2009
7 PlanAmsterdam
De Olympische Spelen van 2028
nr.
Het olympisch vuur is aangewakkerd
2
De Amsterdamse Sportas
12
Summary
23
Welkom thuis voor de olympische sporters in het Olympisch Stadion na de Spelen van Beijing A warm welcome for the Dutch Olympians at Amsterdam’s Olympic Stadium after the Beijing Games.
Remco Daalder Nelleke Penninx Esther Reith
De Olympische Spelen van 2028 In 1928 organiseerde Nederland de Olympische Spelen. Een erfenis van die Spelen is het Olympisch Stadion in Amsterdam. Wat bijna niemand meer weet is dat op deze plek voor de allereerste keer de olympische vlam is ontstoken. Een vlam die sinds die tijd is blijven branden en een steeds grotere symbolische waarde heeft gekregen. Vandaag de dag zijn de Spelen uitgegroeid tot het grootste evenement ter wereld. Het NOC*NSF heeft de ambitie om de Spelen naar Nederland te halen. Dit idee vatte vlam in 2005 en is vertaald in het Olympisch Plan 2028. Het kabinet heeft het plan omarmd en haar steun toegezegd. Amsterdam is ook enthousiast, getuige het Amsterdams Sportplan 2009-2012 dat naadloos aansluit op het Olympisch Plan. Hoewel de keuze voor de gaststad nog niet is gemaakt, mag duidelijk zijn dat Amsterdam bereid is haar naam beschikbaar te stellen. Maar, eerst zal Amsterdam zich nog meer moeten profileren als sportstad: bereid zijn te investeren in de breedtesport, grote aansprekende evenementen te organiseren en de daarvoor benodigde sportaccommodaties op niveau te brengen. In 2010 zal duidelijk worden welke stad haar naam aan de Spelen zal verbinden. Nederland heeft tot 2016 de tijd om aan te tonen dat we ‘Olympicproof’ zijn. Daarna wordt besloten of NOC*NSF daadwerkelijk een bid gaat uitbrengen. 2028 lijkt weliswaar ver weg, maar is het niet. Vooral met de ruimtelijke vertaling van de plannen kan niet vroeg genoeg worden begonnen. Daar wordt dan ook al hard aan gewerkt. We staan voor een grote uitdaging en als we het met z’n allen écht willen zal het vuur in 2028 hier opnieuw branden. Ik geloof er heilig in! Veel leesplezier in deze bijzondere editie van Plan Amsterdam, Arthur Verdellen Regisseur Olympische ambitie
Het olympisch vuur is aangewakker Een eeuw later opnieuw de Spelen Amsterdam wil de Olympische Spelen naar Nederland halen. Waarom? En, wat levert dat de stad op? Olympisch Plan 2028 In 2006 lanceerde sportkoepel NOC*NSF samen met een groot aantal partners, het Olympisch Plan 2028. Het olympisch vuur werd aangewakkerd door de sportieve successen van Nederland op de recente Olympische Spelen en de organisatie van grote sportevenementen als het EK voetbal in 2000. Er ontstond weer geloof in het kunnen organiseren van een groot evenement. Na de teleurstellende afloop van het bid voor 1992 was dat geloof jaren weggeweest. Het Olympisch Plan 2028 is een plan van lange adem met de organisatie van het echte evenement in 2028 als een prachtig vergezicht. Zorgvuldig wordt toegewerkt naar een keuzemoment voor de daadwerkelijke kandidaatstelling voor de Spelen. De weg ernaar toe is wellicht belangrijker dan de kandidaatstelling zelf. Er moet
PlanAmsterdam
De zilveren Dames 8 op de Olympische Spelen in Sydney in 2000 The Dutch women’s eight took silver at the Sydney Olympic Games in 2000. Toekomstig olympisch kampioen in 2028? An Olympic champion in 2028?
rd
in Nederland in de breedte in sport worden geïnvesteerd, of het nu gaat om topsport of breedtesport om grote evenementen of trapveldjes in de wijken. Als we erin slagen Nederland in 2016 naar een olympisch niveau te brengen, dan kunnen we de volgende stap zetten: het doen van een bid voor de spelen van 2028. Dit jaartal is bijna symbolisch; honderd jaar na de Spelen van 1928. 2009 is een belangrijk jaar voor het Olympisch Plan. Na de verkenningsfase van de afgelopen jaren moet nu de stap naar de opbouwfase worden gezet. Daarvoor is brede steun nodig. Die heeft het NOC*NSF gekregen. Binnen de eigen gelederen, maar ook van het kabinet en van andere belangrijke maatschappelijke partners. Bijvoorbeeld de vier grote steden: Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Amsterdam, de koepelorganisatie van de twaalf provincies IPO, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en werkgeversen werknemersorganisaties hebben zich als Alliantie Olympisch Vuur gecommitteerd aan het plan. Amsterdam is als hoofdstad en gemeente met de meeste inwoners een belangrijke partij binnen deze Alliantie. Vanaf het begin is Amsterdam betrokken bij het Olympisch Plan. Daarnaast heeft Amsterdam haar eigen olympische ambitie. De gemeenteraad heeft vorig jaar juni het besluit genomen om het plan van het NOC*NSF te ondersteunen. Deze ambitie is gestoeld op het Olympisch Plan 2028 van het NOC*NSF en ons eigen Sportplan 2009-2012, met daarin als belangrijkste aanbevelingen het stimuleren van sport op school, sport mogelijk maken voor iedereen, het versterken van de verenigingen en het investeren in sport in de openbare ruimte. Een goed voorbeeld van dit laatste is het investeren in het gebied van
PlanAmsterdam
De drie fasen van het Olympisch Plan 2028 2006-2009 Onderzoeksfase: het formuleren van de ambities van Amsterdam in dit ‘plan van aanpak op hoofdlijnen’ en het verwerven van een breed draagvlak hiervoor, via een brede maatschappelijke discussie. Resultaat: een overeenkomst waarmee de deelnemende partijen zich concreet verbinden aan het Olympisch Plan 2028. 2010-2016 Opbouwfase: voor elk van de geformuleerde ambities wordt met en door de betrokken partijen een plan van aanpak uitgewerkt en doorgevoerd. Resultaat: heel Nederland naar olympisch niveau. vanaf 2016 Kandidaatstellingsfase: aan het begin van deze fase wordt besloten of Nederland zich kandidaat stelt voor organisatie van de Olympische en Paralympische Spelen 2028. bron: Olympisch Plan 2028
het Olympisch Stadion in Amsterdam-Zuid tot het Wagener Stadion in het Amsterdamse Bos, ofwel de Olympische Sportas. Om het belang te onderstrepen is er een regisseur Olympische Ambitie aangesteld die gemeentebreed werkt aan deze ambitie. Zijn belangrijkste doelstelling uit het plan is bouwen aan ‘Amsterdam Sportstad’. Dit gebeurt door uitvoering te geven aan het Sportplan, dat zich in eerste instantie op breedtesport richt, maar waarin ook aandacht is voor topsport. De ontwikkeling van de Sportas en het Centrum voor Topsport en Onderwijs (CTO), waar jonge topsporters onderwijs kunnen volgen en tegelijkertijd op het hoogste niveau kunnen trainen, komt ook voort uit dit Sportplan. Daarnaast wordt ingezet op het
PlanAmsterdam
Bas van Velthoven, zwemmer van NZA Amsterdam en deelnemer aan de Oympische Spelen 2008 Bas van Velthoven, contestant Olympic Games 2008
binnenhalen van grote sportieve evenementen, zoals de start van de Giro d’Italia in 2010 en het WK roeien in 2014. Tot slot wordt verkend wat een mogelijke olympische kandidatuur ruimtelijk betekent voor Amsterdam.
