Raadsinformatiebrief
Onderwerp Uitwerking vastgestelde amendementen Bestemmingsplan Buitengebied 2010 Inleiding/aanleiding Op 29 september 2010 heeft uw raad het bestemmingsplan Buitengebied gewijzigd vastgesteld. Tevens heeft u een aantal amendementen en een memo van het college van burgemeester en wethouders van 28 september 2010 aangenomen. Deze hebben consequenties voor het vastgestelde bestemmingsplan. Wij willen u hierbij informeren hoe wij zijn omgegaan met de amendementen. Procedure Na de vaststelling van het bestemmingsplan moet het vaststellingsbesluit met eventuele amendementen en de zienswijzennota onverwijld aangeleverd worden bij de provincie. Dit betekent dat wij het bestemmingsplan daags daarna hebben aangeleverd, te weten 30 september 2010. De provincie heeft gedurende 6 weken na vaststelling de tijd om een “reactieve aanwijzing” in te dienen. Dit houdt in dat de provincie tegen bepaalde bestemmingen of delen van het bestemmingsplan kan uitspreken dat zij daarmee niet instemt. Voor de bestemmingen of gebieden waarvoor een reactieve aanwijzing wordt ingediend, kan het bestemmingsplan niet inwerkingtreden. Indien er geen reactieve aanwijzing wordt ingediend, moeten wij binnen 1 week na afloop van de termijn voor de provincie over gaan tot ter visie legging van het gewijzigd vastgestelde bestemmingsplan. Wordt er wel een reactieve aanwijzing ingediend, moeten wij binnen 2 weken over gaan tot ter visie legging van het gewijzigd vastgestelde bestemmingsplan. Een reactieve aanwijzing kan slechts worden ingediend als een bepaalde bestemming of ontwikkeling in strijd is met het provinciaal belang. Naar verwachting wordt er geen reactieve aanwijzing ingediend. Amendementen Wij hebben bij de uitwerking van de amendementen een stevige bandbreedte aangehouden, in lijn met de wens van de gemeenteraad om zoveel mogelijk initiatieven alsnog mee te nemen. Wij hebben de amendementen per fractie opgesplitst om uit te leggen hoe wij met de amendementen zijn omgegaan. Amendement De Gewone Man 1.a. Overgangsrecht (1e gedeelte): Uitleg: inventarisatie van hetgeen wat onder het overgangsrecht valt, wordt meegenomen in bestemmingsplan Buitengebied fase 2.
Raadsinformatiebrief amendementen nov 2010\blz. 1
1.b. Bouwblok op maat ((2e gedeelte): Uitleg: Onderstaande vormveranderingen hebben wij meegenomen bij het vastgestelde bestemmingsplan: - Broekeindsedijk 8 - Geeneindseweg 5 - Groenewoudsedijk 2 - Heiakkerweg 6 - Kattenberg 4 - Krukkerd 7 - Langereijt 29a - Leppers 1 - Nieuwedijk 43 - Paardseheide 2 - Proosbroekweg 4a Deze locaties waren ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan bekend. Op basis van de ingediende planologische onderbouwing hebben we getoetst of de vormverandering vertaald kan worden in het bestemmingsplan. Deze locaties zijn in lijn met het raadsamendement en leveren naar verwachting geen zwaarwegende planologische bezwaren op. Voor deze adressen betekent dit dat hun bouwblok wordt veranderd van vorm zoals door hen ingediend en door ons akkoord bevonden. Een aantal van deze adressen (Heiakkerweg 6, Kattenberg 4, Langereijt 29a, Nieuwedijk 43 en Paardseheide 2) hebben tevens een verzoek om vergroting van het bouwblok ingediend, ook bekend als “de 14 lopende gevallen”. Door de vormveranderingen krijgen initiatiefnemers uitbreidingsmogelijkheden die vallen binnen het raadsbesluit van maximaal 750 zeugen gesloten. Belanghebbenden kunnen eerst bij de vaststelling tegen de vormverandering ageren, omdat de vormveranderingen niet in het ontwerpbestemmingsplan waren opgenomen. 2. Afstand bouwen perceelsgrens: Ontheffing in de regels opnemen: B&W kunnen, met inachtneming van de procedureregels in artikel 39, ontheffing verlenen voor het bouwen binnen 5 meter van of in de zijdelingse perceelsgrens, mits hierdoor het stedenbouwkundig beeld en de verkeersveiligheid niet worden aangetast. Uitleg: De ontheffing wordt vertaald in het bestemmingsplan. Tijdens de behandeling van het amendement is duidelijk naar voren gekomen dat de ontheffing bedoeld is voor de oprichting van bijvoorbeeld luchtwassers binnen de strook van 5 meter vanaf de zijdelingse perceelsgrens. Gelet hierop zullen wij de ontheffingsbevoegdheid in de strook van 5 meter vanaf de zijdelingse perceelsgrens gebruiken voor ondergeschikte voorzieningen. 3. “recreatieve nevenactiviteiten” en “ter plaatse vervaardigde producten” a. “recreatieve nevenactiviteiten” In de volgende regels: o 1 onder 21; o 3.6.3 onder c punt 4; o 3.6.4 onder e en f punt 4 en g en h onder 2; o 3.6.6 onder g; o 4.6.4 onder c, e, f punt 4 en g en h punt 2; o 4.6.6 onder g; o 5.6.4 onder b punt 7;
Raadsinformatiebrief amendementen nov 2010\blz. 2
