Diepgang NUMMER 2
2013
TAALBLAD M AR W K
RI A
veertiende jaargang
Berenjacht Godvormig gat Druk, druk, druk Aanrechtsubsidie
STORA AT M PA TIE
Van de redactie
In dit nummer
Ooit sprak ik met een medewerker
Meditatie Een klein beetje zekerheid
van het personeelsblad van een rederij. Al snel werd verzuchtend opgemerkt dat het zo ontzettend moeilijk is het elke keer weer te vullen. Dat Diepgang, als er meer geld beschikbaar zou zijn, wat ons betreft wel maandelijks gemaakt zou kunnen worden zei ik maar niet hardop. Wat denkt u van een foto’s van de meest ergernis wekkende posters waarmee reders hun schepen mee vol plakken? Of van tips om uw matrozen duizenden euro’s rijker te maken? Of welke koopvaardijschepen nog steeds exotische bestemmingen aan doen? Het is maar een greep uit de vele onderwerpen van deze Diepgang.
Gedicht De wasstraat
3
5
Jeruzalem en Antartica Varen is nog steeds leuk
6
Op berenjacht De eerste maanden van een baggerdominee
8
Interview Twee gestaalde kaderleden van de vereniging voor het thuisfront 12 Druk, druk, druk Een zeemansvrouw heeft steeds minder tijd
15
Maritiem pastoraat in de praktijk Overeenkomst tussen Jezus, Boedha en Mohammed Zij gelooft in mij maar wie gelooft in Rachél Hazes?
20
Aanrechtsubsidie Wat zeevarenden wel en Bulgaren niet krijgen Zeewiersum De toolboxmeeting als ritueel
22
24
Gezondheid Mooie stewardessen belangrijk voor gezondheid Kerkelijk en religieus nieuw belicht Het godvormig gat moet opgevuld worden Samen De dominee had geen zin in feest Adressen Maritieme pastores Colofon
31
18
31
30
28
26
Meditatie
Een klein beetje zekerheid is van enorme waarde Waar vroeger de ingewanden van kippen uitsluitsel gaven over de goede afloop van een veldtocht of onderneming, schijnt tegenwoordig het Centraal Planbureau de noodzakelijke zekerheid te bieden aan mensen. Ik las in het dagblad Trouw een interview met Coen Teulings, scheidend directeur van het CPB.
Diepgang
Hij zei daarin wel eens verbaasd te zijn over hoeveel gewicht mensen toekennen aan de voorspellingen van zijn bureau. Dat zit er namelijk nogal eens naast. “Maar het kleine beetje zekerheid dat we geven is van enorme waarde.” Teulings vindt het heel begrijpelijk: “Iedereen moet zich een beeld vormen van de toekomst om te beslissen wat hij vandaag gaat doen. Mensen hebben een enorme behoefte aan zekerheid. En dus zijn ze desperately op zoek naar iemand die de toekomst voor ze duidt.”
3
Moet de meditatie in Diepgang over een werelds gebeuren als de economische crisis gaan? Levend en werkend in de haven vind ik dat ik er niet om heen kan. Want de maritieme sector wordt hard getroffen. En achter de koele cijfers schuilen de levensverhalen; mensen die hun werk of schip kwijtraken, families die worden getroffen, zorgen. Als pastor kan ik in vaak niet veel uitrichten. Wat wel kan, is luisteren, de somberheid benoemen en er misschien iets anders tegenover zetten. Echt iets zekers zeggen over de toekomst, waar mensen desperately naar op zoek zijn, kunnen wij net als het CPB niet. Maar dit kan ik wel zeggen: met Pinksteren heeft er zoiets als een Heilige Geest gewaaid, een frisse wind. En daar mogen wij van uitgaan. Niet als een vroom doekje voor het bloeden, zo van: tegenover alle ellende hebben wij nog een mooi vooruitzicht voor u staan, nee. Het gaat om de bijbelse noties van ‘hoop’ en ‘de weg’. Die hoop betekent niet een passief afwachten, maar het durven zetten van stappen op een onzekere weg. Dat is nooit gemakkelijk. Er is geen GPS die precies aangeeft waar we naar toe gaan, hoe lang het duurt of welke opstoppingen wij dienen te vermijden. Maar door op weg te gaan, levend vanuit die hoop, kunnen we wel nieuwe mogelijkheden creëren. En ja, dat zijn wel degelijk garanties voor de toekomst. Juist omdat het kleine beetje zekerheid dat we geven van enorme waarde is.
Diepgang
Helene Perfors
4
Wasstraat Er is geen leven in de wasstraat, maar beweging – afgezien van de man in de overall die het geld aannam, het spoor wees en in de wolken verdween. Op de radio na ben je alleen. Dit is een goed moment om een moord te beramen of een godsdienst te beginnen. Er zijn sponzen en sproeiers en wuivende gordijnen, blauwe derwisjen komen uit de coulissen, slaan aan, tollen met paniekerige zeemleerledematen op je af. Spoelwater davert, geselt ramen en plaatwerk. Misschien dat je hier en nu het ware bestaan krijgt opgedist: een kokend, mechanisch heelal met vrij spel voor wind en water, uitgeknobbeld door een zekere afwezigheid, een tunnel waar je stuurloos door rijdt in zijn vrij en als oud licht uit tevoorschijn komt – stralend. Ingmar Heytze
Diepgang 5
Bijzondere ontmoetingen in het Seamen’s Centre
Jeruzalem en Bethlehem,
Dat zeelieden nauwelijks iets van de wereld zien, mag als bekend worden verondersteld. Gemeerd in ‘the middle of nowhere’, korte ligtijden,
Diepgang
voortdurende inspecties en een minimale bemanning zijn
6
hier de belangrijkste oorzaken van. Desondanks kan het voorkomen dat de zeeman op plekken komt die hij niet voor mogelijk had gehouden ...
Het is zaterdagavond 5 januari als ik met het busje bij Shipdock arriveer. Tien minuten later zijn de zeven Filippino’s van de Dynamogracht, daar waar ze wezen willen: het zeemanshuis. “Sir, do you have a Bible for the ship?” vraagt scheepskok Rally Lintag al gelijk bij het uitstappen. “Of course”, lach ik. “That’s why they are here for.” Wanneer ik hem het boek in handen druk straalt zijn hele gezicht. “Thank you”, zegt hij, “can we read a bit more about all those exciting places?” Tijd om te vragen wat hij met dat laatste bedoelt heb ik niet. Aan de bar is het dringen geblazen. Iedereen wil van alles tegelijk hebben. Bier, telefoonkaarten, shampoo, caps, etc. Wanneer de rust is weergekeerd zie ik dat Paul, die zo-even nog naast me in de bus zat, is aangeschoven bij een bemanningslid van een ander Spliethoff-schip. Wanneer beide mannen twee uur later nog altijd aan de praat zijn, vraag ik of ze wellicht met elkaar gevaren hebben. “No sir”, reageert Allan van de Timca. “We didn’t know each other. But we come from the same place.” “From Tagbilaran”, vult
Antartica en Amsterdam Paul aan. “O, I was there”, reageer ik spontaan. “Please sir, sit down ...”