Ruimte voor de Olympische Spelen Het ministerie van VROM heeft in 2008 het Schetsboek ruimte voor olympische plannen uitgebracht. Deze nota bevat ruimtelijke verkenningen naar de mogelijkheden voor grootschalige sportevenementen in Nederland. Belangrijkste conclusies van deze verkenningen zijn dat Nederland ruimtelijk gezien de Olympische Spelen kan organiseren en dat het nuttig is voor Nederland omdat het evenement als een katalysator werkt voor de oplossing van belangrijke ruimtelijke opgaven, zoals het verbeteren van de bereikbaarheid en de leefkwaliteit van onze stedelijke gebieden. Niet in de laatste plaats door de harde deadline die de organisatie van de Spelen stelt. Op de dag van de openingsceremonie moet alles klaar zijn. Verder is bereikbaarheid belangrijk gezien de hoeveelheid bezoekers en de eisen die het Internationaal Olympisch Comité (IOC) stelt aan het atletenvervoer. Andere conclusie is dat de organisatie van de Spelen gedragen moeten worden door het hele land. In ruimtelijke zin, want Nederlandse steden zijn relatief klein in verhouding tot de schaal en de maat van de Spelen. Daarnaast vraagt de inzet op een duurzame erfenis, om grote investeringen. Investeringen die zonder draagvlak binnen Nederland, van de steden, maar ook van andere partijen, niet haalbaar zijn. Tot slot, gezien de doorlooptijd van grote ruimtelijke en infrastructurele werken is nú het moment aangebroken om hier beslissingen over te nemen. In feite moet nu al gestart worden met de ruimtelijke planvorming. In het Schetsboek wordt nog geen keuze gemaakt voor een gast-
PlanAmsterdam
Sport, verbroedering en wereldvrede De ontwikkeling van de Spelen door de jaren heen In het begin van de twintigste eeuw waren de Olympische Spelen niet meer dan een bijprogramma naast de veel grotere en belangrijkere Wereldtentoonstellingen. Tegenwoordig is er geen evenement ter wereld dat zo veelomvattend is als de Olympische Spelen. Het Internationale Olympisch Comité (IOC) werd in 1894 opgericht door baron Pierre de Coubertin. Samen met de Griek Demetrius Vikelas besloot hij dat jaar om de klassieke Olympische Spelen na vijftienhonderd jaar nieuw leven in te blazen. De Coubertin hoopte door sport landen en volken te verbroederen en zo de wereldvrede een handje te helpen. De eerste moderne Olympische Spelen vonden in 1896 plaats in Athene, de bakermat van de Spelen. Er werd in die eerste jaren gebruik gemaakt van bestaande voorzieningen. Vanaf 1904 – de organiserende stad was toen Saint Louis – werden er wèl nieuwe stadions gebouwd. Pas vanaf 1924 kwamen er voor het eerst speciale onderkomens voor atleten, toen nog in de vorm van barakken. Het eerste olympische dorp met voorzieningen als een ziekenhuis, een brandweerkazerne en een bank werd in 1932 bij Los Angeles gebouwd. Het werd ingezet als een werkverschaffingsproject tijdens de Grote Depressie en na de Spelen weer afgebroken omdat er geen nieuw functie voor gevonden kon worden. Vanaf 1960 werden de Spelen ingezet om stedelijke vernieuwing en uitbreiding en de toenemende bereikbaarheidsproblemen
in stedelijke gebieden aan
te pakken. In de jaren zestig
werd dit vooral regionaal
ingestoken, zoals in 1964 in
Tokyo waar gekozen werd voor
de bouw van drie olympische
dorpen als dragers voor de
verbetering van het metropo-
litane vervoerssysteem. Vanaf
de jaren zeventig verschoof de
aandacht naar de bestaande
steden. In München (1972)
en Montréal (1976) werd
geïnvesteerd in grote, ambiti-
euze, olympisch complexen in
de stad. Door koude winters,
stakingen van bouwvakkers en
grote investeringen in veilig-
heidsmaatregelen leidde dit
in Montréal overigens tot een
financieel debacle. Dit had tot
gevolg dat men op een andere manier ging denken over de organisatie van de Spelen. Dergelijke risico’s als in Montréal wilde men niet meer nemen. Met de Spelen van 1984 in Los Angeles werd een andere weg ingeslagen: men ging vooral gebruik maken van bestaande accommodaties. Bovendien kreeg de commercie een sterke rol: een groot deel werd gedragen door sponsors. McDonald’s nam bijvoorbeeld de financiering van het zwemstadion voor haar rekening. De Spelen van Barcelona in 1992 staan bekend als hét voorbeeld waarbij de Olympische Spelen succesvol hebben bijgedragen aan de stedelijke revitalisering. De stad werd verbonden met de zee, er werden nieuwe stranden aangelegd, bestaande stranden opgeknapt en er werd veel geïnvesteerd in de openbare ruimte. Verbetering van het milieu is sinds midden jaren negentig een leidend thema voor het IOC en dus voor de organiserende steden. Sydney zette hier volledig op in. Homebush Bay, de locatie van het olympisch dorp, was gesitueerd op een voormalige vuilstortplaats. Daarnaast werd onder meer geïnvesteerd in de toepassing van zonne-energie en gescheiden watersystemen, de ecologische inrichting van parken en het openbaar vervoer. Maar ook Athene en Beijing namen ingrijpende milieumaatregelen. Athene investeerde in het wegenstelsel en hoogwaardig openbaar vervoer om de smog terug te dringen. De smog in Beijing maakte het sporten zelfs bijna onmogelijk. Om de luchtkwaliteit te verbeteren waren extreme maatregelen nodig. Het autoverkeer werd drastisch teruggedrongen en fabrieken werden gedurende de duur van de Spelen compleet stilgelegd.
PlanAmsterdam
stad. Bewust niet: het bouwen aan draagvlak binnen Nederland is de belangrijkste opgave op dit moment. Een vroegtijdige keuze voor een gaststad wordt gezien als een gevaar voor dit draagvlak. Toch geeft het kabinet aan dat gelet op de ruimtelijke en infrastructurele consequenties niet tot 2016 gewacht kan worden met de keuze. Het kabinet stuurt erop aan dat uiterlijk eind 2010 afspraken gemaakt worden over het kandidaatschap van één stad en de rol van de andere steden.
Erfenis Bij de Spelen van de toekomst draait alles om legacy, ofwel nalatenschap. Het evenement zelf duurt slechts vier weken: twee weken Olympische Spelen en twee weken Paralympische Spelen. De erfenis van de Spelen moet echter meer zijn dan een succesvol evenement. Het moet betekenis hebben voor de komende generaties. Dat maakt het voor een land of stad ook aantrekkelijk. Als de roes van de Spelen voorbij is, blijven de nieuwe wegen en openbaarvervoersverbindingen, de pleinen en parken, de huizen en sportaccommodaties. De komende zomerspelen van Londen zijn hét voorbeeld van legacyplanning. Londen kreeg in 2005 de Olympische Spelen van 2012 toegewezen. Het voorstel om de Spelen te gebruiken als instrument om grote delen van Oost-Londen – één van de grootste achterstandsgebieden in het Verenigd Koninkrijk – een nieuwe, stedenbouwkundige impuls te geven gaf mede de doorslag. Volgens de geruchten moest Ken Livingstone, de toenmalig burgemeester van Londen en grote motor achter het Londense bid, niks van sport hebben, maar zag hij de Olympische Spelen als de kans om probleemgebieden in zijn stad aan te pakken. Oorspronkelijk was de ambitie om eerst het eindontwerp te schetsen, de Olympic Legacy, met de Olympische Spelen als één van de tussenstappen. Deze ambitie bleek niet haalbaar gezien de korte aanlooptijd tot de daadwerkelijke Spelen. Uiteindelijk werden drie masterplans ontwikkeld: één voor het Olympic Park voor de duur van de Spelen, één voor de overgangsperiode van 2012-2014 en bedoeld voor afbraak van een deel van de olympische infrastructuur en tot slot het Legacy Masterplan voor de herontwikkeling van het gebied op lange termijn. De olympische sites in Londen zijn inmiddels volop in ontwikkeling. Men stoomt door naar de openingsceremonie op 27 juli 2012. Echter, ook hier laat de invloed van de crisis de plannen voor Londen 2012 niet onberoerd. Het olympisch dorp wordt kleiner dan oorspronkelijk gepland. Plannen voor tijdelijke olympische accommodaties worden geschrapt en in plaats daarvan wordt gekozen voor de inzet van bestaande accommodaties. De ambities moeten nogmaals bijgesteld worden. Dit zal ook gevolgen hebben voor de legacy-plannen. Basketbalspeler in Sporthallen Zuid Basketballplayer at Sporthallen Zuid
Wat deze manier van plannen en denken laat zien, is dat er op een
Paralympisch medaillewinnares Monique van der Vorst aan het trainen langs de Amstel. Paralympics medal-winner Monique van der Vorst training along the River Amstel.
evenement is niet zozeer een doel op zich, maar wordt ingezet als
andere manier wordt nagedacht over de Olympische Spelen. Het instrument om de toekomstige opgaven van de stad versneld aan te pakken.
