NVKD studiedagen 4 – 6 juni 2015
Université de Liège Louis Leclercq
[email protected] http://www.ulg.ac.be
Location NVKD conference: Station Scientifique des Hautes Fagnes 137 Rue de Botrange B-4950 Robertville (Mont Rigi) T: +32 (0)80 447220 http://www2.ulg.ac.be
Geachte NVKD leden, Dit jaar vindt de jaarlijkse studiebijeenkomst van de NVKD plaats in België, namelijk op het Station Scientifique des Hautes Fagnes in Robertville (Mont Rigi). Dit jaar zullen er veel buitenlandse gasten zijn; daarom zal de lezingendag op de ledenvergadering na in het Engels gehouden worden. Als hoofdspreker konden wij Frédéric Rimet van het INRA (L'Institut National de la Recherche Agronomique) strikken, een bekende onderzoeker op het gebied van toepassing van kiezelalgen DNA in waterkwaliteitsstudies. Daarnaast kunnen wij weer een gevarieerd en interessant programma aanbieden. De eerste dag, donderdag 4 juni, staat zoals altijd in het teken van de taxonomische workshop (aanvang 10.30 u.; kosten 150,00 Euro p.p.). De eerste vijf workshops waren een groot succes en onze workshopleider Bart Van de Vijver zal deze traditie zeker voortzetten1. Thema van de 6de workshop wordt het soortcomplex Navicula cryptotenella en N. cryptocephala. Deelnemers worden uitgenodigd om eigen preparaten met probleemsoorten mee te brengen. Speciale problemen met deze soortcomplexen kunnen tevens van tevoren aangemeld worden bij Bart Van de Vijver, bij voorkeur voor 10 mei 2015. Deelnemers kunnen hun eigen microscoop meebrengen; bent u van plan om dit te doen, dit graag aangeven bij Bart Van de Vijver (
[email protected]). Op vrijdag 5 juni is de jaarlijkse lezingendag (geen kosten) met zeven lezingen die een goede indruk geven van diatomeeën-gerelateerd onderzoek dat op dit moment in Nederland en België gedaan wordt. De dag zal afgesloten worden met een gezamenlijk diner (kosten incl. drank 40,00 euro p.p.) in het Restaurant Le Mont Rigi, op enkele passen van het Station. 1
De studieboeken van de vorige taxonomische workshops kunt u vinden op de NVKD website www.diatom.nl.
Op zaterdag 6 juni is er traditiegetrouw een excursie gepland; dit jaar bezoek wij de Vallée de Hoegne, een prachtige vallei die de zeer voedselarme veengebieden doorkruist. Het is aangeraden om laarzen of waterdicht schoeisel mee te brengen! Ik wens alle deelnemers inspirerende studiedagen! Holger Cremer Voorzitter NVKD
Dear NVKD members, dear participants, The annual study days of the NVKD 2015 take place in Belgium, at the Station Scientifique des Hautes Fagnes in Robertville (Mont Rigi). This year, we will have lots of foreign guests; therefore English will be the conference language apart from the members’meeting. Key note speaker will be Frédéric Rimet of the INRA (L'Institut National de la Recherche Agronomique), a well-known researcher in the field of applied diatom genetics in water quality studies. Beside the key note we were able to arrange an interesting program. The first day, Thursday 4 June, is the 6th taxonomic workshop2 (start at 10:30 am, 150.00 Euro per person). The former workshops were a big success and our trainer Bart Van de Vijver is keen to continue this tradition. Topic of the 6th workshop is the species complex Navicula cryptotenella and N. cryptocephala. Workshop participants may wish to bring own slides with problematic valves of this species complex. Special problems can also be shared beforehand with Bart Van de Vijver, please before 10 May 2015. Participants may want to bring their own microscope; if so, please announce this to Bart Van de Vijver (
[email protected]). On Friday 5 June is the annual lecture day (no costs) with seven lectures which will give a good overview on diatom-related studies taking recently place in the Netherlands and Belgium. This day will be closed with a dinner (costs incl. drinks 40,00 Euro p.p.) in Restaurant Mont Rigi, located not far from the Station On Saturday 6 June there is the traditional excursion. We plan to visit the Vallée de la Hoegne, an oligotrophic valley running through the heathland area. It is advised to bring boots or waterproof shoes. I wish all participants inspiring study days! Holger Cremer Chairman NVKD
2
The workshop books of former taxonomic workshops are available on the NVKD website www.diatom.nl.
BELANGRIJKE / IMPORTANT DEADLINES 10 Mei/May 2015: aanmelden via onderstaand inschrijfformulier voor taxonomische workshop, lezingendag en excursie. Registration with the registration form below for taxonomic workshop, lecture day and excursion.
10 Mei/May 2015: opgeven voor diner op vrijdag 5 juni (Restaurant Le Mont Rigi; www.mont-rigi.be) via onderstaand inschrijfformulier. Registration for the dinner on Friday 5 June (Restaurant Le Mont Rigi; www.mont-rigi.be) with the registration form below.
6de Taxonomische Workshop van de Nederlands-Vlaamse Kring van Diatomisten op 4 juni 2015 6th Taxonomic Workshop of the Dutch-Flemish Society of Diatomists on 4 June 2015 BART VAN DE VIJVER Botanic Garden Meise, Department of Cryptogamy, Nieuwelaan 38, B-1860 Meise, Belgium (
[email protected]) De 6de taxonomische workshop zal doorgaan op donderdag 4 juni vanaf 10.30 bij het Station Scientifique des Hautes Fagnes in Robertville (Mont Rigi). Geïnteresseerden voor deze workshop worden gevraagd zich voor 10 mei 2015 op te geven bij Holger Cremer (
[email protected]). Deze zesde workshop behandelt één van de meest bekende diatomeeën genera, Navicula sensu stricto. Het genus Navicula telt een aantal erg belangrijke soorten die we allemaal wel eens tegenkomen in onze monsters en die vaak voor verwarring zorgen: het complex van soorten rond Navicula cryptocephala en Navicula cryptotenella. Helaas zijn ook deze soorten verworden tot echte prullemandjes waarin je zowat alles kwijt kan. Daarom gaan we er in deze workshop dieper op in waarbij er veel gebruik zal gemaakt worden van het typemateriaal van deze soorten. Sommige soorten zijn makkelijk te onderscheiden, voor anderen zal iets meer hulp nodig zijn. Het loont volgens ons de moeite om een zo volledig overzicht te geven waardoor er weer een handig naslagwerkje zal verschijnen. Zoals steeds zal de workshop een theoretisch gedeelte omvatten in de voormiddag waarbij ingegaan wordt op de verschillende genera en soorten en een praktisch gedeelte waarbij we aan de hand van voorbeelden in preparaten illustratiemateriaal verschaffen over de besproken soorten. Uiteraard kunnen alle probleemgevallen uit deze genera die u ooit tijdens uw analyses hebt aangetroffen op voorhand overgemaakt worden aan B. Van de Vijver (Agentschap Plantentuin Meise, Nieuwelaan 38, B-1860 Meise, België, vandevijver @ br.fgov.be). Deze zullen dan gebruikt worden tijdens de workshop om het onderwerp beter te omschrijven.
