Nr. 1 augustus 2008
Schelmenstreek Verenigingsorgaan van KNMG District Limburg
Inhoudsopgave Het verenigingsorgaan in een nieuw jasje
pag 3
Het Districtsbestuur stelt zich voor
pag 4
Symposium: Nieuwe Wegen, Nieuwe Tijden
pag 9
Uitreiking aanmoedigingsprijs tijdens MMSRC symposium pag 11 Oriëntatie op je specialisatie
pag 13
Uitreiking aanmoedigingsprijs tijdens CISS symposium
pag 13
Jubilarissen 2007 en 2008
pag 14
Agenda
pag 15
*Productinformatie en referenties: zie elders in deze uitgave. AZCR8013
Met het oog op de persoon achter de cijfers.
Van de voorzitter Het verenigingsorgaan in een nieuw jasje Voor u ligt de Schelmenstreek, het verenigingsorgaan van KNMG District Limburg in een geheel nieuwe vormgeving. Voor degenen die de historie van de Schelmenstreek niet kennen kan ik verwijzen naar de historie van de afdeling Heerlen en omstreken zoals beschreven in het boek ter gelegenheid van het negentigjarig bestaan van die afdeling: ‘Omdat er in Heerlen en omstreken ooit bokkenrijders huishielden, leefden de artsen in de Oostelijke Mijnstreek feitelijk in een Schelmenstreek. De eerste editie van de Schelmenstreek werd geboren in november 1986. Hij werd goed gelezen en beantwoordde aan het doel om de onderlinge communicatie te bevorderen door verschillende vernieuwende activiteiten onder de aandacht te brengen.’ Hoewel niet geheel Limburg een thuisbasis was van de bokkenrijders heeft het bestuur gemeend de naam te handhaven voor het orgaan van het gehele district.
-door Leo HB Baur, voorzitter KNMG District Limburg
De Schelmenstreek, zoals deze nu voor u ligt zal 4 maal per jaar verschijnen en aan alle leden worden toe gezonden. In Limburg zijn dit 3600 artsen en artsen in opleiding. Tevens zal de Schelmenstreek per e-mail worden verzonden en op de website van artsennet worden geplaatst. Het drukken en verzenden van een zo grote oplage van ons verenigingsblad zou natuurlijk niet mogelijk zijn zonder de steun van de adverteerders, die wij hiervoor hartelijk dank zeggen.
Colofon Schelmenstreek is het communicatie-orgaan van de KNMG District Limburg.
Redactie-adres Akerstraat 81, 6417 BJ Heerlen
Vormgeving Stafbureau Communicatie Atrium MC
Druk
Het afgelopen jaar was een stormachtig jaar voor het District met veel veranderingen. Tijdens een redelijk bezochte voorjaarsvergadering in de Oranjerie te Roermond traden zowel de secretaris (Monique Belinfante) als de penningmeester (Rinus Wanders) af. Ondergetekende werd benoemd tot nieuwe voorzitter. Gedurende enkele maanden was er slechts sprake van een rompbestuur. Gelukkig kon tijdens het Lustrumsymposium van de afdeling Heerlen e.o. een nieuw Districtsbestuur gevormd worden. De samenstelling van het bestuur is elders te lezen. Het Lustrumsymposium in Rolduc dat de wervende titel ‘Nieuwe tijden, nieuwe wegen’ meekreeg werd goed bezocht en kreeg een hoge waardering. Ook een verslag van dit symposium kunt u in deze uitgave van de nieuwe Schelmenstreek lezen. Tijdens dit symposium werd een fraai boekwerk onder de redactie van dr. Peter Koehler en drs. Wim Bisschops uitgebracht. Voor degene die nog een exemplaar wil ontvangen: dit is te verkrijgen via onze secretaris. De najaarsvergadering in Elsloo werd helaas slecht bezocht. De daaropvolgende activiteiten die met name in samenwerking met de Universiteit Maastricht werden georganiseerd oogsten echter veel lof en waardering. Wij hopen dat de komende activiteiten de steun, waardering en belangstelling van vele leden kunnen krijgen en dat KNMG Limburg een bloeiende toekomst tegemoet gaat.
Xerox
Oplage 4.500
District Limburg Schelmenstreek 1 juli 2008
3
Het districtsbestuur Leo Baur, voorzitter Dr. Leo HB Baur is in 1957 geboren te Heerlen. Na de middelbare schooltijd ging hij in 1975 geneeskunde studeren aan de net een jaar tevoren opgerichte Rijksuniversiteit Limburg, nu Maastricht Universitair Centrum. Na een militaire diensttijd in het Militair Revalidatiecentrum Aerdenburg te Doorn werkte
Arno Parren, penningmeester Drs. Arno CGM Parren is sedert 1 september 1980 werkzaam in de Westelijke Mijnstreek als bedrijfsarts. Sinds 1989 is hij lid van de KNMG, eerst als penningmeester, later als voorzitter van de afdeling Sittard/Geleen e.o. Bij de vorming van het district Limburg is hij vanuit de afdeling naar voren geschoven om deel te nemen aan het bestuur. Na een afwezigheid van een half jaar einde 2007 is hij weer in het bestuur van het district gegaan omdat hij het belangrijk vindt dat er voldoende draagvlak vanuit de
Raymond Scholman, secretaris Raymond Scholman is na zijn huisartsopleiding sedert 1981 bij de GGD in Zuid-Limburg werkzaam, aanvankelijk alsbedrijfsarts, sportkeuringsarts en arts forensische geneeskunde;
hij gedurende ruim twee jaar als arts-assistent interne geneeskunde in Apeldoorn. Vervolgens keerde hij terug naar Maastricht om zich te specialiseren in de cardiologie. Na zijn specialisatie was hij gedurende 12 jaar als cardioloog verbonden aan het Leids Universitair Medisch Centrum. In 2000 keerde hij terug naar Limburg en is thans verbonden aan Atrium Medisch Centrum Parkstad.
verschillende regio’s is. Arno vindt het van groot belang dat de KNMG ook provinciaal een gezicht krijgt. Dat de contacten tussen KNMG centraal en perifeer beter worden; maar ook dat het district in de regio taken kan gaan oppakken mbt specialismenoverstijgende activiteiten, o.a. (bij)scholing en het leggen van contacten naar overheid etc. Daarnaast zou het opbouwen en onderhouden van sociale contacten een taak kunnen zijn. Buiten de KNMG neemt hij deel aan andere bes tuurlijke activiteiten. Arno heeft zojuist de fietstocht naar Santiago de Compostella achter de rug en is op zoek naar een nieuwe uitdaging.
thans als arts sociaalmedische advisering. Vanaf 2001 maakt hij deel uit van het afdelingsbestuur Heerlen e.o. en sinds november 2007 ook van het districtsbestuur.
Brigitte van den Brand-Valkenburg, lid Brigitte van den Brand-Valkenburg, geboren en getogen in Heerlen, studeerde Geneeskunde in Nijmegen. Na haar bijdrage aan het Raamplan 1994 deed zij de huisartsopleiding in Maastricht.
Sinds 9 jaar heeft zij samen met haar man 3 kinderen en een huisartsenpraktijk in Heerlen. Aan het eind van dit jaar zal deze deel gaan uitmaken van een nieuw gezondheidscentrum.
Cecile Menheere, lid
huisarts gevolgd. Als verpleeghuisarts is zij werkzaam binnen de Divisie Ouderen van de Mondriaan Zorggroep, waar zij voornamelijk ambulant mensen begeleidt.
Van 1992 tot 1998 heeft zij in Maastricht gestudeerd. Van 2000-2002 heeft Cecile in Nijmegen de vervolgopleiding tot verpleeg-
4
Schelmenstreek 1 juli 2008 District Limburg
Harry Houben, lid vice-voorzitter Harry Houben is geboren op 30 december 1947 in Heerlen. Hij bracht zijn jeugd door in Brunssum. De middelbare school werd gevolgd in Sittard. Het artsexamen werd afgelegd in 1973. Harry is gepromoveerd als
John Stefelmanns, lid John Stefelmanns, al jaren met veel plezier bedrijfsarts bij de ARBOdienst DSM waar chemische maar ook psychologische gezondheidsfactoren zijn aandacht hebben. Momenteel draagt hij zijn penningmeesterschap bij de afdeling Sittard/Geleen over waardoor de
internist over hypertensie. Daarna geregistreerd als reumatoloog. Hij heeft een reumatologenpraktijk met opleiding in het Atrium Medisch Centrum Parkstad in Heerlen en het Maaslandziekenhuis in Sittard. Harry bekleedt diverse bestuurlijke functies zowel beroepsmatig als daarbuiten.
inzet voor het district goed kan worden ingevuld. Met name de goede ervaringen in het leggen van onderlinge contacten in de afdeling Sittard/Geleen verwacht hij op districtsniveau verder uit te breiden. Gezelligheid tijdens de bijeenkomsten is daarbij zeker belangrijk waarbij mogelijk iets te lang stil gestaan zal worden bij zijn marathon ervaring. Hij blijft benieuwd naar de hobbies van anderen.