PlanAmsterdam
Kosten versus baten Er is veel, heel veel geld gemoeid met de Olympische Spelen. Ten aanzien van de kosten moet een onderscheid worden gemaakt tussen de operationele kosten – de kosten die voor het evenement zelf gemaakt moeten worden – en de benodigde investeringen. Deze laatste zijn de uitgaven voor de langere termijn, zoals de investeringen in sportaccommodaties, het olympisch dorp en de infrastructuur, zoals openbaar vervoer, de wegen en het vliegveld, maar ook het glasvezelnetwerk. Gebaseerd op gegevens van eerdere Spelen komen de operationele kosten voor het evenement uit op anderhalf tot twee miljard dollar. Daar stonden de afgelopen 35 jaar hogere opbrengsten tegenover, met name dankzij de verkoop van tv-rechten. Dat maakt de organisatie van het evenement zelf rendabel. Maar, waar het bij de Spelen vooral om gaat is het rendement van de investeringen op de lange termijn. Als deze investeringen ook na de Spelen maatschappelijk nut hebben, kun je spreken van een positieve legacy. Dit gaat niet vanzelf. Hier moet door de organiserende steden en landen bewust op worden ingezet, zoals Londen met zijn mas-
xxxxxxxxxxxxxxxxx
terplans voor de Olympic Legacy bijvoorbeeld laat zien. Goed ingezet biedt het organiseren van de Olympische Spelen een stad en een land unieke kansen. Het evenement en de erfenis die zij achterlaat kan een enorme impuls geven aan de fysieke, sociale en economische structuur van een stad.
Amsterdam en de Spelen Amsterdam heeft een bijzondere band met de Olympische Spelen. Het is de enige stad in Nederland waar ooit, in 1928, de Olympische Spelen zijn georganiseerd. In Amsterdam werd voor het eerst in de olympische geschiedenis een stadion speciaal voor de Spelen gebouwd. De architect, Jan Wils, ontving er zelfs een gouden medaille voor. Ook het olympisch vuur was een Amsterdamse uitvinding. Deze werd destijds niet ontstoken door een bekende sporter, maar door een medewerker van het gasbedrijf. Het evenement was qua schaal en omvang niet te vergelijken met de Spelen van nu. Het aantal atleten was nog geen drieduizend – waarvan minder dan driehonderd vrouwen – tegen elfduizend atleten nu. Het aantal nationaliteiten dat participeerde in de veertien sporten was 46. Het grootste deel van het evenement werd afgewerkt in en rond het Olympisch Stadion. Er werd niet zoals vaak wordt verondersteld een speciaal atletendorp gebouwd; de atleten werden destijds ondergebracht in scholen, militaire kampen en op schepen. De belangrijkste erfenis van de Spelen van 1928 is natuurlijk het Olympisch Stadion met de Marathontoren; prachtig gerenoveerd en weer volop in gebruik. De intocht van de olympische atleten na hun successen vorig jaar in Beijing was een nieuw hoogtepunt in de lange geschiedenis van dit monument.
PlanAmsterdam
Het olympisch park van Londen (boven) en Sydney (onder) op schaal gemonteerd op de kaart van Amsterdam.
In de jaren tachtig deed Amsterdam een poging om de Olympische Spelen van 1992 binnen te halen. Een campagne die jammerlijk mislukte; Amsterdam lag er na de eerste stemronde al uit. Dat lag niet aan het bidbook. Dat was gedegen en voldeed technisch aan alle eisen van het IOC. De oorzaak van het falen lag meer in de strijd tussen de bestuurders en de goed georganiseerde tegenstand onder leiding van de Nederlandse politica en activiste Saar Boerlage. Zij voerde een effectieve tegencampagne en wist door te dringen tot de hoogste IOC-leden. Ondanks het verloren bid heeft het denken over Olympische Spelen toch betekenis gehad voor de stedelijke ontwikkeling van Amsterdam: Nieuw-Sloten, bedoeld als olympisch dorp, werd gebouwd, het laatste stuk van de Ring A10 rond de stad werd aangelegd en in Amsterdam-Zuidoost verrees de Amsterdam ArenA, mede omdat Ajax-stadion De Meer verouderd was. Nu doet zich weer een nieuwe kans voor; Nederland werkt toe naar een nieuw bid. Amsterdam stelt zich hierbij nadrukkelijk op als één van de partners van het plan. Een succesvolle Nederlandse olympische campagne kan niet door een stad alleen gedragen worden: alle betrokken partijen hebben elkaar hierin nodig. Amsterdam is uiteraard bereid haar naam te verbinden aan deze nationale ambitie. En hoewel de keuze voor de kandidaatstad pas eind 2010 wordt genomen, moet Amsterdam nu al nadenken over de ruimtelijke impact van London’s Olympic Park (above) and Sydney (below) projected to scale onto a plan of Amsterdam.
een dergelijk evenement. Voor Metropoolregio Amsterdam bieden de pijlers van de structuurvisie belangrijke aanknopingspunten voor een mogelijk Amsterdams bid, zoals bijvoorbeeld investeringen in een openbaarvervoersysteem op regionaal niveau, de ontwikkeling van de Mainport Schiphol, de inzet om een duurzame, klimaatneutrale en waterbestendige stad te worden en de groei van het toerisme, maar ook versterking van de onderlinge samenhang tussen het stedelijke leven en de openbare ruimte, het groen en het water, in en rondom de stad. In het Visiedeel van de structuurvisie wordt nu al gekeken naar de ruimtelijke mogelijkheden voor de Olympische Spelen. Er
De grote getallen Deelnemende landen
200
Sporten
26
Sportdisciplines
52
Wedstrijden
300
Atleten
11.000
Sportbegeleiders
8.000
Pers
25.000
Vrijwilligers
45.000
Bezoekers, fans, toeristen
5 à 6 miljoen
Televisiekijkers
4 à 5 miljard
Ruimtebehoefte olympische accommodaties: 500 tot 550 hectare (alles nieuw aan te leggen, te vergelijken met de Amsterdamse grachtengordel)
PlanAmsterdam
zijn twee mogelijke locaties aangewezen: Havenstad aan de oevers van het IJ met spectaculaire locaties aan het water en aan de Nieuwe Meer dichtbij het oude Olympisch Stadion en met een strategische positie ten opzichte van de randstad en de rest van Nederland. Niet alleen voor de stedelijke gebieden, maar voor de hele randstad kunnen de Olympische Spelen een motor van vernieuwing en verbetering zijn voor de bereikbaarheid, de leefbaarheid, en duurzaamheid; de opgaven geformuleerd in Randstad 2040. De Olympische Spelen zijn nog ver weg, maar of de Spelen nu wel of niet naar Nederland komen, investeren in sport is in alle gevallen van groot belang voor de stedelijke gemeenschap. Sport staat voor gezondheid en ontmoeting, voor sociale activering en talentontwikkeling. De ontwikkeling van een sport-as in Amsterdam-Zuid, maar ook investeringen in groen, fiets- en wandelpaden, speelterreinen en sportaccommodaties in wijken en buurten zijn nodig om de olympische droom waar te maken.
10 PlanAmsterdam
Mogelijk zouden Havenstad aan het IJ of de Nieuwe Meer locaties kunnen zijn voor de Olympische Spelen. The Western Harbour District on the banks of the IJ and the Nieuwe Meer lake are potential locations for Olympic facilities.
Het Olympisch Stadion The Olympic Stadium
PlanAmsterdam
11
De Amsterdamse Sportas Van Olympisch Stadion tot Amsterdamse Bos Wat betekent de olympische ambitie voor Amsterdam? Waar gaat gebouwd worden, wat moet er weg, waar zijn extra wegen nodig en waar openbaar vervoer? Wil Amsterdam zich optimaal profileren als sportstad, dan zijn sportaccommodaties van topniveau noodzakelijk. Langs de Amstelveenseweg ligt een gebied met veel potentie: hier kan een ware Amsterdamse sport-as ontstaan, bij voorkeur met olympische allure. Deze ‘Olympische Sportas’ strekt zich uit aan de noordkant van het Olympisch Stadion tot en met het sportpark van het Amsterdamse Bos aan de zuidkant. In deze strook liggen een flink aantal sportaccommodaties van nationaal en internationaal niveau. Het Olympisch Stadion zelf is een toplocatie voor atletiek. Het Frans Ottenstadion is het grootste indoor squashcentrum van Europa. De Sporthallen Zuid zijn de enige indoor topsport accommodatie van Amsterdam. De Bosbaan is het nationale roei- en kanocentrum van Nederland en voldoet aan internationale wedstrijdeisen. Het Wagener Stadion in het Sportpark Amsterdamse Bos is het nationale hockeycentrum, waar ook internationale wedstrijden worden gespeeld. Pal ernaast ligt het nationale cricketcentrum. Deze topaccommodaties worden onderling met elkaar verbonden door de Amstelveenseweg, het tracé van de
12 PlanAmsterdam
Het Olympisch Stadion in Amsterdam Oud-Zuid en omgeving Foto: Mirande Phernambucq The Olympic Stadium in the south of Amsterdam and environs De Sloterplas The Sloterplas lake
Herinrichting F. Roeskestraat / IJsbaanpad
CTO Human Performance Lab 3000m2
Olympisch Kwartier Zuid M M
VU-Kwartier Herinrichting Jachthavengebied
Entrees Amsterdamse bos
Legenda Infrastructuur
Tramlijn (nieuw aan te leggen) Museumtramlijn Ontlasting Amstelveenseweg Afwikkelingsroutes
Sportas
Doorgaande routes Ringweg A10 Mogelijke veerverbinding
Sportboulevard
Stations M
Metro + verlengd perron Trein
(Openbaar) programma toevoegen
Woningbouw/ kantoren/shortstay Horeca/winkels/media
Kaart van de Sportas, zoals het er na uitvoering van de plannen uit zou kunnen zien. Layout of the Sport Axis as it might look on completion of the plans.
