgen die hoog wordt gewaardeerd door de bewoners. 1. Ontwerptekening; 2. Onderzoeken (flora en fauna, bodemonderzoek); 3. Bestek, vergunningen en aanbesteding; 4. Uitvoering. - Gemeente Smallingerland (trekker, fase 1-4); - Wetterskip Fryslân (fase 1, 3 en 4); - Wijk- en dorpsraden (fase 1, 3 en 4). - Aanleg natuurvriendelijke oevers aan de Rien, Burmanialaan en Hunze/Zuiderhogeweg (1 km) en daarmee samenhangend een uitbreiding van de bergingscapaciteit van het oppervlaktewater in bestaande wijken met een 0,5 hectare; - Aanplant waterplanten op genoemde locaties en Groene Zoom. Watervisie, Programma van eisen openbare ruimte, Grondwaterplan, Onderhoudsplan kaden en oevers. - Betrekken aanwonenden en terugkoppeling; - In geval van ontheffing flora- en faunawet extra proceduretijd. 1 januari 2014 - 31 december 2014. - Gemeente Smallingerland: 200 uren; - Wetterskip Fryslân: 25 uren. Baggerwerkzaamheden 2014, Onderhoud groen en sloten. Totale kosten: € 100.000. - Gemeente Smallingerland: Waterplan (€ 25.000) en verbrede rioolheffing (€ 25.000); - Wetterskip Fryslân: € 50.000. Na afloop van het project wordt afgerekend op basis van werkelijk gemaakte kosten. Bewoners worden middels de Breeduit geïnformeerd. 38
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) Projectnummer en projectnaam Brugpijlers Aanleiding
Doelstellingen
Synergie
Projectfasering
Betrokkenen
Maatregelen
Beleidskader(s) Procedures
Projectperiode Personele inzet Gerelateerde werkzaamheden Kosten Kostendekking Kostenafrekening Voorlichting/ Communicatie
2.2 Natuuroevers/brug Trisken Ecologie, leefbaarheid en beleving. In de oostelijke ringvijver van de Trisken vormt een duiker een belemmering in de waterafvoer. Deze duiker belemmert tevens de doorstroming wat negatieve gevolgen heeft voor de waterkwaliteit. De aanleg van een brug zou hier een oplossing kunnen zijn. Dit past ook goed bij de suggesties die vanuit de enquête door bewoners zijn gegeven. Een brug is dus weliswaar duurder, maar vormt geen obstakel in de afvoer van water. Voor de natuurlijke overgang van land naar water en ook voor het beeld zijn natuurvriendelijke oevers beter dan steile en harde oevers. Uit de enquête blijkt dat veel bewoners (93%) graag natuurlijke oevers zien. De aanleg van een brug en de natuurvriendelijke inrichting van een deel van de oevers zou wenselijk zijn. 1. Natuurlijke overgang tussen land en water realiseren; 2. Verbeteren waterkwaliteit door aanleg natuurlijke oevers; 3. Verbetering doorstroming oostelijke ringvijver door aanleg van een brug. 1. Opwaardering van de leefomgeving doordat de waterpartijen een mooiere uitstraling krijgen; 2. Toename van de waterberging. 1. Ontwerptekening; 2. Onderzoeken (flora en fauna, bodemonderzoek); 3. Bestek, vergunningen en aanbesteding; 4. Uitvoering. - Gemeente Smallingerland (trekker, fase 1-4); - Wetterskip Fryslân (fase 1-4); - Wijkraad (fase 1, 3 en 4). - Aanleg natuurvriendelijke oevers en aanbrengen waterplanten over een lengte van 0,5 km; - Aanleg brug. Watervisie, Programma van eisen openbare ruimte, Grondwaterplan, Onderhoudsplan kaden en oevers. - Betrekken aanwonenden en terugkoppeling; - In geval van ontheffing flora- en faunawet extra proceduretijd; - Omgevingsvergunning voor de bouw van de brug aanvragen; - Mogelijke aanpassing van het bestemmingsplan in verband met de bouw van de brug. 1 januari 2016 - 31 december 2016. - Gemeente Smallingerland: 200 uren; - Wetterskip Fryslân: 50 uren. Onderhoud groen, onderhoud bestaande sloten. Totale kosten: € 80.000. - Gemeente Smallingerland (waterplan): € 40.000; - Wetterskip Fryslân: € 40.000. Na afloop van het project wordt afgerekend op basis van werkelijk gemaakte kosten. Bewoners worden middels de Breeduit geïnformeerd.
39
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) Projectnummer en projectnaam Brugpijlers Aanleiding
Doelstellingen
Synergie
Projectfasering
Betrokkenen Maatregelen Beleidskader(s) Procedures Projectperiode Personele inzet Kosten Kostendekking Kostenafrekening Voorlichting/ Communicatie
2.3 Vegetatiedaken aanleggen Ecologie, leefbaarheid en beleving. Door klimaatveranderingen is de kans op wateroverlast groter geworden, omdat bij hevige regenval veel water in één keer de riolering en de sloten in stroomt. Daarom is de ambitie om regenwater langer vast te houden op de plek waar het valt. Een mogelijkheid is de toepassing van vegetatiedaken. Andere voordelen van vegetatiedaken zijn: isolatie van warmte en geluid, goede beheersing van klimaat in zomer en winter, de dakconstructie gaat langer mee, een habitat voor planten en dieren en minder opwarming van de versteende stadsomgeving. In het kader van het vorige waterplan is een vegetatiedak op het gemeentehuis aangelegd. Deze lijn wordt de komende jaren voortgezet. De ambitie is om in vier jaar tijd 0,5 hectare dakoppervlak van bestaande openbare gebouwen te voorzien van een vegetatiedak in de vorm van een sedumdak. Uit de enquête is gebleken dat er bij particulieren nog niet veel draagvlak is om vegetatiedaken aan te leggen (10%) en uit de enquête bleek ook dat een stimuleringsregeling niet veel extra bewoners over de streep trekt (27%). Daarom wordt voorgesteld om in te zetten op goede voorbeeldprojecten en over vier jaar weer te bekijken hoe de bewoners in deze nieuwe ontwikkeling staan. 1. Meer goede voorbeelden van vegetatiedaken realiseren; 2. Vertraging van de regenwaterafvoer realiseren; 3. Minder regenwater naar rioolwaterzuivering. 1. Isolatie van warmte en geluid van gebouwen; 2. Goede klimaatbeheersing van gebouwen in zomer en winter; 3. De dakconstructie van een gebouw gaat langer mee; 4. Een habitat voor planten en dieren; 5. Minder opwarming van de versteende stadsomgeving. 1. Inventarisatie mogelijkheden vegetatiedaken; 2. Het aanleggen van een 0,5 hectare vegetatiedak op bestaande openbare gebouwen. - Gemeente Smallingerland (trekker, fase 1-4); - Besturen van stichtingen (bijvoorbeeld scholen). Het aanleggen van een 0,5 hectare vegetatiedak op bestaande openbare gebouwen. Watervisie, Programma van eisen openbare ruimte, Nota Duurzame Ontwikkeling. Betrekken stichtingbesturen en aanwonenden en terugkoppeling. 1 januari 2013 - 31 december 2016. Gemeente Smallingerland: 200 uren. Totale kosten: € 160.000. Gemeente Smallingerland (waterplan): € 160.000. Bewoners worden middels de Breeduit geïnformeerd.
40
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) Projectnummer en projectnaam Brugpijlers Aanleiding
2.4 Boppeste-Noorderhogeweg Ecologie, leefbaarheid en beleving. In het gebied tussen Drachten en Rottevalle voldoet 60 hectare niet aan de normering voor wateroverlast. Tijdens de planvorming van het watergebiedsplan Twijzel hebben zich kansen voorgedaan die goed kunnen worden gecombineerd tot een integraal project: Het op korte termijn nemen van KRW/VBA-maatregelen zou het gemaal de Boppeste in Rottevalle overbodig kunnen maken; - Het baggeren in Rottevalle om de waterafvoer te verbeteren is goed met de aanleg van natuuroevers te combineren; - Er zijn maatregelen nodig om de wateraanvoer richting Noorderhogeweg te verbeteren. Deze kunnen in een totaalplan worden meegenomen. De verbeterde aanvoer richting Drachten resulteert in een ontlasting van het watersysteem Rottevalle; - Het combineren van het verleggen van een nieuwe persleiding en de aanleg van natuuroevers en extra waterberging; - Voor het kadeproject Nijega/Oudega is veel lemige grond nodig die aangevoerd kan worden uit al deze projecten; - Het realiseren van waterberging voor de plannen rondom Nijtap. 1. Meer natuurvriendelijke oevers; 2. Meer waterberging en een betere aan- en afvoer. Opwaardering van de leefomgeving doordat de waterpartijen een mooiere uitstraling krijgen. 1. Onderzoeken (flora- en faunaonderzoek en bodemonderzoek); 2. Maken plan en bestek; 3. Uitvoering. - Wetterskip Fryslân (trekker, fase 1-3); - Gemeente Smallingerland (fase 1-3); - Pachters. - Aanleg natuurvriendelijke oevers; - Aanleg uitbreiding wateroppervlak; - Opheffen gemaal. Watervisie, Programma van eisen openbare ruimte, Onderhoudsplan kaden en oevers, Watergebiedsplan Twijzel, Aanleg bedrijvenpark Nijtap. In geval van ontheffing flora- en faunawet extra proceduretijd. 1 januari 2013 - 1 maart 2014. - Wetterskip Fryslân: 300 uren; - Gemeente Smallingerland: 50 uren. Totale kosten: € 1.157.000. - Wetterskip Fryslân: € 828.000; - Provincie Fryslân € 224.000; - Rottevalster Compagnons: € 5.000; - Gemeente Smallingerland: - Bedrijvenpark Nijtap: € 10.000; - Waterplan: € 90.000. Begin 2014 maakt de gemeente, na afloop van het project, de bijdrage van € 100.000 over aan het waterschap zonder naverrekening. Bewoners worden middels de Breeduit geïnformeerd. -
Doelstelling(en) Synergie Projectfasering
Betrokkenen
Maatregelen
Beleidskader(s) Procedures Projectperiode Personele inzet Kosten Kostendekking
Kostenafrekening Communicatie
41
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) Projectnummer en projectnaam Brugpijlers Aanleiding
Doelstelling Projectfasering
Betrokkenen Maatregelen Beleidskader(s) Procedures Projectperiode Personele inzet Kosten Kostendekking Kostenafrekening Voorlichting/ Communicatie
2.5 Peilaanpassing Singels/Drait Ecologie, leefbaarheid en beleving. De drooglegging, het verschil tussen het maaiveld en het peil van het oppervlaktewater, is op veel plaatsen aan de randen van de wijken de Drait en de Singels erg hoog. Mogelijk zou dit kunnen resulteren in de bruinkleuring van het water en uitspoeling van voedingsstoffen. Dit wordt door wijkbewoners als hinderlijk ervaren. Een geringe peilverhoging zou deze negatieve invloed op de waterkwaliteit kunnen verminderen. Het waterschap gaat onderzoeken of er mogelijkheden zijn om het waterpeil op deze plekken te verhogen. Onderzoek naar de invloed van lage waterstand in Singels en Drait op de waterkwaliteit en een maatregelenplan maken. 1. Doorrekenen mogelijkheden voor peilverhoging en in beeld brengen gevolgen; 2. Formuleren maatregelen; 3. Flora- en faunaonderzoek op basis van maatregelen; 4. Kostenraming; 5. Definitief eindrapport. - Wetterskip Fryslân (trekker, fase 1-6); - Gemeente Smallingerland (fase 1-6). Onderzoeken of een peilaanpassing in de Singels/Drait mogelijk is en maatregelen en kostenramingen opnemen in een rapport. Watervisie, Programma van eisen openbare ruimte, Grondwaterplan, Onderhoudsplan kaden en oevers. - Betrekken aanwonenden en terugkoppeling; - In geval van ontheffing flora- en faunawet extra proceduretijd. 1 januari 2013 - 31 december 2013. - Wetterskip Fryslân: 100 uren; - Gemeente Smallingerland: 20 uren. Bewoners worden middels de Breeduit geïnformeerd en er wordt middels een inloopsessie (indien er peilaanpassingen mogelijk zijn) gecommuniceerd met omwonenden.