De 6th taxonomic workshop will be organized on Thursday 4 June, starting at 10.30 am at the Station Scientifique des Hautes Fagnes in Robertville (Mont Rigi). Interested colleagues are requested to register before 10 May 2015 by mailing to Holger Cremer (
[email protected]). This sixth workshop covers one of the most famous diatom genera Navicula sensu stricto. The genus Navicula has some very important species that we all sometimes encounter in our samples and that often cause confusion: the complex of species around Navicula
cryptocephala and Navicula cryptotenella. Unfortunately, even these species become real garbage bags where you can almost put everything in. Therefore we focus in this workshop on all species that can be confused with each other and when possible, we will make use of type material. Some species are easily distinguished while others will need a little more help. As always, the workshop will include a theoretical section the morning where the different species will be discussed and a practical part where we by means of examples in slides will illustrate all the different species. Of course, all problem species that you found in your slides can be send in advance to B. Van de Vijver (Agency Botanic Garden Meise, Nieuwelaan 38, B-1860 Meise, Belgium,
[email protected]). These will be used during the workshop to better define the problems.
Inschrijvingsformulier NVKD bijeenkomst 4-6 juni 2015 te Mont Rigi Registration form NVKD study days on 4-6 June 2015 at Mont Rigi Opgave/registration per e-mail vóór 10 mei / before 10 May 2015 bij / to Holger Cremer:
[email protected] (+31-(0)6-52803590).
Ik neem deel aan / I participate:
o Donderdag 4 juni: Taxonomische workshop (150,00 Euro p.p.; studenten 50,00 Euro o
p.p.) / Thursday 4 June: Taxonomic workshop (150.00 Euro p.p.; students 50.00 Euro p.p.). Deelname bevestiging volgt na overmaken van 150,00 Euro p.p. op rekeningnummer NL91INGB0004610926 ten name van “Nederlands Vlaamse Kring van Diatomisten Amsterdam” onder vermelding van “NVKD Taxonomische Workshop 2015”. Registration will be confirmed only following transfer of 150.00 Euro p.p. to account no NL91INGB0004610926 (account holder: Nederlands Vlaamse Kring van Diatomisten Amsterdam) under the heading “NVKD Taxonomic Workshop 2015”.
o Donderdag 4 June: ’s avonds diner (eigen kosten); graag speciale wensen (vegetarisch, etc.) van tevoren kenbaar maken aan H. Cremer. Bij voldoende aantal aanmeldingen wordt een tafel in een restaurant door de organisatie (Bart Van de Vijver) gereserveerd / Thursday 4 June: dinner (own expenses); please inform H. Cremer (
[email protected]) beforehand on special diet wishes.
o Vrijdag 5 juni: lezingendag, ledenvergadering NVKD (geen kosten) / Friday 5 June: lecture day, memebers’meeting NVKD (no costs).
o Vrijdag 5 juni: ’s avonds diner (40,00 Euro p.p.); graag speciale wensen (vegetarisch, etc.) van tevoren kenbaar maken aan H. Cremer. Deelname bevestiging volgt na overmaken van 40 Euro p.p. op rekeningnummer NL91INGB0004610926 ten name van “Nederlands Vlaamse Kring van Diatomisten Amsterdam” onder vermelding van “NVKD Diner 2015”. Friday 5 June: diner (40.00 Euro p.p.); please inform H. Cremer (
[email protected]) beforehand on special diet wishes. Registration will be confirmed only following transfer of 40.00 Euro p.p. on account no NL91INGB0004610926 (account holder: Nederlands Vlaamse Kring van Diatomisten Amsterdam) under the heading “NVKD Dinner 2015”.
o Zaterdag 6 juni: excursie Vallée de Hoegne (geen kosten; eventueel lunch na afloop op eigen kosten) / Saturday 6 June: excursion to Vallée de Hogne (no costs; lunch afterwards on own expenses).
o Overnachting Station Scientifique: ik wil graag overnachten in het Station Scientifique (2-4 personen per kamer; kostprijs 14,00 Euro per nacht plus 5,00 Euro voor bedlinnen). Overnachting wordt gereserveerd op basis van first come-first serve / Accommodation Station Scientifique: I would like to stay at the Station Scientifique (2-4 persons per room; tariff 14.00 Euro per night plus 5.00 Euro for bed sheets). Accommodation is reserved on a first come-first serve basis.
o Overnachting elders: ik boek zelf overnachting in de omgeving en logeer niet in het Station Scientifique / Accommodation elsewhere: I organize accommodation myself and do not stay at the Station Scientifique.
