Opdrachtgever: KDC- Omega, Marga Nieuwenhuijse SIGRA, Saskia Schalkwijk
Beroepsopdracht van Mayke Hofman en Michelle Verseveld
Hogeschool van Amsterdam, opleiding fysiotherapie Uitgevoerd in de periode van november ‘08 tot en met januari ’09
1. Voorwoord In het kader van de beroepsopdracht voor de opleiding Fysiotherapie aan de Hogeschool van Amsterdam is dit verslag geschreven. Het verslag heeft betrekking op de volgende (deels praktische) opdracht: het activeren van de Pendelstatussen van vijf meervoudig complex gehandicapte kinderen. De opdracht hebben wij uitgevoerd op het KDC-Omega met begeleiding vanuit bureau SIGRA. In dit document zal verantwoord worden hoe de activatie (implementatie) van de Pendelstatussen heeft plaats gevonden. In het onderzoeksverslag wordt duidelijk naar voren gebracht wat onze stappen in het proces waren en wordt er uitgebreid ingegaan op het beantwoorden van de vraagstelling. In de inleiding zal er een beeld worden geschetst van de opdracht en de setting waarbinnen deze opdracht is uitgevoerd. Na een lange zoektocht naar de juiste beroepsopdracht zijn wij in contact gekomen met het kinderdagcentrum Omega en stichting SIGRA. Beide zijn we erg geïnteresseerd in zowel de zorg voor kinderen als voor meervoudig complex gehandicapten. Verder was onze doelstelling voor een beroepsopdracht direct een bijdrage te kunnen leveren aan het beroepsveld. Door deze opdracht hebben wij iets kunnen bijdragen aan de zorg voor deze bijzondere groep kinderen, hun ouders en de betrokken hulpverleners. Naar onze mening dragen we op deze manier daadwerkelijk bij aan de verbeteringen in de zorg sector rondom de meervoudig complex gehandicapte kinderen. Een aantal mensen willen wij bedanken voor hun hulp, medewerking en begeleiding tijdens het uitwerken van onze opdracht. In eerste instantie de ouders van de vijf kinderen die bereid waren mee te werken aan de pilot van de Pendelstatus. Verder willen wij mw. Nieuwenhuijse vanuit KDC-omega, mw. Schalkwijk vanuit bureau SIGRA dienstverlening en mw. Kruger vanuit de Hogeschool van Amsterdam bedanken voor hun begeleiding tijdens het uitvoeren van onze opdracht. Natuurlijk gaat ook onze dank uit naar de spil in dit netwerk, de hulpverleners die hebben meegewerkt aan het activeren van de Pendelstatus. Voor al onze vragen met betrekking tot de ICT van de Pendelstatus konden wij terecht bij dhr. Radmanesh hiervoor willen wij hem hartelijk bedanken.
Michelle Verseveld & Mayke Hofman 21-01-09
2
2. Inhoudsopgave 1.
Voorwoord....................................................................................................................................... 2
2.
Inhoudsopgave ................................................................................................................................ 3
3.
Onderzoeksverslag, De pendelstatussen geactiveerd, bruikbaar of niet? ...................................... 4 3.1 Inleiding ......................................................................................................................................... 4 3.2 Methode ........................................................................................................................................ 6 3.3 Resultaten (1) ................................................................................................................................ 7 3.4 Resultaten(2) ............................................................................................................................... 11 3.5 Discussie ...................................................................................................................................... 11 3.5.1 Discussie deelvraag 1,........................................................................................................... 11 3.5.2 Discussie deelvraag 2,........................................................................................................... 12 3.5.3 Discussie deelvraag 3,........................................................................................................... 12 3.5.4 Discussie van de Pendelstatus als communicatiemiddel. .................................................... 12 3.6 Conclusie ..................................................................................................................................... 15 3.6.1 Conclusie deelvraag 1, .......................................................................................................... 15 3.6.2 Conclusie deelvraag 2, .......................................................................................................... 15 3.6.3 Conclusie deelvraag 3, .......................................................................................................... 15 3.6.4 Conclusie, Pendelstatus als communicatiemiddel. .............................................................. 16
4.
Samenvatting onderzoeksverslag.................................................................................................. 18
5.
Literatuurlijst ................................................................................................................................. 19
Bijlage 1 , Gebruikershandleiding Pendelstatus .................................................................................... 20 Bijlage 2, Informatie brief verzonden naar de hulpverleners tijdens de start van de pilot .................. 29 Bijlage 3, Format voor de hulpverleners................................................................................................ 31 Bijlage 4, Vragenlijst voor de hulpverleners .......................................................................................... 34 Bijlage 5, Vragenlijst voor de ouders ..................................................................................................... 36 Bijlage 6, Uitnodiging voor de voorlichting ........................................................................................... 38 Bijlage 7, Brief voor de afwezige tijdens de voorlichting ....................................................................... 39 Bijlage 8, De verzamelde gegevens uit de vragenlijsten van de hulpverleners ..................................... 41 Bijlage 9, Flyer voor de eindpresentatie ................................................................................................ 52
3
3. Onderzoeksverslag, De pendelstatussen geactiveerd, bruikbaar of niet? 3.1 Inleiding De beroepsopdracht heeft betrekking op de “Pendelstatus” t.b.v. de zorg rondom meervoudig complex gehandicapte kinderen. Allereerst zullen er een aantal begrippen aan u worden geïntroduceerd. Kinderdagcentrum Omega.1 Het KDC-Omega is een dagcentrum voor meervoudig complex gehandicapte kinderen. Bij de meeste kinderen is het niet bekend als gevolg van welke diagnose zij beperkingen ondervinden. De kinderen die onder de benoeming van meervoudig complex gehandicapt vallen zijn motorisch ernstig beperkt en hebben verstandelijke stoornissen, vaak zijn er ook bijkomende handicaps waarvan de kinderen klachten ondervinden. KDC-Omega is een centrum wat voor ogen heeft dat elk kind met ernstig meervoudige beperkingen ontwikkelingsmogelijkheden heeft. KDC-Omega neemt een bijzondere maatschappelijke positie in omdat het de acceptatie en integratie van kinderen met ernstig meervoudige beperkingen - en hun gezinnen - wil bevorderen. Kennis en diensten worden ter beschikking gesteld aan ouders, verzorgers, artsen en andere hulpverleners. Op deze manier kunnen gezinnen met een kind met ernstig meervoudige beperking beter „meedoen‟ in de samenleving. Op KDC-Omega kijken ze met een orthopedagogische blik naar de ontwikkelingsmogelijkheden van elk individueel kind. Er wordt op een bijzondere, transdisciplinaire manier samengewerkt. Juist voor deze bijzondere groep kinderen is de Pendelstatus in het leven geroepen omdat zij dagelijks met veel verschillende hulpverleners in contact staan. De Pendelstatus. De werkgroep- MCG-kinderen vernam van een aantal ouders en hulpverleners dat de communicatie onderling verbeterd kon worden. Er werd verondersteld door de ouders van de mcg-kinderen dat er binnen de setting van het KDC-Omega voldoende wordt gecommuniceerd maar helaas niet met de hulpverleners buiten het kinderdagcentrum. Deze verminderde communicatie zou een negatieve invloed kunnen hebben op de zorg voor het MCG-kind. Met dit als reden is de digitale Pendelstatus als concept ontwikkeld door de SIGRA sectie-Ziekenhuizen en in het bijzonder de werkgroep Meervoudig Complex Gehandicapte kinderen. De Pendelstatus is een digitaal communicatiemiddel en is ontworpen om de communicatie tussen ouders, artsen, therapeuten en begeleiders van het kind te verbeteren. Het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis heeft zich bereid getoond om één van haar ICT‟ers de database voor de Pendelstatus te laten ontwikkelen. Ook het beheer van de Pendelstatus is om praktische redenen belegd bij het OLVG. De Pendelstatus is als pilot bedoelt voor kinderen met meervoudige beperkingen. Omdat er vanuit de werkgroep een directe verbinding bestaat met KDC-Omega is er voor dit centrum gekozen om daar de pilot in werking te zetten. Een bijzonder gegeven van de Pendelstatus is dat het beheer van de informatie in handen ligt van de ouders. De ouders bepalen welke hulpverlener toegang krijgt tot de website: www.pendelstatus.nl. Beperkingen als gevolg van het privacy recht kent dit communicatie middel niet met als reden; de ouders zijn beheerder van de Pendelstatus van hun kind. 1
http://www.kdc-omega.nl/
4
De Pendelstatus is een digitaal communicatie middel in de vorm van een beveiligde website. Elke discipline zowel binnen als buiten KDC-Omega van een bepaald kind krijgt een inlogcode waarmee er kan worden ingelogd. Als hulpverlener is er de mogelijkheid om je eigen pagina te bewerken en bij de andere disciplines te kijken. Verder is het mogelijk voor de disciplines onderling om vragen te kunnen stellen. Ook is er een overzicht van de contactgegevens van de behandelaars van het kind. Deze manier van communiceren kan verbeteringen van de zorg bewerkstelligen voor het desbetreffende kind. In November 2007 is tijdens de werkconferentie: Gedeelde zorg, dubbele kwaliteit; Resultaten van verschillende initiatieven in de zorg voor kinderen met verstandelijke beperkingen en gezondheidsproblemen de Pendelstatus gelanceerd. Tijdens deze lancering waren de belangrijkste partijen voor het ontwerpen en het opstarten van de Pendelstatus aanwezig: dhr. van Andel (kinderarts in het OLVG), dhr. Radmanesh (AIT medewerker OLVG en ontwerper Pendelstatus), mw. de Vos (orthopedagoog EKZ AMC en voorzitter SIGRA-werkgroep „zorg voor kinderen met meervoudige beperkingen‟), de andere leden van de MCG-werkgroep en ouders van de kinderen van het KDC-Omega. Na de lancering van het product zijn er verschillende acties ondernomen maar is het niet gelukt om de Pendelstatus daadwerkelijk te implementeren. Het gebruik van de Pendelstatus kwam niet van de grond. Dat is het punt waar de beroepsopdracht is gestart. De concrete werkzaamheden met de Pendelstatus zijn; het activeren van de Pendelstatussen voor vijf kinderen van KDC-Omega. Op deze manier zal hopelijk de communicatie rond deze kinderen verbeteren. Verder houden wij ons bezig met de vraagstelling: Wat is de bruikbaarheid en doelmatigheid van de Pendelstatus als middel ter bevordering van de communicatie tussen hulpverleners (binnen en buiten het dagcentrum Omega) die betrokken zijn bij de zorg voor kinderen met een meervoudige handicap. Onder bruikbaarheid wordt verstaan dat de Pendelstatus te gebruiken is als communicatiemiddel voor de verschillende hulpverleners. Verder wordt de Pendelstatus doelmatig geacht wanneer deze bijdraagt aan een verbetering in de communicatie tussen de verschillende hulpverleners.
5
3.2 Methode In dit onderdeel is beschreven hoe de resultaten en conclusie tot stand zijn gekomen. De opdracht heeft betrekking op de implementatie van de vijf Pendelstatussen, waarnaast er een uitspraak wordt gedaan over de volgende vraagstelling. Vraagstelling: Wat is de bruikbaarheid en doelmatigheid van de Pendelstatus als middel ter bevordering van de communicatie tussen hulpverleners (binnen en buiten het dagcentrum Omega) die betrokken zijn bij de zorg voor meervoudig complex gehandicapte kinderen. Om tot de juiste conclusie van de vraagstelling te kunnen komen zullen er eerst een aantal deelvragen moeten worden beantwoord: 1. Wat zijn de criteria voor een goede implementatie van de Pendelstatus in de gezondheidszorg? 2. Wat is de huidige situatie met betrekking tot de communicatie van de verschillende hulpverleners (binnen en buiten KDC-Omega) die zijn betrokken bij een MCG-kind? 3. Hoe wordt er door de hulpverleners (binnen en buiten KDC-omega) van MCG-kinderen op voorhand gedacht over de Pendelstatus? 1. Wat zijn de criteria voor een goede implementatie van de Pendelstatus in de gezondheidszorg? Om aan een goede implementatie te kunnen voldoen zullen er een aantal voorwaarden moeten worden weergegeven. Om deze voorwaarden te verzamelen is er onderzoek gedaan in literatuur over implementatie technieken in de gezondheidszorg. Deze voorwaarden/eisen zullen worden besproken in de resultaten. 2. Wat is de huidige situatie met betrekking tot de communicatie van de verschillende hulpverleners (binnen en buiten KDC-Omega) die zijn betrokken bij een MCG-kind? Het in kaart brengen van de huidige situatie met betrekking tot de communicatie is gedaan door middel van een enquête/vragenlijst (zogenaamde T0-meting) onder de betrokken hulpverleners van de vijf MCG-kinderen. In deze enquête/ vragenlijst worden de hulpverleners gevraagd naar de huidige situatie met betrekking tot de communicatie tussen de verschillende hulpverleners. Verder is er een vraag gericht op de eventuele problemen die zich nu voordoen met betrekking tot de communicatie tussen de hulpverleners. De enquête/ vragenlijst is terug te vinden in de bijlage. De uitkomsten van deze enquête/vragenlijst zijn te lezen in de resultaten. 3. Hoe wordt er door de hulpverleners (binnen en buiten KDC-omega) van MCG-kinderen op voorhand gedacht over de Pendelstatus? Het in kaart brengen van de visie op de Pendelstatus voor de start van de pilot is gedaan door middel van dezelfde vragenlijst/enquête als gebruikt bij de voorgaande deelvraag. De verschillende hulpverleners worden gevraagd of zij verwachten dat de Pendelstatus voor een positieve verandering zou kunnen zorgen voor wat betreft de communicatie onderling. Om de vijf Pendelstatussen volledig te kunnen activeren zijn de volgende stappen ondernomen: - Benaderen van de ouders van de vijf MCG-kinderen. - Het opsturen van het format naar de hulpverleners. (zie bijlage) - Voor het ontvangen van zoveel mogelijk ingevulde format‟s is er regelmatig contact gezocht met de verschillende hulpverleners.