Christine Willekes, lid Christine Willekes is geboren in Amsterdam maar gekneed uit Limburgs deeg te Meerssen, waar zij vanaf haar 3e levensjaar opgroeide. Ze studeerde aan de toenmalige Rijksuniversiteit Limburg, tegenwoordig MUMC+, van 1984 tot en met maart 1991. Daarna volgde een periode van twee jaar assistentschap gynaecologie en obstetrie in de Vroedvrouwenschool, aan vankelijk te Heerlen, later te Kerkrade. In 1993 start de opleiding tot onderzoeker aan de Universiteit Maastricht bij de vakgroepen Fysiologie, Biofysica, Gynaecologie en Bewegingswetenschappen. Ze startte haar opleiding tot gynaecoloog in Maastricht in 1998, net na de geboorte van het
eerste kind, zoon Jochem. In 2000 volgde, hoogzwanger, de promotie op het onderwerp “Invloed van vrouwelijke geslachtshormonen op de vaatwandeigenschappen”. Kort hierna werd dochter Imke geboren. In 2004 werd de opleiding afgerond en een positie aanvaard in de obstetrische staf van het Academisch Ziekenhuis Maastricht. Haar aandachtsgebied is de prenatale diagnostiek en therapie, waarin ze momenteel een promovenda begeleid. Ook is ze actief lid van het verloskundig Consortium, waarin ze projectleider is van de PPROMEXIL-studie (www.studies-obsgyn.nl) en begeleidster van een tweede promovendus. Sinds 2005 is ze penningmeester en sinds 2006 voorzitter van de KNMG afdeling Maastricht.Vanaf 2006 bestuurslid van het district Limburg.
Sevgi Yaylali, student-lid Sevgi Yaylali is geboren en getogen in Hoorn (NH). In 1998 is zij begonnen aan de studie Gezondheidswetenschappen en in 2002 (eindelijk) ingeloot voor Geneeskunde aan de Universiteit van Maastricht. Tijdens haar studie heeft zij bestuurlijke ervaring opgedaan, zo heeft zij tweemaal ‘Maastricht Medical Students Research Conference’ (MMSRC) en het ‘Teddy beren ziekenhuis’ georganiseerd. Sinds september 2005 is zij studentlid van KNMG District Limburg. Naast alles wat met geneeskunde te maken
District Limburg Schelmenstreek 1 juli 2008
heeft, zoals studeren, is zij sportief actief (tennis) en besteedt zij haar vrije tijd graag aan lezen en koken. Het maken van verre vakantiereizen behoort tevens ook tot een van de hobbies. Van maart 2006 tot en met november 2006 was zij lid van het Burgerforum Kiesstelsel. Samen met de andere 139 leden heeft ze onderzocht wat het beste kiesstelsel is voor Nederland. Naast haar studie werkt zij bij de huisartsenpost in Maastricht en zit ze bij het promo-landen-team van de Universiteit van Maastricht.
5
Help beschermen tegen atherotrombotische complicaties*
T
* Voor volledige indicaties, zie de verkorte productinformatie elders in dit blad.
M
re
Pr
tection
day
Marieke Verspaget, Student-lid Marieke Verspaget is op 22 maart 1983 geboren in Helmond en vervolgens opgegroeid in het kleine dorpje Mierlo (NB). In 2002 is zij begonnen aan de studie geneeskunde in Maastricht die zij onlangs heeft afgerond. Vanaf 1 juli 2008 is zij werkzaam als poortarts op de eerste hulp in Heerlen waar ze hoopt een heleboel klinische ervaring op te doen in een leuke werkomgeving. Tijdens haar studentenperiode is zij een actief lid geweest van de Maastrichtse studenten zeilvereniging Lagakari. Zo heeft zij onder andere drie maal een zeilinstructie week in Friesland georganiseerd waarbij in Valken en Lasers les werd gegeven aan de leden. Daarnaast heeft ze in de zomervakanties die steeds schaarser werden naarmate de studie vorderde zeilles gegeven aan kinderen en volwassenen op de Maasplassen in Roermond.
District Limburg Schelmenstreek 1 juli 2008
Naast haar grote passie zeilen houdt zij van skien, lezen en het drinken van een biertje Oud-Bruin op een terras in Maastricht. Tijdens het laatste jaar als semi-arts, dat zij volbracht heeft bij de chirurgie in Heerlen, heeft ze veel ervaring opgedaan in het doen van onderzoek. Zo heeft zij onderzoek gedaan naar patienten met claudicatio intermittens en de mate van loopbeperking die veel van deze patienten ervaren in het dagelijkse leven. Dit onderzoek heeft geresulteerd in een boekhoofdstuk en drie voordrachten op nationale en internationale congressen. Het artikel volgt nog. Sinds december 2007 is zij studentlid bij het KNMG bestuur district Limburg waar ze zich inzet voor het organiseren van activiteiten voor studenten. Op het moment is zij samen met Sevgi Yaylali en de medische studentenvereniging Pulse bezig met het organiseren van een Late Night Cruise over de Maas die in oktober 2008 plaats zal vinden.
7
Symposium
Feestelijke viering 90 jaar KNMG Heerlen en omstreken
Nieuwe wegen, nieuwe tijden door: Hein Berendsen, hoofd Safbureau Communicatie Atrium MC en Leo Baur
Op 29 september 2007 organiseerde KNMG District Limburg een feestelijk symposium ter gelegenheid van het 90-jarig bestaan van de afdeling Heerlen en omstreken. Natuurlijk werd er zoals dit bij een dergelijk jubileum hoort, uitgebreid stilgestaan bij de geschiedenis. In een fraai boekwerk onder deskundige redactie van neuroloog Peter Koehler en kinderpsychiater Wim Bisschops plaatsten diverse auteurs de afgelopen 90 jaar in een historisch perspectief. Het bleef echter niet bij het terugblikken op het leven van de 90-jarige. Het jubileumsymposium werd gebruikt om nieuwe wegen in te slaan en op zoek te gaan naar de uitdagingen die de toekomst biedt. ‘Nieuwe tijden, nieuwe wegen’, luidde het inspirerende motto dat in alle toespraken en in een stevige discussie uitgebreid werd belicht. Het 900 jaar oude, met traditie doordrenkte, Rolduc was een waardig decor voor de artsen, die samen aan de slag gingen met het vorm geven van hun toekomst van hun regio. Directeur Wil Bosch van WB Zorg riep de artsen op in beweging te komen, voordat henzelf iets overkomt. De voorzitter van de Huisartsen Cees Hoogervorst vond de oproep wat achterhaald: ‘als er een regio is waar de huisartsen daar al jaren geleden mee zijn begonnen dan is dat de onze wel’. Directeur mw. Ine van den Boomen van de Nederlandse Zorgautoriteit schetste hoe andere tijden leiden tot andere verhoudingen. Vervolgens ging een zwaar forum met zichzelf en met de zaal in discussie, daarbij met verve geregisseerd door de hooggeleerde Hans Kerkkamp, het toen nog nieuwe lid van de Raad van Bestuur van Atrium Medisch Centrum. Met veel creativiteit ontdekte hij ‘lijntjes’ die hem verbinden met elk van de forumleden. Iedereen had ooit wel eens in een stad gestudeerd of
District Limburg Schelmenstreek 1 juli 2008
gewerkt, waar ook Kerkkamp zijn sporen achterliet. In de 100 dagen die hij in Atrium MC actief is heeft hij al veel goede dingen ontdekt, die echter nog vragen om een betere ‘performance’. Het forum bestond verder uit de directeur van de GGD Zuid-Limburg, Ruud Hagenouw, voorzitter medische staf huisartsen OZL Cees Hoogervorst, voorzitter Raad van Bestuur azM Guy Peeters, lid Raad van Bestuur MeanderGroep Roger Ruijters en voorzitter Raad van Bestuur Atrium Medisch Centrum Parkstad, Eke Zijlstra.
