Collegevoorstel
Openbaar Onderwerp
Inkoopnotitie bovenregionale inkoop G6 jeugdhulp Programma
BW-nummer
Zorg & Welzijn Portefeuillehouder
B. Frings Samenvatting
Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr.
Zes Gelderse regio's hebben op basis van eerdere bestuurlijke besluitvorming aangegeven de samenwerking op bovenregionaal niveau te willen continueren voor 2016. De voorliggende notitie bovenregionale Inkoop 2016 gaat uit van verlenging met 1 jaar van de huidige overeenkomsten met de huidig gecontracteerde aanbieders en de eerder ingekochte producten. Een aantal zaken in het huidige contract worden gewijzigd. Budgetgaranties komen te vervallen en er zal gewerkt worden met een budgetreservering. Deze is gebaseerd op de realisatie van 2015 met een korting van minimaal 10% en maximaal 15%. Er zal in 2016 op een drietal zaken worden getransformeerd: afbouw van zware naar lichtere zorgvormen, afbouw van de instroom en het verkorten van de doorlooptijd.
MO50, Emiel Wanningen, 2765 Datum ambtelijk voorstel
15 oktober 2015 Registratienummer
15.0010654
Ter besluitvorming door het college 1. Vaststellen van bijgevoegde inkoopnotitie ‘G6 notitie bovenregionale inkoop jeugdhulp 2016’.
Paraaf akkoord
Datum
Paraaf akkoord
Datum
Steller Emiel Wanningen
Alleen ter besluitvorming door het College Besluit B&W d.d. 3 november 2015
Conform advies Aanhouden Anders, nl.
nummer: 3.22
Bestuursagenda
Portefeuillehouder
Collegevoorstel
Collegevoorstel
1
Probleemstelling
Vanaf 2015 zijn gemeenten conform de Jeugdwet verantwoordelijk voor de organisatie van alle hulp en ondersteuning voor jeugdigen. Een deel van deze jeugdhulp wordt bovenregionaal ingekocht door de zes (voorheen zeven) Gelderse regio’s. Om voortgang te boeken in dit bovenregionale inkoopproces dient het inkoopdocument ‘G6 bovenregionale notitie inkoop jeugdhulp 2016’ door het college vastgesteld te worden. Dit document is op het bestuurlijk overleg d.d. 24 september 2015 door de zes Gelderse regio’s vastgesteld. 2
Juridische aspecten
De juridische basis voor dit voorstel wordt ingegeven door de Jeugdwet. De uiteindelijke subsidie, waarmee de ingekochte zorg bekostigd gaat worden, zal op een later moment verleent gaan worden. Het is de bedoeling dat deze subsidie onder de regionaal vast te stellen subsidieverordening jeugdhulp verleent zal worden door een hiertoe gemandateerde wethouder in de regio Nijmegen. 3
Doelstelling
Na vaststellen van de inkoopnotitie door het college kan het proces van verlenging van de overeenkomsten van start gaan. G6 en zorgaanbieders hebben tot 1 januari 2016 de tijd om de overeenkomsten te implementeren. 4
Argumenten
Door het inkoopdocument vast te stellen geeft het college een fiat aan de bovenregionale werkgroep die zich bezig houdt met de inkoop van bovenregionaal georganiseerde jeugdhulp. Hiermee kan deze werkgroep verder gaan met de inkoop onderhandelingen met de betreffende instellingen, teneinde tot een overeenkomst te komen. Voorts is het van belang om een vertrouwen uit te spreken in de manier waarop deze inkoop gezamenlijk wordt georganiseerd. 5
Financiën
Bij het bepalen van de budgetreservering wordt uitgegaan van de realisatie van 2015. Deze realisatie zal begin 2016 definitief worden vastgesteld. 6
Participatie en Communicatie
Het vaststellen van het inkoopdocument van de G6 is regionaal in het PFO zorg en welzijn besproken. Op 8 oktober jl. heeft er een marktconsultatie plaatsgevonden met zorgaanbieders. De betrokken zorgaanbieders zijn tijdens deze marktconsultatie geïnformeerd over de hoofdlijnen van het inkoopdocument. 7
Uitvoering en evaluatie
Na vaststelling van het inkoopdocument door alle deelnemende Gelderse gemeenten zal de bovenregionale werkgroep inkoop jeugdhulp verder gaan met het opstellen van de overeenkomsten voor bovenregionale jeugdhulp. De regio Nijmegen zal deze jeugdhulp gaan subsidiëren. 8