42
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) Projectnummer en projectnaam Brugpijlers Aanleiding
Doelstelling Synergie Projectfasering
Betrokkenen
Maatregelen Beleidskader(s) Procedures Projectperiode Personele inzet Gerelateerde werkzaamheden Kosten Kostendekking
Voorlichting/ Communicatie
3.1 Waterspeelplek Folgeren Beleving en leefbaarheid In de enquête van het waterplan komt naar voren dat er behoefte is aan nieuwe waterspeelplekken. Vanuit de wijk Folgeren hebben een aantal bewoners dit specifiek aangegeven. Nabij de vijvers aan de Frisia is ruimte voor speelvoorzieningen. De oevers van de vijvers lenen zich goed voor recreatief medegebruik. Er is ter plekke ook goed toezicht mogelijk. Realiseren waterspeelplek in de Folgeren nabij de Frisia. 1. Meer gebruik van de vijvers en de oevers; 2. Kinderen leren meer over de leefomgeving en het buitenleven. 1. Maken plan van aanpak en kostenraming; 2. Vragen offertes en opdrachtverstrekking; 3. Uitvoering. - Gemeente Smallingerland (trekker, fase 1-3); - Wetterskip Fryslân (fase 1-3); - Wijkraad (fase 1-3). Zie doelstellingen. Watervisie, Programma van eisen openbare ruimte. - Betrekken aanwonenden en terugkoppeling; - In geval van ontheffing flora- en faunawet extra proceduretijd. 1 januari 2013 - 31 december 2013. - Gemeente Smallingerland: 100 uren; - Wetterskip Fryslân: 10 uren. Onderhoud groen, onderhoud bestaande sloten. Totale kosten: € 20.000. - Gemeente Smallingerland: € 20.000; - Waterplan: € 10.000; - Speelvoorzieningen: € 10.000. Er vindt tussentijds overleg plaats met de buurtbewoners.
43
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) Projectnummer en projectnaam Brugpijlers Aanleiding
Doelstelling Synergie Projectfasering
Betrokkenen
Maatregelen
Beleidskader(s) Procedures
Projectperiode Personele inzet Gerelateerde werkzaamheden Kosten Kostendekking
Kostenafrekening Voorlichting/ Communicatie
3.2 Visplan Beleving, ecologie en leefbaarheid. Er wordt door hengelsporters veel gebruik gemaakt van de waterpartijen in Smallingerland. Om het aantal visstekken en de visstand goed op peil te houden, zijn er wensen vanuit de hengelsportvereniging om meer vis uit te zetten en een aantal vissteigers aan te leggen. Voor wat betreft de uit te zetten vissoorten zijn soorten als brasem en karper zeer gewenste soorten en daarnaast ook soorten als snoek, zeelt, blankvoorn en rietvoorn. Er wordt voorgesteld om snoek en zeelt uit te zetten, omdat deze soorten het beste passen binnen het kader van de watervisie. In de enquête kwam naar voren dat er wensen zijn om vissteigers aan te leggen langs de Drait. Verder zijn de oevers langs de randvijvers van de Wiken op plaatsen erg steil. De oevers zouden een stuk toegankelijker zijn als er vissteigers zouden worden aangelegd. De maatregelen worden voorgelegd aan de visstandbeheercommissie (waarin o.a. de hengelsportfederatie en Wetterskip Fryslân actief zijn) en in dat kader uitgevoerd. Verbeteren vismogelijkheden in Smallingerland. Meer gebruik van de vijvers en de oevers. 1. Onderzoeken (flora en fauna, bodemonderzoek); 2. Maatregelen inbrengen in visplan van de hengelsportfederatie; 3. Bestellen en uitzetten van snoeken en zeelten; 4. Ontwerptekening vissteigers; 5. Bestek, vergunningen, aanbesteding en aanleg vissteigers. - Gemeente Smallingerland (trekker, fase 1-5); - Wetterskip Fryslân (fase 1-5); - Hengelsportvereniging Voorwaarts Drachten (fase 1-5); - Hengelsportfederatie "Sportvisserij Fryslân (fase 1-5). 1. Uitzetten 3.000 snoeken en zeelten op de locaties Parkensnoer Noordoost, Rien, Burmanialaan, Maartenswouden, Burmania en Vrijburgh; 2. Aanleggen 5 vissteigers in Drait (riviertje: 4) en langs de oostelijke randvijvers in de Wiken (1 steiger). Watervisie, Programma van eisen openbare ruimte, Grondwaterplan, Onderhoudsplan kaden en oevers. - Betrekken aanwonenden en terugkoppeling; - In geval van ontheffing flora- en faunawet extra proceduretijd; - Omgevingsvergunning voor de aanleg van de steigers. 1 januari 2013 - 31 december 2016. - Gemeente Smallingerland: 100 uren; - Wetterskip Fryslân: 25 uren. Onderhoud groen, onderhoud bestaande sloten, aanleg natuuroevers. Totale kosten: € 20.000. - Gemeente Smallingerland (waterplan): € 7.000; - HSV Voorwaarts: € 4.000; - Subsidie Fonds verbetering sportvismogelijkheden (Sportvisserij Nederland): € 9.000. Per jaar maakt de HSV een voorschot (75%) van de jaarschijf over aan de gemeente. Na afloop van het project wordt afgerekend op basis van werkelijk gemaakte kosten. Bewoners worden middels de Breeduit geïnformeerd. In overleg met de hengelsportvereniging en eventuele omliggende bewoners worden de plekken voor de vissteigers bepaald. 44
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) Projectnummer en projectnaam Brugpijlers Aanleiding
Doelstelling(en)
Synergie
Projectfasering
Betrokkenen Maatregelen Beleidskader(s) Procedures Projectperiode Personele inzet Gerelateerde werkzaamheden Kosten Kostendekking Kostenafrekening Voorlichting/ Communicatie
4.1 Waterlessen Voorlichting, ecologie, beleving en leefbaarheid. In 2010 en 2011 heeft de gemeente waterlessen verzorgd voor 1.200 leerlingen in Drachten, Drachtstercompagnie en Rottevalle in combinatie met een sponsoractie voor een sanitatieproject in de sloppenwijk van Gobabis. De sponsoractie heeft de afgelopen jaren € 35.000 opgeleverd. Met dat geld kunnen ruim 80 gezinnen worden geholpen wat overeenkomt met ruim 300 bewoners. In de waterlessen wordt verteld hoe duurzaam met water wordt omgegaan in Smallingerland. Daarnaast leren leerlingen hoe de mensen leven in de sloppenwijk van Gobabis en wat het maatschappelijk nut van sanitatie in de sloppenwijk is. De leerlingen zijn de toekomstige generatie en zijn van groot belang voor een goed waterbeheer in de toekomst: zowel in Smallingerland als in Gobabis. Tevens worden leerlingen gestimuleerd om in de toekomst wellicht in de watersector of in de publieke sector te gaan werken. 1. Bewustwording ten aanzien van de verkwisting van schoon drinkwater; 2. Bewustwording ten aanzien van het energieverbruik om drinkwater schoon te maken, rioolwater te zuiveren en te transporteren; 3. Bewustwording ten aanzien van duurzaam waterbeheer; 4. Bewustwording van het belang van water en het waterleven; 5. Bewustwording van de omgeving en de rol van water daarin. 1. Geld inzamelen voor het sanitatieproject in Gobabis; 2. Stimulans om in de toekomst in de watersector te gaan werken; 3. Stimulans om in de toekomst in de publieke sector te gaan werken; 4. Stimulans om duurzamer met energie en water om te gaan. 1. Werven scholen voor waterlessen en sponsoractie; 2. Maken/aanpassen waterlesmateriaal; 3. Geven van de waterlessen; 4. Voorbereiding op sponsoractie; 5. Houden van de sponsoractie. - Gemeente Smallingerland; - Scholen. Het geven van waterlessen en het houden van een sponsoractie. Watervisie, Sanitatieproject Gobabis, Nota Duurzame Ontwikkeling. Geen. 1 januari 2013 - 31 december 2016. Gemeente Smallingerland: 400 uren. Sanitatieproject Gobabis. Totale kosten: € 8.000 (exclusief inzet eigen uren). Gemeente Smallingerland (waterplan): € 8.000. Niet van toepassing. Via Breeduit wordt aandacht besteed aan de sponsoracties en de waterlessen. Verder wordt er aangesloten bij evenementen in het kader van de Nota Duurzame Ontwikkeling.