Uw gegevens / Personal information: Naam / name: Organisatie / organisation: Adres en postcode / address and postal code: Woonplaats / City: Land / Country: Tel. nr. / phone no.: E-mail / e-mail: Bijzonderheden en opmerkingen / special information:
Hotel- en reisinformatie / Accomodation and travel information Locatie / Location: Station Scientifique des Hautes Fagnes, 137 Rue de Botrange, B-4950 Robertville (Mont Rigi) Telefoon / Phone: +32 (0)80 447220 (Louis Leclercq) Informatie over de locatie is beschikbaar via de website http://www2.ulg.ac.be. Het Station ligt op het NO-puntje van de Ardennen, op de top van de Hoge Venen (674 m), vlak bij het Staatsnatuurreservaat de Hoge Venen, middenin het Natuurpark Hoge Venen / Eifel (Gemeente Waimes). Het Station is te bereiken met eigen vervoer of met trein en bus vanaf Verviers, Eupen, Malmédy of Sankt-Vith. Information on the location is available on the website http://www2.ulg.ac.be. The research station is located on the Hautes-Fagnes plateau, on the northeastern border of the Ardenne region (alt. 674 m), within the Hautes-Fagnes / Eifel nature park. The site is easy accessible by road or railway and bus from Verviers, Eupen, Malmedy and Sankt-Vith. Met de auto / By car Vanuit Brussels, Liège, Maastricht: Via snelweg E40 (A3), afrit 38 – Eupen, vervolgens N67 richting Eupen en N68 richting Malmedy tot kruispunt Mont Rigi. From Brussels, Liège, Maastricht Via freeway E40 (A3), exit 38 – Eupen, further on N67 direction Eupen and N68 direction Malmedy until crossing Mont Rigi. Met de trein / By train Het Station is te bereiken met trein en bus vanaf Verviers, Eupen, Malmédy of Sankt-Vith. Collega’s die met de trein willen reizen worden verzocht om van tevoren contact op te nemen met Holger Cremer (
[email protected]) of Bart Van de Vijver (
[email protected]) om vervoer vanaf het treinstation naar de conferentielocatie te regelen. The conference site is easy accessible by railway and bus from Verviers, Eupen, Malmedy and Sankt-Vith. Colleagues coming by train are requested to contact Holger Cremer (
[email protected]) or Bart Van de Vijver (
[email protected]) for arrangement of transfer from train station to conference site.
Overnachten / Accommodation Station Scientifique Het Station Scientifique biedt overnachtingsgelegenheid in acht 4-persoons kamers en drie 2persoons kamers (11 kamers met in totaal 38 plaatsen) maar met gemeenschappelijk badkamers en toilet. Prijs voor de accommodatie is 14,00 Euro per nacht en 5 euro voor bedlinnen en handdoeken. The scientific station offers accommodation in eight 4- person rooms and three 2-person rooms (11 rooms with in total 38 beds) with shared bathrooms and toilets. Price is 14.00 Euro per night plus 5.00 Euro for bed sheets and towels. Omgeving/Regional In Jalhay (10 km van het Biologisch Station) en Sourbrodt (8 km van het Station) zijn verschillende hotels. Raadpleeg [www.booking.com] voor meer informatie. In Jalhay (10 km from the Station Scientifique) and Sourbrodt (8 km from the Station) are a number of hotels. Information can be collected on [www.booking.com].
Program 5 June 2015: lecture day 10.00
Welcome (coffee, tea)
10.30
Opening by Holger Cremer, chairman NVKD.
10.40 – 11.15
Louis Leclerq (Université Liège, Belgium) Introduction Station Scientifique des Hautes Fagnes
11.15 – 12.00
Frédéric Rimet (INRA – Thonon les Bains, France) Use of metabarcoding for water quality assessment using diatoms
12.00 – 13.00
NVKD Members’meeting. The agenda is attached (in Dutch language)
13.00
Lunch.
14.30 – 15.00
Geurt Verweij (Koeman en Bijkerk, Haren, The Netherlands) As time goes by … Do new species concepts affect counting protocol and ecological assessment?
15.00 – 15.30
Hannah Vossel (University of Bonn, Germany) The diatom flora of Lake Kinneret (Israel) – Palaeolimnological evidence for holocene climate change and human impact in the southeastern Mediterranean
15.30 – 16.00
Keechy Akkerman (Utrecht University, The Netherlands) Early human influence upon water quality of Llangorse Lake (Wales, United Kingdom) and Hijkermeer (The Netherlands)
16.00
Pauze.
16.30 – 17.00
Aleksandra Cvetkoska (Utrecht University, The Netherlands) Diatom response and planktonic diversity in ancient lakes under the pressure of Quaternary climate change: lessons learned from lakes Ohrid and Prespa
17.00 – 17.30
Herman van Dam (Water and Nature, Amsterdam, The Netherlands) Diatoms and their environment in lime-rich springs in The Netherlands
17.30
Closing remarks by the chairman of the NVKD.
Agenda ledenvergadering NVKD op vrijdag 5 juni 2015 bij Mont Rigi, België GERT VAN EE (SECRETARIS NVKD) 1.
Opening, vaststellen agenda, mededelingen, ledenlijst.
2.
Verslag ledenvergadering 16 mei 2014 te Leiden. Dit verslag is ook afgedrukt in Diatomedelingen 38, 2014, p. 9-12.
3.
Kort jaaroverzicht 2014 (secretaris).
4.
Toelichting financieel jaaroverzicht 2014 en begroting 2015: penningmeester, P. Vos.
5.
Verslag kascommissie over 2014 en verkiezing nieuw lid van de kascommissie (Adrienne Mertens is aftredend en Marianne Thannhauser blijft nog 1 jaar aan). Op de vergadering wordt een nieuw kascommissielid gekozen.
6.
Verkiezing nieuwe bestuursleden. Het bestuur heeft op zijn laatste vergadering besloten om Jako van der Wal uit te nodigen om tot het bestuur van de NVKD toe te treden. Uitgenodgde zal in het bestuur de belangen van de waterschappen in de NVKD behartigen. Jako van der Wal stelt zich verkiesbaar. Tegenkandidaten kunnen zich melden bij de voorzitter of de secretaris voor de ledenvergadering, bij voorkeur schriftelijk.
7.
Web-site NVKD. B. Pex
8.
Taxonomische diatomeeën workshop: verslag 2014 (zie ook Diatomededelingen 38) en toekomst (Bart Van de Vijver).
9.
Ringtest. Op de vergadering in 2014 bij Aquon in Leiden is geopperd om weer een ringtest te doen. Mogelijkheden worden besproken door Bart Van de Vijver (Bart Van de Vijver).
10. Web-based taxonomische site (Frans, Bart). Bart Van de Vijver en Frans Kouwets verwachten met een website te komen over taxonomie van diatomeeën van de lage landen. 11. Diatomededelingen 39: nieuws, indienen kopij, deadline. 12. NVKD beurzen voor studenten. 13. Rondvraag en sluiting.