Risico
Wanneer dit proces geen doorgang kan vinden zijn er bepaalde jeugdhulp aanbieders en bepaalde vormen van jeugdhulp niet ingekocht en dient dit op een lokaal of regionaal niveau georganiseerd te worden. Bijlage(n):
Notitie bovenregionale inkoop van jeugdhulp
G6 Notitie bovenregionale Inkoop Jeugdhulp 2016
Notitie bovenregionale inkoop Team bovenregionale Inkoop en Contractmanagement G6 16-9-2015
Vooraf Zes Gelderse regio’s hebben op basis van eerdere bestuurlijk besluitvorming aangegeven de samenwerking te continueren op het gebied van de bovenregionale jeugdhulp in 2016. Dit gebeurt op basis van de basis van de geleerde lessen uit 2015 en de wens tot de noodzakelijke transformatie van de bovenregionale jeugdhulp. Deze zijn vertaald in nadere voorwaarden die ter besluitvorming moeten worden vastgesteld. De regio Rivierenland heeft zich hier vooralsnog uit teruggetrokken. We spreken dus vanaf nu – wat betreft de inkoop 2016 - over de G6 Deze notitie inkoop wordt ter bespreking voorgelegd aan het G7 Bestuurlijk Overleg op 24 september en na goedkeuring in routing gezet voor lokale (of regionale) besluitvorming. Op basis hiervan wordt in oktober de zorg gecontracteerd en de bovenregionale zorg in 2016 gecontinueerd voor alle 48 gemeenten. Naar verwachting zullen de regio’s in november van dit jaar komen tot ondertekening van de overeenkomsten met de jeugdhulpaanbieders overgaan. Omdat er in de regio’s verschillende afspraken zijn gemaakt met Jeugdbescherming Gelderland vindt er bovenregionale afstemming plaats op het gebied van ‘Spoedeisende zorg’. In tegenstelling tot eerdere notitie wordt voor het jaar 2016 hierom niet verworven door de werkgroep Inkoop en Contractmanagement. Op basis van deze afstemming en het daaropvolgend advies zal regionale besluitvorming dienen plaats te vinden.
Notitie bovenregionale inkoop Team bovenregionale Inkoop en Contractmanagement G6 16-9-2015
1. Visie G7 (2015) Startpunt van de samenwerking om bovenregionaal jeugdhulp te verwerven is een gedeelde visie. Onderstaande visie is geformuleerd voor aanvang van de bovenregionale verwerving ten behoeve van 2015 en wordt nog steeds actueel geacht: Kinderen groeien het beste thuis of in een gezinssituatie op. We streven naar zo veel mogelijk hulp dichtbij huis en in de gezinssituatie (via ambulante hulp of begeleiding in het gezin). We streven naar vermindering van de instroom. Als kinderen toch uit huis moeten worden geplaatst zijn de volgende aandachtspunten van belang:
Kinderen blijven zo kort mogelijk in een intramurale setting (beperking van de duur), Kinderen kunnen als ze klaar zijn naar huis of naar een ‘lichtere’ vorm van hulp (wonen met begeleiding, pleegzorg, gezinshuis), We zetten in op afschaling van zwaar naar licht en het zo goed als mogelijk benutten en mede-creëren van mogelijkheden, Er is zo veel mogelijk contact met het netwerk van de jeugdige (het brede netwerk van een jeugdige); We willen de bovenregionale zorg afslanken, maar solide en beschikbaar houden voor kinderen die dat nodig hebben;
Doel van de transformatie is de basiszorg voor jeugdigen versterken, expertise voor diagnostiek en behandeling & ondersteuning vroeg in de keten beschikbaar te maken en stapeling van zorg of onnodige inzet van dure voorzieningen te verminderen. De transformatie van de jeugdhulp is gericht op kostenvermindering, verminderen van instroom in zware zorg, versterken van zorg aan de basis en verbeteren van de kwaliteit en doelrealisatie. De landelijke zorgbranches, het Ministerie van VWS en de VNG schreven met die laatste intentie het rapport ‘Ruimte voor Jeugdhulp’. De Gelderse regio’s onderschrijven dit rapport en willen de ambities uit dit rapport overnemen in de bovenregionale inkoop van de jeugdhulp.