45
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) Projectnummer en projectnaam Brugpijlers Aanleiding
Doelstelling(en)
Synergie Projectfasering
Betrokkenen Maatregelen Beleidskader(s) Procedures Projectperiode Personele inzet Links Kosten Communicatie
4.2 Ikonderzoekwater.nl Voorlichting, beleving, leefbaarheid en ecologie. Leerlingen uit havo5 en vwo6 kunnen dankzij ikonderzoekwater.nl een onderzoek uitvoeren bij organisaties in de watersector. Deze organisaties dragen vraagstukken aan en begeleiden de leerlingen bij het uitwerken van hun werkstuk. De watersector investeert in de begeleiding van de leerlingen om hen zo voor te lichten over de mogelijkheden en de diversiteit van werken in de watersector. De Nederlandse watersector biedt volop groeikansen, maar daarvoor zijn wel voldoende goed geschoolde mensen nodig. Zelfs nu, tijdens de recessie, heeft de watersector moeite de vacatures vervuld te krijgen. Het Netherlands Water Partnership (NWP) verwacht dat het aantal onvervulbare vacatures sterk zal groeien in de komende jaren als gevolg van de vergrijzing en de ambities van de watersector. Voor leerlingen biedt deelname aan het project een kans om een bijdrage te leveren aan actuele en maatschappelijke vraagstukken. Daarbij worden de leerlingen mede begeleid door professionals die zelf in de watersector werken. Naast de genoemde voordelen heeft de gemeente het voordeel dat een aantal onderzoeksvragen door een leerling worden opgepakt. Het aantal uren begeleiding wordt dus ook deels weer terugverdiend. De leerlingen kunnen kiezen uit de volgende onderzoeksvragen: 1. Welke invloed hebben de klimaatontwikkelingen op de plantengroei in stedelijk water? 2. Hoe zorgen we voor de lozing van schoon regenwater op het oppervlaktewater? 3. Welke streefbeelden qua viswatertypologie passen bij de stadswateren van Drachten? 4. Bedenk een machine die onderhoud van slecht bereikbare plekken in ondiepe wateren mogelijk maakt; 5. Hoe kun je bereiken dat burgers geen chemische onkruidbestrijdingsmiddelen gebruiken? 6. Hoe los je grondwateroverlast bij huizen op als er geen oppervlaktewater in de omgeving is? 7. Wat kan het beste worden gedaan om algenbloei in stedelijk water te voorkomen? 8. Op welke manier kan de aangroei van bagger in stedelijk water worden tegengegaan? 9. Wat zijn qua beeld, oeverbescherming en ecologie de meest gewenste waterplanten in de oevers van stadswateren? 1. Stimulans om in de toekomst in de watersector te werken; 2. Stimulans om in de toekomst in de publieke sector te werken. 1. Contact tussen school en gemeente; 2. Uitkiezen opdracht en verzamelen data; 3. Begeleiding leerlingen bij het opstellen van het eindrapport. Gemeente Smallingerland en een Havo- of Vwo-leerling. Havo- en Vwo-leerlingen begeleiden bij profielwerkstuk en data aanleveren voor onderzoek. Watervisie, Nota Duurzame Ontwikkeling. Geen. 1 januari 2013 - 31 december 2016. Gemeente Smallingerland: 100 uren. Geen gerelateerde werkzaamheden. Geen (exclusief inzet eigen uren). Middels een artikel in de Breeduit wordt er aandacht aan besteed. 46
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) Projectnummer en projectnaam Brugpijlers Aanleiding
Doelstelling(en)
Synergie
Projectfasering
Betrokkenen
Maatregelen Beleidskader(s) Procedures Projectperiode Personele inzet Gerelateerde werkzaamheden Kosten Kostendekking Kostenafrekening Voorlichting/ Communicatie
4.3 Regentonactie Voorlichting, beleving en leefbaarheid. In 2008 heeft de gemeente Smallingerland een regentonactie gehouden. Het was een groot succes, want er werden 1.700 tonnen besteld. Als er op basis van de resultaten uit de enquête een nieuwe regentonactie zou worden gehouden, dan zouden er in ieder geval ruim 150 tonnen worden verkocht. De verwachting is dat er maximaal 1.000 tonnen worden besteld. Het zou dus rendabel zijn om wederom een regentonactie te houden in het kader van het gemeentelijk waterplan. Bewoners met een krappe beurs moeten daarbij ook mogelijkheden hebben om mee te doen. Daarom worden de prijzen van de regentonactie uit 2008 (€ 50 voor houten tonnen en € 25 voor plastic tonnen) aangehouden en wordt er geen inflatiecorrectie toegepast. 1. Bewustwording ten aanzien van de verkwisting van schoon drinkwater; 2. Bewustwording ten aanzien van de nuttige toepassingen van regenwater; 3. Bewustwording ten aanzien van het energieverbruik om drinkwater schoon te maken, rioolwater te zuiveren en te transporteren. 1. Besparing van drinkwater voor bewoners. Dit kan oplopen tot zo'n 7.000 liter per gezin (40 liter water voor de tuin per dag in het zomerhalfjaar). Met de huidige waterprijzen worden de kosten binnen vier jaar terugverdiend; 2. Bij de vorige regentonactie deden circa 1.400 gezinnen mee (totaal 1.700 tonnen). Uitgaande van 50% gescheiden stelsels zou dit per jaar een besparing van bijna 5 miljoen liter water richting de zuivering zijn; 3. Aansluiting bij duurzaamheidsevenementen in het kader van de Nota Duurzame Ontwikkeling. 1. Opvragen offertes bij leveranciers regentonnen en hulpstukken; 2. Aankondigen regentonactie en plaatsen showmodellen op een aantal locaties (gemeentehuis, gemeentewerf, Naturij); 3. Verzamelen aanmeldingen; 4. Distributie. - Gemeente Smallingerland (trekker, fase 1-4); - Wijkraad - en dorpsraden (fase 2); - Naturij. Leveren 1.000 regentonnen aan bewoners. Watervisie, Gemeentelijk Rioleringsplan, Nota Duurzame Ontwikkeling. Geen. 1 maart 2013 - 1 juni 2013. Gemeente Smallingerland: 200 uren. Aansluiting bij duurzaamheidsevenementen in het kader van de Nota Duurzame Ontwikkeling. Totale kosten: € 20.000. Gemeente Smallingerland (waterplan): € 20.000. Bewoners worden middels de Breeduit en via dorps- en wijkkranten geïnformeerd over de actie. Verder wordt er aangesloten bij evenementen in het kader van de Nota Duurzame Ontwikkeling.
47
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) Projectnummer en projectnaam Brugpijlers Aanleiding
Doelstelling(en) Projectfasering
Betrokkenen Maatregelen
4.4 Voorlichting via de Breeduit Voorlichting, ecologie, beleving en leefbaarheid. Uit de gegevens van de bewonersenquête blijkt dat de Breeduit als een heel goed communicatiemiddel wordt gezien om te communiceren over duurzaam waterbeheer Bewustwording ten aanzien van duurzaam waterbeheer. Gedurende de 4 jaren van het maatregelenprogramma wordt er in de Breeduit tweemaal per jaar een artikel geplaatst over duurzaam waterbeheer. Gemeente Smallingerland en Wetterskip Fryslân. De communicatie in de Breeduit richting bewoners over zaken waar de bewoners zelf een rol in hebben richt zich op de volgende onderwerpen: -
Regenwaterbenutting; Grondwater; Afkoppelen van regenwater; Alternatieven voor chemische onkruidbestrijding Tips voor tuininrichting (o.a. niet teveel verharding toepassen); Riolering; Vegetatiedaken; Bovengrondse afvoer van regenwater (o.a. aandacht voor gladde stoepen); Tips voor kostenbesparing voor water en energie; Duurzaam waterbeheer in en rondom flats.
Daarnaast communiceren waterschap en gemeente via de Breeduit over algemene zaken als:
Beleidskader(s) Procedures Projectperiode Personele inzet Gerelateerde werkzaamheden Kosten Kostendekking Kostenafrekening Voorlichting/ Communicatie
- Inrichting en onderhoud van de vijvers; - Waterpeilbeheer van de waterpartijen; - Waterzuivering; - Het verloop van de (regen)waterafvoer in Drachten. Watervisie, Maatregelenprogramma, Fries Bestuursakkooord Water Nota Duurzame Ontwikkeling. Geen. 1 januari 2013 - 31 december 2016. Gemeente Smallingerland: 200 uren; Wetterskip Fryslân: 50 uren. Voorlichting in het kader van: Nota Duurzame Ontwikkeling en het Fries Bestuursakkoord Water. Tweemaal per jaar een artikel in de Breeduit waarin één of meerdere van de bovengenoemde onderwerpen worden behandeld in combinatie met actuele ontwikkelingen en projecten. Verder wordt er aangesloten bij evenementen in het kader van de Nota Duurzame Ontwikkeling.
48
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012)
Bijlage 2 Watersysteembeschrijving Watersystemen Onder een watersysteem wordt een gebied verstaan met een sterke interne samenhang tussen het oppervlaktewater, het ondiepe grondwater en de aangrenzende omgeving. De watersystemen zijn begrensd door het gebied te nemen dat in natte tijden op een bepaald punt op de boezem afwatert. Op basis van deze criteria is in Dreaun troch it wetter, het Tweede Waterhuishoudingsplan van de provincie Fryslân, een indeling van oppervlaktewatersystemen opgenomen. Deze indeling is overgenomen door Wetterskip Fryslân. De indeling sluit goed aan bij de problematiek van integraal waterbeheer, waarbij de samenhang tussen oppervlaktewater en ondiep grondwater erg belangrijk is. In de onderstaande afbeelding zijn de watersystemen in Smallingerland op kaart weergegeven.
