Onderwijs- en Examenregeling Masteropleiding Tandheelkunde 2015 – 2016
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
Inhoudsopgave Onderwijs- en Examenregeling .......................................................................................... 1 Deel A: facultair deel ........................................................................................................... 6 1. Algemene bepalingen ..................................................................................................... 6 2. Vooropleiding en toelating ............................................................................................. 7 Artikel 2.1
Vooropleiding
7
Artikel 2.2
Aanmelding en inschrijving
7
Artikel 2.3
Facultaire toelatingscommissie
7
Artikel 2.4
Toelatingsprocedure
8
Artikel 2.5
Weigering of beëindiging inschrijving (iudicium abeundi)
8
3. Inrichting opleiding......................................................................................................... 8 Artikel 3.1
Indeling studiejaar
8
Artikel 3.2
Inrichting van de opleiding
8
4. Tentaminering en examinering ...................................................................................... 8 Artikel 4.1
Intekening voor tentamens
8
Artikel 4.2
Vorm van tentaminering
9
Artikel 4.3
Mondelinge tentamens
9
Artikel 4.4
Vaststelling en bekendmaking van de uitslag
9
Artikel 4.5
Herkansing en extra gelegenheid
9
Artikel 4.6
Cijfers
10
Artikel 4.7
Vrijstelling
10
Artikel 4.8
Geldigheidsduur resultaten
10
Artikel 4.9
Inzagerecht
10
Artikel 4.10 Nabespreking
11
Artikel 4.12 Getuigschrift en verklaring
11
Artikel 4.13 Fraude en plagiaat
11
5. Studiebegeleiding en studievoortgang ........................................................................11 Artikel 5.1
Studievoortgangadministratie en studiebegeleiding
11
Artikel 5.2
Aanpassingen ten behoeve van een student met een functiebeperking
12
6. Hardheidslausule ...........................................................................................................12 7. Overgangs- en slotbepalingen ......................................................................................12 Artikel 7.1
Wijziging en periodieke beoordeling deel A
12
Artikel 7.2
Overgangsbepalingen
12
Artikel 7.3
Bekendmaking
13
Artikel 7.4
Inwerkingtreding
13
Deel B: opleidingsspecifiek deel .......................................................................................15 1. Algemeen .......................................................................................................................15 Artikel 1.1
Gegevens opleiding
15
Artikel 1.2
Instroommoment
15 3
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
2. Doelstellingen en eindtermen van de opleiding. .........................................................15 Artikel 2.1
Doelstelling opleiding
15
Artikel 2.2
Eindtermen
15
3. Nadere toelatingseisen..................................................................................................23 Artikel 3.1
Toelatingseisen
23
Artikel 3.2
Schakelprogramma
23
Artikel 3.3
Beperkte opleidingscapaciteit
24
Artikel 3.4
Uiterste termijn aanmelding
24
Artikel 3.5
Taaleisen Nederlands bij Nederlandstalige masteropleidingen
24
4. Opbouw van het curriculum..........................................................................................24 Artikel 4.1
Samenstelling opleiding
24
Artikel 4.2
Verplichte onderwijseenheden
24
Artikel 4.3
Volgordelijkheid tentamens en ingangseisen
25
Artikel 4.4
Deelname aan praktische oefening en werkgroepbijeenkomsten
25
Artikel 4.4a Toegang tot het onderwijs en voorrangsregels
26
Artikel 4.5
Maximale vrijstelling
26
Artikel 4.6
Graad
26
5. Overgangs- en slotbepalingen ......................................................................................26 Artikel 5.1
Wijziging en periodieke beoordeling deel B
26
Artikel 5.2
Overgangsbepalingen
27
Artikel 5.3
Bekendmaking
27
Artikel 5.4
Inwerkingtreding
27
Onderwijs- en Examenprogramma....................................................................................29
4
Ma1 Blok Afwijkingen van het kaakgewricht en speekselklieren
31
Ma1 Blok Diagnostiek en rehabilitatie
33
Ma1 Blok Functieherstel met uitneembare voorzieningen
35
Ma1 Blok Groei en ontwikkeling
36
Ma1 Blok Medische tandheelkundige interactie II
38
Ma1 Blok Pijn en trauma
41
Ma1 Blok Professionaliteit en portfolio
42
Ma1 Blok Specifieke patiëntengroepen
44
Ma1 Lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek, MA1
46
Ma1 Lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek, KV MA1
48
Ma2 Professionaliteit en portfolio MA2
50
Ma2 Blok Voorbereiding wetenschappelijke scholing, MA2
52
Ma2 Lijn Diagnostiek en casuïstiek
53
Ma2 Lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek, KV MA2
55
Ma2 Lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek, OWP, MA2
58
Ma2 Lijn Functieherstel met behulp van implantologie en chirurgische parodontologie
61
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
Ma2 Lijn Functieherstel met behulp van orthodontische behandeling
63
Ma2 Lijn Pedodontologie
64
Ma2 Lijn Praktijkmanagement
66
Ma2 Lijn Stages
67
Ma3 Blok Ziekenhuisstage
68
Ma3 Lijn Academische groepspraktijk
70
Ma3 Lijn Klinische profielen
72
Ma3 Lijn Professionaliteit en portfolio
74
Ma3 Lijn Stralingsbescherming
76
Ma3 Lijn Wetenschappelijke verdieping
77
5
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
Deel A: facultair deel 1. Algemene bepalingen 1. Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de masteropleiding Tandheelkunde (hierna ook te noemen: de opleiding) die worden verzorgd aan de Faculteit der Tandheelkunde van de Universiteit van Amsterdam en de Faculteit der Tandheelkunde van de Vrije Universiteit Amsterdam, hierna te noemen ACTA. 2. Deze regeling bestaat uit een facultair (A) deel en een opleidingsspecifiek deel (B). Deel A bevat algemene bepalingen en is van toepassing op het onderwijs en de examens van de masteropleiding van de Faculteit der Tandheelkunde. Deel B bevat opleidingsspecifieke bepalingen. Deel A en deel B samen vormen de onderwijs- en examenregeling van de opleiding. 3. Deze regeling kan van overeenkomstige toepassing worden verklaard op de gezamenlijke opleidingen en onderwijseenheden, bedoeld in artikel 7.3c WHW, die mede door de faculteit worden verzorgd. 4. Deze regeling is van toepassing op een ieder die voor de opleiding is ingeschreven, ongeacht het studiejaar, waarin de student voor het eerst voor de opleiding werd ingeschreven. 5. Deel B van deze onderwijs- en examenregeling kan voor de desbetreffende opleiding aanvullende algemene bepalingen omvatten. Artikel 1.2 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. EC (European Credit) : een studiepunt met een studielast van 28 uren studie; b. examen : het masterexamen van de opleiding; c. fraude en plagiaat : het handelen of nalaten van een student waardoor een juist oordeel over zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk wordt; d. joint degree : een graad die een instelling verleent, samen met een of meer instellingen in binnen- of buitenland, nadat de student een studieprogramma (een opleiding, afstudeerrichting of specifiek programma binnen een opleiding) heeft doorlopen waarvoor de samenwerkende instellingen samen verantwoordelijk zijn; e. onderdeel : een onderwijseenheid van de opleiding in de zin van de wet; f. periode : een deel van een semester; g. praktische oefening : het deelnemen aan een practicum of andere onderwijs leeractiviteit, die gericht is op het bereiken van bepaalde (academische) vaardigheden. Voorbeelden van een praktische oefening: o het maken van een scriptie of thesis o het uitvoeren van een onderzoekopdracht o het behandelen van patiënten o het deelnemen aan veldwerk of een excursie o het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit die gericht is op het verwerven van bepaalde vaardigheden of o het doorlopen van een stage; h. programma : het totaal en de samenhang van de onderdelen, de onderwijsvormen, de contacturen, de toets- en tentamenvormen, de voorgeschreven literatuur; i. scriptie : een onderdeel dat bestaat uit literatuuronderzoek en/of een bijdrage aan wetenschappelijk onderzoek, in alle gevallen leidend tot een schriftelijk verslag daarover;
6
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
j. VUnet k. studiegids
l. studielast
m. studiejaar n. tentamen
o. toelatingscommissie
p. universiteit q. wet r. opleidingsstatuut
: het Studenten Informatie Systeem; : de gids van de opleiding die een nadere uitwerking van de opleiding specifieke bepalingen en overige opleiding specifieke informatie bevat. De studiegids is elektronisch beschikbaar via www.acta.nl>studieweb>studiegids; : de studielast van de onderwijseenheid waarop een tentamen betrekking heeft, uitgedrukt in studiepunten = EC. (De studielast van 1 jaar (1680 uur) is 60 studiepunten/EC; : het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daarop volgende kalenderjaar; : onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student betreffende een onderdeel. De beoordeling wordt uitgedrukt in een eindcijfer. Een tentamen kan in gedeeltes worden afgenomen met behulp van één of meer deeltentamens. Een hertentamen bestrijkt altijd dezelfde materie als het tentamen; : de commissie die namens de decaan beoordeelt of een gegadigde aan de eisen voldoet om toegelaten te worden tot de masteropleiding van zijn keuze. : de Universiteit van Amsterdam/Vrije Universiteit van Amsterdam; : de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek; : het opleiding specifieke deel van het studentenstatuut conform artikel 7.59 van de wet.
De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent. 2. Vooropleiding en toelating Artikel 2.1 Vooropleiding 1. Voor de inschrijving voor een masteropleiding is een bachelor graad vereist, behaald in het wetenschappelijk onderwijs. Aan welke eisen de bachelorgraad moet voldoen, is bepaald in Deel B. 2. Ingeval een gegadigde niet beschikt over een bachelorgraad, zoals bedoeld in het eerste lid, beoordeelt de toelatingscommissie van de opleiding de geschiktheid om tot de opleiding toegelaten te worden aan de hand van de vereisten, bepaald in Deel B. Artikel 2.2 Aanmelding en inschrijving 1. De uiterste datum voor aanmelding voor de masteropleiding staat vermeld in artikel 3.4 (deel B). 2. Na een tijdige aanmelding schrijft de student zich vóór 1 september of vóór 1 februari in. Artikel 2.3 Facultaire toelatingscommissie De decaan stelt een toelatingscommissie in. De decaan wijst de leden daarvan aan na overleg met de opleidingsdirecteuren en examencommissie van de desbetreffende opleiding.
7
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
Artikel 2.4 Toelatingsprocedure 1. De toelating tot de opleiding is opgedragen aan de toelatingscommissie. 2. Met het oog op de toelating tot de opleiding stelt de toelatingscommissie een onderzoek in naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de kandidaat. In aanvulling op schriftelijke bewijzen van de gevolgde opleiding(en) kan de commissie bepaalde kennis, inzicht en vaardigheden laten toetsen door deskundigen in of buiten de universiteit. De commissie betrekt bij haar onderzoek de kennis van de taal waarin het onderwijs wordt verzorgd. 3. De kandidaat ontvangt een toelatingsbewijs dan wel een afwijzende beslissing. Hiertegen is binnen zes weken beroep mogelijk bij het College van beroep voor de examens. Artikel 2.5 Weigering of beëindiging inschrijving (iudicium abeundi) 1. Op grond van het bepaalde in artikel 7.42a van de wet kan de decaan of de examencommissie in uitzonderlijke gevallen het college van bestuur verzoeken de inschrijving van een student voor een opleiding te beëindigen dan wel te weigeren, als die student door zijn gedragingen of uitlatingen blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van een of meer beroepen waartoe de door hem gevolgde opleiding hem opleidt, dan wel voor de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening. 2. Indien jegens een student vermoedens van ongeschiktheid bestaan zoals omschreven in het eerste lid, stelt de examencommissie of de decaan een onderzoek in, waarvan de student onverwijld op de hoogte wordt gesteld. De examencommissie of de decaan brengt geen advies uit dan na zorgvuldige afweging van de betrokken belangen en nadat de betrokken student in de gelegenheid is gesteld te worden gehoord. 3. Inrichting opleiding Artikel 3.1 Indeling studiejaar Elke opleiding wordt verzorgd in een jaarindeling met twee semesters. Artikel 3.2 Inrichting van de opleiding 1. De opleiding omvat de onderwijseenheden die in deel B zijn opgenomen. 2. De opleiding heeft een omvang van 180 EC. 3. Een onderwijseenheid omvat een aantal EC vermeld in deel B. 4. De opleiding bestaat uit een verplicht deel en een individuele masterscriptie/-thesis of wetenschappelijke stage en, indien van toepassing, een vakspecifiek facultatief deel, zoals nader bepaald in het opleidingsspecifieke deel. 5. Voorafgaande toestemming van de examencommissie is vereist, indien de student zijn keuzeruimte in wenst te vullen met een andere onderwijseenheid dan is bepaald in deel B. 6. Indien intekening vereist is voor deelname aan een onderwijseenheid, kan de intekening slechts plaatsvinden in de daartoe aangewezen periodes. 4. Tentaminering en examinering Artikel 4.1 Intekening voor tentamens 1. Elke student dient zich voor elke tentamengelegenheid in te tekenen.
8
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
Artikel 4.2 Vorm van tentaminering 1. De wijze waarop en de vorm waarin een onderwijseenheid wordt afgesloten, zijn bepaald in Deel B. 2. Op verzoek van de student kan de examencommissie toestaan dat een tentamen op een andere wijze dan in de studiegids is bepaald, wordt afgenomen. Nadere regels hieromtrent zijn, indien van toepassing, opgenomen in de Regels en richtlijnen van de examencommissie. 3. Van een onderwijseenheid die niet meer wordt verzorgd, wordt in het studiejaar na beëindiging van dat onderwijs, ten minste eenmaal de gelegenheid gegeven de (deel)tentamen(s) af te leggen en wordt voor de navolgende tijd een overgangsregeling in het opleiding specifieke deel opgenomen.
Artikel 4.3 Mondelinge tentamens 1. Mondeling wordt niet meer dan één student tegelijk getentamineerd, tenzij in deel B voor de desbetreffende onderwijseenheid anders is bepaald. 2. Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de examencommissie of de examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald. Een student kan een gemotiveerd verzoek indienen bij de examencommissie om af te wijken van het openbare karakter van de zitting. De examencommissie weegt het belang van de student tegen het belang van de openbare zitting af. 3. Bij het afnemen van een mondeling tentamen is een tweede examinator aanwezig, tenzij de examencommissie anders heeft bepaald. Artikel 4.4 Vaststelling en bekendmaking van de uitslag 1. De examinator stelt de uitslag van een schriftelijk tentamen zo spoedig mogelijk vast, doch uiterlijk binnen tien werkdagen voor tentamens met uitsluitend meerkeuzevragen en uiterlijk binnen 15 werkdagen voor tentamens met (ook) open vragen. In afwijking van het bepaalde in de eerste volzin is de beoordelingstermijn voor scripties en eindopdrachten niet langer dan twintig werkdagen. De examinator draagt direct hierna zorg voor registratie van de beoordeling en draagt tevens zorg voor onverwijlde bekendmaking van de beoordeling aan de student, met in achtneming van de geldende normen van vertrouwelijkheid. 2. De examinator stelt terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en maakt deze bekend aan de student. De derde volzin van het eerste lid is van toepassing. 3. Ten aanzien van een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamen bepaalt de examencommissie vooraf op welke wijze en binnen welke termijn de student in kennis wordt gesteld van de uitslag. 4. Bij de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzage- en nabesprekingrecht als bedoeld in de artikelen 4.8 en 4.9, alsmede op zijn beroepsmogelijkheid bij het College van beroep voor de examens. 5. Een student kan beroep aantekenen tegen de wijze waarop de uitslag tot stand is gekomen bij het College van beroep voor de examens binnen een termijn van zes weken na bekendmaking van de uitslag. Artikel 4.5 Herkansing en extra gelegenheid 1. Tot het afleggen van tentamens van de opleiding wordt twee maal per studiejaar de gelegenheid gegeven. 2. Het eerste lid is niet van toepassing op het herkansen van een stage of een scriptie. In de desbetreffende stagehandleiding of afstudeerregeling zijn de herkansingsmogelijkheden vermeld. 3. Ingeval van een herkansing geldt de laatste beoordeling.
9
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
4. De herkansing voor een tentamen vindt niet plaats binnen 10 werkdagen na de bekendmaking van de uitslag van het te herkansen tentamen. De uitslag van een (pre)klinische toets moet minstens 5 werkdagen voor een mogelijke herkansing bekend worden gemaakt. 5. Als een student op één onderdeel na alle onderdelen van het masterprogramma met goed gevolg heeft afgelegd, en de periode tussen het bekendmaken van de uitslag van het voorlaatste onderdeel en de eerstvolgende reguliere tentamengelegenheid van het nog openstaande onderdeel een termijn van 45 werkdagen overschrijdt, komt de student eenmalig in aanmerking voor een extra tentamenkans voor dat laatste onderdeel. Daarvoor gelden de volgende voorwaarden. 1. Alle overige onderdelen zijn aantoonbaar met een voldoende afgerond. 2. Het nog niet behaalde onderdeel betreft geen eerstejaars onderdeel. 3. De student kan door het behalen van de extra tentamenkans de opleiding afronden binnen vier jaar na aanvang van de opleiding (nominaal plus één jaar). 4. De student heeft minstens één keer gebruik gemaakt van een tentamenkans voor dit onderdeel. 5. Deze regeling is van toepassing op alle vormen van toetsen van de opleiding. Artikel 4.6 Cijfers 1. Deelcijfers van tentamens en toetsen kunnen worden uitgedrukt in cijfers met een decimaal. Het eindcijfer van een examenonderdeel wordt uitgedrukt in hele cijfers op een schaal van 1 tot en met 10. In plaats van een cijfer kan voor een aantal examenonderdelen ook met een niveauaanduiding worden volstaan (voldoende etc.). 2. Indien onafgerond ten minste een 5,5 is behaald wordt dit cijfer afgerond op een 6. De eindbeoordeling van een onderdeel is voldoende bij een 5.5 of hoger. Artikel 4.7 Vrijstelling 1. De examencommissie kan op schriftelijk verzoek van een student vrijstelling verlenen voor het afleggen van een of meer tentamens, indien de student een qua inhoud, niveau en studielast overeenkomstig onderdeel van een universitaire of hogere beroepsopleiding heeft voltooid dat niet langer dan 5 jaar geleden is behaald, gerekend vanaf de datum van de eerste inschrijving voor de opleiding. 2. De examencommissie beslist binnen twintig werkdagen na ontvangst van het verzoek. Artikel 4.8 Geldigheidsduur resultaten 1. De geldigheidsduur van behaalde tentamens is beperkt tot vier jaar volgend op het studiejaar waarin het desbetreffende onderdeel met goed gevolg is afgelegd. De geldigheidsduur van een vrijstelling bedraagt vier jaar volgend op het studiejaar waarin de desbetreffende vrijstelling door de examencommissie is verleend. 2. De geldigheidsduur van een deeltentamen is beperkt tot het studiejaar waarin het is afgelegd, of tot het einde van het betreffende vak, zoals in deel B voor de desbetreffende onderwijseenheid is bepaald. 3. De examencommissie kan de beperkte geldigheidsduur van een tentamen of vrijstelling verlengen, indien een student daarom gemotiveerd verzoekt. De examencommissie kan besluiten de verlenging van de geldigheid slechts toe te staan nadat de verzoeker een aanvullend tentamen van de desbetreffende stof met goed gevolg heeft afgelegd. Artikel 4.9 Inzagerecht 1. Gedurende ten minste twintig werkdagen na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen krijgt de student op zijn verzoek inzage in zijn beoordeelde werk, de gestelde vragen en opdrachten, alsmede zo mogelijk van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden.
10
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
2. De examencommissie kan bepalen dat de in het eerste lid bedoelde inzage of kennisneming uitsluitend geschiedt op een bepaalde plaats en een bepaald tijdstip. De in de vorige volzin bedoelde plaats en tijd worden bij het tentamen en op de website van de faculteit bekendgemaakt. 3. Indien de student buiten zijn schuld verhinderd was op de in het tweede lid bedoelde plaats en tijdstip te verschijnen, wordt hem een alternatieve mogelijkheid geboden. 4. Indien een student voornemens is beroep aan te tekenen tegen de wijze waarop zijn werk is beoordeeld, kan hem op zijn verzoek een kopie van zijn beoordeelde werk worden verstrekt. Artikel 4.10 Nabespreking 1. Indien een collectieve nabespreking is georganiseerd, vindt individuele nabespreking eerst plaats indien de student bij de collectieve bespreking aanwezig is geweest of wanneer hem niet kan worden verweten niet bij de collectieve bespreking aanwezig te zijn geweest. 2. De student die voldoet aan het vereiste in het eerste lid, kan aan de desbetreffende examinator om een individuele nabespreking verzoeken. De nabespreking geschiedt op een door de examinator te bepalen plaats en tijdstip. Artikel 4.11 Masterexamen 1. De examencommissie stelt de uitslag en de datum van afstuderen vast, indien zij heeft vastgesteld dat de student de tot de opleiding behorende onderwijseenheden met goed gevolg heeft afgelegd. 2. Een getuigschrift kan slechts worden uitgereikt, nadat het College van Bestuur heeft verklaard dat de student aan alle procedurele vereisten heeft voldaan, waaronder de betaling van het collegegeld. Artikel 4.12 Getuigschrift en verklaring 1. Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de examencommissie een getuigschrift uitgereikt. Het model van het getuigschrift is vastgesteld door het College van Bestuur. Aan het getuigschrift voegt de examencommissie een diplomasupplement toe dat inzicht verschaft in de aard en de inhoud van de afgeronde opleiding. Het diplomasupplement is gesteld in het Engels en voldoet aan het Europese format. 2. Degene die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen getuigschrift als bedoeld in het eerste lid kan worden uitgereikt, ontvangt desgevraagd een door de desbetreffende examencommissie af te geven verklaring waarin in elk geval de tentamens zijn vermeld die door hem met goed gevolg zijn afgelegd, met daarbij vermeld welke onderwijseenheden dit betrof, het aantal EC dat daarmee is verkregen en wanneer de tentamens zijn behaald. 3. De student kan onder opgave van redenen de examencommissie verzoeken nog niet over te gaan tot uitreiking van het getuigschrift, tenzij hij het verzoek tot afgifte zelf heeft ingediend.
