www.researchportal.be - 2 Feb 2016 10:49:57
Onderzoeksprojecten (1 - 20 van 66) Zoekfilter: Classificaties: Dermatologie, venerologie
Validatie en vergelijkende studie van drie technieken gebruikt voor het meten van het huidreliëf Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bij het verouderen, alsook bij verschillende huidaandoeningen ondergaat de huid structuurwijzigingen waardoor het uitzicht en het microreliëf veranderen. Huidtopografie kan bestudeerd in in vivo studies door gebruik te maken van niet-invasieve technieken. Meestal worden hierbij huidreplicas gemaakt waarvan het oppervlakte vervolgens gescand wordt. Recent werd de Skin Visiometer SV500 ontwikkeld waarvan het meetprincipe gebaseerd is op lichttransmissie. Voor het evalueren van het huidreliëf kunnen er verschillende parameters gebruikt worden waaronder ook de diepte van de ruwheid. De bruikbaarheid van deze techniek alsook de parameters die van belang zijn tijdens de metingen, werden onderzocht tijdens een studie die opgestart werd in samenwerking met Pierre Fabre Research Institute. Naast de ruwheidsparameters werden ook het aantal primaire en secundaire lijnen geteld, alsook het aantal knopppunten/cm2 en de oppervlakte ingenomen door deze lijnen. De bekomen resultaten bij verschillend leeftijdsgroepen zijn vervolgens vergeleken met de metingen verkregen door de reflectietechniek van PFDC en een 3 D reconstructie van SILFO replicas. Organisaties: • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie
Onderzoekers: • VERA ROGIERS • KRISTIEN DE PAEPE
Niet-invasieve metingen toegepast bij onderzoek naar de barrièrefunctie van de huid. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De barrièrefunctie van de huid is gelegen in het stratum corneum (SC) en bestaat uit verhoornde keratinocyten omgeven door lamellaire lipidendubbellagen. Deze intercellulaire lipidendubbellagen vormen samen met de hydrolipidenfilm een adequate barrière waarbij buitensporig transepidermaal waterverlies (TEWL) en penetratie van mogelijke xenobiotica verhinderd wordt. Het verwijderen van het SC (stripping), alsook van lipiden uit de barrière door agressieve tensiden of organische solventen zal leiden tot beschadiging van de barrière met een significante stijging van de TEWL tot gevolg en een de novo lipidensynthese. Er zijn verschillende dermatologische condities en huidpathologieën waarbij de lipidenbarrière sterk gedegradeerd is. Dit project betreft de studie van de barrièrefunctie bij een aantal belangrijke huidaandoeningen aan de hand van nietinvasieve metingen bij deze patiEnyen. Deze zijn o.a. in vivo metingen van de TEWL, de hydratatiegraad van het SC, pH e.d. Deze meetwaarden zullen vergeleken worden met deze van overeenkomstige controle groepen. De mogelijkheid om de verstoorde barrièrefunctie te herstellen door het aanbrengen van dermatologische en/of cosmetische preparaten met huididentieke lipiden zal nader onderzocht worden alsook de optimalisatie van de betrokken galenische formulaties. Organisaties: • Inwendige Geneeskundige Specialiteiten
Onderzoekers: • DIANE ROSEEUW
Studie betreffende de efficiëntie van 48 verzorgende cosmetische producten nl. handcrèmes. (metingen onder vorm van TEWL-metingen en capaciteitsmetingen) Vrije Universiteit Brussel Abstract: In deze studie werd de eficiëntie nagegaan van 46 verzorgende cosmetische producten, nl. handcrèmes. De metingen gebeurden onder de vorm van TEWL-metingen en capaciteitsmetingen. Deze niet-invasieve metingen werden uitgevoerd op 15 vrouwelijke proefpersonen in een gestandaardiseerd lokaal van de VUB. Vervolgens werd een fysische analyse uitgevoerd van de 46 producten bestaande uit pH-metingen en een microscopisch onderzoek dat toelaat de emulsie te evalueren bij kamertemperatuur alsook na het uitvoeren van een stabiliteitstest via een schakeltest. Het nominaal volume en de publieksprijzen van de desbetreffende handcrèmes werden eveneens nagegaan. Tenslotte werd eer een subjectieve enquete van alle 46 producten uitgevoerd onder de vrouwen die hebben deelgenomen aan de efficiëntemetingen evenals bij bikomende leeftijdsgroepen, waarbij de producten op één van beide handen gebruikt werden terwijl de andere hand onbehandeld bleef. Organisaties: • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie
Onderzoekers: • VERA ROGIERS • KRISTIEN DE PAEPE
Kwantitatieve analyse van humane stratum corneum (SC) lipiden na tape stripping in combinatie met nieinvasieve effiëntiemetingen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De barrièrefunctie van de huid is gelegen in het stratum corneum (SC) en bestaat uit verhoornde keratinocyten omgeven door lamellaire lipidendubbellagen en de hydrolipidenfilm die aanwezig is op het huidoppervlak. Bij een aantal huidpathologieën is deze barrière beschadigd, maar welke lipiden hierbij betrokken zijn en op welk niveau veranderingen gebeuren is onvoldoende gekend. Door het ontwikkelen van een gestandardiseerd, niet-invasief 'stripping'-model zullen rechtstreekse metingen op proefpersonen mogelijk zijn via het gebruik van bioengineeringtechnieken. De barrièrefunctie zal gemeten worden via TEWL, hydratatie via capaciteitsmetingen, huidskleur via chromametrie, huidrelief via lichttransmissie en pH via potentiometrische pH-metingen op de huid. Het kwantitatieve en kwalitatieve lipidenprofiel van de genomen strip zal via chromatografische-fotodensitometrische scantechnieken geanalyseerd worden in functie van de diepte van het stratum corneum. Parameters die het inter- en intraindividuele lipidenpatroon kunnen beïnvloeden zullen bestudeerd worden, zijnde geslacht, leeftijd, plaats op het lichaam, fototype en experimentele beschadiging (SLS- en acetonmodel). Na de karakterisatie van gezonde huid, zal de barrièrefunctie van de pathologische huid bestudeerd worden (atopie) en zullen efficiënte topica voor de behandeling en de normalisatie ontwikkeld worden. Organisaties: • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie
Onderzoekers: • VERA ROGIERS
Een vergelijking van de effecten van papieren zakdoekjes op de toestand van de huid van de neus en de perinasale zones.
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een vergelijking van de effecten van papieren zakdoekjes op de toestand van de huid van de neus en de perinasale zones Een verkoudheid is waarschijnlijk één van de meest banale ziekten die voorkomt. Volwassenen hebben ongeveer 2 tot 4 verkoudheden per jaar, terwijl voor kinderen dat cijfer op 6 tot 12 ligt. Het syndroom 'verkoudheid' kan veroorzaakt worden door meer dan één verschillende virussen, maar Rhinovirussen en Coronavirussen zijn verantwoordelijk voor 30 tot 40% van de verkoudheden bij volwassenen. Een gewone verkoudheid of een acute virale rhinitis kan gedurende het hele jaar voorkomen, maar er is een verhoogde incidentie in de herfst-en wintermaanden. De symptomen van een verkoudheid zijn gewoonlijk mild: niezen, een waterige afscheiding uit de neus, obstructie van de nasale luchtwegen, tijdelijk verlies van de reuk- en smaakzin, zwelling van de sinusmembranen, een pijnlijke keel, hoest en hoofdpijn. De symptomen doen zich meestal voor 2 tot 3 dagen na de besmetting en duren doorgaans 2 tot 10 dagen. Bij een acute virale rhinitis, kan enkel symptomatisch behandeld worden. Bij een verkoudheid kan de huid van de buitenste onderkant van de neusgaten (verder gedefinieerd als zone 1), alsook de huidzone onder de uitmonding van de neusgaten (zone 2) en de huid in het midden, juist onder de neusbrug (zone 3) zeer pijnlijk zijn. Hierdoor vertoont de huid op deze plaats vaak erytheem en