Kenmerken van de watersystemen In tabel 2.1. worden de hoofdkenmerken van de watersystemen weergegeven, voor met name het deel van het betreffende watersysteem dat is gelegen binnen de gemeente Smallingerland. Watersysteem
Relatieve hoogteligging
Bodemtype
Kwel/infiltratie
Keileem ondieper dan 3 m
Alde Feanen
Laag
Veen
Nee
De Leijen-Burgumermar Offerhaus Benedenloop Koningsdiep Bovenloop Koningsdiep Benedenloop Boorne Haulerwijksevaart
Hoog Laag Laag
Zand Veen Veen
Hoog Laag Hoog
Zand Veen Zand
Lichte kwel of infiltratie Infiltratie en kwel Infiltratie en kwel Lichte kwel of infiltratie Overwegend kwel Lichte infiltratie Infiltratie
49
Overwegend wel Overwegend wel Oostelijk deel wel, westelijk deel niet Overwegend wel Nee Overwegend wel
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) Samenhang tussen de watersystemen De hoogtes in Smallingerland variëren van 5 m + NAP in het oosten tot 1,5 m - NAP aan de westzijde. De stromingsrichting van het oppervlaktewater is overwegend van oost naar west gericht. Verder is van belang dat er geen uitwisseling van water plaats vindt tussen de zeven watersystemen. Er vindt per watersysteem alleen uitwisseling van water plaats met het boezemsysteem. Het boezemsysteem is belangrijk voor de uitwisseling van water, berging, natuur, scheepvaart en recreatie. De waterkwaliteit van het boezemsysteem wordt bepaald door de invloed van een veel groter stroomgebied dan alleen Smallingerland en is daardoor vanuit Smallingerland slechts beperkt te beïnvloeden. In stedelijk gebied is vooral de samenhang tussen waterketen en watersysteem van belang. De waterketen wordt wel eens gedefinieerd als: ‘alles wat door buizen gaat’. In onderstaand schema is weergegeven wat de interacties tussen watersysteem en waterketen zijn. De richting van de pijltjes geeft daarbij de richting van de waterstroom aan. Voor het onverhard oppervlak wordt de neerslag via infiltratie in de bodem aan het grondwater toegevoegd. De stroming van grondwater naar oppervlaktewater vindt plaats door ontwatering en kwel. Op plekken waar het oppervlaktewaterpeil hoger is dan de grondwaterstand kan ook infiltratie optreden. Vanuit de waterketen vindt onttrekking van grond- en oppervlaktewater plaats ten behoeve van de waterwinning voor drinkwater, landbouw en industrie. Na gebruik komt het water vervolgens als afvalwater terecht in de riolering. Vanuit de riolering vindt lozing van al of niet gezuiverd afvalwater plaats op het oppervlaktewatersysteem. De afvoer van neerslag op verhard oppervlak via de riolering leidt tot snelle piekafvoeren, waardoor overstort van ongezuiverd rioolwater op het oppervlaktewatersysteem optreedt. De lozing van ongezuiverd rioolwater dient zoveel mogelijk voorkomen te worden. Vanuit duurzaamheid zijn daarom aspecten als benutting van regenwater, vegetatiedaken en het afkoppelen van verhard oppervlak van de riolering van belang voor de verbetering van de interactie tussen waterketen en watersysteem.
50
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) De volgende kansen en knelpunten komen naar voren ten aanzien van het watersysteem in Smallingerland: -
-
-
-
-
Om een tekort aan berging bij piekafvoeren te voorkomen, rekening houdend met klimaatontwikkelingen (WB21), dient meer water te worden vastgehouden in de haarvaten van het watersysteem. Daarbij dient wel rekening te worden gehouden met de combinatie piekberging-seizoensberging. Indien bijvoorbeeld aan het einde van het voorjaar water wordt vastgehouden om watertekorten in de zomer te beperken, is op dat moment minder ruimte in het watersysteem aanwezig om piekbuien op te vangen; Afkoppelen van de riolering van het hemelwater van bestaand verhard gebied wordt als belangrijke kans gezien om het aantal riooloverstortingen vanuit gemengde rioolstelsels (in de wijken van voor 1990) te verminderen. Daarbij dient wel rekening te worden gehouden met de technische realisatiemogelijkheden (extra berging in oppervlaktewater nodig, vervanging riolering) en met de waterkwaliteit; Het is gewenst om de uit- en afspoeling van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen verder te beperken; De ecologische inrichting en het ecologisch beheer van watergangen in zowel landelijk als stedelijk gebied dient verder gestimuleerd en afgestemd te worden. Een kans daarbij is om op geschikte locaties harde walbeschoeiingen te vervangen door natuurvriendelijke oevers; Er zijn knelpunten op smalle delen van vaarroutes waar de beroeps- en recreatievaart dezelfde route gebruiken. Door alternatieve vaarroutes aan te leggen kunnen de mogelijkheden voor de recreatievaart sterk worden verbeterd; De landschappelijke en stedenbouwkundige structuur leent zich niet overal voor de aanleg van grote waterpartijen ten behoeve van waterberging.
51
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012)
Bijlage 3 Viswatertypologie De gemeente Smallingerland en Wetterskip Fryslân maken in het waterplan gebruik van viswatertypen om het streefbeeld voor verschillende fysische, chemische en hydromorfologische kenmerken van het watersysteem te beschrijven. De keuze voor vis is niet zonder reden: visgemeenschappen raken aan alle facetten van het waterbeheer. Voor de communicatie met derden is het handig dat iedereen vissen kent en dat het daardoor een aansprekend symbool is voor de Watervisie. De volgende 5 viswatertypen van zoete wateren worden in Nederland onderscheiden: -
Brasem-Snoekbaars: troebel, plantenarm water; Blankvoorn-Brasem: troebel of helder plantenarm water; Snoek-Blankvoorn: helder matig plantenrijk water; Rietvoorn-Snoek: helder en zeer plantenrijk water; Zeelt-Kroeskarper: zeer helder en zeer plantenrijk water.
Sportvisserij Nederland (voorheen de OVB) heeft afbeeldingen gemaakt van deze viswatertypen. Hieronder worden de twee uiterste viswatertypen voor Smallingerland weergegeven. Boven is het viswatertype Brasem-Snoekbaars weergegeven en onder het Smallingerlandse streefbeeld Rietvoorn-Snoek.
52
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) Het voorkomen van oevervegetatie is sterk bepalend voor het voorkomen van een viswatertype. De verhouding tussen wateroppervlakte en oeveroppervlakte is onder meer bepalend voor het haalbare viswatertype. De gewenste watertypen geven het maximaal haalbare viswatertype aan, dat kan worden nagestreefd en geven dus een richting aan. In tabel 1 zijn de kenmerken voor de viswatertypen beschreven. Viswatertype
Gemiddelde diepte (cm)
BrasemSnoekbaars BlankvoornBrasem Snoek-Blankvoorn Rietvoorn-Snoek
> 100
Aandeel oevervegetatie (%) < 10
Aandeel waterplanten (%) < 10
Voedselrijkdom zeer voedselrijk
> 100
< 10
> 10
voedselrijk
> 80 > 80
> 10 > 20
> 10 > 20
Zeelt-Kroeskarper
< 80
> 25
> 25
voedselrijk matig voedselrijk voedselrijk
Voor de beschoeide of brede watergangen (breder dan circa 20 meter) speelt de oever een ondergeschikte rol. In deze wateren wordt vaak het viswatertype brasem-snoekbaars aangetroffen. Het streefbeeld is blankvoorn-brasem wat kan worden bereikt door een betere waterkwaliteit en het ontwikkelen van waterplanten. Voor smallere watergangen en wateren met een natuurlijke oever geldt het streefbeeld ruisvoorn-snoek. Dit vereist matig voedselrijk water met voldoende diepte en veel water- en oeverplanten. Het onderscheid met de beide overige viswatertypen ligt vooral in de plantenrijkdom en de voedselrijkdom (snoekblankvoorn) en de voedselrijkdom en waterdiepte (zeelt-kroeskarper).