Notitie bovenregionale inkoop Team bovenregionale Inkoop en Contractmanagement G6 16-9-2015
Op 1 mei hebben de leden van het G7 Bestuurlijk Overleg gezamenlijk met de bovenregionale zorgaanbieders de intentie uitgesproken om de landelijke notitie voor de Gelderse regio's uit te werken. Er zijn hiertoe 8 thema’s geformuleerd, die vanuit een kerngroep bestaande uit vertegenwoordigers van zorgaanbieders en gemeenten uitgewerkt worden:
30% capaciteitsreductie; beheersen van risico’s, waaronder frictiekosten; hoogwaardige toegang realiseren; coördinatie van processen, procedures en onderscheiden verantwoordelijkheden: governance G7; terugdringen van bureaucratie; doorgaande zorglijnen realiseren in op- en afschalen en intersectoraal verband, in samenwerking met onderwijs; duurzame vorm van aanbesteden vinden; kennisinfrastructuur ontwikkelen.
Het afbouwen van de bovenregionale capaciteit met 30% houdt in dat substitutie van zorg naar lichtere vormen van zorg zoals pleegzorg en ambulante zorg, in voldoende mate beschikbaar moet zijn om de reductie op te vangen. Daarnaast vraagt het om borging van de specialistische kennis vanuit het bovenregionale, zodat deze niet verloren gaat. Dat houdt in dat deze kennis meer in het regionale en lokale veld verankerd dient te worden. Dit alles vraagt om een versterking van en investering in kennisontwikkeling, personeel en organisatie waar een aantal jaar voor nodig is. Dit vraagt ook om een inzet op het versterken van de beleidslijnen tussen lokaal, regionaal, bovenregionaal en landelijk. De uitgangspunten zijn uitgewerkt in twee overeenkomsten: 1. Een intentieovereenkomst 2016-2018, wordt nader met de zorgaanbieders uitgewerkt en daarna ter besluitvorming voorgelegd aan de lokale colleges van b&w. Zorgaanbieders hebben aangegeven hier in maart 2016 een uitgewerkt en concreet voorstel voor te hebben. De zorgaanbieders worden uitgebreid met regionale zorgaanbieders die bovenregionale jeugdhulp leveren bij gemeenten. Voor 2017 en 2018 willen de aanbieders zich committeren aan de doelstelling en het jaar 2016 gebruiken om samen met gemeenten tot een zo concreet mogelijke uitwerking te komen. 2. Het op te leveren inkoopdocument 2016, wat de richting van de intentieovereenkomst vertaalt in concrete doelstellingen en contractuele afspraken voor het jaar 2016. Omdat een inhoudelijke concretisering van de capaciteitsreductie vanuit de aanbieders niet voorhanden is – en dus ook niet betrokken kan worden bij de inkoop 2016 – zijn in de kerngroep Ruimte voor Jeugdhulp (met een vertegenwoordiging van aanbieders en regio’s) en in het G7 Ambtelijk Overleg voorstellen geformuleerd, om de
Notitie bovenregionale inkoop Team bovenregionale Inkoop en Contractmanagement G6 16-9-2015
inkoop 2016 te voorzien van een inhoudelijke verandering (naast het door aanbieders gevraagde budgetkader). Het zullen vooral financiële prikkels zijn die de noodzakelijke transformatie vormgeven in het jaar 2016. In de volgende paragraaf werken we die uit.