‘Heilige Land’ doorkruisen is een nog veel grotere zeldzaamheid. “You’re on the wrong ship then”, grap ik tegen Allan. “Not really”, glimlacht hij. “Actually, I just extended my contract. I will never get this opportunity again. From here our ship goes to Argentina. Taking supplies and scientists on board for Antarctica!”
Alice. De bus voor Shipdock vertrekt over tien minuten. Snel haast ik me naar achteren. “Can I take a picture of you two?” vraag ik even later. Terwijl beide mannen opstaan en Paul zijn arm om de schouder van Allan slaat, wil ik nog één ding weten: “Now what about Amsterdam, what about thís place ...?” Het antwoord: twee duimen!
Dan klinkt de luide stem van
Leo Bersee
Diepgang
En zie ... er blijkt meer aan de hand. Heeft de ene zeeman zojuist de reis van zijn leven gemaakt; de ander staat op het punt die te gaan maken. Zo vertelt Paul nog maar net terug te zijn uit Israël. Drie dagen achtereen had de Dynamogracht er fosfaat liggen laden voor Amsterdam. Hij en de andere Filippino’s hadden geen moment geaarzeld. Dit was hun kans. Verdeeld over twee dagen en twee groepen waren ze erin geslaagd een wel heel bijzondere ‘day tour’ te maken. Vanuit havenstad Ashdod had de taxichauffeur hen eerst naar Bethlehem en vervolgens naar Jeruzalem gebracht. “As you know religion is very important for us”, verduidelijkt Paul. “It’s the compass in our daily life. It tells us what to do and how to behave. The visit was amazing. A lifetime-experience!” Direct begrijp ik wat de scheepskok eerder die avond bedoelde. En nog iets realiseer ik me. Heeft de doorsnee Filippijn niet eens het geld om in eigen land op reis te gaan; het
7
Dagboek van een baggerpastor
Wij gaan op berenjacht!
We kunnen er niet
Deze regels uit het bekende kinderboek
bovenover.
‘Wij gaan op berenjacht’ kwamen nogal
We kunnen er niet onderdoor.
Diepgang
O nee! We moeten er wel
8
dwars doorheen!
eens in mijn gedachten tijdens mijn kennismaking met de baggerwereld. Dat baggeraars zich bij tegenslag niet zo makkelijk uit het veld laten slaan, viel mij in de eerste maanden als waterbouwpastor steeds weer op.
Mij werd verteld, dat deze enorme voorraad aan boord een reden heeft: door de reuzenkrachten die bij het baggeren vrijkomen gaat er gemakkelijk iets stuk. Dit kapotte onderdeel moet zo snel mogelijk vervangen worden. In het leven van de baggeraar lijkt er iedere dag wel iets te repareren. Soms kreeg ik wel eens het gevoel dat er handenwrijvend werd geconstateerd dat er een probleem was. Want dan kun je er lekker met z’n allen bovenop duiken en het samen oplossen. Als er sprake is van een hele serie noodzakelijke herstelwerkzaamheden wordt er een reparatiedag ingepland. Ik stond er versteld van hoe grondig zo’n dag wordt voorbereid. Er hangt dan iets in de lucht dat zich moeilijk onder woorden laat brengen: energie, opwinding, de wil om alles
Diepgang
Zelfredzaamheid As groentje in de baggerwereld was de eerste aanblik van een cutterzuiger een overweldigende ervaring: het dek stond vol met onderdelen van pompen, buizen, een reservesnijkop. Het was een weg zoeken tussen al dit materieel. Bij een daarop volgend bezoek aan een sleephopperzuiger was het niet anders: waar ik gewend was aan ringetjes voor op mijn fiets van ongeveer twee cm groot, stonden daar op het dek gigantische stalen ringen. Een rondleiding onderdeks voerde mij langs verschillende werkplaatsen en enorme magazijnen met een oneindige hoeveelheid boutjes, moertjes, slangen, kabels. Het zou me niet verbazen dat je met al deze reserveonderdelen moeiteloos een tweede schip in elkaar zou kunnen zetten...
9
Diepgang
weer draaiend te krijgen. En groot is de voldoening als het allemaal weer is gelukt.
10
Je moet wel Het improvisatievermogen aan boord viel me ook op. Lukt het niet met bestaande onderdelen om de boel weer aan de gang te krijgen, dan wordt er ter plekke wel iets nieuws bedacht en/of in elkaar gelast. Al snel begreep ik dat dit enorme vermogen tot zelfredzaamheid historisch verklaarbaar is: in het verleden waren baggerschepen met hun mensen soms jaren weg en men kon in den vreemde niet zomaar aan alle benodigde onderdelen komen. En omdat iedere dag dat er niet wordt gebaggerd geld kost kan je moeilijk voor ieder wissewasje het schip stil leggen.
ik begrepen – is dat er van begin af aan niet zo heel veel bemanning aan boord is en, zeker op een cutterzuiger, de organisatie niet bijzonder formeel of hiërarchisch is. Dat maakte (en maakt nog steeds) dat bij een probleem iedereen zo veel mogelijk wordt ingezet. Mensen van de brug trekken ook een overall aan en gaan omlaag. Daarbij komt dat vanouds veel leidinggevenden aan boord ‘onderaan’ zijn begonnen en dus ook van de hoed en de rand weten van wat er op en onder het dek plaatsvindt.
Natuurlijk is er door de jaren heen veel veranderd: de grote baggermaatschappijen hebben een eigen technische dienst die bij problemen onmiddellijk in actie komt. Bij projecten wordt vaak aan de wal een werkWat ook heeft bijgedragen aan het impro- plaats en magazijn ingericht. Als het moet, visatievermogen van de baggeraar – zo heb wordt er per vliegtuig een speciaal onder-
deel ingevlogen. Maar toch zit het nog steeds in het DNA van de baggeraar ingebakken: problemen zijn er om zelf op te lossen. En dat lukt vrijwel altijd. Kunnen we er niet bovenover of onderdoor, dan gaan we er dwars doorheen! Deze werkwijze was voor mij echt een verademing, gewend als ik was geraakt in het kerkenwerk aan een stroperige besluitvormingscultuur en het moeizaam werven van vrijwilligers voor een klus. Natuurlijk is dat binnen het kerkelijk leven moeilijker, maar het is wel heel prettig om bijvoorbeeld te ervaren dat binnen een middag beslist kan worden waar je naar toe gaat als pastor en dan een half uur later je ticket in de mailbox te hebben. Dat dit niet langs ik-weet-niet-hoeveel-schijven moet. De energie van samen je schouders ergens onderzetten werkt aanstekelijk. Kerk en samenleving zouden er misschien wel eens iets meer van kunnen gebruiken in plaats van de wat tobberige mentaliteit die ons zo makkelijk in de greep krijgt. Mondige werknemers Ik heb mij af zitten vragen wat nu precies ten grondslag ligt aan het werkethos van de baggeraar. Even kwam in mijn hoofd de gedachte dat het misschien te maken kan hebben met de calvinistische bakermat van de Nederlandse baggerwereld (‘de mannen van Sliedrecht’), waarbij streng geloof en hard werken hand in hand gingen. Maar dat laat zich toch moeilijk rijmen met de prominente positie die ook de Belgische firma’s in de baggerwereld innemen? Die zijn tenslotte opgekomen op een rooms-katholieke voedingsbodem.