6
-
Na het ontvangen van de ingevulde format‟s, is deze informatie geplaatst in de Pendelstatus.
3.3 Resultaten (1) Om de vraagstelling volledig te kunnen beantwoorden zullen hieronder de resultaten weergeven worden die betrekking hebben op de deelvragen. 1. Wat zijn de criteria voor een goede implementatie van de pendelstatus in de gezondheidszorg? Implementatie kan worden omschreven als „een procesmatige en planmatige uitvoering van vernieuwingen en /of verbeteringen (van bewezen waarde) met als doel dat deze een structurele plaats krijgen in het (beroepsmatig handelen, in functioneren van organisatie(s) of in de structuur van de gezondheidszorg‟.2 Deze definitie kent verschillende belangrijke elementen: - Een procesmatige en planmatige invoering: bepaalde strategieën kunnen zich richten op hulpverleners, patiënten of organisatorische aspecten van de zorg. Voorlichting en educatie over innovaties kunnen leiden tot kennisvermeerdering of attitude veranderingen, zij vormen daarom een voorwaarde voor echte toepassing. - Vernieuwingen en /of verbeteringen (van bewezen waarde): het gaat om het invoeren van werkwijze,technieken of organisatievormen die nieuw, beter of anders zijn dan wat gangbaar is in een bepaalde setting. Het betekent niet dat de innovatie altijd uitontwikkeld moet zijn; juist tijdens het implementatie proces zal aanpassing aan en toesnijden op de specifieke omstandigheden in de praktijk vaak aan de orde zijn - Structurele plaats krijgen: implementatie moet leiden tot blijvende verandering. In de praktijk is vaak sprake van een terugval, bijvoorbeeld omdat de ondersteuning na afloop van het project wegvalt. - In het (beroepsmatig) handelen, het functioneren van organisatie(s) of de structuur van de gezondheidszorg: veranderingen kunnen op verschillende niveaus plaatsvinden. Het gaat meestal om het vergroten van de effectiviteit , de doelmatigheid of patiëntengerichtheid van de zorg, met directe effecten voor patiënten. Deze bovenstaande punten hebben betrekking op de implementatie van de Pendelstatus als digitaal communicatiemiddel. Verder zijn er tijdens het bestuderen van de literatuur2 een aantal eisen naar voren gekomen voor de systematische aanpak van de implementatie van de Pendelstatus. Deze eisen zijn gebruikt om op een systematische manier de Pendelstatus te kunnen implementeren: - Formuleren van een concreet, goed onderbouwd en haalbaar voorstel voor verandering in de praktijk met duidelijke doeleinden; - In kaart brengen feitelijke zorg en problemen daarin; - Analyse van de doelgroep en de setting: welke belemmerende factoren spelen een rol in het realiseren van de verandering; - Ontwikkeling en uitvoering van een implementatieplan met activiteiten en taken; - Evaluatie en eventuele bijstelling van het plan. De uitvoering van de verschillende eisen en elementen van een implementatie zal u terug vinden in de andere onderdelen van dit onderzoeksverslag.
2
Grol R, Wensing M. Implementatie: effectieve verbetering van de patiëntenzorg. Maarsen: Elsevier gezondheidszorg;
7
2. Wat is de huidige situatie met betrekking tot de communicatie van de verschillende hulpverleners (binnen en buiten KDC-Omega) die zijn betrokken bij een MCG-kind? Als onderdeel van het implementatie proces is in eerste instantie de huidige zorg met haar problemen in kaart gebracht. De huidige situatie is beschreven naar aanleiding van de enquête/ vragenlijst die is afgenomen onder de verschillende hulpverleners van de vijf MCGkinderen. De gebundelde antwoorden uit deze enquête/vragenlijst zijn terug te vinden in bijlage 8. Tabel 1. Gegevens enquête/vragenlijst Totaal aantal verstuurde vragenlijsten Artsen 19 Hulpverleners 17 KDC-Omega Externe 8 hulpverleners
Aantal retour ontvangen vragenlijsten 8 15 6
In de huidige situatie is er beperkte communicatie tussen de verschillende hulpverleners. De communicatie blijft beperkt tussen de verschillende „afdelingen‟3 van de zorg. Er is een duidelijk patroon zichtbaar binnen de communicatie. Zo hebben de verschillende artsen, in de meeste gevallen, regelmatig contact met elkaar. Verder geven verschillende artsen aan dat wanneer er een dringende vraag is zij elkaar altijd weten te bereiken. Binnen het KDC-Omega bestaat er een duidelijke vorm van communicatie. Er vindt in elk geval elk half jaarlijks een bespreking plaats waarbij alle hulpverleners vanuit het KDC-Omega van het betreffende kind aanwezig zijn. Wanneer er vanuit de hulpverleners van KDC-Omega vragen zijn, zullen zij deze stellen aan de interne revalidatiearts. Wanneer deze de vraag niet kan beantwoorden zal hij contact zoeken met de desbetreffende arts, op deze manier is de revalidatiearts de spil in de communicatie tussen de artsen en de hulpverleners van KDC-Omega. De externe hulpverleners, hieronder vallen bijvoorbeeld de fysiotherapeut thuis, logeeropvang en de thuisbegeleiding, hebben vaak onderling wel contact maar niet met de artsen of hulpverleners van KDC-Omega. De overdracht van de informatie tussen de verschillende hulpverleners gebeurt nu nog door de ouders.
3
Met de verschillende afdelingen van de zorg wordt in dit document de verdeeldheid van de hulpverleners aangegeven. Zo vormen de artsen een afdeling, de hulpverleners van Omega een aparte afdeling en de externe hulpverleners een aparte afdeling.
8
In de manier waarop wordt gecommuniceerd is ook een duidelijk verschil zichtbaar tussen de verschillende afdelingen van zorg. De verschillende artsen communiceren vrijwel altijd met elkaar d.m.v. schriftelijke verslaglegging, e-mail of telefonisch contact. Binnen KDC-Omega wordt er gecommuniceerd d.m.v. de overleg momenten, schriftelijke verslagen en het opvoedingsprogramma. Verder geven een aantal hulpverleners van het kinderdagcentrum aan dat de communicatie vaak plaats vind „in de wandelgangen‟. Hiermee wordt het contact tussen de verschillende hulpverleners bedoelt tijdens het behandelen van het kind. Verder is er een beperkte communicatie stroom tussen het KDC-Omega en de externe hulpverleners. De communicatie via deze twee groepen vindt voornamelijk plaats via „het schriftje‟. Dit is het communicatiemiddel waarmee de ouders communiceren met de groepsleiding of andere hulpverleners van KDC-Omega. De beperkte communicatie stroom die er op dit moment is tussen KDC-Omega en de externe hulpverleners verloopt via de ouders. Tabel 2. De manier waarop er onderling wordt gecommuniceerd en hoe de informatie overdracht verloopt. Artsen Hulpverleners Omega Externe hulpverleners Artsen - schriftelijke Informatie overdracht Informatie overdracht verslaglegging door de ouders door de ouders - e-mail of telefonisch contact Hulpverleners Informatie - Overleg momenten. Informatie overdracht Omega overdracht door de - Schriftelijke verslagen door de ouders ouders - In de wandelgangen Externe Informatie Informatie overdracht - Vaak telefonisch of hulpverleners overdracht door de door de ouders tijdens behandelingen ouders - Schriftelijke verslaglegging - Informatie overdracht door de ouders Ook de meningen over de huidige situatie van de communicatie verschillen per afdeling. De verschillende hulpverleners van het KDC-Omega geven aan dat er intern geen problemen bestaan met de communicatie, maar dat er geen communicatie lijnen bestaan richting de andere hulpverleners. Naar aanleiding hiervan dragen de hulpverleners van KDC-Omega een aantal verbeterpunten aan met betrekking tot de communicatie. Graag zouden zij zien dat er kortere en directere lijnen, zijn met de verschillende afdelingen in de zorg. Ze zouden graag sneller en specifieker informatie uit het ziekenhuis ontvangen. Kort samengevat zouden ze graag zien dat er direct contact is tussen de arts en paramedische hulpverlener. Op die manier worden de ouders ontlast.
9
De verschillende artsen die betrokken waren bij het activeren van de Pendelstatussen hebben ook een duidelijke mening over de communicatie en eventuele verbeterpunten. Zij geven aan dat er op dit moment geen specifieke problemen zijn in de communicatie tussen de artsen onderling. Op het moment dat er zich problemen voor doen kunnen de verschillende artsen onderling gemakkelijk contact zoeken. Een verbeterpunt wat genoemd wordt door één van de artsen is het combineren van poliklinische afspraken. Helaas wordt er direct aangegeven dat dit vrijwel onmogelijk is. Één van de redenen dat dit zo lastig zal zijn is dat de kinderen vaak in verschillende ziekenhuizen onder behandeling zijn. De externe hulpverleners geven aan dat er op dit moment weinig communicatie bestaat. Deze groep hulpverleners geeft aan hierin graag een verbetering te zien. Zij dragen dezelfde ideeën aan als de hulpverleners van KDC-Omega en de verschillende artsen. Een belangrijk punt dat wordt genoemd is dat de externe hulpverleners graag zien dat er inhoudelijk overleg is, zodat de verschillende behandelingen op elkaar worden afgestemd. Uiteindelijk leiden deze antwoorden richting de mening die alle hulpverleners delen: Er zou meer tijd moeten zijn voor de communicatie tussen de verschillende hulpverleners. 3. Hoe wordt er door hulpverleners (binnen en buiten KDC-omega) van MCG-kinderen op voorhand gedacht over de pendelstatus? Tijdens de het afnemen van de enquête (dezelfde als bij de voorgaande deelvraag) zijn de verschillende hulpverleners ook gevraagd naar hun visie op de Pendelstatus . Deze enquête is afgenomen voor de start van de pilot van de Pendelstatus en kan dus worden gezien als een t0meting. Zoals bij elk nieuw product wat wordt geïntroduceerd waren er een aantal hulpverleners erg positief maar waren er ook een aantal die sceptisch zijn over de Pendelstatus als communicatiemiddel. In de tabel hieronder is een schematisch overzicht gegeven van de visie van de betrokken hulpverleners. Tabel 2. Overzicht van de visie van de verschillende hulpverleners op de Pendelstatus4 Artsen
Hulpverleners KDC-omega
Externe hulpverleners
Positieve punten Duidelijk overzicht van de medicatie. Directere lijnen tussen de verschillende disciplines
Negatieve punten Het positieve effect van de Pendelstatus is afhankelijk van hoe trouw de hulpverleners hun informatie zullen invullen en bijwerken. Tijdgebrek De Pendelstatus is nog niet makkelijk toegankelijk voor de groepsleiding. (Zij beschikken nog niet over een pc op de groep) De vraag is of allochtonen ouders, welke de Nederlandse taal mogelijk niet voldoende beheersen, zich actief zullen opstellen in de Pendelstatus.
De verschillende behandelingen en therapieën zijn nu direct in te zien. Meer mogelijkheden tot het ontvangen feedback op de behandeling. De mogelijkheid voor het stellen van vragen Directere lijnen tussen de verschillende disciplines Levert goede achtergrond informatie De drempel om te starten met het gebruik van op. de Pendelstatus is vrij hoog. Meer mogelijkheden tot het ontvangen Tijdgebrek feedback op de behandeling. Gemakkelijke toegankelijkheid van de Pendelstatus Directere lijnen tussen de verschillende disciplines
Een aantal hulpverleners heeft in de enquête ook aangegeven nog geen mening te hebben over de Pendelstatus als digitaal communicatiemiddel. 4
Bron van deze tabel zijn de gebundelde antwoorden in bijlage 8.