53
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012)
Bijlage 4 Resultaten bewonersenquête Hieronder wordt per vraag gemeld wat de belangrijkste conclusies uit de bewonersenquête zijn. Er is ook aan de bewoners gevraagd om de postcode en de wijk of het dorp in te voeren. Zodoende kunnen conclusies worden getrokken over de verschillen tussen de wijken en de dorpen in relatie tot specifieke kansen en knelpunten. Zou u meer vijvers en sloten bij u in de buurt willen hebben? Eén op de vier geënquêteerden zou nieuwe waterpartijen wensen in de eigen buurt. In het Centrum en het Burmaniapark zouden iets meer geënquêteerden dat wensen. In de Venen wenst echter 60% van de geënquêteerden nieuwe waterpartijen in de buurt. Daarom is het interessant om in het kader van het waterplan te kijken of het mogelijk is om in deze wijk meer water te realiseren en daarnaast ook in andere wijken. Is uw tuin langer dan twee maanden onbruikbaar door wateroverlast? Slechts 14% van de geënquêteerden met een tuin heeft last van natte tuinen waarvan 3% in de zomerperiode. De meldingen in de zomerperiode komen het meeste voor in de Wiken, Drait, Trisken en Oudega. Op deze locaties is sprake van wateroverlast in de tuinen gedurende 2 maanden in de zomer. Binnen het grondwaterplan worden deze gegevens meegenomen in de toetsing van de uitkomsten van het grondwatermeetnet. Is uw kruipruimte langer dan twee maanden nat? Ruim 47% van de geënquêteerden met een kruipruimte heeft langer dan twee maanden last van een natte kruipruimte. Natte kruipruimtes komen het meest voor in de winter (36%) en minder in de zomer (11%). In de Folgeren, de Trisken, de Wiken en de Drait komen natte kruipruimtes in de zomer het meest voor. In de Drait worden echter de meeste problemen gemeld. Ruim 16% van de bewoners meldt een natte kruipruimte in de zomer. Binnen het grondwaterplan worden deze gegevens meegenomen in de toetsing van de uitkomsten van het grondwatermeetnet. Zijn de paden in de parken en de speelterreinen bij u in de buurt langer dan twee maanden ontoegankelijk door wateroverlast? Bijna 20% van de geënquêteerden meldt dat de parken en speelterreinen langer dan twee maanden ontoegankelijk zijn. Ruim 15% van de geënquêteerden meldt dat voor de winterperiode en een kleine 4% voor de zomerperiode. In de Trisken, de Drait en de Wiken komt wateroverlast in de parken en speeltuinen gedurende de zomerperiode het meest voor. Binnen het grondwaterplan worden deze gegevens meegenomen in de toetsing van de uitkomsten van het grondwatermeetnet. De gemeente maakt in 2012 een grondwaterplan waarin maatregelen worden beschreven om grondwateroverlast aan te pakken. Op basis van dit plan wordt mogelijk de rioolheffing aangepast. De definitie van grondwateroverlast bepaalt welke maatregelen er worden genomen en welke invloed dat heeft op de hoogte van de rioolheffing. Met welke uitspraken over grondwateroverlast bent u het eens? Meer dan 64% van de geënquêteerden kiest voor één of meerdere opties om de grondwateroverlast zoveel mogelijk aan te pakken en deze te koppelen aan de rioolheffing. Slechts 36% accepteert natte kruipruimtes, tuinen, parken en speelvoorzieningen. Bij de geënquêteerden is dus draagvlak om grondwateroverlast aan te pakken en daarmee de rioolheffing aan te passen. Hoe dat gemeentebreed is, is op basis van de gegevens uit de enquête moeilijk vast te stellen. Verder is het belangrijk om hierbij te melden dat de geënquêteerden niet op de hoogte waren van de daadwerkelijke toename van de rioolheffing 54
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) in concrete bedragen. Toevoeging van een aantal voorbeelden met bedragen had wellicht de uitkomst van deze vraag beïnvloed. Hoe ziet u de vijvers bij u in de buurt het liefst? Van de 350 geënquêteerden met waterpartijen in de leefomgeving geeft 78% aan dat waterpartijen met natuurvriendelijke inrichting en waterplanten gewenst zijn. Zo’n 15% waardeert natuurvriendelijke oevers met weinig waterplanten. Slechts 7% geeft aan dat waterpartijen met walbeschoeiing de voorkeur hebben. Er zijn nauwelijks verschillen tussen dorpen en wijken. Wel is opvallend dat in de Drachtstervaart en het Fennepark alle geënquêteerden de natuurvriendelijke oevers waarderen, maar een deel van de geënquêteerden (respectievelijk 50 en 28%) liever minder waterplanten ziet. Dit sluit goed aan bij de baggerwerken die in 2012 zullen worden uitgevoerd. Daarbij zal het middengedeelte van de watergangen worden verdiept en zal in het midden dus minder overlast van overmatige plantengroei worden ervaren. Binnen het waterplan worden, aansluitend op de voorkeuren uit de bevolking, maatregelen beschreven om meer natuurvriendelijke oevers aan te leggen. Een vegetatiedak is een dak van een huis of pand waarop planten (mosplantjes, gras of kruiden) groeien. Voordelen van vegetatiedaken zijn: het is een stukje natuur, het dak isoleert beter dan een gemiddeld dak, de omgeving warmt minder op en regenwater wordt minder snel afgevoerd. Zou u overwegen om een vegetatiedak aan te leggen? Circa 10% van de geënquêteerden met een eigen huis is bereid om een vegetatiedak aan te leggen. Nog eens 27% zou dat overwegen als er een subsidieregeling zou zijn. Kortom, ruim een derde van de geënquêteerden staat positief tegenover vegetatiedaken. Een derde van de geënquêteerden zou nooit een vegetatiedak aanleggen, omdat het niet mooi is. Zo’n 30% wil geen vegetatiedak aanleggen, omdat het te duur is. Lokaal zijn er verschillen waar te nemen. In een groene waterrijke wijk als het Fennepark is er onder de geënquêteerden minder draagvlak voor vegetatiedaken, evenals in de Wiken, de Wilgen, Smalle Ee en het centrum van Drachten. Vooral in Drachtstercompagnie, Houtigehage, de Veenhoop, Goëngahuizen, het Burmaniapark, de Singels, de Trisken en het Himsterhout is onder de geënquêteerden veel draagvlak voor vegetatiedaken. Binnen het waterplan wordt gekeken naar een aantal openbare gebouwen waar kansen liggen om vegetatiedaken aan te leggen. Verder wordt voorgesteld om meer aandacht te besteden aan de communicatie rondom vegetatiedaken om de houding ten opzichte van vegetatiedaken positief te beïnvloeden. Ongeveer 50 van de 130 liter drinkwater die wij dagelijks gebruiken, wordt gebruikt voor toiletspoeling en wasmachine. Voor deze toepassingen is regenwater schoon genoeg. Het regenwater van het dak kan namelijk in een ondergrondse tank worden opgevangen en worden opgepompt voor gebruik binnenshuis. Zou u overwegen om regenwater te benutten voor toiletspoeling en/of wasmachine? Circa 23% van de geënquêteerden met een eigen huis is bereid om regenwater te benutten voor toilet en wasmachine en 48% zou dat overwegen als er een subsidieregeling zou zijn. Kortom, ruim 70% van de geënquêteerden staat positief tegenover regenwaterbenutting. Ongeveer 19% vindt een dergelijk systeem te duur en 11% vindt het teveel werk om aan te leggen. Lokaal zijn er ook weer interessante verschillen waar te nemen. In het Fennepark, Burmaniapark, de Wiken, De Bouwen, de Venen, Nijega en de Tike is onder de geënquêteerden minder dan gemiddeld draagvlak voor regenwaterbenutting. In Drachtstercompagnie, Houtigehage en de Singels is onder de geënquêteerden bovengemiddeld veel draagvlak voor regenwaterbenutting. 55
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) Binnen het waterplan wordt bekeken of een subsidieregeling voor regenwaterbenutting wederom ingezet kan worden. Verder wordt voorgesteld om meer aandacht te besteden aan de communicatie rondom regenwaterbenutting. Hoe staat u tegenover het spelen van kinderen in of bij het water in uw buurt, zoals dat nu bijvoorbeeld plaats vindt in Smalle Ee, de Leijen, Thalenpark, Fennepark en Parkwijk de Singels? Bijna de helft van de geënquêteerden staat positief tegenover meer speelplekken bij het water. Ongeveer 27% vindt dat er genoeg speelplekken zijn. Vooral in Oudega en het Fennepark is dat het geval. (respectievelijk 45 en 61%). Eén op de vier geënquêteerden vindt het spelen van kinderen bij het water te gevaarlijk. Dat is vooral in de Venen, Nijega en de Tike het geval. Als er waterspelen op deze locaties wordt toegepast dan moet het waterspelen kritisch worden bekeken en is goede communicatie met omwonenden noodzakelijk. Op andere locaties is alleen de aandacht voor kindvriendelijke aspecten (flauwe oevertaluds, overzichtelijke oevers, kritische waterdieptes) en communicatie via de Breeduit noodzakelijk. Binnen het waterplan worden met aandacht voor de lokale verschillen één of meerdere locaties bekeken om waterspelen toe te passen. Hoe beleeft u de vijvers bij u in de buurt? Circa 78% van de geënquêteerden die in de buurt van het water wonen, beleeft de waterpartijen als positief. Ongeveer 6% vindt dat er te veel onderhoud wordt gepleegd en daarmee het waterleven te veel wordt verstoord. Nog eens 16% vindt dat er te weinig aan onderhoud wordt gedaan. Het water in de verschillende dorpen en wijken wordt dus hoog gewaardeerd. In de Swetten, de Singels, Drachtstervaart, Himsterhout, Rottevalle, de Wilgen en Smalle Ee wordt het water door meer dan 90% van de geënquêteerden als goed beoordeeld. Het Burmaniapark en de dorpen Drachtstercompagnie, Houtigehage, Nijega, de Tike, de Veenhoop en Goëngahuizen scoren lager dan gemiddeld. Bijna altijd wordt daar genoemd dat er te weinig onderhoud wordt gedaan. Deze resultaten gecombineerd met de vraag over de gewenste inrichting geeft het beeld dat de meeste waterpartijen als goed worden beoordeeld en natuurvriendelijke oevers daar nog een bijdrage aan kunnen leveren om dat beeld nog positiever te krijgen. Het onderhoud op de genoemde locaties zal nog nader worden bekeken. Is er voldoende viswater bij u in de buurt en is het goed bereikbaar? De vragen die over de hengelsport en het visstandbeheer gingen, zijn maar door een hele kleine groep (nog geen 10 procent) ingevuld. Daardoor zijn er moeilijk conclusies te trekken. Er wordt dan ook geen gebruik gemaakt van de gegevens uit deze enquête. Er kan beter worden aangesloten bij eventuele wensen van de hengelsportvereniging; Welke soorten vis zijn volgens u te weinig aanwezig in het viswater bij u in de buurt? De vragen die over de hengelsport en het visstandbeheer gingen, zijn maar door een hele kleine groep (nog geen 10 procent) ingevuld. Daardoor zijn er moeilijk conclusies te trekken. Er wordt dan ook geen gebruik gemaakt van de gegevens uit deze enquête. Er kan beter worden aangesloten bij eventuele wensen van de hengelsportvereniging;
56
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) Waar zouden de gemeente en Wetterskip Fryslân de komende tijd voor wat betreft het waterbeheer het beste over kunnen communiceren? In volgorde van veel naar weinig genoemd door geënquêteerden richten de gemeente en het waterschap zich de komende jaren qua communicatie op: -
Regenwaterbenutting (51%); Grondwater (34%); Afkoppelen van regenwater (31%); Inrichting en onderhoud van de vijvers (29%); Alternatieven voor chemische onkruidbestrijding (28%); Waterpeilbeheer van de waterpartijen (23%); Tips voor tuininrichting, rekening houdende met water en milieu (21%); Riolering (21%); Vegetatiedaken (17%); Waterzuivering (15%).