Artikel 4.13 Fraude en plagiaat 1. Het bepaalde in de Regels en Richtlijnen Examencommissie is onverkort van toepassing. 2. Bij de detectie van plagiaat in teksten kan gebruik worden gemaakt van elektronische detectieprogramma’s. Met het aanleveren van de tekst geeft de student impliciet toestemming tot het opnemen van de tekst in de database van het betreffende detectieprogramma. 5. Studiebegeleiding en studievoortgang Artikel 5.1 Studievoortgangadministratie en studiebegeleiding 1. De decaan is verantwoordelijk voor een goede registratie van de studieresultaten van de studenten in SAP/SLcM. Iedere student heeft na de registratie van de beoordeling van een
11
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
examenonderdeel via SAP/SLcM inzage in de uitslag van dat onderdeel en beschikt via VUnet tevens over een overzicht van de behaalde resultaten. 2. Ingeschreven studenten kunnen aanspraak maken op studiebegeleiding. De vormen van studiebegeleiding worden vermeld in deel B. Artikel 5.2 Aanpassingen ten behoeve van een student met een functiebeperking 1. Een student met een functiebeperking kan op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek, in te dienen bij de studieadviseur, in aanmerking komen voor aanpassingen in het onderwijs, de practica en tentamens. Deze aanpassingen worden zoveel mogelijk op hun individuele functiebeperking afgestemd, maar mogen de kwaliteit of moeilijkheidsgraad van een vak of een tentamen niet wijzigen. In alle gevallen zal de student moeten voldoen aan de eindtermen van de opleiding. 2. Het in het eerste lid bedoelde verzoek wordt vergezeld van een aanbeveling van een studentendecaan. De aanbeveling is niet ouder dan twaalf weken en is mede gebaseerd op een recente verklaring van een arts of psycholoog. 3. Op verzoeken over aanpassingen van onderwijsorganisatie en -logistiek beslist de decaan of namens deze de onderwijsdirecteur dan wel opleidingsdirecteur. Op verzoeken voor aanpassingen die de tentaminering betreffen beslist de examencommissie. 4. Indien positief op een in het eerste lid bedoelde verzoek is beslist, maakt de student een afspraak met de studieadviseur om te bespreken hoe de voorzieningen worden vormgegeven. 5. Een verzoek tot aanpassing wordt geweigerd indien toekenning ervan een buitenproportioneel beslag legt op de organisatie of de middelen van de faculteit of universiteit. 6. Indien de beperking aanleiding geeft tot verlenging van de tijd waarbinnen het tentamen dient te worden afgelegd, verstrekt de examencommissie een verklaring, waaruit het recht op die verlenging blijkt. De verklaring is ten hoogste één jaar geldig. Op aanbeveling van een studentendecaan kan de geldigheidsduur worden verlengd. 7. Indien een beperking aanleiding is tot het treffen van andere voorzieningen, kan de studieadviseur de nodige maatregelen initiëren.
6. Hardheidsclausule In gevallen waarin de onderwijs- en examenregeling niet voorziet, en in gevallen waarin sprake is van onevenredige benadeling of onbillijkheid van overwegende aard, beslist de decaan waaronder de opleiding valt, tenzij het de bevoegdheid van de examencommissie betreft. . 7. Overgangs- en slotbepalingen Artikel 7.1 Wijziging en periodieke beoordeling deel A 1. Een wijziging van deel A van de onderwijs- en examenregeling wordt door de decaan vastgesteld na advies van de desbetreffende opleidingscommissie. Het advies wordt in afschrift verzonden aan het bevoegde medezeggenschapsorgaan. 2. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling behoeft de instemming van het bevoegde medezeggenschapsorgaan op de onderdelen die niet de onderwerpen van artikel 7.13, tweede lid onder a t/m g en v, alsmede het vierde lid WHW betreffen. 3. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling kan slechts betrekking hebben op een lopend studiejaar, indien de belangen van de studenten daardoor aantoonbaar niet worden geschaad. Artikel 7.2 Overgangsbepalingen Zie deel B, artikel 5.2.
12
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
Artikel 7.3 Bekendmaking 1. De decaan draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, alsmede van elke wijziging daarvan. 2. De onderwijs- en examenregeling wordt geplaatst op de website van de faculteit en wordt geacht te zijn opgenomen in de studiegids. Artikel 7.4 Inwerkingtreding Deel A van deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september 2015.
Aldus vastgesteld door de decaan
: d.d. 1 september 2015
Advies opleidingscommissie Advies ondernemingsraad Instemming Studentenraad
: d.d. 25-06-2015 : d.d. 26-06-2015 : d.d. 06-07-2015
13
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
14
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemeen Artikel 1.1 Gegevens opleiding 1. De masteropleiding Tandheelkunde, CROHOnummer 66588, wordt in voltijdse vorm verzorgd, en in het Nederlands uitgevoerd. 2. De opleiding heeft een omvang van 180 EC. 3. De omvang van de onderwijseenheden staan vermeld in het Onderwijs en examenprogramma (deel C) 4. Deze opleiding wordt verzorgd binnen het samenwerkingsverband van de Faculteit Tandheelkunde van de Universiteit van Amsterdam en de Faculteit Tandheelkunde van de Vrije Universiteit, hierna te noemen ACTA. Artikel 1.2 Instroommoment De opleiding wordt aangeboden met ingang van het eerste semester van een studiejaar (1 september) en met ingang van het tweede semester (1 februari). Voor elk van deze instroommomenten geldt dat er sprake is van een studeerbaar onderwijsprogramma dat in de nominale duur volledig afgerond kan worden. 2. Doelstellingen en eindtermen van de opleiding. Artikel 2.1 Doelstelling opleiding 1. Met de opleiding wordt beoogd de student: - voor te bereiden op de beroepsuitoefening als tandarts, - gespecialiseerde kennis, vaardigheden en inzicht op het gebied van de tandheelkunde bij te brengen, en - voor te bereiden op de wetenschapsbeoefening op het gebied van tandheelkunde. 2. De opleiding bevordert voorts de academische vorming van de student, in het bijzonder met betrekking tot: - het zelfstandig wetenschappelijk denken en handelen; - het wetenschappelijk communiceren in de Nederlandse en Engelse taal; - het hanteren van vakwetenschappelijke kennis in een bredere c.q. wijsgerige en maatschappelijke context. 3. De opleiding besteedt aandacht aan de persoonlijke ontplooiing van de student, bevordert zijn maatschappelijke verantwoordelijkheidsbesef en de uitdrukkingsvaardigheid in het Nederlands. Artikel 2.2 Eindtermen Om het niveau vast te stellen waarop de student de domeinen aan het einde van de bachelorrespectievelijk de masteropleiding verworven dient te hebben, is onderscheid gemaakt in 6 niveaus (waarvan de eerste vier betrekking hebben op de lerende student en de laatste twee alleen bereikt kunnen worden na enige jaren praktijkervaring). De competenties van het opleidingsprofiel van ACTA zijn gebaseerd op het Raamplan Tandheelkunde 2008. 1. “starter”: er heeft een eerste kennismaking met het vakgebied en zijn onderscheiden delen plaatsgevonden. 2. “novice”: Het vakgebied en zijn onderscheiden delen zijn theoretisch aan de orde geweest. Een eerste praktische (preklinische) toepassing kan aan de orde zijn geweest. 3. “learner”: op afzonderlijke gebieden is er sprake van enige bekwaamheid maar zonder inzicht in het totaal en zonder zelfstandig te kunnen werken. 4. “competent”: er is inzicht in het totaal, dagelijkse problemen kunnen zelfstandig worden opgelost. 5. “experienced”: er is sprake van een aantal jaren praktijkervaring die is ondersteund met verdere ontwikkeling van bekwaamheden o.a. door postacademische scholing.
15
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
6. “expert”: er is sprake van een grote ervaring in het vakgebied, een verstrekkend inzicht in de dynamiek van het vakgebied en erkenning onder vakgenoten als bij uitstek deskundig. Hieronder wordt per te onderscheiden domein allereerst een omschrijving van het domein gegeven. Vervolgens wordt aangegeven welke competenties de student aan het einde van zijn Bachelor-, respectievelijk Masteropleiding minimaal verworven dient te hebben en op welk niveau. Het betreft hier competenties die elke student in de loop van de opleiding moet hebben verworven, onafhankelijk van een eventueel gekozen profiel. Op deze wijze wordt tevens een kort, overzichtelijk en samenhangend overzicht gepresenteerd van de minimumeisen die worden gesteld aan inhoud en niveau van de zesjarige opleiding tandheelkunde. De afgestudeerde van de opleiding heeft in ieder geval kennis en inzicht in het vakgebied Tandheelkunde zoals beschreven in de zeven domeinen van het Raamplan Tandheelkunde 2008, te weten: DOMEIN I - HANTEREN VAN KLINISCH-TANDHEELKUNDIGE PROBLEMEN Omschrijving van het domein: De tandarts bezit de tandheelkundige kennis en vaardigheden die nodig zijn voor het inventariseren en analyseren van klinische problemen, zodat beslissingen worden genomen die leiden tot het bereiken en handhaven van een optimale mondgezondheid. Hij is zich tevens bewust van zijn beperkingen daarin en bezit voldoende kennis en vaardigheden om klinische beslissingen af te wegen tegen de achtergrond van de individuele medische en psychosociale status van de patiënt.
Competenties Domein I Hanteren van klinisch-tandheelkundige problemen a) neemt een anamnese af, omvattende de klachten en wensen van de patiënt, alsmede het fysiek en mentaal functioneren en de relevante tandheelkundige, medische, psychosociale en culturele achtergronden van de patiënt b) integreert aspecten van algemene lichamelijke en mentale gezondheid die van invloed zijn op de mondgezondheid en de mondzorg, en neemt maatregelen om schadelijke invloeden te voorkomen, dan wel te beperken c) voert lege artis intra- en extra-oraal onderzoek uit en legt de bevindingen adequaat vast d) herkent afwijkingen van het normale beeld van de weefsels en functies van het oro-faciale gebied en beoordeelt de mate van afwijking e) kiest effectief en efficiënt aanvullend diagnostisch onderzoek, voert deze uit, interpreteert de bevindingen en legt deze adequaat vast f) beoordeelt de algemene gezondheid van de patiënt, waaronder het gebruik van geneesmiddelen, in relatie tot de mondgezondheid en de te verlenen mondzorg en neemt in voorkomende gevallen maatregelen om een ongewenste interactie tussen algemene gezondheid en tandheelkundige pathologie dan wel tandheelkundig ingrijpen te voorkomen
16
Opleidingsprofiel Opleidingsprofiel 3-jarige 3-jarige bacheloropleiding masteropleiding ACTA ACTA
Niveau 4
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 4
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
g) herkent orale manifestaties van systeemziekten h) herkent manifestaties van afwijkingen van botpathologie met behulp van relevante diagnostische hulpmiddelen i) herkent factoren die wijzen op een risico op ontstaan en/of progressie van oro-faciale ziekte of afwijking j) past de methoden van diagnostisch redeneren toe om te komen tot een (differentiaal) diagnose van (mogelijke) afwijkingen in het oro-faciale gebied op grond van klinische bevindingen, aanvullend diagnostisch onderzoek kennis van ziekteverloop, predisponerende factoren en epidemiologische gegevens k) stelt samen met de patiënt een zorgplan op langere termijn op, gebaseerd op de prognose van ontstaan en verloop van ziekten en afwijkingen, waarin opgenomen de frequentie van periodiek onderzoek, te monitoren fenomenen, professionele preventie en eventueel te verdelen taken binnen samenwerkingsverbanden l) integreert de kennis van de verschillende relevante disciplines om te komen tot een individueel, adequaat, eventueel gefaseerd behandelingsplan en waar mogelijk alternatieve behandelingsplannen, gebaseerd op de gestelde diagnose en wensen en mogelijkheden en beperkingen van de patiënt
Niveau 2
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
DOMEIN II - WETENSCHAPPELIJK DENKEN EN HANDELEN Omschrijving van het domein: De tandarts is bekend met de grondbeginselen van wetenschappelijk onderzoek en heeft actief kennisgemaakt met de uitvoering daarvan. Hij beschikt over een gedegen wetenschappelijke achtergrond en kan gezondheidsproblemen systematisch benaderen en oplossen. Hij beoordeelt kritisch medische en tandheelkundige informatie. Hij toetst zijn kennis en vaardigheden aan de stand van de wetenschap en bevordert de verbreding en ontwikkeling van wetenschappelijke vakkennis. Hij ontwikkelt en onderhoudt zijn kennis en vaardigheden door middel van persoonlijke bij- en nascholingsactiviteiten. Hij bevordert de deskundigheid van zijn medewerkers.
Competenties Domein II Wetenschappelijk denken en handelen a) kent de grenzen van eigen kennen en kunnen en kan hierop reflecteren b) houdt de wetenschappelijk gefundeerde recente inzichten met betrekking tot alle aspecten van de mondzorg bij c) past synthetische activiteiten toe op recente wetenschappelijke inzichten en kan deze in een kader plaatsen d) past de principes van wetenschappelijke redeneren, reflecteren en oordeelsvorming toe bij besluitvorming in de te verlenen mondzorg en bij de beoordeling van literatuur en andere informatiebronnen
Opleidingsprofiel 3--jarige bacheloropleiding ACTA
Opleidingsprofiel 3-jarige masteropleiding ACTA
Niveau 4
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
17
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
e) evalueert systematisch ieder aspect van de eigen beroepsuitoefening en neemt op grond daarvan maatregelen om de eigen kennis en vaardigheden op wetenschappelijk niveau te houden f) integreert wetenschappelijk denken, handelen en het doen van onderzoek in de klinische besluitvorming volgens de principes van evidence based dentistry, best practices en analyseert de effecten en resultaten van de verleende mondzorg ten behoeve van kwaliteitsbewaking en –bevordering en ontwikkelt daarmee kennis en inzicht.
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
DOMEIN III - COMMUNICEREN EN SAMENWERKEN Omschrijving van het domein: De tandarts bouwt een effectieve en respectvolle behandelrelatie met patiënten op en verkrijgt door goed te luisteren de relevante informatie. Deze informatie deelt en bespreekt hij met de patiënt en met collegae en andere zorgverleners die bij het bereiken en handhaven van de mondgezondheid van de patiënt zijn betrokken. Binnen het tandheelkundig team is de tandarts in staat om in voorkomende gevallen als primus inter pares bij de behandeling van de individuele patiënt op te treden. Hij legt de bevindingen zodanig vast dat samenwerking en overdracht ongestoord kunnen plaatsvinden. De tandarts overlegt doelmatig en met respect voor ieders competenties met collegae en andere zorgverleners. Hij verwijst adequaat, vraagt doeltreffend en tijdig intercollegiaal consult en draagt zo bij aan een doeltreffende interdisciplinaire samenwerking en ketenzorg.
Competenties Domein III Communiceren en samenwerken a) inventariseert met de patiënt en/of zijn wettelijke vertegenwoordiger over zijn mondgezondheid met het oog op wederzijdse verwerving van kennis en begrip inzake wensen, mogelijkheden en verwachtingen b) verstrekt alle informatie aan de patiënt en/of zijn wettelijke vertegenwoordiger over de toestand van de mondgezondheid, ondersteunt de patiënt bij de besluitvorming met betrekking tot de keuzes van preventieve en curatieve zorg en bij de keuze en toepassing van maatregelen in de zelfzorg. c) verkrijgt informed consent voor uit te voeren behandelingen, gegeven de wettelijke kaders d) geeft leiding aan/regisseert het zorgproces rondom de individuele patiënt, door mondeling en schriftelijk te communiceren met collegae en andere zorgverleners over zaken die de mondgezondheid en mondzorg van patiënten aangaan en past daarbij de beginselen van effectieve en efficiënte samenwerking met collegae en andere zorgverleners in de (mond)zorg toe, waaronder taakdelegatie en (horizontale) verwijzing, en is verantwoordelijk voor het inhoudelijk coördineren van werkzaamheden
18
Opleidingsprofiel 3-jarige bacheloropleiding ACTA
Opleidingsprofiel 3-jarige masteropleiding ACTA
Niveau 4
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
e) onderhandelt met betrokkenen, overbrugt eventuele meningsverschillen en handelt zo nodig klachten af f) evalueert en rapporteert over de resultaten van verleende mondzorg in praktijk en regio g) consulteert collegae en andere zorgverleners in de monden gezondheidszorg
Niveau 2
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 4
DOMEIN IV - MAATSCHAPPELIJK HANDELEN Omschrijving van het domein: De tandarts kent en herkent de determinanten van mond(on)gezondheid. Hij bevordert de mondgezondheid van patiënten en de gemeenschap als geheel en handelt volgens de relevante wettelijke bepalingen en gedragsregels. Bij vermoeden van huiselijk geweld of verwaarlozing meldt hij dit op adequate wijze aan de daartoe aangewezen instanties. Bij fouten, complicaties en klachten in de mondzorg treedt hij adequaat op.
Competenties domein IV Maatschappelijk handelen a) herkent tekenen van fysiek en/of emotioneel misbruik en/of verwaarlozing of andere externe factoren en schakelt de daarvoor bestemde instanties in of neemt maatregelen ter bestrijding van die invloed.. b) is in staat relevante wet- en regelgeving toe te passen op de beroepsuitoefening en mondzorg c) onderkent de sociale en economische ontwikkelingen en analyseert de effecten daarvan op de mondzorg d) past wetenschappelijk gefundeerde maatregelen toe gericht op doelmatigheid aangaande alle aspecten van de mondzorg, zowel aan individuen als aan groepen, rekening houdend met beschikbare menskracht en economische middelen ten behoeve van voorlichting en informatie aan groepen uit de samenleving e) bevordert in de samenleving de functie van de mondzorg en de rol van de beroepsbeoefenaren daarin
Opleidingsprofiel 3-jarige bacheloropleiding ACTA
Opleidingsprofiel 3-jarige masteropleiding ACTA
Niveau 2
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 3
19
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
DOMEIN V - ORGANISEREN VAN ZORG Omschrijving van het domein: De tandarts organiseert het werk op zodanige wijze dat er een balans is tussen patiëntenzorg en zijn persoonlijke ontwikkeling. De organisatie is zodanig dat de mondgezondheidszorg voor de patiënten optimaal kan plaatsvinden en de risico’s voor de eigen gezondheid en die van de medewerkers worden geminimaliseerd. Hij werkt doeltreffend en doelmatig en besteedt de beschikbare middelen voor de patiëntenzorg op verantwoorde wijze.
Competenties domein V Organiseren van zorg a) past bedrijfskundige uitgangspunten toe voor een effectieve en efficiënte opzet en organisatie van de tandartspraktijk, met de daarbij behorende effectieve en controleerbare financiële administratie, bedrijfsvoering en ondernemersvaardigheden b) voert een personeelsbeleid dat gericht is op arbeidsvreugde en ontplooiing van de medewerkers, gegeven wettelijke en andere arbeidsvoorwaardelijke kaders c) past de gebruikelijke vormen van informatietechnologie en informatiemanagement toe d) treft alle maatregelen inzake infectiebeheersing, milieuen stralingsbescherming binnen wettelijke kaders en algemeen gehanteerde normen en leeft deze na e) stelt binnen de eigen praktijkvoering richtlijnen en protocollen op inzake behandeling en praktijkvoering, evalueert deze tijdig en past ze waar nodig aan f) handelt binnen en overeenkomstig de structuur, organisatie en financiering van de Nederlandse gezondheidszorg in het algemeen en de mondzorg in het bijzonder alsmede de recente geschiedenis er van, begrijpen, kunnen beschrijven en toepassen g) legt de gegevens van patiënten doelmatig vast in een dossier en beheert deze binnen de gegeven wettelijke kaders h) creëert voor zichzelf en zijn medewerkers een veilige werkomgeving, daarbij rekening houdend met de werkhouding, verlichting, de unit en het instrumentarium i) neemt maatregelen voor zichzelf en zijn medewerkers ter preventie van mentale belasting, stress en specifieke beroepsziekten j) beoordeelt de bekwaamheden van medewerkers in verband met het opdragen van voorbehouden handelingen
20
Opleidingsprofiel Opleidingsprofiel 3-jarige 3-jarige bacheloropleiding masteropleiding ACTA ACTA
Niveau 1
Niveau 4
Niveau 1
Niveau 3
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 4
Niveau 4
Niveau 1
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 4
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 4
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
DOMEIN VI - TANDHEELKUNDIG HANDELEN Omschrijving van het domein: De tandarts besluit op basis van een verantwoorde diagnostische afweging tot een tandheelkunde interventie en bezit daartoe de tandheelkundigen technische kennis en vaardigheden. Hij is zich bewust van zijn beperkingen daarin en is in staat, als hij zelf niet over de benodigde kennis en/of vaardigheden beschikt, deze elders te (laten) verkrijgen.
