Onderwijskundige Vernieuwingen (speciaal) basisonderwijs 1. Inleiding Op 16 augustus 2002 komt de VNG met een voorstel tot wijziging van de modelverordening voorzieningen huisvesting onderwijs. In dit voorstel staat de ‘agenda voor lokaal maatwerk’ centraal. Hoofdoriëntatie ervan is een ruimer en meer op de concrete vraag van scholen toegesneden aanbod van voorzieningen in de huisvesting op te nemen in de modelverordening en een begin te maken met minder gedetailleerde regelgeving. In de agenda voor lokaal maatwerk worden voorstellen gedaan die op lokaal niveau kunnen worden uitgewerkt. Daarnaast vloeien uit de agenda voorstellen voort die zijn opgenomen in de wijzigingsverordening. Het belangrijkste onderdeel is de wijziging in verband met de vertaling van onderwijskundige vernieuwingen naar huisvesting in het basisonderwijs. Nu er extra middelen beschikbaar zijn voor onderwijskundige vernieuwingen in het primair onderwijs, zullen deze vernieuwingen, voor wat betreft de VNG, ook een plaats krijgen in de modelverordening. Aan het gemeentefonds wordt structureel € 45 miljoen per jaar toegevoegd en er wordt voorgesteld om € 68 miljoen extra via de maatstaven onderwijshuisvesting te verdelen. Het laatste bedrag is een “sigaar uit eigen doos”. Deze twee bedragen gezamenlijk (€ 113 miljoen) gelden als financieel kader voor de aanpassing van de modelverordening ten behoeve van de onderwijskundige vernieuwingen. Aan de modelverordening wordt de voorziening ‘aanpassing als gevolg van onderwijskundige vernieuwingen’ toegevoegd.
2. Systematiek en Implementatie De VNG stelt voor om als systematiek voor de verdeling van de beschikbare middelen te kiezen voor de genormeerde benadering waarbij het schoolbestuur voor elke school, afhankelijk van zijn omvang, een geoormerkt bedrag voor uitgaven voor huisvesting in verband met onderwijskundige vernieuwingen toegekend krijgt. Tevens stelt men voor om de wijzigingen voor het basisonderwijs eerst door te voeren, zodat die bij de aanvraag voor 1 februari 2003 met het oog op de realisering in 2004 het eerst aan bod kunnen komen. Naar de mening van de VNG is namelijk in de basisschool en in de speciale school voor basisonderwijs de ruimtenood het hoogst. De extra middelen die het Rijk beschikbaar stelt, zijn bedoeld voor functionele aanpassingen in schoolgebouwen om onderwijskundige vernieuwingen beter tot hun recht te laten komen. Het gaat om de volgende genoemde onderwijskundige vernieuwingen: a. Informatie- en communicatietechnologie in het onderwijs (ICT) middels het inrichten van een 2 computerlokaal en/of aparte werkplekken, één werkplek van 2.5 m per 20 leerlingen; b. Weer Samen Naar School (WSNS) en Leerlinggebonden financiering (lgf) vraagt om zorg op maat waarbij het werken in kleinere groepen of met individuele leerlingen noodzakelijk is middels kleiner 2 2 lokaal 20,8 m en ruimte voor individuele begeleiding 10,4 m ; c. Werkplekken docenten, docenten moeten hun lessen op school kunnen voorbereiden en moeten ruimten hebben om met collega’s, ouders en leerlingen overleg te kunnen voeren middels per 8 2 docenten een extra werkplek van 10,4 m . Naast bovenstaande vernieuwingen kan ook gedacht worden aan: d. e. f. g. h. i. j. k.
Opslagcapaciteit als gevolg van toename leermiddelen Aanpassen gebouw als gevolg van het Bouwbesluit, Bouwverordening en ARBO-wetgeving Grotere aula c.q. overblijfruimte Adequate personeelsruimte Ruimte conciërge c.q. repro Aanpassen directieruimten Spreek- en vergaderruimten Ruimten onderwijsondersteunend personeel
OV gelden 2003, 2004 en 2005
De voorgestelde nieuwe verordening kent een opsplitsing naar toepassing van de nieuwe normen in: 1. Nieuwbouw en toekomstige uitbreiding; 2. Bestaande schoolgebouwen; 3. Gebouwen met leegstand. ad 1.