10
3.4 Resultaten(2) In dit onderdeel van de resultaten zullen de vijf geactiveerde Pendelstatussen en de implementatie van het product nader worden toegelicht. Een volledig geactiveerde Pendelstatus is het resultaat van het format dat aan de start van de pilot verzonden is naar de hulpverleners. Door middel van deze formats was het mogelijk om de vijf Pendelstatussen volledig te activeren. Helaas is het niet mogelijk om één van de vijf geactiveerde Pendelstatussen op te nemen in dit onderzoeksverslag. De reden hiervoor is de privacy gevoeligheid van de Pendelstatus. Voor de uitvoering van de implementatie van de Pendelstatus zijn er een aantal handelingen verricht. Deze verschillende handelingen hebben indirect hun invloed op de implementatie van de Pendelstatus als communicatiemiddel. Snel werd er duidelijk dat er onder de hulpverleners veel onduidelijkheden bestonden over het product Pendelstatus. Om deze onduidelijkheden te verhelderen zijn er twee acties ondernomen in het kader van het implementatie proces. Het organiseren van een voorlichtingsmiddag over de Pendelstatus als communicatiemiddel en het opstellen van een gebruikershandleiding. Deze twee mogelijkheden om de implementatie te bevorderen werd onderbouwd in verscheidene literatuur over de implementatie van nieuwe producten.2,5 De beargumentering hiervoor is aangedragen in het antwoord op de eerste deelvraag, onder het kopje Een procesmatige en planmatige invoering. De gebruikershandleiding is geschreven in samenwerking met dhr. Radmanesh. In deze gebruikershandleiding is er in het algemene stuk weergegeven waarvoor de Pendelstatus is bedoelt. Verder kunt u hierin terug lezen hoe de website van de Pendelstatus te gebruiken is. Deze gebruikershandleiding is opgenomen in de bijlage. De voorlichtingsmiddag met betrekking tot de Pendelstatus is reeds geweest. Tijdens deze voorlichting is er een duidelijk beeld geschetst van de Pendelstatus en waarvoor en voor wie deze te gebruiken is. Verder is er tijdens deze voorlichting „live‟ gewerkt met een reeds geactiveerde Pendelstatus. Aan de hand van deze „live‟ presentatie konden er direct vragen worden beantwoord van de aanwezige hulpverleners en geïnteresseerden. Voor de hulpverleners die niet in de gelegenheid waren om aanwezig te zijn bij de voorlichting is er een brief opgesteld. In deze brief is de belangrijkste informatie opgenomen die aangedragen is tijdens de voorlichting, maar niet is terug te vinden in de gebruikershandleiding. Verder is als bijlage de gebruikershandleiding meegezonden. De aanwezige hulpverleners op de voorlichting hebben tijdens de voorlichting al een gebruikershandleiding ontvangen.
3.5 Discussie In de discussie worden eerst van de afzonderlijke deelvragen de resultaten ter discussie gesteld en uiteindelijk wordt de Pendelstatus als communicatiemiddel ter discussie gesteld. 3.5.1 Discussie deelvraag 1, Wat zijn de criteria voor een goede implementatie van de Pendelstatus in de gezondheidszorg? De criteria die is aangedragen in de resultaten van deelvraag één zal hieronder ter discussie worden gesteld. De verschillende eisen en voorwaarde die worden gesteld zijn afkomstig uit één en dezelfde literatuurbron. De beperking in de bronnen is een discussiepunt. Deze eenzijdigheid in de literatuur kan worden gezien als een beperking in het onderzoek. Wel is het zo dat de gebruikte literatuur gebaseerd is op een grootschalig literatuur onderzoek. 5
Grol R. Effectieve implementatie: theorieën en strategieën. Den Haag: ZON; 2000.
11
3.5.2 Discussie deelvraag 2, Wat is de huidige situatie met betrekking tot de communicatie van de verschillende hulpverleners (binnen en buiten KDC-Omega) die zijn betrokken bij een MCG-kind? Om een juiste uitspraak te kunnen doen over de huidige communicatie tussen de verschillende hulpverleners van een MCG-kind is het noodzakelijk om voldoende geretourneerde vragenlijsten te ontvangen. In tabel 1(zichtbaar in de resultaten) zijn de ontvangen enquêtes van de verschillende afdelingen van de zorg weergegeven. Deze tabel bevat een schematisch overzicht van de verhoudingen tussen het aantal verstuurde enquêtes en de ontvangen enquêtes. Hierin is duidelijk zichtbaar dat niet alle afdelingen evenveel input hadden. Bij de groep van KDC-Omega en de externe hulpverleners is er een deelname van respectievelijk 88% en 75%. Bij de verschillende artsen was er een deelname aan de enquête van 42%. Naar aanleiding van deze gegevens kunnen de resultaten m.b.t. de artsen ter discussie worden gesteld. Wel is het zo dat er voor de communicatie tussen de verschillende afdelingen altijd twee groepen betrokken zijn. 3.5.3 Discussie deelvraag 3, Hoe wordt er door hulpverleners (binnen en buiten KDComega) van MCG-kinderen op voorhand gedacht over de Pendelstatus? Bij deze deelvraag zijn er twee aspecten die ter discussie worden gesteld. Als eerste is dat de beperkte retournering van de enquête door een aantal artsen. De verhoudingen tussen de verschillende afdelingen zijn al nader toegelicht bij de voorgaande deelvraag. Ook bij de visie van de verschillende hulpverleners is het van belang dat de verhoudingen per groep gelijk zijn. Helaas is dit niet het geval. Op dit moment is het zo dat de visie van zeker 50% van de artsen niet is meegenomen in de resultaten. Het was dus niet mogelijk om een realistisch overzicht te geven van de visie van de verschillende hulpverleners. Het tweede aspect wat een duidelijke belemmering was in het geven van een realistisch beeld is de beperkte kennis onder de hulpverleners over de Pendelstatus als communicatiemiddel. Dit gegeven bleek voornamelijk uit de vaak gegeven antwoord op de desbetreffende vraag in de enquête. Vaak werd er als antwoord gegeven dat ze „nog‟ geen visie hadden op de Pendelstatus als communicatiemiddel. 3.5.4 Discussie van de Pendelstatus als communicatiemiddel. Zoals dit bij de implementatie van vele producten zal zijn, spelen er ook bij de implementatie van de Pendelstatus een aantal belemmerende factoren een rol. De factoren die een rol spelen in het realiseren van een verandering zullen hieronder worden besproken. Deze uitspraken worden gedaan naar aanleiding van een „proefondervindelijk onderzoek‟. Voor onze activiteiten was er nog niet gewerkt met de Pendelstatus als communicatiemiddel en kunnen wij dus gezien worden als proefpersonen. De bevindingen zijn dan ook gebaseerd op onze ervaringen en meningen over het gebruik van de Pendelstatus. De verschillende punten die hieronder worden genoemd hebben allen hun uitwerking op de implementatie van de Pendelstatus als communicatiemiddel. Voordelen van de Pendelstatus: Directe / korte communicatielijnen tussen de verschillende hulpverleners. Wanneer de lijnen tussen de verschillende hulpverleners korter worden zal dit de communicatie onderling verbeteren. Hierbij moet voornamelijk worden gedacht aan de communicatie tussen de artsen en de paramedische hulpverleners, maar ook de communicatie tussen KDC-Omega en de externe hulpverleners.
12
Snellere verslaglegging. Door het invoegen van de Pendelstatus is het mogelijk om de verslaglegging op een snellere en efficiëntere manier uit te voeren. Na het plaatsen van de verslaglegging is deze direct zichtbaar voor alle hulpverleners en dient niet meer naar elke hulpverlener apart te worden verspreid. Een ander voordeel op het gebied van verslaglegging is het feit dat, het altijd toegankelijk en zichtbaar is voor iedereen die toegang heeft tot de Pendelstatus. De Pendelstatus vervangt niet de verslaglegging. Dus de verslagen moeten alsnog naar alle betrokken hulpverleners verspreid worden zoals nu ook gebeurt. Mogelijkheid tot het stellen van directe vragen. Via de Pendelstatus is het mogelijk om direct een vraag te stellen aan een andere hulpverlener betrokken bij het kind. Overzicht van alle hulpverleners en contactgegevens van het kind. In een aparte pagina in de Pendelstatus is een overzicht weergegeven van alle hulpverleners en hun contactgegevens. De contactgegevens van het kind zijn zichtbaar weergegeven op de eerste pagina en altijd binnen handbereik. Alle behandel- en therapiegegevens zijn beschikbaar. Door alle informatie van de hulpverleners te verzamelen in de Pendelstatus is er altijd een „up to date‟ verslag waarin er per discipline een overzicht wordt gegeven van de laatste bevindingen van de onderzoeken en de huidige therapie. Hierdoor zijn de hulpverleners op een gemakkelijke wijze op de hoogte van de laatste ontwikkelingen van het kind. Minder verantwoordelijkheid bij belasting van de ouders. Doordat de informatie uitwisseling, als gevolg van de Pendelstatus, niet meer verloopt via de ouders maar direct tussen de hulpverleners, worden de ouders minder belast voor het juist van de medische informatie van de artsen naar de andere hulpverleners. Nieuwe hulpverleners hebben direct een overzicht van alle behandelingen en behandelaars. Wanneer er een nieuwe hulpverlener wordt toegevoegd aan de zorg voor het desbetreffende kind heeft hij/zij direct een overzicht van alle meest recente informatie en de andere hulpverleners. Nadelen van de Pendelstatus: Kost extra tijd. Doordat de Pendelstatus geen vervanger is van het (medisch) dossier zal het de artsen en paramedici extra tijd kosten om ook in de Pendelstatus de informatie zo recent mogelijk te houden. Het invullen van de Pendelstatus is een nieuwe handeling. Veel hulpverleners zijn op dit moment nog niet volledig vertrouwd met de digitalisering in de gezondheidszorg. Dit betekend dat er in de eerste periode van de pilot van de Pendelstatus extra energie en tijd gestoken dient te worden in het gebruik van het product. Wanneer de verschillende hulpverleners niet de moeite nemen om in de startfase van de Pendelstatus zich te verdiepen in de werking, zal dit een struikelblok zijn voor de pilot. Om dit struikelblok uit de weg te gaan wordt er voor de verschillende hulpverleners een voorlichting georganiseerd en is er een gebruikershandleiding opgesteld. Elke hulpverlener is verantwoordelijk voor zijn/haar persoonlijke aandeel in de Pendelstatus. Dit gegeven brengt het grootste nadeel met zich mee. Wanneer er van de tien hulpverleners twee hulpverleners hun informatie niet bijwerken of niet deel nemen aan de Pendelstatus kan deze niet optimaal functioneren. Dit betekend dan ook dat de pilot wel of niet slaagt afhankelijk is van de inzet van de verschillende hulpverleners.