Met uitzondering van het onderwerp regenwaterbenutting zijn de verschillen niet erg groot en daarom worden al deze onderwerpen de komende jaren in de communicatie over waterbeheer meegenomen. Welke twee communicatiemiddelen kunnen de gemeente en Wetterskip Fryslân de komende jaren het beste inzetten voor informatievoorziening over waterbeheer? Ten aanzien van de communicatiemiddelen zijn de verschillen wel groot. Ruim 79% van de geënquêteerden vindt communicatie via de Breeduit een goed communicatiemiddel. Zo’n 48% vindt dat het geven van waterlessen op scholen positief bijdraagt. Verder scoort de waterkalender met 31% ook heel goed. De andere communicatiemiddelen (watermarkt, inloopspreekuur, folders) scoren te laag en worden derhalve binnen het waterplan niet ingezet. In 2008 heeft de gemeente Smallingerland een regentonactie gehouden. Het was een groot succes, want er werden 1.700 tonnen besteld. Zou u mee willen doen aan een eventuele tweede regentonactie in Smallingerland? Als er op basis van deze respons een regentonactie zou worden gehouden, dan zouden er in ieder geval ruim 150 tonnen worden verkocht. De verwachting is dat er minimaal hetzelfde aantal bijkomt. Het zou dus rendabel zijn om wederom een regentonactie te houden in het kader van het gemeentelijk waterplan.
57
58
2 -3-2012
2 -2-2012
2 -1-2012
2-1 2-2011
2-1 1-2011
2-1 0-2011
2 -9-2011
2 -8-2011
2 -7-2011
2 -6-2011
2 -5-2011
2 -4-2011
2 -3-2011
2 -2-2011
2 -1-2011
2-1 2-2010
2-1 1-2010
2-1 0-2010
2 -9-2010
2 -8-2010
2 -7-2010
2 -6-2010
2 -5-2010
2 -4-2010
2 -3-2010
Grondwaterstand (m - maaiveld)
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012)
Bijlage 5 Resultaten grondwatermeetnet
In 2010 geplaatste peilbuizen
Grondwaterstanden Fennepark FP1 (3-2010 - 4-2012)
0,2 0
0,4
0,6
0,8
1,2 1
1,4
1,6
1,8
2
59 2 -2-2012 2 -3-2012
2 -2-2012
2 -3-2012
2 -7-2011
2 -6-2011
2 -5-2011
2 -4-2011
2 -3-2011
2 -2-2011
2 -1-2011
2-1 2-2010
2-1 1-2010
2-1 0-2010
2 -9-2010
2 -8-2010
2 -7-2010
2 -6-2010
2 -5-2010
2 -4-2010
2 -3-2010
2 -1-2012
1,8
2 -1-2012
1,6 2-1 2-2011
1,4
2-1 2-2011
1,2 2-1 1-2011
1
2-1 1-2011
0,8 2-1 0-2011
0,6
2-1 0-2011
0,4 2 -9-2011
0,2
2 -9-2011
0 2 -8-2011
Grondwaterstanden Wiken DW7 (3-2010 - 4-2012)
2 -8-2011
2 -7-2011
2 -6-2011
2 -5-2011
2 -4-2011
2 -3-2011
2 -2-2011
2 -1-2011
2-1 2-2010
2-1 1-2010
2-1 0-2010
2 -9-2010
2 -8-2010
2 -7-2010
2 -6-2010
2 -5-2010
2 -4-2010
2 -3-2010
Grondwaterstand (m - maaiveld)
Grondwaterstand (m - maaiveld)
2 -3-2012
2 -2-2012
2 -1-2012
2-1 2-2011
2-1 1-2011
2-1 0-2011
2 -9-2011
2 -8-2011
2 -7-2011
2 -6-2011
2 -5-2011
2 -4-2011
2 -3-2011
2 -2-2011
2 -1-2011
2-1 2-2010
2-1 1-2010
2-1 0-2010
2 -9-2010
2 -8-2010
2 -7-2010
2 -6-2010
2 -5-2010
2 -4-2010
2 -3-2010
Grondwaterstand (m - maaiveld)
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012)
Grondwaterstanden Swetten DSW1 (3-2010 - 4-2012)
0
0,2
0,4
0,6
0,8
1
1,2
1,4
1,6
1,8
2
Grondwaterstanden Swetten DSW4 (3-2010 - 4-2012)
0
0,2
0,4
0,6
0,8
1
1,2
1,4
1,6
1,8
60 2 -1-2012 2 -2-2012 2 -3-2012
2 -2-2012
2 -3-2012
2 -7-2011
2 -6-2011
2 -5-2011
2 -4-2011
2 -3-2011
2 -2-2011
2 -1-2011
2-1 2-2010
2-1 1-2010
2-1 0-2010
2 -9-2010
2 -8-2010
2 -7-2010
2 -6-2010
2 -5-2010
2 -4-2010
2 -3-2010
2 -1-2012
1,6 2-1 2-2011
1,4
2-1 2-2011
1,2 2-1 1-2011
1
2-1 1-2011
0,8 2-1 0-2011
0,6
2-1 0-2011
0,4 2 -9-2011
0,2
2 -9-2011
0 2 -8-2011
Grondwaterstanden Drait DD1 (3-2010 - 4-2012)
2 -8-2011
2 -7-2011
2 -6-2011
2 -5-2011
2 -4-2011
2 -3-2011
2 -2-2011
2 -1-2011
2-1 2-2010
2-1 1-2010
2-1 0-2010
2 -9-2010
2 -8-2010
2 -7-2010
2 -6-2010
2 -5-2010
2 -4-2010
2 -3-2010
Grondwaterstand (m - maaiveld)
Grondwaterstand (m - maaiveld)
2 -3-2012
2 -2-2012
2 -1-2012
2-1 2-2011
2-1 1-2011
2-1 0-2011
2 -9-2011
2 -8-2011
2 -7-2011
2 -6-2011
2 -5-2011
2 -4-2011
2 -3-2011
2 -2-2011
2 -1-2011
2-1 2-2010
2-1 1-2010
2-1 0-2010
2 -9-2010
2 -8-2010
2 -7-2010
2 -6-2010
2 -5-2010
2 -4-2010
2 -3-2010
Grondwaterstand (m - maaiveld)
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012)
Grondwate rstanden Maartenswouden M W3 (3-2010 - 4-2012)
0
0,2
0,4
0,6
0,8
1
1,2
1,4
1,6
1,8
2
Grondwaterstanden Trisken DT3 (3-2010 - 4-2012)
0
0,2
0,4
0,6
0,8
1
1,2
61 2-1 2-2011 2 -1-2012 2 -2-2012 2 -3-2012
2 -1-2012
2 -2-2012
2 -3-2012
2 -7-2011
2 -6-2011
2 -5-2011
2 -4-2011
2 -3-2011
2 -2-2011
2 -1-2011
2-1 2-2010
2-1 1-2010
2-1 0-2010
2 -9-2010
2 -8-2010
2 -7-2010
2 -6-2010
2 -5-2010
2 -4-2010
2 -3-2010
2-1 2-2011
1,2 2-1 1-2011
1
2-1 1-2011
0,8 2-1 0-2011
0,6
2-1 0-2011
0,4 2 -9-2011
0,2
2 -9-2011
0 2 -8-2011
Grondwaterstanden Singels DSi3 (3-2010 - 4-2012)
2 -8-2011
2 -7-2011
2 -6-2011
2 -5-2011
2 -4-2011
2 -3-2011
2 -2-2011
2 -1-2011
2-1 2-2010
2-1 1-2010
2-1 0-2010
2 -9-2010
2 -8-2010
2 -7-2010
2 -6-2010
2 -5-2010
2 -4-2010
2 -3-2010
Grondwaterstand (m - maaiveld)
Grondwaterstand (m - maaiveld)
2 -3-2012
2 -2-2012
2 -1-2012
2-1 2-2011
2-1 1-2011
2-1 0-2011
2 -9-2011
2 -8-2011
2 -7-2011
2 -6-2011
2 -5-2011
2 -4-2011
2 -3-2011
2 -2-2011
2 -1-2011
2-1 2-2010
2-1 1-2010
2-1 0-2010
2 -9-2010
2 -8-2010
2 -7-2010
2 -6-2010
2 -5-2010
2 -4-2010
2 -3-2010
Grondwaterstand (m - maaiveld)
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012)
Grondwaterstanden Drait DD2 (3-2010 - 4-2012)
0
0,2
0,4
0,6
0,8
1
1,2
1,4
1,6
Grondwaterstanden Singels DSi2 (3-2010 - 4-2012)
0
0,2
0,4
0,6
0,8
1
1,2
1,4
62 2 -1-2012 2 -2-2012 2 -3-2012
2 -2-2012
2 -3-2012
2 -8-2011
2 -7-2011
2 -6-2011
2 -5-2011
2 -4-2011
2 -3-2011
2 -2-2011
2 -1-2011
2-1 2-2010
2-1 1-2010
2-1 0-2010
2 -9-2010
2 -8-2010
2 -7-2010
2 -6-2010
2 -5-2010
2 -4-2010
2 -3-2010
2 -1-2012
1,2 2-1 2-2011
1
2-1 2-2011
0,8 2-1 1-2011
0,6
2-1 1-2011
0,4 2-1 0-2011
0,2
2-1 0-2011
0 2 -9-2011
Grondwaterstanden Bouwen DB16 (3-2010 - 4-2012)
2 -9-2011
2 -8-2011
2 -7-2011
2 -6-2011
2 -5-2011
2 -4-2011
2 -3-2011
2 -2-2011
2 -1-2011
2-1 2-2010
2-1 1-2010
2-1 0-2010
2 -9-2010
2 -8-2010
2 -7-2010
2 -6-2010
2 -5-2010
2 -4-2010
2 -3-2010
Grondwaterstand (m - maaiveld)
Grondwaterstand (m - maaiveld)
2 -3-2012
2 -2-2012
2 -1-2012
2-1 2-2011
2-1 1-2011
2-1 0-2011
2 -9-2011
2 -8-2011
2 -7-2011
2 -6-2011
2 -5-2011
2 -4-2011
2 -3-2011
2 -2-2011
2 -1-2011
2-1 2-2010
2-1 1-2010
2-1 0-2010
2 -9-2010
2 -8-2010
2 -7-2010
2 -6-2010
2 -5-2010
2 -4-2010
2 -3-2010
Grondwaterstand (m - maaiveld)
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012)
Grondwaterstanden Venen DV4 (3-2010 - 4-2012)
0
0,2
0,4
0,6
0,8
1
1,2
1,4
Grondwaterstanden Bouwen DB8 (3-2010 - 4-2012)
0
0,2
0,4
0,6
0,8
1
1,2
1,4
1,6
63 2-1 2-2011 2 -1-2012 2 -2-2012 2 -3-2012
2 -1-2012
2 -2-2012
2 -3-2012
2 -7-2011
2 -6-2011
2 -5-2011
2 -4-2011
2 -3-2011
2 -2-2011
2 -1-2011
2-1 2-2010
2-1 1-2010
2-1 0-2010
2 -9-2010
2 -8-2010