Competenties Domein VI Tandheelkundig handelen a) voorkomt, dan wel handelt zodanig in medische noodsituaties die zich al dan niet als gevolg van tandheelkundig handelen in de praktijk voordoen, dat de patiënt in een stabiele toestand komt en kan blijven totdat adequate hulp beschikbaar is b) verleent mondzorg aan specifieke groepen, zoals extreem angstigen, gehandicapten, oudere, medisch gecompromitteerde patiënten en patiënten met psychiatrische aandoeningen c) verleent mondzorg, inclusief curatieve zorg buiten de praktijk, thuis of in een instelling voor gezondheidszorg d) voert effectieve en efficiënte professionele preventie uit en ondersteunt zelf- en/of mantelzorg e) selecteert en schrijft geneesmiddelen voor in het kader van te verlenen mondzorg f) beoordeelt eerder gerestaureerde gebitselementen op gezondheid, esthetiek en functie g) behandelt aangetaste, beschadigde of in hun ontwikkeling geremde gebitselementen h) dient in voorkomende gevallen en waar nodig lokaal anaesthesie toe, rekening houdend met beoogd effect en mogelijke ongewenste bijwerkingen i) behandelt ontstoken, geïnfecteerd dan wel necrotisch pulpaweefsel
Opleidingsprofiel Opleidingsprofiel 3-jarige 3-jarige bacheloropleiding masteropleiding ACTA ACTA
Niveau 4
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 4
j) extraheert gebitselementen en wortelresten
Niveau 1
Niveau 4
k) behandelt parodontale ontsteking en/of botafbraak
Niveau 3
Niveau 4
l) herstelt esthetische problemen van gebitselementen
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 1
Niveau 3
Niveau 1
Niveau 4
p) behandelt aandoeningen van de mucosale weefsels
Niveau 1
Niveau 3
q) behandelt trauma van het gebit en de alveole en eenvoudige weke delenverwondingen van het mondslijmvlies en de lippen
Niveau 1
Niveau 4
m) herstelt esthetiek en functie bij het ontbreken van alle of een deel van de gebitselementen n) voert dento-alveolaire en pre-prothetische/pre implantologische ingrepen uit in niet-gecompliceerde situaties o) behandelt storingen van het mandibulaire bewegingsapparaat
21
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
r) behandelt ontwikkelingsstoornissen van de oro-faciale weefsels s) behandelt ontstekingen en infecties van mucosa en kaakbot van dentogene oorsprong t) behandelt, met eenvoudige orthodontistische apparatuur, dan wel verwijst, stoornissen in groei en ontwikkeling van het kaakstelsel
Niveau 1
Niveau 3
Niveau 2
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
u) verleent tandheelkundige noodhulp
Niveau 2
Niveau 4
v) maakt barrières die de mondgezondheid in de weg staan zoals pijn, angst en schadelijk gedrag hanteerbaar of neemt ze weg
Niveau 2
Niveau 4
DOMEIN VII - PROFESSIONALITEIT Omschrijving van het domein: Het domein Professionaliteit verbindt de zes genoemde onderscheiden domeinen met elkaar en overkoepelt deze. De tandarts is in staat om in zijn dagelijks handelen deze competenties te integreren, er verantwoordelijkheid voor te nemen en te verantwoorden. Deze drie kernbegrippen van professionaliteit (integreren, verantwoordelijkheid nemen en verantwoording afleggen) worden hieronder kort toegelicht. Integreren competenties De tandarts toont bekwaamheid en deskundigheid op het gebied van de verschillende competenties en kan deze integreren. Hij kent de grenzen van de eigen competenties en handelt daarbinnen, voor het overige verwijst of delegeert hij. Hij heeft kennis van protocollen, richtlijnen en standaarden, ontwikkelt deze en past ze toe ten behoeve van de zorg voor de individuele patiënt. Verantwoordelijkheid nemen De tandarts handelt ethisch en toont respect voor de (integriteit) van de patiënt. Hij houdt rekening met de persoonlijke omstandigheden van de individuele patiënt bij onderzoek, advies, behandeling en begeleiding. Hij gaat zorgvuldig om met ‘kwetsbare’ groepen in de mondzorg en onderneemt actie om goede mondzorg te leveren en de continuïteit hierin te garanderen. De tandarts toont een houding van levenslang leren en kent de grenzen van de eigen belastbaarheid en die van zijn team. Hij deelt verantwoordelijkheid met patiënten, beroepsgenoten en andere professionals in de mondzorg en werkt met duidelijke afspraken over taken, verantwoordelijkheden en regie in de mondzorg. Het nemen en afleggen van verantwoordelijkheid wordt gevangen in het begrip professioneel gedrag. Verantwoording afleggen De tandarts toont reflectieve vaardigheden en is zelfkritisch. Hij zorgt voor systematische organisatie van de kwaliteit van de praktijk en legt verantwoording af aan de patiënt (informatieplicht, financiële consequenties), binnen de beroepsgroep (deelname aan intercollegiale toetsing, kennis van professionele standaard, aanspreken van collega’s die niet aan de professionele standaard voldoen), binnen wetenschappelijke kaders (kritische wetenschappelijke probleemoplossende houding) en aan de samenleving (zorgverzekeraars, overheid). De tandarts kent de grenzen van zijn professionele autonomie.
Competenties Domein VII Professionaliteit Integreren van competenties, verantwoordelijkheid nemen en verantwoording afleggen (reflectie)
22
Opleidingsprofiel 3-jarige bacheloropleiding ACTA Niveau 4
Opleidingsprofiel 3-jarige masteropleiding ACTA Niveau 4
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
3. Nadere toelatingseisen Artikel 3.1 Toelatingseisen 1. Toelaatbaar tot de masteropleiding is degene die aantoont te beschikken over de vereisten van het eindniveau Bachelor volgens het Raamplan Tandheelkunde 2008 (zie artikel 2.2). De hier vermelde eisen aan kennis, inzicht en vaardigheden zijn op het niveau van een bachelorgraad, behaald aan een instelling voor wetenschappelijk onderwijs. 2. Toegang tot de opleiding wordt gegeven aan de volgende personen: I. Bezitters van een bachelor diploma tandheelkunde behaald aan ACTA uiterlijk twee jaar voorafgaand aan de start van de masteropleiding. II. Bezitters van een bachelor diploma tandheelkunde behaald aan een andere Nederlandse universiteit, voor zover: a. die universiteit dezelfde bachelor eindtermen hanteert; b. het bachelor diploma is behaald uiterlijk twee jaar voorafgaand aan de start van de masteropleiding; c. de capaciteit van de opleiding het toestaat. III. Bezitters van een buitenlands (maar binnen de Europese Unie behaald) bachelor diploma tandheelkunde, met dien verstande dat: a. de student moet kunnen aantonen dat hij de Nederlandse taal zodanig machtig is dat hij in de Nederlandse gezondheidszorg kan functioneren. Hiertoe moet het staatsexamen Nederlands als Tweede Taal, examen II (NT2 II), of de Interuniversitaire Toelatingstoets (ITN), of de CNaVT (Certificaat Nederlands als Vreemde Taal) examens PAT en PTHO, of door de universiteit aangewezen buitenlandse eindexamens, waarvan Nederlands deel uitmaakte, met goed gevolg zijn afgelegd; b. de examencommissie, na bestudering van de gevolgde opleiding, kan bepalen dat additionele eisen worden gesteld; c. de capaciteit van de opleiding het toestaat. IV. Bezitters van een HBO-bachelor diploma Mondzorgkunde behaald aan een Nederlandse hogeschool, met dien verstande dat: a. de student moet kunnen aantonen dat hij met goed gevolg het vereiste ACTA schakeljaar heeft voltooid; b. de capaciteit van de opleiding het toestaat. 3. Of een belangstellende voldoet aan de toelatingseisen wordt onderzocht door de toelatingscommissie. 4. In geval van aantoonbare onredelijkheid of onbillijkheid van overwegende aard kan door de examencommissie van het vereiste van een behaald bachelor diploma voor een te bepalen periode worden afgeweken 5. Aanvang van de opleiding is mogelijk met ingang van het eerste semester van een studiejaar (‘september’) en met ingang van het tweede semester (‘februari’). 6. Bij aanvang van de opleiding dient gegadigde het bachelor programma dan wel het schakelprogramma dat toegang geeft tot de opleiding volledig te hebben afgerond. Artikel 3.2 Schakelprogramma 1. Degene die over een afgeronde opleiding Mondzorgkunde beschikt kan worden toegelaten tot het schakelprogramma. 2. Het schakelprogramma telt 60 EC. 3. Een bewijs van een met goed gevolg afgerond schakelprogramma geldt als bewijs van toelating tot de daarin vermelde masteropleiding in het aansluitende studiejaar.
23
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
Artikel 3.3 Beperkte opleidingscapaciteit De decaan maakt, indien noodzakelijk, voorafgaande aan het begin van het studiejaar de maximale opleidingscapaciteit van de opleiding bekend. Artikel 3.4 Uiterste termijn aanmelding Een gegadigde dient via Studielink een verzoek in te worden toegelaten tot de opleiding. Artikel 3.5 Taaleisen Nederlands bij Nederlandstalige masteropleidingen De student die zijn vooropleiding niet in een Nederlandstalig land heeft genoten, toont aan dat hij het Nederlands voldoende beheerst om het wetenschappelijk onderwijs met succes te kunnen volgen. Aan de eis kan worden voldaan door het met goed gevolg afleggen van één van de volgende examens: - het staatsexamen Nederlands Tweede Taal, examen II (NT2 II); of - CNaVT (Certificaat Nederlands als Vreemde Taal) examens PAT and PTHO; of - door de VU/UvA aangewezen buitenlandse examens, waarvan Nederlands deel uitmaakte. 4. Opbouw van het curriculum Artikel 4.1 Samenstelling opleiding De opleiding omvat verplichte onderwijseenheden. Artikel 4.2 Verplichte onderwijseenheden zijn: Studiejaar 2014/2015 MASTER 1 Objectcode
Module
Studielast
T_AFWIJKKKSP
Afwijkingen van het kaakgewricht en speekselklieren
4
T_DIAGREHAB
Diagnostiek en rehabilitatie
4
T_FUNCTIEHER
Functieherstel met uitneembare voorzieningen
4
T_GROEIONTW
Groei en ontwikkeling
6
T_M1LEBKKLIN
Lijn evidence based tandheelkunde in de kliniek, MA1
12
T_M1LEBKKV
Lijn evidence based tandheelkunde in de kliniek, KV MA1
3
T_LFUNCVOOR
Lijn functieherstel met uitneembare voorzieningen
6
T_MONDKAAK
Mondziekten, kaakchirurgie en functionele anatomie
8
T_M1MTI II
Medische tandheelkundige interactie II, MA1
3
T_PIJNTRAUM
Pijn en trauma
4
T_M1PROFPORT
Professionaliteit en portfolio MA1
1
T_M1SPECPAGR
Specifieke patientengroepen, MA1
5 60
24
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
MASTER 2 Objectcode
Module
Studielast
T_LDIAGCAS
Lijn diagnostiek en casuïstiek
3
T_M2LEBKKV
Lijn evidence based tandheelkunde in de kliniek, KV MA2
3
T_LEBKKWS
Lijn evidence based tandheelkunde in de kliniek, KWS
4
T_M2LEBKOWP
Lijn evidence based tandheelkunde in de kliniek, OWP, MA2
23
T_M2LFICP
Lijn functieherstel mbv implantologie en chirurgische paro
10
T_LFORTHO
Lijn functieherstel mbv orthodontische behandeling
5
T_LPEDO
Lijn pedodontologie
3
T_LPRAKTIJK
Lijn praktijkmanagement
2
T_LSTAGES
Lijn stages
3
T_M2PROFPORT
Professionaliteit en portfolio MA2
2
T_M2VWS
Voorbereiding wetenschappelijke scholing, MA2
2 60
MASTER 3 Objectcode
Module
Studielast
T_M3ACGRPRAK
Lijn academische groepspraktijk
20
T_M3KLINPROF
Klinische profielen
7
T_M3PROFPORT
Lijn professionaliteit en portfolio
5
T_M3STRALB
Lijn stralingsbescherming
1
T_M3WETVDIEP
Wetenschappelijke verdieping
16
T_M3ZKHSTAGE
Ziekenhuisstage
11
Artikel 4.3 Volgordelijkheid tentamens en ingangseisen 1. Aan het onderwijs van het tweedejaars masterprogramma kan slechts worden deelgenomen indien het onderwijs van alle onderdelen van het eerstejaars masterprogramma is gevolgd. Aan het onderwijs van het derdejaars masterprogramma kan slechts worden deelgenomen indien het onderwijs van alle onderdelen van het tweedejaars masterprogramma is gevolgd. 2. Voor de Lijn academische groepspraktijk van Master 3 geldt als ingangseis een voldoende e e resultaat voor de volledige lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek (1 en 2 jaar). 3. De lijn Klinische profielen van Master 3 heeft als ingangseisen dat de onderdelen van de Master 1 en 2 Lijnen Evidence based kliniek (KWS, KV en OWP) met een voldoende resultaat moeten zijn afgerond en dat alle blokken en lijnen uit Master 2 moeten zijn doorlopen. 4. In bijzondere gevallen kan de examencommissie op gemotiveerd verzoek van de student al dan niet onder voorwaarden afwijken van de in de vorige leden genoemde volgorde. Artikel 4.4 Deelname aan praktische oefening en werkgroepbijeenkomsten 1. In geval van een practicum is de student verplicht 100% van de practicumbijeenkomsten bij te wonen. In geval de student minder dan 100% heeft bijgewoond dient het practicum opnieuw te worden gevolgd, dan wel kan de examencommissie aanvullende opdracht(en) laten verstrekken. 2. In geval van werkgroepbijeenkomsten is de student verplicht de werkgroepbijeenkomsten bij te wonen conform de eisen in het Onderwijs en Examenprogramma. Ingeval de student minder dan de vereiste bijeenkomsten heeft bijgewoond dient de werkgroep opnieuw te worden gevolgd, dan wel kan de examencommissie aanvullende opdracht(en) laten verstrekken. 3. In bijzondere gevallen kan de examencommissie, op verzoek van de student, van deze verplichting vrijstelling verlenen in geval het onderzoek naar en de beoordeling van de beoogde vaardigheden naar haar oordeel ook kan plaatsvinden bij een geringer deelnamepercentage, al dan niet onder oplegging van aanvullende eisen.
25
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
4. Bij deelname aan het klinisch practicum c.q. de patiënten behandeling in de onderwijspraktijk dient de student de richtlijnen te volgen zoals omschreven in de richtlijnen voor de kliniek, die te inden zijn op het Zorgnet. 5. Indien een student bij aanvang van de masteropleiding gedurende een periode van zes maanden of langer geen patiënten heeft behandeld, dient hij, alvorens toegang tot de patiënten behandeling wordt verkregen, een proeve van bekwaamheid (de OSCE-toets of een alternatief programma) met voldoende resultaat af te leggen. Dispensatie hiervan kan bij de examencommissie worden gevraagd. 6. Indien een student een aaneengesloten periode van zes maanden of meer niet heeft deelgenomen aan het klinisch practicum c.q. de patiënten behandeling van een onderwijsonderdeel, dan is de coördinator verplicht na te gaan of deze student (wederom) een proeve van bekwaamheid (de OSCE-toets of een alternatief programma) dient af te leggen. Indien de coördinator hiertoe besluit, dient de proeve van bekwaamheid met voldoende resultaat te worden afgelegd, alvorens de student het practicum c.q. de patiënten behandeling in de onderwijspraktijk kan hervatten. Artikel 4.4a Toegang tot het onderwijs en voorrangsregels 1. Elke student dient zich voor niet-verplichte onderdelen van blokken aan te melden volgens de op studieweb aangegeven procedure. Indien de aanmelding niet of niet tijdig heeft plaatsgevonden, kan deelname aan het onderwijs worden geweigerd. 2. Elke student wordt voor de verplichte onderdelen van het onderwijs ingedeeld. 3. Toelating voor de cursussen met een beperkte capaciteit vindt plaats op basis van vooraf in het Onderwijs- en examenprogramma vastgestelde en gepubliceerde toelatingscriteria en voorrangsregels, met dien verstande dat voor de opleiding ingeschreven studenten voorrang genieten bij de cursussen die behoren tot het verplichte deel van hun opleiding. 4. Een student kan, mits hij voldoet aan de in bijlage III genoemde voorwaarden voor inschrijving voor het desbetreffende onderdeel, één maal deelnemen aan het onderwijs van een praktische oefening. 5. Indien de student uiterlijk één week voor aanvang van het onderwijs de aanmelding voor het onderwijs van een praktische oefening annuleert, behoudt hij het recht op deelname aan het onderwijs van een praktische oefening voor het desbetreffende onderdeel. 6. De student kan worden uitgesloten van een praktische oefening als hij de verplichtingen van de werkgroep die het onderwijs verzorgt, niet nakomt. Artikel 4.5 Maximale vrijstelling Maximaal 36 studiepunten van het onderwijsprogramma kunnen worden behaald op basis van verleende vrijstellingen. Artikel 4.6 Graad Aan de student die het masterexamen met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de graad Master of Science verleend. De verleende graad wordt op het getuigschrift vermeld. In geval het een gezamenlijke opleiding (‘joint degree’) betreft, wordt dat vermeld op het getuigschrift. 5. Overgangs- en slotbepalingen Artikel 5.1 Wijziging en periodieke beoordeling deel B 1. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling van deel B wordt door de decaan vastgesteld na advies van de desbetreffende opleidingscommissie. Het advies wordt in afschrift verzonden aan het bevoegde medezeggenschapsorgaan.
26
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
2. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling behoeft de instemming van het bevoegde medezeggenschapsorgaan op de onderdelen die niet de onderwerpen van artikel 7.13, tweede lid onder a t/m g en v, alsmede het vierde lid WHW betreffen en de toelatingseisen tot de masteropleiding. 3. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling kan slechts betrekking hebben op een lopend studiejaar, indien de belangen van de studenten daardoor niet aantoonbaar worden geschaad. Artikel 5.2 Overgangsbepalingen In afwijking van de vigerende onderwijs- en examenregeling geldt een overgangsbepaling voor studenten die met de opleiding zijn begonnen onder een eerdere onderwijs- en examenregeling: 1. Voor onderwijsonderdelen waaraan de student begonnen is in het tweede semester van het studiejaar 2013-2014 en die doorlopen tot na 1 september 2014, gelden tot 1 februari 2015 de bepalingen uit de Onderwijs- en Examenregeling 2013-2014 betreffende die onderwijsonderdelen. 2. Aan studenten uit studiejaar 2013-2014 of eerder wordt voor de hiernavolgende onderdelen uit Master 1 twee keer gelegenheid geboden om te herkansen in studiejaar 2014-2015. Medische tandheelkundige interactie II 4 studiepunten Specifieke patiëntengroepen 4 studiepunten Pedodontologie 2 studiepunten 3. De klinische verdieping MTI-KREST van Master 2 zal worden voortgezet in een apart onderdeel KREST in Master 2 en het onderdeel MTI verhuist naar Master 1. De nieuwe klinische verdieping MTI in Master 1 zal bestaan uit een praktisch deel (reanimatie en training in medische calamiteiten) en een theoretisch deel, alsmede het bijwonen van patiëntenbesprekingen. Het reanimatiepracticum in het blok MTI-2 vervalt vanaf 2014-2015. Studenten die in september 2014 of februari 2015 instromen in Ma2 hebben het reanimatiepracticum al gevolgd bij het blok MTI-2. Deze studenten dienen het theoretische deel nog te doen door 5 patiëntenbesprekingen verplicht bij te wonen. De studenten van Ma2 of Ma3 die het 4e jaars reanimatiepracticum van het blok MTI-2 nog niet gedaan hebben, krijgen gedurende het jaar alsnog de mogelijkheid dit in te halen. Artikel 5.3 Bekendmaking 1. De decaan draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, alsmede van elke wijziging daarvan. 2. De onderwijs- en examenregeling wordt geplaatst op de website van de faculteit en wordt geacht te zijn opgenomen in de studiegids. Artikel 5.4 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september 2015.