13
Na het proefondervindelijk onderzoek wat is uitgevoerd tijdens het activeren van de Pendelstatussen zijn er ook een aantal verbeterpunten naar voren gekomen voor het communicatiemiddel. Eventuele verbeterpunten van de Pendelstatus: Een snellere website voor de Pendelstatus. Op dit moment is het zo dat het laden van de verschillende pagina‟s niet altijd de gewenste snelheid heeft. Hoewel dit op dit moment geen belemmering is voor het werken met de Pendelstatus. De mogelijkheid tot het plaatsen van filmpjes en foto‟s. Deze optie werd voornamelijk door de artsen en de hulpverleners vanuit KDC-Omega aangegeven. Er kan bijvoorbeeld een filmpje in de Pendelstatus worden geplaatst van de manier waarop het kind eet. Notificatie na het stellen van een persoonlijke vraag. Een functie waar al eerder over is gesproken binnen de MCG-werkgroep is, het versturen van een notificatiebericht wanneer er een persoonlijke vraag wordt gesteld. Onze mening hierover is dat het een goed gegeven zou zijn als de hulpverlener aan wie een persoonlijke vraag wordt gesteld een notificatiebericht ontvangt op zijn/haar e-mail. Het moet wel zo zijn dat dit alleen gebeurt bij het ontvangen van een persoonlijke vraag gericht aan de desbetreffende hulpverlener en niet bij elke wijziging in de Pendelstatus. Ruimte voor het plaatsen van til-protocollen, communicatieplan etc. De groepsleiding en logopediste gaven aan dat het prettig zou zijn als de verschillende protocollen gedeeld kunnen worden met alle hulpverleners. Zoals bijvoorbeeld het communicatieplan, iedereen is dan instaat om op één en dezelfde manier te communiceren met het kind. Bij (allochtonen) ouders die niet in staat zijn zelf actief deel te nemen aan de Pendelstatus van hun kind, dient er een verantwoordelijke hulpverlener te worden benoemd die toeziet op de Pendelstatus. Het struikelblok van een non-actieve houding van de ouders roept een sceptische houding bij de hulpverleners op met betrekking tot de Pendelstatus. De ouders zijn de beheerder van de Pendelstatus van hun kind. Wanneer er geen actieve ouders betrokken zijn bij de Pendelstatus, zien wij het als oplossing dat één van de nauw betrokken hulpverleners van het desbetreffende kind de controlerende taak van de ouders overneemt. De melding van een fout met het beveiligingscertificaat van de website van de Pendelstatus. Op dit moment wordt er na het openen van de website aangegeven dat er een probleem is met het beveiligingscertificaat van de website. Echter is het niet het geval dat de Pendelstatus een onveilige website is. De Pendelstatus heeft geen beveiligingscertificaat bij Microsoft, maar bij een ander internetbedrijf. Wanneer de site met Internet Explorer (wat een onderdeel is van Microsoft) wordt geopend zal de provider de website niet herkennen. Om deze reden zal er dan een foutmelding worden weergegeven. Ondanks de melding dat er een probleem is met het beveiligingscertificaat is de Pendelstatus een volledig betrouwbare site. Wanneer er toch door wordt gegaan naar de website worden er geen problemen ervaren. Graag zouden wij zien dat deze melding niet meer aanwezig is. Er is namelijk al gebleken dat verschillende hulpverleners bij het zien van dit bericht de website niet verder openen. De groepsleiding op Omega heeft nog geen pc tot hun beschikking. Op dit moment beschikt de groepsleiding nog niet over een pc op de groep. Hier zal verandering in komen wanneer het kinderdagcentrum overgaat naar de nieuwe locatie. Op dat moment zal de Pendelstatus ook voor de groepsleiding toegankelijker worden.
14
3.6 Conclusie Allereerst zullen de afzonderlijke deelvragen worden besproken. Uiteindelijk zal de eindconclusie worden getrokken met betrekking tot de Pendelstatus als communicatiemiddel. Tevens zal er dan antwoord worden gegeven op de hoofdvraagstelling. 3.6.1 Conclusie deelvraag 1, Wat zijn de criteria voor een goede implementatie van de Pendelstatus in de gezondheidszorg? In de discussie van de deelvraag wordt de beperking in de literatuur al aangedragen. Ook wordt er aangedragen dat de eenzijdige literatuur wel is gebaseerd op een grootschalig literatuur onderzoek. Om deze reden wordt de criteria en eisen die worden gegeven in de resultaten wel als voldoende beschouwd. Wel zou het beter zijn geweest als er voorafgaand aan het implementatieproces meer tijd was gestoken in een uitgebreider literatuur onderzoek over de implementatie. Wanneer dit aan de orde was geweest konden de stappen in het implementatie proces beter worden beargumenteerd en onderbouwd. 3.6.2 Conclusie deelvraag 2, Wat is de huidige situatie met betrekking tot de communicatie van de verschillende hulpverleners (binnen en buiten KDC-Omega) die zijn betrokken bij een MCG-kind? Zoals in de discussie al duidelijk wordt weergegeven is de respons van de verschillende afdelingen niet gelijkmatig geweest. De verschillen tussen de groepen heeft een uitwerking op de validiteit van de enquête. De conclusie die wordt getrokken uit de antwoorden van de hulpverleners van KDC-Omega en de externe hulpverleners kan worden beschouwd als betrouwbare informatie. Van deze beide groepen was er namelijk een hoge respons op de enquête. In de afdeling van de verschillende artsen was de respons niet zo als er was verwacht. De gehele respons was onder de 50%. Door de beperkte respons van deze afdeling verzwakt de validiteit van de uitspraak. Het zou namelijk zo kunnen zijn dat de andere helft van de artsen wel degelijk contact heeft met andere afdelingen of op een andere manier communiceert. De communicatie in de huidige situatie is wel degelijk onvoldoende. Het zou eigenlijk niet zo mogen zijn dat er in sommige gevallen totaal geen directe communicatie bestaat tussen de verschillende afdelingen. In de huidige situatie is het namelijk zo dat de communicatie vaak volledig verloopt via de ouders. Een voorbeeld van een niet effectieve manier van werken is dat er geen inhoudelijk overleg plaats vindt tussen de externe paramedici en die van KDC-Omega. De conclusie die wordt getrokken m.b.t. deze deelvraag is dat de communicatie in de huidige situatie niet optimaal is. 3.6.3 Conclusie deelvraag 3, Hoe wordt er door hulpverleners (binnen en buiten KDComega) van MCG-kinderen op voorhand gedacht over de Pendelstatus? Zoals al in de discussie is besproken waren er bij deze deelvraag twee aspecten die voor beperkingen van de validiteit zorgden. De beperking als gevolg van het beperkt terug ontvangen van de enquêtes is al besproken bij de voorgaande vraag. Door de verminderde reacties van de artsen is het niet duidelijk of de visie over de Pendelstatus geldt voor alle artsen. Er kan dus niet definitief gezegd worden dat deze visie gedeeld wordt door alle artsen. De visie van de andere afdelingen is wel betrouwbaar, het percentage van de ontvangen enquête van deze lag op respectievelijk 72% en 88% procent. Het tweede aspect van deze deelvraag is de beperking aan kennis over de Pendelstatus onder de verschillende hulpverleners. Veel van de hulpverleners gaven aan nog geen visie te hebben m.b.t. de Pendelstatus als communicatiemiddel. De conclusie die getrokken kan worden over deze deelvraag is dat er weinig respons is geweest in combinatie met onwetendheid van de hulpverleners waardoor er geen duidelijke algemene visie naar voren is gekomen. De
15
onwetendheid van de hulpverleners is beïnvloed door de voorlichting gebruikershandleiding m.b.t. de Pendelstatus als communicatiemiddel.
en
de
3.6.4 Conclusie, Pendelstatus als communicatiemiddel. In dit onderdeel zal de hoofdvraagstelling van ons onderzoeksverslag worden beantwoord. De hoofdvraagstelling luidt als volgt: Wat is de bruikbaarheid en doelmatigheid van de Pendelstatus als middel ter bevordering van de communicatie tussen hulpverleners (binnen en buiten het dagcentrum Omega) die betrokken zijn bij de zorg voor kinderen met een meervoudige handicap. Naar aanleiding van alle opgedane kennis en ervaringen m.b.t. tot de Pendelstatus wordt dit communicatiemiddel bruikbaar geacht onder een aantal voorwaarden. De belangrijkste voorwaarde is dat alle hulpverleners actief zullen deelnemen aan de pilot. Wanneer er enkele hulpverleners zijn die de informatie in de Pendelstatus niet „up to date‟ houden zal de Pendelstatus niet optimaal kunnen functioneren. Een ander belangrijk punt voor de bruikbaarheid van de Pendelstatus is de rol van de ouders. Wanneer een hulpverlener de meest recente informatie nog niet heeft toegevoegd, is het de taak van de ouders om minimaal eenmaal de hulpverlener hierop te attenderen. Als de ouders hier niet toe in staat zijn kan een andere hulpverlener, de arts of paramedici hierop attenderen. De verwachting is niet dat alle hulpverleners direct hun informatie „up to date‟ houden. Door middel van de voorlichting en handleiding is er een goed begin gemaakt met het attenderen van de verschillende hulpverleners op de Pendelstatus. Anderzijds is het van belang dat de informatie die op de Pendelstatus is vermeld ook daadwerkelijk wordt gebruikt in de praktijk. Verder wordt de kans van slagen hoger ingeschat wanneer de verbeterpunten m.b.t. de Pendelstatus worden meegenomen en toegepast door de werkgroep. De doelmatigheid van de Pendelstatus is ook weer afhankelijk van deze verschillende voorwaarden. De belangrijkste voorwaarden voor de doelmatigheid is het „up to date‟ houden van de Pendelstatus door de verschillende hulpverleners. Wanneer dit gebeurt is de Pendelstatus doelmatig, er treedt namelijk een verbetering op in de communicatie tussen de verschillende hulpverleners. Dit betekend concreet dat de communicatie niet meer via de ouders verloopt en er dus directe communicatielijnen zijn tussen de verschillende hulpverleners. In de afbeelding hieronder is de situatie van de communicatie zichtbaar gemaakt na de invoering van de Pendelstatus als communicatiemiddel.
16
6 Evaluatie Na de voorlichting is de Pendelstatus officieel in gebruik genomen als pilot. Binnen de MCGwerkgroep zal er worden besproken hoe er verder invulling wordt gegeven aan de pilot. Het advies over de invulling van de pilot is om minimaal elke maand „een kijkje te nemen‟ in de vijf geactiveerde Pendelstatussen en contact op te nemen met de ouders. Zo blijft er toch een vorm van controle gedurende de eerste maanden. Dit gegeven valt onder één van de elementen die van toepassing zijn voor een goede implementatie. Verder is het de bedoeling dat er na 6 maanden na de start van de pilot een evaluatie moment zal plaatsvinden. Na deze evaluatie zal het implementatieproces worden bijgesteld. Dit zal gebeuren naar aanleiding van een T1 meting die wordt gehouden onder alle gebruikers van de Pendelstatus. Tijdens deze T1 meting zal er een antwoord worden gegeven op de volgende vraagstelling: Wat is het effect van de invoering van Pendelstatus, bij de zorg rondom meervoudig complex gehandicapte kinderen, op de communicatie tussen hulpverleners binnen en buiten het kinderdagcentrum omega? Verder zal er na aanleiding van deze T1 meting een definitieve beslissing moeten worden genomen over de Pendelstatus als communicatiemiddel.
17
3. Samenvatting onderzoeksverslag Model samenvatting eindproduct HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM HOGESCHOOL VOOR PARAMEDISCHE OPLEIDINGEN OPLEIDING FYSIOTHERAPIE SAMENVATTING AFSTUDEEROPDRACHT Van: Mayke Hofman & Michelle Verseveld Datum/jaar: 21-01-09 Titel: De Pendelstatussen geactiveerd, bruikbaar of niet? Probleemomschrijving/vraagstelling: Wat is de bruikbaarheid en doelmatigheid van de Pendelstatus als middel ter bevordering van de communicatie tussen hulpverleners (binnen en buiten het dagcentrum Omega) die betrokken zijn bij de zorg voor kinderen met een meervoudige handicap. Samenvatting: De werkgroep meervoudig complex gehandicapte kinderen vernam van een aantal ouders en hulpverleners dat de communicatie tussen de hulpverleners niet altijd optimaal is. Binnen de setting van het kinderdagcentrum Omega werd er voldoende gecommuniceerd, helaas is er niet altijd een goede communicatie met de hulpverleners die werkzaam zijn buiten het kinderdagcentrum. Deze verminderde communicatie zou een negatieve invloed kunnen hebben op de zorg voor het MCG-kind. Als antwoord op het communicatie „probleem‟ is de digitale Pendelstatus als concept ontwikkeld door de SIGRA sectie-Ziekenhuizen en in het bijzonder de werkgroep Meervoudig Complex Gehandicapte kinderen. De beroepsopdracht en activiteiten m.b.t. de Pendelstatus zijn gestart na de lancering. De opdracht bestond uit het activeren van vijf Pendelstatussen en de implementatie van de Pendelstatus als communicatiemiddel. Om de Pendelstatussen te activeren zijn er een aantal stappen ondernomen. Deze stappen worden duidelijk omschreven evenals hun gevolgen. Voor een goede implementatie van het product is er gekozen om een voorlichting te geven voor de gebruikers en daarbij een gebruikershandleiding te schrijven. Na de voorlichting is het de bedoeling dat alle hulpverleners zelfstandig gaan werken met de Pendelstatus. Zij zullen gedurende de pilot hun informatie steeds actualiseren. In het onderzoeksverslag is er met name ingegaan op de huidige situatie van de communicatie, de mening van de verschillende hulpverleners, voor- / nadelen en verbeterpunten en de bruikbaarheid en doelmatigheid van de Pendelstatus als communicatiemiddel.
18
5. Literatuurlijst 1. http://www.kdc-omega.nl/ 2. Grol R, Wensing M. Implementatie: effectieve verbetering van de patiëntenzorg. Maarsen: Elsevier gezondheidszorg; 2006 5. Grol R. Effectieve implementatie: theorieën en strategieën. Den Haag: ZON; 2000.