Zorg in 2007 respectievelijk 2017 Het forum boog zich om te beginnen over de vraag hoe de zorg er in 2017 uitziet. Vastgesteld werd dat ongezond gedrag de belangrijkste oorzaak is van de stagnerende levensverwachting in onze regio. Preventie zal daarom nog beter op de agenda worden geplaatst. We moeten reactieve zorg ombuigen naar preventieve en pro-actieve zorg. Cees Hoogervorst vond dat de
9
huisartsen al goed op weg zijn door meer wijkgericht en vraaggestuurd te gaan werken. Guy Peeters ziet een ontwikkeling naar meer voorspellende geneeskunde dankzij de grandioze ontwikkelingen in de moleculaire geneeskunde. Ruud Hagenouw vindt dat het met de patiënt al niet meer zo erg is gesteld als enkele jaren geleden. Hij is aan de beterende hand, hij voelt zich redelijk gelukkig en kan nog beter worden als de politiek in Parkstad erin slaagt de omslag te maken van korte termijn denken naar lange termijndenken. Onder het motto van ‘Geen geknoei in de groei’ hield hij een pleidooi voor het investeren in goed onderwijs en educatie, in samenwerking met de eerstelijn en kinderartsen. Roger Ruijters hield een pleidooi voor het investeren in de kwaliteit van leven van de vergrijzende inwoners. ‘Investeren in welzijn, wonen en zorg; meer preventie en minder medische consumptie leiden tot een gigantische besparing.’ Een huisarts in de zaal was wat moedeloos door het slechte perspectief voor veel VMBO-leerlingen. ‘De leefomstandigheden voor deze categorie moeten dringend verbeteren’. Hagenouw erkende dat het geïntegreerde beleid bij de overheid nog ontbreekt om dit probleem voldoende te tackelen. Maar er begint wel meer perspectief te onstaan. In Parkstad wordt steeds beter samengewerkt; de Ontwikkelingsmaatschappij Parkstad doet goed werk op dat gebied. Kijk naar het arbeidsmarktplan Arbeid, Onderwijs en Zorg uit deze regio dat door drie staatssecretarissen landelijk tot voorbeeld is gesteld. Uniek is dat hierin alle partijen, - gemeenten, onderwijs en zorg - samenwerken. Vervolgens werd stevig doorgedacht over welke vorm van preventie het beste werkt. R. Hagenouw vond dat ‘de overkill aan sancties en postbus 51-spotjes geen enkel effect opleveren.’ Huisarts F. Soomers was het daarmee eens. ‘De collectieve preventie heeft gefaald. We moeten naar individuele preventie op maat toe. Maar vooralsnog lijkt dat onbetaalbaar, terwijl de huisartsen graag hun kennis en hun praktijkondersteuners daarvoor zouden inzetten. C. Hoogervorst vulde aan dat de huisartsen al veel ervaring opdoen met het diabetes-DBC. ‘Er ligt een model dat nu breder kan worden toegepast, maar de financiering ontbreekt vooralsnog’. E. Zijlstra onder schreef dat er veel meer kan worden bereikt, als alle partijen de zaken gezamenlijk oppakken. Wel wees hij erop dat bij de huidige regelgeving de grenzen snel worden bereikt. Substitutie wordt daardoor beperkt. Met een knipoog naar de vertegenwoordigster van de Zorgautoriteit gooide hij een balletje op om een totaalbudget los te weken voor de gehele regio voor een aantal jaren. ‘Dan kunnen we aantonen dat we door een goede organisatie van de preventie minder geld nodig hebben. Nu moeten we producten afleveren en dat is de dood in de pot voor preventie.’
10
Nadenkend over de problemen rondom volumes werd gevreesd dat er een geweldige toename van de zorg verwacht moet worden het komende decennnium. Aanbod via veel media-aandacht creëert meer vraag. In de Nederlandse zorg zullen veel meer handjes nodig zijn dan de 1,1 miljoen mensen die er al werkzaam zijn. Guy Peeters vulde aan dat de Nederlandse overheid nog altijd denkt capaciteit binnen de landsgrenzen te kunnen beperken vanuit een gedachte van kostenbeheersing. We leven echter in Europa; nu al werken in de Limburgse ziekenhuizen tientallen buitenlandse artsen en verpleegkundigen. ‘In het azM onder meer een 40-tal Duitsers en Fransen’. Enkele forumleden voorspelden voor de komende tien jaar een kostenexplosie. Huisartsen zien de oplossing van dit vraagstuk in een verdergaande takendelegatie aan praktijkondersteuners. Nu al wordt dit door de patiënt geaccepteerd omdat die onder steuner meer tijd neemt voor geprotocolleerde begeleiding en voorlichting. De huisarts gaat steeds minder uitvoeren en zich meer toeleggen op diagnose en beleid bepalen. Het praten over modellen, structuren en vormen leidde bij een vrouwelijke huisarts tot de verzuchting dat de huisarts zich meer zou moeten kunnen beperken tot de inhoud, waarvoor zij eigenlijk huisarts is geworden. De huisarts moet nu te vaak een mening hebben over financien en allerlei structuren. ‘Ook bij het vraagstuk over de vergrijzing zou ik me graag beperken tot de inhoud van de problematiek voor de patiënt. De politieke en beleidsmatige problematiek zou ik graag aan anderen overlaten.’ Het forum wees erop dat dan het gevaar ontstaat dat het beleid wordt gemaakt zonder inbreng van de artsen. Op enig moment wordt dan door de politiek geroepen dat het geld op is. Het forum was het er over eens dat de eigen verantwoordelijkheid van de patiënt intussen groeit. Dr. Rinus Wanders van de Maastro Clinic bracht in dat het goed is dat de artsen zich dat realiseren en dat zij ook hun eigen verantwoordelijkheid nemen. Soms kunnen zaken zoals de oncologische zorg nog altijd efficiënter, te vaak worden consulten en controles verricht die niet echt nut heb?ben, terwijl eigenlijk tijd moet worden vrijgemaakt voor andere taken. R. Ruijters stelde het systeem aan de kaak waarbij een patiënt een indicatie krijgt voor care en de instelling vervolgens die zorg niet kan leveren. Daarbij zou het om een substantieel percentage gaan (30%). ‘Dat is niet te verkopen. Vergelijk dat eens met een bioscoopbezoek. Je koopt een kaartje aan de kassa maar krijgt binnen te horen dat je niet wordt toegelaten omdat de zaal al vol is.’ Spreker W.Bosch wees op jurisprudentie waarbij de patiënt die zorg kan afdwingen. De verzekeraar heeft de zorgplicht. R. Ruijters repliceerde dat de positie van de patiënt door Europese aanbestedingen bij de thuiszorg
Schelmenstreek 1 juli 2008 District Limburg
nog nooit zo zwak is geweest als nu. Mw. Inge van der Booren stelde vast dat het perspectief vanuit de cliënt klopt. Maar ook de zorgaanbieder gaat niet vrijuit. De hete aardappel wordt heel snel aan elkaar door ge schoven. E. Zijlstra vulde aan dat het voor de patiënt daarom zo belangrijk is dat er een goed functionerend netwerk van ketenzorg bestaat in Parkstad, hetgeen weer haaks staat
op markttermen waar de patiënt niet op zit te wachten. Aan het einde van het symposium werden de collega’s Ruud Hagenouw, Cees Franke en Theo Boumans vereerd met een erelidmaatschap van KNMG District Limburg. Dit vanwege de vele verdiensten voor de KNMG regionaal en nationaal. Zij kregen uit handen van de voorzitter een fraaie sculptuur en een bijbehorend certificaat.
KNMG District Limburg reikt een aanmoedigingsprijs uit tijdens Maastricht Medical Student Research Conference Op 23 april reikte KNMG District Limburg een aanmoedigingsprijs uit aan de best beoordeelde presentatie over een holistische benadering van de geneeskunde. Het Maastricht Medical Students Research Confe rence (MMSRC) is een congres, dat studenten de mogelijkheid biedt in aanraking te komen met weten schappelijk onderzoek en het presenteren daarvan.