Aldus vastgesteld door de decaan
: d.d. 1 september 2015
Advies opleidingscommissie Advies ondernemingsraad Instemming Studentenraad
: d.d. 25-06-2015 : d.d. 26-06-2015 : d.d. 06-07-2015
27
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
28
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
Onderwijs- en Examenprogramma Masteropleiding Tandheelkunde 2015 – 2016
29
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
Ma1 Blok Afwijkingen van het kaakgewricht en speekselklieren • • • • • • •
Vakcode Periode Credits Voertaal Faculteit Coördinator Docent(en)
• Lesmethode(n)
: : : : : : :
T_AFWIJKKKSP semester 1 4.0 Nederlands ACTA mw. dr. C.M. Visscher mw. dr. G. Aarab, M. Gilijamse, W Knibbe, dr. M. Koutris, prof. dr. F. Lobbezoo, dr. L Smeele, mw. dr. C.M. Visscher, P. Wetselaar, Gasten van Orale Kinesiologie : Hoorcollege, Practicum, Werkgroep
Doel vak I : c(3), d(3), e(3), j(3) III : d(3) VI : o(3) Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2. Inhoud vak De meest voorkomende oorzaak van pijn in de orofaciale regio betreft een aandoening van de dentoalveolaire structuren, gevolgd door pijnklachten uitgaande van de kauwspieren en kaakgewrichten (temporomandibulaire dysfunctie- (TMD-)pijn. Daarnaast zijn er vele, meer zeldzame, oorzaken van klachten in de orofaciale regio, zoals bijv. aandoeningen van de speekselklieren. In dit blok leert u TMD-pijn te onderscheiden van andere pijn in het orofaciale gebied, waaronder pijn uitgaande van de speekselklieren, en komen verschillende behandelopties aan bod (zowel theoretisch als praktisch). Ook zullen functieproblemen van het kauwstelsel, bewegingsstoornissen, gebitsslijtage en slaapstoornissen (met hun tandheelkundige consequenties) aan bod komen. Toetsvorm Het blok wordt met een voldoende afgesloten als aan de volgende eisen is voldaan: - Voldoende voor het tentamen (schriftelijk en/of digitaal) - Deelgenomen aan de verplichte werkgroepen en practica Literatuur • BAART JA, WAAL I VAN DER (red). Mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie. Houten:Bohn Stafleu van Loghum, 2008. • NAEIJE M, LOBBEZOO F, VISSCHER CM (red). Orale Kinesiologie. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 2015. • NAEIJE M, LOBBEZOO F, LOON LAJ VAN, SAVALLE WPM, ZAAG JAC. VAN DER, HUDDLESTON SLATER JJR, MEULEN MJ VAN DER, VISSCHER CM. ACTA behandelprotocol Craniomandibulaire Dysfunctie. (zie BlackBoard). • de hand-outs van de colleges
31
Masteropleiding tandheelkunde 2015-2016
Overige informatie De stof uit het bachelor blok ‘Vorm en Functie’ dient als basiskennis voor het blok AKS en wordt als bekend verondersteld. Ter voorbereiding op het blok vindt u op BlackBoard een casus, waarmee u kennis kunt maken met de Orale Kinesiologie. Tevens vindt u op BlackBoard de tekst "Behandelprotocol CMD-versie NL", die bestudeerd dient te worden als voorbereiding op de werkgroepen en practica.
32
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
Ma1 Blok Diagnostiek en rehabilitatie • • • • • • •
Vakcode Periode Credits Voertaal Faculteit Coördinator Docent(en)
• Lesmethode(n)
: : : : : : :
T_DIAGREHAB semester 2 4.0 Nederlands ACTA prof. dr. D. Wismeyer A. Braun, J.V. Laverman, prof.dr. B. Loos, dr. A.J.P. van Strijp, prof. dr. D. Wismeyer : Hoorcollege, Werkgroep
Doel vak I : a(4), d(4), e(4), i(4), j(4), l(4) II : b(4), c(4), d(4), f(4) III : a(4), b(4), d(4), g(3) VI : f(4), g(4), i(4), k(4), l(4), m(4), n(2), t(3) Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2. Inhoud vak Tandheelkundige problematiek dient zich zelden aan in een zich tot één discipline beperkende pathologie. Meestal komen verschillende ziektebeelden, soms met dezelfde etiologie, tegelijkertijd voor. Rehabilitatie van het sterk gemutileerd gebit vereist derhalve veelal een multidisciplinaire aanpak. In dit blok komt de geïntegreerde diagnostiek, indicatie en behandelplanning aan de orde. In dit kader breidt de student zijn reeds eerder opgedane kennis op het terrein van de parodontologie en functieherstel met vaste en uitneembare prothetische voorzieningen uit met de mogelijkheden die implantaten, het orthodontisch verplaatsen van gemigreerde gebitselementen, alsmede pre- en postchirurgische orthodontie bieden bij de behandeling van het gemutileerde gebit. Tevens wordt in dit blok aandacht besteed aan het inschatten van de risico’s voor het ontstaan en de progressie van cariës en parodontitis, en hoe hier met preventieve interventies op kan worden ingespeeld. Hetzelfde geldt ten aanzien van de kwaliteit en prognose van endodontisch te behandelen en behandelde gebitselementen en de wijze waarop deze worden gerestaureerd. Als afgestudeerd tandarts kunt u met behulp van de competenties van dit blok, binnen de beperkingen van de algemene praktijk, de problemen van patiënten met een gemutileerd gebit diagnosticeren en, eventueel tezamen met andere (mond) zorgverleners, behandelen. Toetsvorm Tentamen met gesloten en/of open vragen. Literatuur Vakgebieden cariologie en endodontologie • FEJERSKOV O., KIDD E. Dental Caries. The disease and its clinical management. Blackwell 2008. • LOVEREN C. VAN, WEIJDEN G.A. VAN DER, Preventieve tandheelkunde. Op weg naar een doelmatige aanpak. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 2000. • Ivoren Kruis. Advies Preventie van erosieve gebitsslijtage. 2008 • PENNING C., e.a. Cariëslaesies. Diagnose en behandeling. Houten: Prelum Uitgevers, 2007. • THODEN VAN VELZEN S.K., WESSELINK P.R. (red.) Endodontologie. 3e druk, Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 2010.
33
Masteropleiding tandheelkunde 2015-2016
Vakgebied parodontologie • BEERTSEN W, QUIRYNEN M. STEENBERGHE D VAN, VELDEN U VAN DER. Parodontologie. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 2009. • LINDHE J. e.a. Clinical Periodontology and Implant Dentistry. 5th edition, Blackwell Munksgaard, 2008. Vakgebieden orale implantologie en prothetische tandheelkunde • JOKSTAD A. Osseointegration and dental implants. Wiley-Blackwell, 2009. • KANNO T, CARLSSON GE. A review of the shortened dental arch concept focusing on the work by the Käyser/Nijmegen group. J Oral Rehabilitation, 2006;33(11):850-862. • KLOET HJ, DE VAN PELT AWJ. Het dynamisch behandelconcept. Uit: Tandheelkundig jaar 1998 (red. Käyser AF et al.) Houten: Bohn Stafleu Van Loghum 1998. • MEYER H, DE LANGE G. Prothetiek en orale implantologie. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum • PJETURSSON BE, LANG NP. Prosthetic treatment planning on the basis of scientific evidence. J Oral Rehabil 2008;(35)Supplement 1:72- 79. • SCHAUB RMH. Het zorgplan; de basis voor de mondzorg. ACTA-QP, 2006. • WISMEIJER D, BUSER D, BELSER U. ITI Treatment Guide Volume 4. Quintessence Publishing Co, Ltd. 2010. Vakgebied orthodontie • GRABER T, VANARSDALL R. Orthodontics. Current principles and techniques. Third edition. Mosby, 2000. • PROFFIT WR, FIELDS HW. Contemporary Orthodontics. Second edition. Mosby. Sectie VIII: Treatment for adults. Overige informatie De werkgroepen zijn niet verplicht. De besproken stof wordt wel getoetst. In de werkgroepen worden multidisciplinaire cases besproken waarna centraal de in de groepen uitgewerkte cases worden besproken met stafleden van de diverse secties.
34
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
Ma1 Blok Functieherstel met uitneembare voorzieningen • • • • • • • •
Vakcode Periode Credits Voertaal Faculteit Coördinator Docent(en) Lesmethode(n)
: : : : : : : :
T_FUNCTIEHER semester 1 4.0 Nederlands ACTA prof. dr. D. Wismeyer dr. C. Kleverlaan, F.R. Langhorst, mw. N. van Wagensveld Hoorcollege
Doel vak I : c(3), d(3), e(3) VI : m(3) Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2. Inhoud vak In dit blok komt het functieherstel door middel van uitneembare gebitsprotheses bij de (partieel) edentate patiënt aan bod. De student leert de theoretische achtergronden die een rol spelen bij het vervaardigen van volledige en partiële gebitsprotheses en krijgt inzicht in de beperkingen en de problemen ten gevolge van het (moeten) dragen van gebitsprotheses. In de colleges materiaalkunde wordt duidelijk gemaakt hoe de keuze, de verwerking en biocompatibiliteit van prothesematerialen samenhangen met het klinisch functioneren van uitneembare protheses. Toetsvorm Tentamen met gesloten en/of open vragen Literatuur • ANDEL AG VAN. Handleiding frameprothese. ACTA 2013. Digitale uitgave op Blackboard. • CREUGERS NHJ, WITTER DJ, BAAT C DE, KELTJENS HMAM. De partiële gebitsprothese. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum 2012. ISBN 9789031375752. • JEPSOM NJA, WAAS MAJ VAN (Nederlandse redactie). De partiële prothese in theorie en praktijk. Houten: Prelum Uitgevers 2008. ISBN 978 90 8562 021 1. • KALK W. et al. (redactie). De volledige gebitsprothese in woord en beeld. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum 2001. ISBN 90 313 2175 3 • KALK W. et al (redactie). De overkappingsprothese. Houten/Zaventem: Bohn Stafleu Van Loghum 2005. ISBN 90 313 1152 9 • MCCABE JF, WALLS AWG. Applied dental materials. Blackwell Science. • WAAS MAJ. VAN, PARDOEN G, HARTMAN M, LIEM J. Tevredenheid met partiële frameprothesen. ACTA QP 2007;3:31-36. • Hand-outs van de colleges (via Blackboard).
35
Masteropleiding tandheelkunde 2015-2016
Ma1 Blok Groei en ontwikkeling • • • • • • •
Vakcode Periode Credits Voertaal Faculteit Coördinator Docent(en)
: : : : : : :
T_GROEIONTW semester 2 6.0 Nederlands ACTA K. van Westing A. Bakker, dr. G.E.J. Langenbach, dr. A.H.B. Schuurs, K. Syriopoulos, K. van Westing, orthodontisten i.o. • Lesmethode(n) : Hoorcollege, Practicum
Doel vak I : a(3), d(3), i(3), j (3), k(2) II : a(3) III : d(4), g(3) Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2. Inhoud vak De opbouw van het onderwijs binnen dit blok is onderverdeeld in 4 hoofdonderwerpen: 1. Algemene groei: Voor de geboorte: wat houdt de zwangerschap in voor de (aanstaande) moeder. Met welke veranderingen zal de tandarts rekening moeten houden. Na de geboorte: de groei en ontwikkeling zowel geestelijk als lichamelijk. 2. Groei van het hoofd: Voor de geboorte: uit welke kieuwbogen ontstaat het hoofd en hoe ontwikkelen de botten zich. Na de geboorte: hoe, waar en wanneer groeit het hoofd, hoe wordt dit gedocumenteerd en gevolgd. Hoe past de gebitsontwikkeling daarin? 3. Afwijkende groei van het hoofd: Voor de geboorte: hoe ontstaan craniofaciale afwijkingen. Na de geboorte: herkennen van aangeboren dan wel verworven afwijkende tandkaakontwikkelingen. Welke mogelijkheden zijn er voor diagnostiek en behandeling? 4. Abnormale ontwikkelingen na de geboorte: Aan bod komen numerieke en morfologische elementafwijkingen, structuurstoornissen van tandweefsels (incl. cement), cariës, erosie, resorptie, gebitsveroudering, traumata en verkleuringen. Toetsvorm Het blok wordt met een voldoende afgesloten als aan de volgende eisen is voldaan: - Voldoende voor het tentamen (open boek). - Deelgenomen aan de verplichte practica en werkbesprekingen. Literatuur • BERKOVITZ BKB, HOLLAND GR, MOXHAM BJ, Oral Anatomy, Histology,and Embryology, 3e ed., Edinburgh, Mosby, 2002 • DONKELAAR HJ, TEN, LOHMAN AHM (red.), Klinische Anatomie en Embryologie, deel 2, Maarssen, Elsevier gezondheidszorg, 2001 • GARANT P; Oral Cells and Tissues. • GILSANZ V, RATIB O. Hand Bone Age: A Digital Atlas of Skeletal Maturity. Springer, 2005. ISBN 3-540-20951-4. • JOHNSON DR, MOORE WJ, Anatomy for Dental Students. 3e ed.,Oxford,Oxford University press,1996 • LARSEN WJ, Human Embryology, 3rd ed, New York, Churchill Livingstone, 2001 • MOORE KL, PERSAUD TVN, The Developing Human, 7th ed, Philadelphia, Saunders, 2003 • SADLER TW, Langman’s Medical Embryology, 9th ed, Philadelphia, Lippincott, Williams and Wilkins, 2004
36
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
• • • • • • • •
SCHUURS, A.H.B, Pathology of the dental hard tissues, Wiley & Blackwell, 2012 WHAITES E. Radiography and radiology for dental care professionals, 2nd ed., Churchill Livingstone/Elsevier, 2009. ISBN: 0702030406 Syllabus Hoofd-Hals Embryologie, ACTA 2006 Profitt, Contemporary orthodontics 5th edition 2013 Gebitsontwikkeling bij de mens - F.P.G.M. van der Linden ,september 2010 of nieuwer(ISBN: 9789031375318) NTvT Select: Syndromen (ISBN 90 313 3876 1) Syllabus orthodontische diagnostiek (zie Blackboard) Collegedictaten
Overige informatie Voor deelname aan de Ma2 Lijn Functieherstel met behulp van orthodontische behandeling verdient het aanbeveling dat het blok Groei en ontwikkeling is gevolgd. Alle werkgroepen in het blok Groei & Ontwikkeling zijn verplicht: Wanneer niet is voldaan aan de verplichte onderwijsvormen binnen het blok Groei & Ontwikkeling, zal het tijdens het tentamen behaalde resultaat niet eerder worden vrijgegeven totdat de deficiëntie is opgeheven.
37
Masteropleiding tandheelkunde 2015-2016
Ma1 Blok Medische tandheelkundige interactie II • • • • • • • •
Vakcode Periode Credits Voertaal Faculteit Coördinator Docent(en) Lesmethode(n)
: : : : : : : :
T_M1MTI II semester 2 3.0 Nederlands ACTA mw. dr. D.E. van Diermen mw. dr. D.E. van Diermen, dr. J. Hugtenburg, Prof. dr. J.H. Ravesloot, Hoorcollege en Werkcollege
Doel vak I : a(2), b(2), f(3), g(3) III : a(4), b(3), c(3), d(3) IV : a(2), b(3) VI : a(4), e(3), h(3) Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2. Inhoud vak Dit blok is een voortzetting van de bachelorblokken De Zieke Mens en MTI en zal ziektebeelden behandelen die nog niet in de bacheloropleiding aan bod gekomen zijn. De interacties van geneesmiddelen met de mondgezondheid komen aan de orde.. Aan de hand van virtuele patiënten zal de student zich bekwamen in het opstellen van behandelplannen voor Medisch Gecompromitteerde Patiënten. Toetsvorm Het blok wordt met een voldoende afgesloten als aan de volgende eisen is voldaan: - Voldoende voor het tentamen (digitaal) - Alle patiëntendemo’s zijn gevolgd Ter voorbereiding op werkcolleges en de patiëntendemonstraties kunnen er drie thema-opdrachten worden gemaakt. Voldoende gemaakte en op tijd ingeleverde thema-opdrachten leveren per opdracht maximaal 0,3 tentamenpunt op, in totaal kunnen maximaal 0,9 tentamenpunten gehaald worden. Deze bonuspunten zijn alleen geldig bij de eerstvolgende tentamengelegenheid en vervallen daarna. Recidivisten mogen de opdrachten ook maken en insturen per mail naar
[email protected]. Literatuur e • BRAND, H.S., DIERMEN, D.E., MAKKES, P. (red), “Algemene Ziekteleer voor tandartsen”, 3 druk, 2012. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. • MARIEB, E.N., “Human Anatomy & Physiology”, 9e druk. Pearson Benjamin Cummings 2012 • NEAL, M.J., “ Medical Pharmacology at a glance” , 7th edition, Oxford, Blackwell Sciences, 2012. • SITSEN, J.M.A. e.a. (red), “Farmacologie”, 4e druk. Utrecht: Wetenschappelijke uitgeverij Bunge 2009. • Recente relevante publicaties in wetenschappelijke tijdschriften. • CVZ. Farmacotherapeutisch Kompas 2011 of 2012. Houten: Prelum Uitgevers, 2011. Overige informatie Het digitale tentamen is gebaseerd op werkelijke casuïstiek van patiënten en vraagt zowel naar fysiologische principes, klinische verschijnselen, geneesmiddelen en medisch-tandheelkundige interacties van de behandelde ziektebeelden. Een PAK-toets is altijd onderdeel van het tentamen. Voor studenten die in september 2014 of februari 2015 instromen in master 2 geldt een overgangsregeling. Zie OER deel B, art 5.2
38
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
Ma1 Blok Mondziekten, kaakchirurgie en functionele anatomie • • • • • • •
Vakcode Periode Credits Voertaal Faculteit Coördinator Docent(en)
• Lesmethode(n)
: : : : : : :
T_MONDKAAK semester 1 8.0 Nederlands ACTA dr. M.D. Lagerweij J.A. Baart, K.H. Karagozoglu, F.S. Kroon, dr. J.H. Koolstra, dr. G.E.J. Langenbach, J Nolte, prof. dr. E.A.J.M. Schulten, prof. dr. L.E. Smeele, J.G. Tuk , dr J de Visscher, : Hoorcolleges, practica, digitale oefentoetsen
Doel vak I : d(3), g(3), i(3), j(3) II : f(3) VI : e(3) Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2. Inhoud vak In dit blok wordt vooral de pathologie van weke delen en bot in en rond de mondholte bestudeerd. Hierbij wordt aandacht besteed aan de verschijningsvormen, de etiologie, de diagnostiek en de behandelingsmogelijkheden. In het blok wordt ook aandacht besteed aan de diagnostiek van veel voorkomende en voor de tandarts relevante slijmvliesafwijkingen, afwijkende mondgewoonten, dentogene ontstekingen, dentogene sinus max afwijkingen, extractieleer en hechten en het voorkomen van complicaties bij extracties. Bij het onderdeel oncologie gaat de aandacht vooral uit naar de vroege diagnostiek en preventie van premaligne en maligne aandoeningen in de mond en het hoofd-halsgebied, alsmede de verschillende behandelmogelijkheden. Tevens wordt aandacht besteed aan aspecten van screening en de algemene aspecten en gevolgen van radiotherapie en radiobiologie. Bij de onderdelen orale pathologie en oral medicine worden de epidemiologie, de etiologie, de pathogenese, de klinische en, waar van toepassing, röntgenologische en histopathologische aspecten van de gangbare afwijkingen in en rond de mond behandeld met inbegrip van de differentiële diagnose, het natuurlijke beloop en eventuele preventie en behandelingsvormen. Tevens wordt aandacht besteed aan orale bijwerkingen van geneesmiddelen. Het anatomieonderwijs omvat een gedetailleerde behandeling van de organen van het hoofd-halsgebied. De aandacht is daarbij vooral gericht op de structuren die de mondholte omgeven. Tevens wordt in dit multidisciplinaire blok ingegaan op de samenhang tussen de verschillende medische specialismen die zich bezig houden met de diagnostiek en behandeling van afwijkingen in en rond de mondholte. Ook wordt in een van de thema’s aandacht besteed aan het onderwerp ‘verwijzen of niet’. Als laatste komt ook forensische odontologie aan de orde. Toetsvorm Digitaal tentamen (gesloten boek) dat bestaat uit meerkeuzevragen en een aantal vragen naar aanleiding van één of meer cases. Literatuur • BAART JA, VAN DER WAAL I, Mondziekten, kaak-en aangezichtschirurgie BohnStafleu Van Loghum, Houten, 2009 • SCHUNKE M, SCHULTE E, SCHUMACHER U (red). Anatomische atlas Prometheus Hoofd, hals en neuroanatomie, 2e druk. Houten, BohnStafleu Van Loghum, 2010 • VRIES J DE, ROODENBURG JLN, WAAL I VD, BENDER W (red). Oncologie voor de tandheelkundige praktijk. Van Gorcum, Assen, 2006. ISBN 90-232-4250-5/ 978902342505
39
Masteropleiding tandheelkunde 2015-2016
• • •
Syllabus hoofd-hals Anatomie, ACTA 2005 COO-programma’s Hoofd-hals anatomie, Kauwspieren en kaakgewricht, Zenuwvoorziening van hoofd en hals Syllabus Forensische Tandheelkunde 2010
Overige informatie Practica zijn niet verplicht, deelname op inschrijving.