2 -7-2010
2 -6-2010
2 -5-2010
2 -4-2010
2 -3-2010
2-1 2-2011
1,2 2-1 1-2011
1
2-1 1-2011
0,8 2-1 0-2011
0,6
2-1 0-2011
0,4 2 -9-2011
0,2
2 -9-2011
0 2 -8-2011
Grondwaterstanden Oudega O1 (3-2010 - 4-2012)
2 -8-2011
2 -7-2011
2 -6-2011
2 -5-2011
2 -4-2011
2 -3-2011
2 -2-2011
2 -1-2011
2-1 2-2010
2-1 1-2010
2-1 0-2010
2 -9-2010
2 -8-2010
2 -7-2010
2 -6-2010
2 -5-2010
2 -4-2010
2 -3-2010
Grondwaterstand (m - maaiveld)
Grondwaterstand (m - maaiveld)
2 -3-2012
2 -2-2012
2 -1-2012
2-1 2-2011
2-1 1-2011
2-1 0-2011
2 -9-2011
2 -8-2011
2 -7-2011
2 -6-2011
2 -5-2011
2 -4-2011
2 -3-2011
2 -2-2011
2 -1-2011
2-1 2-2010
2-1 1-2010
2-1 0-2010
2 -9-2010
2 -8-2010
2 -7-2010
2 -6-2010
2 -5-2010
2 -4-2010
2 -3-2010
Grondwaterstand (m - maaiveld)
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012)
Grondwaterstanden Centrum C1 (3-2010 - 4-2012)
0
0,1
0,2
0,3
0,4
0,5
0,6
0,7
0,8
0,9
Grondwaterstanden De Tike T1 (3-2010 - 4-2012)
0
0,5
1
1,5
2
2,5
64
13 -3 -2
01 2
12
01 2
01 2
01 2
6320
28 -2 -2
21 -2 -2
14 -2 -2
12
01 2
01 2
01 2
01 2
7220
31 -1 -2
24 -1 -2
17 -1 -2
10 -1 -2
12
20 11
20 11
20 11
3120
27 -1 2-
20 -1 2-
13 -1 2-
01 1
20 11
612 -2
29 -1 1-
Grondwaterstand (m - maai veld)
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012)
In 2011 geplaatste peilbuizen
Grondwaterstande n Boornbe rgum BB1 (11-2011 - 4-2012)
0
0,2
0,4
0,6
0,8
1
1,2
1,4
65
13-3-2012
6 -3-2012
28-2-2012
21-2-2012
14-2-2012
7 -2-2012
31-1-2012
24-1-2012
17-1-2012
10-1-2012
3 -1-2012
27-1 2-2011
20-1 2-2011
13-1 2-2011
6-1 2-2011
29-1 1-2011
Grondwaterstand (m - maaiveld)
13 -3 -2 01 2
12
01 2
01 2
01 2
6320
28 -2 -2
21 -2 -2
14 -2 -2
12
01 2
01 2
01 2
01 2
7220
31 -1 -2
24 -1 -2
17 -1 -2
10 -1 -2
12
20 11
20 11
20 11
3120
27 -1 2-
20 -1 2-
13 -1 2-
01 1
20 11
612 -2
29 -1 1-
Grondwaterstand (m - maaiveld)
13-3-2012
6 -3-2012
28-2-2012
21-2-2012
14-2-2012
7 -2-2012
31-1-2012
24-1-2012
17-1-2012
10-1-2012
3 -1-2012
27-1 2-2011
20-1 2-2011
13-1 2-2011
6-1 2-2011
29-1 1-2011
Grondwaterstand (m - maaiveld)
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012)
Grondwaterstanden A7-Noord DA1 (11-2011 - 4-2012)
0
0,2
0,4
0,6
0,8
1
1,2
1,4
Grondwaterstanden Burmaniapark DBU1 (11-2011 - 4-2012)
0
0,2
0,4
0,6
0,8
1
1,2
Grondwaterstanden Drachtstercompagnie DCOM1 (11-2011 - 4-2012)
0
0,1
0,2
0,3
0,4
0,5
0,6
0,7
0,8
66 7 -2-2012
31-1-2012
24-1-2012
17-1-2012
10-1-2012
3 -1-2012
27-1 2-2011
20-1 2-2011
13-1 2-2011
6-1 2-2011
29-1 1-2011
13-3-2012
1,4
13-3-2012
1,2 6 -3-2012
1
6 -3-2012
0,8 28-2-2012
0,6
28-2-2012
0,4 21-2-2012
0,2
21-2-2012
0 14-2-2012
Grondwaterstanden Industrie haven Dl1 (11-2011 - 4-2012)
14-2-2012
7 -2-2012
31-1-2012
24-1-2012
17-1-2012
10-1-2012
3 -1-2012
27-1 2-2011
20-1 2-2011
13-1 2-2011
6-1 2-2011
29-1 1-2011
Grondwaterstand (m - maaiveld)
Grondwaterstand (m - maaiveld)
13-3-2012
6 -3-2012
28-2-2012
21-2-2012
14-2-2012
7 -2-2012
31-1-2012
24-1-2012
17-1-2012
10-1-2012
3 -1-2012
27-1 2-2011
20-1 2-2011
13-1 2-2011
6-1 2-2011
29-1 1-2011
Grondwaterstand (m - maaiveld)
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012)
Grondwaterstande n Himster hout DH1 (11-2011 - 4-2012)
0
0,2
0,4
0,6
0,8
1
1,2
1,4
1,6
Grondwaterstande n Himster hout DH2 (11-2011 - 4-2012)
0
0,2
0,4
0,6
0,8
1
1,2
1,4
1,6
67
1,6 7 -2-2012
31-1-2012
24-1-2012
17-1-2012
10-1-2012
3 -1-2012
27-1 2-2011
20-1 2-2011
13-1 2-2011
6-1 2-2011
29-1 1-2011
13-3-2012
1,4
13-3-2012
1,2 6 -3-2012
1
6 -3-2012
0,8 28-2-2012
0,6
28-2-2012
0,4 21-2-2012
0,2
21-2-2012
0 14-2-2012
Grondwaterstanden Noordoost DN2 (11-2011 - 4-2012)
14-2-2012
7 -2-2012
31-1-2012
24-1-2012
17-1-2012
10-1-2012
3 -1-2012
27-1 2-2011
20-1 2-2011
13-1 2-2011
6-1 2-2011
29-1 1-2011
Grondwaterstand (m - maaiveld)
Grondwaterstand (m - maaiveld)
13-3-2012
6 -3-2012
28-2-2012
21-2-2012
14-2-2012
7 -2-2012
31-1-2012
24-1-2012
17-1-2012
10-1-2012
3 -1-2012
27-1 2-2011
20-1 2-2011
13-1 2-2011
6-1 2-2011
29-1 1-2011
Grondwaterstand (m - maaiveld)
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012)
Grondwaterstande n Kantore npark DK1 (11-2011 - 4-2012)
0
0,2
0,4
0,6
0,8
1
1,2
1,4
Grondwaterstanden Noordoost DN1 (11-2011 - 4-2012)
0
0,2
0,4
0,6
0,8
1
1,2
1,4
68
1,6
1,8
2 7 -2-2012
31-1-2012
24-1-2012
17-1-2012
10-1-2012
3 -1-2012
27-1 2-2011
20-1 2-2011
13-1 2-2011
6-1 2-2011
29-1 1-2011
13-3-2012
1,4
13-3-2012
1,2 6 -3-2012
1
6 -3-2012
0,8 28-2-2012
0,6
28-2-2012
0,4 21-2-2012
0,2
21-2-2012
0 14-2-2012
Grondwaterstande n Houtige hage HH1 (11-2011 - 4-2012)
14-2-2012
7 -2-2012
31-1-2012
24-1-2012
17-1-2012
10-1-2012
3 -1-2012
27-1 2-2011
20-1 2-2011
13-1 2-2011
6-1 2-2011
29-1 1-2011
Grondwaterstand (m - maaiveld)
Grondwaterstand (m - maaiveld)
13-3-2012
6 -3-2012
28-2-2012
21-2-2012
14-2-2012
7 -2-2012
31-1-2012
24-1-2012
17-1-2012
10-1-2012
3 -1-2012
27-1 2-2011
20-1 2-2011
13-1 2-2011
6-1 2-2011
29-1 1-2011
Grondwaterstand (m - maaiveld)
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012)
Grondwaterstanden Singe ls DSl4 (11-2011 - 4-2012)
0
0,2
0,4
0,6
0,8
1
1,2
Grondwaterstanden Vrijburgh DVR1 (11-2011 - 4-2012)
0
0,2
0,4
0,6
0,8
1
1,2
69 13-3-2012
7 -2-2012
31-1-2012
24-1-2012
17-1-2012
10-1-2012
3 -1-2012
27-1 2-2011
20-1 2-2011
13-1 2-2011
6-1 2-2011
29-1 1-2011
13-3-2012
1,2 6 -3-2012
1
6 -3-2012
0,8 28-2-2012
0,6
28-2-2012
0,4 21-2-2012
0,2
21-2-2012
0 14-2-2012
Grondwaterstanden Rottev alle RV1 (11-2011 - 4-2012)
14-2-2012
7 -2-2012
31-1-2012
24-1-2012
17-1-2012
10-1-2012
3 -1-2012
27-1 2-2011
20-1 2-2011
13-1 2-2011
6-1 2-2011
29-1 1-2011
Grondwaterstand (m - maaiveld)
Grondwaterstand (m - maaiveld)
13-3-2012
6 -3-2012
28-2-2012
21-2-2012
14-2-2012
7 -2-2012
31-1-2012
24-1-2012
17-1-2012
10-1-2012
3 -1-2012
27-1 2-2011
20-1 2-2011
13-1 2-2011
6-1 2-2011
29-1 1-2011
Grondwaterstand (m - maaiveld)
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012)
Grondwaterstanden Nije ga NIJ1 (11-2011 - 4-2012)
0
0,2
0,4
0,6
0,8
1
1,2
Grondwaterstanden Opeinde OP1 (11-2011 - 4-2012)
0
0,2
0,4
0,6
0,8
1
1,2
1,4
1,6
1,8
70
26-3-2012
26-2-2012
26-1-2012
26-1 2-2011
26-1 1-2011
26-1 0-2011
26-9-2011
26-8-2011
26-7-2011
26-6-2011
26-5-2011
26-4-2011
26-3-2011
26-2-2011
26-1-2011
26-1 2-2010
26-1 1-2010
26-1 0-2010
Grondwaterstand (m - maaiveld)
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012)
Peilbuizen uit meetnet Wetterskip Fryslân
Grondwaterstande n Folgere n MPN-D1 (10-2010 - 4-2012)
0
0,2
0,4
0,6
0,8
1
1,2
1,4
71 26-3-2012
26-1 0-2011
26-9-2011
26-8-2011
26-7-2011
26-6-2011
26-5-2011
26-4-2011
26-3-2011
26-2-2011
26-1-2011
26-1 2-2010
26-1 1-2010
26-1 0-2010
26-3-2012
1,2 26-2-2012
1
26-2-2012
0,8 26-1-2012
0,6
26-1-2012
0,4 26-1 2-2011
0,2
26-1 2-2011
0 26-1 1-2011
Grondwaterstanden Wiken MPN-D4 (10-2010 - 4-2012)