Het MMSRC werd in 1996 opgericht en was een van de eerste congressen in Nederland, dat georga niseerd werd door studenten ten behoeve van onderzoek. Al elf jaar lang zetten studenten van de Universiteit Maastricht deze dag op, waarin naast de nodige wetenschap ook tijd is voor ontspanning en inzicht in bijvoorbeeld nieuwe onderzoekstechnieken en toepassingen in de kliniek. De congresdag wordt ingevuld door workshops en lezingen, die zowel door professionals als studenten worden gegeven. In de loop van de jaren is het MMSRC uitgegroeid tot een internationaal studentencongres, dat voornamelijk deelnemers ontvangt uit Nederland, Belgie, en Duitsland. De twaalfde editie van het congres heeft plaatsgevonden op woensdag 23 april 2008 in de Faculty of Health, Medicine and Life Sciences van de Universiteit Maastricht. Dit jaar stond het congres
District Limburg Schelmenstreek 1 juli 2008
in het teken van het thema: ‘Perfection: Mission (im)Possible?’ Het symposium werd met 300 bezoekers goed bezocht. Door middel van posters en mondelinge presentaties presenteerden studenten de resultaten van hun onderzoek aan het publiek. Een vakjury onder leiding van Prof. Dr. Luc Snoecks beoordeelde de presentaties. De KNMG prijs bestaande uit een model, een certificaat en een jaarabonnement op de Lancet werd gewonnen door Luc Gidding met zijn onderzoek naar de behandeling van depressie in de huis arts praktijk. Voor meer informatie en het programma zie ook de website www.mmsrc.nl
11
Verkorte productinformatie Crestor® (14 SEP 2007) Farmaceutische vorm en samenstelling: Crestor® 5, 10, 20 en 40 bevat respectievelijk 5, 10, 20 en 40 mg rosuvastatine per tablet. Farmacotherapeutische Groep: HMG-CoA reductase remmers (ATC code C10AA07). Indicaties: Primaire hypercholesterolemie (type IIa, inclusief heterozygote familiaire hypercholesterolemie) of gemengde (gecombineerde) dyslipidemie (type IIb) als adjuvans bij dieet, wanneer de respons op dieet en andere niet farmacologische behandelingen (bijvoorbeeld lichaamsbeweging, gewichtsvermindering) onvoldoende zijn. Crestor is ook geïndiceerd bij patiënten met homozygote familiaire hypercholesterolemie, als adjuvans bij dieet en andere lipidenverlagende behandelingen of als zulke behandelingen niet zijn aangewezen. Dosering: De aanbevolen startdosering voor zowel statine naïeve patiënten als patiënten die geswitcht worden van een andere HMG-CoA reductase remmer is éénmaal daags 5 of 10 mg. Bij de keuze van de startdosering dient zowel met de individuele cholesterolspiegel van de patiënt als met het toekomstig cardiovasculaire risico als met het potentiële risico van bijwerkingen rekening te worden gehouden. Indien nodig kan na 4 weken de dosering worden verdubbeld. In het kader van de toegenomen meldingsfrequentie van bijwerkingen met de 40 mg dosering vergeleken met de lagere doseringen dient de maximale dosering van 40 mg alleen te worden overwogen bij patiënten met ernstige hypercholesterolemie met een verhoogd cardiovasculair risico (met name patiënten met familiaire hypercholesterolemie), die de doelstelling van de behandeling niet bereiken met 20 mg en die regelmatig gecontroleerd worden. Wanneer met de 40 mg dosering wordt begonnen, wordt controle door de specialist geadviseerd. Crestor kan op elk moment van de dag worden ingenomen, met of zonder voedsel. Omdat de veiligheid en werkzaamheid niet zijn vastgesteld bij kinderen wordt het gebruik van Crestor door kinderen niet geadviseerd. Voor patiënten > 70 jaar wordt een startdosering van 5 mg aanbevolen. Bij patiënten met een matige nierinsufficiëntie is de 40 mg dosering gecontraïndiceerd, en wordt een startdosering van 5 mg aanbevolen. Bij patiënten met een Child-Pugh score van 8 of 9 dient een beoordeling van de nierfunctie te worden overwogen. Bij Aziatische patiënten zijn verhoogde plasmaspiegels waargenomen. Derhalve is de aanbevolen startdosering bij Aziatische patiënten 5 mg; de 40 mg dosering is gecontraïndiceerd bij deze patiënten. Ook bij patiënten met predisponerende factoren voor myopathie (zie beneden) is de aanbevolen startdosering 5 mg. De 40 mg dosering is voor sommige van deze patiënten gecontraïndiceerd. Contra-indicaties: Overgevoeligheid voor rosuvastatine of één van de hulpstoffen; actieve leverziekte inclusief onverklaarbare, aanhoudende verhogingen van serumtransaminases en elke verhoging van serumtransaminases hoger dan 3-maal de bovengrens van de normaalwaarde (ULN); ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring < 30 ml/min); myopathie; gelijktijdig gebruik van cyclosporine; zwangerschap en borstvoeding en vrouwen in de vruchtbare leeftijd zonder adequate anticonceptie. De 40 mg dosering is gecontraïndiceerd bij patiënten met predisponerende factoren voor myopathie/rhabdomyolyse. Deze omvatten: matige nierinsufficiëntie (creatinineklaring < 60 ml/min); hypothyroïdie; persoonlijke of familie anamnese met erfelijke spierziekten; musculaire toxiciteit met andere HMG-CoA reductase remmers of fibraten in anamnese; alcoholmisbruik; situaties waarbij verhoogde plasmaspiegels kunnen optreden; Aziatische patiënten; gelijktijdig gebruik van fibraten. Waarschuwingen en voorzorgen: Uit post-marketing gebruik is gebleken dat het aantal meldingen van ernstige nierproblemen hoger is bij de 40 mg dosering. Een beoordeling van de nierfunctie dient te worden overwogen gedurende routine controle van patiënten die behandeld worden met Crestor 40 mg. Bij de behandeling van patiënten met Crestor zijn effecten op de skeletspier (myalgie, myopathie, zelden rhabdomyolyse) waargenomen, met name met doseringen hoger dan 20 mg. Zeer zelden zijn gevallen van rhabdomyolyse waargenomen bij het gebruik van ezetimibe in combinatie met HMG-CoA reductase remmers. Voorzichtigheid dient in acht te worden genomen bij gecombineerd gebruik. Indien de uitgangswaarde van de CK bij herhaling > 5 x ULN is, dient de behandeling met Crestor niet te worden gestart. Crestor, evenals andere HMG-CoA reductase remmers, dient met voorzichtigheid te worden voorgeschreven aan patiënten met predisponerende factoren voor myopathie/rhabdomyolyse. Deze omvatten: nierinsufficiëntie; hypothyroïdie; persoonlijke of familie anamnese met erfelijke spierziekten; musculaire toxiciteit met andere HMG-CoA reductase remmers of fibraten in anamnese; alcoholmisbruik; leeftijd > 70 jaar; situaties waarbij een verhoogde plasmaspiegel kan optreden; gelijktijdig gebruik van fibraten. Bij deze patiënten wordt klinische controle aanbevolen. Patiënten dienen te worden gevraagd onverklaarbare spierpijn, spierzwakte of spierkramp, met name als deze gepaard gaan met malaise of koorts, onmiddellijk te melden. De behandeling dient te worden gestaakt wanneer de CK-spiegels duidelijk zijn verhoogd (> 5 x ULN) of als de spiersymptomen ernstig zijn en dagelijks ongemak veroorzaken. De combinatie van Crestor met gemfibrozil wordt niet geadviseerd. De 40 mg dosering is gecontraïndicieerd bij gelijktijdig gebruik van fibraten. Crestor dient niet te worden gebruikt bij patiënten met een acute, ernstige aandoening mogelijk wijzend op myopathie of waarbij een predispositie bestaat voor het ontwikkelen van nierfalen als gevolg van rhabdomyolyse. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met overmatig alcohol gebruik en/of een leverziekte in de anamnese. Het wordt aanbevolen leverfunctietesten uit te voeren vóór en 3 maanden na het starten van de behandeling met Crestor. Wanneer de concentratie van de serumtransaminases > 3 x ULN is, dient Crestor te worden gestaakt of de dosering te worden verlaagd. Uit post-marketing gebruik is gebleken dat het aantal meldingen van ernstige leverproblemen (voornamelijk bestaand uit verhoogde levertransaminases) hoger is bij de 40 mg dosering. Bij Aziatische patiënten laten farmacokinetische studies ongeveer een 2-voudige toename van de mediane AUC en Cmax zien in vergelijking met Kaukasiërs. Interacties: Geneesmiddeleninteracties ten gevolge van cytochroom P450 gemedieerd metabolisme worden niet verwacht. Bij patiënten die gelijktijdig vitamine K antagonisten gebruiken is het wenselijk de INR adequaat te volgen bij starten of staken van behandeling met HMG-CoA reductase remmers en bij aanpassing van de dosering. Gemfibrozil, fenofibraat, andere fibraten en lipiden-verlagende doseringen van nicotinezuur, verhogen het risico van myopathie indien gelijktijdig gegeven met HMG-CoA reductase remmers, mogelijk omdat zij wanneer zij alleen worden gegeven myopathie kunnen veroorzaken. De 40 mg dosering is gecontraïndiceerd bij gelijktijdig gebruik van een fibraat. Deze patiënten dienen te starten met de 5 mg dosering. Gelijktijdig gebruik van gemfibrozil of erythromycine leidde tot een 2-voudige toename van de Cmax en AUC van Crestor. Een farmacodynamische interactie, in termen van bijwerkingen, tussen Crestor en ezetimibe kan niet worden uitgesloten. Gelijktijdig gebruik van proteaseremmers kan leiden tot klinisch relevante stijgingen in de plasmaspiegels van rosuvastatine. Toediening van rosuvastatine aan patiënten met een HIV infectie die proteaseremmers gebruiken wordt daarom niet aanbevolen. Men dient rekening te houden met een stijging van de AUC van ethinylestradiol en norgestrel bij gelijktijdig gebruik van Crestor en een oraal anticonceptivum en mogelijk bij hormoonsubstitutietherapie. Gelijktijdig toedienen van een antacida-suspensie met Crestor leidde tot een afname van de plasmaconcentratie van Crestor. Dit effect werd verminderd wanneer het antacidum 2 uur na Crestor werd toegediend. Crestor is gecontraïndiceerd bij gelijktijdig gebruik van cyclosporine. Er worden geen klinische relevante interacties verwacht met digoxine. Bijwerkingen: Bijwerkingen zijn over het algemeen mild en van voorbijgaande aard. Gemeld zijn: Vaak (1:10-1:100) hoofdpijn, duizeligheid, obstipatie, misselijkheid, buikpijn, spierpijn, gevoel van zwakte. Soms (1:100-1:1000) pruritis, huiduitslag en urticaria. Zelden (1:1000-1:10.000) myopathie (inclusief myositis), rhabdomyolyse, overgevoeligheidsreacties inclusief angio-oedeem, pancreatitis. Post marketing ervaring: Het aantal meldingen van rhabdomyolyse, ernstige nierproblemen en ernstige leverproblemen (voornamelijk bestaand uit verhoogde levertransaminases) is hoger bij de 40 mg dosering. Verder zijn uit post marketing ervaring gemeld: zelden (1:1000-1:10.000) toegenomen levertransaminasen, artralgie en zeer zelden (<1:10.000) geelzucht, hepatitis, polyneuropathie, geheugenverlies en hematurie. Afleverstatus: UR, volledig vergoed. Uitgebreide productinformatie: Voor de volledige productinformatie wordt verwezen naar de IB-1 tekst op www.astrazeneca.nl (SPC tekst Crestor 14 september 2007). Voor overige informatie en literatuurservice: AstraZeneca BV, Postbus 599, 2700 AN Zoetermeer. Tel. 079-363 22 22 of 0800-Crestor (0800-2737867) of bezoek onze website www.crestor.nl Referenties: 1) Jones et al., Am J Cardiol 2003; 92:152-160. 2) Goettsch et al., Pharmacoepidemiol Drug Saf 2006; 15: 435-443. 3) Shepherd et al. Am J Cardiol 2003; 92:152-160. 4) 1B1-tekst Crestor. 5) Paoletti et al., J Cardiovasc Risk 2001; 8: 383-390.
AstraZeneca BV, Postbus 599, 2700 AN Zoetermeer.
Verkorte productinformatie MICARDIS® en MICARDISPLUS® Samenstelling: 20 mg, 40 mg, 80 mg telmisartan, 40/12,5 of 80/12,5 mg telmisartan/hydrochloorthiazide per tablet. Farmacotherapeutische groep: Angiotensine-II receptorantagonist. Indicaties: Essentiële hypertensie. Indien de bloeddruk onvoldoende gereguleerd kan worden met telmisartan alleen, is MICARDISPLUS geïndiceerd. Dosering: 1 tablet, éénmaal daags. De doorgaans effectieve dosering bedraagt 40 mg. Sommige patiënten hebben al voldoende baat bij 20 mg. Om de gewenste bloeddruk te bereiken kan worden opgetitreerd naar een maximum van 80 mg. Bij milde tot matige nierinsufficiëntie is aanpassing van de dosering niet noodzakelijk. Bij patiënten met lichte tot matige leverinsufficiëntie bedraagt de maximale dosering 40 mg of 40/12,5 mg. Direct overstappen van de monotherapie naar de vaste combinatie van telmisartan en hydrochloorthiazide kan overwogen worden. Zowel bij MICARDIS als bij MICARDISPLUS is aanpassing van de dosering niet nodig bij ouderen. Contra-indicaties: MICARDIS: Overgevoeligheid voor enig bestanddeel van het product, zwangerschap en het geven van borstvoeding, galwegobstructies, ernstige leverinsufficiëntie. Extra contra-indicaties bij MICARDISPLUS: Overgevoeligheid voor sulfonamiden, cholestase, ernstige nierinsufficiëntie, refractaire hypokaliëmie of hypercalciëmie. Waarschuwingen: Voorzichtigheid is geboden in de volgende gevallen: renovasculaire hypertensie, nierinsufficiëntie en niertransplantatie, intravasculaire hypovolemie, primair aldosteronisme, aorta- en mitralisklepstenose, obstructieve hypertrofe cardiomyopathie, leverinsufficiëntie, erfelijke fructose intolerantie en overige condities met stimulatie van het RAAS. Voorzichtigheid is geboden bij het gebruik van RAAS remmers omdat deze geneesmiddelen hyperkaliemie kunnen veroorzaken. Het nauwgezet in de gaten houden van het serumkalium van risicopatiënten wordt aangeraden. Thiaziden kunnen leiden tot hyperurikemie, de glucosetolerantie verslechteren en de cholesterol- en triglyceridenspiegels verhogen. Bij patiënten die met thiazidediuretica worden behandeld, dient periodieke bepaling van serum elektrolyten te worden uitgevoerd. Interacties: Gelijktijdig gebruik van telmisartan met middelen die de kaliumspiegel verhogen kan tot hyperkaliëmie leiden. Gelijktijdig gebruik van telmisartan met NSAIDs bij patiënten met een verminderde nierfunctie kan leiden tot een verslechtering in de nierfunctie. Bij gelijktijdige toediening kunnen de volgende middelen interacties geven met thiazidediuretica: middelen die het serumkalium beïnvloeden of beïnvloed worden door de kaliumspiegel, alcohol, antidepressiva, baclofen, amifostine, antidiabetica, colestyramine en colestipolharsen, bètablokkers, diazoxide, anticholinergica, digitalisglycosiden, NSAIDs, bloeddrukverhogende amines, niet-depolariserende skeletspierrelaxantia, uricosurica, calciumzouten, amantadine, metformine, cytotoxica. Bijwerkingen: In placebogecontroleerde onderzoeken was de totale incidentie van bijwerkingen gemeld bij MICARDIS vergelijkbaar met die van placebo. De totale incidentie van bijwerkingen die zijn gemeld bij MICARDISPLUS in klinische studies was vergelijkbaar met die van MICARDIS alleen. Zoals bij andere angiotensine-II receptorantagonisten zijn er zeldzame gevallen van angio-oedeem en urticaria gemeld. Verpakking: MICARDIS® 20 mg, 40 mg en 80 mg en MICARDISPLUS® 40/12,5 mg en 80/12,5 mg tabletten worden geleverd in blisterverpakkingen van 28 tabletten. Afleverstatus: U.R. Registratie: Micardis® 20 mg, 40 mg, 80 mg tabletten: EU/1/98/090/010, 002, 006 (28 tabl). MICARDIS® 40/12,5, 80/12,5 tabletten: EU/1/02/213/002, 007 (28 tabl). Vergoeding en prijzen: MICARDIS® en MICARDISPLUS® tabletten worden volledig vergoed binnen het GVS. Voor prijzen, zie KNMP-taxe. Voor volledige productinformatie is de 1B-tekst op aanvraag beschikbaar. Boehringer Ingelheim bv., Comeniusstraat 6, 1817 MS Alkmaar. Tel: 0800-2255889. Datum: Februari, 2007. Referenties [1]. Yusuf S et al., Telmisartan, ramipril, or both in patients at high risk for vascular events, NEJM, 2008; 358(15):1547-59. [2] The HOPE Investigators. N Engl J Med 2000; 342:145-153. ONTARGET® In de ONTARGET® studie werd MICARDIS 80 mg vergeleken met ramipril 10 mg en de combinatie in een brede cerebro-, cardio- en vasculaire hoogrisicopopulatie. 70% van alle patiënten in de ONTARGET® had hypertensie. De sponsor van ONTARGET® is Boehringer Ingelheim, de mede-financier is Bayer Schering Pharma.