40
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
Ma1 Blok Pijn en trauma • • • • • • • •
Vakcode Periode Credits Voertaal Faculteit Coördinator Docenten Lesmethode(n)
: : : : : : : :
T_PIJNTRAUM semester 1 4.0 Nederlands ACTA dr. H. Shemesh J. A. Baart, A.K. Braun, L. Dubois, M. Koutris, B. Tulp , C.J. Warnsinck Hoorcollege, Werkgroep
Doel vak I : a(4), b(4), d(4), e(4), f(4), h(4), i(4), j(4), l(4) III : b(4), c(4), d(3), f(3), g(3) IV : a(4) VI : a (4), d(4), e(4), f(4), g(4), h(4), i(3), j(3), o(3), q(3) Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2. Inhoud vak Het onderwijs van dit blok richt zich op onderzoek, diagnose en behandeling van pijn van (non)dentogene aard, craniomandibulaire dysfunctie en traumata van gebitselementen en het aangezicht. De definitie van pijn wordt besproken in termen van acute en chronische pijn. Aan de orde komen perifere en centrale mechanismen van pijntransmissie en -modulatie, alsmede pijn van preoperatieve, operatieve en postoperatieve oorsprong. Daarnaast worden ook non-farmacologische en farmacologische vormen van pijnbeheersing en -bestrijding onderwezen. Toetsvorm Schriftelijk tentamen Literatuur • BAART, J.A. WAAL, VAN DER I., Mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie, Houten, Bohn Stafleu Van Loghum 2009 ISBN 97890 3135321-7 de • THODEN VAN VELZEN, S.K, WESSELINK PR (red.), "Endodontologie", 3 geheel herziene druk.Houten: Bohn Stafleu Van Loghum 2010. • Syllabus: Traumata van gebitselementen, Wesselink, P.R., ACTA 2012. • NMT-Praktijkrichtlijn Tandletsel, NMT, Nieuwegein 2010. • Orale kinesiologie: Temporomandibulaire disfuncties, bruxisme, gebitsattritie en slaapapneu M. e Naeije ,F. Lobbezoo and C.M Visscher Bohn Stafleu Van Loghum 1 Druk 2014 Overige informatie Uitvoerend coördinator: C.J. Warnsinck Het onderwijs vindt plaats in de vorm van hoorcolleges en werkgroepen. De werkgroepen zijn multidisciplinair en interactief.
41
Masteropleiding tandheelkunde 2015-2016
Ma1 Blok Professionaliteit en portfolio • • • • • •
Vakcode Periode Credits Voertaal Faculteit Coördinator
: : : : : :
T_M1PROFPORT semester 1 en semester 2 1.0 Nederlands ACTA prof. dr. C. van Loveren
Doel vak I: a(3), b(3), c(3), d(3), e(3), f(3), g(3), h(3), i(3), j(3), k(3), l(3) II: a(4), b(3), c(3), d(3), e(3), f(3) III: a(4), b(3), c(3) Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2. Inhoud vak De student legt de voortgang in zijn professionele ontwikkeling op de 7 competentie-domeinen van de tandarts algemeen practicus vast in zijn portfolio. Hij doet dit middels schriftelijke reflectieverslagen en verslagen van de bespreking over zijn ontwikkeling met de docent. Ook alle studieresultaten van de Lijn EBK worden opgenomen in dit portfolio. In het portfolio worden ook de resultaten van de Overalltoets (OAT) en deelname aan de nabespreking hiervan vastgelegd. Bij de OAT krijgt de student een patiëntencasus voorgelegd met daarbij een aantal (voornamelijk meerkeuze)vragen die beogen de student te toetsen op het vermogen om adequaat een verband te leggen tussen een klinische situatie of een klinisch probleem en de onderliggende theorie. De jaarlijkse OAT is een goede voorbereiding op de EBKeindpresentatie (Ma2), omdat daar vergelijkbare vragen worden gesteld. Een groot deel van de vragen voor de OAT en de onderbouwing daarvan, wordt in Ma2 en Ma3 door de studenten zelf ontwikkeld. Het resultaat op de OAT levert de student inzicht in de eigen ontwikkeling in relatie tot die van de medestudenten uit hetzelfde studiejaar en de overige studiejaren. Toetsvorm Dit blok kan worden afgerond als aan de volgende eisen is voldaan: - Het portfolio is volledig ingevuld. - De OAT is afgelegd en de nabespreking is gevolgd. - Er staan geen meldingen open bij de Commissie Professioneel Gedrag. Literatuur Handleiding portfolio: https://portfolio.uva.nl/portal Overige informatie Aandachtspunten en beoordelingsformulieren aangaande Professioneel Gedrag zijn op Blackboard te vinden. Andere informatie en handleidingen rondom het portfolio zijn ook in de betreffende Blackboardcursus te vinden.
Ernstige overschrijdingen van professioneel gedrag zowel binnen als buiten de kliniek kunnen als incident gemeld worden bij de Commissie Professioneel Gedrag (CPG). In samenspraak met de student en de melder zal de CPG een traject opstellen om de overschrijding te corrigeren. De melding wordt teniet gedaan indien het corrigerende traject afgelegd is naar tevredenheid van de student, de melder en de CPG.
42
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
Uitvoering incidentmelding PG - Indien een docent voornemens is om een incident PG te melden dan vult hij het daartoe bestemde formulier in. Dit formulier wordt mede ondertekend door de blok- of lijncoördinator en wordt door de coördinator ingeleverd bij de CPG. - De commissie PG stelt de student en de coördinator van de Lijn Professionaliteit en Portfolio schriftelijk op de hoogte en nodigt de student uit voor een gesprek. - De commissie PG voert een gesprek met de docent die het incident PG heeft gemeld. - In samenspraak met de student en de melder zal de CPG een verbetertraject opstellen, inhoudende een periode waarin, alsook een wijze waarop, de student kan laten zien over voldoende PG te beschikken om alsnog een voldoende eindoordeel PG te behalen. Het verbetertraject kan onder andere bestaan uit het volgen van remedial teaching of een doorverwijzing naar externe hulpverlening. De melding wordt teniet gedaan als het verbetertraject is afgelegd naar tevredenheid van de student, de melder en de CPG. De voldoende beoordeling voor PG wordt gemeld bij de coördinator van de Lijn Professionaliteit en Portfolio. - Aan het eind van Master 1, 2 en 3 gaat de coördinator van de lijn Professionaliteit en Portfolio na of er meldingen PG open staan. - Als de CPG van mening is dat het gedrag van de student dusdanig ernstig is dat het belang van de patiënt, de beroepsgroep of ACTA in het geding is, dan wordt dit per ommegaande schriftelijk aan de Examencommissie doorgegeven. In een dergelijk uitzonderlijk geval kan aan het College van Bestuur worden voorgesteld de inschrijving van de student definitief te beëindigen. Uitvoerend coördinator Portfolio: T. M. Monsma Uitvoerend coördinator OAT: H.P. Wiegman Uitvoerend coördinator PG: H. Bussink MSc Gedetailleerde informatie over de Overalltoets is te vinden in de Blackboardcursus ‘Overalltoets 20152016’.
43
Masteropleiding tandheelkunde 2015-2016
Ma1 Blok Specifieke patiëntengroepen • • • • • • •
Vakcode Periode Credits Voertaal Faculteit Coördinator Docent(en)
Lesmethode(n)
: : : : : : :
T_M1SPECPAGR semester 2 5.0 Nederlands ACTA prof. dr. A. de Jongh A. van Andel, mw. D. Broers, mw. dr. K.J.M. de Jong, prof. dr. A. de Jongh, J. Oortwijn, dr. T.R.V. Nys, S. de Vries, : Hoorcollege, Werkgroepen, Practicum
Doel vak I : a(3), a(4), b(3), b(4), d(4), e(3), f(3), h(4), i(3), j(4), k(3), k(4), l(4) II : a(2), a(4), b(2) III : a(3), a(4), b(3), c(3) IV : a(2), d(2) VI : a(3), b(2), d(3), g(1), h(3), j(2), v(2) Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2. Inhoud vak In het blok ‘Specifieke patiëntengroepen’ staan patiëntencategorieën centraal die als afzonderlijke groep kenmerkend zijn voor bepaalde tandheelkundige ziektebeelden of behandelingsproblematiek. Zo komt onder andere de behandeling aan de orde die specifiek is bij moeilijk behandelbare kinderen, zeer angstige volwassenen, mensen met psychiatrische ziektebeelden, ouderen, mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking of geïnstitutionaliseerde patiënten. Er wordt geleerd specifieke groepen patiënten te onderscheiden, er mee om te gaan en deze te behandelen, gericht op gezondheidsbevordering en behandelingstoegankelijkheid. De bijzondere zorgcategorieën worden tevens bestudeerd in het licht van het ethisch handelen van de tandarts. Daarnaast wordt, behalve het benodigde theoretische kader, uitgebreid aandacht besteed aan casuïstiek, onder andere aan de hand van videomateriaal van patiënten. Binnen een serie practica vindt training in klinische vaardigheden plaats, waaronder het afnemen van een psycho-sociale anamnese en het voeren van een diagnostisch gesprek met patiënten met pathologische angst voor de tandheelkundige behandeling. In andere, parallel verlopende, groepen wordt een aantal digitale cases van kinderen behandeld met als doel inzicht te verkrijgen in hoe leeftijd en gedrag van een kind van invloed zijn op het tandheelkundig handelen. Toetsvorm Het blok wordt met een voldoende afgesloten wanneer aan de volgende eisen is voldaan: - Alle verplichte Blackboard opdrachten zijn aan het eind van het blok en voorafgaande aan het tentamen ingeleverd. - Alle 3 dagdelen van het angECTSracticum zijn gevolgd. - Alle 4 dagdelen van het practicum/discussiebijeenkomsten van Pedodontologie zijn gevolgd. - Een voldoende resultaat voor het tentamen (open vragen) dat bestaat uit vragen over één of meer cases. - Er is sprake van ‘professioneel gedrag’, in termen van positieve participatie tijdens de practica. Literatuur • AMERONGEN VAN W.E. (red) et al., "Kindertandheelkunde 1", Houten: Bohn, Stafleu, van Loghum 2009. • AMERONGEN, W.E. VAN (red) et al. (2013). Kindertandheelkunde 2, Houten: Bohn, Stafleu,van Loghum.
44
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
• • • • • •
JONGH, A. DE (2004). ‘Lastige’ patiënten in de tandartspraktijk: over psychische problemenen de gevolgen voor het behandelplan. Bohn Stafleu en van Loghum: Houten [ISBN 90313 4253]. JONGH, A. DE (2012). Angst voor de tandheelkundige behandeling. Van Gorcum: Assen [ISBN 978 90 232 4785 2] LINDEN VAN F.P.G.M. "Gebitsontwikkeling bij de mens", Bohn, Stafleu, van Loghum 2010. NUY, M., GORDIJN, B., & TRUIN G.-J. (2002). De Prudente Tandarts, Uitgeverij SWP, Amsterdam. Handouts en artikelen die in de studiehandleiding zijn aangegeven en van Blackboard zijn te downloaden. Collegedictaat (inclusief de stof die tijdens de discussiebijeenkomsten besproken wordt)
Overige Informatie Dit blok is bedoeld als voorbereiding op het klinisch practicum Pedodontologie binnen de Ma2 lijn Pedodontologie.
45
Masteropleiding tandheelkunde 2015-2016
Ma1 Lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek, MA1 • • • • • • • •
Vakcode Periode Credits Voertaal Faculteit Coördinator Docent(en) Lesmethode(n)
: : : : : : : :
T_M1LEBKKLIN semester 1 en semester 2 12.0 Nederlands ACTA prof. dr. J. Roeters Tandartsdocenten, Hoorcollege, Practicum, Werkgroep, Portfoliobeheer, Overig
Doel vak I : a(4), b(3), c(4), d(3), e(3), f(3), g( 2), h(3), i(3), j(3), k(3), l(3) II : a(4), b(3), c(3), d(3), e(3), f(3) III : a(4), b( 4),c( 4), d(3), e(2), g(3) IV : a(2), b(3), c(2), d(3), e(3) V : c(3), d(4), e(3), f(3), g(4), h(4), i(3) VI : a(4), e(3), f( 4), g(3), h( 4), i(3), k(3), l(3), m(3), o( 2), q(2), s( 2), v( 2) VII: 4 Voor verklaring van de competenties zie OER, bijlage I. Inhoud vak Doel van de Lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek, MA1 (Lijn EBK, MA1) is het toepassen en integreren van tot dan toe opgedane kennis en vaardigheden bij patiënten. Dat vindt plaats in een geïntegreerde setting, waarin de diagnostiek en indicatie/behandelingsplanning multidisciplinair worden aangepakt. De student wordt voortdurend bevraagd over de actualiteit van zijn kennis en de reikwijdte van de tandheelkundige wetenschap. Van de student wordt verwacht dat hij/zij kritisch denkt, zichzelf voortdurend vragen stelt en hierop (wetenschappelijke) antwoorden formuleert. In het onderwijs ligt de nadruk op een gestructureerde en zo nodig gefaseerde aanpak van de bij de individuele patiënt voorkomende problematiek. Dit gebeurt binnen het kader van een zorgdoel/zorgplan, opgesteld volgens de DIB-(Diagnose-Indicatie-Behandelplanning) systematiek. Het zorgplan omvat de te ondernemen preventieve en curatieve activiteiten en geeft aan welke zorgverleners bij de uitvoering van deze activiteiten betrokken zullen zijn. De studenten werken in koppels onder begeleiding van een tandartsdocent. De Lijn EBK, MA1 richt zich onder andere op: • Het bereiken van de hierboven genoemde competentieniveaus. • Het maken van zorg/behandelplannen (op het niveau DIB 2 en 3). • Het zelfstandig verrichten van klinische handelingen op het op hem of haar afgestemde competentieniveau. Toetsvorm De Lijn EBK, MA1 wordt met een voldoende (cijfer) afgerond als aan de volgende voorwaarden is voldaan: - De student heeft binnen de EBK tandheelkundige zorg verleend en aan zorg gerelateerde taken verricht gedurende alle ingeroosterde activiteiten. Een deelname van 100% is verplicht. Afwezigheid (om welke reden dan ook) dient gecompenseerd te worden in ingeroosterde vakantiepractica; - De entreetoets indirecte restauratie op de Simodont moet behaald zijn; - De student heeft ten minste tweemaal per jaar de voortgang in zijn professionele ontwikkeling op de 7 competentiedomeinen van de tandarts algemeen practicus besproken met zijn tandartsdocent en daarop gereflecteerd. Het voortgangsgesprek EBK vindt plaats op basis van het portfolio.
46
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
Literatuur De literatuur, leerstof en klinische handleidingen behorende bij de onderwijsblokken van zowel de bachelor- als de masteropleiding. Overige informatie Een voldoende resultaat voor de Lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek, MA1, is een van de toelatingsvoorwaarden tot de Ma3 Lijn Academische groepspraktijk (LAG) en de Ma3 Lijn Klinische profielen. Het verlenen van tandheelkundige zorg en verrichten van aan zorg gerelateerde taken houdt het volgende in: - Er geldt een 100% aanwezigheidsplicht (zie hierboven: hier geldt alleen de ingeroosterde tijd, exclusief wettelijke feest- en vrije dagen). Daarvan is 50% in de rol van hoofdbehandelaar en 50% als assisterende. Indien geroosterde tijd uitvalt, omdat bijvoorbeeld de patiënt niet op zijn afspraak verschijnt, dienen in overleg met de docent vervangende werkzaamheden (Simodont oefeningen, fantoomoefeningen, assistentie, etc.) te worden uitgevoerd. - Als voorbereiding op de EBK-eindpresentatie (Lijn EBK, OWP MA2) wordt geadviseerd alvast op zoek te gaan naar een voor dat doel geschikte patiëntencasus. - Met betrekking tot de klinische paro toets, zoals genoemd in Lijn EBK OWP Ma2, wordt geadviseerd alvast op zoek te gaan naar een geschikte paro patiënt. De in de Lijn EBK OWP MA2 genoemde klinische cario-, paro en indirecte restauratietoetsen mogen na toestemming van de docent(en) ook in de Lijn EBK, MA1 worden uitgevoerd. Een voldoende resultaat voor de niet-patiënt gebonden klinische endotoets is voorwaarde voor het mogen uitvoeren van wortelkanaalbehandelingen bij patiënten (zie de Lijn EBK, KV MA1). Na het behalen van de niet-patiënt gebonden klinische endotoets dient de student in de gehele periode Master 1 en Master 2 EBK ten minste drie endokanalen (ongeacht het aantal behandelde elementen) bij (een) klinische patiënt(en) te hebben vervaardigd op z-niveau. Een voldoende resultaat voor de Simodont entree-indirecte restauratie toets is een voorwaarde voor het deelnemen aan de klinische indirecte restauratietoets en het mogen vervaardigen van kronen bij patiënten. In het uiterste geval, indien de student aantoonbaar niet in staat is geweest de klinische indirecte restauratie te realiseren en te toetsen, worden aan het eind van Master 2 EBK twee verschillende Simodont indirecte restauratie oefeningen en een niet-patiëntgebonden klinische indirecte restauratietoets op fantoom als uittree-toets afgenomen die met een voldoende dienen te worden afgerond. Uitgangspunt is dat alle practica effectief en volledig worden benut, hetgeen betekent dat bijvoorbeeld bij uitval van een patiënt de vrijgekomen tijd gebruikt wordt voor werken op fantoom of om te oefenen op de Simodont. Vrijwillig mag er worden deelgenomen aan een van de ingeroosterde KWS werkgroepen van MA2, mits daartoe de groepsgrootte effectief blijft. Het volgen van de KWS door MA1 kan nooit reden zijn om ander onderwijs te missen of te wisselen. In deze KWS kunnen studenten hun DIB3 plannen presenteren.
47
Masteropleiding tandheelkunde 2015-2016
Ma1 Lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek, KV MA1 • • • • • • • •
Vakcode Periode Credits Voertaal Faculteit Coördinator Docent(en) Lesmethode(n)
: : : : : : : :
T_M1LEBKKV semester 1 en semester 2 3.0 Nederlands ACTA prof. dr. J. Roeters mw. dr. D.E. van Diermen, dr. R. Özok Hoorcollege, Practicum, Werkgroep, Overig
Doel vak I : a(3), b(3), c(4), d(3), e(3), f(3), g(3), h(3), i(3), j(3), k(3), l(3) II : a(4), b(3), c(3), d(3), e(3), f(3) III : a(4), b(3), c(3), d(3), e(2), g(3) IV : a(2), b(3), c(2), d(3), e(3) V : c(3), d(4), f(3), g(3) VI : a(4), b(3), e(3), f(3), g(3), h(3), i(3), m(3), o(3), q(2), s(3), v(3) VII: 4 Voor verklaring van de competenties zie OER, bijlage I. Inhoud vak De Lijn EBK, KV MA1 bestaat uit een drietal onderdelen en dient ter voorbereiding voor specifieke handelingen binnen de lijn EBK, MA1 en de lijn EBK, OWP, MA2 en de LAG. Het vak is opgedeeld in twee delen: 1. Klinische verdieping endodontologie 2. Klinische verdieping MTI (Medische Tandheelkundige Interactie) 1. Klinische verdieping endodontologie (KV-endo) Het onderdeel Klinische verdieping Endodontologie bereidt de student voor op het zelfstandig kunnen uitvoeren van wortelkanaalbehandelingen en bestaat uit werkbesprekingen en practica. Het onderdeel wordt afgesloten met de niet-patiëntgebonden endotoets. Na afloop van de KV-endo is de student: - in staat om een diagnose van endodontische en periapicale afwijkingen op grond van klinische bevindingen te stellen, een daarop gebaseerd endodontisch behandelplan te maken, en de risico’s van de behandeling in te schatten; - in staat om ontstoken, geïnfecteerd dan wel necrotisch pulpaweefsel te behandelen; - in staat om de principes van evidence based tandheelkunde in de klinische en endodontologische besluitvorming te integreren; - zich bewust van de grenzen van het eigen kennen en kunnen en kan hij/zij hierop reflecteren. 2. Klinische verdieping MTI Bij medisch gecompromitteerde patiënten worden uitgebreide DIB’s besproken en eventueel uitgevoerd. Veel aandacht wordt besteed aan het afnemen van de medische anamnese en aan mogelijke medisch-tandheelkundige interacties. Tijdens de patiëntenbesprekingen is er aandacht voor MTI-aspecten, zoals effecten van ziekten en geneesmiddelen op de mondgezondheid, allergieën voor tandheelkundige materialen en het voorkómen van (acute) medische problemen tijdens of door de tandheelkundige behandeling. Studenten zullen in koppels patiënten behandelen met ASA score 3 en 4.
48
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
De student - zal in staat zijn de interacties tussen tandheelkunde en geneeskunde te herkennen en te
interpreteren, om zo een optimaal behandelplan te kunnen opstellen; - zal kennis opdoen van de bijwerkingen van geneesmiddelen teneinde tandheelkundige problemen te kunnen verklaren; - zal kennis en vaardigheden opdoen met betrekking tot reanimatie en acute situaties, alsmede gebruik van de medische noodkoffer. Toetsvorm De Lijn EBK, KV MA1 wordt met een voldoende afgerond als aan de volgende voorwaarden is voldaan: - De student heeft de Klinische verdieping Endodontologie gevolgd en de niet-patiëntgebonden endotoets met voldoende resultaat afgerond; - De student heeft alle verplichte onderdelen van de Klinische verdieping MTI gevolgd; - Voor al deze onderdelen geldt een aanwezigheidsplicht. Literatuur e • BRAND HS, VAN DIERMEN DE, MAKKERS PC. Algemene ziektenleer voor tandartsen, 3 druk. Bohn Stafleu van van Loghum, Houten 2013. • NEKOOFAR MH et al., (2006). The fundamental operating principles of electronic root canal length measurement devices. Int Endod J, 39; 595-609. • SLUIS, VAN DER et al., (2007). Passive ultrasonic irrigation of the root canal: a review of the literature. Int Endod J, 40; 415-426. • THODEN VAN VELZEN, S.K., WESSELINK, P.R. (red.) et al., (2010). Endodontologie. Houten / Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum 3e druk. • WHITWORTH J (2005). Methods of filling root canals: principles and practices. Endod Topics, 12; 2-24. • Vertucci (1984). Root canal anatomy of the human permanent teeth. Oral Surg Oral Med Oral Pathol, 58; 589-99. • Sathorn et al., (2007). Antibacterial efficacy of calcium hydroxide intracanal dressing: a systematic review and meta-analysis. Int Endod J, 40; 2-10. Overige informatie Een voldoende resultaat voor de niet-patiënt gebonden endotoets is voorwaarde voor het mogen uitvoeren van wortelkanaalbehandelingen bij patiënten. Een voldoende resultaat voor het onderdeel Lijn EBK, KV MA1 is één van de toelatingsvoorwaarden tot de Ma3 Lijn Academische Groepspraktijk (LAG) en de Ma3 Lijn Klinische profielen.