o 5.6.4 onder c en d punt 3 en onder g en h punt 2; o 5.6.6 onder b en f; o 6.5.4 onder c; o 9.6.3 onder c; o 17.5.4 onder f en g; o 17.5.6 onder g; het mogelijk maakt om binnen bestaande bebouwing recreatieve nevenactiviteiten te ontplooien; De planregels, zoals hiervoor beschreven dusdanig te wijzigen dat het mogelijk wordt gemaakt dat de gevraagde nevenactiviteiten in vervangende nieuwbouw mag worden gerealiseerd, mits de daartoe maximale m² niet worden overschreden. Uitleg: De planregels worden in lijn met het amendement aangepast. b. “ter plaatse vervaardigde producten” Ter plaatse vervaardigde producten In artikel 1 onder 129 wordt hieronder verstaan: ‘Producten die ter plaatse op het erf of op de eigen landbouwpercelen geproduceerd worden’. Stelt het volgende voor: De definitie zoals vermeld in regel 1 onder 129 te schrappen en te wijzigen door: Hoeveproducten: Hoeveproducten worden geproduceerd en/of verwerkt op een actief land- of tuinbouwbedrijf van een land- of tuinbouwer in hoofd- of bijberoep. De producten worden hoofdzakelijk ter plaatse of via korte keten, al dan niet rechtstreeks aan de consument of verbruiker verkocht. Uitleg: Deze definitie van Hoeveproducten wordt verwerkt in het bestemmingsplan. 4. “grondgebonden veehouderij” In de artikel 3.8.4, 4.8.4 en 5.8.6 maakt het bestemmingsplan middels een ontheffing bouwblokvergroting tot maximaal 1,5 ha mogelijk; Het hiervoor vermelde is niet in lijn met provinciaal beleid, zoals is opgenomen in de Verordening Ruimte, eerste fase; Bij de verzoeken, die betrekking hebben op bouwblokvergroting voor de grondgebonden veehouderij de maximale oppervlaktemaat in de regels onder 3.8.4, 4.8.4 dan wel 5.8.6 te wijzigen naar 2 hectare, conform het advies van de provincie. Uitleg: Deze regel wordt direct in het bestemmingsplan verwerkt. Amendement VVD Bewerkingsdiepte voor boomteelt van 0,50 m met uitzondering van de archeologisch waardevolle gebieden: dit betreft een beperking voor de verlening van een aanlegvergunning in de gebieden zonder archeologische waarde welke niet in het vigerend plan was opgenomen. Uitleg: In het bestemmingsplan wordt het amendement verwerkt. Opgenomen zal worden dat voor een bewerkingsdiepte van meer dan 0,5 meter en in de archeologisch waardevolle gebieden vanaf een
Raadsinformatiebrief amendementen nov 2010\blz. 3
bewerkingsdiepte van 0,4 meter een verplichting tot een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (voorheen: aanlegvergunning) geldt. Amendement Dorpsvisie: Bestaande geëffectueerde rechten, rechten verkregen middels een artikel 19 WRO of gelijkwaardige procedure opnemen in het vast te stellen bestemmingsplan. Uitleg: Rechten verkregen middels partiële herziening, artikel 19 WRO procedure of een daarmee gelijk te stellen procedure zijn vertaald in het gewijzigd vastgestelde bestemmingsplan. Voor zover nog niet verwerkt en bij ons bekend zijn ze alsnog in het gewijzigd vastgestelde bestemmingsplan verwerkt. Dit geldt voor: Ravendonk 2: 200 m2 bijgebouw mogelijk Hoogeindseweg 6: 150 m2 bijgebouw bij beide woningen op basis van artikel 19 lid 1 WRO Langedonkseweg 5: 2e bedrijfswoning buiten bouwblok. Bouwblok om 2e bedrijfswoning heen leggen. Amendement CDA: Binnen de bestemming “Verkeer”: - de aanduiding “semi-verhard” te schrappen; - een verbod op te nemen voor het verharden van onverharde wegen c.q. zandpaden; - de volgende aanlegvergunningregel op te nemen: “Het is verboden op of in de gronden met de bestemming “Verkeer” nader aangeduid als “onverharde weg” zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders oppervlakteverharding aan te brengen. Voorwaarden voor een aanlegvergunning: de werken en werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de cultuurhistorische, ecologische en landschappelijke waarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast. Dit verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden voor regulier onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming.” Uitleg: Zowel de planregels, verbeelding en toelichting worden in lijn aangepast. Dit komt op het volgende neer: Het wijzigen van de aanduiding ‘specifieke vorm van verkeer – onverharde en semi-verharde weg’ in de aanduiding ‘specifieke vorm van verkeer – onverharde weg’ en in de planregels een aanlegvergunningplicht opnemen voor het aanbrengen van oppervlakteverhardingen. Met dit amendement wordt het aanbrengen van (half)verharding op voorhand niet uitgesloten, maar dient dit te allen tijde te gebeuren met schriftelijke toestemming van het college van burgemeester en wethouders. Dit is een beperking van de regels uit het bestemmingsplan Buitengebied van 2000 en 2003. Verwerking van de zienswijzennota en de memo van 28 september 2010: Ambtshalve wijzigingen, wijzigingen voortvloeiend uit de zienswijzen en de memo van 28 september 2010 worden verwerkt in het bestemmingsplan.
Raadsinformatiebrief amendementen nov 2010\blz. 4
Bijlagen ter inzage Oirschot, d.d. 11 november 2010
Met vriendelijke groet, burgemeester en wethouders,
Paula Perriëns, Ruud Severijns, Secretaris Burgemeester
Raadsinformatiebrief amendementen nov 2010\blz. 5