www.astrazeneca.nl
Verkorte IB tekst Plavix® NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Plavix 75 mg filmomhulde tabletten. SAMENSTELLING Clopidogrel-waterstofsulfaat 97,875 mg (overeenkomend met 75 mg clopidogrel base). INDICATIES Clopidogrel is geïndiceerd voor de profylaxe van atherotrombotische complicaties bij:• patiënten na een doorgemaakt myocardinfarct (van enkele dagen tot minder dan 35 dagen), na een doorgemaakt ischemisch cerebrovasculair accident (van 7 dagen tot minder dan 6 maanden) of die lijden aan een vastgestelde perifere arteriële aandoening • patiënten die lijden aan een acuut coronair syndroom: - acuut coronair syndroom zonder ST-segmentstijging (instabiele angina of myocardinfarct zonder Q-golf), met inbegrip van patiënten die een plaatsing van een stent ondergaan na een percutane coronaire interventie, in combinatie met acetylsalicylzuur (ASA). - acuut myocardinfarct met ST-segmentstijging in combinatie met ASA in medisch behandelde patiënten die geschikt zijn voor trombolytische therapie. CONTRA-INDICATIES Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de hulpstoffen van het geneesmiddel. Ernstige leverfunctiestoornis. Bestaande pathologische bloedingen, zoals een ulcus pepticum of een intracraniale bloeding. Borstvoeding. WAARSCHUWINGEN Indien een patiënt een geplande chirurgische ingreep moet ondergaan waarbij er een bloedplaatjesaggregatieremmende werking niet wenselijk is, moet de behandeling met clopidogrel 7 dagen vóór de chirurgische ingreep worden onderbroken. Clopidogrel verlengt de bloedingstijd en dient met voorzichtigheid te worden gebruikt bij patiënten die letsels met een neiging tot bloeden hebben (in het bijzonder gastro-intestinale en intra-oculaire letsels). Zeer zeldzame gevallen van trombotische trombocytopenische purpura (TTP) zijn gemeld na het gebruik van clopidogrel, soms na kortdurend gebruik van het product. Gezien het ontbreken van gegevens kan clopidogrel niet worden aanbevolen bij acute ischemische cerebrovasculaire accidenten (minder dan 7 dagen tevoren). Therapeutische ervaring met clopidogrel bij patiënten met een nierfunctiestoornis is beperkt. Clopidogrel dient bij deze patiënten derhalve met voorzichtigheid te worden gebruikt. De ervaring bij patiënten met matig ernstige leveraandoeningen die mogelijk hemorrhagische diathese hebben, is beperkt. Clopidogrel dient bij deze patiënten derhalve met voorzichtigheid te worden gebruikt. De gelijktijdige toediening van clopidogrel met orale coagulantia is niet aanbevolen aangezien dit de intensiteit van de bloedingen kan verhogen. Gelijktijdige toediening van clopidogrel met ASA, heparine, glycoproteine IIb/IIIa-inhibitoren of trombolytica dient met voorzichtigheid te gebeuren, evenals toedienen van geneesmiddelen die gastro-intestinale laesies kunnen veroorzaken (zoals NSAID’s) bij patiënten die clopidogrel krijgen. Niet aanbevolen bij zwangerschap. Niet onderzocht bij kinderen. BIJWERKINGEN De klinisch belangrijkste bijwerkingen in de CAPRIE, CURE, CLARITY en COMMIT studies zijn: Ernstige bloedingen: CAPRIE – (clopidogrel 1,4% en ASA 1,6%). CURE – dosisafhankelijk (<100mg: 2,6%; 100-200mg: 3,5% >200mg: 4,9%) t.o.v. placebo+ASA (<100mg: 2,0%; 100-200mg: 2,3%; >200mg: 4,0%). CLARITY – 1,3% in de groep met clopidogrel + ASA versus 1,1% in de groep met placebo + ASA. Levensbedreigende bloedingen en fatale bloedingen: CURE – door clopidogrel + ASA nagenoeg identiek aan placebo + ASA, deze verminderde tijdens de duur van de studie. CLARITY – 0,8% in de groep met clopidogrel + ASA versus 0,6% in de groep met placebo + ASA Gastro-intestinale bloedingen: CAPRIE – waarbij hospitalisatie vereist is voor clopidogrel 0,7 % en ASA 1,1% . Intracraniale bloedingen CAPRIE, CLARITY, CURE, COMMIT – nagenoeg gelijk t.o.v. de placebogroep (0,5 % , 0,5% , 0,1% , 0,6% , respectievelijk voor de behandelde groep). Hematologische afwijkingen: CAPRIE – ernstige neutropenie en trombocytopenie (0,04% , 0,2% respectievelijk) en één geval van aplastische anemie. In CURE en CLARITY was het aantal patiënten met trombocytopenie of neutropenie vergelijkbaar in beide groepen. Andere relevante bijwerkingen zijn: hoofdpijn, duizeligheid, paresthesie, vertigo, diarree, abdominale pijn, dyspepsie, gastrische en duodenale ulcus, gastritis, braken, nausea, constipatie, flatulentie, verhoging van de bloedingstijd en verlaging van het aantal bloedplaatjes, rash en pruritus, leukopenie, verlaging van het aantal neutrofielen en eosinofilie. DOSERING: 75 mg eenmaal daags. Bij acuut coronair syndroom zonder ST-segmentstijging (instabiele angina of myocardinfarct zonder Q-golf) dient te worden gestart met een eenmalige ladingsdosis van 300 mg en daarna voortgezet worden met 75 mg eenmaal per dag (samen met acetylsalicylzuur). Bij acuut coronair syndroom met ST-segmentstijging dient clopidogrel toegediend te worden als een eenmaal daagse dosis van 75 mg met een oplaaddosis in combinatie met ASA en met of zonder trombolytica. Voor patiënten ouder dan 75 jaar moet clopidogrel worden gestart zonder oplaaddosis. Datering:. Maart 2008 Overig: Afleveringsstatus U.R.. Voor prijzen: zie Z-Index. Voor volledige productinformatie, zie volledige IB1 tekst (samenvatting van de productkenmerken). Plavix® wordt vergoed; na een doorgemaakt myocardinfarct of ischemisch cerebrovasculair accident of bij een vastgestelde perifere arteriële aandoening die niet behandeld kan worden met acetylsalicylzuur vanwege overgevoeligheid voor acetylsalicylzuur of een andere absolute contra-indicatie voor acetylsalicylzuur; voor de behandeling van een acuut coronair syndroom met of zonder ST-segmentstijging, waarbij de patiënt is aangewezen op Plavix® in combinatie met acetylsalicylzuur; of een stent plaatsing in het kader van een niet-acuut coronair syndroom. Distributeur: Sanofi Winthrop Bristol-Myers Squibb v.o.f. Voor meer informatie: Sanofi-aventis Nederland B.V., Kampenringweg 45 D-E, 2803 PE Gouda, telefoon 0182-557755, e-mail
[email protected] of Bristol-Myers Squibb B.V., Vijzelmolenlaan 9, 3447 GX Woerden, telefoon 0348-574222. Internetsite: www.plavix.nl.
12
Schelmenstreek 1 juli 2008 District Limburg
Orientatie op je Specialisatie KNMG District Limburg organiseerde in samenwerking met het KNMG Studentenplatform op 14 mei 2008 een goed bezocht symposium ‘Orientatie op je Specialisatie’. Het symposium werd gehouden in een van de collegezalen van de Universiteit Maastricht. Sprekers tijdens dit symposium waren drs. B. Doove, Jeugdarts, dr. Y Temel, Neurochirurg, Prof. dr. C. Schrander-Stumpel, kinderarts en klinisch geneticus en dr. V. Slenter van het capaciteitsorgaan. Na een korte inleiding van de voorzitter van KNMG District Limburg wisten de eerste drie sprekers op een heldere en overtuigende wijze de aangename aspecten maar ook de wat minder leuke details van hun vak kenbaar te maken voor een zeer interactief publiek van
studenten geneeskunde en jonge artsen. Hierna gaf de directeur van het capaciteitsorgaan een helder en overzichtelijk betoog over hoe het capaciteitsorgaan werkt en welke instroom van jonge artsen binnen de diverse opleidingen in de komende jaren berekend is. Na een afsluitende rede van de voorzitter was er nog tijd voor een gezellig samenzijn onder het genot van een drankje.