De volgende literatuur is gebruikt om ons te verdiepen in het onderwerp meervoudig gehandicapten kinderen en implementatie technieken, er is niet naar verwezen in het onderzoeksverslag. -
-
-
-
Boneschansker B. Mijn zus heet Hannah: een film over een kind met ernstig meervoudige beperkingen [film] Stichting Sneeuwval; 1999 Vlaskamp C, Poppes P, Zijlstra R. Een programma van jezef: een opvoedingsprogramma voor kinderen met zeer ernstig verstandelijke en meervoudigebeperkingen. Konink: Gorcum; 2005 Vlaskamp C, van Wijck R, Nakken H. Opvoedingsprogramma‟s voor meervoudig gehandicapten. Konink: Gorcum;1993 Vlaskamp C, Behandelingsvormen voor ernstig meervoudig gehandicapten. Lemniscaat; 1998 Vlaskamp C. Een kwestie van perspectief: methodiekontwikkeling in de zorg ernstig meervoudig gehandicapten: van Gorcum; 1993 Poppes P. Gedeeld en opgeteld: ouders over kinderen met ernstig meervoudige beperkingen: Lemniscaat; 2001 Hiemstra S. Persoonlijk activeringsprogramma: Handleiding bij het bieden van activiteiten aan mensen met ernstige meervoudige beperkingen: Landelijk kennisNetwerk gehandicaptenzorg; 2005 Vlaskamp C. Gewoon bijzonder: opvoeden van kinderen met een ernstig meervoudige handicap: van Gorcum; 1996 Nakken H. Behandelingsvormen voor ernstig meervoudig gehandicapten: een wegwijzer : Lemniscaat; 1998 Nakken H, Meervoudig gehandicapten: een zorg apart: Lemniscaat; 1993 Poppes P. Gedeeld en opgeteld: ouders over kinderen met ernstige meervoudige beperkingen; Lemniscaat; 2001 Zijlstra R. Met zorg vernieuwen: een handreiking voor een succesvolle implementatie van het opvoedings/ondersteuningsprogramma: van Gorcum; 2005 Carlier JM. Over het ontwikkelen en invoeren van multidisciplinaire protocollen: NZrConsult; 1990 www.kdc-omega.nl/kenniscentrum Schouder aan schouder in ketenzorg [redactioneel commentaar]. Fysio Praxis 2008;17,22-25 Multidisciplinaire eendracht maakt macht [redactioneel commentaar]. Fysio Praxis 2008;17,30-33
19
Bijlage 1 , Gebruikershandleiding Pendelstatus De gebruikershandleiding van de pendelstatus is in A5 formaat gedrukt. Om deze reden is niet alle informatie juist verdeeld over de pagina‟s.
20
Inhoudsopgave De pendelstatus?
p.3
Waarom de pendelstatus?
p.3
Voor welke doeleinden kunt u dit product gebruiken? p.3 Voor wie is de pendelstatus?
p.4
Vragen?
p.4
Gebruikershandleiding
p.5 - 14
21
De pendelstatus? De pendelstatus is een beveiligde website, www.pendelstatus.nl. Om toegang te krijgen tot de website is het van belang dat u een geldig inlogaccount heeft. Deze kunt u aanvragen in de rechterkolom op de inlog pagina. De ouders van het desbetreffende kind zijn de officiële beheerders van de website. Er zijn daarom geen problemen met privacy regels. Waarom de pendelstatus? De pendelstatus is een middel om de communicatie en multidisciplinaire samenwerking rondom een meervoudig complex gehandicapt kind te verbeteren. In de zorg voor een meervoudig gehandicapt kind zijn vele hulpverleners betrokken. De pendelstatus zorgt er voor dat de hulpverleners op een gemakkelijke wijze met elkaar in contact kunnen komen. Voor welke doeleinden kunt u dit product gebruiken? De pendelstatus kan voor de volgende doeleinden worden gebruikt: De pendelstatus biedt een overzicht van de betrokken hulpverleners/artsen (inclusief adres en bereikbaarheidsgegevens) ; Communicatie tussen hulpverleners onderling, door middel van het stellen van een persoonlijke vraag; Duidelijk overzicht van de activiteiten/therapie per hulpverlener; Recente medicatielijst.
Voor wie is de pendelstatus? De pendelstatus is in principe bedoeld voor alle betrokken hulpverleners van een kind, mits de ouders deze hulpverlener wil betrekken in de pendelstatus. Vragen? Zijn uw vragen na het lezen van deze gebruikshandleiding nog niet volledig beantwoord dan kunt u met de volgende personen contact opnemen:
m.b.t. de ICT inhoud pendelstatus product in het algemeen
Naam Dhr. J. Radmanesh Ouder of betreffende hulpverlener Dr. van Andel
e-mail
[email protected] n.v.t.
[email protected]
22
Gebruikershandleiding Door J. Radmanesh 1. Introductie Het concept van de Digitale Pendelstatus is ontwikkeld door de SIGRA sectie-Ziekenhuizen en in het bijzonder de werkgroep meervoudig complex gehandicapte kinderen. Het OLVG heeft zich bereid getoond om voor de werkgroep de programmatuur en database te ontwikkelen. Ook het beheer is om praktische redenen belegd bij het OLVG. 2. Een paar algemene regels Hieronder volgen een paar algemene regels die geldig zijn voor de gehele applicatie. Uitzonderingen zullen expliciet genoemd worden. 2.1 Het beheren van de applicatie De applicatie is zodanig ontwikkeld dat het mogelijk is om de commando‟s (zoals toevoegen, veranderen en weggooien van data, of het sluiten van vensters) uit te laten voeren met zowel het toetsenbord als met de muis. Hier volgt een opsomming van toetsen met een specifieke betekenis: 1.
2. <ENTER> 3.
om tussen de velden te navigeren: om een geselecteerde knop te activeren of om een geselecteerd commando te verifiëren om door een geselecteerde lijst te lopen
2.2. Knoppen Op het hoofd en andere venster(s) staan een aantal knoppen, die bedoeld zijn om bepaalde commando‟s uit te voeren. Deze knoppen zijn , , en . Knop maakt alle velden leeg. Knop kan gebruikt worden om de ingetypte informatie in de database op te slaan. Als het opslaan goed verlopen is, verschijnt er een bevestiging op het beeldscherm. Knop om terug naar de hoofdscherm te gaan. Knop wordt gebruikt om huidige sessie te sluiten. Het is belangrijk om te onthouden dat mogelijke toevoeging of wijziging van gegevens moet worden opgeslagen. Dit kan door op de knop Opslaan te klikken. Voordat de ingevoerde gegevens in de database worden opgeslagen, vindt er een controle plaats op het verplicht zijn van de velden en ook de correctheid van de ingevoerde gegevens.
23
3. Inlogvenster Nadat Pendelstatus gestart is, verschijnt het inlogvenster. Via dit venster verifieert het systeem of een gebruiker bevoegd is om in het hoofdscherm van de Pendelstatus te komen. Nadat de klantnaam ( vb. Joost van de Boom klantnaam = Boom), gebruikernaam en wachtwoord in de juiste velden zijn getypt, kan het account door <ENTER>in het veld Wachtwoord (of klik op knop ) bevestigd worden. Als de ingetypte gegevens correct zijn, verschijnt het hoofdscherm.
In de volgende paragrafen zullen we naar het hoofdvenster kijken en uitleggen hoe ze te gebruiken.
24
4. Hoofdvenster
Dit venster is verdeeld in drie gedeeltes. Algemene gegevens Rubriek Knoppen Medisch en andere gegevens 4.1 Algemene gegevens
Dit gedeelte is bedoeld om algemene informatie van een patiënt te vertonen. Het gaat hier om de informatie zoals naam, geboortedatum, geslacht en informatie over de verzekering en de huisarts van een klant.
Voor degene die hiervoor bevoegd is, is het mogelijk om een foto van de klant in de Pendelstatus te plaatsen. In dit verband moet er eerst via de knop de plek waar de foto zich bevind worden aangegeven.Vervolgens wordt door een klik op de knop de foto in de daarvoor bedoelde plek geplaatst.
25
4.2 Rubriek Knoppen
Zoals in de figuur hiernaast getoond, worden beschikbare rubrieken als een lijst vertoond. De samenstelling van de rubriekenlijst verschilt per klant. Elke knop vertegenwoordigt een rubriek en wordt door een klik actief gemaakt.
4.3 Medisch en andere gegevens Er zijn twee type rubrieken:
Eerste type
Dit type rubriek biedt de gebruiker de mogelijkheid om in een ruimte eigen teksten te plaatsen. De data in dit type rubrieken zijn leesbaar voor iedereen die in het systeem ingelogd
26
heeft. Het kunnen toevoegen en veranderen van data in een specifieke rubriek is alleen toegestaan aan degene die lid is van een specifieke rubriek.
Tweede type
Door een klik op een van dit type rubrieken gaat een ander scherm open waar gerelateerde gegevens als lijst worden getoond. Om een record te wijzigen moet het betreffende record eerst geselecteerd worden. Het selecteren van een record is alleen mogelijk door een klik op de kolom die een andere kleur vertoont dan de rest van de kolommen. De inhoud van het record wordt hierdoor in de hiervoor bedoelde velden geplaatst. De gegevens kunnen nu gewijzigd worden. Elke wijziging van data moet door een klik op knop bevestigd worden. Knop dient hier om de velden leeg te maken. Knop om terug naar het hoofdvenster te gaan. Het is belangrijk te weten dat terugkeer naar het hoofdvenster door een klik op de terug knop van internet explorer (of andere browser) tot een fout kan leiden. In dat geval dient de sessie afgesloten te worden en dient opnieuw een nieuwe sessie gestart te worden. Het is mogelijk om op alle getoonde kolommen te zoeken en/of sorteren. Boven in het selectie scherm staat per beschikbare kolom een knop en een tekstveld. Klikken op een van die knoppen sorteert de data op de betreffende kolominhoud. Om te zoeken op een bepaalde kolom, dient de zoek term in het tekstveld dat daarvoor bedoeld is te worden ingetypt en vervolgens met een klik op de knop waar de kolomnaam opstaat te worden bevestigd. Knop en om alle op dat moment actieve zoek en/of sortering criteria ongedaan te maken en alle beschikbare gegevens te laten zien.
27
Met dank aan: MCG- werkgroep - mw. De Vos (AMC) - dhr. van Andel (OLVG) - mw. Nieuwenhuijse (OMEGA) - dhr. Weijerman (VUmc) - dhr. Budde (SLZ) - mw. Burger - mw. Langius (SLAZ) - mw. Meester (AMC) - mw. Sikking (AMSTA) - mw. Sandbergen (Integrale Vroeghulp) - mw. Schalkwijk (bureau SIGRA Dienstverlening) Ontwerp en uitvoering product: Dhr. Radmanesh Implementatie van de pendelstatus: - mw. Hofman - mw. Verseveld
Alle betrokken ouders en hulpverleners bij de uitvoering van de pilot.
28
Bijlage 2, Informatie brief verzonden naar de hulpverleners tijdens de start van de pilot De brief hieronder is een voorbeeld van de brieven die zijn verzonden tijdens de start van onze beroepsopdracht. De gegevens die kunnen verschillen met deze brief zijn de naam van het kind en de deadline voor het inleveren van de gegevens. De brieven zijn verzonden gedrukt op het papier van het kinderdagcentrum Omega inclusief een retourenvelop met postzegel voor de ingevulde vragenlijst en het format.
Betreft:
Website Pendelstatus www.pendelstatus.nl
Geachte heer/mevrouw, Met dit schrijven willen wij, Mayke Hofman en Michelle Verseveld, graag het volgende onder uw aandacht brengen. In het kader van onze eindscriptie voor de opleiding fysiotherapie aan de hogeschool van Amsterdam voeren wij de pilot „website pendelstatus voor meervoudig complex gehandicapte (mcg) kinderen‟ uit. Onze opdracht houdt in: het activeren van de website pendelstatus voor vijf mcg-kinderen van kinderdagcentrum Omega (zie: www.pendelstatus.nl ). Deze brief is aan u gericht omdat u een arts/hulpverlener bent die betrokken is bij de zorg voor één van deze vijf kinderen, namelijk: naam kind. Doel website pendelstatus Doel van de pendelstatus is de communicatie en multidisciplinaire samenwerking tussen de artsen en hulpverleners van een meervoudig complex gehandicapt kind te verbeteren. In de pendelstatus kunt u informatie lezen en delen met de andere hulpverleners. De pendelstatus van een kind op deze website is het eigendom van de ouders. De ouders dienen hun toestemming te geven om de pendelstatus van hun kind ter beschikking te stellen aan de artsen en hulpverleners. De ouders van naam kind hebben ons toestemming gegeven om voor hun kind de pendelstatus te activeren. Bijgevoegd is een brief vanuit de ouders en het Netwerk Kindergeneeskunde Amsterdam waarin zij dan ook uw medewerking vragen. De pilot (het ‘oefentraject’) Zoals u wellicht weet is eind vorig jaar de website pendelstatus gelanceerd. Onze taak is om nu een pilot (oftewel een oefentraject) uit te voeren om de pendelstatus te activeren zodat er ervaring mee opgedaan kan worden. Zoals gezegd gaan wij de pendelstatus voor vijf mcgkinderen van kinderdagcentrum Omega activeren. Na afronding van de pilot doen wij een uitspraak over de bruikbaarheid van de website pendelstatus. Uw inzet en medewerking is belangrijk voor het welslagen van deze pilot. Vragenlijst Om uw ervaringen tot op heden met betrekking tot de communicatie en multidisciplinaire samenwerking rondom naam kind in kaart te brengen, hebben wij een korte vragenlijst samengesteld. Wij willen u vriendelijk vragen om deze bijgevoegde vragenlijst in te vullen en aan ons te retourneren met bijgevoegde antwoordenveloppe gelieve voor datum .