Museumtramlijn en het doorgaande fietspad dat dit tracé volgt tot aan Bovenkerk. De Sportas is dus een gebied met een groot aantal publiekstrekkers op een klein oppervlak en verbindt het stedelijke gebied van de Zuidas en de Vrije Universiteit met de Nieuwe Meer en het Amsterdamse Bos.
Files en overlast De ligging van de Sportas veroorzaakt nogal eens problemen. De bereikbaarheid van het gebied met het openbaar vervoer en met de auto is momenteel slecht. Bij evenementen op de Bosbaan en in het Wagener Stadion ontstaan files tot diep in Zuideramstel en Amstelveen. Het Sportpark Amsterdamse Bos stroomt dankzij de drukke bespeling van de hockeyvelden elk weekeinde over van de bezoekers. Dat levert weer files op en overlast voor de andere bezoekers van het Amsterdamse Bos, die zich langs de vele geparkeerde auto’s moeten wurmen. Maar deze ligging biedt ook kansen. Doordat de accommodaties zo dicht bij elkaar liggen zijn er goede mogelijkheden om elkaars faciliteiten te gebruiken, zoals vergader- en fitnessruimtes of parkeerplaatsen. De Zuidas en de Vrije Universiteit (VU) zijn beiden potentiële
PlanAmsterdam
13
leveranciers van forse hoeveelheden sporters, zowel topsporters als recreatieve. De overnachtingsmogelijkheden en horeca in de Zuidas en op de VU-campus kunnen bij internationale sportevenementen soelaas bieden. Ook de Nieuwe Meer en het Amsterdamse Bos bieden ruimte om te sporten. De Nieuwe Meer is een goed gebied voor de kleine watersport en het Amsterdamse Bos is met zijn vijf miljoen
Ook voor sportscholen is ruimte in de Sportas. The Sport Axis also allows space for gym facilities. De Nieuwe Meer The Nieuwe Meer lake Oost-west verbindingen tussen Sportas, Zuidas en VU East/west connections between the Sport Axis, South Axis and the Free University (VU)
bezoekers per jaar een eldorado voor wandelaars en fietsers en voor buitentrainingen van allerlei sportclubs, van de bejaardengymnastiek tot en met Ajax. Ook als we breder kijken ligt de Sportas gunstig. Via de A4 is de luchthaven Schiphol in een kwartiertje te bereiken. Het toekomstige station voor de hogesnelheidstrein, Station Zuid, ligt vlakbij. En de binnenstad van Amsterdam ligt op een kwartier fietsen van het Olympisch Stadion.
De plannen In het Amsterdamse Sportplan 2009-2012 – in 2008 door de gemeenteraad vastgesteld – staat beschreven dat er in de Sportas flinke kansen liggen om de sport hier nog nadrukkelijker de ruimte te geven en het gebied tot een herkenbare ruimtelijke eenheid te smeden. Tijdens evenementen als het onlangs gehouden EK hockey in augustus speelde het gebied een rol. Ook het WK roeien in 2014 en mogelijk het EK atletiek in 2014 of 2016 en het WK voetbal in 2018 of 2022 zijn daarom belangrijk. De Sportas kan ertoe bijdragen dat Amsterdam in 2016 als sportstad aan alle internationale normen voldoet, waardoor het zin heeft om een bid uit te brengen voor de Olympische Spelen van 2028. Maar, voordat het gebied een vanzelfsprekende rol kan spelen bij grote evenementen en voor de breedtesport moet er wel het nodige gebeuren. De accommodaties moeten op peil worden gebracht, de openbare ruimte verdient een flinke injectie, de bereikbaarheid moet echt veel beter en er moeten goede verbindingen komen met Zuidas en de VU. Uiteindelijk moet het gebied niet alleen bekend staan als hét sportgebied van Amsterdam. Het moet vooral ook een leuk en levendig stuk stad worden, een dagbestemming voor stedelingen en toeristen, en een aantrekkelijke route naar het meest populaire recreatiegebied van de stad: het Amsterdamse Bos. In het najaar van 2009 zal aan de gemeenteraad van Amsterdam en aan de raden van de betrokken stadsdelen Oud-Zuid en Zuideramstel
14 PlanAmsterdam
De Bosbaan The Bosbaan rowing course
Olympische Sportas, Zuidas, Vrije Universiteit en hun wederzijdse belangen De Olympische Sportas, de Zuidas en de Vrije Universiteit (VU) hebben elkaar veel te bieden. In de Sportas liggen tal van accommodaties voor topsport en breedtesport, die erg aantrekkelijk zijn voor de bewoners en werknemers van de Zuidas en de studenten en werknemers van de VU. Ook de Nieuwe Meer en het Amsterdamse Bos zijn trekpleisters. In de Zuidas en straks wellicht ook bij de VU is parkeerruimte aanwezig die in de weekeinden gebruikt zou kunnen worden om de beperkte parkeerruimte in de Sportas aan te vullen. De accommodaties van de Sportas kunnen gebruikt worden als veldlaboratorium door de faculteit bewegingswetenschappen van de VU. De bevindingen van die faculteit zijn weer belangrijk voor onder meer de topsporters die in de Sportas trainen. Deze wederzijdse belangen zullen een intensief oost-west verkeer tussen Sportas, Zuidas en VU op gang brengen. De nadruk ligt hierbij op de fiets, maar ook de verbindingen per auto en het openbaar vervoer dienen te worden verbeterd om deze drie gebieden optimaal op elkaar aan te sluiten. Hierbij kunnen ook verbindingen worden gelegd met de Amstelscheg in het oosten. De Amstel is de tweede roeibaan van Amsterdam, met belangrijke wedstrijden zoals Head of the River. De Amstel is ook een belangrijke uitvalsbasis voor fietsers die vanuit Amsterdam naar het buitengebied willen. In de nabijheid van de Amstel, bij de RAI, komt een vestiging van het ROC van Amsterdam met een omvangrijke sportopleiding en bijbehorende trainingsfaciliteiten. Op deze manier worden verbindingen tot stand gebracht tussen twee van de belangrijkste recreatiegebieden van Amsterdam – Amsterdamse Bos en Amstel – twee van de belangrijkste ontwikkelingsgebieden – Zuidas en VU – en de Olympische Sportas. De lijn Stadionweg/Laan van Hesperiden kan naar Amsterdam-West worden doorgetrokken door aanleg van een nieuwe fietsbrug over de Schinkel. Hiermee wordt het gebied tussen de Ring A10 en de Schinkel verbonden met de Stadionbuurt en de Sportas. De verbinding IJsbaanpad/Fred. Roeskestraat kan betekenis krijgen door een helder profiel, een fraaie openbare ruimte en ambitieuze nieuwbouw van de Sporthallen Zuid. De Boelelaan heeft een belangrijke plek in zowel de plannen van de Zuidas als die van de VU. Aan de westzijde van de Boelelaan komen aan beide kanten universiteitsgebouwen, als onderdeel van een hoogwaardig en dicht bebouwd stedelijk gebied. Voor de aansluiting op de Sportas, de Nieuwe Meer en het Amsterdamse Bos zijn goede oversteken over de Amstelveenseweg en het nu afgesloten waterleidingterrein cruciaal. De route langs de Van Nijenrodeweg – met aantrekkelijke parallelroute via het Gijsbrecht van Aemstelpark – loopt dood op het Amstelpark. Een doorsteek door het park naar de Amstel zou de bereikbaarheid van de rivier voor fietsers vanuit stadsdeel Zuideramstel aanzienlijk verbeteren. De fietsroute over de Nieuwe Kalfjeslaan sluit uitstekend aan op de Amstelscheg. Het probleem zit hier aan de westzijde. Het kruispunt Amstelveenseweg/Kalfjeslaan vormt een weinig aantrekkelijk pleintje en daarmee een onwaardige entree van het Amsterdamse Bos. In het weekeinde zijn hier vaak verkeersproblemen, waardoor fietsers en wandelaars zich tussen de auto’s door moeten wurmen om het bos te bereiken. De kruisingen van de oost-west verbindingen met de sportboulevard kunnen bijzondere plekken langs de route worden door een zorgvuldige inrichting van de openbare ruimte en toevoeging van nieuwe publieke functies.