Bij nieuwbouw en toekomstige uitbreiding worden de nieuwe normen gehanteerd en daarmee worden eveneens de normbudgetten opgehoogd. 2
2
De basisoppervlakte van een school voor twee groepen neemt toe met 35 m tot 350 m bvo, 2 2 2 daarbovenop neemt het aantal m bvo voor elke volgende groep toe met 10 m tot 115 m . ad 2.
In de modelverordening wordt in feite gekozen elke school op basis van zijn omvang een ‘zak met geld’ toe te kennen zonder daarbij precies voor te schrijven wat het schoolbestuur ermee moet doen, behalve dat het moet gaan om een bouwkundige aanpassing aan het gebouw ten behoeve van de onderwijskundige vernieuwingen. In het bedrag is ook een component opgenomen voor de noodzakelijke inrichting van de ruimten. Het gaat dan om eerste inrichting die niet behoort tot de eerste inrichting onderwijsleerpakket en/of meubilair. Dus bijvoorbeeld vloerbedekking, zonwering of een vouwwand. Het verschiloppervlakte tussen de nieuwe en de oude oppervlaktenorm is bepalend voor de hoogte van het bedrag dat een school ontvangt. Dit verschiloppervlakte wordt vermenigvuldigd 2 met een normbedrag van € 1.550,- per m bvo (prijspeil 2004). Om te bepalen hoe groot het normbedrag is dat de school ontvangt, wordt het aantal groepen waarvoor een permanente huisvestingsbehoefte bestaat genomen, met als maximum het aantal groepen van de school waarvoor de school over permanente huisvesting beschikt. Voor de aanvragen voor het programma 2005 wordt het aantal groepen genomen op basis van de oktobertelling van 2003 welke eveneens heeft gediend als basis voor de tabel onder punt 7. Met dit bedrag wordt een schoolbestuur geacht het gebouw aan te passen en/of uit te breiden ten behoeve van de onderwijskundige vernieuwingen. De wijze waarop het schoolbestuur dit doet, is niet bepaald. Tabel 1: School voor basisonderwijs
aantal groepen op basis van aantal leerlingen
verschil in oppervlakte tussen oud en nieuw beleid
bedrag in €
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
35 45 55 65 75 85 95 105 115 125 135 145
54.250 69.750 85.250 100.750 116.250 131.750 147.250 162.750 178.250 193.750 209.250 224.750 en vervolgens telkens te verhogen met € 15.500 ten behoeve van één groep leerlingen
OV gelden 2003, 2004 en 2005
Tabel 2: Speciale school voor basisonderwijs aantal groepen op basis van aantal leerlingen
verschil in oppervlakte tussen oud en nieuw beleid
bedrag in €
4 5
70 80
108.500 124.000 en vervolgens telkens te verhogen met € 15.500 ten behoeve van één groep leerlingen
Ad 3.
De verordening geeft de mogelijkheid om een leegstaand lokaal uit de capaciteit te nemen en dit lokaal aan te passen ten behoeve van de onderwijskundige vernieuwingen (er wordt er dan wel van uitgegaan dat het leegstaande gebouw ook niet door een andere school in gebruik is). Een belangrijke overweging voor het schoolbestuur om hiertoe over te gaan kan het niet 2 vergoed krijgen van de extra m bvo in de vergoeding voor materiele instandhouding, terwijl de extra meters wel extra kosten (onderhoud, schoonmaak, verwarming etc.) meebrengen die voor rekening van het schoolbestuur zijn. Door te kiezen voor het verbouwen van een structureel leegstaand lokaal, kan het 2 schoolbestuur met een geringer bedrag toe dan wanneer men daadwerkelijk een aantal m bvo aan het gebouw aanbouwt. Om die reden wordt er in de verordening gekozen voor een genormeerd correctiebedrag per lokaal. Dit genormeerde correctiebedrag bedraagt € 54.250. Wanneer het schoolbestuur er voor kiest om een leegstaand lokaal aan te wenden voor het realiseren van de onderwijskundige vernieuwingen, worden op de bedragen in tabel 1 en 2 € 54.250 in mindering gebracht.