Notitie bovenregionale inkoop Team bovenregionale Inkoop en Contractmanagement G6 16-9-2015
2. Uitgangspunten Inkoopdocument 2016 In het bestuurlijk overleg van juli hebben wij gezamenlijk gekozen voor de volgende richting: 1. Wij gaan uit van de visie bovenregionale verwerving jeugdhulp (2015) en voegen de denkrichting vanuit de werkgroep Ruimte voor Jeugdhulp toe aan onze visie. 2. Wij maken gebruik van de huidig gecontracteerde aanbieders. 3. Wij werken met de eerder ingekochte producten, maar met aangepaste en uniforme afspraken. 4. Wij werken in 2016 met budgetreservering en de daarbij behorende financiële uitgangspunten, waarbij de eerdere budgetgaranties vervallen. 5. De budgetreservering voor 2016 wordt gebaseerd op de realisatie van 2015 met een korting van minimaal 10% en maximaal 15%. 6. De hoogte van de korting wordt enerzijds bepaald aan de hand van de prestaties van de aanbieders. Prestatieindicatoren hiervoor zijn de behaalde doelen op het gebied van instroom, doorstroom en transformatie. Anderzijds zal de hoogte van de korting afhankelijk zijn van de onder- en overschrijdingen van de gehele groep 9 aanbieders in de vorm van een egalisatiereserve. 7. Vooralsnog kiezen wij ervoor om geen aanpassingen te doen op de huidige tarifering. Alleen bij dreigende overschrijdingen zullen wij dit doorvoeren met een maximum van 10%.
Deze uitgangspunten voor de inkoop 2016 moeten tijd geven aan aanbieders en gemeenten om in 2016 gezamenlijk de inhoudelijke verandering verder uit te werken zodat in 2017 de wijze van inkoop hierop kan aansluiten. We voorzien dan een ‘beleidsrijke(re)’ inkoop. Na de bestuurlijke besluitvorming werken wij in samenspraak met de zorgaanbieders een plan van aanpak uit tot transformatie uit op basis van het bestuurlijk inkoopkader 2016. Per kwartaal evalueren wij de zorg met de zorgaanbieders om te komen tot het gewenste resultaat.
Notitie bovenregionale inkoop Team bovenregionale Inkoop en Contractmanagement G6 16-9-2015
Randvoorwaarden vanuit G6 1. Het monitoren van deze afspraken vergt een werkwijze dat aanbieders in 2016 gelijk goed worden gemanaged. 2. Het instellen van centraal contractmanagement binnen de G6 vanaf 1-1-2016 is daarbij een wneselijke randvoorwaarde. 2. Regio’s/gemeenten zullen in afstemming met de zorgaanbieders en verwijzers de huidige werkwijze van verwijzingen en cliëntenstromen in kaart brengen en waar mogelijk aanpassen om een afbouw van zware zorg te realiseren. 3. Het communiceren met de regio's over volumeontwikkeling en aanpassingen in de betaalstroom zijn hierbij eveneens essentiële randvoorwaarden. 4. Voorstel is om niet te bevoorschotten. Door een snelle betaling van goedgekeurde facturen binnen 20 werkdagen door de regio's zou dit voor iedere regio haalbaar moeten zijn. Dit zorgt er bij aanbieder voor dat de druk op snelle facturering hoger wordt, anders ontstaan liquiditeitsproblemen.
Notitie bovenregionale inkoop Team bovenregionale Inkoop en Contractmanagement G6 16-9-2015
3. Nadere uitwerking budgetreservering 2016 In de tweede kwartaalrapportage van 2015 zijn de productiegegevens tot 1 juli van alle zorgaanbieders en de regio’s opgenomen. Voor 2016 wordt deze eerste weergave van 2015 een belangrijk uitgangspunt voor de budgetreservering zodat zorgaanbieders en regio’s een (financieel) beeld krijgen van de in te zetten middelen in 2016. In het begin van 2016 zal de budgetreservering definitief worden vastgesteld. Budgetopbouw 2016 per instelling: Korting 10% Egalisatie en Tansformatie.