Verslag ledenvergadering NVKD 16 mei 2014 bij AQUON te Leiden, Nederland CAROLINE SOUFFREAU (BESTUURSLID NVKD) 1. Opening, vaststellen agenda, mededelingen. Holger Cremer opent de ledenvergadering. Hij merkt op dat de secretaris Gert van Ee vandaag afwezig is en Caroline Souffreau voor deze vergadering zijn taken overneemt en het verslag opstelt. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. Verder geen mededelingen. Er zijn 17 leden van de NVKD aanwezig. 2. Verslag ledenvergadering 31 mei 2013 te Overasselt, Nederland. Dit verslag is ook afgedrukt in Diatomedelingen 37, 2013, 13-14. Het verslag is ongewijzigd vastgesteld. Volgende actiepunten werden overlopen: 7. Website: De geplande rubriek met literatuur relevant voor analisten werd nog niet opgestart. Bart Van de Vijver heeft nog geen tijd gehad om de pdf’s door te sturen, en bovendien rust er copyright op het grootste deel van deze literatuur en mogen pdf’s niet zomaar vrij beschikbaar gesteld worden op een website. Er wordt het idee opgeworpen om onder deze rubriek de referenties te zetten naar de relevante literatuur, en niet de pdf’s zelf. Dit zal besproken worden op de volgende bestuursvergadering. Bart vult ook aan dat het interessant zou zijn mocht Bert Pex op de mailinglijst van Luc Ector staan, zodat de mails van Luc met nieuwe literatuur (relevant voor analisten) door Bert doorgestuurd kan worden naar de leden van NVKD. Er wordt aangevuld dat inschrijven op ResearchGate ook een goede manier is om op de hoogte te blijven van de nieuwe literatuur. 8. Taxonomische diatomeeën workshop: Bart heeft de lijst met namen uit de Limnodata Neerlandica gekregen van Herman. 9. Web-based taxonomische site: Een stand van zaken zal gegeven worden in deze ledenvergadering (zie onder punt 10). 3. Kort jaaroverzicht 2013 (secretaris). Een kort jaaroverzicht over 2013 werd voorgesteld door Caroline Souffreau. Het overzicht is vermeld na dit verslag. 4. Toelichting financieel jaaroverzicht 2013 en begroting 2014: penningmeester P. Vos. Peter Vos meldt dat de NVKD financieel zeer gezond is. Er is ruim 8000 € in kas. Redenen hiervoor zijn o.a. de inkomsten door de taxonomische workshops van de voorbije jaren, de sponsoring van TNO bij het drukken en verzenden van Diatomededelingen, en de (deel)sponsoring van de lezingendagen door de gastinstituten. Er is geen noodzaak tot contributieverhoging. In theorie zou een vereniging zoals de NVKD rond 2000-3000 € reserve moeten hebben. Er is dus ruimte in kas, en de vraag rijst wat met dit vermogen gedaan kan worden. Er wordt aan de leden gemeld dat ook zij hierover hun zeggenschap hebben, en zij ideeën naar Holger of Gert kunnen sturen. Eventueel kan een deel van het vermogen gebruikt worden om de lezingendag in 2015 in Mont Rigi te organiseren. Bart Van de Vijver vraagt of de NVKD eventueel een vergoeding kan leveren voor de reiskosten van Adrienne Mertens wanneer zij in de Plantentuin van Meise vrijwillig meewerkt aan de web-based Atlas voor Nederlands-Vlaamse
diatomeeën (dat zou gaan om 1 dag per week). Deze atlas komt namelijk ook de overige leden van de NVKD ten goede. Er wordt voorgesteld om eventueel de eerste jaren deze website enkel voor NVKD-leden toegankelijk te maken, maar dit wordt onnodig verklaard. 5. TNO is gestopt met Diatomeeën onderzoek en sponsoring van de NVKD (drukkosten, verzendkosten, uren). Gevolgen hiervan. Keuze om Diatomededelingen digitaal (pdf) te verzenden en niet meer als papier. Eind 2013 heeft TNO de sponsoring van de redactie, druk en verzending van Diatomededelingen stopgezet. Om dit op te vangen zijn er drie opties: (i) nieuwe sponsoring zoeken; (ii) druk- en verzendingskosten eigenhandig als vereniging uit de inkomsten betalen (vnl. uit de ledencontributie); (iii) Diatomededelingen in de toekomst enkel digitaal als pdf uitbrengen en versturen. Het bestuur wou alle leden een kans geven om hierin hun inbreng te hebben, en stelde hen via een enquête (verstuurd per e-mail in februari) de vraag of zij al dan niet opteren voor enkel een digitale versie van Diatomededelingen. Op de lezingendag zelf wordt een korte discussie gehouden over deze vraag, voornamelijk om het bestuur een idee te geven van wat er bij de leden leeft. De finale beslissing zal door het bestuur zelf genomen worden gedurende de volgende bestuursvergadering. Bart vraagt naar de druk- en verzendingskosten, en Holger meldt dat dit op zo’n 600 € (druk) en 200 € (verzendingskosten) komt (voor 80 exemplaren). Peter Vos oppert dat het belangrijk is dat leden iets tastbaars krijgen, onder de vorm van een fysiek boekje, en wordt hierbij bijgetreden door enkele leden. Bart Van de Vijver vraagt zich af of het mogelijk is het aantal exemplaren te reduceren naar 65 (ca. 50 leden + 15 exemplaren extra zoals voorheen afgesproken). Bart zal prijzen navragen voor drukkosten bij enkele firma’s in Vlaanderen; hij zit er ook niet mee in om eventueel zelf de boekjes in enveloppen te steken en op de post te doen in België en Nederland. Er wordt een idee gegeven om ook meteen de digitale versie rond te sturen, en om artikels reeds vóór de finalisatie van Diatomededelingen op de website te zetten (met een inlogcode voor de leden), dit ook om het bezoekersaantal van de website te verhogen. Uit de eerste resultaten van de enquête (12 antwoorden) bleken 11 van de 12 inzendingen voorstander voor enkel digitaal te zijn. Bij een informele stemming op de ledenvergadering waren er 19 personen in de zaal, waarvan 17 leden. Hiervan hebben er 8 personen gestemd vóór een papieren versie van Diatomededelingen, 9 hebben geen reactie getoond (dus tegen of neutraal). Het bestuur zal zich op zijn volgende vergadering over deze kwesties beugen en tot een gewogen beslissing komen hoe Diatomededelingen in de komende jaren gepubliceerd worden. 6. Verslag kascommissie over 2013 en verkiezing nieuw lid van de kascommissie (Geurt Verweij is aftredend en Adrienne Mertens blijft nog 1 jaar aan). Op de vergadering wordt een nieuw kascommissielid gekozen. De kascommissie heeft na controle de boeken in orde bevonden; de vergadering besluit de penningmeester te dechargeren onder dankzegging voor zijn werk. De kascommissie wordt vriendelijk bedankt voor haar werkzaamheden; Geurt Verweij treedt af en Marianne Thannhauser wordt door de vergadering als nieuw kascommissielid gekozen. Daarmee bestaat de kascommissie uit Adrienne Mertens (aftredend in 2015) en Marianne Thannhauser. 7. Verkiezing nieuwe bestuursleden. Volgens het aftreedrooster is Bert Pex aftredend bestuurslid. Bert stelt zich opnieuw verkiesbaar. Tegenkandidaten kunnen zich melden bij de voorzitter of de secretaris voor de ledenvergadering, bij voorkeur schriftelijk.