Door mijn hoofd speelt ook nog een andere gedachte: creativiteit als bron van arbeidsvreugde. Als jij als werknemer zelf creatief en inventief mag nadenken over de oplossing van problemen, dan stimuleert dat je betrokkenheid en inzet. Het is een oude stelregel: als je zelf verantwoordelijk bent, meer zelfstandig, pak je ook meer op. Zou de werkhouding van de waterbouwer daar dan mee te maken kunnen hebben? Worden ze benaderd als mondige werknemers, die zelf moeten nadenken? Het zou kunnen, ik ben er nog niet uit. Geen leeuwen en beren Maar het is iets dat mij in mijn eerste maanden als waterbouwpastor wel heeft geraakt: geen leeuwen en beren zien, maar op berenjacht gaan, ‘al moeten we er dwars doorheen’. Natuurlijk kun je dan wel eens wat te ver gaan en vergeten dat er ook grenzen zijn. Ik geloof dat de baggersector niet altijd aan dat gevaar zal ontkomen. Maar iets van die energie om door te gaan en dat improvisatievermogen zou wat mij betreft mogen overslaan op andere sectoren in onze samenleving. Wonderlijk eigenlijk dat ‘bagger’ in onze tijd zo’n negatieve klank heeft meegekregen. Ik wens onze maatschappij juist iets meer baggermentaliteit toe. Stefan Francke
Diepgang
Waar komt het ‘dwars doorheen’ dan vandaan? Precies weten doe ik het natuurlijk nog niet. Wellicht is het een combinatie van factoren. Als werkers samen een duide-
lijk doel voor ogen hebben, dan ga je daar met z’n allen voor. Misschien heeft het ook wel te maken met de liefde voor het vak: die is nodig, want anders houd je het niet vol om zoveel weken van huis dit werk te doen. Met een schip wordt een band opgebouwd. Maar er is natuurlijk ook een wat laag-bij-de-grondsere reden te bedenken: op een schip kun je je niet zo makkelijk verstoppen voor een klus; je kunt je niet ‘drukken’, dus je moet wel.
11
Interview met Bep Bruins en Rijka van Eijsden
Dertig jaar VMG – het gestaalde kader Begin jaren tachtig was er grote onrust in zeemansvrouwenland. Het goedlopende ‘Gezinskontakt Zeevarenden’ (5 beroepskrachten, 120 vrijwilligers) kreeg een nieuwe directeur. Zij vertelde bij haar introductie al dat ze niets van de zee wist en daar ook niets van wilde weten. Zij stond een nieuwe aanpak voor: de maatschappelijk werkers hadden als speciale
Diepgang
taak knelpunten bij de zeemansvrouwen op te sporen en te bespreken. De subsidie voor de
12
gewone activiteiten verviel. Dat viel niet goed bij de zeemansvrouwen. En zo was er eind november 1980 een bijeenkomst in de Jaarbeurshallen in Utrecht. Onder het motto: verlos ons van de welzijnswerkers.
Uiteindelijk werd door de zeemansvrouwen zelf in 1983 een nieuwe club opgericht: de Vereniging Maritiem Gezinskontakt. De VMG heeft dertig jaar na de oprichting nog steeds het doel contacten tussen families van zeevarenden tot stand te brengen en te onderhouden. Ze houdt de leden op de hoogte van wat er speelt binnen de maritieme sector, bijvoorbeeld rond piraterij. En als enige club in Nederland waarin partners van zeevarenden georganiseerd zijn is het ook hét aanspreekpunt voor organisaties en belangenverenigingen. Een van de leden van het eerste uur is Bep Bruins, betrokken sinds 1975 en nog altijd actief in de regionale groep Waterweg. Gevraagd naar de commotie in 1980 zegt ze schamper: “Die dame zag de zeemansgezinnen als onvolledige gezinnen. Als probleem. En wij vrouwen werden vergeleken met vrouwen van gedetineerden. Ze dachten het wel even voor ons te regelen. Nou, dat ging niet door.” Rijka van Eijsden, ook van groep Waterweg en lid sinds de jaren negentig, valt haar bij: “Alsof zeemansvrouwen doetjes zijn die lijden onder de afwezigheid van hun man.”
Rijka: “Bij de VMG kunnen we daar lekker over mopperen. Iedereen zit tenslotte in hetzelfde schuitje. En het is gezellig.” Hoewel hun mannen al met pensioen zijn, zijn ze beiden nog steeds met groot genoegen lid. Rijka vertelt dat ze het ooit een tijd afhield, ze dacht dat het een bekakt clubje was. Maar toen ze na lang aandringen van Bep toch maar eens ging kijken voelde ze zich gelijk thuis. Nu is ze al jaren contactteamlid en houdt in de gaten hoe het reilt en zeilt in groep Waterweg. “Maar”, zo zegt ze, “je had ons niet moeten interviewen, twee van die ouwe tantes. De jeugd is er ook!” En zo gaat het ineens over de verschillende generaties in de VMG. Hoewel het leeftijdsverschil in bijvoorbeeld groep Waterweg groot is, van begin twintig tot eind tachtig, is het geen probleem. Rijka: “De jeugd gaat anders met elkaar om, heeft andere manieren van communiceren. Wij van de ouwe hap gaan koffiedrinken, zij hebben contact via Facebook. Maar als er dan echt wat is, hebben ze elkaar goed in de smiezen.” Wennen is het wel voor de oudere leden dat de vorm verandert. Men kent elkaar echter zo goed, er is vroeger zoveel lief en leed met elkaar gedeeld. Het werkt. Met een brede lach zegt ze: “Ik zit trouwens ook op Facebook. Het is leuk om een beetje mee te kijken.” Gevraagd naar haar begintijd bij de VMG vertelt Bep: “Iedere maand was er wel iets leuks. Het was een uitje als je man op zee zat. Je hoefde niet zoveel uit te leggen. Een keer per jaar huurden we een busje en gingen we met acht dames er op uit. Sinterklaasvieringen, met z’n allen de
Diepgang
Het moge duidelijk zijn, zowel Bep als Rijka zijn met plezier zeemansvrouw geweest. En na zoveel jaren winden ze zich nog steeds op over de vooroordelen. En die zijn talloos. Want de zeemansvrouw is een zeurpiet. Ze beklaagt zich over haar eenzame bestaan bij haar familie en vrienden als manlief weg is. Ze wordt meewarig aangekeken, want ze wordt ongetwijfeld bedonderd door haar man – of ze bedondert hem zelf. Het is een grote haaibaai en je blijft als zeeman zo lang mogelijk op zee. Of het is een doetje dat alleen maar leeft als haar man thuis is. Om over de zielige kinderen van de zee-
man nog maar niet te praten.