49
Masteropleiding tandheelkunde 2015-2016
Ma2 Professionaliteit en portfolio MA2 • • • • • •
Vakcode Periode Credits Voertaal Faculteit Coördinator
: : : : : :
T_M2PROFPORT semester 1 en semester 2 2.0 Nederlands ACTA prof. dr. C. van Loveren
Doel vak I : a(4), b(4), c(4), d(4), e(4), f(4), g(3), h(4), i(4), j(4), k(4), l(4) II : a(4), b(4), c(4), d(4), e(4), f(4) III : a(4), b(4), c(4) Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2. Inhoud vak De student legt de voortgang in zijn professionele ontwikkeling op de 7 competentiedomeinen van de tandarts algemeen practicus vast in zijn portfolio. Hij doet dit middels schriftelijke reflectieverslagen en verslagen van de bespreking over zijn ontwikkeling met de docent. Bij de Overalltoets (OAT) krijgt de student een patiëntencasus voorgelegd met daarbij een aantal (voornamelijk meerkeuze)vragen die beogen de student te toetsen op het vermogen om adequaat een verband te leggen tussen een klinische situatie of een klinisch probleem en de onderliggende theorie. De jaarlijkse OAT is een goede voorbereiding op de EBK-eindpresentatie (Ma2), omdat daar vergelijkbare vragen worden gesteld. Een groot deel van de vragen voor de OAT en de onderbouwing daarvan, wordt in Ma2 en Ma3 door de studenten zelf ontwikkeld. Het resultaat op de OAT levert de student inzicht in de eigen ontwikkeling in relatie tot die van de medestudenten uit hetzelfde studiejaar en de overige studiejaren. Toetsvorm Dit blok kan worden afgerond als aan de volgende eisen is voldaan: - Het portfolio is volledig ingevuld. - De OAT is afgelegd en de nabespreking is gevolgd. - Er staan geen meldingen open bij de Commissie Professioneel Gedrag. Literatuur Handleiding portfolio: https://portfolio.uva.nl/portal Overige informatie Aandachtspunten en beoordelingsformulieren aangaande Professioneel Gedrag zijn op Blackboard te vinden. Andere informatie en handleidingen rondom het portfolio zijn ook in de betreffende Blackboardcursus te vinden. Ernstige overschrijdingen van professioneel gedrag zowel binnen als buiten de kliniek kunnen als incident gemeld worden bij de Commissie Professioneel Gedrag (CPG). In samenspraak met de student en de melder zal de CPG een traject opstellen om de overschrijding te corrigeren. De melding wordt teniet gedaan indien het corrigerende traject afgelegd is naar tevredenheid van de student, de melder en de CPG.
50
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
Uitvoering incidentmelding PG - Indien een docent voornemens is om een incident PG te melden dan vult hij het daartoe bestemde formulier in. Dit formulier wordt mede ondertekend door de blok- of lijncoördinator en wordt door de coördinator ingeleverd bij de CPG. - De commissie PG stelt de student en de coördinator van de Lijn Professionaliteit en Portfolio schriftelijk op de hoogte en nodigt de student uit voor een gesprek. - De commissie PG voert een gesprek met de docent die het incident PG heeft gemeld. - In samenspraak met de student en de melder zal de CPG een verbetertraject opstellen, inhoudende een periode waarin, alsook een wijze waarop, de student kan laten zien over voldoende PG te beschikken om alsnog een voldoende eindoordeel PG te behalen. Het verbetertraject kan onder andere bestaan uit het volgen van remedial teaching of een doorverwijzing naar externe hulpverlening. De melding wordt teniet gedaan als het verbetertraject is afgelegd naar tevredenheid van de student, de melder en de CPG. De voldoende beoordeling voor PG wordt gemeld bij de coördinator van de Lijn Professionaliteit en Portfolio. - Aan het eind van Master 1, 2 en 3 gaat de coördinator van de lijn Professionaliteit en Portfolio na of er meldingen PG open staan. - Als de CPG van mening is dat het gedrag van de student dusdanig ernstig is dat het belang van de patiënt, de beroepsgroep of ACTA in het geding is, dan wordt dit per ommegaande schriftelijk aan de Examencommissie doorgegeven. In een dergelijk uitzonderlijk geval kan aan het College van Bestuur worden voorgesteld de inschrijving van de student definitief te beëindigen. Uitvoerend coördinator Portfolio_EBK: T. M. Monsma Uitvoerend coördinator OAT: H.P. Wiegman Uitvoerend coördinator PG: H. Bussink MSc Gedetailleerde informatie over de Overalltoets is te vinden in de Blackboardcursus ‘Overalltoets 20152016’.
51
Masteropleiding tandheelkunde 2015-2016
Ma2 Blok Voorbereiding wetenschappelijke scholing, MA2 • • • • • • • •
Vakcode Periode Credits Voertaal Faculteit Coördinator Docent(en) Lesmethode(n)
: : : : : : : :
T_M2VWS semester 1 of semester 2 2.0 Nederlands ACTA dr. T.J.M. van Steenbergen dr. T.J.M. van Steenbergen, dr. A.J. van Wijk Werkgroep, Hoorcollege
Doel vak II: a(3), b(3), c(3), d(3), e(3) Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2. Inhoud vak e Dit blok is een voorbereiding op het blok Wetenschappelijke Verdieping in het 3 studiejaar van de e Masterfase. De student maakt in dit blok een keuze voor een onderwerp waaraan hij in het 3 jaar wetenschappelijk onderzoek zal verrichten. Tevens maakt de student een onderzoeksopzet voor dit onderzoek. Het blok bevat ook werkgroepen waarin zal worden geoefend met het vertalen van een vraagstelling in een onderzoeksopzet. Toetsvorm Het blok wordt met een voldoende afgesloten wanneer aan de volgende eisen is voldaan: - Actieve participatie in de werkgroepen. - Een goedgekeurde paper (werkstuk/opdracht), waarin de onderzoekopzet wordt beschreven. De eindbeoordeling vindt plaats op het niveau van onvoldoende of voldoende. Literatuur De gebruikte literatuur wordt door de student grotendeels zelf verzameld en wordt bepaald door het gekozen onderwerp. Overige informatie Een voldoende resultaat voor dit blok is een toelatingseis voor de lijn Wetenschappelijke Verdieping uit Master 3.
52
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
Ma2 Lijn Diagnostiek en casuïstiek • • • • • • • •
Vakcode Periode Credits Voertaal Faculteit Coördinator Docent(en) Lesmethode(n)
: : : : : : : :
T_LDIAGCAS semester 1 en semester 2 3.0 Nederlands ACTA prof.dr. J. Roeters docenten uit diverse klinische secties Klinische les, Zelfstudie
Doel vak I : a(4), b(4), c(4), d(4), e(4), f(4), g(4), h(4), i(4), j(4), k(4), l(4) II : a(4), b(4), c(4), d(4), f(4) III : a(4), b(4), c(4) Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2. Inhoud vak Tandheelkundige problematiek dient zich zelden aan in een zich tot één discipline beperkende pathologie. Meestal komen verschillende ziektebeelden, soms met dezelfde etiologie, tegelijk voor bij één en dezelfde patiënt. Zowel voor diagnostiek als voor behandeling wordt van de student vereist dat deze de aanwezige problematiek in onderlinge samenhang kan herkennen en doorgronden. In deze lijn wordt in een maandelijkse cyclus in een zogenaamd ‘Klinisch Forum’ door deskundigen uit diverse klinische vakgebieden aan de hand van klinische casussen besproken hoe aan deze vereisten kan worden voldaan, waar mogelijk onderbouwd met wetenschappelijke literatuur. Ter bevordering van de interactie tussen de sprekers en de studenten wordt de casus (met ten minste 2 bijpassende artikelen) zo mogelijk ruim tevoren op Blackboard geplaatst. Van de studenten wordt verwacht dat zij zich voorbereiden op het Klinisch Forum door bestudering van casus en artikelen. Indien van tevoren beschikbaar dienen de studenten ook antwoorden te formuleren op een aantal door de sprekers aangeleverde vragen. Tijdens het Klinisch Forum kunnen studenten worden uitgenodigd/aangewezen hun antwoorden te presenteren en toe te lichten. Een videoregistratie van ieder Klinisch Forum, de bijbehorende presentatie en ten minste één wetenschappelijk artikel worden na afloop op Blackboard geplaatst ten behoeve van zelfstudie en het maken van de verplichte toetsen. Toetsvorm De lijn wordt met een voldoende afgerond als aan de volgende eisen is voldaan: - De student is aanwezig geweest bij alle Klinische Fora. - De student heeft gemiddeld een voldoende behaald (gecorrigeerd voor de raadkans) voor de digitale toetsen die na ieder Klinisch Forum op Blackboard gemaakt kunnen worden. Het eindcijfer wordt bepaald door het resultaat behaald bij de digitale deeltoetsen. Indien de student niet bij alle Klinische Fora aanwezig is geweest, moet het aantal gemiste klinische fora worden ingehaald in het volgende studiejaar. Literatuur De bij de presentaties op Blackboard geplaatste literatuur. De in de verschillende vakgebieden reeds onderwezen en bestudeerde literatuur wordt bekend verondersteld.
53
Masteropleiding tandheelkunde 2015-2016
Overige informatie Het Klinisch Forum vindt plaats op alternerende weekdagen, telkens van 17.45 tot 18.45 uur. Uitvoerend coördinator: H.P. Wiegman. Deelname aan het Klinisch Forum is verplicht voor Ma2-studenten. De in klinische problematiek geïnteresseerde Ma1-studenten en overige belangstellenden zijn van harte welkom. Uitvoerend coördinator: H. Wiegman
54
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
Ma2 Lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek, KV MA2 • • • • • • • •
Vakcode Periode Credits Voertaal Faculteit Coördinator Docent(en) Lesmethode(n)
: : : : : : : :
T_M2LEBKKV Semester 1 en Semester 2 3.0 Nederlands ACTA prof. dr. J. Roeters dr. C. Kleverlaan, tandartsdocenten. Practicum, Werkgroep, Hoorcollege, Portfoliobeheer.
Doel vak I : a(4), b(3), c(4), d(4), e(4), f(4), g(3), h(3), i(3), j(4), k(4), l(4) II : a(4), b(4), c(3), d(4), e(3), f(3) III : a(4), b(4), c(4), d(4) IV : a(3), b(3), c(3), d(3) V : c(4), d(4), g(4) VI : a(4), e(4), f(4), g(4), h(4), i(4), k(4), l(4), m(4), o(3), s(3), v(3) VII : 4 Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2. Inhoud vak Het onderwijs binnen de Klinische Verdieping REST van de Ma2 Lijn EBK (Lijn EBK,KV MA2) richt zich op de praktische en theoretische achtergronden van de restauratieve tandheelkunde in de volle breedte van het woord. Er worden werkbesprekingen gegeven en preklinische oefeningen uitgevoerd, die hoofdzakelijk betrekking hebben op de complexere restauratieve tandheelkunde. De student − zal ervaring opdoen met complexere restauratieve behandelingen; − zal de diagnostiek, de indicatie en de behandelplanning (DIB) bij patiënten met gemutileerde dentities/esthetische problemen adequaat weten te interpreteren. Toetsvorm De Lijn EBK, KV MA2 wordt met een voldoende afgerond als aan de volgende voorwaarden is voldaan: - De student heeft een voldoende beoordeling van de preklinische oefeningen. Literatuur Alle voorafgaande leerstof. Overige informatie - Een 100% deelname is verplicht. Afwezigheid (om welke reden dan ook) dient gecompenseerd te worden in ingeroosterde vakantiepractica. - Een voldoende resultaat voor de Lijn EBK,KV MA2 is toelatingsvoorwaarde tot de Ma3 Lijn Academische groepspraktijk (LAG) en de Ma3 Lijn Klinische profielen.
55
Masteropleiding tandheelkunde 2015-2016
Ma2 Lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek, onderdeel KWS • • • • • • • •
Vakcode Periode Credits Voertaal Faculteit Coördinator Docent(en) Lesmethode(n)
: : : : : : : :
T_LEBKKWS semester 1 en semester 2 4.0 Nederlands ACTA prof. dr. J. Roeters Tandartsdocenten, docenten van de secties Werkgroep, Hoorcollege, Practicum
Doel vak I : a(4), b(4), d(4), e(4), f(4), g(4), h(4), i(4), j(4), k(4), l(4) II : a(4), b(4), c(4), d(4), e(4), f(4) III : a(4), b(4), c(4) IV : a(3), b(3), c(3), d(3) V : c(4), d(4), f(3), g(4) VI : a(4), e(4), f(4) VII: 4 Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2. Inhoud vak Het doel van de Ma2 Lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek, onderdeel Klinisch Wetenschappelijke Scholing (Lijn EBK, KWS) is de student te trainen in complexe klinische besluitvorming gebaseerd op evidence (wetenschappelijk onderzoek). Tijdens de werkbesprekingen, worden studenten aangezet tot kritisch nadenken en leert men op systematische wijze problemen op te lossen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van PICO-vragen (Problem, Intervention, Comparison, Outcome) en het zoeken van antwoorden op die vragen in de tandheelkundige wetenschappelijke literatuur. De nauwe samenwerking tussen de tandartsdocenten en de docenten van de wetenschappelijke secties waarborgt dat de student voortdurend wordt bevraagd over de actualiteit van zijn kennis en over de reikwijdte van de tandheelkundige wetenschap. De student leert om op een steeds hoger niveau patiënten met een DIB 3, 4 of 5 te presenteren, waarbij de koppeling naar wetenschap wordt gelegd middels de PICO systematiek. Daarnaast worden er korte werkcolleges gegeven door docenten van de secties ter verdieping van reeds eerder aangeboden stof. Toetsvorm De Ma2 Lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek, onderdeel KWS wordt met een voldoende afgerond als aan de volgende voorwaarden is voldaan: - De student heeft actief deelgenomen aan de werkbesprekingen in de vorm van klinisch wetenschappelijke scholing. Een 100% deelname is verplicht. Afwezigheid (in welke vorm dan ook) dient gecompenseerd te worden in ingeroosterde vakantiepractica; - De student dient met een voldoende resultaat binnen de Ma2 minimaal drie patiënten met een DIB 3, 4 of 5 besproken te hebben; - De student dient met voldoende resultaat drie PICO-vragen te hebben geformuleerd, uitgewerkt en gepresenteerd. De drie PICO-vragen dienen voort te komen uit de drie verschillende DIB presentaties, daarmee wordt verbinding gelegd tussen de klinische casus en de wetenschap. - Bovengenoemde studieresultaten dient de student opgenomen te hebben in het portfolio. Literatuur Alle voorafgaande leerstof. Daarnaast de literatuur nodig voor het oplossen van de PICO-vragen.
56
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
Overige informatie Een voldoende resultaat voor de Lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek, Klinisch Wetenschappelijke Scholing, is een van de toelatingsvoorwaarden tot de Ma3 Lijn Academische groepspraktijk (LAG) en de Ma3 Lijn Klinische profielen.
57
Masteropleiding tandheelkunde 2015-2016
Ma2 Lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek, OWP, MA2 • • • • • • • •
Vakcode Periode Credits Voertaal Faculteit Coördinator Docent(en) Lesmethode(n)
: : : : : : : :
T_M2LEBKOWP Semester 1 en Semester 2 23.0 Nederlands ACTA prof. dr. J. Roeters Tandartsdocenten Practicum, Werkgroep, Hoorcollege, Overig
Doel vak I : a(4), b(4), c(4), d(4), e(4), f(4), g(4), h(4), i(4), j(4), k(4), l(4) II : a(4), b(4), c(4), d(4), e(4) f(3) III : a(4), b(4), c(4), e(3), g(3) IV : a(4), b(3), d(3), e(3) V : c(3), d(4), e(3), f(4), g(4), h(4), i(4), j(3) VI : a(4), e(4), f(4), g(4), h(4), i(4), j(2), k(4), l(4), m(4), n(3), o(3), q(3), s(4), u(3), v(4) VII: 4 Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2. Inhoud vak Doel van de Lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek, OWP (Ma2 Lijn EBK, OWP) is het toepassen en integreren van tot dan toe opgedane kennis en vaardigheden bij patiënten. Dat vindt plaats in een geïntegreerde setting, waarin de diagnostiek en indicatie/behandelingsplanning multidisciplinair worden aangepakt. De student wordt voortdurend bevraagd over de actualiteit van zijn kennis en de reikwijdte van de tandheelkundige wetenschap. Van de student wordt verwacht dat hij/zij kritisch denkt, zichzelf voortdurend vragen stelt en hierop (wetenschappelijke) antwoorden formuleert. In het onderwijs ligt de nadruk op een gestructureerde en zo nodig gefaseerde aanpak van de bij de individuele patiënt voorkomende problematiek. Dit gebeurt binnen het kader van een zorgdoel/zorgplan, opgesteld volgens de DIB-(Diagnose-Indicatie-Behandelplanning) systematiek. Het zorgplan bepaalt de te ondernemen preventieve en curatieve activiteiten en geeft aan welke zorgverleners bij de uitvoering van deze activiteiten betrokken zullen zijn. De studenten werken in koppels onder begeleiding van een tandartsdocent ter bevordering van de mondzorg van de patiënten. Andere speerpunten binnen de EBK Master 2 zijn het verlenen van tandheelkundige eerste hulp (polikliniek), het verlenen van tandheelkundige zorg met een hogere mate van complexiteit en het toepassen van de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBo). De Ma 2 lijn EBK richt zich onder andere op: • Het bereiken van de hierboven genoemde competentieniveaus. • Het benoemen van een zorgdoel, het maken van zorg/behandelplannen (op het niveau DIB 2, 3, 4 en 5). • Het zelfstandig, de op hem of haar competentieniveau afgestemde, klinische handelingen verrichten. • Het vervullen van taken (intake en pijnklachten) op de Polikliniek.
58
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
Toetsvorm De Lijn EBK,OWP MA2 wordt met een voldoende afgerond als aan de volgende voorwaarden is voldaan: - De student heeft tandheelkundige zorg verleend en aan zorg gerelateerde taken verricht binnen de EBK gedurende alle ingeroosterde activiteiten. Een 100% deelname is verplicht. Afwezigheid (met welke reden dan ook) dient gecompenseerd te worden in ingeroosterde vakantiepractica; - De student heeft twee maal per jaar tijdens het voortgangsgesprek EBK met zijn tandartsdocent zijn persoonlijke professionele ontwikkeling op de 7 competentiedomeinen van de tandarts algemeen practicus besproken. Hij heeft zijn persoonlijke professionele ontwikkeling aangetoond door middel van reflectie en zijn studieresultaten, die hij in zijn portfolio heeft opgenomen. Het EBK eindgesprek wordt met een voldoende afgesloten wanneer de professionele ontwikkeling van de student naar het oordeel van de student en de klinisch docent als voldoende beoordeeld wordt op (onderdelen van) het niveau van beginnend professional. - De student heeft alle onderdelen Lijn EBK, MA1 (inclusief de daarbij vermelde toetsen) afgerond met een voldoende resultaat; - De student heeft: a. de cariologietoets behaald; b. de paro-toets (een initiële parodontale behandeling bij een patiënt) behaald; c. de Simodont entree-indirecte restauratietoets voorafgaande aan de klinische indirecte restauratietoets bij een patiënt behaald. d. De klinische indirecte restauratietoets bij een patiënt behaald; e. ten minste drie endodontische kanalen bij (een) klinische patiënt(en) op niveau z behandeld; - De student heeft de EBK-eindpresentatie met goed gevolg afgerond. Literatuur De literatuur, leerstof en klinische handleidingen behorende bij de onderwijsblokken van zowel de bachelor- als de masteropleiding. Overige informatie Een voldoende resultaat voor de Lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek, OWP, is een van de toelatingsvoorwaarden tot de Ma3 Lijn Academische groepspraktijk (LAG) en de Ma3 Lijn Klinische profielen. Het verlenen van tandheelkundige zorg en verrichten van aan zorg gerelateerde taken houdt het volgende in: - Er geldt een 100% aanwezigheidsplicht (zie hierboven: hier geldt alleen de ingeroosterde tijd, exclusief wettelijke feest en vrije dagen). Daarvan is 50% in de rol van hoofdbehandelaar en 50% als assisterende. Uitgangspunt is dat alle practica effectief en volledig worden benut. Indien geroosterde tijd uitvalt omdat bijvoorbeeld de patiënt niet op zijn afspraak verschijnt, dienen in overleg met de docent vervangende werkzaamheden (Simodont oefeningen, fantoomoefeningen, assistentie, etc.) te worden uitgevoerd. - Het vervullen van politaken volgens rooster voor 100%. Een voldoende resultaat voor de niet-patiënt gebonden klinische endotoets is voorwaarde voor het mogen uitvoeren van wortelkanaalbehandelingen bij patiënten (zie de Lijn EBK, KV MA1). Na het behalen van de niet-patiënt gebonden klinische endotoets dient de student in de gehele periode Master 1 en Master 2 EBK ten minste drie endokanalen bij (een) klinische patiënt(en) te hebben vervaardigd op z-niveau. Een voldoende resultaat voor een Simodont entree-indirecte restauratietoets is een voorwaarde voor het deelnemen aan de klinische indirecte restauratietoets en het mogen vervaardigen van kronen bij patiënten.