Er hebben zich geen kandidaten gemeld en de vergadering besluit om Bert Pex opnieuw te benoemen tot bestuurslid. De voorzitter feliciteert (afwezige) Bert Pex met zijn herkiezing. 8. Web-site NVKD. B. Pex Bert Pex is afwezig. Holger meldt dat meerdere pagina’s niet up-to-date zijn en noemt een aantal voorbeelden: bv. adressen van bestuursleden niet aangepast of onvolledig; aankondigingen van belangrijke symposia niet up to date; pagina van publicaties van leden kort en oud; overzicht van NVKD studiedagen niet compleet. De vraag rijst of het aan de webmaster is om dit in de gaten te houden en updates na te vragen bij de leden. Er wordt nagedacht of deze functie door te hevelen valt naar een andere verantwoordelijke of te splitsen is over twee personen. Ook de leden zelf hebben hun verantwoordelijkheid en zouden updates moeten doorsturen naar de webmaster. Een andere optie is om de website op een gebruiksvriendelijker platform te laten lopen (bv. WordPress) zodat het door meerdere mensen eenvoudig bewerkt kan worden. Eventueel kan een deel van het vermogen van de NVKD besteedt worden om de website door een professioneel vormgever te laten vernieuwen (eenmalige kosten rond 1500 €). Eventueel kan een werkgroep opgericht worden rondom Bert voor inhoudelijke ondersteuning, maar er zal eerst besproken worden met Bert wat hij zelf het beste acht en of hij inhoudelijke/vormelijke ondersteuning nodig heeft. De web-site wordt een van de discussiepunten op de volgende bestuursvergadering. 9. Taxonomische diatomeeën workshop: verslag 2013 (zie ook Diatomededelingen 37) en toekomst (Bart Van de Vijver). De workshop van dit jaar liep vlot. Jaco maakt het verslag op. Bart meldt dat volgend jaar het Navicula cryptotenella-complex en andere kleine Navicula soorten zullen worden besproken. Wat de verdere toekomst betreft wil Bart de workshops zeker verder laten doorgaan, en deze op zich nemen, maar wil hij liefst onderwerpen krijgen van leden. Volgend jaar wordt eventueel een ringtest uitgevoerd om na te gaan waar de pijnpunten liggen (vermoedelijk een staal uit iets zuurdere condities). Holger vraagt of Bart ondersteuning door een ander lid kan gebruiken bij de planning en doorvoering van de taxonomische workshops. Bart wijst dit af en oppert dat het opbouwen van een tweede trainer voorlopig niet nodig is. 10. Web-based taxonomische site (Frans, Bart). Bart Van de Vijver en Frans Kouwets verwachten met een website te komen over taxonomie van diatomeeën van de lage landen. Stand van zaken voor de taxonomische site: Frans meldt dat de site er is en op de server van Rijkswaterstaat loopt. Het loopt op WordPress en het is eenvoudig om tekst en foto’s bij te plaatsen mits je de inlogcode hebt. Een editor wordt aangesteld om alles in de gaten te houden. De bouw van de website werd uitbesteed. Alle TWN groepen (dus niet alleen kiezelwieren) worden door de web-based taxonomische site beheerd. Momenteel zijn er testen aan de gang. Per soort wordt met aparte tabbladen gewerkt (algemeen beeld, variabiliteit, belangrijke kenmerken, tekst, verspreiding, literatuur), die in de toekomst aangevuld kunnen worden. De eerste insteek van deze atlas is een hulp voor het identificeren van soorten. Er volgt een oproep aan alle leden om materiaal van mooie populaties door te sturen naar Bart Van de Vijver en Adrienne Mertens, zodat zij op een gestandaardiseerde manier foto’s kunnen maken voor de website. Concrete acties: - Waarom is er een verbinding nodig met de server van Rijkswaterstaat, en kan dit vermeden worden? - Voor SEM foto’s kunnen Adrienne en Bart mogelijks bij TNO terecht.
- Wie zorgt voor de inhoud? In eerste instantie zijn dit Frans, Bart en Adrienne, maar ook iedereen die iets wil leveren voor een bepaalde soort. Alle foto’s zullen door Bart en Adrienne worden gemaakt, en controle van nieuwe informatie zal ook in de eerste plaats door Bart en Adrienne gebeuren. - Frans zal het bestuur en de leden op de hoogte houden van ontwikkelingen omtrent de webbased taxonomische site. 11. Diatomededelingen 38: nieuws, indienen kopij, deadline. De redactie van Diatomededelingen 38 zal door Bart gebeuren, en doel is om het tijdschrift vóór kerstmis gereed te hebben. Alle sprekers worden uitgenodigd om een artikel van hun lezing op te stellen en naar Bart door te sturen tegen ten laatste 1 september (met figuren en tabellen apart van de tekst, taal naar eigen keuze Nederlands of Engels). Er wordt ook aangemoedigd om artikels of inhoud voor andere rubrieken door te sturen. Volgende week zal Bart een uitnodiging sturen naar alle sprekers, en concrete info doorsturen. 12. Rondvraag en sluiting. Er wordt de opmerking gegeven dat e-mailadressen niet steeds up-to-date zijn. Er wordt gevraagd aan de leden om het bestuur op de hoogte te brengen van adreswijzigingen. Er zal een ledenlijst rondgestuurd worden naar de Nederlandse leden zodat deze hun adressen kunnen controleren, indien de wet op de privacy dit toelaat. In België – waar de wet op de privacy het rondsturen van dergelijke lijsten verbiedt – kan de geüpdatete ledenlijst van januari gebruikt worden. Het bestuur zal op zijn vergadering in het najaar 2014 een manier vinden om de ledenlijst te updaten zonder privacy rechten te schenden.