26-1 1-2011
26-1 0-2011
26-9-2011
26-8-2011
26-7-2011
26-6-2011
26-5-2011
26-4-2011
26-3-2011
26-2-2011
26-1-2011
26-1 2-2010
26-1 1-2010
26-1 0-2010
Grondwaterstand (m - maaiveld)
Grondwaterstand (m - maaiveld)
26-3-2012
26-2-2012
26-1-2012
26-1 2-2011
26-1 1-2011
26-1 0-2011
26-9-2011
26-8-2011
26-7-2011
26-6-2011
26-5-2011
26-4-2011
26-3-2011
26-2-2011
26-1-2011
26-1 2-2010
26-1 1-2010
26-1 0-2010
Grondwaterstand (m - maaiveld)
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012)
Grondwaterstande n Folgere n MPN-D2 (10-2010 - 4-2012)
0
0,2
0,4
0,6
0,8
1
1,2
1,4
1,6
1,8
2
Grondwaterstanden Wiken MPN-D3 (10-2010 - 4-2012)
0
0,2
0,4
0,6
0,8
1
1,2
1,4
1,6
1,8
72
1,6
1,8
2 26-1 0-2011
26-9-2011
26-8-2011
26-7-2011
26-6-2011
26-5-2011
26-4-2011
26-3-2011
26-2-2011
26-1-2011
26-1 2-2010
26-1 1-2010
26-1 0-2010
26-3-2012
1,4
26-3-2012
1,2 26-2-2012
1
26-2-2012
0,8 26-1-2012
0,6
26-1-2012
0,4 26-1 2-2011
0
26-1 2-2011
0,2 26-1 1-2011
Grondwaterstanden Wiken MPN-D6 (10-2010 - 4-2012)
26-1 1-2011
26-1 0-2011
26-9-2011
26-8-2011
26-7-2011
26-6-2011
26-5-2011
26-4-2011
26-3-2011
26-2-2011
26-1-2011
26-1 2-2010
26-1 1-2010
26-1 0-2010
Grondwaterstand (m - maaiveld)
Grondwaterstand (m - maaiveld)
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012)
Grondwaterstanden Wiken MPN-D5 (10-2010 - 4-2012)
0
0,2
0,4
0,6
0,8
1
1,2
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012)
Bijlage 5 Verwerking ideeën uit klankbordgroep en bewonersenquête Projecten/ideeën uit klankbordgroep/bewonersenquête die worden meegenomen Hieronder wordt een overzicht gegeven van alle ideeën uit de klankbordgroep en de bewonersenquête die zijn opgenomen in het maatregelenprogramma of de watervisie. Suggesties Meer visplekken en uitzet vis. Houdt bij een regentonactie rekening met bewoners met weinig geld. Aandacht voor aanleg natuurvriendelijke oevers in ringsloot Trisken. De dam in het fietspad aan de Dorsvloer vervangen door een brug. Maalregimes van gemalen (met name nabij de Drait) afstemmen op droogteperiodes. Bij wijkgericht onderzoek ook geohydrologisch onderzoek doen. Bekijken of de waterpeilen in wijken de Singels en de Drait hoger kunnen. Meer voorlichting geven over: - Het verloop van de (regen)waterafvoer in Drachten; - Duurzaam waterbeheer in en rondom flats; - Bovengrondse afvoer van regenwater (o.a. aandacht voor gladde stoepen); - Tips voor kostenbesparing voor water en energie; - Bij bouwplannen vroegtijdig informatie over mogelijkheden voor regenwaterbenutting, vegetatiedaken en tuininrichting. Natuurvriendelijke oevers in de wijk de Drait. Koppel de hogedrukreiniger aan de regenton en spuit daarmee uw tegels schoon. Het uitzetten van zeelten.
Watervisie (+/-) -
Maatregelenprogramma (projectnummer) 3.2 4.3
-
2.2
+
-
-
1.1 - 1.5
-
2.5
-
4.4
-
1.1 en 2.1 4.3 en 4.4
-
3.2
Projecten/ideeën uit klankbordgroep/bewonersenquête die niet worden meegenomen Er zijn een aantal projecten die wel door de projectgroep zijn uitgewerkt, maar die niet worden meegenomen in de verdere afweging van het maatregelenprogramma. Deze projecten worden hieronder kort besproken. Herstel Oksekop Aan het Fryske Gea is gemeld dat we wel kansen zien voor het herstel van de Oksekop, maar dat er momenteel geen financiële middelen zijn om bij te dragen in het project. In de Oksekop worden waardevolle dotterbloemgraslanden bedreigd door inklinking van het gebied als gevolg van ontwatering van naastgelegen polder. Herstel is mogelijk door opbrengen van slib en vergroting van de invloed van het boezemwater. Zodoende wordt de negatieve invloed van wegzijging naar de omliggende diepe polders minder groot. De Oksekop is gelegen ten zuiden van de vaarweg De Veenhoop-Drachten en ten noorden van de haven van Smalle Ee.
73
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 (oktober 2012) Ondieptes in verschillende vaarwegen Aan de Watersportverenigng Drachten-Veenhoop is gemeld dat de ondieptes niet worden aangepakt in het kader van het waterplan, omdat uit de meest recente peilingen van de provincie geen knelpunten naar voren zijn gekomen. De ontwikkelingen worden de komende jaren in de gaten gehouden. Verbreden van de wijken rondom Drachtstercompagnie Vanuit de bewonersenquête is voorgesteld om de wijken rondom Drachtstercompagnie te verbreden om zo meer doorstroming en een veel mooier beeld te krijgen. Dit idee kan beter meegewogen worden in het Watergebiedsplan Twijzel van Wetterskip Fryslân. Dammen vervangen door bruggen en waterpartijen Dit project is voorgesteld vanuit de bewonersenquête om wateren meer met elkaar te verbinden om zo meer mogelijkheden voor varen en schaatsen te creëren. Alleen voor de oostelijke ringsloot van de Trisken wordt dit meegenomen in een apart project. Nieuwe waterpartijen nabij het Kamp/het Heem Er is geconstateerd dat er voldoende oppervlaktewater aanwezig is in de buurt van het Reidingpark. Met de realisatie van het Drachtstervaartplan zullen de afvoermogelijkheden voor deze omgeving onder vrij verval naar de boezem verbeteren. Extra oppervlaktewater is op korte termijn niet nodig. Aanleg natuuroevers en schraal nat grasland in het gebied tussen Slinge en Drait. Tijdens een veldinventarisatie is gebleken dat er een behoorlijke diversiteit aan natuurwaarden in het gebied aanwezig is. Veel geld investeren in het gebied terwijl nog onzeker is of er een hogere natuurwaarde wordt behaald in de toekomst, lijkt daarom op dit moment niet kosteneffectief. Aanleg nieuwe waterpartijen Dit project, waarbij de aanleg van nieuw oppervlaktewater was voorzien, is opgegaan in de waterstructuurplannen van de Drait, de Folgeren en de Venen. Subsidieregeling regenwaterbenutting Er werd in het verleden te weinig gebruik gemaakt van de subsidieregeling regenwaterbenutting. Verder zijn het behoorlijke investeringen (circa € 3.000 per aanvraag) die maar weinig milieuwinst opleveren. Daarom ziet de projectgroep meer in het realiseren van goede voorbeelden bij openbare gebouwen. Daarom is in de watervisie opgenomen dat bij ieder nieuw openbaar gebouw of een reconstructie van een gebouw alle toiletten met regenwater worden doorgespoeld. Meer fonteinen aanleggen Deze ambitie kwam in de bewonersenquête een paar keer naar voren en binnen de klankbordgroep werd de ambitie ook genoemd. Binnen de projectgroep is echter vanuit duurzaamheidsoogpunt afgezien van deze ambitie. Bij fonteinen wordt namelijk veel stroom verbruikt en treden waterverliezen op. Dit kan in zomerse perioden tot ongewenste peildalingen in oppervlaktewater leiden. Het kost vervolgens energie om het peil van het oppervlaktewater weer op een gewenst niveau te krijgen.
74