29
Activeren pendelstatus Om de pendelstatus van naam kind te kunnen activeren dient deze gevuld te worden met beschikbare en relevante gegevens. Ook hiervoor willen wij uw medewerking vragen. Kunt u bijgevoegd „Format gegevens pendelstatus‟ invullen en eveneens aan ons retourneren vóór datum. Het gaat hier om gegevens als: diagnose, behandeldoelen, hulpmiddelen, communicatie met het kind en interesse van het kind. Uiteraard vult u alleen die gegevens in die voor u van toepassing zijn. Wij willen benadrukken dat er zeer zorgvuldig met de door u verstrekte gegevens wordt omgegaan en dat deze alleen gebruikt worden om de pendelstatus te vullen en vervolgens te activeren. Zoals gezegd zijn de gegevens na activering alleen in te zien door de ouders van het kind en de door hen aangewezen artsen en hulpverleners. Voorkeur voor digitaal invullen Wanneer u de voorkeur geeft aan het digitaal invullen van de vragenlijst en/of het format, dan kunt u ons een e-mail sturen met het verzoek aan u een digitale versie te mailen. Indien u vragen heeft, dan horen wij deze uiteraard graag. Rest ons om u bij voorbaat hartelijk te bedanken voor uw medewerking, mede namens de ouders van naam kind. Met vriendelijke groet,
Mayke Hofman (tel:….) [email protected]
Michelle Verseveld (tel:…) [email protected]
Bijlagen: -
Brief vanuit de ouders en het Netwerk Kindergeneeskunde Vragenlijst „Communicatie rondom mcg kinderen‟ Format „Gegevens voor de pendelstatus‟
30
Bijlage 3, Format voor de hulpverleners In de format is de hulpverleners gevraagd hun medische informatie of informatie met betrekking tot de behandeling van het kind te vermelden. Naar aanleiding van dit format is de pendelstatus gevuld voor alle vijf de kinderen.
Format: gegevens voor de Pendelstatus Naam kind:…………………………………………………………………………………… Naam hulpverlener:…………………………………………………………………………... Uw vakgebied:………………………………………………………………………….…….. Uw emailadres:………………………………………………………………………………... Start behandeling/ therapie:.…………………………………………………………………... Laatste consult met kind: ……………………………………………………………………... A.
Huidige medicatie niet van toepassing van toepassing, namelijk; ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… B.
Medische diagnose niet van toepassing van toepassing , namelijk: ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… C.
Medische ingrepen in het verleden of in de toekomst met betrekking tot uw vakgebied Niet van toepassing Van toepassing, namelijk; ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… D.
Behandeldoelen Niet van toepassing Van toepassing , namelijk; ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… 31
E.
Waaruit bestaat op dit moment uw therapie uit? Niet van toepassing Van toepassing, namelijk; ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… F.
Merkt u effect (positief of negatief) met betrekking tot uw therapie? Niet van toepassing Van toepassing, namelijk; ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… G.
Van welke hulpmiddelen maakt het kind op het moment gebruik? Niet van toepassing Van toepassing, namelijk; ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… H.
Hoe ziet het dagprogramma van het kind eruit? Niet van toepassing Van toepassing, namelijk; ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… I.
Hoe verloopt de communicatie met het kind? Niet van toepassing Van toepassing, namelijk; ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………
32
J.
Waar liggen de interesse van het kind? Niet van toepassing Van toepassing, namelijk; ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… K.
Wat zijn overige, relevante aandachtspunten bij het kind? Niet van toepassing Van toepassing, namelijk; ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… L. Informatie die u zou willen delen met de andere hulpverleners in de Pendelstatus? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………….
33
Bijlage 4, Vragenlijst voor de hulpverleners Deze vragenlijst hebben wij de hulpverleners gevraagd in te vullen met betrekking tot de communicatie en multidisciplinaire zorg rondom de meervoudig complex gehandicapte kinderen. Naar aanleiding van de verzamelde gegevens waren wij is staat om ons onderzoeksverslag op te kunnen stellen.
Vragenlijst ‘Communicatie en multidisciplinaire samenwerking rondom meervoudig complex gehandicapte kinderen’ Naam kind: Naam arts/hulpverlener: Uw vakgebied:
……………. ……………. …………….
1. Wat is uw relatie tot het kind? ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… 2. Hoe vaak per maand heeft u contact met de ouders van het kind? ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………. 3. Met welke andere hulpverleners van het kind heeft u contact en bestaat er dus een multidisciplinaire samenwerking? ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… 4. Hoe vindt op dit moment de communicatie en multidisciplinaire samenwerking plaats? ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… 5. Hoeveel tijd besteedt u in de huidige situatie ongeveer aan communicatie met de andere hulpverleners en multidisciplinaire samenwerking per week of per consult betreffende dit kind? ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………. 6. Ervaart u op dit moment problemen in de communicatie tussen de verschillende hulpverleners en de multidisciplinaire samenwerking? Zo ja, welke?
34
………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………
7. Is het volgens u nodig om meer tijd te besteden aan de communicatie tussen de verschillende disciplines voor een verbetering van de zorg voor dit mcg-kind? Zo ja/nee waarom? ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… 8. Welke verbeteringen ziet u graag met betrekking tot de communicatie en multidisciplinaire zorg rondom mcg-kinderen? ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… 9. De website pendelstatus wordt op dit moment gestart als een pilot (oefentraject). Verwacht u een verbetering voor de communicatie en multidisciplinaire samenwerking als gevolg van de website pendelstatus. Zo ja/nee, waarom? ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………….
10. Heeft u op dit moment nog tips voor de pilot van de pendelstatus? ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………
35
Bijlage 5, Vragenlijst voor de ouders Naar aanleiding van deze vragenlijst hebben wij afzonderlijk met de verschillende ouders gesproken over de communicatie en multidisciplinaire samenwerking op dat moment met betrekking tot hun kind.
Vragenlijst m.b.t de communicatie en multidisciplinaire samenwerking rond meervoudig complex gehandicapten kinderen voor de ouders. 2. Wat was uw motivatie om als ouder deel te nemen aan de pilot van de pendelstatus? ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… 3. Hoe vaak is uw kind op het kinderdagcentrum Omega? ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… 4. Hoe vaak in de week zorgt u zelf overdag/s‟avonds voor uw kind? ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… 5. Hoe zien de weekenden voor het kind eruit? ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… 6. Hoe gaan de ADL-activiteiten thuis? Ervaart u hier problemen in? Denk aan aankleden, wassen, eten en slapen. ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… 7. Ervaart u op dit moment dat er problemen zijn in de communicatie en multidisciplinaire samenwerking tussen de verschillende hulpverleners die betrokken zijn bij uw kind. Zo ja , welke problemen ervaart u? ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… 8. Heeft u het gevoel dat de zorg voor uw kind zal verbeteren wanneer er een betere communicatie en multidisciplinaire samenwerking bestaat tussen de verschillende hulpverleners. Zo ja , wat verwacht u dat er zal verbeteren? ………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………
36
………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… 9. Welke hulpverleners zijn er allemaal bij de zorg van uw kind betrokken? ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… 10. Heeft u in de huidige situatie contact met de verschillende hulpverleners. Met welke hulpverleners zijn dat en in welke regelmaat? ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… 11. De pendelstatus wordt op dit moment gestart als een pilot. Verwacht u een verbetering voor de communicatie en multidisciplinaire samenwerking als gevolg van de pendelstatus. Zo ja/nee , waarom? ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… 12. Welke hulpverleners zou u willen betrekken bij de pendelstatus? ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… 13. Verwacht u dat u een actieve rol zal gaan spelen in de pendelstatus van uw kind , door bijvoorbeeld de verschillende hulpverleners er op te wijzen dat de informatie in de pendelstatus up to date moet zijn. ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… 14. Heeft u nog tips met betrekking tot de pilot van de pendelstatus? ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… 15. Geeft u toestemming dat wij de medische gegevens van het kind kunnen gaan gebruiken in de pendelstatus. ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… 16. Geeft u toestemming dat wij de hulpverleners van uw kind benaderen? ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………
37
Bijlage 6, Uitnodiging voor de voorlichting Deze brief was gericht aan alle hulpverleners die zijn betrokken bij één van de vijf kinderen. Als bijlage bij deze brief is een route beschrijving naar het kinderdagcentrum Omega en een antwoordstrookje meegestuurd.
Amsterdam, 15 december 2008
Betreft: Voorlichting Pendelstatus
Geachte heer/mevrouw, Allereerst willen wij u hartelijk bedanken voor de medewerking aan de opstart van de pilot pendelstatus voor mcg-kinderen. Er zijn inmiddels 5 pendelstatussen van mcg-kinderen geactiveerd. Nu is het van belang dat deze ook daadwerkelijk door de betrokken artsen en hulpverleners gebruikt gaan worden. Hiertoe organiseren wij een voorlichtingsmiddag. Tijdens deze voorlichting wordt een voorbeeld van een volledig ingevulde pendelstatus getoond. Aan de hand van het voorbeeld leggen wij u de werking van de pendelstatus uit. Ook komen de voor- en nadelen aan bod. Uiteraard is er ook gelegenheid om met elkaar te praten over de toekomst van de pendelstatus. De voornaamste doelstelling van de voorlichting is het kennismaken met de pendelstatus zodat u gezamenlijk de pilot inhoudelijk verder tot uitvoering kan brengen. De voorlichting vindt plaats op 12 januari 2009 van 16.00 tot 17.00. Locatie: Kinderdagcentrum Omega. U vindt een routebeschrijving bijgevoegd. Graag tot 12 Januari 2009
Met vriendelijke groet,
Mayke Hofman
Michelle Verseveld
38
Bijlage 7, Brief voor de afwezige tijdens de voorlichting Deze brief zal naar de afwezige hulpverleners worden toegezonden na de voorlichting die plaats vindt op 12 januari. Bij deze brief zal de gebruikershandleiding worden toegevoegd.
Amsterdam , 14 januari 2009
Betreft: Informatie pendelstatus , www.pendelstatus.nl
Geachte heer/mevrouw, Helaas bent u niet in de gelegenheid geweest om deel te nemen aan de voorlichting over de website pendelstatus voor mcg-kinderen. Graag informeren wij u daarom schriftelijk over de werking van de Pendelstatus. Tijdens de voorlichting zijn de volgende onderwerpen besproken: Voor wie is de pendelstatus bedoelt? Voor welke doeleinden is de pendelstatus te gebruiken? Wat zijn de voordelen, nadelen en de nog eventuele verbeterpunten van de pendelstatus? Hoe kunt u de pendelstatus gebruiken? Deze verschillende punten worden ook beschreven in de gebruikershandleiding van de Pendelstatus. Deze gebruikershandleiding is toegevoegd aan deze brief. Wij hopen dat u door middel van het lezen van de handleiding voldoende op de hoogte wordt gebracht van de mogelijkheden van de pendelstatus. Verder zijn er een aantal zaken besproken die u niet kunt terug vinden in de gebruikerhandleiding, namelijk;
De melding dat er een probleem is met het beveiligingscertificaat na het openen van de website: www.pendelstatus.nl . Uw pc geeft aan dat het niet veilig is om de website verder te openen. Echter is het niet het geval dat de Pendelstatus een onveilige website is. De pendelstatus heeft geen beveiligingscertificaat bij microsoft, maar bij een ander internetbedrijf. Wanneer u de site met Internet Explorer (wat een onderdeel is van Microsoft) opent zal de provider de website niet herkennen. Om deze reden zal er dan een foutmelding worden weergegeven. Ondanks de melding dat er een probleem is met het beveiligingscertificaat is de pendelstatus een volledig betrouwbare site. Als u toch door gaat naar de website ervaart u verder geen problemen.