Kort jaaroverzicht NVKD 2014 GERT VAN EE EN CAROLINE SOUFFREAU Het jaar 2014 is goed verlopen met als hoogtepunt de bijeenkomst in Leiden in mei en het verschijnen van Diatomededelingen 38 in december. Het aantal leden is gegroeid! Dat is goed nieuws. In 2014 zijn er 4 nieuwe leden bijgekomen: twee uit Belgie, één uit Nederland en één uit Zweden. Hierdoor komt het aantal leden op 51. Daarnaast zijn er tien instituten lid van de NVKD. Het actualiseren van het ledenbestand wordt verder doorgezet in 2015. Wanneer u wijzigingen heeft in werkplek, adres, mailadres of anders, graag doorgeven aan de secretaris. De bijeenkomst in Leiden bij Aquon van 15 tot 17 mei was een groot succes. Het verslag is terug te vinden in Diatomededelingen 38. Ook is hierin het verslag opgenomen van de 5e taxonomische workshop door Prof. Dr. Bart Van de Vijver evenals het verslag van de ledenvergadering op 16 mei. De organisatie was in handen van Jako van der Wal. In Diatomededelingen 38 wordt bekend gemaakt dat we studenten willen aanmoedigen om naar de bijeenkomsten van de NVKD te komen door middel van een beurs. Deze kunnen ze aanvragen bij het bestuur. Er is in Diatomededelingen 38 ook een oproep geplaatst om artikelen te maken voor Diatomededelingen. Hierbij kunt u hulp krijgen van bestuursleden als dat nodig is. Er worden veel interessante zaken gevonden die het vermelden waard zijn en leuk zijn om te delen met collega diatomisten. Op de website van de NVKD www.diatom.nl is van alles te vinden: studiedagen, de cursusboeken van de workshops, nieuws over diatomeeën, bijeenkomsten in binnen- en buitenland, microscopie, etc. Ook is de bibliotheek hier te vinden met honderden titels van diatomeeën literatuur. U kunt die opvragen bij Caroline Souffreau. Op de bestuursvergadering in september 2014 zijn voorbereidingen getroffen voor de bijeenkomst in 2015 in de Hautes Fagnes van 4-6 juni 2015. We zijn hier eerder te gast geweest in het biologisch station van de universiteit van Luik in deze prachtige omgeving.
ABSTRACTS NVKD Lezingendag / Lecture day 6 juni / 6 June 2015
Use of metabarcoding for water quality assessment using diatoms FREDERIC RIMET(1), AGNES BOUCHEZ(1), FRANÇOIS KECK(1), VALENTIN VASSELON(1), JEAN-MARC FRIGERIO(2), PHILIPPE CHAUMEIL(2) & ALAIN FRANC(2) (1) INRA - UMR Carrtel, 75 av. de Corzent - BP 511, 74203 Thonon les Bains cedex, France (
[email protected]) (2) INRA - UMR BioGeCo, 69, route d'Arcachon; Pierroton; 33612 Cestas Cedex, France Diatoms are used as ecological indicator to assess rivers and lake quality. Classically, methodologies are based on microscopic identifications and counts of their frustules and then biotic indices are calculated. But, such methodologies are time-consuming and require expert knowledge. For a decade, molecular barcoding has showed its efficiency for species identification of any living organisms, including diatoms. When associated to next generation sequencing (NGS), molecular barcoding opens new avenues to identify simultaneously all species in one environmental sample, so called metabarcoding. The medium term benefits of using metabarcoding for diatom biomonitoring is to reduced costs and analysis delays. We present here some recent technological and methodological developments in this area. We will first focus this talk on the importance of collections and traceability of data. An openaccess and curated reference barcoding database for diatoms, called R-Syst::diatom, developed in the framework of R-Syst, the barcoding network of INRA (French National Institute for Agricultural Research) and of international collaborations will be presented. The R-syst::diatom database is linked to an online bioinformatics workflow used for analyzing NGS data on a Galaxy platform, opening access to intensive computing when useful. Several examples using different NGS technologies (454, PGM) to analyze synthetic and environmental samples coming from various locations (temperate and tropical rivers and lakes) will be presented. Recent developments toward standardization of methodologies using metabarcoding for diatom biomonitoring will be discussed. Then, questions about taxonomic resolution for an optimal biomonitoring efficiency will be addressed in the light of recent studies relating diatom phylogeny to their ecological preferences.
As time goes by … Do new species concepts affect counting protocol and ecological assessment? GEURT VERWEIJ Koeman en Bijkerk B.V., P.O. Box111, 9750 AC Haren, The Netherlands (
[email protected]) Modern diatom taxonomy is a dynamic discipline, generating a flow of changes ecologists have to deal with. Many new species are described. At the same time, species complexes are investigated and split in two or more separate species. As a result, nowadays more species are found in a sample. Effects of these changes on the ecological assessment of surface waters can be expected. To investigate such effects, we started an experiment that should answer the following questions: 1) Are the currently used counting strategies still valid? 2) Do rare diatom species affect the results of ecological assessment more than assumed today? 3) Should the impact of rare species on ecological assessment be valued differently? Five diatom samples were selected from different WFD water body types. The samples were taken and analysed almost two decades ago, in 1996 and 1997. They were reanalysed using current taxonomical and ecological knowledge. Two different counting protocols were used. The first one, counting 200 valves, was also used in 1996-1997. According to the second protocol, 1000 valves were counted. From the latter countings, several subsets of 200, 300, 400 and 500 valves were drawn randomly for further statistical analysis. For this purpose the observations in each field of view were recorded in those ‘1000-valves countings’. To compare the impact of changes in species concept on ecological assessment with that of changes in the diatom community, the original sampling stations have been resampled in 2014. During each year, samples were taken in September and the same type of plant material was collected. The samples taken in 2014 were analysed according to both counting protocols that were used for the 1996-1997 samples. Ecological assessment based on the results of light microscopy may be inaccurate because 1) several taxa can be identified to the species level by electron microscopy (EM) only, and 2) the presence of subfossil material in a sample cannot be established using slides and light microscopy. Therefore, we use EM as an additional technique in the experiment to estimate the amount of dead or subfossil material from the desintegration of frustules. Material from four of the samples taken in 1997 has been cleaned and made suitable for EM analysis. In this presentation the first results will be shown, with a focus on the impact of different taxonomical species concepts on ecological assessment. We will also discuss the number of counted valves that is required for a reliable indication of species composition and ecological characterization.