13
kerstversiering in de Flying Angel Club verzorgen, activiteiten om elkaar te ontmoeten. En eigenlijk doen we dat nog steeds.” “Maar het zijn niet alleen de leuke dingen”, zegt Rijka. “We letten ook goed op elkaar. Als het nodig is springen we in. Een aantal jaren geleden was een van de vrouwen van groep Waterweg terminaal ziek. We hebben haar met een aantal kunnen ondersteunen en haar tot het laatst toe verzorgd. Dat was heel bijzonder.”
Diepgang
Hoe zien beide dames de toekomst van de VMG? Rijka: “Ondanks dat er minder mannen varen en de term korter is blijft het contact belangrijk, ook voor de jongere generatie. “Dat is”, zegt ze, “omdat een zeemansgezin toch altijd wat raar bekeken wordt. De jeugd heeft
14
misschien minder behoefte aan een regionale groep, maar de VMG heeft zeker nog bestaansrecht. Met de vereniging bereik je meer dan wanneer je particulier aan de gang gaat en je kunt elkaar ontmoeten.” En Bep voegt eraan toe: “Je hoeft niet een grote kliek te zijn die het helemaal met elkaar eens is om elkaar te steunen.” Op landelijk niveau noemen ze het 50+ weekend dat sinds een paar jaar georganiseerd wordt. En de Scheepsmaatjes en Lichtmatrozen voor de kinderen en het Septemberweekend dat meer voor de gezinnen is. En Bep en Rijka constateren tevreden: “Allemaal zelf georganiseerd!” Helene Perfors
Druk, druk, druk jacht. Mama twee vertelde dat haar dochter van 14 iets met architectuur wilde gaan doen. Nee, niet in Nederland. De USA leek haar wel wat. Toen was ik aan de beurt … Dochter één zit in groep 8 en het grote ei is gelegd. Mevrouw wil tweetalig onderwijs gaan doen want alles leuk en aardig, maar ze wil toch echt naar het buitenland! Nu denkt ze dat werken op een cruiseschip helemaal Een paar weken terug had ik het einde is. Ze beseft dat met twee vriendinnen afgehaar toekomstdroom nog kan sproken voor een bakkie. Ze veranderen, maar dat Nederkomen niet uit het dorp. De bijbehorende heren zaten alle land te klein en saai is, dat is twee in het buitenland. Beide zeker! doen ze iets met schepen. Het Ook hierin zijn we raar! Je laat dat kind toch niet zomaar gesprek kwam, uiteraard, op kinderen. Mama één vertelde gaan? Weet je wel hoe moeidat ze een weekend naar Bar- lijk die opleiding is? En dan celona ging omdat haar 19 ja- naar het buitenland, dat kind is nog zo jong? Dat dit nog rige dochter stewardess minstens een jaar of 8 gaat speelt op een groot privéWij wonen op een dorp en daar is ‘Jan’ de enige die buitenaf zit. Echt een heel raar gezin. Die vader is er nooit en dat vrouwtje moet alles alleen doen, huishouden, kinderen opvoeden en ze heeft daarnaast ook nog een baan, druk, druk, druk. Knap hoor, wij zouden het niet kunnen. Moet ik even doorgaan of is dit voldoende?
Joke van den Dool
Diepgang
duren, die boodschap komt niet over. Een paar maanden terug zaten nummer één en ik ‘3 op reis’ te kijken. Haar ogen begonnen te glimmen, ze was even stil en zei vervolgens: “Mam, moet je je voorstellen! Over een jaar of tien … dan zit papa bijvoorbeeld in China, ik in de Caribean (want daar is het tenminste lekker weer) en m’n zusje bijvoorbeeld in Spanje. Dan zijn we alle drie aan het reizen en werken, geweldig toch?” Nadat ik dit even had laten bezinken vroeg ik haar: “Eh, lieverd … waar ben ik in dit verhaal?” De dag erna heb ik mijn werkgever maar vast meegedeeld dat ik over tien jaar stop met werken! De reden: geen tijd! Als ik dan ieder gezinslid op zijn tijd moet vereren met een bezoekje, in alle windstreken van de wereld, ja, dan heb ik toch echt geen tijd meer om te werken. Hoe er dan in het dorp gepraat wordt merk ik dan wel weer.
15
Een regel die niet is ingevoerd b
Diepgang
kantine van een reder net zo (mooi) m
16
bij het IMO/ILO-verdrag is dat de
moet ingericht worden als aan boord.
Diepgang 17
Maritiem pastoraat in de praktijk
Diepgang
Gesprek aan boord
18
Mohammed, Boeddha en Jezus
Godsdienst en politiek zijn
onderwerpen die aan boord
voorzichtig of niet besproken
worden. Dat is terecht, want voor
het je weet heb je ruzie en daar zit
niemand op te wachten. Het
nadeel is dat je over deze
onderwerpen niet vaak iets
Uitzonderingen bevestigen de regel en zo sprak ik tijdens mijn scheepsbezoeken met een Filippijnse zeevarende met wie het mogelijk bleek om kritisch over godsdienst te praten. Het bleek dat hij voor priester had gestudeerd. Op het seminarie was hij tot de conclusie gekomen dat het toch niet echt iets voor hem was. We raakten in gesprek over de verschillen tussen het Christendom, de Islam en het Boeddhisme. Filosoferend over Boeddha, Mohammed en Jezus Christus stelden wij vast dat zij alle drie op een hoog niveau over God vertellen. Niet voor niks zijn zij grondleggers van godsdiensten met honderden miljoenen aanhangers. Tot zover wij dit konden overzien, hadden we ook het idee dat ze min of meer dezelfde dingen beweren. Dat het in het leven niet het belangrijkste is om zoveel mogelijk geld te verdienen, dat het leven niet ophoudt bij het sterven van een lichaam, dat het belangrijk is om niet alleen goed te zijn voor jezelf maar ook voor andere mensen, dat innerlijke vrede te maken heeft met de houding ten opzichte van lijden, dat mensen niet door logica gedreven worden, maar door hun ziel, enz. enz.
nieuws of interessants hoort. We bedachten dat ze tot diezelfde dingen waren gekomen omdat hun tijd er rijp voor was. Zoals bijvoorbeeld twee mensen min of meer tegelijk de boekdrukkunst hebben uitgevonden (Laurens Janszoon Coster/Johannes Gutenberg) en weer twee anderen het vliegtuig (Santos Dumont/gebroeders Wright).