PlanAmsterdam
15
een strategiebesluit worden voorgelegd met een aantal voorstellen voor de aanpak van het gebied. Dit besluit is voorbereid in samenwerking met onder meer de gemeente Amstelveen en Projectbureau Zuidas. De belangrijkste zaken in het strategiebesluit zijn: verbeteren van de bereikbaarheid en de openbare ruimte, het op niveau brengen van de accommodaties en de vestiging van een CTO, centrum voor topsport en onderwijs.
Optimale bereikbaarheid De huidige bereikbaarheid van het gebied is, zoals gesteld, slecht. De Amstelveenseweg zit aan zijn top voor het autoverkeer. Vrijwel elke dag zijn er problemen in de spits en evenementen zorgen voor lange files. Verbreding van deze weg is onmogelijk zonder het slopen van rijen huizen. De oplossing moet worden gezocht in het maken van extra routes door het stedelijke gebied. Ook kunnen bij evenementen de parkeerplekken van bijvoorbeeld de Zuidas of de RAI dienst doen als opvangplek voor bezoekers, als er tenminste goed aanvullend openbaar vervoer geregeld wordt. Om de Zuidas en de VU optimaal op de Sportas aan te sluiten moeten er daarnaast aantrekkelijke oost-west verbindingen worden ontwikkeld, bijvoorbeeld langs de Fred. Roeskestraat/IJsbaanpad en de Van Nijenrodeweg, voor automobilisten, maar vooral ook voor fietsers. Goed openbaar vervoer is een basisvoorwaarde voor het slagen van de ambitieuze plannen voor de Sportas. Op dit moment zijn er alleen de streekbussen en die zijn ongeschikt voor grootschalig vervoer bij evenementen. De ideale oplossing is het doortrekken van een tram naar de hoofdentree van het Amsterdamse Bos. Bijvoorbeeld tramlijn 5 zou kunnen lopen van Zuidas, via het Gelderlandplein en de Van Nijenrodeweg naar de hoofdentree van het Bos. Dat heeft een aantal voordelen. Er rijdt dan een tram vanaf het Centraal Station dwars door de stad, met het populairste recreatiegebied als eindhalte. Dit verbetert de bereikbaarheid van het Amsterdamse Bos en van de Sportas enorm. Dan wordt ook het Gelderlandplein met de Zuidas en het Centraal Station verbonden. En het gebied rond de Van Nijenrodeweg krijgt een opkikker. Dit gebied heeft grote potenties voor de kenniseconomie door vestiging van kleine bedrijven en ontwikkeling van een gemengd woon-, werk- en winkelgebied. Een andere mogelijkheid is het opwaarderen van de Museumtramlijn, zodat er gewone trams op kunnen rijden, en het aansluiten van deze lijn op het stedelijke tramnetwerk. Daarmee ontstaat niet alleen goed vervoer naar de Sportas, maar ook binnen de Sportas zelf. Deze tram kan dan Park Schinkeleilanden met zicht op het Olympisch Stadion en de Museumtramlijn Foto: Marcel van Kol The Schinkel Islands, the Olympic Stadium and the Museumtramline EK hockey 2009: Nederland-Spanje in het Wagener Stadion Foto:
[email protected]
2009 European Hockey Championships: Netherlands v. Spain at the Wagener Stadium Sporthallen Zuid, nu thuisbasis van de landskampioen basketbal Sporthallen Zuid, home of the reigning national basketball champions
16 PlanAmsterdam
xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
ook een rol spelen bij het vervoer van mensen van accommodaties naar parkeerplekken elders. Tot slot is er de wens van stadsdeel Oud-Zuid om het perron van de metrohalte Amstelveenseweg door te trekken naar het westen en een nieuwe entree te maken bij het Olympisch Kwartier Zuid. Hierdoor krijgt dit gebied rond de huidige Sporthallen Zuid veel meer kansen. Stadsdeel Oud-Zuid verkende deze potenties in een interessante studie, die onder meer plaats biedt aan ambitieuze nieuwbouw van de Sporthallen Zuid. Met de fiets is de bereikbaarheid in principe goed. Via het Vondelpark en de Amstelveenseweg bereikt de fietser de Schinkeleilanden, waar een fietspad ligt dat het tracé van de Museumtramlijn volgt tot in Bovenkerk. De belangrijkste hindernis, de onderdoorgang van de Ring A10, is deze zomer door stadsdeel Oud-Zuid aangepakt. Fietsers kunnen nu zonder oponthoud de snelweg passeren.
Accommodaties op niveau De Sportas moet (inter)nationale sporten voor squash, cricket, kanovaren, roeien, hockey, bridge, tennis en het liefst ook basketbal huisvesten. Sommige accommodaties dienen daartoe aangepast te worden. De hockeybond KNHB is bezig met een plan voor een nieuw internationaal hockeystadion in het Sportpark Amsterdamse Bos, met een aanzienlijke uitbreiding van zitplaatsen. Voor het Frans Ottenstadion en de Sporthallen Zuid aan het IJsbaanpad en Burgerweespad zijn de plannen nog wat priller. Bij groots opgezette nieuwbouw voor de Sporthallen Zuid zou ook een internationale basketbalhal passen, en hotel- en horecafuncties.
Een aantrekkelijke openbare ruimte De Sportas moet een aantrekkelijk gebied worden voor iedereen. Nu is de openbare ruimte nog lang niet overal even uitnodigend. De aansluiting van de Schinkeleilanden op de Amstelveenseweg is alleen te vinden door goed ingelichte fietsers. Deze aansluiting loopt over een uitermate warrig en weinig aantrekkelijk bedrijventerrein; hier was vroeger het voormalige Haarlemmermeerstation. Bij de herinrichting van het Havenstraatterrein moet een goede route voor fietsers een voorwaarde zijn. De openbare ruimte rond het Olympisch Stadion is met allure ingericht, maar het plein is nog wat doods en vraagt om publieke functies, bijvoorbeeld in de Citroëngebouwen. Functies die het sportkarakter versterken, zoals fitnessruimtes, een sporthotel, winkels, thema-horeca. Het Olympisch Kwartier Zuid is in zijn huidige staat onoverzichtelijk en weinig aantrekkelijk. De oost-west verbinding IJsbaanpad/Fred. Roeskestraat is niet als zodanig herkenbaar. De plannen van stadsdeel Oud-Zuid bieden goede aanknopingspunten om dit gebied een duidelijke functie, goede verbindingen en een aantrekkelijke verblijfsruimte te geven. Ook het jachthavengebied bij de Nieuwe Meer ligt centraal in de Sportas, maar doet er niet aan mee. Het gebied bevat een wirwar van
PlanAmsterdam
17
Olympisch Kwartier Zuid
Daarnaast kan een instituut als een Centrum voor
Direct ten zuiden van het Olympisch Stadion aan het
Topsport en Onderwijs in het Olympisch Kwartier Zuid,
IJsbaanpad ligt in de Sportas het Olympisch Kwartier
in de nabijheid van de VU en het Olympisch Stadion,
Zuid. Door de nieuwe Na Druk Gelukbrug zijn stadion
bijdragen aan het vergroten van de sportidentiteit van
en Kwartier met elkaar verbonden. Het Olympisch
het gebied. Door ook woon- en verblijfsfuncties aan het
Kwartier Zuid ligt aan de westflank van de Zuidas, het
programma toe te voegen wordt het gebied levendiger
nieuwe centrum van internationale allure, en daarmee
en meer onderdeel van het stedelijk leven.