The diatom flora of Lake Kinneret (Israel) – Palaeolimnological evidence for holocene climate change and human impact in the southeastern Mediterranean HANNAH VOSSEL University of Bonn, Steinmann Institute for Geology, Mineralogy and Palaeontology, Nussallee 8, 53115 Bonn, Germany (
[email protected]) The Mediterranean basin is a region of highly complex topography and climatic variability, such that our understanding of the past environmental variability is still limited. Diatoms (single-celled siliceous algae, Bacillariophyceae) are abundant, diverse and sensitive to a wide range of environmental parameters. They are often well preserved in lake sediment records, and have well-recognised potential to generate high-quality paleolimnological data. Diatoms remain one of the least-exploited proxies in Mediterranean palaeoclimate research. Here, we present results of diatom analysis of an 18 m sediment core from Lake Kinneret (Israel) as part of a multi-proxy study of Holocene climate change and human impact in the Levant (http://www.sfb806.uni-koeln.de). Results are compared with other proxy data including pollen, and with output data from regional climate modelling, to strengthen interpretation of environmental change in the southeastern Mediterranean. The results show remarkable shifts in the diatom flora over the last ca. 8,000 years. Preliminary investigations show that 98% of the diatom taxa can be classified as oligohalobous-indifferent and as alkaliphilous, as is typical of freshwater, alkaline lakes of open hydrology in limestone, karst-dominated catchments. Changes in the diatom data over time can be interpreted mainly in terms of productivity shifts, with a clear trend from oligotrophic at the base to hypereutrophic in the modern lake. The eutrophication trend accelerates after ca. 3,000 cal. yrs. BP, indicating the influence of increased human activity in the catchment, identified previously by analysis of the vegetational history (Schiebel, 2013). The analysis of the composition of the diatom flora also provides some evidence for lake-level fluctuations, as a proxy for shifts in moisture availability. Low lake-level stands are characterized by low diatom concentration and increased relative abundance of littoral taxa. High lake-level stands are marked by the clear dominance of planktonic species, such as Cyclotella ocellata PANTOCSEK and Cyclotella paleo-ocellata VOSSEL & VAN DE VIJVER (a newly described centric diatom which may be endemic (Vossel et al., 2015), in phases of high diatom concentration. Such inferred lakelevel oscillations correlate well with the output from the climatic models from the Levant region, representing changes in moisture availability (Litt et al., 2012), although the signal is obscured in the last 3,000 years by the effects of anthropogenic eutrophication. References Litt, T.; Ohlwein, C.; Neumann, F. H.; Hense, A. & Stein, M. (2012): Holocene climate variability in the Levant from the Dead Sea pollen record. – Quat. Sci. Rev., 49: 95-105. Schiebel, V. (2013): Vegetation and climate history of the southern Levant during the last 30,000 years based on palynological investigation. – Rheinische Friedrich-Wilhelms University of Bonn, 104 pp. Vossel, H.; Reed, J. M.; Houk, V.; Cvetkoska, A. & Van de Vijver, B. (2015): Cyclotella paleo-ocellata, a new centric diatom (Bacillariophyta) from Lake Kinneret (Israel). Fottea, 15 (1), in press.
Early human influence upon water quality of Llangorse Lake (Wales, United Kingdom) and Hijkermeer (The Netherlands) KEECHY AKKERMAN, TIMME H. DONDERS, WIM Z. HOEK, ALEKSANDRA CVETKOSKA Palaeoecology, Department of Physical Geography, Faculty of Geosciences, Utrecht Utrecht University, Heidelberglaan 2, 3584 CS Utrecht, The Netherlands (
[email protected]) In order to define the natural state of a lake it is necessary to be able to separate natural variability from human induced changes. Shifts in diatom species assemblages are often used to reconstruct the history of a lake, in terms of change in water levels, salinity, pH and nutrients. Shifts could be indicative of either natural variability or anthropogenic activity. As anthropogenic activity has increased since the industrial revolution, previous studies have mainly focussed on setting up pre-industrial natural state baselines for lakes. However, studies indicate that human influence on fresh water systems has occurred years prior. Therefore, this study aims to provide a reconstruction of the early human influence on the water quality of two lakes, Llangorse Lake (Wales, UK) and Hijkermeer (The Netherlands), by using diatoms as proxies to infer past nutrient changes and, furthermore, to delineate the imprint of the anthropogenic activity from natural variability. For that purpose, two lake sediment records were analysed; Llangorse Lake, a Late-Glacial basin in Wales, United Kingdom and Hijkermeer, a pingo remnant in The Netherlands. The sediment records of lakes contain sufficient sediment accumulation to reconstruct past environmental changes during the Holocene period. Preliminary results show major shifts in the diatom assemblages at both lakes. At Llangorse Lake, three major shifts occur between planktonic and benthic species dominated assemblages, indicative of water level fluctuations or increased turbulence, which could be connected to climate or anthropogenic activity. At Hijkermeer, there is a clear succession from Fragillariaceae dominated samples to domination of benthic species towards the upper part of the sequence, again indicating increased nutrient levels in a shallower water body, probably intensified by the human pressure during the Late Holocene. In order to strengthen the interpretation, results are compared to existing pollen data from the same sequences, indicating that the first human imprint at Llangorse Lake occurs at ca. 5000 yrs BP and at ca. 3500 yrs BP at Hijkermeer. Combined with archaeological literature concerning the catchment of the lakes, a final conclusion will be drawn on whether these shifts in the diatom assemblages are primarily related to anthropogenic activity or climate change. Therefore, the Holocene climate variability of North-western Europe will be used as a reference, due to lack of an independent proxy for local climate variability surrounding the lakes, such as Chironomids.