Léon Rasser
Diepgang
Toen ik de zeeman vroeg wat deze manier van denken betekende voor zijn eigen geloof, leek hij de vraag niet te begrijpen. Hij speelde de bal terug en ik zei dat ik ondanks onze relativering van Jezus, geen reden zie om de bijbel en kerk af te schrijven. Daar was hij het onmiddellijk mee eens. Filippijnen proberen immers te alle tijde gezichtsverlies en ruzie te voorkomen. En als havendominee wil ik graag mensen helpen in hun contact met God. En daarbij kunnen prikkelende gedachtes helpen.
19
G ezi en , g el ezen
Zij gelooft in mij!
en gehoord
Heb je het gehoord? Rachel gelooft nog steeds in André. Wie? Kom op zeg, deze twee
Diepgang
mensen hoeven toch geen verdere uitleg. Je weet toch meteen om wie het gaat. Net als
20
bij Suske & Wiske, Raf & Sylvie, René & Natasja, Brad & Angelina, Barbie & Ken. De één sleept de ander er doorheen. Houdt hem op het rechte pad. Zorgt dat er nog iets van terecht komt en dat iedereen zijn naam kent.
Maar André is toch dood? Ja joh, hij is in 2004 overleden. Maar ondanks dat zorgt Rachel er voor dat hij niet vergeten wordt. En hoe! Voor mij is het een beetje het verhaal van: de koning is dood, lang leve de koning! Weet je nog, bij zijn begrafenis. De uitvaarten van Bernard en Juliana waren nog niet zo’n spektakel! De Arena werd afgehuurd, het was live op tv! Het bier stond koud en de zakken chips werden voorgaats gehaald zodat we zo min mogelijk zouden missen. Wel knap, want nadat Rachel zich weer bij elkaar geraapt had, hield ze vast aan haar geloof. Liefde is immers toch ook een soort geloof? Ik bedoel, het gaat, als het goed is, met dezelfde toewijding. Mevrouw Hazes bewaakt de erfenis / nalatenschap van haar man met haar leven en is hij na bijna negen jaar nog steeds hot! Heb je die musical gezien? Knap hoor die Martijn Fischer, net echt! Alleen die dames die Rachel naäpen. Die moeten nog wel wat meer onder de zonnebank zeg! En dan dat programma: op zoek naar een nieuwe volkszanger. Volgens mij zoeken ze gewoon een nieuwe André, maar dat gaat natuurlijk niet. Zelfs de kinderen zitten in de jury! Je kunt de bladen niet open slaan of ze staan er in. Nee, natuurlijk heb ik dat niet zelf gelezen, maar gehoord. Die pulp, ha, die lees ik natuurlijk niet. Wat denk jij? Vind jij het knap? Nou, ik vind het soms irritant. Als niet-Hazes fan vind ik het vooral irritant want hoe kun je iets zo uitmelken. Naar mijn idee is André een product geworden. Het is wel knap hoe Rachel André levend houd. Hoe zijn naam, na zoveel jaren, nog steeds niet vergeten is, nog steeds een booming business is. Het is wel een stoer sterk wijf die haar eigen plan trekt! Maar ik ... Ik geloof er niet meer in! Joke van den Dool
Diepgang 21
Wat zeevarenden mogen en Bulgaren niet
Aanrechtsubsidie met terugwerkende kracht
Normaal gesproken houdt Diepgang zich niet bezig met politiek.
Diepgang
Twee incidenten brachten mij echter op een idee om een uitzondering te maken.
22
In het voorjaar riep minister Bussemaker dat vrouwen het aanrecht moesten verlaten en dat vrouwen teveel teren op hun man. Ze zouden zichzelf moeten kunnen bedruipen. Is het niet voor het geval dat hun huwelijk strandt, dan wel voor hun zelfontplooiing of voor het moment dat hun partner werkloos raakt.
“Veel gehuwde, niet-werkende vrouwen lijken zich niet te realiseren dat, als het inkomen van hun man wegvalt, het gezin niets heeft om op terug te vallen.” Vervolgens viel half niet-werkend (of werkloos) Nederland over deze minister heen.
Tja en dan in datzelfde voorjaar was er ook nog een zekere staatssecretaris Weekers die niet op de hoogte was van de grote toeslagenfraude door Bulgaren. Als het Belgen waren geweest zou Nederland dan ook zo verontwaardigd zijn? Maar dit even terzijde. Weekers zweette peentjes en wist ternauwernood zijn politieke hachje te redden.
den aangemerkt, dan heeft zij (of hij) ook recht op de algemene heffingskorting!!! Aangezien dit met terugwerkende kracht kan worden aangevraagd, kan het om duizenden euro’s gaan.
Maar ja, hoe vraag je het aan? De echtgenote heeft immers geen Burgerservicenummer (BSN). Het computeraangifteprogramma Terug nu naar het aanrecht. Onze geliefde Be- stopt ermee wanneer geen BSN van de partlastingdienst geeft aan iedere belastingplich- ner ingevuld wordt. De Belastingdienst Buitenland Heerlen gaf mij uitsluitsel. De tige tot de leeftijd van 65 jaar de algemene belastingplichtige en zijn echtgenote vullen heffingskorting. In 2013 kan dit oplopen tot een papieren aangifteformulier in. Om vervolmaar liefst ¤ 2.001,00. De huisvrouw, of huisman, (sorry mevrouw Bussemaker), die fiscaal- gens een BSN te krijgen moeten geboortepapieren, huwelijksakte en een kleurenkopie van partner is van de echtgenoot met een inkomen – en zelf geen inkomen heeft – komt het paspoort van de echtgenote meegestuurd ook in aanmerking voor deze heffingskorting. worden. En zo verzekerden de autoriteiten in Heerlen mij, krijgt de echtgenote een BSB en In de volksmond de aanrechtsubsidie. daarmee aanrechtsubsidie. Stilletjes vraag ik mij af hoeveel echtgenotes De Bulgaren dachten wellicht, krijgen we en hun hard werkende zeemannen in het ongeen hulp van Europa dan gaan we het toch gewoon halen. Maar fraude op deze manier is gewisse zijn over deze vriendelijke belastingnatuurlijk verwerpelijk of op z’n minst beden- maatregel. De Bulgaren gingen toeslagen kelijk. Heel wat anders is dat er aan boord on- halen waar zij geen recht op hebben en aanrechtsubsidie waar de belastingplichtigen getwijfeld collega’s zijn die niet in Nederland recht op hebben blijft ‘op de plank liggen’. wonen, toch belastingplichtig zijn in NederDe heffingskorting wordt sinds 2009 geduland en thuis een partner hebben zonder inkomen. Mits de echtgenote en de kostwinner rende 15 jaar met 6,67% per jaar afgebouwd. Zodoende gaat iedereen weer aan het werk. in een andere lidstaat van de EU, of in een Krijgt minister Bussemaker toch haar gelijk ... land waarmee Nederland een belastingverdrag heeft gesloten wonen, en de bewaker Jos Hilberding van het aanrecht als fiscaalpartner kan wor-
Standbeeld
Naar verluidt wordt er voor hem zowel in Portugal als de Kaapverdische eilanden een standbeeld opgericht.