Ingezette voorzieningen 2015
Budgetreservering 2016
Doelstelling van deze 3-deling is om zorgaanbieders te stimuleren en daarbij de ruimte te geven om te transformeren, zodanig dat de gewenste jeugdhulp binnen het afgesproken budget kan worden geleverd.
Notitie bovenregionale inkoop Team bovenregionale Inkoop en Contractmanagement G6 16-9-2015
4. Transformatie We bouwen een financiele prikkel in om de gewenste transformatie, die tussen zorgaanbieders en gemeenten besproken is in de Ruimte voor Jeugdhulp-sessie, te versnellen. Ofwel, we creeren de mogelijkheid om de juiste transformatie-bewegingen te gelde te maken. Zorgaanbieders gaan in 2016 ten opzichte van het peiljaar 2015 op een drietal zaken transfomeren: 1. Afbouw zware residentiele plekken in ruil voor ‘lichtere’ gezinsvoorzieningen en ambulante begeleiding 2. Instroom naar de bovenregionale zorg zal moeten worden afgebouwd 3. De doorstroom van de ingezette Jeugdhulp zal verkort moeten worden Hierbij zal gedifferentieerd worden naar de diverse zorgvormen: Jeugdzorg Plus (JZP): JZP is een beschikbaarheidvoorziening. Toegang gebeurt op basis van een rechterlijke machtiging. Het is onmogelijk voor gemeenten en de zorgaanbieders om volledige grip op de instroom te hebben. Wel zijn er mogelijkheden om clienten ‘ander’ en korter aanbod te bieden. Bij JZP geldt dat we afspraken met zorgaanbieders maken om te sturen op:
Instroom: Meer gebruik maken van lichtere zorgvormenen en samen met zorgaanbieders condities creeren waarmee dat kan (sneller op- en afschalen). Instroom: Aansluiting bij het organiseren van de beschikbaarheid voor JZP tussen zorgaanbieders JZP. Doorstroom: Meer gebruik maken van voorwaardelijke machtigingen (Raad voor de Kinderbescherming) Uitstroom: kortere trajecten en versnelde uitstroom creeren op basis van creative oplossingen in samenwerking met het voorveld.
Jeugd en Opvoedhulp (J&O):* Zorgaanbieders dienen te sturen op afbouw en reductie in instroom en doorstroom, waaronder: Afbouw: Afbouw zware residentiele plekken in ruil voor ‘lichtere’ gezinsvoorzieningen (bijvoorbeeld gezinshuisplusvoorziening) en ambulante begeleiding . Instroom**: beperken van de instroom door actief aan de voorkant expertise in te zetten (expertise delen met o.a. basisteams/wijkterams/lokale toegang). Doorstroom: Concrete reductie van de doorlooptijden (nulmeting bepalen). Licht Verstandelijk Beperkten LVB 4/5 (Orthopedagogische Behandelcentra)* Zorgaanbieders dienen te sturen op afbouw en reductie in instroom en doorstroom, waaronder: Afbouw: Afbouw LVG4 en 5 plekken in ruil voor inzet lichtere gezinshuisplekken of wonen met ambulante begeleiding, eventueel ook thuis. Instroom**: Concreet beperken van de instroom door actief aan de voorkant expertise in te zetten. Doorstroom: Concrete reductie van de doorlooptijden (nulmeting bepalen). *Crisisopvang Transformatie op crisisopvang/crisisbeden dient minimaal als volgt te worden ingezet: Voor crisiszorg zal in 2016 worden onderzocht in hoeverre een geintegreerde aanpak ontwikkeld kan worden, samen met de Spoed Eisende Zorg.
Notitie bovenregionale inkoop Team bovenregionale Inkoop en Contractmanagement G6 16-9-2015
Voor Crisis LVB zal worden bekeken of hier ook de trajecten ambulante spoedhulp kunnen worden ingezet. Terugdringen van oneigenlijk toeleiding van crisiscasus en naar aanleiding daarvan kennisoverdracht naar de toeleidende organisaties en terugverwijzing.