in de Schiphol Corridor; het gebied tussen Zuidas en Schiphol. Deze strategische ligging biedt kansen voor
Entree naar de Sportas Het IJsbaanpad ligt in het
intensivering en opwaardering van het ruimtegebruik in
verlengde van de Fred. Roeskestraat en vormt één van
het Kwartier. Daar bovenop wordt met de plannen voor
de belangrijke recreatieve verbindingen voor fietsers
de Olympische Sportas de toon voor het Olympisch
tussen de Zuidas en de Schinkelscheg. Het IJsbaanpad
Kwartier Zuid gezet. Met deze nieuwe inzichten
als entree naar de Sportas en de Schinkelscheg zal een
heeft het Stadsdeel Oud-Zuid de Ontwikkelingsvisie
stedelijke uitstraling moeten krijgen. Het is te beschou-
Olympisch Kwartier Zuid opgesteld. Deze visie, waarin
wen als onderdeel van de Zuidelijke Wandelweg, de
de plannen voor het gebied staan beschreven, is in het
oost-west verbinding die voor fietsers de Amstelscheg
voorjaar van 2009 door de stadsdeelraad Oud-Zuid vastgesteld. Onderdeel van stedelijk leven Met uitzondering van het Burgerweeshuis en de Tripolisgebouwen – ontworpen door architect Aldo van Eyck – is het gebied nu nog weinig aantrekkelijk. Het doel is om deze rommelige stadsrand te transformeren tot de entree bij de Schinkeleilanden en het Amsterdamse Bos. Dit betekent dat investeringen in de openbare ruimte nodig zijn en dat de kwaliteit van de gebouwen naar een hoger niveau moet en dat er naast sportaccommodaties en kantoren ook andere stedelijke functies zoals wonen, hotels en sportinstituten bij moeten komen. De ambitie van de Olympische Sportas legt de lat hoog voor het kwaliteitsniveau en uitbreiding van de sportvoorzieningen in het Olympisch Kwartier Zuid. De oude Sporthallen Zuid zouden moeten worden vervangen door een nieuw sportpaleis, één van de iconen van de Sportas.
kleine bedrijfjes en watersportverenigingen en heeft geen openbare uitstraling. Recreanten hebben er weinig te zoeken en voelen zich er niet op hun gemak. Dit terwijl de koppen van de eilanden van het jachthavengebied schitterende vergezichten bieden op de Nieuwe Meer. In elk geval zouden deze koppen een duidelijke openbare functie moeten krijgen, met voor iedereen toegankelijke horeca. En het gebied zelf moet zijn vijandige uitstraling verliezen. Juist een aantrekkelijk jachthavengebied met mooi uitzicht over de Nieuwe Meer kan veel betekenen voor Zuidas. Zoveel, dat een rechtstreekse verbinding met de Zuidas – wellicht over het waterleidingterrein – te rechtvaardigen is. Een laatste knelpunt in de openbare ruimte is het kruispunt Amstelveenseweg/Nieuwe Kalfjeslaan. Dit is één van de belangrijk-
18 PlanAmsterdam
verbindt met het Amsterdamse Bos. Het nieuwe profiel van het IJsbaanpad wordt enerzijds stedelijker door de bebouwing aan de noordzijde aan te laten sluiten op de bebouwing aan de noordzijde van de Fred. Roeskestraat, en anderzijds groener door het maken van een laan met twee grote bomenrijen aansluitend op het profiel ten westen van de Museumtramlijn, het is het laatst overgebleven deel van de vroegere Haarlemmermeerspoorlijnen die wordt bereden met historische
xxxxxxxxxxxxxxxx elektrische xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx trams tussen
het Haarlemmermeerstation,
Amstelveen en Bovenkerk. Aan de noordrand van het IJsbaanpad kan aanzienlijk meer bebouwing komen dan nu het geval is. In de Ontwikkelingsvisie wordt het mogelijk gemaakt om de hele strook tussen IJsbaanpad tot aan de kade van
beschikbaar voor andere functies, zoals een grandcafé,
de Stadiongracht te bebouwen met bouwblokken tot
een fitnessruimte, een sporthotel, kantoren, sportclubs
zeven lagen (25 meter hoog), met in de bocht van de
en -bonden en winkels in sportartikelen.
Stadiongracht een aanleiding voor een hoog accent.
De overige nieuwe gebouwen zijn middelhoge, vrij-
Tussen de bouwblokken zitten openingen die werken
staande gebouwen die in hoogte – met een enkele
als vizieren op het Olympisch Stadion.
uitzondering daargelaten – aansluiten op de nieuwe bebouwing aan de noordrand en de bestaande Tripolis
Gebouwen in het groen De openbare ruimte aan
gebouwen.
de zuidzijde van het IJsbaanpad behoudt het groene karakter aan de kant van de Amstelveenseweg, met
Goede bereikbaarheid Bij de ambitie van de Sportas
vrijstaande gebouwen op een grasmat en een stenen
hoort ook een directe aansluiting van het Olympisch
vloer. De drie Tripolis gebouwen en het Burgerweeshuis
Kwartier Zuid op het metrostation Amstelveenseweg.
waarvan de monumentenstatus aanstaande is, krijgen
Het metrostation heeft nu twee entrees, aan weerzijden
een duidelijk adres aan de Amstelveenseweg met
van de Amstelveenseweg. Het is erg aantrekkelijk om
een plein en een voorrijlaan voor de gebouwen. Het
dit station nog een derde entree te geven, aansluitend
nieuwe sportpaleis zal prominent zichtbaar zijn vanaf de
op de sportboulevard en het Olympisch Kwartier Zuid.
Amstelveenseweg, het zet samen met het Olympisch
Om dit mogelijk te maken moet het perron in oostelijke
Stadion het gebied en de Sportas op de kaart. Het
richting worden verlengd en het grondlichaam onder
gebouw zal ongeveer 35 meter hoog worden. In het
de Ring A10 deels worden weggehaald om een entree
gebouw is ruimte voor vier sporthallen, waarvan één
aan te laten sluiten aan de openbare ruimte. Onder de
sporthal met een capaciteit voor 6.500 toeschouwers.
hoog gelegen infrastructuur kunnen winkels of wonin-
Daarnaast is er ongeveer twaalfduizend vierkante meter
gen worden gerealiseerd.
ste ingangen van het Amsterdamse Bos, maar het is ook een lelijk plein waarachter het Amsterdamse Bos nauwelijks te ontdekken is. Stadsdeel Zuideramstel en de gemeente Amstelveen zijn bezig met plannen om van dit kruispunt een volwaardige entree te maken. Dit in samenhang met de nieuwbouw van het Wagener Stadion.
Vestiging van een centrum voor topsport Het NOC*NSF heeft in 2009 Amsterdam officieel aangewezen als één van de vier centra voor topsport in Nederland. De andere centra zijn in Papendal, Heerenveen en Eindhoven. In een Centrum voor Topsport en Onderwijs kan een sporter zich optimaal met zijn sport bezighouden. De reistijden zijn minimaal, omdat trainings- en wedstrijdaccom-
PlanAmsterdam
19
modaties, onderwijsfaciliteiten, huisvesting en medische en mentale begeleiding allemaal op korte afstand van elkaar aanwezig zijn. In een CTO verplichten minimaal zes sportbonden zich om fulltime topsport trainingsprogramma’s af te werken op minimaal tweehonderd dagen per jaar. Ruimtelijk gezien is een CTO een gebied waarin alle genoemde faciliteiten vlakbij elkaar liggen, op een fietsafstand van maximaal een kwartier van elkaar. Een CTO heeft een internationale uitstraling en trekt topsporters en aan topsport gelieerde bedrijven aan uit de hele wereld. Ook breedtesporters profiteren van het voorzieningenaanbod. In Amsterdam is de Sportas de logische plek voor het CTO. Daar liggen al een groot aantal accommodaties. Bovendien liggen sportpark Ookmeer met het Sloterparkbad en de Academie voor lichamelijke opvoeding op fietsafstand. Ook zijn er met de Vrije Universiteit en het ROC onderwijsfaciliteiten aanwezig en is er studentenhuisvesting in de buurt, bijvoorbeeld op Uilenstede. In het Olympisch Stadion zijn daarnaast nog organisaties gevestigd als de stichting Topsport Amsterdam en het Johan Cruijff Institute for Sport Studies. Alle voorzieningen zijn dus aanwezig en daarmee is het CTO in principe klaar. Maar voor de gewenste internationale uitstraling zou het prachtig zijn als er ook een gebouw kwam met in grote letters Centrum voor Topsport en Onderwijs op het dak. In zo’n gebouw kunnen de sportbonden onderdak vinden en gezamenlijk gebruik maken van werkplekken en vergaderruimtes. Ook zou er ruimte moeten zijn voor medische en psychische begeleiding van sporters, voor grote fitnessruimten en voor gespecialiseerde sportwinkels en -horeca. Hierbij ligt een combinatie met de faculteit bewegingswetenschappen van de Vrije Universiteit voor de hand. Deze faculteit heeft al een grote naam als het gaat om onderzoek aan en begeleiding van topsporters, onderzoek dat rechtstreeks moet leiden tot verbetering van de prestaties en de gezondheid. Door uitbreiding van deze faculteit volgens de huidige plannen van de VU en de combinatie met de organisaties binnen het CTO in één gebouw, ontstaat een brandpunt van internationale sportcontacten en onderzoek dat Amsterdam als sportstad stevig op de wereldkaart zal zetten. Wat de plaats van zo’n gebouw betreft lijkt het gebied – onderdeel van de Zuidas – rondom VU Medisch Centrum en de Vrije Universiteit dat ontwikkeld wordt tot een nieuwe campus, de meest aangewezen plek. Realisatie daar zal pas na 2018 kunnen. Vandaar dat gezocht wordt naar een tijdelijke plek, bijvoorbeeld in de buurt van het Olympisch Stadion of bij de Sporthallen Zuid.