Diepgang
Diaconaal werker Rijk van Lent heeft heel wat zeevarenden geholpen met de belastingaangifte en het daarmee verkrijgen van de algemene heffingskorting voor hun echtgenotes.
23
Zeewiersum
Diepgang
Zegeningen en toolbox meetings
24
Het is een kleurig gezelschap, daar aan de kade van Laem Chabang. Mijn bemanning is geheel in het geel gekleed en de stuwadoors dragen een oranje overall. Een paar surveyors hebben weer iets blauws aan. We staan in een kringetje alsof we één of ander spelletje gaan spelen. Maar dit is bittere ernst. Voordat er gewerkt mag worden moeten we een ‘toolbox-meeting’ houden. Dat is een soort vergadering waarbij iedereen moet weten wat de risico’s van het werk zijn en hoe deze risico’s verantwoord het hoofd geboden kunnen worden. Het heeft dus niets met een gereedschapskist te maken; deze bijeenkomst heet nu eenmaal zo. Eerst mag de projectmanager wat vertellen. Hij heeft het over werken op hoogte, over hoe je de ladder moet vasthouden waar je maat mee naar boven klimt; dat iedereen ‘stop!’ kan roepen als men denkt dat er iets fout gaat en dat ze daar niet voor bestraft worden. Iedere keer als hij een paar zinnen heeft gesproken
wordt dit vertaald in het Thais. Het klinkt alsof een paar katers een territorium verdedigen. Na de manager mag ik mijn woordje doen. Ik houd een gloedvol betoog over de gevaren aan boord van een schip en wijd uit wat er kan gebeuren als je over de coaming loopt. (Je kunt naar beneden vallen. Dat vallen is niet erg, maar landen in een twaalf meter diep ruim is op zijn minst problematisch.) Ook mijn betoog wordt bij stukjes en beetjes vertaald. Wanneer ik ademhaal om nog een paar waarschuwingen toe te voegen, maken de toehoorders van het hiaat gebruik om een klaterend applaus in te zetten. De toolboxmeeting is kennelijk beëindigd. Ik doe er het zwijgen toe. We gaan aan het werk. Later, op zee, loop ik naar de bak van het schip. Daar ga ik graag heen en dan sta ik voor op de boeg een beetje uit te waaien en te mijmeren. Maar wat ligt daar? Op de ‘preekstoel’ ligt een bloemenkransje met in het midden een mandarijn. Uit de mandarijn steken een
bestaat niet en ik lees het bericht. ‘In Rusland is de nieuwste korvet van de Baltische vloot besprenkeld met wijwater gedurende een dienst, afgelopen weekend. Het schip - project 20380 Boiky corvette genoemd - en haar bemanning werd gezegend door een priester, aldus de woordvoerder van de Baltische vloot, Kapitein Tweede Rang Vladimir Matveyev. De priester zegende de romp van de korvet, haar wapensystemen en opbouw evenals het interieur van het schip.’ Haar wapensystemen? Ik vind dit op zijn zachtst gezegd discutabel. De gezegende korvet is uitgerust met anti-schip raketten, een luchtafweer kanon/raket systeem, een 100 mm kanon en twee luchtverdediging kanonnen voor de korte afstand. En, bijna nog vergeten: torpedo’s en een bewapende helikopter completeren het arsenaal aan wapens. Daar zal die priester nog een hele kluif aan gehad hebben. Een priester die wapentuig zegent. Opdat ze goed afgaan? Dat ze hun doel mogen bereiken? Dat ze de vijand in duizend stukjes uiteen zullen rijten? Want daar zijn wapens aan boord van een oorlogsschip voor. Misschien zou een geestelijke zich niet moeten inlaten met zulke klusjes. En misschien zou de bemanning in een kringetje aan de wal bijeen moeten gaan staan om een toolbox-meeting te houden voor ze zee kiezen. Kunnen ze de risico’s van hun werk bespreken. Maar wellicht zonder applaus. Kees Wiersum
Diepgang
paar afgebrande wierookstokjes. Ik begrijp het: hier heeft een kleine plechtigheid plaats gevonden. Een toolbox-meeting houden is prima, maar voor de zekerheid wordt er nog een klein offer gebracht aan ... Tja, eigenlijk weet ik te weinig over de godsdienst in Thailand om te weten voor wie deze mandarijn, omringd door bloemen, bestemd was. Ook bij de drie scheepskranen lagen dergelijke bloemstukjes, hoor ik later. Deze zijn de dag na vertrek onbarmhartig weggespoeld door de matrozen die schoon schip maakten. Als ik er bij nadenk wordt er heel wat afgezegend aan boord van een schip. Dat begint al bij de tewaterlating. Het schip wordt dan gedoopt. Natuurlijk is dit niet echt een religieuze gebeurtenis, maar het heeft toch een zekere waarde: geen zeeman vaart rustig op een schip dat niet traditioneel gedoopt is. (Of ben ik nu ouderwets?) En stond er laatst niet een verhaal in Diepgang over een sterfgeval van een bemanningslid aan boord? De (Filippijnse) bemanning wilde pas na een dienst en zegening door een priester de hut van de overledene weer betreden. Dan heb je natuurlijk nog de Neptunus ceremonie. Wanneer een schip de evenaar passeert worden zeelieden, die nog nooit de equator gepasseerd zijn, gedoopt. Dat dit ook niet een echt religieuze ervaring is, mag duidelijk zijn. Het is tijd voor het avondeten en ik verlaat de bak nog nadenkend over al deze zegeningen. ’s Avonds, op mijn wacht, open ik de mailbox van de scheepscomputer. Het eerste wat ik doe is het nieuws lezen. Per ongeluk open ik het Russische nieuws, speciaal samengesteld (weliswaar in het Engels) voor onze Russische bemanningsleden. Direct valt mijn oog op een krantenkop: Warship gets holy water blessing. Behalve vóór belading of tijdens een ceremoniële doop van een nieuw schip, een zegening na een tragisch ongeval of het ludieke Neptunes feest wordt er soms voor andere doeleinden een geestelijke uitgenodigd. Toeval
25
Gezondheid
Vliegen
Er is bijna geen zeevarende die nog nooit een vliegtuig van binnen
Diepgang
heeft gezien. Evenmin zijn er die over het reizen door de lucht
26
enthousiaste verhalen vertellen. Een uitzondering vormt natuurlijk het uiterlijk en sympathie van sommige stewardessen.