3. Lokaal beleid Lange tijd is het onduidelijk geweest hoe de gemeente Eindhoven invulling zou geven aan het beleid inzake onderwijskundige vernieuwingen. Inmiddels is komen vast te staan dat de gemeente de modelverordening zoals die is voorgesteld door de VNG, voor wat betreft de onderwijskundige vernieuwingen, integraal zal overnemen. Wat inhoudt dat de verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs gemeente Eindhoven, versie 2004 hierop aangepast zal gaan worden. De Eindhovense vertaling van het onder punt 1. genoemde structurele bedrag van € 45 miljoen is dat er per jaar tussen de € 1 miljoen à € 1.5 miljoen beschikbaar is voor onderwijskundige vernieuwingen. Omdat de gemeente Eindhoven reeds sinds enkele jaren extra middelen voor onderwijshuisvesting vrijmaakt (verrijking), heeft men geen noodzaak gevonden om de door de VNG voorgestelde verdeling van € 68 miljoen te vertalen. Formeel kunnen schoolbesturen vervolgens pas per 1 februari 2004 aanvragen gebaseerd op deze verordening indienen en worden de financiële middelen voor deze aanvragen beschikbaar gesteld vanaf januari 2005. Hierop wordt echter een uitzondering gemaakt voor die projecten die in het kader van de realisatie van een spilcentrum worden ontwikkeld. Voor deze projecten kan een spoedaanvraag worden ingediend om de bedragen voor onderwijskundige vernieuwingen vrij te maken. Tevens zullen bij nieuwbouw en uitbreidingen de nieuwe normeringen worden gehanteerd. Waardoor de financiële middelen voor deze projecten beschikbaar komen vanaf januari 2004. Om in aanmerking te komen voor een bijdrage in de kosten voor onderwijskundige vernieuwingen kent de gemeentelijke verordening een aantal algemene criteria. Deze criteria zoals op te nemen in de verordening in Bijlage I, deel A, onder 1.10, onder ad i zijn:
OV gelden 2003, 2004 en 2005
a. b. c. d.
de aanpassing nog niet eerder is toegekend, en bij de bouw van het gebouw geen rekening is gehouden met onderwijskundige vernieuwingen, en het een permanent gebouw betreft, en het om een bouwkundige aanpassing van het gebouw gaat.
De aanvragen voor een bijdrage in de kosten voor onderwijskundige vernieuwingen (zowel reguliere als spoedaanvragen) dienen te worden voorzien van een bouwplan. Deze bouwplannen zullen vervolgens door de gemeente marginaal worden getoetst (zie de bovenstaande criteria). Met het opnemen in de verordening van de mogelijkheid tot het financieren van onderwijskundige vernieuwingen, komt de mogelijkheid tot financiering in het kader van de verrijking te vervallen voor wat betreft de functionele aanpassingen. De verrijking blijft alleen nog bestaan in het kader van bijvoorbeeld het realiseren van een unilocatie.
4. Plan van aanpak Het is goed om in kaart te brengen op welke wijze de verschillende scholen de onderwijskundige vernieuwingen willen vertalen in het gebouw. Het gaat immers vooralsnog om een éénmalige actie zodat het zaak is op basis van een gedegen aanpak vast te stellen wat de optimale bouwkundige aanpassing is. De onderwijskundige doelstelling, zeker ook voor de wat langere termijn, die de individuele school daarbij nastreeft, is bepalend. Eerst kan worden bezien welke functies het gebouw zal moeten hebben voordat kan worden ingevuld waarin het gebouw (nog) niet voorziet. Of vervolgens moet leiden tot juist meer of andere vierkante meters is minder van belang. Deze vraag komt later aan de orde als de financiële (on)mogelijkheden betrokken worden bij de besluitvorming. Vervolgens kan worden overwogen welke voorzieningen de hoogste prioriteit hebben, mede in relatie tot het beschikbare budget. Ook op het moment dat er duidelijkheid bestaat over welke verbouwing de voorkeur heeft, kan bekeken worden wat bouwkundig gezien (qua prijs-kwaliteitverhouding) de beste aanpak is. Om te komen tot een prioritering zijn de scholen onderverdeeld in vier categorieën, te weten: I. II. III. IV.