schraalheid. Deze karakteristieke kenmerken zijn het gevolg van maceratie van de huid door het waterige neusslijm en - waarschijnlijk meer belangrijk - het frequent wrijven met zakdoeken. Beide partijen, zowel P&G als de VUB, nemen aan dat de schade van deze huidzones toegeschreven kan worden aan de verwijdering van de hydrolipidenfilm van de huid (oppervlaktelipiden van de huid) en een verstoorde barrièrefunctie van de bovenste huidlagen. Daar komt nog bij dat het niet ontkend kan worden dat de alkalische pH van het neusslijm bij virale infecties een effect heeft op de toestand van de huid in deze zones. Bovendien kan het voorkomend erytheem en de schraalheid van de huid gekwantificeerd worden om zo inzicht te krijgen in de manier waarop de huid beschadigd wordt. - Visuele beoordeling van de globale toestand van de huid in de zones rondom de neus (digitale camera). Een klinische scoring zal in vivo uitgevoerd worden, alsook op de digitale reproducties. - Wanneer een hydrolipidenfilm verwijderd werd, kan dat aangetoond worden door een verlaagde hydratatie van het stratum corneum (SC) in vergelijking met de situatie waarin een persoon geen beschadigde huid heeft in de zone rond de neus door rhinitis. - Bovendien, het verlies aan oppervlakkige, apolaire lipiden van de hydrolipidenfilm kan kwalitatief en kwantitatief bepaald worden met een tape stripping methode, gevolgd door dunlaag chromatografische analyse (HPTLC). - Een verstoring van de barrièrefunctie van het SC wordt gekarakteriseerd door een significante stijging in transepidermaal waterverlies (TEWL), hetgeen te meten is met een watergradiënt methode. - Een veranderde pH van de huid kan nagegaan worden met potentiometrische pH-metingen. - De pH van het neusslijm kan bepaald worden door chromatometrisch de kleur van een papieren pH-indicator stripje te meten, nadat het in neusslijm gedrenkt werd. - Erytheem of roodheid van de huid kan beoordeeld worden door een kleurmeting. - Schraalheid of ruwheid van de huid kan geëvalueerd worden door een screening van de squames die gecollecteerd worden door een kleurmeting. Alle parameters kunnen in vivo bestudeerd worden met pijnloze, niet-invasieve meettechnieken. Deze parameters zullen bij elke proefpersoon opgetekend worden tijdens een verkoudheid en nadien,wanneer de proefpersoon volledig hersteld is van zijn verkoudheid. Omdat er in de literatuur geen onderzoek naar deze eigenschappen van de huid rond de neus (zones 1,2 en 3) beschreven is, zullen deze parameters ook bestudeerd worden in een volledig gezonde populatie. De bedoeling van deze studie is het verklaren van de beschadiging die een loopneus berokkent aan de huid direct onder de neus en op de buitenste onderkant van de neusgaten. Bovendien wordt het effect op deze beschadiging door het gebruik van twee verschillende 'P&Gzakdoekjes' in vergelijking met een gewoon papieren zakdoekje, onderzocht. Organisaties: • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie
Onderzoekers: • VERA ROGIERS • KRISTIEN DE PAEPE
Ontwikkeling en efficiëntie-evaluatie van innovatieve dermato-cosmetische lotions met werking op de barrièrefunctie van de huid. (Onderzoeksmandaat (beurs) : Kristien DE PAEPE) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van het huidig project situeert zich in het studiedomein van de barrièrefunctie van de menselijke huid en betreft een industriële toepassing waarbij vernieuwende dermato-cosmetische producten ontwikkeld zullen worden die een waardevolle bijdrage kunnen betekenen tot een meer efficiënte huidverzorging. Hierbij gaat de interesse vooral uit naar het op punt stellen van een sprayformulatie, een galenische vorm die momenteel erg in trek is wegens de hygiënische en gebruiksvriendelijke eigenschappen. De samenstelling van deze lotions dient zodanig te