Hoewel vliegvelden ongezellige en dure plekken zijn, waar je vaak lang moet wachten, is het je gezamenlijk urenlang opsluiten met tientallen of honderden anderen in een aluminium pijp nog het minst aangenaam. Het is ook niet echt een gezonde bezigheid. Ten eerste is er de lucht. Deze wordt gefilterd en ververst waardoor deze schoner is dan die in een gemiddeld kantoorgebouw. De filters moeten dan natuurlijk wel goed onderhouden worden. Dat gebeurt helaas niet altijd. De lucht is in elk vliegtuig droog. Zó droog dat je last kunt krijgen van je neus en ogen. Sprays en druppels kunnen verlichtend werken. Crème kan de huid vochtig houden. Van koffie en alcohol drinken droog je nog verder uit. Het is beter om water te drinken. De laatste tijd is er ook veel te doen over giftige stoffen in de cabine. Deze zouden afkomstig zijn uit lekkages van de apparatuur en machines aan boord. Er zijn metingen verricht waarbij niks verontrustends is gevonden. Deze metingen worden niet door iedereen vertrouwd. De luchtvaartmaatschappijen en vliegtuigbouwers worden immers op enorme kosten gejaagd als ze de lucht nog meer moeten zuiveren. Ze zouden daarom de onderzoekers omgekocht hebben. Zoiets is echter niet bewezen.
Om het te voorkomen kun je beter niet met je benen of armen over elkaar zitten, moet je regelmatig strekken en rekken en af en toe een wandelingetje maken door het vliegtuig. Garanties worden daarbij niet gegeven. De kans op trombose is volgens sommigen 1 op de 2000, volgens anderen 1 op de 5000. Als je dik, oud of lang bent, heb je meer kans het te krijgen. Het is ook erfelijk. Slaappillen nemen wordt ook afgeraden. Sommige mensen gaan zelf dokteren om trombose te voorkomen. Ze doen steunkousen aan en slikken aspirine omdat die het bloed verdunnen. Daar zit wat in maar om een averechtse werking te voorkomen moet het in nauw overleg met een arts te gebeuren. Misschien is het nog belangrijker om vast te stellen dat luchtvaartmaatschappijen een grote verantwoordelijkheid hebben bij het aanstellen van het cabinepersoneel. Het probleem van trombose zou namelijk niet bestaan als je in je vliegtuigstoel regelmatig met mensen te maken hebt die je bloed sneller doen laten stromen. Zoals bijvoorbeeld een sympathieke en mooie stewardess. Léon Rasser
Diepgang
Behalve de droge en soms vieze lucht is er aan boord vaak een gebrek aan ruimte. Alleen heel goed betalende klanten worden niet op een stoel geplaatst waar ze het grootste deel van de vlucht geacht worden door te brengen. Het lange stilzitten heeft tot gevolg dat je stijf wordt en je bloed niet goed stroomt. In een vliegtuig heb je dan
ook drie keer zoveel kans op trombose dan normaal. Bloed stolt namelijk als het niet stroomt. Dit is van levensbelang als je een wond hebt, maar lastig als je bloed langzaam stroomt. Dat laatste gebeurt in een vliegtuig. Er kan zo een propje ontstaan dat vast komt te zitten (vaak in je been) of in je longen terecht komt (dan heb je longembolie).
27
Kerkelijk en religieus nieuws belicht
Diepgang
Toonaangevende filosoof vindt kerk nuttig
28
Godvormig gat moet opgevuld worden
Eén van de eerste groepen mensen die in West-Europa uit de kerk stapte was die van een aantal filosofen. Met hun denkkracht hadden deze atheïsten vastgesteld dat God niet bestaat. Hoewel de meeste mensen in de westerse wereld geloven dat er wel iets is tussen hemel en aarde, hebben zij in de loop der tijd ook de kerk verlaten. De bekende Engelse filosoof Alain de Botton is daarbij van mening dat er met deze kerkverlating teveel overboord is gezet. Er zou veel meer bewaard moeten blijven van het christendom dan alleen maar een aantal mooie gebouwen. De Botton is opgevallen dat er steeds meer wetenschappers spreken over een ‘godvormig gat’. Daarmee wordt bedoeld dat na het verdwijnen van God in de westerse maatschappij er niks voor in de plaats is gekomen. Nadenkend over de vraag hoe dit gat gevuld kan worden stelt hij voor dat een moderne maatschappij drie elementen uit de godsdienst ‘steelt’ (overneemt) om de kwaliteit van leven te verbeteren.
De Botton mist ook de aandacht voor de troostende en raadgevende rol die boeken, films, schilderijen en dergelijke kunnen spelen. Deze uitingen van kunst worden door journalisten en wetenschappers wel aan een analyse onderworpen maar daar ontbreekt het belangrijkste. Ze besteden namelijk helemaal geen aandacht aan het heilzame effect dat ze kunnen hebben. Laat staan dat ze je met al hun deskundigheid gaan troosten. Dit terwijl juist deze helende kracht het bestaansrecht is van de kunst. Boeken, schilderijen, films, computerspelen, ze verdienen allemaal de aandacht, zoals
de kerk die aan de bijbel geeft. Ze kunnen je vanaf een afstand naar jezelf en de wereld laten kijken, moed inspreken, hoop bieden en nog veel meer. Wetenschappers en journalisten helpen de mensen niet op deze manier. Sterker nog, zij stellen hun kritiek zó centraal dat het al snel op verkeerde momenten gegeven wordt. Of doorschiet, omdat ze nadruk leggen op de kleine gedeeltes die niet perfect zijn. Tot slot wijst de Engelsman op musea. Deze zouden in de moderne wereld de rol van kerken hebben moeten overnemen. Ook in die gebouwen ligt de nadruk helaas teveel op analyse en kennis. Mensen die in de put zitten fleuren maar zelden op als ze aandachtig door zo’n gebouw heen hebben gelopen. Alain de Botton pleit trouwens niet zozeer voor een terugkeer van de kerk als zodanig. Hij vindt het wel heel belangrijk dat er zo snel mogelijk iets gedaan moet worden aan de leegte die atheïsten hebben achtergelaten. En dat de kerk geschikt is voor die taken. Het enige dat nog moet gebeuren is dat de kerk deze opdracht krijgt. Of aan zichzelf geeft ... Léon Rasser
Diepgang
Ten eerste mist hij de priesters. Natuurlijk hadden ze ongelijk als ze gingen vertellen hoe de wereld is ontstaan en dat met geld een mooi plekje in de hemel te koop is. Maar dit zijn uitwassen en zeker niet het enige en belangrijk-
ste dat ze deden. Zij zorgden namelijk ook voor de ziel van mensen. Met een ziel wordt het ‘diepste ik’ bedoeld. Degene die je werkelijk bent en waar je emoties vandaan komen. Volgens de atheïsten had hun verzorgende rol overgenomen moeten worden door psychotherapeuten. Het punt is echter dat je zo iemand alleen maar spreekt als je dat kan betalen, ziek bent en schaamte hebt overwonnen. Priesters zijn veel toegankelijker. Ze verzorgen je ziel in een vrij toegankelijke kerkdienst en je kan zonder aanleiding een praatje met ze maken. Je ziel wordt zo niet alleen gerepareerd als die gebroken is maar ook (preventief) onderhouden.