39
Hoe nu verder? Het is de bedoeling dat elke hulpverlener vanaf nu zijn informatie op de Pendelstatus gaan bijhouden en actualiseren. Er zal in de komende weken worden overleg in de mcg-werkgroep wanneer het volgende evaluatie moment zal zijn en wanneer de definitieve beslissing zal vallen of de Pendelstatus bruikbaar is of niet. Wij vragen u om gedurende deze pilot zo optimaal mogelijk gebruik te maken van de Pendelstatus als communicatiemiddel. Het plaatsen van nieuwe informatie. Wanneer u nieuwe informatie toevoegt op uw pagina is het de bedoeling dat de nieuwe tekst wordt geplaatst boven de oude tekst. Deze afspraak is gemaakt tijdens de voorlichting om de gegevens in de pendelstatus zo overzichtelijk mogelijk te houden.
Mocht u na het lezen van de gebruikershandleiding nog vragen hebben dan kunt u contact opnemen met de genoemde personen in de gebruikershandleiding.
Met vriendelijke groet,
Mayke Hofman
Michelle Verseveld
Bijlage: - Gebruikershandleiding Pendelstatus
40
Bijlage 8, De verzamelde gegevens uit de vragenlijsten van de hulpverleners Bruikbaarheid
Met welke hulpverleners van het kind heeft u contact en bestaat er een multidisciplinaire samenwerking? Kinderarts Ergotherapeut Muziektherapeut Fysiotherapeut Orthopedagoog Fysiotherapeut Logopediste Ergotherapeut Orthopedagoog Fysiotherapeut Ergotherapeut Groepsleiding Logeervoorziening Groepsleiding
Huisarts Fysiotherapeut extern Kindergenetica
Logopediste Fysiotherapeut Begeleidster van Parkhof Groepsleiding Kinderarts Viso Kindernefroloog
Kinderneuroloog uit JKZ Den Haag, kinderneuroloog AMC Amsterdam, kindernefroloog WKZ Utrecht. Allen in Omega, Extern: gemeente A‟dam, + diverse leveranciers, sinds kort: stagiaire massage. Groepsleiding Allen in Omega, Communicatie deskundige en revalidatiearts Alleen binnen Omega Groepsleiding, Ergotherapie, Logopedie orthopedagoog en revalidatiearts Groepsleiding, therapeuten, en orthopedagoog. Fysiotherapeut, logopediste, muziektherapeut en orthopedagoog. Groepsleiding, fysiotherapie, ergotherapie, logopedie, communicatie deskundige en muziektherapie. Groepsleiding + therapeuten Omega Groepsleiding, fysiotherapeut, logopedist en orthopedagoog. Multidisciplinaire team, ergotherapie, fysiotherapie, logopedie en orthopedagoog. KDC Omega, Binnen Omega: Fysiotherapie, ergotherapie, logopedie,orthopedagoog, muziektherapeut. Af en toe met de fysiotherapeut thuis, i.v.m. therapie geven op omega in vakantie periode. Visio, begeleiding op de groep. 2x de kinderarts gebeld voor advies. Heel zelden, als ik door omstandigheden …. bij Omega behandel. -
algemeen kinderarts , Sint Lucas Andreas Coördinatie met andere specialisten in het AMC, die betrokken zijn bij de diagnostiek van …(oogarts, Kinderneuroloog) Groepsleiding , fysiotherapeut, ergotherapeut en orthopedagoog Groepsleiding , ergotherapeut, logopediste en fysiotherapeut thuis. Begeleiders en orthopedagoge van Omega – de dagopvang van…... De logeeropvang is een samenwerking is een samenwerkingsverband tussen Omega en Cordaan. Buiten Omega zo nu en dan met de thuisbegeleiding van …, maar ook dat gaat via het schriftje. Oogarts , Kinderneuroloog, Kinderarts metabole ziekte, Revalidatiearts en met Omega Orthopedagoog ; oogarts via het uitwisselen van de onderzoeksgegevens. kinderarts & kinderneuroloog
41
Kinderarts Kinderfysiotherapeut , extern Fysiotherapeut extrern
Huisarts , revalidatiearts, orthopedisch chirurg Kinderfysiotherapeut Omega, en kinderarts
Revalidatiearts
Ik heb geen contact met andere hulpverleners, ik heb heel soms met de behandelend fysiotherapeut van Omega contact. Sinds kort is …. op een andere groep andere ft. En hier is nog geen contact mee geweest. Kinderneuroloog AMC Op Omega: met de fysiotherapeut, ergotherapeut, logopedist en groepsleiding. Geen multidisciplinaire samenwerking
Revalidatiearts Activerende thuisbegeleiding
Geen multidisciplinaire samenwerking Met de externe fysiotherapeuten … en …. Eenzijdig met Omega: alleen d.m.v. ….. schriftje
Klinische genetica Orthopedagoog
42
Hoe vindt op dit moment de communicatie en multidisciplinaire samenwerking plaats? Kinderarts Per brief, E-mail en telefoon. Ergotherapeut Goed Muziektherapeut Tijdens en even na de groepsmuziek (met groepsleiding) Fysiotherapeut Middels overleggen met z‟n allen en onderling vindt dagelijks uitwisseling/samenwerking plaats met input uit alle vakgebieden. Orthopedagoog Via overlegmomenten en schriftelijke verslagen en opvoedingsprogramma. Fysiotherapeut Overlegmomenten op Omega. Logopediste Overlegmomenten op Omega, soms wandelgangen of binnenlopen op groep. Ergotherapeut Ochtend/middag overleg, teambespreking, wandelgangen Orthopedagoog Teamoverleg 1x per 3 a 4 weken. 2x per jaar overleg met ouders en betrokken Fysiotherapeut Onderling op Omega en via het schriftje met ouders. Ergotherapeut Georganiseerde overleggen en wandelgangen contact. Groepsleiding Ochtend en middag overleggen, half jaarlijksoverleg met de ouders erbij. Verslagen en werkdoelen worden verspreid over het hele team. Logeervoorziening Communicatie vindt plaats door mondelinge overdracht en schrijven in het schriftje tussen omega en ouders. Groepsleiding Fysiotherapeut thuis alleen als zij hier komt behandelen, verdere informatie vragen wij via schriftje of mondeling. Visio intensief contact geweest via mail en mondeling. Nu is het contact wat minder. Huisarts Ik lees alle verslagen van behandeling van het kinderdagverblijf. (verslagen teamvergadering) Fysiotherapeut extern Niet, af en toe een verslag. Kindergenetica Lange tijd geen contact gehad , sinds de zorg van …. elders op de rit is. Logopediste Via geplande overleggen. Fysiotherapeut Overleg op Omega , met de ouders en de fysiotherapeut thuis via het schriftje. Begeleidster van De communicatie vindt plaats door mondelinge overdracht en Parkhof schrijven in het schriftje tussen omega en ouders. Groepsleiding Via het schriftje Kinderarts Telefonisch en per e-mail. Viso Intern via de mail en telefoon Kindernefroloog Per e-mail brief en telefoon. Kinderarts Brieven, telefonisch contact zo nodig. Kinderfysiotherapeut, Schriftje, briefje of telefoon. extern Fysiotherapeut, Niet of nauwelijks, als er communicatie is verloopt dat via de moeder. extern Klinische genetica Nvt. Orthopedagoog In een Multidisciplinair overleg dat 3-wekelijks plaats vindt. Revalidatiearts Voor zover ik kan zien is er geen multidisciplinaire samenwerking, wel soms telefonisch contact met een andere specialist. Wij ontvangen/verzenden correspondentie van/aan behandelaars. Onze laatste brief dateert uit 2006 , onze laatste controle was in augustus 2008.
43
Revalidatiearts
Activerende thuisbegeleiding
Voor zover ik kan zien is er met/vanuit ons geen multidisciplinaire communicatie of samenwerking geweest. Onze laatste brief dateert uit 2005 en ….. is in december 2007 voor het laatste gezien. ( in juni 2008 niet verschenen op controle afspraak) Mondeling met de fysio, eenzijdig met omega via dagboek
Hoeveel tijd besteed u in de huidige situatie ongeveer aan communicatie met de andere hulpverleners en multidisciplinaire samenwerking per week of per consult betreffende dit kind? Kinderarts +/- 15 minuten Ergotherapeut +/- half uur per week.. Muziektherapeut +/- 5 min. P 14 dagen. Fysiotherapeut +/- 25 min. Per week Orthopedagoog 30 min. Per 3maanden Fysiotherapeut +/- 15min. Per week Logopediste Wisselend, soms 2x ½ uur per week. Ergotherapeut Wisselend Orthopedagoog 1x per 3 week Fysiotherapeut 5/10 min per consult. Ergotherapeut 10 min. Per week Groepsleiding 4x per maand ochtendoverleg. Logeervoorziening Per maand +/- 1 uur Groepsleiding Extern: niet Intern: dagelijks Huisarts <10 min. /week Fysiotherapeut Niet extern Kindergenetica / Logopediste Dit varieert heel sterk, p/m ½ uur Fysiotherapeut ½ uur per week gemiddeld Begeleidster van Per logeergelegenheid 1 uur per etmaal , Als hij langer logeert is dat minder. Parkhof Groepsleiding / kinderarts Erg wisselend , denk een paar uur per jaar Viso 1 uur per consult Kindernefroloog 1 a 2 uur per maand Kinderarts Nu hij groot is vrijwel niet meer Kinderfysio extern Zoveel nodig is. Fysio extern Klinische genetica Orthopedagoog Revalidatiearts
Ben meestal 45 min. Aan huis bij……. Nee, contact kinderneurologie is goed. Geen standaard tijd. Hij kan op de agenda staan, afhankelijk hoe het met hem gaat. Er is geen standaard kind en tijd m.b.t. communicatie of multidisciplinaire samenwerking. Heel afhankelijk van de problematiek van het kind, soms ineens intensief contact en behandeling nodig , ander moment stabiele situatie waarin weinig tot geen behandeling/contact nodig is. I.p. wordt na controle van een kind er een brief gedicteerd en bij direct noodzakelijk
44
Revalidatiearts
Activerende thuisbegeleiding
contact wordt telefonisch of per email met andere behandelaars contact opgenomen voor overleg. Er is geen standaard kind en tijd m.b.t. communicatie of multidisciplinaire samenwerking. Heel afhankelijk van de problematiek van het kind, soms ineens intensief contact en behandeling nodig , ander moment stabiele situatie waarin weinig tot geen behandeling/contact nodig is. I.p. wordt na controle van een kind er een brief gedicteerd en bij direct noodzakelijk contact wordt telefonisch of per email met andere behandelaars contact opgenomen voor overleg. 30 min. Per week tijdens de therapie (met fysiotherapeut)
Ervaart u op dit moment problemen in de communicatie tussen de verschillende hulpverleners en de multidisciplinaire samenwerking? Zo ja, welke? Kinderarts Geen Ergotherapeut Nee Muziektherapeut Nee Fysiotherapeut Ja, summiere overdracht vanuit ZKH, geen overleg. Orthopedagoog Soms, deelname van artsen gebeurd niet. Fysiotherapeut Nee Logopediste Nee, zeker niet intern. Ergotherapeut Nee Orthopedagoog Nee Fysiotherapeut Ja, specifieke info uit ZKH, controles, röntgenfoto‟s enz. Ergotherapeut Nee, geen contact buiten omega. Groepsleiding Nee, Graag directer contact met artsen, fysiotherapeut thuis. Visio contact moet weer opgepakt worden. Rechtstreeks communiceren met artsen neemt onduidelijkheden weg. Vragen kunnen direct gesteld worden, ouders worden minder belast. Logeervoorziening Nee, overdracht van ouders naar ons is goed. Ook bij omega kunnen wij altijd terecht met vragen. Groepsleiding Moeder houdt ons zo nodig op de hoogte. Voel mezelf tekort schieten kan zelf zo weinig doen. Huisarts Ik ervaar geen problemen aangezien……… vrij stabiel is in zijn ontwikkeling. Kindergenetica / Logopediste Nee, niet binnen de setting van het dagverblijf Fysiotherapeut Nee Begeleidster van Nee, contact met Omega en ouders is goed. Parkhof Groepsleiding Nee Ieneminie kinderarts Nee, weten elkaar altijd wel te vinden Viso Ja we houden elkaar op de hoogte. Kindernefroloog Nee, gezamenlijke behandeling is tot nu toe goed verlopen. Ze hebben zich verenigd rondom …... kinderarts Nu niet. Kinderfysiotherapeut, Soms is informatie moeilijk te bereiken zodat er veel tijd verstrijkt. extern
45
Revalidatiearts Revalidatiearts Activerende thuisbegeleiding Fysiotherapeut, extern Klinische genetica Orthopedagoog
/ / Nee Soms wel, omdat er verschil bestaat in handelwijze en frequentie van behandelen van….. Ben niet betrokken bij de behandeling Nee, totaal niet. Verloopt soepel en naar wens, ook met ouders.
