Nucleoplasty Cervicaal, Thoracaal of Lumbaal Behandeling van een hernia bij het Pijnbehandelcentrum
Albert Schweitzer ziekenhuis april 2012 pavo 0789
Inleiding Uw behandelend arts heeft met u besproken dat u in aanmerking komt voor nucleoplasty. In deze folder leest u meer over deze behandeling. Nucleoplasty is een behandeling voor een hernia. Een hernia is een uitstulping van de tussenwervelschijf. Dit kan op verschillende plaatsen in de wervelkolom ontstaan. De wervelkolom loopt van de nek tot en met het stuitje en bestaat uit wervels die het ruggenmerg beschermen en met elkaar zijn verbonden door tussenwervelschijven. De tussenwervelschijven hebben een belangrijke functie. Zij vangen de schokken op, zorgen voor bewegelijkheid en flexibiliteit van de wervelkolom. De tussenwervelschijf is opgebouwd uit een sponsachtige kern omgeven door ringen. In deze ringen kunnen scheurtjes ontstaan waardoor de kern gaat uitpuilen en op de zenuw drukt. Dit veroorzaakt, afhankelijk van de plaats, pijn in de arm, schouder, rug en/of been. Er is een onderscheid te maken voor de verschillende niveau`s waar een hernia kan ontstaan:. 1. Een hernia van de nekwervels; u heeft pijnklachten en/of tintelingen en/of een doof gevoel in de nek, schouders, arm en hand. Dit kan behandeld worden met een cervicale nucleoplasty. Ccervicaal betekent ter hoogte van de nek. 2. Een hernia van de borstwervels; u heeft pijnklachten en/of tintelingen en/of een doof gevoel uitstralend in het verzorgingsgebied van de zenuw die vanuit de borstwervels van de rug naar de voorzijde van het lichaam loopt. Dit kan behandeld worden met een thoracale nucleoplasty. Thoracaal betekent ter hoogte van de borst.
1 van 7
3. Een hernia van de lendewervels; u heeft pijnklachten en/of tintelingen en/of een doof gevoel in de rug uitstralend naar het been. Dit kan behandeld worden met een lumbale nucleoplasty. Lumbaal betekent ter hoogte van de onderrug. Om de diagnose hernia te stellen, onderzoekt uw behandelend arts u en stuurt u eventueel door voor aanvullend onderzoek, bijvoorbeeld naar de afdeling Radiologie voor een MRI scan.
Voorbereiding Ter voorbereiding krijgt u: Een gesprek bij uw arts over de behandeling, resultaten en complicaties. Ook vindt er screening plaats volgens de landelijke richtlijnen. Een (telefonisch) voorlichtingsgesprek bij de verpleegkundige. Hierin wordt de voor- en nazorg besproken. Wij adviseren u bij alle gesprekken uw partner of een familielid mee te nemen. Medicijnen Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, is het nodig dat u hiermee voor de behandeling tijdelijk stopt. Uw arts heeft met u het volgende afgesproken.
NSAID`S Ascal Plavix Acenocoumarol Marcomar Acetylsalicylzuur
_______ dagen voor de behandeling stoppen met de aangekruiste medicijnen.
2 van 7
Als de dosering of het soort medicijnen dat u gebruikt veranderd zijn na uw laatste bezoek bij uw arts, moet u telefonisch contact opnemen. Gebruikt u meerdere medicijnen en vindt u het lastig om alles te onthouden? Maakt u dan een medicijnlijst en neem dit mee. Uw apotheek kan dit ook voor u doen. Allergie Als u allergisch bent voor bepaalde medicijnen, dan moet u dat vooraf aan uw arts te vertellen. Voor deze behandeling krijgt u preventief antibiotica toegediend. Zwangerschap Als u zwanger bent of het vermoeden heeft zwanger te zijn, kan deze behandeling niet plaatsvinden vanwege de röntgenstralen. Dag voor de behandeling De dag voor de behandeling belt u tussen 14.00-16.00 uur naar de afdeling Dagbehandeling, tel. (0184) 43 42 94. U hoort dan het tijdstip waarop u verwacht wordt. Nuchter zijn Als u voor 12.00 uur wordt behandeld, moet u nuchter zijn vanaf 24.00 uur de avond ervoor. Tot 06.00 uur mag u nog een glas water of een kopje thee drinken (maximaal 200 ml.). Als u na 12.00 uur behandeld wordt, neemt u om 07.00 uur een licht ontbijt. Dit is een beschuit en een kopje thee. Tot 10.00 uur mag u nog een glas water of een kopje thee drinken (maximaal 200 ml.). Neemt u wel uw medicijnen in (behalve de bloedverdunners, volgens afspraak met uw arts). Wij raden u af om vooraf te roken. Als u bekend bent met diabetes, dient u dit aan te geven. Uw arts adviseert u wat u vooraf moet doen.