29
Diepgang
A an de grond
30
Een paar dagen geleden waren we 25 jaar getrouwd en nog langer samen. En hoewel ik geen voorstander en mijn vrouw dus tegenstander is van privézaken met lezers delen, moet me toch iets van het hart. Na 25 jaar – denkt u misschien – zitten we al aan de houdbaarheidsdatum en wordt het tijd voor de onvermijdelijke wisseling der partners. Tegenwoordig heel normaal en wij hebben – misschien – daarom ons zilveren jubileum maar stil gehouden want 25 jaar samen is niet cool, niet normaal en dan ben je toch wel twee vreemde gasten. Mijn zoon belde wel en mompelde iets van ... “een record” ... En helaas meent hij het. Ik moet u helaas wel bekennen dat ik nog zeker een paar keer per dag naar mijn vrouw kijk en besef waarom ik van haar hou, andersom geldt ook hopelijk. Ik denk het wel, want de avond voor onze trouwdag krijg ik van haar een bosje rode rozen en een kaart, erg lief maar ook een prima waarschuwing: ik was onze trouwdag vergeten. Eigenlijk doen we niet echt gekke dingen om zo door te leven, maar wat we wel doen is ons regelmatig realiseren dat we het goed hebben. Niet
springen de tranen in de ogen als ik die foto op de tv zie. Er is geen antwoord op het waarom. Wel wil ik toch een mening geven. En niet omdat wij al 25 jaar getrouwd zijn. Ik weet niet wat de vader en moeder allemaal gedaan hebben om dit te voorkomen. In ieder geval niet voldoende. En ben ik dan naïef om te denken dat egoïsme hier een grote negatieve rol gespeeld heeft? Of is haat zo normaal aan het worden dat ook wij – in een beschaafd land – onze kinderen op het spel zetten? Als ik wist wat de oplossing was overdreven luxe maar een dak dan ... Helaas. Ik weet wel dat wij zelf als individu dit kunboven ons hoofd, drie lieve nen voorkomen. Door een kinderen, een MPV en een goudvis. Gewoon een paar va- echtscheiding te zien als een – inderdaad – echte scheiding kanties per jaar, kamperen maar dan van twee volwasmag ook, leuke buren en een stadje waar we ons thuis voe- sen mensen. En niet van anderen. En zeker niet van len. Ik heb een kantoorbaan kinderen. en fiets elke dag heen en weer, maar kan nog steeds Ik hoop dat dit stukje al een blij worden als ik onze plaats weer binnen rijd en de straat beetje bijdraagt tot nadenken, praten en bezinning. zie waar we wonen. Voordat we een relatie laten ontsporen. Op het moment dat ik dit schrijf zijn een paar dagen ge- Die twee mannetjes zijn niet leden twee broertjes uit Zeist meer samen. Hopelijk begrijpt gevonden – Ruben en Julian – u nu waarom wij niet zoveel zin hadden in een feestje. beide nog geen 10 jaar oud. Ze zijn aangetroffen in een ri- Mogen zij oprecht rusten in vrede. ool. Geen vader meer, geen moeder meer en geen leven Dominee D.A.G. Hoor meer. Op zulke momenten praten we. Over het waarom. Naschrift van de redactie: Over alle meningen. Over onOp de foto staan twee willekeurig gekozen broers. ze emotie, want ook bij mij
Samen
Diepgang
Adressen maritieme pastores Nederlandse Zeemanscentrale
M TIE
PASTORAA T
TAALBLAD M AR KW
I AR
MOERDIJK
Ds. H. van der Ham Stooplaan 26 3311 DM DORDRECHT Tel. 078 - 613 82 80 / 06 - 53 59 63 80 hvdham@filternet.nl ROTTERDAM
Ds. Helene Perfors ds Th. Rijckewaerdstraat 6 3232 AK BRIELLE Tel. 081 - 41 67 51 / 06- 53 67 92 65 helene.perfors@nederlandsezeemanscentrale.nl
Rijk van Lent
De foto op de voorkant is gemaakt door Fernanda Parera.
Recente exemplaren van Diepgang kunnen gedownload worden op www.spwo.nl
Diaconaal werker Tel. 06 - 53 67 92 62 dhrotterdam@nederlandsezeemanscentrale.nl AMSTERDAM
Ds. Léon Rasser Veembroederhof 164 1019 HC AMSTERDAM Tel. 020 - 669 00 65 / 06 - 22 09 03 34 leon.rasser@nederlandsezeemanscentrale.nl GRONINGEN
Fr. Sergi (Sven) Standhart J.W. Frisostraat 45 9717 EM GRONINGEN Tel./fax 050 - 312 71 78 / 06 - 29 29 69 30 svenserg@nederlandsezeemanscentrale.nl
Apostolaat ter Zee Stella Maris Secretariaat: Willemskade 13 3016 DK ROTTERDAM Tel. 010 - 413 31 09
Pastoraat Werkers Overzee Ds. Stefan Francke Parelduikerhof 8 4332 DA Middelburg Tel. 0118 - 65 18 88 / 06 - 37 00 84 32 waterbouwpastor@gmail.com
colofon Diepgang is een gezamenlijke uitgave van de Nederlandse Zeemanscentrale en de Stichting Pastoraat Werkers Overzee Redactie Joke van den Dool, Jos Hilberding, Simon Hoek, Hans Luesink, Annemieke Ooms (tekstcorrectie), Helene Perfors, Léon Rasser (hoofdredacteur), Liesbeth Visser en Kees Wiersum Redactieadres Veembroederhof 164, 1019 HC Amsterdam Oplage 2000 Verspreiding Nederlandse koopvaardij-, bagger- en diepzeevisserijschepen, Nederlandse zeemansclubs en abonnementen Lay-out en opmaak Impressie grafische vormgeving (Anja Verhart), Gouda Druk Drukkerij Rijpsma, Rozenburg ISSN 1567 - 3472 Een abonnement op Diepgang is mogelijk door donateur te worden (voor minimaal 20 euro per jaar) van de Nederlandse Zeemanscentrale, Willemskade 13, 3016 DK Rotterdam ING 144030 (ook voor giften en donaties)
Nederlandse Zeemanscentrale Willemskade 13 3016 DK Rotterdam www.nederlandsezeemanscentrale.nl
Stichting Pastoraat Werkers Overzee Parelduikerhof 8 4332 DA Middelburg www.spwo.nl