Scholen die worden ontwikkeld tot Spilcentra Scholen met bouwkundig functionele gebreken Scholen die recent zijn aangepast en/of uitgebreid Scholen die een apart financieringsregiem kennen
Binnen de categorieën is door middel van een volgnummer eveneens een prioritering aangebracht. Deze lijst zal dienen als uitgangspunt voor het maken van een inventarisatie per school van de behoefte aan onderwijskundige vernieuwingen. De inventarisatie zal in samenwerking met KdV-architekten en het Onderwijsbureau Eindhoven e.o. worden uitgevoerd waarbij eveneens activiteiten in het kader van het Meerjaren Onderhouds Plan (MOP) worden meegenomen om te komen tot een integraal verbouwings- en/of aanpassingsplan. Het schoolbestuur zal voor 1 april 2004 bij de gemeente dienen aan te geven welke scholen in 2005 voor toekenning van OV gelden in aanmerking komen. Voor deze scholen zal een uitvoeringsplan worden opgesteld.
5. Financiën De financiële vertaling per school is weergegeven in het onder punt 7 opgenomen overzicht. In het overzicht is uitgegaan van het aantal groepen zoals voorlopig gehanteerd door de gemeente Eindhoven. Gelet op het feit dat één en ander is gebaseerd op aannames van het aantal leerlingen, is dit slechts een inschatting. Het geeft wel een goed beeld van de te verwachte budgetten.
OV gelden 2003, 2004 en 2005
De kosten voor inventarisatie, ontwerp en uitvoering gemaakt door KdV-architekten voor de verbouwings- en/of aanpassingsplannen worden verdisconteerd in het ter beschikking te stellen normbedrag per school. De kosten voor inventarisatie, ontwerp en uitvoering gemaakt door het Onderwijsbureau Eindhoven e.o. voor de verbouwings- en/of aanpassingsplannen zijn verdisconteerd in de contractafspraken met het schoolbestuur voor wat betreft het groot onderhoud van de gebouwen.
6. Planning In het najaar van 2003 zal door KdV architekten een inventarisatie van de scholen worden gemaakt Aanvang 2004 zal een definitieve prioritering en uitvoeringplanning zal worden opgesteld. Voor categorie I zullen nog in 2003 spoedaanvragen worden ingediend. Voor categorie II scholen zullen voor 1 aprl 2004 een vijf- of zestal aanvragen worden ingediend (uitvoering 2005). Omdat zowel qua uitvoering als financiering niet alle projecten in één jaar gerealiseerd kunnen worden, is het indienen van deze aanvragen een cyclisch proces verspreid over een aantal jaren (naar verwachting 8 tot 10 jaar). Voor categorie IV scholen geldt een afwijkende financieringsregiem. Voor beide Brede Scholen worden/ zijn bouwplannen ontwikkeld. Voor OC De Globe wordt eveneens een renovatieplan opgesteld. Voor de locatie van het Project Neveninstromers nog niet. Nog niet duidelijk is of ook OV gelden voor het renovatieproject De Globe en de Neveninstromers moeten worden ingebracht.