KNMG-aanmoedigingsprijs KNMG aanmoedigingprijs tijdens Clinical Investigators Science Symposium gaat naar Frank van der Velden Op donderdag 26 juni werd door het Maastricht Universitair Medisch Centrum voor het eerst het Clinical Investigator Science Symposium georganiseerd. Dit symposium was vooral gericht op innovatieve klinische research en was met name bedoeld voor de arts/klinisch onderzoekers (A-KO). KNMG District Limburg sponsorde dit symposium en werd hiermee meteen een van de ‘founding fathers’.
gezien de hoge kwaliteit van de inzendingen een lange tijd nodig om de uiteindelijke winnaar uit te kiezen. Uiteindelijk werd het werk van Frank van de Velden, Borgsteede en Karapinar over de informatiebehoefte van patienten over ontslagmedicatie tijdens ontslag uit het ziekenhuis als winnaar uitgekozen. De studie was verricht aan de afdeling farmacologie van het VU medisch centrum te Amsterdam in samenwerking met het Lucas-Andreas ziekenhuis te Amsterdam. Patiënten blijken een duidelijke voorkeur te hebben van wie zij informatie over ontslagmedicatie willen krijgen (specialist of huisarts). Vaak is de informatie op de bijsluiter voor patienten onbegrijpelijk. Gezien de brede toepasbaarheid van de studie en het duidelijk transmurale karakter kreeg deze poster de KNMG aanmoedigingsprijs. Na een korte uitleg over de KNMG en haar doelstellingen werd de prijs en het bijbehorend certificaat door de aanwezige bestuursleden, Christine Willekes en Leo Baur, aan de prijswinnaar uitgereikt. Hierna volgde een aangename borrel op een zonovergoten terras.
Workshop solliciteren naar een opleidingsplaats Naast sponsoring en een duidelijke aanwezigheid van de KNMG mocht KNMG District Limburg een aanmoedigingsprijs uitreiken voor de beste poster. De criteria voor de prijs waren met name een toepassing van de research voor de geneeskunde in zijn volle breedte. Een deskundige jury onder leiding van prof. dr. Luc Snoecks (fysiologie) had
District Limburg Schelmenstreek 1 juli 2008
In de afgelopen periode hebben een aantal KNMGdistricten, waaronder ook District Limburg in samenwerking met KNMG Landelijk de workshop ‘Solliciteren naar een opleidingsplaats’ georganiseerd. Zowel coassistenten als basisartsen hebben hieraan deelgenomen. De workshop in Maastricht was zeer succesvol en zelfs overboekt. Helaas moesten enkele belangstellenden worden teleurgesteld.
13
Jubilea 2007-2008 60-jaar arts in 2007 De weledelgeleerde heer
Drs. P. Peerenboom
50-jaar arts in 2007 De weledelgeleerde heer De weledelgeleerde heer De weledelgeleerde heer De weledelgeleerde vrouwe De weledelzeergeleerde heer De weledelgeleerde heer De weledelgeleerde heer De weledelgeleerde heer
Drs. M.J.W. Heuvelmans Drs. R.E.M. Duynstee Drs. J.M. Donk Drs. M.E.P. Finken Dr. A.P.M. Rutten Drs. W.Fr.J. van der Kolk Drs. F.A.H.M. Mommers Drs. G.H.A. Mensink
40-jaar arts in 2007 De weledelgeleerde heer De weledelgeleerde heer De weledelgeleerde heer De weledelzeergeleerde heer De weledelgeleerde heer De weledelzeergeleerde heer De hooggeleerde heer De weledelgeleerde heer De weledelgeleerde heer De weledelgeleerde heer De hooggeleerde heer
Drs. J.B.J. Jansen Drs. W.J.M.C. Heiligers Drs. F.H.M. Gitmans Dr. C.J. Howeler Drs. J.I. Flos Dr. L.H.R.I. Cuypers Prof.dr. J. de Haan Drs. J.A. van der Snoek Drs. B.J.N. Potma Drs. R.P. Windhorst Prof.dr. J.W. van Ree
25-jaar arts in 2007 De weledelgeleerde heer Drs. M.M.B.G. Hundscheid De weledelgeleerde vrouwe Drs. J.P.F.M. Kohlen De weledelgeleerde heer Drs. J.C.M. Jansen De weledelgeleerde heer Drs. W.J. IJspeert De hooggeleerde vrouwe Prof.dr. J.A. Land De weledelgeleerde heer Drs. R.L. Kornelis De weledelzeergeleerde heer Dr. M.J.H.M. Herpers De weledelgeleerde heer Drs. T.S.A. Hellemons De weledelzeergeleerde vrouwe Dr. B.S.P. Boode De weledelgeleerde heer Drs. P.F.M. van der Heijden De weledelzeergeleerde heer Dr. A.P. de Bruine De weledelgeleerde vrouwe Drs. T.H.J. van der Leeuw-Harsema De weledelgeleerde heer Drs. E. Hofland De weledelgeleerde heer Drs. R.J.M.T. van Dijk De weledelgeleerde heer Drs. A.W.M. van Dongen De weledelgeleerde heer Drs. D.C. Flikweert De weledelgeleerde heer Drs. T.H.M. Cleef De weledelgeleerde vrouwe Drs. G.C.M. Buijs De weledelgeleerde heer Drs. J.J.M. Welzen De weledelzeergeleerde heer Dr. R.J.Th.J. Welten De weledelgeleerde vrouwe Drs. J.M.S.J.G. Soomers-Turlings De weledelgeleerde vrouwe Drs. T.A.H. Vijgen-Hamers De weledelgeleerde heer Drs. P.E.J. Verstraelen De weledelgeleerde vrouwe Drs. A.W.M. Verheggen De weledelgeleerde heer Drs. A.H. Veltman De weledelgeleerde heer Drs. H. van der Tempel De weledelgeleerde vrouwe Drs. S.A.J. van Stijn De weledelgeleerde heer Drs. J.R.A.Y. van Rooij De weledelgeleerde heer Drs. J. Roelofs De weledelgeleerde vrouwe Drs. S.I.L. Koesman De weledelgeleerde heer Drs. J.C.F. Schellekens De weledelgeleerde heer Drs. P.H.M. Passage De weledelgeleerde heer Drs. W.E. Nolting De weledelgeleerde heer Drs. R.J.M. Mooren De weledelzeergeleerde heer Dr. B.A. Masek De weledelzeergeleerde vrouwe Dr. H.J.M. Majoie De weledelgeleerde heer Drs. H.M.M. Pouwels De hooggeleerde heer Prof.dr. M. Limburg
14
50 jaar lid van de KNMG De weledelgeleerde heer Drs. W.J. Balvert De weledelzeergeleerde vrouwe Dr. A. Dekkers De weledelgeleerde heer Drs. J.H.J. Drenth De weledelgeleerde heer Drs. K.J. Hanje De weledelgeleerde heer Drs. Th.M. van der Kleij De weledelgeleerde heer Drs. Th. Kuypers De weledelgeleerde heer Drs. F.A.H.M. Mommers De weledelgeleerde heer Drs. M.M.J.E. Russel De weledelgeleerde heer Drs. J.N. Schaap De weledelgeleerde heer Drs. L.W. Winter
40 jaar lid van de KNMG De weledelgeleerde heer De hooggeleerde heer De weledelgeleerde heer De weledelgeleerde heer De weledelgeleerde heer De weledelgeleerde heer De weledelgeleerde heer De weledelgeleerde heer De weledelgeleerde heer
Drs. G.E.M. Franssen Prof.dr. J. de Haan Drs. W.J.M.C. Heiligers Drs. G.D.M. van Hellemondt Drs. J.B.J. Jansen Drs. B.J.N. Potma Drs. J.A. van der Snoek Drs. F.E.G. Verhaegh Drs. R.P. Windhorst
25 jaar lid van de KNMG De weledelzeergeleerde heer Dr. J.W.M. ter Berg De weledelgeleerde heer Drs. H.M.J. Boesten De weledelzeergeleerde heer Dr. P.X.J.M. Bouckaert De weledelgeleerde heer Drs. P.R. Eijkelenboom De weledelgeleerde heer Drs. G.H. Eskes De weledelgeleerde heer Drs. W.C.J. Hanssen De weledelzeergeleerde vrouwe Dr. B.S.P. Boode De weledelgeleerde heer Drs. M.M.B.G. Hundscheid De weledelgeleerde heer Drs. B.J.S. Koopmans De weledelgeleerde vrouwe Drs. T.H.J. van der Leeuw-Harsema De weledelgeleerde vrouwe Drs. C.B.L. Lie De weledelgeleerde heer Drs. J.J. van Os De weledelgeleerde vrouwe Drs. C.W.E.J. Paling De weledelgeleerde heer Drs. J.M.M.G. Pasmans De weledelgeleerde vrouwe Drs. R.J.M.J. Peters De weledelgeleerde heer Drs. G.W. Priem De weledelgeleerde heer Drs. E.W.G.M. Pustjens De weledelgeleerde heer Drs. A.W.C.R. Smulders De hooggeleerde heer Prof.dr. P.M. Steijlen De weledelzeergeleerde heer Dr. F.H. van Tiel De weledelgeleerde heer Drs. S.L. Wanders
PROFICIAT
Schelmenstreek 1 juli 2008 District Limburg
Agenda donderdag 11 september 2008 Aanvang 19.30 uur
Najaarsledenvergadering KNMG District XI/Limburg
donderdag 9 oktober 2008
Late night Cruise over de Maas Begin oktober 2008 zal KNMG Distict Limburg voor geneeskundestudenten een boottocht organiseren. ... een Late Night Cruise over de Maas...