59
Masteropleiding tandheelkunde 2015-2016
In het uiterste geval, indien de student aantoonbaar niet in staat is geweest de klinische indirecte restauratie te realiseren en te toetsen, worden aan het eind van Master 2 EBK twee verschillende Simodont indirecte restauratieoefeningen en een niet-patiëntgebonden klinische indirecte restauratietoets op fantoom als uittree-toets afgenomen, die met een voldoende dienen te worden afgerond. In het uiterste geval, indien de student aantoonbaar niet in staat is geweest de klinische parobehandeling (klinische parotoets) te realiseren, wordt aan het eind van Master 2 EBK een nietpatiëntgebonden parotoets als uittree-toets afgenomen, die met een voldoende resultaat moet worden afgerond.
60
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
Ma2 Lijn Functieherstel met behulp van implantologie en chirurgische parodontologie • • • • • • • •
Vakcode Periode Credits Voertaal Faculteit Coördinator Docent(en) Lesmethode(n)
: : : : : : : :
T_M2LFICP semester 1 en semester 2 10.0 Nederlands ACTA prof. dr. D. Wismeyer prof. dr. B. Loos, mw. prof. dr. J. Klein Nulend, prof. dr. D. Wismeyer hoorcollege, practicum, werkgroep
Doel vak I : e(4), k(4), l(4) II : a(4) III : c(4), d(4) VI : m(4), n(3) Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2. Inhoud vak De lijn leert de student welke mogelijkheden de orale implantologie voor de (bijna) afgestudeerde tandarts biedt en geeft inzicht in de voordelen en beperkingen van deze behandeloptie. Daartoe komen de basisprincipes van implanteren aan de orde zoals diagnostiek en indicatie, genezing en inheling, esthetiek en implantaatsystemen, als ook verschillende behandelsituaties en verschillende soorten suprastructuren met behandelprocedures. De student doet preklinische oefeningen wat betreft de chirurgie. Verder doet hij preklinische oefeningen om de specifieke vaardigheden te leren betreffende het maken van afdrukken van implantaten. De student dient bij de EBK patiënten die hij behandelt te assisteren tijdens het plaatsen van implantaten. Toetsvorm De lijn wordt met een voldoende afgesloten als aan de volgende eisen is voldaan: - de student een voldoende resultaat voor het tentamen (open/gesloten vragen) heeft behaald; - de student heeft deelgenomen aan alle werkgroepen; - de student geslaagd is voor de preklinische toets ‘het afdrukken van implantaten’; - de student voor minstens één (EBK-OWP) patiënt de diagnostiek, indicatie en behandelingsplanning van één of meer implantaten heeft uitgevoerd - de student is aanwezig geweest bij het plaatsen van het implantaat of de implantaten - de student heeft bij een eigen of een andere (EBK-OWP) patiënt implantaten afgedrukt ten behoeve van de te vervaardigen suprastructuur en heeft deze ook geplaatst en heeft hiervoor een voldoende behaald; - een goedgekeurd verslag van deze klinische implantologiestage is toegevoegd aan het portfolio; - de student een halve dag stage heeft gelopen bij de paro-polikliniek en hiervan een goedgekeurd verslag heeft toegevoegd aan het portfolio; - de student heeft geassisteerd bij een door een medewerker van de afdeling Parodontologie uitgevoerde flapoperatie. Literatuur Vakgebied implantologie • AVOORT PGGL VAN DER. Nazorg bij implantaten Houten: AccreDidact, 2014 • BEERTSEN W. et al. Parodontologie. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum 2009.
61
Masteropleiding tandheelkunde 2015-2016
•
• • • • • • • • • • • • • • •
BROGGINI N, BUSER D, COCHRAN DL. Glossary of oral and maxillofacial implants. Quintessence Publisching Co, Ltd., 2009. FEINE JS, CARLSSON GE. Implant overdentures. Quintessence Publisching Co, Ltd. 2003. GOODACRE CJ. Clinical complications of osseointegrated implants. J. Prosthet Dent 2003;90:121132 JOKSTAD A. Osseointegration and dental implants. Wiley-Blackwell, 2009. LANGHORST FR. Afdrukken van implantaten. Amsterdam: ACTA, 2014 LINDHE J. Clinical periodontology and implant dentistry. John Wiley and Sons:5th revised edition, 2008. MEIJER H, DE LANGE G. Prothetiek en orale implantologie. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum 2007. Naslagwerk PJETURSSON BE, LANG NP. Prosthetic treatment planning on the basis of scientific evidence. J Oral Rehabil 2008; (35) Supplement 1:72-79. WISMEIJER D, BUSER D, BELSER U. ITI treatment Guide Volume 1 Implant Therapy is the Esthetic Zone. Quintessence Publishing Co, Ltd. 2010. WISMEIJER D, BUSER D, BELSER U. ITI treatment Guide Volume 2 Loading protocols in Implant Dentistry. Quintessence Publishing Co,Ltd. 2010 WISMEIJER D, BUSER D, BELSER U. ITI treatment Guide Volume 4 Loading protocols in Implant Dentistry: Edentulous patient. Quintessence Publishing Co,Ltd. 2010 WISMEIJER D, BUSER D, BELSER U. ITI treatment Guide Volume 7 Sinus Floor Elevation Procedure Quintessence Publishing Co, Ltd. 2010 WISMEIJER D. FIJNHEER C. De chirurgische fase met behulp van het Straumann Dental Implant System. Amsterdam: ACTA, 2014. WISMEIJER D. FIJNHEER C. Guided surgery met behulp van het Straumann Dental Implant System. Amsterdam: ACTA 2014. WISMEIJER D, FIJNHEER C, Langhorst FR. Het vervaardigen van een boormal. Amsterdam: ACTA, 2013. WISMEIJER D, LANGHORST FR. Handleiding voor het plaatsen van een suprastructuur op Straumann implantaten. Amsterdam: ACTA, 2014.
Vakgebied orale celbiologie • TADJOEDIN ES et al. Histological observations on biopsies harvested following sinus Floor elevation using a bioactive glass material of narrow size range. Clinical Oral Implants Research 2000;334-344. • TERHEYDEN H, LANG NP, Bierbaum S, Stadlinger B. Osseointegration – communication of cells. Clin Oral Impl Res 2012;23:1127-1135. (met 3D-animatie op dvd Cell-to-Cell). • ZERBO IR et al. Localisation of osteogenic and osteoclastic cells in porous beta-tricalcium phosphate particles used for human maxillary sinus floor elevation. Biomaterials 2005;12:14451451. Vakgebied parodontologie • BEERTSEN W. et al. Parodontologie: Houten, Bohn Stafleu van Loghum, 2009. • KALDAHL WB, KALKWARF KL, PATIL KD, MOLVAR MP, DYER JK. Long-term evaluation of periodontal therapy: I. Response to 4 therapeutic modalities. J Periodontol. 1996 Feb;67(2):93-102. • QUIRYNEN M, ABARCA M, ASSCHE N VAN, NEVINS M, STEENBERGHE D VAN. Impact of supportive periodontal therapy and implant surface roughness on implant outcome in patients with a history of periodontitis. Journal of Clinical Periodontology 2007;34:805–815.
62
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
Ma2 Lijn Functieherstel met behulp van orthodontische behandeling • • • • • • •
Vakcode Periode Credits Voertaal Faculteit Coördinator Docent(en)
• Lesmethode(n)
: : : : : : :
T_LFORTHO semester 1 en semester 2 5.0 Nederlands ACTA K. van Westing J.C. Baart, mw. dr. A. Bos, prof. dr. E. Hakman, mw. M.L. Koning, dr. G.J.C. Kramer, dr. R.B. Kuitert, prof. dr. F. Lobbezoo, mw. dr. C. Prahl, prof. dr. D.B. Tuinzing, K. van Westing, dr. N.M.B.K. Willems, prof. dr. A. Zentner, Orthodontisten i.o. : Hoorcollege, Werkcollege, Practica
Doel vak I : a(4), c(3), d(3), e(3), i(4), j(4), k(3), l(3) II : a(4) III : g(4) VI : f(4), l(2), r(2), t(3) Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2. Inhoud vak Centraal in deze lijn staat het geven van inzicht in de mogelijkheden die orthodontie biedt bij functieherstel, esthetische problemen en profielcorrecties. Het maken van een individueel en adequaat zorgplan wordt gebaseerd op de prognose van ontstaan en verloop van de afwijking. Daarnaast maakt de student kennis met eenvoudige orthodontische handelingen (brackets principes, retentieprotocollen, orthodontische noodhulp etc.). De behandelplanning van afwijkingen die door middel van orthodontie behandeld kunnen worden komt aan de orde. Om een behandelplan te kunnen maken moet de student op de hoogte zijn van de verschillende behandelmogelijkheden. Denk hierbij aan uitneembare en vaste apparatuur bij osteotomie, implantologie en prothetische voorzieningen. Ook de psychosomatische implicaties van de behandeling zullen aan de orde komen, alsmede gedragsaspecten bij therapietrouw (compliance). Toetsvorm De lijn wordt met een voldoende afgesloten als aan de volgende eisen is voldaan: - schriftelijk tentamen met voldoende resultaat (gedeeltelijk meerkeuze vragen en gedeeltelijk open vragen). - deelname aan de verplichte practica en werkcolleges. Literatuur • BAART, J.A. et al, ‘’Kaakchirurgie’’. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum 1998 • Profitt, Contemporary orthodontics 5th edition 2013 • Gebitsontwikkeling bij de mens - F.P.G.M. van der Linden ,september 2010 of nieuwer (ISBN: 9789031375318) • Selectie van wetenschappelijk literatuur; beschikbaar via Blackboard i.c. docent • Aanvullingen op bovenstaande literatuur worden zo spoedig mogelijk op Blackboard gezet. Overige informatie Er wordt vanuit gegaan dat de student voldoende kennis beheerst van Orthodontie, opgedaan in voorgaande onderwijsjaren. Voor deelname aan de Lijn Functieherstel met behulp van orthodontische behandeling verdient het aanbeveling dat het Ma1 Blok Groei en ontwikkeling reeds is gevolgd. De werkgroepen Orthodontie en het practicum kliniek is verplicht onderwijs.
63
Masteropleiding tandheelkunde 2015-2016
Ma2 Lijn Pedodontologie • • • • • • •
Vakcode Periode Credits Voertaal Faculteit Coördinator Docent(en)
• Lesmethode(n)
: : : : : : :
T_LPEDO semester 1 of semester 2 3.0 Nederlands ACTA mw. Dr. K.J.M. de Jong mw. T. Brethouwer, J. Duivenvoorden, dr. B. Özen, mw. A. Schmeitink, mw. M.M.A. Schoenmakers, mw. D.S. Schutte, mw. I. van Voskuilen en kindertandartsen in opleiding : Werkgroep, Practicum
Doel vak I : a(4), b(4), c(4), d(4), e(4), f(4), j(4), k(4) II : a(4), c(4), d(4), f(4) III : a(4), b(4), c(4), d(4), f(4), g(4) V : c(4), d(4), g(4), h(4) VI : a(4), b(3), d(4), f(4), g(4), h(4), j(4), q(4), t(3), u(4), v(4) Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2. Inhoud vak Het doel van het lijnonderwijs is dat de student leert zelfstandig kinderen te behandelen met aandacht voor preventie en behandelbaarheid en dat de student leert een volledig behandelplan op te stellen, te onderbouwen en uit te voeren. Daartoe dient de student zich te trainen in gedragsbeïnvloeding en sociale en klinische vaardigheden. Door nauwe samenwerking met studenten mondzorgkunde van de Hogeschool InHolland leert de student om te gaan met taakdelegatie. Het onderwijs bestaat uit preklinische oefeningen ter voorbereiding op de patiëntenbehandeling en uit het behandelen van patiënten in de leeftijdscategorie van vier tot veertien jaar met uitloop tot achttien jaar. Bij afwezigheid van patiënten en om vaardigheden verder te trainen, kunnen preklinische oefeningen worden ingelast, kan geoefend worden met papieren patiënten of kan bij kindertandartsen (in opleiding) worden geassisteerd op de stafkliniek pedodontologie. De student werkt zo veel mogelijk met een assistent, in ieder geval bij curatieve (be)handelingen. Deze assistent kan een medestudent zijn of een student mondzorgkunde. Toetsvorm De lijn wordt met een voldoende afgesloten als aan de volgende eisen is voldaan: - Schriftelijk tentamen met voldoende resultaat. Hierin wordt de student getoetst op het uitvoeren van een juiste diagnostiek en het opstellen van een zorgplan op de korte en de lange termijn bij een papieren patiënt. - Verplichte aanwezigheid zowel bij de werk-, voor- en nabesprekingen als bij het (pre)klinisch practicum. - Mondelinge presentaties. De student presenteert tijdens de werkgroepen in een koppel een onderwerp uit de kindertandheelkunde en een casus uit het klinisch practicum. - Portfolio. De student toont in zijn digitaal portfolio aan dat hij alle onderdelen van de lijn heeft doorlopen en dat hij de beoogde competenties van de lijn heeft behaald.
64
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
Literatuur • AMERONGEN WE VAN, MARTENS LC, STEL G, VEERKAMP JSJ. Kindertandheelkunde deel 1. Houten/Diemen: Bohn Stafleu van Loghum; 2009. • AMERONGEN WE VAN, MARTENS LC, STEL G, VEERKAMP JSJ. Kindertandheelkunde deel 2. Houten/Diemen: Bohn Stafleu van Loghum; 2013. • FEJERSKOV O, NYVAD B, KIDD EAM, editors. Dental caries: the disease and its clinical\ rd management. 3 ed. Wiley Blackwell; 2015. • LINDEN FPGM VAN DER. Gebitsontwikkeling bij de mens. Houten/Diemen: Bohn Stafleu van Loghum 2014. • STRIJP, AJP VAN, AMERONGEN, JP VAN, KLOET HJ DE, LOVEREN C. Cariëslaesies: e Diagnose en behandeling. 6 editie. Prelum Uitgevers; 2015. • Studiehandleiding Lijn Pedodontologie 2015-2016 • Studentenhandleiding Digitaal Portfolio Lijn Pedodontologie 2015-2016 Overige informatie Doorstroomeis binnen de lijn: De student dient het preklinisch practicum met een voldoende te hebben afgerond voordat hij/zij deel kan nemen aan de patiëntenbehandeling binnen het klinisch practicum.
65
Masteropleiding tandheelkunde 2015-2016
Ma2 Lijn Praktijkmanagement • • • • • • • •
Vakcode Periode Credits Voertaal Faculteit Coördinator Docent(en) Lesmethode(n)
: : : : : : : :
T_LPRAKTIJK semester 1 2.0 Nederlands ACTA dr. J. den Dekker dr. J. den Dekker, dr.T.R.V. Nys (sectie ethiek UvA), mw. R. de Raat (UU) Hoorcollege
Doel vak II : a(3) III : b(3), c(3), d(3) IV : b(3), c(3), e(3) V : a(3), b(3), e(3), f(3), g(3), j(3) Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2. Inhoud vak Het doel van deze lijn is de voorbereiding op de praktijkuitoefening vanuit sociaal-tandheelkundige invalshoek. Aan de orde komen de beroepsontwikkeling, de organisatie van de (mond)zorg, medisch/tandheelkundige ethiek, wetgeving, verzekering en financiering, praktijkvoering (taakverdeling en bevoegdheid), kwaliteit, klachtbehandeling, toezicht en doelmatigheid van zorg. Toetsvorm Schriftelijk tentamen met open en/of meerkeuzevragen vragen. Driekwart van de punten kan worden behaald uit vragen over sociaal-tandheelkundige onderwerpen, een kwart uit vragen over ethische onderwerpen. Literatuur th • BEAUCHAMP T, CHILDRESS J. Principals of Biomedical Ethics (4 edition). New York: Oxford University Press, 1994. • DEKKER J DEN. Mondzorg in sociaal perspectief. Tweede, herziene uitgave. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 2012. • Door de docenten uitgereikte teksten. Overige informatie Dit onderwijs wordt alleen in het eerste semester ‘live’ aangeboden. Studenten zijn in het tweede semester aangewezen op het studieweb voor de video-opnamen.
66
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
Ma2 Lijn Stages • • • • • • • •
Vakcode Periode Credits Voertaal Faculteit Coördinator Docent(en) Lesmethode(n)
: : : : : : : :
T_LSTAGES Ac. Jaar (bep. aanm) 3.0 Nederlands ACTA mw. dr. M.A. Klaassen mw. dr. M.A. Klaassen Werkgroep, Overig, Hoorcollege
Doel vak I : b(4), i(4) III : a(4), b(4), d(3), g(4) IV : d(4), e(3) VI : b(3) Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2. Inhoud vak Doel van deze lijn is om inzicht te krijgen in en kennis te maken met de bijzondere tandheelkunde buiten de tandheelkundige praktijk en met de maatschappelijke verantwoordelijkheid die de tandarts heeft. Tevens maakt de student kennis met het werk van een tandtechnisch laboratorium (TTL). De lijn “Stages” borduurt voort op het theoretische Ma1 blok “Specifieke patiëntengroepen”. Specifieke patiëntengroepen zijn bijvoorbeeld ouderen, mensen met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking, gedetineerden. Het onderwijs zal bestaan uit een externe stage bij een specifieke patiëntengroep, of een korte buitenlandstage (in overleg met de coördinator) en een bezoek aan een TTL. In een werkgroep heeft men de gelegenheid een presentatie van zijn/haar stage te doen. Toetsvorm De lijn wordt met een voldoende afgerond als aan de volgende eisen is voldaan: 1. Inleveren van een compleet dossier met daarin: − sollicitatiebrief − stagewerkplan − stageovereenkomst − stageverslag − eindbeoordelingsformulier van de stage bij de specifieke patiëntengroep − TTLverslag 2. Presentatie van de stage Literatuur Afhankelijk van de stageplek dient de student zich theoretisch voor te bereiden. Overige informatie De externe stage dient zelf geregeld te worden, hiervoor moet tijdig een sollicitatiebrief worden gestuurd naar de instelling van uw keuze. ACTA heeft een aantal stageplekken waarop moet worden gesolliciteerd. Op eigen initiatief een instelling zoeken is dus nodig om gegarandeerd een stageplek te hebben. De lijst met stageplekken kunt u inzien bij de secretaresse.
67
Masteropleiding tandheelkunde 2015-2016
Ma3 Blok Ziekenhuisstage • • • • • •
Vakcode Periode Credits Voertaal Faculteit Coördinator
: : : : : :
T_M3ZKHSTAGE semester 1 en semester 2 11.0 Nederlands ACTA dr. M.D. Lagerweij
Doel vak I : a(4), b(4), c(4), d(4), f(4), g(4), h(4), i(4), j(4) II : b(4) VI : e(4), h(4), j(4), n(3), p(3), s(4). Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2. Inhoud vak De ziekenhuisstage richt zich op patiënten met problemen op het gebied van mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie. De student leert: - de patiënt systematisch te onderzoeken - het probleem te omschrijven - behandelingsvoorstellen te doen - (eenvoudige) behandelingen zelf uit te voeren of - de patiënt voor consult en/of behandeling te verwijzen. Daarnaast leert de student voorlichting te geven over kaakchirurgische ingrepen en over de te verwachten nabezwaren en het eindresultaat. Tevens vormt de student zich een beeld omtrent de samenwerking en taakverdeling tussen tandarts en kaakchirurg. De stage wordt gedurende 4 weken gevolgd in VUmc (VU medisch centrum) of AMC (Amsterdams medisch centrum) en vervolgens gedurende 4 weken in MCA (medisch centrum Alkmaar), K.G.(Kennemergasthuis te Haarlem), LUMC (Leids univ. medisch centrum), Erasmus mc te Rotterdam of UMCU (univ. med. centrum Utrecht). Toetsvorm De student wordt beoordeeld op de volgende punten: - verloop van de stage: aanpak van de verschillende werkzaamheden, gedrag, inzet en opstelling; de omgang met patiënten en staf, communicatieve vaardigheden e.d.; toepassing van kennis van de mondziekten en kaakchirurgie, orale pathologie, en algemene ziekteleer. - een portfolio met tenminste 4 KPF (Korte Praktijk Feedback), 2 OSAT (Objective Structured Assessment of Technical skills) en 1 PICO presentatie. - extractie van ten minste 10 gebitselementen. - 5 korte digitale toetsen. - een zelfde portfolio m.b.t. de externe klinieken (4 KPF, 2 OSAT en 1 PICO). Het verloop van de stage en de casuspresentaties worden door de staf van beide locaties beoordeeld. Voor elk van de afzonderlijke onderdelen moet ten minste een 6.0 worden behaald. Indien het verloop van de stage en/of de casuspresentaties na 4 weken als onvoldoende wordt/worden beoordeeld, wordt men in de gelegenheid gesteld één of twee week extra stage te lopen, met een individueel programma. Wordt ook deze extra stage als onvoldoende beoordeeld of wordt hieraan niet deelgenomen, dan zal de gehele stage opnieuw moeten worden gevolgd.