worden geformuleerd dat de producten naast het beoogde beschermend en herstellend effect ook zouden beschikken over reinigende eigenschappen. Een tweede belangrijke vraagstelling in dit onderzoeksproject, is de geschiktheid van de te ontwikkelen lotions voor de impregnatie van papieren neuszakdoekjes. Deze doekjes dienen dan de eigenschappen te bezitten om de barrière van de nasolabiale zone te beschermen en ook te helpen om het genezingsproces te ondersteunen. Om deze doelstellingen te realiseren dienen een aantal biofysische technieken ontwikkeld en verder op punt gesteld te worden. Dit betreft voornamelijk: (i) de technieken om huidreliëfmetingen uit te voeren, (ii) methoden om op niet-invasieve wijze huidstripping mogelijk te maken, (iii) impregnatietechnieken voor cosmetische doekjes, enz. Tevens dient ook een deel basisonderzoek te gebeuren in die domeinen waarvan er tot nu toe geen literatuurgegevens voorhanden zijn. Dit is zeker het geval voor de barrièrefunctie van de nasolabiale zone, zowel onder normale gezonde omstandigheden, als bij een neusverkoudheid. Organisaties: • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie
Onderzoekers: • VERA ROGIERS
Black skin dermatology online : contribution to teledermatology. Universiteit Antwerpen Abstract: Black skin dermatology online : contribution to teledermatology. Organisaties:
• Translationeel pathofysiologisch onderzoek (TPR)
Onderzoekers: • Julien Lambert
Globale evaluatie van lang bestaande psoriasisbehandelingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Psoriasis is een chronische huidziekte met een prevalentie van ongeveer 2%. Momenteel wordt verondersteld dat psoriasis een T-cel gemedieerde ziekte is. De meest voorkomende vorm van psoriasis kenmerkt zich klinisch met erythemateuze, geïndureerde, hyperkeratototische plaques op voornamelijk de strekzijden van de ledematen, laag lumbaal en de scalp. Driekwart van de patiënten met psoriasis kan worden geholpen met lokale behandelingen (corticosteroïden, vitamine-D derivaten, retinoïden en emollientia). Systemische therapie is voorbehouden aan degenen met ernstige psoriasis. De standaard systemische psoriasisbehandelingen zijn psoralen+ultraviolet-A (PUVA), methotrexaat, acitretine en cyclosporine. De laatste paar jaar vertaalt het verworven inzicht in de pathogenese zich in het ontwikkelen van nieuwe behandelingen. Deze behandelingen richten zich op het `selectief' moduleren dan wel inhiberen van de immunologische component van de ziekte. De eerste klinische resultaten zijn nog niet volledig bevredigend en de veiligheid op lange termijn is nog niet gekend. Daarenboven zijn deze behandelingen extreem duur in vergelijking met reeds bestaande behandelingen. Het beschikbaar komen van nieuwe behandelingen is een positieve ontwikkeling, maar zou ook een stimulatie moeten zijn om de bestaande behandelingen nader te bestuderen om de positie van de nieuwkomers te bepalen. Vandaar dat we gebruik hebben gemaakt van twee datasets (`PUVA Follow up Study' en national surveys of the Psoriasis Foundation) om zowel de naamsbekendheid, het gebruik, de tevredenheid van de patiënt en de neveneffecten van geregistreerde psoriasisbehandelingen te bestuderen. Hieronder volgt een korte beschrijving van de twee datasets waarop ik mij heb gebaseerd. Organisaties: • Translationeel pathofysiologisch onderzoek (TPR)
Onderzoekers: • Julien Lambert • Tamarius Nijsten
Ultrastructurele en morfometrische analyse van de harde tandweefsels bij patienten met erfelijke bindweefselstoornissen Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek streeft het determineren, evalueren en correleren na van de klinische, radiografische en ultrastructureel waarneembare morfologisch-pathologische manifestaties in het bindweefsel van het aangezicht en de tandstructuren bij patienten met het syndroom van Marfan of het Ehlers Danlos syndroom. Deze gegevens moeten de respectievelijke nosologieën aanvullen. Dit onderzoek moet bijdragen tot een betere diagnostiek en classificatie van individuele patiënten. Organisaties: • Vakgroep Tandheelkunde