**Instroom beperking en hoogwaardige toegang: In 2016 zorgen gemeenten ervoor dat een hoogwaardige toegang wordt gerealiseerd. Samen met de zorgaanbieders wordt bepaald wat er nodig is in de toegang om enerzijds de inzet van zwaardere hulp te kunnen voorkomen door tijdig inzetten van benodigde ondersteuning en anderzijds met een juiste diagnose niet te licht in te zetten op zwaardere ondersteuning waar die hard nodig is. Dit vanuit de wetenschap dat te laat inzetten op de juiste zorg ook onnodig zorgverzwaring en hogere kosten met zich mee brengt. We willen verder toewerken naar het realiseren van ‘matched care’. Jeugdhulpaanbieders leveren hun bijdrage aan de overdracht van expertise en kennis om deze hoogwaardige toegang mogelijk te maken. Andere zaken die van belang zijn bij de transformatie: Overheadbeperking: Gemeenten gaan actief op zoek naar een vereenvoudiging van de gehanteerde monitor- en betalingssystemen, zodat de administratieve lasten in 2016 voor zorgaanbieders worden verkleind in vergelijking met 2015. Daarbij wordt van alle zorgaanbieders verwacht dat zij de benodigde informatie tijdig aan te leveren. Wachtlijsten Gemeenten willen sturen op het voorkomen en terugdringen van wachtlijsten. In 2015 zal hiervoor een eerste inventarisatie worden gemaakt bij alle zorgaanbieders. Voor 2016 zal hiervoor een norm worden vastgesteld per zorgvorm. Met een actief wachtlijstenbeheer zal ook worden gestimuleerd dat zorgaanbieders elkaar aanspreken op het inzetten van zorg zodat clienten niet onnodig hoeven te wachten. Beheersing en transformatie Zorgaanbieders dienen op basis van bovenstaande tranformatie doelen gedifferentieerd naar zorgvorm een concreet voorstel in hoe zij hieraan invulling geven, zodanig dat zij binnen de budgetreservering 2016 uitkomen. In het voorstel geeft de aanbieder, gekoppeld aan de invulling van de doelen per zorgvorm, het aantal clienten en/of dagen aan die hiermee worden gerealiseerd ten opzichte van haar eigen realisatie in 2015. Elke aanbieder geeft onderbouwd in het voorstel aan wat de prestatieindicatoren zijn voor de transformatieopgave. De doelstellingen zullen in het jaar 2016 gevolgd worden. In de kwartaalgesprekken wordt de voortgang besproken met de zorgaanbieders. Waar nodig wordt ook tussentijds gesproken met de zorgaanbieders. Zorgaanbieders die doelstellingen halen en binnen de budgetreservering blijven zullen in aanmerking komen voor het laagste kortingspercentage. Concreet houdt dit in een (extra) financiering voor de ingezette transformatie als beloning voor de behaalde doelstellingen. Door middel van bovenstaande aanpak denken wij dat zorgaanbieders geprikkeld worden om (extra) te stimuleren tot transformeren maar ook om meer samen te werken op het gebied van de bovenregionale jeugdhulp.
Notitie bovenregionale inkoop Team bovenregionale Inkoop en Contractmanagement G6 16-9-2015
5. Proces 24 september 2015
Bestuurlijk overleg Inkoopkaders Na besluitvorming akkoord informeren aanbieders
Oktober 2015
Regionale besluitvorming Voorbereiding door zorgaanbieders plan van aanpak
November 2015
Contractering zorgaanbieders (verlenging) Afstemming en vaststelling met zorgaanbieders plan van aanpak (Omdat het werkafspraken binnen het contract betreft behoeft dit geen aparte besluitvorming.)
1 Januari 2016
Ingang contractering
Notitie bovenregionale inkoop Team bovenregionale Inkoop en Contractmanagement G6 16-9-2015