20 PlanAmsterdam
De finale van een marathon in het Olympisch Stadion The final laps of a marathon in the Olympic Stadium De Britse Lord Burghley wint goud op de 400 meter horden tijdens de Olympische Spelen in Amsterdam in 1928. Foto: Collectie Spaarnestad Photo Lord Burghley wins gold for Great Britain in the 400-metre hurdles at the 1928 Olympic Games in Amsterdam.
Op naar 2028 Amsterdam heeft olympische ambities. Het organiseren van de Olympische Spelen geeft een stad en een land unieke mogelijkheden om zich prominent op de wereldkaart te zetten. De organisatie van het evenement en de erfenis die het achterlaat kan een enorme impuls geven aan de fysieke, sociale en economische structuur van Nederland en de Amsterdamse regio. Denk daarbij aan infrastructuur, openbare ruimte, accommodaties en woonbuurten, maar ook aan het glasvezelnetwerk en de aantrekkingskracht als vestigingsplaats op bedrijven uit de hele wereld. Eind 2010 wordt bepaald welke Nederlandse stad mag gaan voor de Olympische Spelen. In 2016 moet definitief bepaald worden of die betreffende stad een bid gaat uitbrengen voor de spelen van 2028. Dat kan alleen gebeuren in nauwe samenwerking met andere Nederlandse steden. Eén stad kan nooit alle benodigde accommodaties herbergen. Het bid kan alleen
PlanAmsterdam
21
worden uitgebracht als Nederland met de betreffende stad als uithangbord in 2016 internationaal helemaal op orde is als sportland. Daartoe dienen grote evenementen te worden georganiseerd. De start van de Giro d’Italia in 2010 in Amsterdam is de opmaat voor een aantal evenementen die Amsterdam in samenwerking met andere steden binnen wil halen. Denk bijvoorbeeld aan het WK roeien in 2014 en het WK voetbal in 2018. Maar ook moet geïnvesteerd worden in de breedtesport. Een land is pas op orde als sportland als de sporttop wordt gedragen door een brede basis. De Olympische Sportas is in Amsterdam op korte termijn de meest prominente ruimtelijke vertaling van de ambities. Hier liggen accommodaties van nationale en internationale allure op korte afstand van elkaar in een gebied dat snel verbetering behoeft. Die verbeteringen betreffen vooral de bereikbaarheid, de openbare ruimte en de programmatische invulling van het gebied. Het moet een aantrekkelijk stuk stad worden en een fraaie toegangspoort tot het drukst bezochte recreatiegebied van de stad: het Amsterdamse Bos. Een uitdaging ligt in het Sportpark Amsterdamse Bos. Kunnen we daar een uitbreiding van het hockeystadion realiseren, op zo’n manier dat de toegang tot het Amsterdamse Bos verbeterd wordt voor wan-
De Marathontoren bij het Olympisch Stadion: de eerste keer dat het olympisch vuur werd ontstoken was in Amsterdam in 1928.
delaars en fietsers? Een andere uitdaging ligt in het verbinden van de Zuidas en de VU met het gebied. Daarnaast zal op korte termijn een Topsport en Onderwijs. Zo’n centrum, waar ook een flink aantal sport-
Foto: RoVorm, Paul Deelman The Marathon Tower at Amsterdam’s Olympic Stadium, where the Olympic flame was first lit in 1928.
bonden gevestigd zijn, heeft ook voor de breedtesport grote beteke-
tijdelijke locatie moeten worden gevonden voor het Centrum voor
nis en heeft daarnaast een internationale uitstraling. Of Amsterdam werkelijk een bid gaat doen voor de Olympische Spelen is nog lang niet duidelijk. Maar investeren in de Sportas is ook los van de olympische ambitie uitermate nuttig.
22 PlanAmsterdam
Summary
The Olympic Games of 2028 The Netherlands was the host of the Olympic Games in
sible sports activities but also devotes attention to elite-
1928, but few people are aware that Amsterdam was
level competitors. The establishment of a Centre for Top-
the city where the iconic Olympic flame was lit for the
class Sport and Education (CTO), where young top-level
very first time. Precisely a century later, the NOC*NSF
sportspeople and athletes can optimally combine their
(Netherlands Olympic Committee*Netherlands Sports
education with training at the highest level, also stems
Confederation) wants to bring the Olympics back to
from this Sports Plan. Efforts are also being made to
the Netherlands, and Amsterdam is in the starting-
attract major sporting events to the city, already result-
blocks to serve as the host city in 2028.
ing in successful bids to host the start of the Giro d’Italia in 2010 and the 2014 World Rowing Championships.
The idea of hosting an Olympic Games in the Netherlands
Research is also being conducted into what an Olympic
has been elaborated in the Olympic Plan 2028. The
candidacy would mean for Amsterdam in spatial terms.
Dutch cabinet has pledged its support. Amsterdam is also
The Ministry of Housing, Spatial Planning and the
enthusiastic, witness the city’s own Olympic aspirations
Environment (VROM) published the Schetsboek ruimte
and the Amsterdam Sports Plan 2009-2012, which dove-
voor olympische plannen (‘Spatial sketchbook for
tails perfectly with the national Olympic Plan. In 2010 it
Olympic plans’) in 2008. This exploratory study into the
will become clear which Dutch city or cities will be asso-
Olympic Games includes a spatial reconnaissance of
ciating its name with the Games. Amsterdam will have to
the opportunities for large-scale sports events in the
raise its profile as a city of sport: being prepared to invest
Netherlands. Its key conclusions are that in spatial terms
in elite and broadly accessible sports, organizing large-
the Netherlands is able to organize and host an Olympic
scale high-profile events and bringing the requisite sports
Games and that it is of considerable benefit because
facilities up to standard. The Netherlands has until 2016
of the event serving as a catalyst for the resolution of
to demonstrate that the country is ‘Olympics-proof’. The
important spatial issues, such as the improvement of
NOC*NSF will then decide whether to make an actual
accessibility and liveability for urban regions.
bid. In order to be ready in time, an immediate start has to be made on the spatial translation of the plans.
Legacy For the Olympic Games of the future everything will revolve around legacy. Once the whirl of
Olympic Plan 2028 As the Dutch capital and the
excitement of the Olympics has waned, the host country
municipality with the most inhabitants, Amsterdam has
is left with the new roads and public transport networks,
been involved in the Olympic Plan from the start. In
the plazas and parks, the houses and sports venues.
June 2008 Amsterdam’s City Council decided to support
The legacy of the Games must therefore be significant
the plan by the NOC*NSF and in addition formulated
for future generations. In this respect London offers a
its own plan for sport, the Sports Plan 2009-2012, in
good example, having won the bid for the 2012 Olympic
which the key recommendations are to encourage sport
Games back in 2005. The Games are the ideal instrument
at school, to make sport a possibility for everyone, to
for giving large expanses of East London – one of the
support amateur associations and clubs, and to invest
largest disadvantaged areas in the United Kingdom – a
in sport in public space. A fine example of the latter is
new, urban development boost.
the investment in the zone extending from the Olympic
Based on the data from earlier Olympic Games, the
Stadium in Amsterdam-South to the Wagener Stadium
operational costs for the event amount to between
in the Amsterdamse Bos woodland recreation area, the
US$1.5 and 2 billion. Over the last 35 years this has been
‘Olympic Sport Axis’.
counterbalanced by higher revenues, especially from the
Underscoring the importance attached to this project,
sale of TV rights, which makes the organization of the
an Olympic Ambition coordinator has been appointed to
event itself cost-effective or even profitable. However,
orchestrate the realization of these ambitions throughout
most important for the Games is the long-term return on
the municipal apparatus. One important objective is to
investment. If such investments continue to be socially
build on ‘Amsterdam, City of Sport’ by implementing the
useful after the Games then one can speak of a ‘positive
Sports Plan, which is primarily focused on broadly acces-
legacy’.