Onderzoekers: • Luc Martens
Identificatie en karakterisering van eiwitten betrokken in huiddifferentiatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Evalueren van de biologische rol van ECM1 en caspase-14 gebruikmakend van in vitro huidequivalenten. Identificatie van epidermale ECM1-bindende eiwitten. Onderzoek naar de rol van ECM1 ams NF-kB activator. Identificatie van de ECM1b-inducerende factor geproduceerd door dermale fibroblasten. Ontwikkelen van een muismodel voor lipoide proteinosen en caspase-14 substraten. Identificatie van caspase-14 substraten. Identificatie van de caspase-14-activerende factor. Organisaties: • Moleculaire biotechnologie
Onderzoekers: • Joseph Merregaert
Identificatie en karakterisering van eiwitten betrokken in huiddifferentiatie Universiteit Gent Abstract: De pidermis is een zelf-vernieuwend, stratifiërend epitheel dat een uniek systeem vormt om de mechanismen van weefsel homeostase en differentiatie te bestuderen. Dit project focusseert op de studie van twee eiwitten geïdentificeerd in onze laboratoria, ECM1 en caspase-14, waarbij er aanwijzingen zijn voor een eventuele betrokkenheid bij epidermale-dermale communicatie. Hun exacte functie is echter niet gekend. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Wim Declercq
BlackSkin Dermatology Online: contribution to teledermatology - Tweede fase. Universiteit Antwerpen Abstract: BlackSkin Dermatology Online: contribution to teledermatology - Tweede fase. Organisaties: • Translationeel pathofysiologisch onderzoek (TPR)
Onderzoekers: • Julien Lambert
"PARFUMCOMPONENTEN: CONTACTALLERGIE EN ALLERGISCHE CONTACTDERMATITIS" KU Leuven Abstract: De alomtegenwoordigheid van parfumcomponenten in cosmetica, huishoudelijke en industriële producten, zelfs in lokale farmaceutische producten, is wellicht de belangrijkste reden waarom ze zo'n hoge impact hebben in allergische contact dermatitis.Dit onderzoeksproject betreft:het bepalen van de frequentie van contact allergie via de resultaten bekomen bij patch tests met de standaardreeks en trends in deze frequentie over de jaren heen, dit in functie van leeftijd en geslacht, alsook lokalisatie van de letsels; associaties tussen de verschillende markers voor parfumallergie worden eveneens bestudeerd;- het identificeren van de aard van de parfumallergenen welke niet in de standaardreeks zijn opgenomen;- na te gaan welke farmaceutische producten in België parfumcomponentenbevatten en welke parfumallergenen aan de basis liggen van allergische contact dermatitis bij applicatie op de huid;- de frequentie te bepalen van positieve reacties voor de individuele ingrediënten van de parfummengs
Organisaties: • Laboratorium Dermatologie
Onderzoekers: • An Carbonez • Annie Goossens • Jan Ceuppens • Andrea Nardelli
Beschermend effect van het extracellulaire matrix eiwit 1 (ECM1) tegen beschadiging van de basale membraan van de huid: proof of concept. Universiteit Antwerpen Abstract: Het extracellulaire matrix eiwit 1 (ECM1) werd voor het eerst in het laboratorium voor Moleculaire Biotechnologie (UA) geïdentificeerd in 1994. Experimenteel werk van onze onderzoeksgroep en andere heeft aangetoond dat ECM1 betrokken is bij intrinsieke en extrinsieke veroudering van de huid. Het doel van dit project is om het beschermende effect van ECM1 op huidveroudering, fotoveroudering en littekenvorming (na verwonding) na te gaan gebruik makend van een in vitro model en transgene muizen (Ecm1 +/- heterozygoten en Ecm1 overexpresserende muizen). Organisaties: • Moleculaire biotechnologie