46
Is het volgens u nodig om meer tijd te besteden aan de communicatie tussen de verschillende disciplines voor een verbetering van de zorg voor dit mcg-kind? Zo ja/nee waarom? Kinderarts Nee, voldoende afspraken zijn duidelijk, lijnen zijn kort. Ergotherapeut Binnenkort: omgang met onberipsbesturing-middelen Muziektherapeut Nee Fysiotherapeut Binnen Omega gaat het goed, betere samenwerking met de langere afstanden bv. in ziekenhuizen. Orthopedagoog Nee, huidige frequentie is goed. Fysiotherapeut Nee, wat er besproken moet worden kan goed in de tijd. Logopediste Intern niet, wel naar anderen die te maken krijgen met het kind. Ergotherapeut Van buiten naar Omega en andersom. Orthopedagoog Op omega zelf is er veel contact met elkaar. Fysiotherapeut Niet meer maar wel efficiënter Ergotherapeut Directe lijnen met hulpverleners buiten het kdc. Groepsleiding Nee Logeervoorziening Nee, Voor wat wij willen bereiken een fijne goed verzorgde logeerpartij kunnen wij goed aan onze informatie komen. Groepsleiding Voorwaarden zijn belangrijker dan tijd. Voor groepsleiding kost het ook wel veel tijd, van de computer af. Huisarts Ik denk dat het waardevol kan zijn. Zeker als ouders minder goed kunnen vertellen. Fysiotherapeut extern 1x per jaar overleg met alle betrokken disciplines zou wel fijn zijn. Kindergenetica / Logopediste Binnen dagverblijf setting niet Fysiotherapeut Nee, niet intern Mogelijk wel met de externe artsen. Begeleidster van Nee, we hebben/krijgen voldoende informatie voor het logeren op de Parkhof mcg-groep. Groepsleiding Via de ouders krijgen we de meeste informatie wel door. Info uit het ziekenhuis is vaak wel heel erg kort en is soms wel onhandig kinderarts Nee, maar kan wel efficiënter met diverse behandelingen bij elkaar. Viso / Kindernefroloog Er zijn medische specialisten in 4 ziekenhuizen dit maakt de communicatie moeilijk. Kinderarts Multidisciplinair overzicht over kinderen met complexe meervoudige handicaps is erg belangrijk om niet langs elkaar te werken. Kinderfysiotherapeut, Nee, als het aan de orde is moet men tijd en gelegenheid maken. extern Fysiotherapeut, Waarschijnlijk wel beter meer communicatie te hebben, omdat dan extern duidelijk wordt wie wat doet! Klinische genetica Geen idee, ben niet betrokken bij de behandeling Orthopedagoog Intern is alles goed, wel graag meer info van artsen!! Revalidatiearts Natuurlijk , echter waar we de tijd vandaan moeten halen Revalidatiearts Natuurlijk, echter waar we de tijd vandaan moeten halen. Activerende Ik zou inhoudelijk meer willen communiceren met omega thuisbegeleiding medewerkers om de oefeningen op elkaar af te stemmen die ik 2x per week met haar doe en haar dagritme beter af te stemmen.
47
Welke verbeteringen ziet u graag met betrekking tot de communicatie en multidisciplinaire zorg rondom mcg-kinderen? Kinderarts Geen Ergotherapeut Gemis van maatschappelijk werk die direct aan omega verbonden is. Muziektherapeut n.v.t. Fysiotherapeut Bv. In ziekenhuis moeten vreemde hulpverleners toch vertrouwde zorg kunnen verlenen dit kan door de communicatie goed te houden. Orthopedagoog Snelle terugkoppeling naar aanleiding van bezoek aan arts, directe lijn ouders-arts-groepsleiding. Fysiotherapeut Kortere lijnen met externe hulpverleners is altijd prettig. Logopediste Doorgeven van kennis over de communicatie van en met het kind buiten het dagverblijf. Ergotherapeut Snelle verslaglegging van consulten en bespreking. Orthopedagoog Geen. Fysiotherapeut Specifieke informatie uit het ziekenhuis. Ergotherapeut Directe lijnen met hulpverleners buiten het kinderdagcentrum. Groepsleiding Geen Logeervoorziening / Groepsleiding Dat we elkaar informeren, op de hoogte houden, gebruik maken van elkaar‟s expertise. Eenduidigheid. Dat je elkaar weet te “vinden”. Er gaat veel informatie verloren. Pendelstatus moet goed toegankelijk zijn. Huisarts Ik zou graag een lijstje willen met hulpverleners waarbij ik kan informeren. Fysiotherapeut extern Geen Kindergenetica Communicatie is wel een probleem, gezamenlijke poli afspraken zijn een mooie droom maar praktisch erg moeilijk te verwezenlijken. Logopediste Goed op de hoogte zijn van wat er speelt. Fysiotherapeut Korte lijnen Begeleidster van / Parkhof Groepsleiding Zoals hierboven vermeld komt info van artsen in het algemeen erg laat waardoor je soms relevante info mist. Kinderarts Bv. 1-2 keer per jaar, multidisciplinair overleg plannen waarbij zoveel mogelijk behandelaars aanwezig zijn. Viso / Kindernefroloog De zorg zou verbeteren als het kind in 1 ziekenhuis werd behandeld. Delen van elektronisch patiëntendossiers (reeds aanwezig in mijn ziekenhuis) dit moet een landelijk initiatief worden. Kinderarts Overzicht van betrokken hulpverleners + hun adviezen en evt. interventies. Kinderfysiotherapeut, Betere bereikbaarheid. extern Fysiotherapeut, Een paar keer per jaar overleg met alle disciplines bij elkaar. extern Klinische genetica / Orthopedagoog Als het goed is gaat is er geen verbetering nodig. Zodra hij ziek wordt/ in het ZH terecht komt, lijkt het me fijn om info uit te wisselen met artsen.
48
Revalidatiearts
Revalidatiearts
Activerende thuisbegeleiding
Het algemeen functioneren van een kind op somatisch, ADL, psychisch en sociaal gebied . Problemen die worden ervaren in de verzorging. Evt. belangrijke medische veranderingen zoals medicatie/diagnose of juist aanvullend onderzoek naar bepaalde dingen. Het algemeen functioneren van een kind op somatisch, ADL, psychisch en sociaal gebied . Problemen die worden ervaren in de verzorging. Evt. belangrijke medische veranderingen zoals medicatie/diagnose of juist aanvullend onderzoek naar bepaalde dingen. Ik zou wel standaard contact willen met Omega. De kennis beter overdraagbaar maken.
De website pendelstatus wordt op dit moment gestart als een pilot (oefentraject). Verwacht u een verbetering voor de communicatie en multidisciplinaire samenwerking als gevolg van de website pendelstatus. Zo ja/nee, waarom? Kinderarts Afspraken staan formeel “zwart op wit” Ergotherapeut Ja, direct in te zien, efficiënt: nu hoor/zie ik via via. Muziektherapeut Geen idee. Fysiotherapeut Zeer grote stap in goede richting! Orthopedagoog Ja, mogelijk meer directe feedback op wat nodig is. Stellen van vragen. Fysiotherapeut Ik hoop het, het zou de communicatie ten goede komen. Logopediste Het lijkt me zeker een goede manier! Ergotherapeut Hoop het wel. Orthopedagoog Benieuwd naar de uitkomsten betreffende een meerwaarde van de pendelstatus. Met name als de ouders zelf al een actieve rol spelen in het uitwisselen van de informatie. Fysiotherapeut Ik hoop het. Ergotherapeut Als iedereen er regelmatig op kijkt en iets toevoegt dan wel. Groepsleiding We hebben nog geen PC op de groep en het is moeilijk om er per dag op te kunnen kijken, soms is er geen beschikbaar. Logeervoorziening Ja maar dan vooral op gebied van behandeling e.d. voor ons zal het vooral goede achtergrond informatie opleveren. Groepsleiding Ja, als iedereen er daadwerkelijk mee aan de gang gaat! Als start moeten geen hele verhalen verteld worden, want dat kost veel tijd. Huisarts Ja Fysiotherapeut extern Makkelijke, toegankelijke manier om informatie te delen cq. Op te zoeken. Kindergenetica Nog geen mening maar lijkt de moeite waard Logopediste Het is een mooi streven, maar er moet wel regelmatig gekeken worden om op de hoogte te blijven. Fysiotherapeut Weet ik nog niet Begeleidster van Ja, bij kinderen waar het contact met ouders minder is wel. Met deze Parkhof communicatie is duidelijke communicatie. Groepsleiding Voor ……. heeft het misschien niet zoveel meerwaarde. Voor andere kinderen zou het kunnen, ik ben echter wel sceptisch over het gebruik van de pendelstatus door allochtonen ouders die (meestal) weinig gebruik maken van de computer.
49
Kinderarts Viso
Ja, denk het wel Niet echt multidisciplinair samenwerken is wat mij betreft prima, ik kan de mensen en de informatie vinden wanneer ik die nodig hebt! Kindernefroloog Ja mogelijk, zeker wat betreft medicatieoverzicht. De communicatie was echter al goed. Kinderarts Ja Kinderfysiotherapeut, Mogelijk, positief afwachtend. extern Fysiotherapeut extern Het zou beter moeten gaan, maar de drempel is hoog plus tijdgebrek. Klinische genetica / Orthopedagoog Ja, ik hoop dat er sneller en gemakkelijker informatie overdracht met artsen die hem behandelen en zien. Revalidatiearts Weet ik nog niet, is afhankelijk van hoe trouw informatie door anderen wordt ingevuld, of je met 1 inlogcode bij meerdere patiënten kunt (ook van verschillende instellingen) En er komt een EPD als het goed is waarin medische informatie al kan worden ingezien. Dan blijft dus voor een pendelstatus de juist zo belangrijke informatie m.b.t. thuissituatie, school/dagopvang en paramedische zorg over Revalidatiearts Weet ik nog niet, is afhankelijk van hoe trouw informatie door anderen wordt ingevuld, of je met 1 inlogcode bij meerdere patiënten kunt (ook van verschillende instellingen) En er komt een EPD als het goed is waarin medische informatie al kan worden ingezien. Dan blijft dus voor een pendelstatus de juist zo belangrijke informatie m.b.t. thuissituatie, school/dagopvang en paramedische zorg over Activerende Ja, logisch toch. thuisbegeleiding Heeft u nog tips voor de pilot pendelstatus? Kinderarts Eventueel elektronische pendelstatus. Ergotherapeut Muziektherapeut Fysiotherapeut Orthopedagoog Fysiotherapeut Logopediste Ergotherapeut Orthopedagoog Fysiotherapeut Ergotherapeut Groepsleiding
Het moet er overzichtelijk uitzien, snel te lezen. Nee Nee Nee Een automatische mail als je een bericht ontvangt is handig. Nee Nee Nee Nee Nee Informatie moet kort en bondig. Soort waarschuwingssysteem als je een bericht hebt ontvangen of als iets toegevoegd is. Betere beschikbaarheid op de computer voor de groepsleiding. Logeervoorziening Graag als hulpverlener bij aanvragen account logeren/logeerhuis erbij zetten. Groepsleiding Voor huisarts moet het eenvoudig zijn. Huisarts Nee Fysiotherapeut extern Geen Kindergenetica Succes!
50
Logopediste
Via de mail een melding doen als er nieuwe informatie te vinden is. Maar dit is misschien moeilijk om te realiseren met een eenvoudige druk op de knop. Fysiotherapeut / Begeleidster van Op account staat bij hulpverleners het logeerhuis niet aangegeven, Parkhof kan deze toegevoegd worden. Groepsleiding / Kinderarts Nee moet het nog bekijken. Viso / Kindernefroloog / Kinderarts Zo kort mogelijk invullen zodat overzichtelijk blijft. Kinderfysiotherapeut, / extern Fysiotherapeut extern / Klinische genetica / Orthopedagoog / Revalidatiearts Maak het makkelijk toegankelijk met 1 inlogcode voor de behandelaar waarmee hij bij alle patiënten die hij/zij behandelt kan. Revalidatiearts Maak het makkelijk toegankelijk met 1 inlogcode voor de behandelaar waarmee hij bij alle patiënten die hij/zij behandelt kan. Activerende / thuisbegeleiding
51
Bijlage 9, Flyer voor de eindpresentatie
Wanneer?
Woensdag 21 januari 2009 , om 14.30 uur
Waar?
Lokaal D. 2.11 Hogeschool van Amsterdam
Opdrachtgever?
KDC-Omega, Marga Nieuwenhuijse, SIGRA , Saskia Schalkwijk
Mayke Hofman & Michelle Verseveld
52