7. Overzicht prioritering t.b.v. inventarisatie onderwijskundige vernieuwingen Categorie I Prioriteit
Schoolnaam
Adres
Bedrag (1)
2003
De Kameleon, inclusief gymzaal
Bennekelstraat 135
€ 162.750
2003
Beppino Sarto
Kard. de Jongweg 2
€ 224.750
2004
Karel de Grote
Mendelssohnlaan 217
€ 178.250
2004 of 2005
Rapenland
Gen. Van Heutzlaan 28
nvt
2004 of 2005
De Boog
Koudenhovenseweg 202
nvt
2005
De Doornakkers
?
nvt
Adres
Bedrag (1)
Categorie II
Prioriteit 2004
Schoolnaam
1
De Wilakkers
Piuslaan 68
€ 209.250
2
De Korenaar, inclusief gymzaal
Elegaststraat 1
€ 271.250
De Korenaar, inclusief gymzaal
Vitruviusweg 41
-
Prioriteit 2005 1
Schoolnaam
Adres
De Schakel
Johan Buyslaan 41
De Schakel
Telgenstraat 2
2
Tweelingen
Planetenlaan 28
Tweelingen
Turfveldenstraat 2a
3
St. Trudo
Trudostraat 10
OV gelden 2003, 2004 en 2005
Bedrag (1) € 178.250 € 209.250 € 178.250
4
Theresia
Zeelsterstraat 138
€ 162.750
5
Klim op
Fransebaan 237
€ 209.250
6
De Wegwijzer
Heraultlaan 4
€ 131.750
Schoolnaam
Prioriteit 2006 e.v. 1
Adres
Reis van Brandaan
Kannunikensven 1
Reis van Brandaan
Lupinestraat 14
Reis van Brandaan (bruikleen gebouw) Kronehoefstraat 30a
Bedrag € 573.500 -
2
Gunterslaer
Normandiëlaan 50
€ 147.250
3
De Handreiking, inclusief gymzaal
Veronapad 3
€ 147.250
4
De Troubadour
M. van Bourgondiëlaan 2
€ 193.750
De Troubadour
M. van Bourgondiëlaan 4
5
’t Startblok, inclusief gymzaal
Keverberg 3-5
€ 240.250
-
6
De Bijenkorf, inclusief gymzaal
De Koppele 2
€ 302.250
7
De Schelp, inclusief gymzaal
Zuiderzeelaan 3
€ 209.250
8
Onder de Wieken
Mainelaan 114
€ 147.250
Categorie III
Prioriteit
Schoolnaam
Adres
Bedrag (1)
Nader te bepalen De Talisman
Seringenstraat 9
€ 364.250
St. Antonius Abt
Maasstraat 105
€ 240.250
De Springplank
Aldendriel 38
€ 147.250
Weth. van Eupen, inclusief gymzaal
Odysseuslaan 6
€ 209.250
Petraschool, inclusief gymzaal
Faunuslaan 19
€ 263.500
Atalanta
Barrierweg 1
€ 256.250
De Boschuil
Kiplinglaan 1
€ 411.250
De Boschuil
Kiplinglaan 1
-
De Boschuil
Shakespaerelaan
-
’t Slingertouw
Grasland 1
€ 224.750
Categorie IV
Prioriteit
Schoolnaam
Adres
Bedrag (1)
Bijz. financiering Fellenoord
Hemelrijken 108
’t Palet, inclusief gymzaal
Alard du Hamelstraat 31
‘t Palet
Barrierweg 180
OC De Globe
Oirschotsedijk 25
p.m.
Neveninstromers
Pastoriestraat 88
€ 85.250
OV gelden 2003, 2004 en 2005
€ 147.250 p.m. -
Scholen Son en Breugel (2)
Prioriteit
Schoolnaam
Bedrag (1)
Adres
Fysiek/bouwkundig 1
Stokland
IJssellaan 6
€ 178.250
2
De Sonnewijzer
Ruysdaelstraat 6
€ 131.750
3
De Bloktempel
Jupiterstraat 3
€ 225.250
4
De Harlekijn
Zandstraat 35
€ 147.250
Totalen Bedrag (1)
Gemeente Eindhoven
€ 6.425.750
Son en Breugel
€
682.500
(1) Hieraan kunnen geen rechten worden ontleend, e.e.a. is afhankelijk van het toekomstig aantal leerlingen (oktobertellingen). (2) Voor de scholen in Son en Breugel moeten nog afspraken met de gemeente worden gemaakt.
Eric Bressers Hoofd Afdeling Beheer Matthieu van de Burgt, BMT SKPO Eindhoven eo
OV gelden 2003, 2004 en 2005