Onderzoekers: • Joseph Merregaert
Studie van de rol van groeifactoren, metalloproteïnasen (MMP's), hun inhibitoren (TIMP's) en elastase in de regulatie van het elastinegen en de structuur van de extracellulaire matrix in chronisch progressief lymfoedeem bij trekpaarden. Universiteit Antwerpen Abstract: Chronisch progressief lymfoedeem bij trekpaarden, identiek aan humaan primair lymfoedeem, gaat gepaard met een uitgesproken proliferatie van extracellulaire matrix. De onderliggende pathogenese is nog niet gekend. Het voorgestelde project evalueert de rol van groeifactoren, elastase, metalloproteïnasen en hun inhibitoren bij de regulatie van de extracellulaire matrix en bij de regulatie van de activiteit van het elastinegen in deze aandoening. Organisaties: • Toegepaste diergeneeskundige morfologie
Onderzoekers: • Hilde De Cock
Studie van de rol van RIP4 kinase in kanker en inflammatie Universiteit Gent Abstract: Defecten in de balans tussen keratinocyt proliferatie en differentiatie liggen aan de basis van verschillende huidziekten, zoals psoriasis, dermatitis en kanker. RIP4 kinase is belangrijk bij de epidermale differentiatie. Er werd ook reeds een betrokkenheid van RIP4 bij B cel tumoren gesuggereerd. Wij zullen de rol van RIP4 in keratinocyte differentiatie, inflammatie en kanker bestuderen. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Wim Declercq
Studie van de functie van caspase-14 en RIP4 in epidermale differentiatie Universiteit Gent Abstract: Caspase-14 en speelt een belangrijke rol bij de terminale differentiatie (:cornificatie) van de epidermis, terwijl 'Receptor Interacting Protein-4' (RIP4) deficiente muizen een algemene verstoring van keratinocyt differentiatie vertonen. Wij willen nu verder de moleculaire signalisatiewegen bestuderen die aanleiding geven tot deze fenotypes. Hierbij maken we zowel gebruik van in vitro als in vivo benaderingen. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Peter Vandenabeele • Wim Declercq
ESNATS : Embryonic stem cell-based novel alternative testing strategies Vrije Universiteit Brussel Abstract: ESNATS staat voor Embryologisch stamcel gebaseerde alternatieve teststrategieën en beoogt de ontwikkeling van een nieuwe toxische testplatform gebaseerd op ESC's, vooral menselijke ESC's, om medicatie productie te versnellen, R&D kosten te verminderen en om een sterk alternatief te bieden tegen het testen op dieren. Organisaties: • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie
Onderzoekers: • VERA ROGIERS • Sarah SNYKERS • Tamara VANHAECKE
Studie van eiwitten betrokken in epidermale differentiatie en inflammatie Universiteit Gent Abstract: Caspase-14, een protease, expressie en activering komt enkel voor in verhoornde weefsels zoals de huid. Wij onderzoeken verder de rol van caspase-14 in een aantal belangrijke epidermale functies en ziekten (barrière vorming, anti-bacteriële werking, psoriasis, etc.). RIP4, een Ser/Thr kinase, speelt een belangrijke rol bij huidvorming en activering van NF-kB. Wij bestuderen de moleculaire werking van RIP4. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Wim Declercq
Onderzoek naar de moleculaire rol van caspase-14 gebruik makend van transgene muismodellen Universiteit Gent Abstract: De epidermis vormt de buitenste lagen van de huid en beschermt ons tegen fysische en chemische beschadiging. De epidermis doet ook dienst als barrière tegen waterverlies en invasie door micro-organismen. Ons onderzoek toonde aan dat caspase-14 een belangrijke rol speelt bij
een correcte vorming van de huidbarrière. Nu willen we de moleculaire mechanismen onderzoeken die leiden tot dit phenotype in verschillende in vivo modelsystemen. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Peter Vandenabeele • Wim Declercq