Diatom response and planktonic diversity in ancient lakes under the pressure of Quaternary climate change: lessons learned from lakes Ohrid and Prespa ALEKSANDRA CVETKOSKA (1), FRIEDERIKE WAGNER-CREMER (1), ZLATKO LEVKOV (2), JANE REED (3), ELENA JOVANOVSKA (4), BERND WAGNER (5) (1)Palaeoecology, Department of Physical Geography, Faculty of Geosciences, Utrecht University, Utrecht, The Netherlands, (
[email protected]). (2)Institute of Biology, Faculty of Natural Sciences, Skopje, R. of Macedonia. (3)Department of Geography, Environment and Earth Sciences, University of Hull, Hull, UK. (4)Department of Animal Ecology and Systematics, Justus Liebig University, Giessen, Germany. (5)Institute of Geology and Mineralogy, University of Cologne, Cologne, Germany. The phenomenon of endemic, but low-diverse planktonic diatom flora, dominated by largecelled populations in the ancient lakes worldwide is not a novelty, but the mechanisms responsible for the “no paradox in the plankton” in these lakes are puzzling and require more profound research. Apart from the knowledge of the existing planktonic diatom flora in these systems, their long sediment records can potentially contain important information on lost biodiversity, thus offering unique opportunity to study the influence of short and long-term climate change over their endemic diversity. Ancient lakes Ohrid and Prespa represent unique example of a “sister” lakes system, characterized by hydrological connection through the karstic Mt. Galicica and a long period of co-existence, and thus may hold the answer to these questions. Previous diatom research not only demonstrated a low percentage of shared diversity and presence of different endemic species in the extant and fossil planktonic flora of both lakes, but also showed the strong diatom response to the orbital and suborbital climate variability. Existing palaeo data from lakes Ohrid and Prespa, covering the last 140 ka and 91 ka, respectively, show clear thresholds in the response mechanisms. As a deep lake system, Ohrid’s strong diatom response appears to be driven by temperature-induced productivity change, while in Lake Prespa the signal is one of changing moisture availability. The taxonomic study of the dominant planktonic species in the sediment record of Lake Ohrid already yields information on climatically forced morphological variation within the endemic species Cyclotella fottii Hustedt, while the hypothesis of environmentally forced morphological variation vs. evolution at sub-species level within the Cyclotella ocellata complex needs future testing. The long sediment sequence recovered from Lake Ohrid (ca. 550 m, > 1.2 Ma) in spring 2013, as part of the Scientific Collaboration on Past Speciation Conditions in Lake Ohrid ”SCOPSCO” ICDP project, is of outstanding potential for testing these hypotheses. Preliminary analyses already reveal distinct turnovers of the dominant planktonic species groups and high morphological variability within the identified species complexes; Cyclotella ocellata complex, Cyclotella cf. iris and Cyclotella cf. stylorum. An ongoing set of analyses will be used to determine their morphology, taxonomy and stratigraphic range in the sediment record, in order to reveal Quaternary climate pressures over the diversity and evolution in one of the oldest and most diverse lakes in Europe.
Diatoms and their environment in lime-rich springs in The Netherlands HERMAN VAN DAM (1), BERT PEX (2), HARRY BOONSTRA (3) (1) Water and Nature, Spyridon Louisweg 141, 1034 WR Amsterdam, The Netherlands (
[email protected]). (2) Roer and Overmaas Water Authority (WRO), Sittard, Netherlands. (3) Koeman en Bijkerk B.V., P.O. Box111, 9750 AC Haren, The Netherlands In the period 2008-2012 WRO sampled 64 permanent springs in the hilly landscape east of Maastricht, a district different from the rest of The Netherlands, but similar to adjoining areas in Belgium and Germany. The sedimentary rocks are mainly covered with fertile loess soils, which are predominantly used for agriculture, mixed with urbanized and small forested areas. Habitat variation and hydromorphological variables were recorded along with physico-chemical variables (e.g. nutrients, major ions). The springs are rich in ions (medians: conductivity 55 mS/m, Ca 120 mg/l, HCO3 230 mg/l) and nutrients (NO3-N 10 mg/l, total-P 0,10 mg/l) and slow flowing (3 dm/s) and there is travertine in some springs. Diatoms were studied in composite samples (cobbles, gravel, sand, detritus, branches, mosses and other plants). In the slides about 200 valves were counted and identified. Grazing pressure was estimated from simultaneously taken samples of macro-invertebrates. An IPS-based EQR and ecological indicator values (including moisture) were calculated from the species composition, just like proportions of rare species in The Netherlands and threatened species from the German Red List. As a whole the springs are rich in diatoms (in total 212 taxa, 98 rare in The Netherlands, 11 new for The Netherlands, 10 threatened Red List ones). Many of the rare species are xerotolerant, as in other European springs. The numbers of rare species are positively related to the coverage of the moss layer and habitat diversity. Despite the high nutrient load the EQR values indicate a (very) good quality. The most frequent and abundant taxa, e.g. Planothidium lanceolatum, Achnanthidium minutissimum, P. frequentissimum, Amphora pediculus and Achn. affine are commonly found in all kinds of eutrophic waters, but also taxa with a more limited distribution were met, e.g. Caloneis fontinalis, Diploneis krammeri and D. separanda, which are also known from travertine springs elsewhere in Europe Relations between diatoms and environmental variables (including grazing pressure) were retrieved by grouping diatom data clusters and testing the significance of differences of median values of environmental variables between clusters. Moreover an ordination of the diatoms was applied using the environmental variables as supplementary ones. The driving environmental variable for the diatoms seems to be the current velocity and its variation. A high current velocity implies a high habitat variation, enabling diatoms from different substrates to coexist. From the chemical variables the major ions, particularly bicarbonate, are important, but they are less important than the physical ones. Surprisingly, nitrate was not found as a significant environmental variable, as it is in many other spring areas. Probably the concentrations are so high in all our springs that phosphate controls the algal growth. Indeed, median phosphate concentrations between clusters do differ significantly. Also grazing pressure may be important.