Kasteel Vaeshartelt, Weert 9, 6222 PG te Maastricht:
Agenda 1) Opening en welkom door de voorzitter. 2) Verkiezing bestuurslid ter vervulling van de vacature door het vertrek van collega Drs. P. Geerdink. Het bestuur draagt voor: drs R.G.P. Hagenouw. 3) Notulen ledenvergadering d.d. 29 november 2007. 4) Financieel verslag over 2007 en oordeel kascontrolecommissie. Decharge penningmeester voor het boekjaar 2007; decharge kascontrolecommissie en benoeming nieuwe leden. 5) Secretarieel jaarverslag 2007. 6) Rondvraag
Na het succes van het symposium ‘Oriëntatie op je sollicitatie’, en de workshop ‘Solliciteren voor een opleidingsplaats’ willen wij als KNMG District Limburg in samenwerking met MSV Pulse graag jullie aandacht vragen voor het volgende: Op donderdag 9 oktober van 21.00 tot 01.00 uur organiseren wij voor alle Maastrichtse geneeskundestudenten een ‘Late Night Cruise over de Maas’. Het zal een knalfeest gaan worden met lekkere hapjes, drankjes en een DJ-bandje voor de muzikale bijdrage. Inlichtingen:
[email protected].
Lezing: Kindermishandeling: déjà vu tussen diagnose en dilemma’s. door: Prof. dr. F. Feron
Vrijdag 14 november 2008
Het pijnlijke verschil tussen één of twee blauwe ogen
Wenckebach Symposium
Prof. dr. Frans J.M. Feron is bijzonder hoogleraar Jeugdgezondheidszorg aan de faculteit Health Medicine and Life Sciences van de Universiteit Maastricht en als arts Maatschappij & Gezondheid werkzaam bij de GGD Zuid Limburg in Maastricht en tevens verbonden aan de vakgroep Kinderneurologie resp. Kindergeneeskunde van het Academisch Ziekenhuis in Maastricht. Van 1983 tot 1996 was hij werkzaam als vertrouwensarts inzake kindermishandeling bij het toenmalige Bureau Ver trouwensarts in Maastricht. Kindermishandeling in de verschillende uitingsvormen (mishandeling, verwaarlozing, misbruik) is een fenomeen dat in Nederland nog altijd vaak voorkomt. Naar schatting heeft 10% van alle volwassenen in hun jeugd in meerdere of mindere mate te lijden gehad onder enigerlei vorm van kindermishandeling. Daarmee kindermishandeling is de meest voorkomende risicofactor die de ontwikkeling van een kind kan bedreigen, beschadigen of zelfs beëindigen. De leerdoelen van de lezing zijn gericht op het uitbreiden van kennis en vaardigheden op het gebied van: • Herkenning en diagnostiek van kindermishandeling (aan de hand van diamateriaal); • Rolconflicten en dilemma’s bij de hulpverlening; • Knelpunten rond regelgeving (beroepsgeheim e.d.) • Tips voor gespreksvoering in de praktijk aan de hand van casuïstiek.
District Limburg Schelmenstreek 1 juli 2008
Op 14 november zal KNMG District Limburg voor de artsen in Parkstad participeren tijdens het Wenckebach Symposium in het Parkstad Limburg /Roda JC-stadion. Het onderwerp is: Medisch Tuchtrecht: Recht of Onterecht? Sprekers: prof. dr. Gerard Essed en prof. dr. Frans van Wijmen. Workshop leider: prof. dr. Hans Kerkkamp
Medisch Tuchtrecht: Recht of Onterecht? Iedere arts kan op elk moment geconfronteerd worden met het feit, dat een patient of familie van een patient ontevreden is over de geleverde zorg en hetzij een klacht indient bij een klachtencommissie of deze klacht indient bij een van de tuchtcolleges. Soms is de hulpverlener er zich terdege van bewust dat de geleverde zorg niet optimaal was. Soms is dit echter niet het geval of is er op zijn minst twijfel. Wat te denken van de arts, die bij een verdenking van kindermishandeling zijn beroepsgeheim prijs geeft en een melding maakt bij het meldpunt kindermishandeling. De ouders van de patiënt zijn boos en stappen naar de tuchtrechter. In de workshop Medisch Tuchtrecht zullen prof. dr. Gerard Essed (MUMC+) en prof. dr. Frans van Wijmen (MUMC+) onder leiding van prof. dr. Hans Kerkkamp discussiëren over klachtencommissies, tuchtrecht en over mogelijke valkuilen en dwalingen van het recht. Een onderwerp dat veel stof zal doen opwerpen.
15
Atrium Medisch Centrum Parkstad is het toonaangevende medisch centrum voor Parkstad Limburg, waarin de patiënt verzekerd is van innovatieve zorg op mense-
Met zorg bouwen aan de toekomst 40 Jaar lang bepaalden de torenflats de skyline van het ziekenhuisterrein in Heerlen. Vele duizenden jonge meisjes en later ook jongens startten hier hun inserviceopleiding tot verpleegkundige. Onder de torenflats bevinden zich de Wencekbachzaal en de opleidingsschool. Ook de Wenckebachzaal
lijke maat. De zorg wordt profes-
waar tal van symposia en bijeenkomsten plaatsvonden, verdwijnt. De opleidingslokalen blijven nog
sioneel en efficiënt georganiseerd
enkele jaren hun functie behouden als huisvesting voor opleidingen, onderzoek en trombosedienst.
en is optimaal toegankelijk in
Aan de Oostzijde van het ziekenhuis is een bouwput ontstaan op de plek waar de Maastro Clinic (voorheen RTIL) en het bestuursgebouw (A) stonden.
een inspirerende werkomgeving. Al deze gebouwen hebben de afgelopen 40 jaar hun functies vervuld en maken plaats voor de toekomst.
Atrium MC is één van de
In de bouwput aan de Oostzijde wordt in het najaar de eerste paal geslagen voor de bouw van een groot Behandelgebouw. In het Behandelgebouw wordt een uniek zorgconcept voor acute zorg ontwikkeld waar-
grootste algemene opleidings-
in spoedeisende huisartsenzorg en spoedeisende ziekenhuiszorg worden geïntegreerd rondom het spoed-
ziekenhuizen van Nederland.
plein. Ook het Centrum Planbare Zorg krijgt in het Behandelgebouw een nieuwe, perfecte huisvesting die
De ambities worden zichtbaar
helemaal wordt afgestemd op de verwachtingen van de planbare patiënt.
in de bouw van een nieuw
Aan de westzijde van het hoofdgebouw wordt ook dit jaar nog begonnen met de bouw van een nieuw
behandelcentrum, een nieuw
Poliklinisch Centrum. Binnen enkele jaren beschikt Atrium Heerlen in feite over een nieuw ziekenhuis waar-
Poliklinisch
Centrum
en
de
in met zorg verder kan worden gebouwd aan de toekomst.
renovatie van het beddenhuis,
De meest geavanceerde medische diagnostiek, toegankelijk voor de 270.000 inwoners van
waarbij de meest geavanceerde
Parkstad Limburg, in hun eigen ziekenhuis: Atrium Medisch Centrum Parkstad.
techniek wordt toegepast.
Zorg met een zachte G