68
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
Literatuur • BAART JA, VAN DER WAAL I, Mondziekten, kaak-en aangezichtschirurgie, Bohn Stafleu Van Loghum, Houten, 2009 • BAART JA, BRAND HS, Lokale anesthesie in de tandheelkunde, BohnStafleu Van Loghum, de Houten, 2 herziene druk 2013 • Studiehandleidingcoassistenten, sept. 2013, inclusief instructies op BlackBoard Vereiste voorkennis U hebt zich voorbereid op de stage MKA door vóóraf de volgende literatuur te bestuderen: Zie literatuur. Overige informatie Studiehandleidingen, docenten en overige informatie is te vinden op BlackBoard.
69
Masteropleiding tandheelkunde 2015-2016
Ma3 Lijn Academische groepspraktijk • • • • • • • •
Vakcode Periode Credits Voertaal Faculteit Coördinator Docent(en) Lesmethoden
: : : : : : : :
T_M3ACGRPRAK semester 1 en semester 2 20.0 Nederlands ACTA prof. dr. J. Roeters tandartsdocenten, dr. J. den Dekker Practicum, werkbesprekingen, werkgroepen, zelfstudie, portfoliobeheer
Doel vak I : a-g(4), i-l(4) II : a-f(4) III : a-f(4) IV : a-e(4) V : a-j(4) VI : a(4), b(4), d-v(4) VII : a (4) Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2. Inhoud vak Binnen het onderwijs van de Lijn Academische groepspraktijk (LAG) ligt het zwaartepunt op het zelfstandig leren werken, het communiceren met de patiënt, het samenwerken met verschillende zorgverleners, het verrichten van managementtaken en op het tonen van professioneel gedrag. Het onderwijs in de LAG wordt aangeboden in de vorm van een gecontroleerde algemene praktijk. Dit e houdt in dat de 3 jaar Master studenten in een team samenwerken met studenten van de opleiding mondzorgkunde (OMZ), onder begeleiding van tandartsdocenten en OMZ docenten. Dit team is gezamenlijk verantwoordelijk voor de zorg van een groep patiënten. Iedere student bekwaamt zich in verschillende taken. In de rol van teamleider is men verantwoordelijk voor de organisatie binnen het team, de verdeling van de zorg-gerelateerde taken tussen de zorgverleners en de kwaliteitsbewaking van de geleverde zorg. De student leert op deze wijze samen te werken met anderen, verantwoordelijkheden te nemen en te delen en leiding te geven. De student ontwikkelt zich zo tot een tandheelkundige professional. Op basis van de in voorgaande jaren opgedane kennis en vaardigheden (competenties) verleent de student op een gestructureerde wijze zorg aan patiënten met een tandheelkundige problematiek van allerlei aard. In een voor de individuele patiënt opgesteld zorgplan staan de gewenste preventieve en curatieve activiteiten en deze bepalen welke zorgverleners betrokken zijn bij de uitvoering van het plan. De patiëntenzorg binnen de LAG omvat naast het verlenen van tandheelkundige zorg aan het bestaande patiëntenbestand ook de pijnklachtenopvang, de intake van nieuwe patiënten en het behandelen van bijzondere zorggroepen waaronder kinderen. Op deze wijze bereidt de student zich voor op de zelfstandige beroepsuitoefening. Aan de hand van casuspresentaties en PICO-vragen bekwaamt de student zich verder in het wetenschappelijk beargumenteerd klinisch handelen. Daarbij komen ook facetten van professioneel handelen aan bod zoals ethisch redeneren, communicatieve- en onderzoeks-vaardigheden, kritisch reflecteren op eigen handelen en het nemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid.
70
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
Praktijkmanagement vormt een onderdeel van de LAG. Hierbij wordt aandacht besteed aan het ontwikkelen van professioneel gedrag bij de student. Onder andere beroepsethiek, personeelsmanagement (HRM), kwaliteit van de zorg en maatschappelijk handelen komen aan de orde. Toetsvorm De lijn wordt met een voldoende afgesloten als aan de volgende eisen is voldaan: - Het (zelfstandig) tandheelkundige zorg verleend hebben in een team volgens rooster; - Aanwezig zijn geweest (100% verplicht) en actief deelgenomen hebben aan practica, werkbesprekingen en werkcolleges; - Tweemaal kwalitatief beoordeeld zijn geweest middels een voortgangsgesprek, waarvan verslag gelegd in het Portfolio, op competenties uit de domeinen III, IV ,V en VII; - Voldoende verslaglegging gedaan hebben in het portfolio van: de verleende zorg, de casuspresentaties, voortgangsgesprekken en de 360° feedback met behulp van Korte Klinische Beoordelingen; - Het met een voldoende afgesloten hebben van het portfolio eindgesprek; dit gesprek wordt met een voldoende afgesloten wanneer de professionele ontwikkeling van de student op de 7 competentiedomeinen van de tandarts algemeen practicus door student en de docenten beoordeeld is op het niveau van beginnend professional; - Het met een voldoende afgesloten hebben van de Objective Structured Clinical Examination (OSCE); - Het met een voldoende afgesloten hebben van de 4 opdrachten van Praktijkmanagement. Literatuur • BEAUCHAMP T, CHILDRESS J. Principles of Biomedical ethica. Oxford University Press, 2008. • DEKKER J. DEN. Mondzorg in sociaal perspectief. Tweede, herziene uitgave. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 2012. • DIEBELS M, BLANKEMEIJER R. In- en uitstroom in 100 vragen. Kluwer, 2007. • OZAR DT, SOKOL DJ. Dental ethics at chairside: professional principles and practical applications. Georgetown University Press, 2002. • Door de docenten uitgereikte teksten. • De literatuur en leerstof behorende bij de onderwijsblokken van zowel de bachelor- als de masteropleiding. Daarnaast zoekt de student zelf de literatuur nodig voor het oplossen van de PICO-vragen. Overige informatie Ingangseisen: - De onderdelen van de Master 1 en 2 Lijnen Evidence based kliniek (KWS, KV en OWP) moeten met een voldoende resultaat zijn afgerond. - Alle blokken en lijnen uit Master 2 moeten zijn doorlopen. Instromen in de lijn LAG kan maandelijks, met uitzondering van januari, juni en het zomerreces: juli en augustus. Indien men kiest voor een buitenlandstage kan men tweemaal per jaar instromen (week 6 en 36). Uitvoerend coördinator: mw. E.M.C.Kleiss.
71
Masteropleiding tandheelkunde 2015-2016
Ma3 Lijn Klinische profielen • • • • • • •
Vakcode Periode Credits Voertaal Faculteit Coördinator Docenten
• Lesmethode(n)
: : : : : : :
T_M3KLINPROF semester 1 en semester 2 7.0 Nederlands ACTA prof. dr. F. Lobbezoo dr. W.E.R. Berkhout, mw. dr. K.J.M. de Jong, prof. dr. A. de Jongh, dr. G.J.C. Kramer, dr. C. Kleverlaan, dr. M.D. Lagerweij, J.G.C. Tuk, C.J. Warnsinck, P. Wetselaar, prof. dr. D. Wismeyer, mw. dr. I.R. Zerbo : Practicum, Werkgroep
Doel vak I : a(4), b(4), c(4), d(4), e(4), f(4), g(4), h(4), i(4), j(4), k(4), l(4) II : a(4), b(4), d(4), e(4), f(4) III : a(4), b(4), c(4), d(4) VI : a(4), b(3), c(3), d-m(4), n(3), o(4), p(3), q(4), r(3), s(4), t(3), u(4), v(4) De competenties in dit domein verschillen per profiel (zie “Inhoud vak”) VII Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2. Inhoud vak In het blok “Klinische profielen” maakt de student verder kennis met een klinisch deelgebied van de tandheelkunde. Het gekozen profiel bereidt de student voor op een mogelijke keuze voor een tandheelkundige differentiatie of specialisatie. De student kan een keuze maken uit de volgende profielen, die allen een eigen profielcoördinator hebben (zie hierboven; “Docenten”): • • • • • • • • • • •
Profiel “Bijzondere Zorggroepen” Profiel “Endodontologie” Profiel “Kindertandheelkunde” Profiel “Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie AMC” Profiel “Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie VUmc” Profiel “Orale Implantologie” Profiel “Orale Kinesiologie” Profiel “Orale Radiologie” Profiel “Orthodontie” Profiel “Parodontologie” Profiel “Restauratieve Tandheelkunde-MTI
Daarnaast kan een student er voor kiezen om het Klinisch profiel buiten ACTA of in het buitenland te volgen. Daartoe zoekt de student contact met een van de profielcoördinatoren, teneinde de vakinhoudelijke begeleiding vanuit ACTA te waarborgen. Voor ieder profiel is een korte beschrijving beschikbaar, waarin achtereenvolgens aan bod komen: de gegevens van de profielcoördinator, een korte beschrijving van de inhoud van het profiel, de leerdoelen, de instroommogelijkheden en -momenten, en de dagen/dagdelen waarop het profiel wordt aangeboden. In totaal dient de student 192 uren in detail te verantwoorden, waarvan er maximaal 40 aan zelfstudie mogen worden besteed. Bovendien maakt de student een verslag van de werkzaamheden waar zelfreflectie deel van uitmaakt. Hierbij wordt onder andere aangegeven of de leerdoelen zijn gehaald. Bij aanvang van het blok maakt de student afspraken met de begeleider en de medebegeleider en legt deze schriftelijk vast. Aan het einde van het blok wordt de student door
72
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
beide begeleiders beoordeeld, waarbij naast de urenverantwoording en het verslag ook het profiel als geheel wordt beoordeeld. De punten die bij die beoordeling aan bod komen staan op het beoordelingsformulier. In de studiehandleiding is na te lezen hoe het eindcijfer tot stand komt. Toetsvorm De volgende onderdelen worden getoetst: het profiel als geheel, de urenverantwoording en het verslag. Het verslag bevat een zelfreflectie, waarin de student onder andere wordt gevraagd om aan te geven in hoeverre en hoe de profiel-specifieke leerdoelen zijn gehaald. Uit die beschrijving blijkt tevens het individueel behaalde beheersingsniveau. Literatuur Per profiel wordt de student profiel-specifieke literatuur aangeboden die helpt bij het verdiepen van het inzicht van de student. Deze literatuur zal vooral recente wetenschappelijke publicaties behelzen. Overige informatie Ingangseis: - De onderdelen van de Master 1 en 2 Lijnen Evidence based kliniek (KWS, KV en OWP) moeten met een voldoende resultaat zijn afgerond. Niet alle klinische profielen hebben een maandelijkse instroom. Zie hiervoor de studiehandleiding.
73
Masteropleiding tandheelkunde 2015-2016
Ma3 Lijn Professionaliteit en portfolio • • • • • •
Vakcode Periode Credits Voertaal Faculteit Coördinator
: : : : : :
T_M3PROFPORT semester 1 en semester 2 5.0 Nederlands ACTA prof.dr. C. van Loveren
Doel vak I: a(4), b(4), c(4), d(4), e(4), f(4), g(4), h(4), i(4), j(4), k(4), l(4) II: a(4), b(4), c(4), d(4), e(4), f(4) III: a(4), b(4), c(4) Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2. Inhoud vak De student legt de voortgang in zijn professionele ontwikkeling op de 7 competentie-domeinen van de tandarts algemeen practicus vast in zijn portfolio. Hij doet dit middels schriftelijke reflectieverslagen en verslagen van de bespreking over zijn ontwikkeling met de docent. De student doet verslag in het portfolio van de verleende zorg binnen de LAG, van de casuspresentaties, van de maandelijkse voortgangsgesprekken, van de 360° feedback met behulp van Korte Klinische Beoordelingen. Ernstige overschrijdingen van professioneel gedrag zowel binnen als buiten de kliniek kunnen als incident gemeld worden bij de Commissie Professioneel Gedrag (CPG). Doorgaans zal dit gebeuren via tussenkomst van een blok- of lijncoördinator. In samenspraak met de student en de melder zal de CPG een traject opstellen om de overschrijding te corrigeren. De melding wordt teniet gedaan indien het corrigerende traject afgelegd is naar tevredenheid van de student, de melder en de CPG. De invulling en verantwoording van de Vrije studieruimte (extracurriculaire activiteiten) worden ook in het portfolio vastgelegd. Tijdens Master 3 moet de student ten minste 100 studielasturen besteden aan extracurriculaire activiteiten. Dit kunnen allerlei activiteiten zijn op academisch leer-, werk-, of denkniveau zoals een student-assistentschap om zich te verdiepen in bepaalde aspecten van de tandheelkunde, een studieonderdeel volgen bij een andere faculteit, een voordracht houden bij een wetenschappelijke bijeenkomst, congresbezoek, etc. Binnen 1 maand na aanvang van Master 3 moet de student zijn plannen ter goedkeuring voorleggen aan de blokcoördinator. Dit plan beschrijft ten minste de inhoud van de activiteiten en de wijze waarop uitvoering ervan getoetst wordt. Aan het eind van Master 3 moet de student bewijs leveren dat hij de vrije studieruimte conform het ingediende plan heeft uitgevoerd en een reflectieverslag inleveren waarin hij beschrijft wat hij geleerd heeft tijdens deze activiteiten. Daarnaast maakt de Overalltoets (OAT) deel uit van deze lijn. Naar aanleiding van een patiëntencasus krijgt de student in de OAT een aantal (voornamelijk meerkeuze)vragen voorgelegd die beogen het vermogen van de student te toetsen om adequaat een verbinding te leggen tussen (de oorzaken van) een klinische situatie of een klinisch probleem en de onderliggende theorie. Hiermee vormt het jaarlijks maken van de OAT niet alleen een stimulans om dit soort vragen te stellen en te beantwoorden tijdens het klinisch onderwijs. Een groot deel van de vragen voor de OAT en de onderbouwing daarvan, wordt in Ma2 en Ma3 door de studenten zelf ontwikkeld. Het jaarlijks maken van de OAT levert de student daarnaast inzicht in de studievoortgang, gerelateerd aan die van de medestudenten uit hetzelfde studiejaar en de overige studiejaren.
74
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
Toetsvorm De lijn professionaliteit en portfolio wordt afgesloten aan het einde van Master 3 wanneer aan de hand van het portfolio blijkt dat: - Het portfolio volledig is ingevuld. - De student de invulling en verantwoording (reflectie) van de vrije studieruimte (extracurriculaire activiteiten) heeft vastgelegd in het portfolio. - De OAT met een voldoende resultaat is afgerond. - Er geen meldingen Professioneel gedrag openstaan. Literatuur Handleiding portfolio: https://portfolio.uva.nl/portal Overige informatie Aandachtspunten en beoordelingsformulieren aangaande Professioneel Gedrag zijn op Blackboard te vinden. Andere informatie en handleidingen rondom het portfolio zijn ook in de betreffende Blackboardcursus te vinden. Ernstige overschrijdingen van professioneel gedrag zowel binnen als buiten de kliniek kunnen als incident gemeld worden bij de Commissie Professioneel Gedrag (CPG). In samenspraak met de student en de melder zal de CPG een traject opstellen om de overschrijding te corrigeren. De melding wordt teniet gedaan indien het corrigerende traject afgelegd is naar tevredenheid van de student, de melder en de CPG. Uitvoering incidentmelding PG - Indien een docent voornemens is om een incident PG te melden dan vult hij het daartoe bestemde formulier in. Dit formulier wordt mede ondertekend door de blok- of lijncoördinator en wordt door de coördinator ingeleverd bij de CPG. - De commissie PG stelt de student en de coördinator van de Lijn Professionaliteit en Portfolio schriftelijk op de hoogte en nodigt de student uit voor een gesprek. - De commissie PG voert een gesprek met de docent die het incident PG heeft gemeld. - In samenspraak met de student en de melder zal de CPG een verbetertraject opstellen, inhoudende een periode waarin, alsook een wijze waarop, de student kan laten zien over voldoende PG te beschikken om alsnog een voldoende eindoordeel PG te behalen. Het verbetertraject kan onder andere bestaan uit het volgen van remedial teaching of een doorverwijzing naar externe hulpverlening. De melding wordt teniet gedaan als het verbetertraject is afgelegd naar tevredenheid van de student, de melder en de CPG. De voldoende beoordeling voor PG wordt gemeld bij de coördinator van de Lijn Professionaliteit en Portfolio. - Aan het eind van Master 1, 2 en 3 gaat de coördinator van de lijn Professionaliteit en Portfolio na of er meldingen PG open staan. - Als de CPG van mening is dat het gedrag van de student dusdanig ernstig is dat het belang van de patiënt, de beroepsgroep of ACTA in het geding is, dan wordt dit per ommegaande schriftelijk aan de Examencommissie doorgegeven. In een dergelijk uitzonderlijk geval kan aan het College van Bestuur worden voorgesteld de inschrijving van de student definitief te beëindigen. Uitvoerend coördinator portfolio: mw. drs. E. Kleiss Uitvoerend coördinator OAT: drs. H.P. Wiegman Uitvoerend coördinator PG: H. Bussink MSc Mailadres met betrekking tot de Vrije Studieruimte:
[email protected] Gedetailleerde informatie over de Overalltoets is te vinden in de Blackboardcursus ‘Overalltoets 20152016’.
75
Masteropleiding tandheelkunde 2015-2016
Ma3 Lijn Stralingsbescherming • • • • • • • •
Vakcode Periode Credits Voertaal Faculteit Coördinator Docenten Lesmethode(n)
: : : : : : : :
T_M3STRALB semester 1 of semester 2 1.0 Nederlands ACTA dr. W.E.R. Berkhout dr. W.E.R. Berkhout, dr. G.C.H. Sanderink Hoorcollege, Werkgroep
Doel vak I : e(4), h(4) IV : b(4) V : e(4), i(4), j(4) Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2. Inhoud vak De tandarts is in het kader van zijn/haar werkzaamheden met ioniserende straling verplicht kennis te hebben over het gebruik van en bescherming tegen (röntgen)straling. In deze lijn wordt aandacht besteed aan het risico dat het werken met straling met zich meebrengt, de biologische effecten en de bescherming daartegen van patiënt, tandheelkundig personeel en de omgeving. De werking van het röntgentoestel en de invloed van de belichtingsparameters op de dosis voor patiënt en omgeving komen aan bod, alsmede de werkingsprincipes van röntgendetectoren en hun invloed op de dosis en de kwaliteit van het diagnostisch beeld. Het samenstellen van een stralingsrisicoanalyse voor de tandartspraktijk is een belangrijk onderdeel van het onderwijs in de lijn. Stralingsbescherming in de tandheelkunde betekent ook het diagnostisch optimaal gebruik maken van straling. De kwaliteit van de indicatiestelling van röntgenopnamen, de opnametechniek en de diagnostiek worden in een individuele opdracht behandeld. Toetsvorm De lijn wordt met een voldoende afgesloten als aan de volgende eisen is voldaan: - een voldoende resultaat voor het tentamen (open en multiple choice vragen); - verplichte aanwezigheid bij de werkgroepen, incl. opdracht bespreking individuele opnamen; - de opdrachten zijn voorafgaand aan de werkgroepen ingeleverd; Literatuur • STELT, P.F. VAN DER et al. (red.); Tandheelkundige radiologie. Houten:Bohn Stafleu Van Loghum 1997. (wordt digitaal beschikbaar gesteld) • Practicumhandleiding Stralingsbescherming. Syllabus ACTA, 2006. • Door de docenten uitgereikte teksten. Overige informatie Deze opleiding voldoet aan de eindtermen Stralingshygiëne voor Tandartsen en is erkend door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 2 december 2013, 2013-0000167945, betreffende de erkenning van opleidingen voor deskundigen op het gebied van radioactieve stoffen en toestellen).
76
Masteropleiding tandheelkunde 2015 - 2016
Ma3 Lijn Wetenschappelijke verdieping • • • • • •
Vakcode Periode Credits Voertaal Faculteit Coördinator
: : : : : :
T_M3WETVDIEP semester 1 en semester 2 16.0 Nederlands / Engels ACTA dr. T.J.M. van Steenbergen
Doel vak II : a(3), b(3), c(3), d(3), e(3), f(3) III : f(3) Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2. Inhoud vak Dit blok is bedoeld om studenten een wetenschappelijk onderzoek te laten doen in een deel van de tandheelkunde, dan wel een gerelateerd bio- medisch vakgebied. Door niet alleen over onderzoek te lezen, maar ook door het zelf uitvoeren ervan wordt een kritische wetenschappelijke houding bevorderd. Dit is o.a. van belang om nieuwe ontwikkelingen in het klinisch handelen goed te kunnen beoordelen. Het blok bestaat uit een onderzoekstage. In deze onderzoekstage doet de student een eigen (deel) onderzoek of verricht een uitgebreide literatuurstudie. Toetsvorm Het blok wordt afgesloten met een scriptie (masterthesis). De beoordeling geschiedt op basis van de wijze van uitvoering van het project (40%), de scriptie (40%) en de eindpresentatie (20%). Elk van deze drie onderdelen dient met een voldoende afgesloten te worden. Literatuur De gebruikte literatuur wordt door de student grotendeels zelf verzameld en wordt bepaald door het gekozen project. Vereiste voorkennis Ingangseis voor deze lijn is dat het blok Voorbereiding wetenschappelijke scholing, MA2 met een voldoende afgerond moet zijn. Overige informatie Gedurende het blok maakt de student zoveel mogelijk deel uit van de afdeling/sectie van waaruit het project wordt begeleid. Aan het eind van het blok presenteert iedere student de uitkomsten van zijn/haar project en beschrijft de resultaten van het onderzoek in een scriptie.
77