PlanAmsterdam
23
Olympic Sport Axis in the south of
use of each other’s amenities, such as meeting spaces
Amsterdam The eastern edge of the Amsterdamse
and gyms or even parking space. The Sport Axis also
Bos is an area with great potential, where a veritable
has a favourable situation if viewed in the broader con-
Amsterdam sport axis could be realized, preferably one
text: Schiphol Airport can be reached in a quarter of an
with Olympic allure. This ‘Olympic Sport Axis’ extends
hour via the A4 motorway; the future station for high-
from the north side of the existing Olympic Stadium to
speed international trains, Station Zuid, is nearby; and
the Sports Park in the Amsterdamse Bos in the south.
Amsterdam’s historical city centre is a 15-minute cycle
Along this strip there are a considerable number of sports
from the Olympic Stadium. The solution for improved
facilities at national and international levels. The Olympic
accessibility must be sought in the creation of additional
Stadium itself is a top venue for athletics. The Frans
routes across the urban footprint, by offering attrac-
Otten Stadium is Europe’s biggest indoor squash centre.
tive east-west connections. Good public transport is a
The multi-hall Sporthallen Zuid complex is Amsterdam’s
prerequisite for the success of the ambitious plans for
only indoor top-sport facility. The purpose-built Bosbaan
the Sport Axis. The ideal solution would be to extend a
rowing course is the country’s leading rowing and canoe-
tramway to the main entrance of the Amsterdamse Bos.
ing centre and meets international competition require-
Accessibility by bike is already in place.
ments. The Wagener Stadium in the Amsterdamse Bos Sports Park is the national hockey centre where inter-
Spatial investments One of the areas that deserves
national competitions are also played. Right alongside
a substantial injection is the Olympic Quarter-South, situ-
it one finds the national cricket centre. These top-notch
ated between Zuidas and Schiphol Airport. The intention
facilities are interconnected by the Amstelveenseweg
is to transform this cluttered urban periphery into the
arterial road, the route of the Museum Tram Line and the
gateway for the Schinkel Islands and the Amsterdamse
uninterrupted cycle path which traces this route all the
Bos. This calls for investment in the public space and
way to Bovenkerk. The Sport Axis is thus an area with a
improving the quality of the buildings, as well as intro-
great many crowd-pullers occupying just a small footprint
ducing other urban functions such as housing, hotels
and it interconnects the urban core of the Zuidas (South
and sports institutes like a Centre for Top-class Sport
Axis) and the Free University (VU) with the Nieuwe Meer
and Education (CTO), to complement the existing sports
lake and the Amsterdamse Bos.
facilities and offices. A considerable increase in the density of construction could be achieved on the north
The Sport Axis and the plans The Sport Axis could make
side of the IJsbaanpad. The Development Vision envis-
a substantial contribution to Amsterdam meeting all the
ages and makes possible the development of the entire
international standards as a city of sport by 2016. There
strip between the IJsbaanpad and the quayside of the
is, however, a great deal to be done before the area can
Stadiongracht waterway with blocks up to seven storeys
unquestionably fulfil a role as a venue for major events
(25 metres high), potentially with a vertical accent in the
and for widely accessible sports activities. The facilities
curve of the Stadiongracht.
need to be brought up to standard, the public space deserves a substantial upgrade, accessibility needs to be
Onward and upward to 2028 A country can only
improved considerably and good infrastructural links must
truly boast it is a sporting nation when the elite sports
be established with Zuidas and the Free University (VU).
people and activities are underpinned by a broad
Ultimately the area must not only establish a reputation
supporting base. The Olympic Sport Axis is the most
as Amsterdam’s key sport area; it must also become an
prominent short-term spatial translation of Amsterdam’s
attractive and lively component part of the metropolis,
ambitions. Here there are facilities with national and
a daytrip for city-dwellers and tourists and an attrac-
international allure at a short distance from each other
tive route to the city’s most popular recreation area, the
in an area that does, however, need swift improvement.
Amsterdamse Bos.
These improvements primarily concern accessibility, the public space and the zone’s programmatic infill. The
Accessibility The situation of the Sport Axis occa-
area must be transformed into a welcoming part of the
sionally presents problems. The area’s accessibility by
metropolis and a handsome gateway to the city’s most
public transport and by car is poor, but the location also
popular recreation area, the Amsterdamse Bos.
presents opportunities. Because the facilities are grouped so close together there are ideal opportunities to make
24 PlanAmsterdam
De auteurs Remco Daalder , Amsterdam, 1960 n
Remco Daalder werkt sinds 1999 bij DRO, onder andere aan de hoofdgroenstructuur, IJburg en de Olympische Sportas,
n
Hij werkte van 1993 tot 1999 als bioloog en beleidsmedewerker bij het Amsterdamse Bos,
n
Ook schreef Daalder twee boeken over stadsnatuur: Baltsen tussen baksteen (2003) en Stadse beesten (2005) en daarnaast de roman Grafherrie (2008). Hij leverde bijdragen aan onder meer de Geschiedenis van Amsterdam en de literaire gids Amsterdam & zijn schrijvers.
Esther Reith , Enschede, 1964 n
Esther Reith is sinds 1999 stedenbouwkundige bij DRO en werkt momenteel aan de structuurvisie Amsterdam 2040, Zuidwaarts, de Olympische Spelen 2028 en het Olympisch Kwartier Zuid,
n
Ze werkte van 2006 tot 2009 in samenwerking met het Rotterdamse bureau OMA, Office voor Metropolitan Architecture, aan het stedenbouwkundig plan voor het Stadionplein,
n
Esther Reith is in 1998 afgestudeerd als stedenbouwkundige aan de Academie van Bouwkunst Amsterdam, waar zij sinds 2000 gastdocent is.
Nelleke Penninx , Loosdrecht, 1971 n
Nelleke Penninx is sinds 2008 werkzaam als planoloog bij DRO. Ze werkt met name aan de Olympische Spelen 2028 en Westwaarts. Ook was zij hoofd redacteur van Bloed, zweet en tranen (2009), een publicatie over sport en ruimtelijke ordening in Amsterdam,
n
Tot 2008 werkte ze als projectmanager bij Stadsdeel Oud-Zuid aan het Stadionplein en de Coalitie voor het Olympisch Gebied,
n
Nelleke Penninx heeft als roeister twee keer meegedaan aan de Olympische Spelen: in 1996 in Atlanta en in 2000 in Sydney. Ze won in Sydney olympisch zilver.
Met dank aan Project Olympische Ambitie
verkoop
Colofon
PlanAmsterdam is verkrijgbaar in het Informatie
PlanAmsterdam is een uitgave van Dienst Ruimtelijke Ordening (DRO) en geeft in
centrum De Zuiderkerk voor ruimte, bouwen en
acht themanummers per jaar informatie over ruimtelijke projecten in de stad.
wonen. Zuiderkerkhof 72 Amsterdam tel.: 020 - 552 7987 e-mail:
[email protected]
Jaargang 15, nr. 7, oktober 2009
Ook te downloaden vanaf:
www.dro.amsterdam.nl
eindredactie en coördinatie vormgeving fotografie kaarten lithografie en druk vertaling
Sandra Langendijk, DRO Communicatie tel.: 020 - 552 5802 e-mail:
[email protected] Peter Fokker, R Vorm ruimtelijke communicatie Omslagfoto: Bastiaan Heus / Hollandse Hoogte Overige beelden, tenzij anders vermeld: DRO, Fotobank Intranet Amsterdam DRO Van Amerongen drukkerij, Amersfoort Andrew May
Deze uitgave is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Er kunnen echter geen rechten aan worden ontleend. Mocht ons iets zijn ontgaan bij de vermelding van de herkomst van de afbeeldingen, neem dan contact op met de redactie.
PlanAmsterdam is een uitgave van de Dienst Ruimtelijke Ordening gemeente Amsterdam en te downloaden vanaf: www.dro.amsterdam.nl