3 van 7
De opname U meldt zich op het afgesproken tijdstip op de afdeling Dagbehandeling van locatie Sliedrecht. Hier krijgt u een operatiejasje aan en wordt uw pijngebied afgetekend. Daarna wordt u naar de operatieafdeling gebracht. Tijdens de behandeling mag u geen sieraden, nagellak of make-up dragen. De behandeling Er wordt een infuusnaaldje in uw arm gebracht. Via dit infuusnaaldje krijgt u antibiotica. Ook krijgt u een slaapmiddel (roesje) zodat u minder merkt van de behandeling. 1. Cervicale nucleoplasty: U ligt op uw rug op de behandeltafel. Ter hoogte van de nekhernia wordt een speciale naald in de tussenwervelschijf geschoven. Dit gebeurt altijd vanaf de rechterkant, ongeacht of uw hernia links of rechts in de nek zit. Als de naald op de juiste plaats staat, wordt de naald aangesloten op een apparaat dat radiogolven afgeeft. Hierdoor verdampt het vocht zodat de uitstulping zich terugtrekt. De pijnklachten in de nek, schouder en/of arm verdwijnen. 2. Thoracale nucleoplasty: U ligt op uw buik op de behandeltafel. Ter hoogte van de borstwervel wordt aan de kant van de pijn een speciale naald in de tussenwervelschijf geschoven tot precies in het gebied van de hernia (uitpuiling). Als de naald in de juiste positie staat wordt deze naald aangesloten op een apparaat dat radiogolven afgeeft. Hierdoor verdampt het vocht zodat de uitstulping zich terugtrekt. De pijklachten ter hoogte van de borstholte nemen af.
4 van 7
3. Lumbale nucleoplasty: U ligt op uw buik op de behandeltafel. Ter hoogte van de lendehernia wordt aan de kant van de pijn een speciale naald in de tussenwervelschijf geschoven tot precies in het gebied van de hernia (uitpuiling). Als de naald in de juiste positie staat wordt deze naald aangesloten op een apparaat dat radiogolven afgeeft. Hierdoor verdampt het vocht zodat de uitstulping zich terugtrekt. De druk op de zenuwwortel verdwijnt en de pijnklachten in rug en/of been nemen af. Voor een optimale nazorg ligt u, ongeacht het niveau van de behandeling, één nachtje in het ziekenhuis. Speciaal voor deze behandelingen is de locatie Sliedrecht van het Albert Schweitzer ziekenhuis donderdagavond en -nacht geopend. Na de behandeling Na de behandeling wordt u naar de verkoeverkamer gebracht. Als er geen bijzonderheden zijn en als de anesthesioloog het goed vindt, brengt de verpleegkundige u naar de afdeling Dagbehandeling. Na de behandeling heeft u drie uur bedrust. Daarna mag u uit bed. U mag na de behandeling direct eten en drinken. Het pijnbehandelteam komt aan het eind van de dag bij u langs om u te vertellen hoe de behandeling is verlopen. Ook spreekt uw arts voor de eventuele napijn met u af wat u hiertegen mag nemen. Na de behandeling kunnen uw klachten verminderd zijn maar soms kan dit ook een aantal weken duren. ’s Avonds kunt u tussen 18.30-20.00 uur bezoek ontvangen. De volgende ochtend De volgende ochtend loopt het pijnbehandelteam visite tussen 08.00-09.00 uur. Na deze visite mag u, onder begeleiding, naar huis. U krijgt een afspraak mee voor controle bij uw behandelend arts en een telefonische afspraak bij de verpleegkundige. De arts geeft u advies over uw pijnmedicatie.
5 van 7
De eerste twee dagen na de behandeling kunt u een stijf gevoel in de rug hebben omdat er door een spier geprikt is. Het stijve gevoel verdwijnt vanzelf.
Leefregels Wij adviseren u de volgende leefregels gedurende de eerste zes weken: Geen lange autoritten en/of fietstochten maken. Bij voorkeur de eerste vijf dagen geen autorijden en daarna niet langer dan 20-30 minuten. De rug niet betlasten. Dit betekent dat u geen zware dingen mag tillen. Verder mag u geen zwaar huishoudelijk werk doen zoals ramen zemen en stofzuigen. Ook mag u niet sporten. Probeer lopen, zitten en staan af te wisselen, niet langer dan 40-60 minuten in dezelfde houding. Maak tijdens het zitten gebruik van een rechte stoel met eventueel ondersteuning van de rug. Niet zwemmen gedurende de eerste vier weken. Geen chiropractor bezoeken gedurende de eerste twaalf weken. Op geleide van uw pijn en afhankelijk van uw werk mag u na één tot twee weken langzaam uw werk hervatten. Zodra u klachten krijgt van een bepaalde activiteit, stopt u hiermee. Na vier weken mag u beginnen met fysiotherapie, hiervoor krijgt u geen verwijzing van het ziekenhuis.
6 van 7
Een arts waarschuwen U neemt contact op met het Pijnbehandelcentrum bij: Koorts: oplopende temperatuur boven de 38 graden. Infectie: roodheid, pus, pijn, warme huid bij de insteekopening van de naald in uw rug of hals. Krachtverlies in armen (nekhernia) benen (rughernia). Gevoelsstoornissen in armen (nekhernia) of benen (rughernia). Pijn. Allergische reactie. Slikklachten bij een nekhernia. Onbegrepen klachten.
Bereikbaarheid Bij problemen neemt u contact op via onderstaande nummers. Zij zullen uw behandelend arts informeren.
Van maandag - vrijdag belt u tussen 08.00-17.00 uur met het Pijnbehandelcentrum, tel. (0184) 43 42 19 of (0184) 43 43 37. Van maandag - vrijdag tussen 17.00-08.00 uur en in het weekend, belt u met de Spoedeisende Hulp van locatie Dordwijk, tel. (078) 652 32 10.
Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, kunt u op werkdagen bellen naar het secretariaat van het Pijnbehandelcentrum, tel. (0184) 43 42 19.
7 van 7